Schil‐isolatie
voor
Orduynenstraat
86
Een
afgewogen
toepassing
van
de
Trias
Energetica
bij
een
bestaande
woning
Marja
de
Hart
Marcel
Nooijen
Michael
Urlings
Okko
van
der
Kam
Tom
Godefrooij
’s‐Hertogenbosch,
8
april
2013
Inhoudsopgave
1.
Energie
Nul73
als
maatschappelijke
opgave .....................................................................3
2.
De
situatie........................................................................................................................5
3.
De
varianten ....................................................................................................................6
Variant
0 .............................................................................................................................................................................. 6
Variant
0a ............................................................................................................................................................................ 6
Variant
1:
Passief
Huis ................................................................................................................................................... 9
Variant
2:
Naar
Actief.................................................................................................................................................. 10
Variant
3:
Behoud
Aanzicht
1 .................................................................................................................................. 11
Variant
4:
Behoud
Aanzicht
2 .................................................................................................................................. 12
Variant
5:
Behoud
Aanzicht
3 .................................................................................................................................. 13
Variant
6:
Behoud
Aanzicht
4 .................................................................................................................................. 14
Variant
7:
Voorzetgevel.............................................................................................................................................. 15
4.
Discussie
en
conclusies...................................................................................................16
Colofon .................................................................................................................................18
2
1. Energie
Nul73
als
maatschappelijke
opgave
In
de
uitdaging
om
de
samenleving
te
verduurzamen
speelt
energieverbruik
een
essentiële
rol.
De
eisen
gesteld
aan
de
‘energieprestatie’
van
nieuwbouwwoningen
worden
steeds
hoger.
Maar
hoe
duurzaam
we
ook
bouwen,
het
grootste
deel
van
de
woningen
voor
de
komende
vijftig
jaar
staat
er
al.
En
de
kwaliteit
van
deze
bestaande
woningvoorraad
qua
energieprestatie
is
matig
tot
slecht.
Duurzaam
gebouwde
nieuwbouw
zal
onvoldoende
zijn
om
de
gewenste
energiebesparingsdoelen
te
bereiken.
De
grootste
opgave
is
het
verduurzamen
van
de
bestaande
voorraad.
En
gezien
het
hoge
aandeel
eigenwoningbezit
is
een
inzet
van
particuliere
woningeigenaren
nodig
om
(een
substantieel
deel
van)
de
bestaande
woningvoorraad
te
verduurzamen.
De
introductie
van
energielabels
was
een
eerste
(kleine)
stap
om
het
energiebewustzijn
van
woningeigenaren
te
verhogen.
In
de
aanpak
van
de
verduurzaming
van
het
energieverbruik
geldt
de
zogenaamde
‘trias
energetica’.
Deze
‘trias’
geeft
een
rangorde
weer
van
de
te
nemen
stappen
om
te
komen
tot
een
verminderd
beroep
op
fossiele
brandstoffen.
De
eerste
stap
is
het
zo
veel
mogelijk
verminderen
van
de
energievraag.
De
tweede
stap
is
zoveel
mogelijk
in
de
resterende
energiebehoefte
voorzien
met
duurzame
(of
hernieuwbare)
energiebronnen.
En
voor
zover
het
gebruik
van
fossiele
brandstoffen
onontkoombaar
blijft
worden
ten
slotte
maatregelen
genomen
om
die
energie
zo
efficiënt
mogelijk
te
gebruiken.
Ook
voor
de
bestaande
woningvoorraad
heeft
deze
‘trias
energetica’
als
consequentie
dat
men
allereerst
zou
moeten
inzetten
op
maximale
woningisolatie.
Dat
komt
neer
op
het
isoleren
van
de
‘schil’:
de
gevels,
de
beganegrondvloer
en
het
dak.
Woningcorporaties
kunnen
dat
grootschalig
aanpakken,
waarbij
het
aanzicht
van
de
betreffende
woningen
in
wisselende
mate
meer
of
minder
verandert.
Maar
de
min
of
meer
industriële
en
seriële
aanpak
van
grote
woningverhuurders
is
voor
particuliere
woningeigenaren
niet
haalbaar.
Particuliere
woningbezitters
die
hun
huis
vergaand
willen
isoleren
zullen
binnen
de
eigen
financiële
mogelijkheden
en
de
eigen
voorkeuren
qua
comfort
en
esthetiek
komen
tot
een
eigen
keuze
van
maatregelen.
