STEUNPUNT
Verslag Werkconferentie Beheerplannen Regionale inkleuring en landelijke kaders 26 september te Den Haag/Scheveningen
Dagvoorzitters: Ella de Hullu / Janneke Hoekstra
1
Inhoudsopgave
I
Inleiding Aanwezigen Kader van de dag
II
Ochtend: Plenaire presentaties leerervaringen op proces en inhoud - Beheerplan Defensie - Beheerplan Voordelta - Aanbevelingen en leerervaringen
III
Middag : werkgroepen - Delta - Wieden/Weerribben - Veluwe - Peelen
2
I
Inleiding
De dagvoorzitter, Ella de Hullu, opent de werkconferentie met de volgende woorden: “Ik ben voorzitter, en te gast bij het Steunpunt. Het Steunpunt Natura 2000 organiseert deze dag voor en met de bevoegde gezagen: provincies, V&W, Defensie en LNV. We zijn daarom blij dat jullie in grote getale zijn gekomen. Het Steunpunt ziet deze dag als een stap voor het ‘lerend netwerk’ dat de komende jaren nog verder vorm zal worden gegeven. Waarbij ervaringen en kennis delen en kennis(sen) maken een belangrijk punt is. En jullie zíjn het netwerk! En daarin zijn we allemaal gelijkwaardig.”
Aanwezigen Aanwezigen op de werkconferentie beheerplannen zijn medewerkers van bijna alle provincies, RWS (verschillende onderdelen), Defensie, LNV, DLG en Staatsbosbeheer (die in opdracht van LNV de beheerplannen gaan opstellen waar LNV bevoegd gezag is). Ook is een vertegenwoordiger van de VNG aanwezig als toehoorder. (Bijlage 1: deelnemerslijst)
Kader van de dag De komende jaren moeten de bevoegde gezagen samen zowel proces als inhoud voor het beheerplan Natura 2000 ontwikkelen. Samen ontwikkelen betekent dat ieder zijn steen(tje) bijdraagt. Dat betekent ook dat samen moet worden nagedacht over de aanpak en de oplossingen. Wat voor anderen bruikbaar is delen, maar maatwerk en eigenheid per gebied blijven bestaan. Innovaties krijgen een plek. Dit betekent dat men op de werkvloer weet van elkaar waar men mee bezig is en men weet elkaar te vinden als dat nodig is. Maar er zullen discussies komen waar bestuurlijke discussies en afspraken nodig zijn. Niet alleen moeten we elkaar treffen in het Steunpunt, maar ook de lijn naar de Regiegroep, waar de bestuurders van onze organisaties zitten, moeten we weten te vinden en te benutten. Over en weer informeren, agenderen en elkaar gebruiken is daarbij cruciaal. De Regiegroep heeft ons weer nodig om over de juiste dingen op het juiste moment afspraken te maken. Om deze lijn extra duidelijk te maken zal aan het eind van de dag de Regiegroep aansluiten. Deze dag staat in het teken van de beheerplannen Natura 2000, de landelijke kaders en de regionale inkleuring. Aan het einde van de dag zal de ‘officiële’ start van het Steunpunt Natura 2000 worden gevierd met de aftrap door de LNV/DG Anita Wouters. De landelijke kaders voor de beheerplannen zijn de Natuurbeschermingswet 1998 en de Handreiking beheerplannen. De eerste aanscherpingen daarop vanuit het Steunpunt zijn de voortouwnemer-notitie en het begrippenkader Nb-wet (beide zijn geaccordeerd door de regiegroep). De handreiking is multi-interpreteerbaar en biedt ruimte voor regionale inkleuring. Er is behoefte aan meer duidelijkheid en een uniforme aanpak, het ‘zoeken verminderen’. Daarom geven een aantal collega’s uit het steunpunt-netwerk hun leerpunten/lessen. In de afsluiting van vandaag zal niet alles gepresenteerd worden, maar zullen de belangrijkste boodschappen worden uitgedragen. Deze leerpunten/lessen zijn geen blauwdruk voor hoe-het-moet, maar doe er je voordeel mee. Alle lessen en boodschappen komen wel terug in dit verslag.
3
II
Ochtendgedeelte: twee presentaties over inhoud en proces van een beheerplan
Bij het opstellen van een beheerplan zijn twee trajecten nodig: inhoudelijk en proces. Als je beide doorloopt heb je een beheerplan. Met Roy Pillen (Defensie) doorlopen we het inhoudelijk traject, met Jeroen Ligtenberg (RWS) volgen we het proces.