Als
we
de
noodzaak
van
het
isoleren
van
particuliere
woningen
accepteren,
zullen
we
ook
moeten
accepteren
dat
de
uitvoering
daarvan
divers
zal
zijn.
Dit
zal
onvermijdelijk
leiden
tot
een
doorbreking
van
de
bestaande
eenvormigheid
binnen
de
naoorlogse
wijken
uit
met
name
de
jaren
’50,
’60
en
’70
toen
woningisolatie
nog
geen
issue
was.
Deze
visuele
differentiëring
van
bestaande
wijken
kunnen
we
zien
als
een
probleem
(verandering
van
het
bestaande
beeld)
of
als
een
kans
(verscheidenheid
als
kwaliteit).
Jane
Jacobs1
zou
het
wel
weten!!
In
deze
context
zien
we
het
SEV/Platform31‐programma
‘Lokaal
alle
lichten
op
groen’
en
de
Bossche
invulling
met
het
project
EnergieNUL73.
Dit
project
is
gericht
op
het
verbeteren
van
de
marktomstandigheden
voor
particuliere
woningbezitters
en
daagt
hen
uit
om
de
eigen
woning
‘energie‐neutraal’
te
maken.
Het
programma
is
een
experiment
en
moet
1
Jane
Jacobs,
Dood
en
leven
van
grote
Amerikaanse
steden,
New
york
1993,
Amsterdam
2009
3
voorbeelden
en
lessen
opleveren
voor
particuliere
woningeigenaren
die
de
komende
jaren
de
energieprestatie
van
hun
woning
substantieel
willen
verbeteren.
Dit
rapport
geeft
inzicht
in
het
zoekproces
naar
het
juiste
maatregelenpakket
voor
een
specifieke
woning:
Orduynenstraat
86
in
‘s‐Hertogenbosch.
Het
is
een
handreiking
aan
de
Gemeente
’s‐Hertogenbosch
om
te
komen
tot
een
verantwoorde
afweging
waar
een
spanning
zou
kunnen
ontstaan
met
andere
beleidsvelden.
4
2. De
situatie
De
woning
die
in
deze
rapportage
centraal
staat
is
het
pand
Orduynenstraat
86
te
’s‐Hertogenbosch.
Het
gaat
om
een
hoekwoning
in
een
bouwblokje
van
vier
met
een
grondoppervlak
van
6x7
meter,
opgeleverd
in
1960.
Momenteel
(nadat
kamervloer
en
spouw
zijn
geïsoleerd)
heeft
de
woning
een
energielabel
D.
De
bewoners
hadden
al
plannen
om
hun
woning
te
verbouwen
(uitbouw
keuken)
en
daarbij
tevens
de
energieprestatie
van
hun
woning
te
verbeteren.
De
oproep
van
de
Gemeente
’s‐Hertogenbosch
om
mee
te
doen
aan
de
coalitie
EnergieNUL73
was
aanleiding
om
de
energieambities
aan
te
scherpen
tot
‘energie‐neutraal’
(energie‐label
A++++).
Daarbij
ligt
de
nadruk
primair
op
de
eerste
stap
van
de
trias
energetica:
de
isolatie
van
de
schil.
De
bewoners
hebben
om
een
aantal
redenen
een
voorkeur
voor
isolatie
aan
de
buitenkant
van
de
bestaande
constructie:
− Technisch
de
beste
oplossing
waarbij
koudebruggen
effectief
worden
vermeden;
− Behoud
isolatie
bestaande
(na‐geisoleerde)
spouw;
− Duurzaam
omgaan
met
materialen:
zoveel
mogelijk
hergebruik
bestaande
materialen,
geen
onnodige
sloop
van
bestaande
constructie,
voorkomen
van
kapitaalvernietiging;
− Behoud
van
ruimte
binnen.
De
maatvoering
van
de
woning
opgeleverd
in
1960
is
naar
huidige
maatstaven
weinig
royaal.
(Voor
wc
en
trappenhuis
is
isoleren
aan
de
binnenzijde
sowieso
geen
optie.)
Bij
de
gemeente
lopen
we
hiermee
aan
tegen
bestaand
welstandsbeleid
en
de
interpretatie
van
dat
beleid
door
de
welstandscommissie.
De
gemeente
heeft
gevraagd
naar
de
doorrekening
van
een
aantal
varianten
om
te
kunnen
beoordelen
of
de
voorgestelde
aanpak
inderdaad
de
technische
meerwaarde
heeft
die
de
bewoners
er
van
verwachten
t.o.v.
een
andere
combinatie
van
maatregelen.
Vanuit
de
coalitie
EnergieNUL73
is
daarvoor
een
werkgroepje
gevormd
bestaande
uit
de
bewoners
Marja
de
Hart
en
Tom
Godefrooij,
Marcel
Nooijen
(Raak
Energie
Advies),
Michael
Urlings
(LSWA
Architecten)
en
Okko
van
der
Kam
(van
der
Kam
bouwadvies,
bouwkundig
adviseur
van
de
bewoners).
Referentie
voor
‘energie‐neutraliteit’
is
‘normaal’
gebruik
van
dit
type
woning
zoals
gehanteerd
in
de
EPA‐systematiek.
Overigens
maken
de
berekeningen
duidelijk
dat
een
energie‐neutrale
woning
altijd
minimaal
maatregelen
vraagt
in
zowel
stap
1
als
stap
2
van
de
trias
energetica.
Met
welke
isolatie
dan
ook
blijft
er
altijd
een
energiebehoefte
over
(voor
tapwater
en
koken
en
apparatuur).
De
berekeningen
in
het
volgende
hoofdstuk
laten
de
effecten
zien
van
verschillen
in
aanpak
vooral
van
de
voorgevel.
5
3. De
varianten
De
basissituatie
is
de
woning
met
na‐isolatie
in
de
spouw
en
een
vloerisolatie
in
de
woonkamer.
De
energie
index
bedraagt
1.67,
energielabel
D.
De
basisambitie:
Voor
het
energieneutraal
maken
van
de
woning
mikken
we
voor
de
schil
op
een
minimale
isolatiewaarde
van
Rc
=
82
Variant
0
Aan
de
zijkant
wordt
de
keuken
uitgebouwd
en
tevens
wordt
aan
de
achterzijde
over
de
volle
breedte
enkele
meters
aangebouwd.
Ook
wordt
de
bestaande
dakkapel
aan
de
achterzijde
vergroot
om
op
de
zolderverdieping
ruimte
te
scheppen
voor
een
tweede
toilet,
waarbij
tevens
de
isolatie
van
de
dakkapel
op
het
gewenste
niveau
wordt
gebracht.
Door
de
aanbouw
robuust
uit
te
voeren
wordt
daarmee
volgens
de
EPA‐systematiek
de
energieprestatie
van
de
hele
woning
verbeterd.
De
energie
index
gaat
naar
1.11,
het
energielabel
wordt
B.
Om
te
komen
tot
een
energie‐neutrale
woning
dient
ook
de
bestaande
woning
te
worden
aangepakt.
Dat
is
ook
nodig
om
een
onevenwichtigheid
in
de
mate
waarin
de
verschillende
ruimtes
geïsoleerd
zijn
te
voorkomen.
Die
onevenwichtigheid
leidt
namelijk
tot
een
wisselend
binnenklimaat,
hetgeen
leidt
tot
comfortverlies.
Dat
willen
de
bewoners
voorkomen.
Variant
0a
‘Zekere’
maatregelen
om
naar
energie
NUL
te
komen,
dwz
de
maatregelen
die
in
alle
varianten
gelijk
zijn.
Stap
1
Trias
energetica
Schilisolatie
buitenzijde
en
binnenklimaat:
Muren
Vloeren
Dak
Binnenklimaat
− Zijgevel
Rc
verhogen
naar
Rc
8.47
met
buitenisolatie
en
gevelstuc
− Achtergevel
verdieping
bestaande
isolatie
handhaven,
extra
isolatie
aanbrengen
en
afwerken
met
gevelstuc
− Vloerisolatie
180mm
Kooltherm
RC
8.28
voor
onbekende
vloerisolatie
(keuken
en
gang)
− Woonkamer:
Isolatie
180mm
Kooltherm
RC
8.28
− Bestaande
dak
isoleren
tussen
de
balken
160
mm
Kooltherm
RC7.4
− Ventilatie
met
warmte
terugwinning
− Kierdichting,
incl
opsporen
luchtlekkages
2
Overeenkomstig
de
strategie
‘natuurhuis’
in
het
boekje
‘Huis
vol
energie’
6
Stap
2
Trias
energetica
Duurzame
energiebronnen
voor
warmtapwater,
koken
en
energie
voor
installaties:
− PV
panelen
plaatsen
24m2
− 8m2
zonneboiler
systeem
Vervolgens
heeft
de
werkgroep
varianten
opgesteld
met
variant
0
en
variant
0a
als
basis
en
met
verschillende
isolatiemaatregelen
voor
de
voorgevel
en/of
ramen/deuren.