Van Defensie beheerplan naar Natura 2000 Beheerplan, een kleine stap? presentatie door Roy Pillen - Defensie De aanleiding voor de beheerplannen is uiteraard het wetsontwerp nieuwe Nb-wet. Vervolgens schetst Roy Pillen in het kort het proces. In de Defensie-gebieden zijn zowel militaire als recreatieve activiteiten. Aan de hand van basis-typologie is het gebruik beschreven. Als voorbeeld dient de beschrijving van het gebruik lopen: ‘Lopen vindt hoofdzakelijk plaats langs de randen van het gebied. Het gaat hierbij om militairen op en in de nabijheid van de diverse schiet- en oefenbanen. In het terrein worden door militairen individuele blindgangers gezocht om te vernietigen.’ Vervolgens wordt een inschatting gemaakt van verstoring en gevoeligheid voor alle soorten van gebruik en de verstoringsgevoeligheid voor de diverse habitattypen en –soorten. De volgende stap is de effectbeoordeling voor de habitattypen en –soorten. Na deze stappen worden de instandhoudingsdoelstellingen bekeken op basis van de huidige situatie, de situatie net buiten de hekken en de draagkracht van het gebied. De uitwerking van de instandhoudingsdoelstellingen in omvang, ruimte en tijd is de volgende stap. Bij een deelbeheerplan in relatie tot het Natura 2000-beheerplan is geen eigen vaststellingstraject. De Defensie-beheerplannen vormen de input van het Natura 2000-beheerplan. Het is noodzakelijk om in Natura 2000-beheerplannen te participeren met betrekking tot de overige terreinen. In Witterveld (waar Defensie eigenaar en dus voortouwnemer is) zal de AwB procedure worden doorlopen. Vragen naar aanleiding van de presentatie Hoe ziet Defensie de meerwaarde van Natura 2000? Een meerwaarde is dat ons terreinbeheer hiermee doelgerichter wordt. Kun je do’s en dont’s aangeven? Aangezien deze vraag meer op het procesvlak ligt, verwijs ik naar de volgende spreker, Jeroen Ligtenberg.
Beheerplan Voordelta – Beschrijving van het proces presentatie door Jeroen Ligtenberg – RWS Noordzee Na een toelichting op het beheerplan Voordelta gaat Jeroen verder in op het proces. De rolverdeling in front- en back-office is als volgt: frontoffice RWS Noordzee (de voortouwnemer) en Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) (verantwoordelijke voor realisatie natuurcompensatie). In het backoffice zijn de provincies Zeeland en Zuid-Holland en LNV vertegenwoordigd. Er is bestuurlijk overleg met gemeenten, provincies, waterschappen, PMR, RWS en LNV. Ook zijn er maatschappelijke consultaties (Visserij via productschap Visserij) en recreatie- en natuurorganisaties. De verschillende vormen die hierbij zijn gebruikt, zijn begeleidingsgroepen (studies), workshops voor specifieke knelpunten, bilaterale gesprekken / maatwerk, informatie-avonden voor het brede publiek en de formele inspraak. Als voorbeeld wordt het knelpunt recreatie nabij de Brouwersdam gebruikt. De aanpak was hier als volgt: Er zijn workshops gehouden met de meest betrokkenen, zoals bevoegde gezagen, vertegenwoordigers natuur- en recreatiesector, regionale overheden en deskundigen. Deze workshops hadden tot doel het eens te worden over de feiten èn aandacht voor belevingsvraagstukken. En vervolgens te komen tot een gezamenlijk gedragen oplossing. Daarnaast zijn ook bilaterale gesprekken met betrokkenen gevoerd, ook tussen belangenorganisaties onderling.