De
kenmerken
van
deze
varianten:
nr
naam
Extra
maatregelen
tov
variant
0
en
0a
1
Passief
huis
− Voorgevel
isolatie
buitenzijde
Rc
8.47
met
gevelstuc
− Passief
deuren,
kozijnen
en
triple
glas
2
Richting
actief
− Voorgevel
isolatie
buitenzijde
Rc
8.47
met
gevelstuc
3
Behoud
aanzicht
1
− Voorgevel
isolatie
binnenzijde
Rc
4.78
4
Behoud
aanzicht
2
− Voorgevel
slopen
buitenblad,
isoleren,
steenstrip
Rc
5.98
5
Behoud
aanzicht
3
− Voorgevel
isolatie
binnenzijde
Rc
4.78
− Passief
deuren,
kozijnen
en
triple
glas
6
Behoud
aanzicht
4
− Voorgevel
slopen,
isoleren,
steenstrip
Rc
5.98
− Passief
deuren,
kozijnen
en
triple
glas
7
Voorzetgevel
− Glazen
serre
(voorzetgevel)
over
2
verdiepingen
aan
voorkant
Hierna
wordt
elk
van
deze
7
varianten
besproken.
Toelichting
bij
de
wijze
van
scoren:
Robuustheid
van
de
maatregelen
− Passieve
maatregelen
(isolatie)
beoordelen
we
als
‘robuuster’
dan
‘actieve’
maatregelen
(duurzame
energieopwekking)
o.a.
omdat
installaties
een
kortere
levensduur
hebben.
Een
hogere
Rc‐waarde
scoort
daarom
beter.
− Varianten
worden
ook
beoordeeld
op
hun
bouwfysische
effectiviteit:
de
mate
waarin
koudebruggen
worden
voorkomen
en
de
gelijkmatigheid
van
het
binnenklimaat
binnen
de
woning.
Wanneer
verschillende
gevels
sterk
uiteeenlopende
Rc‐waardes
hebben
kan
dat,
ondanks
een
rekenkundige
‘energie‐neutraliteit’,
leiden
tot
verschillen
in
comfort
in
de
verschillende
delen
van
de
woning.
Buitenisolatie
scoort
in
dit
opzicht
beter
dan
isolatie
aan
de
binnenzijde.
7
Duurzaamheid
− We
scoren
hier
andere
duurzaamheidsaspecten
naast
de
energieprestatie:
met
name
(her)gebruik
bestaande
materialen
Ruimtelijke
impact
binnenshuis
− Isolatie
aan
de
binnenzijde
gaat
gepaard
met
ruimteverlies
binnenshuis
en
scoort
op
dit
punt
lager.
Kosten
− Het
gaat
hier
om
de
totale
kosten
van
het
maatregelenpakket,
maar
ook
om
de
kosteneffectiviteit
en
de
afschrijvingstermijn
van
de
verschillende
maatregelen.
Zoals
boven
opgemerkt
is
de
levensduur
van
installaties
naar
verwachting
korter
dan
die
van
isolatiemaatregelen.
Niettemin
zijn
de
kostenindicaties
zeer
voorlopig
en
met
de
nodige
onzekerheden
omkleed.
Impact
buitenzijde
− Los
van
esthetische
voorkeuren
scoren
we
hier
de
mate
waarin
de
variant
voldoet
aan
de
huidige
‘Welstandsnota’
en
de
gebleken
interpretatie
daarvan
door
de
welstandscommissie.
8
Variant
1:
Passief
Huis
Energie
index
Label
‐
0.16
A++++
Maatregelen
− Basismaatregelen
van
variant
0
en
0a
(zoals
isolatie
van
zij‐
en
achtergevel,
begane
grondvloer
en
dak,
PV‐ zonnepanelen
en
zonneboiler)
− De
voorgevel
wordt
aan
de
buitenzijde
voorzien
van
een
isolatiepakket
en
afgewerkt
met
een
stuclaag3.