Vragen naar aanleiding van de presentatie Zou je veel tijd inruimen voor overleg met stakeholders vanaf het begin? Ja
4
Zou je veel tijd inruimen voor overleg met stakeholders vanaf het begin? - Jazeker.Te starten met een uitgebreide actorenanalyse om de belangrijkste stakeholders te bepalen en een rol te geven vanaf het begin. - Vraag is of je heel gebiedsspecifiek of meer algemeen moet communiceren (met een campagne als ‘Nederland leeft met water’). Moeilijk antwoord op te geven, misschien beide. Wat was de verhouding in tijdsbesteding tussen het samenstellen van het plan en de communicatie er omheen? Tenminste een derde van de totale tijd was gewijd aan communicatie en misschien wel de helft. Wat is de relatie tussen de frontoffice en de backoffice? De belangrijkste functies van het frontoffice zijn het gezicht naar buiten vormen en het loket zijn. Hoe om te gaan met de handhaving? De handhaving dient meteen geregeld te zijn. Dat voorkomt het opnemen van maatregelen, die onuitvoerbaar blijken te zijn. Vragen over beide presentaties Kun je het reguleren van bestaand gebruik aanhouden? Je zult hiervoor tenminste een concrete datum moeten opnemen. Mocht er sprake zijn van een kennislacune die de beoordeling niet goed mogelijk maakt, dan kun je desnoods volstaan met het aankondigen van nader onderzoek naar dat bestaand gebruik. Is de omvang van het effect en de intensiteit van het bestaand gebruik in de pilots van Defensie wel bepaald? Ja, het team ecologen van de Dienst Vastgoed Defensie hebben dit in beeld gebracht.
Aanbevelingen / leerervaringen Door de ervaring die bij het opstellen van het beheerplan Vorodelta is opgedaan zijn de volgende aanbevelingen op tafel gekomen: Stakeholders vanaf het begin erbij betrekken. Verwachtingen managen. Onderzoeksresultaten delen. Dialoog tussen de verschillende betrokkenen stimuleren (maatwerk). Het zoeken naar (nieuwe) mogelijkheden stimuleren. Inzicht in de uitvoeringspraktijk leidt tot meer draagvlak. Betrokkenen blijven informeren, ook na de inspraak en inwerkingtreding van het beheerplan.
5
III
Middaggedeelte – werkgroepen
Na de lunch wordt uiteengegaan in vier werkgroepen. Deze werkgroepen zijn twee maal gehouden. De onderwerpen van de werkgroepen zijn: De Delta – Samenwerking bevoegde gezagen: frontoffice – backoffice De Wieden/Weerribben - Lessen van het beheerplan Wieden Weerribben voor het opstellen van andere beheerplannen De Peelen - Hoge venen - hoge doelen: veenmos uit het bestuurlijk woud De Veluwe - Afstemming van beheerplannen van delen van Natura 2000-gebied de Veluwe met het plan voor het hele gebied Het doel van de werkgroepen is leerervaringen te delen en de belangrijkste boodschappen voor Regiegroep en/of Steunpunt te formuleren.
De Delta – Samenwerking bevoegde gezagen frontoffice – backoffice In beide sessies zijn min of meer dezelfde argumenten gegeven. De argumenten voor beide sessies zijn onder de discussievraag samengevoegd. 1 * *
* *
*
Gedeelde verantwoordelijkheid Gedeelde verantwoordelijk betekent voor voortouwnemer RWS: Met alle Bevoegd Gezag (BG) gezamenlijk 1 doel na te streven en hier ook gezamenlijk voor gaan. Voortouwnemer spreekt namens alle BG en heeft dus ook de verantwoordelijkheid te zorgen namens alle BG te spreken. Dit kan alleen als de back office goed is aangehaakt. Dit laatste is een gedeelde verantwoordelijkheid. Verdeling van verantwoordelijkheden zou goed moeten worden vastgelegd in een Plan van Aanpak (voor aanvang van het inhoudelijke werk ‘piketpaaltjes’ slaan) Geopperd wordt ook inhoudelijke standpunten van BG in het Plan van Aanpak op te nemen. Deze mening wordt door meeste mensen niet gedeeld. Een dergelijke aanpak zou leiden tot ongelijkheid voor andere gebruikers. Tevens is heldere communicatie met de buitenwereld van groot belang. De zaal is verdeeld over de omvang van de rol van de back office. RWS geeft aan erop te rekenen dat de backoffice voor zijn eigen gebruik en zijn eigen gebieden zelf gegevens verzamelt en de toetsing uitvoert. De afgeronde werkzaamheden worden dan door voortouwnemer RWS verzameld en tot een beheerplan gevormd. Provincie en LNV interpreteren de gemaakte afspraken anders. In de optiek van LNV en de Provincies is de voortouwnemer verantwoordelijk voor het beheerplan. De voortouwnemer voert dan ook alle werkzaamheden uit. De back office levert indien gewenst wel gegevens aan. De zaal komt niet tot een eenduidige oplossing.
De conclusie is dat de door de regiegroep gemaakte afspraken over de verdeling van werk tussen front office en back office niet duidelijk genoeg zijn. Die duidelijkheid kan o.a verkregen worden door ook de rol en taken van de back-office expliciet te maken en daarbij aangeven welke capaciteit en middelen met deze taak zijn gemoeid. (dit was ook gelijk de overstap naar vraagstuk capaciteit).
2 *
*
3 * * *
Problematiek rondom capaciteit De discussie rondom capaciteit heeft uiteraard een duidelijke link met de bovenstaande discussie over de verdeling van de werkzaamheden.. Heldere afspraken op landelijk niveau zijn duidelijk gewenst!! Bijkomend probleem zijn de beperkte financiële middelen van de BG. Gebrekkig capaciteit is dus niet op te vangen door inhuur of uitbesteding. Dit lijkt met name het geval bij RWS dat geen N2000 budget heeft gekregen. Maar ook andere BG gegeven aan dat de vereisten aan het Beheerplan vele malen groter zijn dan tijdens de vaststelling van de begroting was voorzien. Afstemmen van ambtelijk met bestuurlijk niveau: nu of aan het eind van het proces? Men is het er over eens dat de bestuurders zo snel mogelijk moeten worden betrokken. Een mogelijke manier om de regionale bestuurders vroegtijdig te betrekken is het laten tekenen van een intentieverklaring. Ook de landelijke regiegroep heeft een belangrijke rol omdat de bestuurders in de regiegroep minder directe belangen hebben dan de regionale bestuurders.
6
Wieden-Weerribben – De lessen van dit beheerplan Voor de Natura 2000-gebieden Wieden en Weerribben wordt één beheerplan opgesteld, waarbij de provincie Overijssel het voortouw heeft. Het opstellen van het plan is in mei 2006 gestart als pilotproject vanwege de wens om duidelijkheid te krijgen over Natura 2000, in relatie tot enkele gebiedsgerichte projecten die hier spelen en reeds gemaakte bestuurlijke afspraken hierover. Het beheerplanoverleg vindt op verschillende niveaus plaats: stuurgroep (bestuurlijk), klankbordgroep (veel belangenorganisaties uit de streek) en werkgroep (provincie, gemeente, waterschap, LNV, LIcommissie, beheerders en meest betrokken belangenorganisaties). Hoewel vroeg begonnen is het beheerplan nog niet klaar. Belangrijkste redenen hiervoor zijn: een pilot heeft als nadeel dat je het wiel moet uitvinden; werkende weg het proces vormgeven schiet niet op; het zoeken naar balans vraagt inzicht en creativiteit; er is veel weerstand (o.a. aanwijzingsbesluiten)! Toch heeft men in Overijssel al veel opgestoken van deze pilot. Enkele voorbeelden hiervan zijn: splits het proces in twee delen (inventarisatiefase / visie & confrontatie); zoek bij iedere fase de juiste mensen; werk eerst de doelen uit, breng daarna gericht het bestaand gebruik in beeld; werkateliers zijn inspirerend voor werk- en klankbordgroep; markeer de start met een intentieverklaring. In een tweetal sessies zijn in het middagdeel de volgende thema's behandeld: 'Van moeten naar willen' en 'Van kennis naar draagvlak'. In de eerste sessie 'Van moeten naar willen' werd benadrukt dat bij de start van het proces het belangrijk is de gezamenlijkheid van de opdracht te benadrukken, waarbij het niet gaat om het opkomen voor het eigen belang maar juist om het gezamenlijk werken aan een oplossing. En het goed is de uitgangspunten voor het proces en de inhoud duidelijk te benoemen. Vraag was of het tekenen van een intentieverklaring door partijen -voorafgaand aan het proces- hier bij helpt. Uit de discussie kwam naar voren dat een intentieverklaring geen doel maar een middel is, bedoeld om vooraf voor alle partijen duidelijkheid te krijgen over de kaders die gelden (wat ligt al vast), de speelruimte vast te stellen (wat is nog bediscussieerbaar), de organisatiestructuur (wie zit in welk clubje en waarom) en de communicatie (zitten we op hetzelfde kennisniveau, hoe komen we aan informatie en hoe delen we die). Of je, als die duidelijkheid vooraf er is, dat dan moet formaliseren in een intentieverklaring was voor velen de vraag. Een intentieverklaring kan zorgen voor veel juridische scherpslijperij en daardoor juist als een drempel werken. Het uitspreken van