Rc‐waarde
=
8,47
Totale
opdikking:
ca
20
cm
− Alle
kozijnen
worden
vervangen
door
passief
kozijnen.
− Voor‐
en
achterdeur:
passiefdeuren
− Glas:
triple
Samenvatting
EPA‐advies
Dit
is
een
goede
en
duurzame
variant,
waarbij
diverse
goede
materialen
worden
hergebruikt
o.a.
de
bestaande
gevel
en
dak
isolatie.
Let
echter
op
de
kans
van
oververhitting.!
++
Robuustheid
+
Duurzaamheid
Bij
veranderende
inzichten
in
de
toekomst
is
de
woning
desgewenst
weer
terug
te
brengen
in
oorspronkelijke
staat
€
79615
Kosten
++
Ruimtelijke
impact
binnenshuis
‐‐
Impact
buitenzijde
3
We
stellen
hier
weliswaar
een
stuc‐afwerking
voor
als
de
meest
simpele
en
‘eerlijke’
schilafwerking
(de
Oostenrijkse
methode)
maar
andere
afwerkingen
(keramisch,
plaat)
zijn
ook
mogelijk.
In
stuc
zijn
bovendien
decoratieve
varianten
mogelijk.
9
Variant
2:
Naar
Actief
Energie
index
Label
‐
0.10
A++++
Maatregelen
− Basismaatregelen
van
variant
0
en
0a
− De
voorgevel
wordt
aan
de
buitenzijde
voorzien
van
een
isolatiepakket
en
afgewerkt
met
een
stuclaag.
Rc‐waarde
=
8,47
Totale
opdikking:
ca
20
cm
− Handhaven
bestaande
kozijnen
Samenvatting
EPA‐advies
Dit
is
een
goede
en
duurzame
variant,
waarbij
diverse
goede
materialen
kunnen
worden
hergebruikt
o.a.
de
bestaande
gevel
en
dak
isolatie
alsmede
de
bestaande
beglazing.
Hierbij
zal
echter
wel
een
voorziening
moeten
worden
aangebracht
tegen
de
oververhitting.
Mogelijk
zal
dit
moeten
gebeuren
in
de
vorm
van
een
koeling
welke
weer
extra
energiekosten
met
zich
mee
zal
brengen.
De
noodzaak
voor
koeling
zal
echter
door
derde
berekend
moeten
worden
en
gaat
buiten
deze
methode
om.
++
Robuustheid
++
Duurzaamheid
€
60615
Kosten
++
Ruimtelijke
impact
binnenshuis
‐
Impact
buitenzijde
10
Energie
index
Label
Variant
3:
Behoud
Aanzicht
1
‐
0.09
A++++
Maatregelen
− Basismaatregelen
van
variant
0
en
0a
− De
voorgevel
wordt
aan
de
binnenzijde
geïsoleerd.
Rc‐waarde
=
4,78
Ruimteverlies
binnenzijde:
ca
10
cm
Samenvatting
EPA‐advies
Hoewel
ook
deze
variant
een
negatieve
energie‐ndex
heeft
is
dit
een
minder
duurzame
variant.
o
Robuustheid
+
Duurzaamheid
€
52208
Kosten
‐
Ruimtelijke
impact
binnenshuis
++
Impact
buitenzijde
11
Energie
index
Label
Variant
4:
Behoud
Aanzicht
2
‐
0.10
A++++
Maatregelen
− Basismaatregelen
van
variant
0
en
0a
− Voorgevel
buitenblad
slopen,
bestaande
isolatie
verwijderen,
isoleren
en
afwerken
met
steenstrips.
Rc‐waarde
=
5,98
Totale
opdikking:
ca
0
cm
Samenvatting
EPA‐advies
Binnen
de
bestaande
constructiedikte
is
het
mogelijk
om
tot
een
energie‐neutraal
resultaat
te
komen,
maar
het
slopen
van
het
buitenspouwblad
ten
behoeve
van
het
siolatiepakket
leidt
bij
gelijke
kosten
als
bij
variant
2
tot
een
duidelijk
lagere
isolatiewaarde.