commitment wordt wel belangrijk geacht. Deelnemende partijen moet zich er van bewust zijn/worden dat de verantwoordelijkheid binnen het proces verder reikt dan het eigen belang (grondhouding). Het lijkt in ieder geval wenselijk de start van het proces duidelijk bestuurlijk te markeren (feestje?). In de tweede sessie 'Van kennis naar draagvlak' werd meegegeven dat gezorgd moet worden dat er aan de start van het proces objectieve kennis (o.a.randvoorwaarden doelen) beschikbaar is, waarna gezocht kan worden naar ruimte voor maatschappelijke keuzes. Gepleit werd voor het opsplitsen van het proces in twee delen: een inventarisatiefase waarin kennis centraal staat en de fase van visie & confrontatie. Onderkend wordt dat onzekerheden het bestuurlijk draagvlak ondergraven. Uit deze discussie kwam dat onzekerheden kunnen zitten in inhoud en proces. Inhoudelijke onzekerheden zijn onder meer kennisleemten (effecten bestaand gebruik en autonome ontwikkeling/natuurlijke processen) en effecten van maatregelen in relatie tot doelen en kosten. Procesmatige onzekerheden zijn onder meer:zitten de juiste mensen aan de goede tafel (inhoudelijke kennis en mandaat) en de vraag of er wellicht verborgen agenda's zijn. Bij het zoeken naar oplossingen is het van groot belang dat men buiten het eigen denkkader kan stappen en creatief te werk gaat (zoek goede werkvormen hiervoor). Aangegeven werd dat als het beheerplan klaar is, het zijn werk reeds heeft gedaan.
7
De Veluwe - Hoe geven de bevoegde gezagen vorm aan deelbeheerplannen in een groter geheel Defensie heeft 18 gebieden waarvoor een beheerplan Natura 2000 moet worden gemaakt. Een gebied daarvan is de Veluwe. Door de IenM groep is de natuur en het gebruik geïnventariseerd. Door een extern bureau is de ‘natuurtoets’ gedaan. De vraag is nu hoe we gezamenlijk het beheerplan Natura 2000 voor de Veluwe op gaan pakken. De doelen moeten gezamenlijk worden gehaald. Er moet een strategische plan komen; alle beheerplannen (en dus beheer) is bestaand beheer. Aan de provincie is de rol om te faciliteren en te regisseren. Bestaand beheer en gebruik moeten gerespecteerd worden. Er moet dus een door alle terreinbeheerders gedragen plan komen, waar tevens 80% van de doelgroepen achter staan. Het Beheerplan Natura 2000 Veluwe 1 nulsituatie – doelen en gebruik: hoe worden we dit eens en hoe pakken we het aan? Één visie Natura 2000 Veluwe. Een strak uitvoeringsprogramma Integratie deelbeheerplannen partners. De algemene visie is dat op ambtelijk niveau er wel uitgekomen zal worden. Voor elke provincie zal een andere methode gelden, dus maatwerk versus kaders. Is er centrale sturing nodig? Centraal versus regionaal! Bestuurlijk afwegen hoe eigen lijn is! Het proces tot een beheerplan Natura 2000 is standaard. Op bestuurlijk niveau zal geen probleem zijn. Gebiedsoverstijgend: wens is generieke oplossing. In de sessies komen de volgende punten op tafel: Processen ‘centraal sturen’ is niet gewenst. Wat regionaal kan, regionaal doen. Inhoud: primair centraal. Proces: regionaal (behoudens bestuurlijke borging) en aanhaken op bestaande processen Bestuurlijk “proces” worden even geparkeerd. Het veld wil helpen met het tot stand komen, er wordt veel ontwikkeld ‘in den lande’, gebruik dat Verbetering structuur / hoeveelheid informatie / communicatietraject -> tweezijdig. ‘Het Steunpunt dat ben jij’. Suggestie ‘Ervaringen met bureau’s’ wordt aan Steunpunt Natura 2000 gedaan. Veel informatie; Steunpunt moet informatie (die van twee kanten komt) goed managen. Ambtelijk komen we er wel uit. Proces: wat verwachten we van elkaar? Centrale aansturing versus regionale inkleuring? Beheerplannen moeten generiek zijn: overeenkomen. Waarom andere afspraken 1. gebiedspecifiek, 2. provinciebestuur anders! Inhoud centraal – proces regionaal. Landelijke kaders geven vrijheid. Biedt landelijk kader voldoende houvast of geeft het te veel vrijheden. Huidige landelijke kaders verder inkleuren. Steunpunt procesbeschrijving maken voor verrassingsvrij beheerplan. Meer sturing op het proces is gewenst. Definitie: Front/backoffice in rol verantwoordelijkheid duidelijk worden.
De Peelen - Hoe zorg je dat alle betrokkenen een bijdrage leveren aan een beheerplan De Peelen hebben inhoudelijk te maken met ammoniak en water. Er zijn veel verschillende partijen betrokken bij dit beheerplan, te weten: 2 provincies, 2 waterschappen, 8 gemeenten, en veel belangenorganisaties. Bovendien is door Minister Veerman dit beheerplan onder grote tijdsdruk gezet. De belangrijkste belangengroeperingen zitten in een advies groep, maar niet allemaal. Ze zijn echter wel allemaal via vertegenwoordigers betrokken bij de adviesgroep. Feitelijk kunnen deze partijen later nog een keer komen aankloppen. In de sessies wordt gekeken naar de mogelijke risico’s bij deze opzet: Polderidee dat we er wel uitkomen, echter de mogelijkheid bestaat dat 1 belangengroep het toch oneens is. Dreigt dat dan zaken geregeld gaan worden via vergunningentraject.
8
Het doel van het conceptbeheerplan is dat de directeur DRZ dit in de AMB procedure wil brengen. Concensus is dus niet noodzakelijk. We blijven niet eindeloos praten tot we het met elkaar eens zijn – tegelijkertijd kan er ook geen besluit zijn waarmee belangrijke spelers het oneens zijn. Miskende belangengroep distancieert zich van het overlegmodel -> gaat naar andere wettelijke middelen. SBB -> geen schrijfrol maar adviesrol, schrijven doet DLG Ook noodzakelijk bij partijen die nu nog niet aan tafel zitten. Meer ruimte voor informele stakeholders, niet alleen de formele. Schuivende belangen in Stuurgroep op het moment dat de belangen in het gedrang komen. Is samenstelling procesarchitectuur de juiste om op vragen antwoord te geven. Commitment als kwaliteitscriterium voor adviesgroep ook bij tervisielegging. Externe opdrachtgever en interne baas voor projectleider. Veel dezelfde organisaties in stuurgroep en adviesgroep. Dit kan leiden tot machtsblokken. Dag met verschillende abstractieniveaus bij elkaar brengen om creatieve dwarsverbanden te ontdekken en knopen door te hakken. Maar niet voortdurend. Beinvloed de adviesgroep niet te veel de neiging om het proces te laten doorlopen in plaats van kwaliteit doelen voorop te stellen. Heibel in adviesgroep Veel schijven -> tijdsdruk versus kwaliteit Informele lijnen / ontbreken daarvan tussen advies- en stuurgroep. -
-
Ook worden de positieve kanten van de opzet belicht: Kan niet beter Met naam en toenaam de rollen verdeeld. Knap dat het proces loopt en op tijd. Eigenaren/beheerders/bestuurders zitten precies waar ze horen. Tijdsdruk werkt positief – vastgeroeste zaken worden vloeibaar. Geen concensus nodig + tijdsruk wil zeggen dat snelle besluitvorming kan plaatsvinden. Brede projectorganisatie. Werkateliers maken hopelijk zaken geconcentreerd af te wikkelen. Werkateliers sterke vorm! Schrijvers worden uit de wind gehouden van proces. Relatie bestuurlijke / inhoudelijke kant goed verwezen. Totaalplaatje goed – goed doordacht. Partijen en info-bronnen hebben juiste functie in geheel. Projectteam heeft toch een belangrijke spilfunctie in het geheel. Helder speelveld. Helder welke partijen alleen via vertegenwoordigers in de adviesgroep meedoen. Onafhankelijk voorzitter is een goed idee. Aan projectleider De Peelen worden de volgende tips meegegeven: Keuze voor tijdsdruk wil zeggen keuze tussen kwaliteit en snelheid. Zoorg voor draagvlak bij de achterban van de adviesgroep Hou bevoegde gezagen die betrokken zijn aan hun commitment als zaken scherp worden. Relatie met Steunpunt cultiveren.