+
Robuustheid
‐
Duurzaamheid
€
60615
Kosten
++
Ruimtelijke
impact
binnenshuis
+
Impact
buitenzijde
12
Energie
index
Label
Variant
5:
Behoud
Aanzicht
3
‐
0.13
A++++
Maatregelen
− Basismaatregelen
van
variant
0
en
0a
− De
voorgevel
wordt
aan
de
binnenzijde
geïsoleerd.
Rc‐waarde
=
4,78
Ruimteverlies
binnenzijde:
ca
10
cm
− Alle
kozijnen
worden
vervangen
door
passief
kozijnen.
− Voor‐
en
achterdeur:
passiefdeuren
− Glas:
triple
Samenvatting
EPA‐advies
Met
het
aanbrengen
van
passiefkozijnen
verbetert
de
energie‐index
ten
opzichte
van
variant
3.
o
Robuustheid
o
Duurzaamheid
€
69208
Kosten
‐
Ruimtelijke
impact
binnenshuis
++
Impact
buitenzijde
13
Energie
index
Label
Variant
6:
Behoud
Aanzicht
4
‐
0.14
A++++
Maatregelen
− Basismaatregelen
van
variant
0
en
0a
− Voorgevel
buitenblad
slopen,
bestaande
isolatie
verwijderen,
isoleren
en
afwerken
met
steenstrips.
Rc‐waarde
=
5,98
Totale
opdikking:
ca
0
cm
− Alle
kozijnen
worden
vervangen
door
passief
kozijnen.
− Voor‐
en
achterdeur:
passiefdeuren
− Glas:
triple
Samenvatting
EPA‐advies
Met
het
aanbrengen
van
passiefkozijnen
verbetert
de
energie‐index
ten
opzichte
van
variant
4
+
Robuustheid
‐‐
Duurzaamheid
€
77615
Kosten
++
Ruimtelijke
impact
binnenshuis
+
Impact
buitenzijde
14
Energie
index
Label
Variant
7:
Voorzetgevel
Maatregelen
− Basismaatregelen
van
variant
0
en
0a
− Glazen
constructie
in
de
vorm
van
een
2
verdiepingen
hoge
serre
?
?
Samenvatting
EPA‐advies
In
deze
variant
wordt
voor
de
gevel
aan
de
voorzijde
een
glazen
constructie
aangebracht
in
de
vorm
van
een
2
verdieping
hoge
serre.
Let
hierbij
op
dat
dan
wederom
een
kans
op
oververhitting
aanwezig
is
en
dat
de
kosten
van
een
goede
en
serre
rond
de
€
70.0004
zullen
bedragen.
Daarnaast
zal
de
warmtewinst
door
een
serre
volledig
teniet
worden
gedaan
indien
deze
ruimte
verwarmt
gaat
worden.
Ondanks
de
energetische
voordelen
zou
ik
u
deze
variant
dan
ook
willen
afraden.
Indien
u
de
woning
alleen
voorziet
van
een
serre
en
gebruik
gaat
maken
van
de
voorverwarmde
lucht
dan
ziet
u
dat
het
totale
te
verwachten
gasverbruik
980m3
zal
gaan
bedragen.
Dit
is
aanzienlijk
meer
dan
de
eerder
genoemde
maatregelen
uit
het
andere
advies.
Echter
indien
u
de
serre
gaat
plaatsen
samen
met
de
eerder
genoemde
maatregelen
dan
zult
u
aanzienlijk
energie
besparen
en
in
nagenoeg
alle
varianten
energieneutraal
zijn.
Echter
gezien
de
kosten
van
een
dergelijke
serre
blijft
dit
een
minder
aantrekkelijke
variant.
?
Robuustheid
o
Duurzaamheid
€
70000
Kosten
++
Ruimtelijke
impact
binnenshuis
?
Impact
buitenzijde
4
Prijs
mede
gebaseerd
op
de
wens
tot
het
realiseren
van
hoogwaardige
architectuur.
15
4. Discussie
en
conclusies
Om
conclusies
te
trekken
zetten
we
onderstaand
de
verschillende
argumenten
op
een
rij
die
bij
de
varianten
kunnen
worden
genoemd
om
af
te
wijken
van
het
advies
van
de
welstandscommissie,
gebaseerd
op
hun
interpretatie
van
de
Welstandsnota.
Variant
1:
Passief
huis
Deze
variant
heeft
de
voorkeur
van
de
bewoners
omdat
dit
de
meest
robuuste
variant
is.
Er
wordt
puur
volgens
de
trias
energetica
geïnvesteerd
in
de
woning.
Goedkeuring
van
deze
verandering
in
het
aanzien
van
de
gebouwde
omgeving
heeft
een
precedentwerking.
Voorwaarde
zou
kunnen
zijn
dat
als
in
deze
wijk
woningen
energiezuiniger
worden
gemaakt
en
daarbij
de
gevel
wordt
veranderd,
dat
alleen
mag
als
je
de
waarde
van
de
woning
zelf
significant
en
robuust
verbetert,
en
wanneer
men
dat
verregaand
en
in
één
keer
goed
aanpakt.
De
komende
jaren
zullen
namelijk,
ook
in
deze
wijk,
vragen
komen
om
de
woning
energetisch
te
verbeteren.
Dat
kan
in
kleine
stapjes,
ook
intern
aan
installaties,
maar
uiteindelijk
zullen
er
voorstellen
komen
waarbij
ook
de
gevel
wijzigt.
De
afweging
daarbij
is
de
waardevastheid
van
het
behoud
van
deze
prachtige
wijk
zoals
zij
is
en
het
waardeverlies
als
zij
niet
meekan
in
de
energietransitie
als
niets
aan
de
gevel
mag
worden
veranderd.
Deze
woning
neemt
een
voorschot
op
die
discussie,
dat
is
alleen
maar
goed.
Variant
2:
Naar
Actief
Deze
variant
is
minder
puur
als
variant
1,
maar
tracht
de
voordelen
van
de
huidige
stand
van
de
installatietechniek
zo
optimaal
te
benutten.
Vanwege
waardevermeerdering
van
het
pand
zelf
en
de
energetische
doelstelling
is
ook
hier
aanpassing
van
de
gevel
onvermijdelijk.
Variant
3:
behoud
aanzicht
1
Dit
is
een
poging
toch
een
flink
deel
van
de
energetische
doelstelling
te
halen
en
in
ieder
geval
de
stenen
gevel
te
behouden.
De
verandering
aan
het
dak
zal
ontegenzeggelijk
het
aanblik
van
deze
straat
veranderen.
Door
onlogisch
aanpak
van
de
isolatie
en
de
lagere
Rc‐ waarde
van
de
voorgevel
t.o.v.
de
andere
gevels
zal
het
binnenklimaat
minder
gelijkmatig
zijn;
en
ruimteverlies
binnen
levert
geen
waardevermeerdering
van
toch
robuuste
maatregelen.
Hoewel
in
investeringsprijs
aantrekkelijk
is
dit
geen
goede
combinatie
van
doelstelling
en
aanpassing.
Variant
4:
Behoud
Aanzicht
2
Ook
deze
variant
is
een
poging
om
een
flink
deel
van
de
energetische
doelstelling
te
halen
met
behoud
van
het
karakter
van
het
huidige
aanzicht
van
de
woning.
Met
steenstrips
op
het
isolatie‐pakket
wordt
getracht
de
huidige
gevel
na
te
bouwen.
Dat
zal
echter
wel
zichtbaar
zijn
en
ook
de
verandering
aan
het
dak
zal
ontegenzeggelijk
het
aanblijk
van
deze
straat
veranderen.
Door
beperkte
aanpak
van
de
isolatie
wordt
de
energetische
doelstelling
en
daarmee
de
gewenste
gelijkmatige
comfortverdeling
in
het
huis
niet
helemaal
gehaald.
16
Er
is
dan
ook
geen
waardevermeerdering
van
toch
robuuste
maatregelen.
Dit
is
het
slechte
van
twee
werelden;
een
flink
deel
van
de
investering
gaat
zitten
in
het
slopen
van
de
bestaande
constructie,
het
energetische
resultaat
is
minder,
je
behoudt
weliswaar
de
gevellijn,
maar
verandert
het
aanblik
aanzienlijk
en
haalt
nog
steeds
je
doelstelling
niet.
Variant
5:
Behoud
Aanzicht
3
Opnieuw
een
poging
om
een
flink
deel
van
de
energetische
doelstelling
te
halen
met
behoud
van
de
bestaande
gevel.
De
verandering
aan
het
dak
en
kozijnen
zal
desondanks
de
aanblik
van
deze
straat
veranderen.
Door
beperkte
aanpak
van
de
isolatie
(zoals
in
variant
3)
maar
compensatie
in
de
gevelopeningen
(passiefkozijnen)
degradeert
nog
steeds
de
energetische
doelstelling
en
daarmee
de
comfortverdeling
in
het
huis.
Er
is
dan
ook
amper
waardevermeerdering
van
toch
robuuste
maatregelen.
Dit
is
nog
steeds
het
slechte
van
twee
werelden;
je
doet
een
hele
investering,
behoud
weliswaar
de
gevel,
maar
verandert
het
aanblik
aanzienlijk
en
haalt
nog
steeds
je
doelstelling
niet.
Variant
6:
Behoud
Aanzicht
4
Net
als
voorgaande
varianten
een
poging
een
flink
deel
van
de
energetische
doelstelling
te
halen
en
in
ieder
geval
het
karakter
van
de
stenen
gevel
te
behouden.
De
verandering
aan
het
dak,
de
steenstrips
en
kozijnen
zal
ontegenzeggelijk
de
aanblik
van
deze
straat
veranderen.
Door
beperkte
aanpak
van
de
isolatie
maar
compensatie
in
de
gevelopeningen
degradeert
nog
steeds
de
energetische
doelstelling
en
daarmee
de
comfortverdeling
in
het
huis.
In
de
zoektocht
lijkt
inmiddels
de
logica
van
de
trias
energetica
losgelaten:
een
flinke
investering
wordt
gedaan
met
weinig
robuustheid
en
dus
weinig
waardevermeerdering
en
een
discutabele
comfortverbetering.
Dit
is
nog
steeds
het
slechte
van
twee
werelden;
je
doet
een
hele
investering,
behoud
weliswaar
de
gevellijn,
maar
verandert
het
aanblik
aanzienlijk
en
haalt
nog
steeds
je
doelstelling
niet.
Variant
7:
de
serre
Een
interessante
variant
omdat
het
ingaat
op
de
gedachte
dat
als
de
woningen
dan
toch
moeten
veranderen
in
de
energietransitie,
dan
maar
verregaand,
maar
dan
architectonisch
interessant
en
toch
met
conservering
van
de
bouwstenen
waar
ooit
de
wijk
uit
bestond.
De
serre
blijkt
dan
echter
energetisch
onhandig,
erg
duur
in
aanschaf
en
in
deze
schaal
lastig
tot
architectonisch
statement
uit
te
laten
groeien.
Het
haalt
weer
de
doelstelling
niet,
is
niet
de
wens
van
de
bewoner.
De
voorzetgevel
levert
ons
inziens
geen
model
voor
een
aanpak
waarmee
in
de
komende
jaren
de
energietransitie
kan
worden
opgepakt
binnen
de
normen
van
de
welstandnota
en
is
onnodig
duur.
17
Colofon
Dit
rapport
werd
geschreven
in
het
kader
van
het
project
Energie
Nul73
‘s‐Hertogenbosch
doet
mee
aan
het
landelijke
programma
‘Lokaal
alle
lichten
op
groen’.
Woningeigenaren,
lokale
markpartijen
en
de
gemeente
gaan
samen
aan
de
slag
om
woningen
te
renoveren
naar
energieneutraal.
De
gemeente
‘s‐Hertogenbosch
richt
zich
de
komende
drie
jaar
op
twintig
huizen.
Ze
noemt
haar
project
Energie
Nul73.
Een
coalitie
van
vijftig
bewoners
en
dertig
bedrijven
zoals
banken,
bouwers
en
architecten‐
en
taxatiebureaus
werken
eraan
mee. 4
Aan
dit
rapport
werkten
mee:
Marcel
Nooijen,
RAAK
Energie
advies
De
Beverspijken
15
5221
EE
's‐Hertogenbosch
Postbus
137
5490
AC
Sint‐Oedenrode
tel
073
6315750
/
06
10151492
[email protected]
Okko
van
der
Kam,
@
vanderkambouwadvies
Rigelstraat
109
1223
AS
Hilversum
tel
035
6836419
/
06
33583371
[email protected]
Michael
Urlings,
LSWA
architecten
Postbus
74
5688
ZH
Oirschot
De
Loop
40
5688
EW
Oirschot
tel
0499
572316
[email protected]
Tom
Godefrooij
&
Marja
de
Hart,
bewoners
Orduynenstraat
86
5231
NR
’s‐Hertogenbosch
[email protected]
/
[email protected]
18