Belangrijkste boodschappen uit de werkgroepen Ella de Hullu draagt het voorzitterschap over aan Janneke Hoekstra, directeur Kennis (LNV). Bij de plenaire terugkoppeling zijn ook de Voorzitter en Leden van de Interbestuurlijke Regiegroep aanwezig. De casushouders van de vier werkgroepen geven ieder een boodschap mee aan Regiegroep en/of Steunpunt: Zoek het doel en nut van de samenwerking en kies het juiste middel daarbij. De bestemming is bekend, maar de route en de verdeling van het vakantiegeld is nog niet in orde (en ook de reisgenoten niet). Behoefte regio’s: afspraken inhoudelijke verantwoordelijkheid van de backoffice partners. Leveren zij alleen gegevens aan of werken ze actief mee? De Regiegroep meot afspraken over de samenwerking verder uitwerken. Dit moet dan ook gekoppeld worden aan inzet en capaciteit.
9
-
-
Bij het maken van beheerplannen Natura 2000 zijn wij met veel mensen. Wij gaan ieder individueel ermee aan de slag. Hierbij komt veel informatie beschikbaar en wordt veel informatie ontwikkeld. De vraag aan het Steunpunt is: kan er een afweging worden gemaakt over definities waarmee gewerkt kan worden. Er wordt een grotere inhoudelijke rol verwacht centraal vanuit het Steunpunt. Daarnaast wordt aan het Steunpunt gevraagd om een nieuwe gebruiksaanwijzing te maken voor de verwachtingen van rol, verantwoordelijkheid en inzet. Regiegroep maak een keuze in wat persé in een beheerplan moet voor wat betreft externe werking.
Deze boodschappen werden overhandigd aan de voorzitter van de Regiegroep, LNV/DG Anita Wouters, en Mariken Fellinger, Steunpunt manager door middel van flessenpost. De vier verbindingsofficieren van het Steunpunt Natura 2000 zijn nodig om de flessen te posten in het kunstwerk. Het kunstwerk en de handeling van het gezamenlijk posten van de boodschappen verbeeldt de samenwerking met en de steun aan elkaar.
Start Steunpunt Natura 2000 LNV/DG Anita Wouters geeft het officiële startsein voor het Steunpunt Natura 2000. In haar toespraak benadrukt zij het belang van samenwerking in het komende traject van de beheerplannen. “We zijn immers van elkaar afhankelijk in ons optreden naar de maatschappij: de burger vraagt om een overheid die met één mond spreekt. Met onze samenwerking op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau zullen we dat gezicht ook moeten laten zien, en die ene mond moeten laten spreken: Helder en te begrijpen zijn, dat kan alleen als we elkaar goed gevonden hebben als overheidspartijen onderling. Dat vraagt om niet alleen een goede samenwerking op ambtelijk niveau maar ook op bestuurlijk niveau, ook wij als leden van de Regiegroep moeten samenwerken. En dat doen we! Dat resulteert in afspraken en kaders die wij als Regiegroep bezegelen en uitdragen. Via de verbindingsofficieren die u zojuist in beeld heeft gehad, zult u allen op de hoogte blijven van onze verrichtingen als Regiegroep. Anderzijds zult u ons via het Steunpunt moeten voeden met de praktische voorbeelden, vragen en bestuurlijke agendapunten, zoals ik zojuist een aantal opdrachten aan de Regiegroep van u heb ontvangen via die mooie flessenpost. Tweerichting-verkeer is nodig. Ik roep u allen op om deze boodschappen af te blijven geven. Dat houdt ons allen scherp. Ik wil u ook vragen om de signalen uit het veld en uit de samenleving op te vangen en met elkaar én met mij te delen en op te pakken. Ik ben overtuigd dat wij op de goede weg zijn naar 162 beheerplannen.” De dagvoorzitter bedankt Anita Wouters voor deze mooie woorden. Zij vult nog aan dat zij als directeur van LNV-directie Kennis zich verantwoordelijk voelt om kennisontwikkeling en verspeiding te faciliteren. Het Steunpunt heeft daarom ook een logisch onderdak in het huis van DK. Het Steunpunt Natura 2000 is al ruim een half jaar actief is. Zij heeft in die tijd de eerste kennisprodukten opgeleverd en handige voorbeelden verzameld waar iedereen zijn/haar voordeel mee kan doen. Deze kennis is gebundeld in een handige map. Mariken Fellinger overhandigt de eerste map aan LNV/DG Wouters. Alle aanwezigen ontvangen eveneens een map. De werkconferentie wordt vervolgens afgesloten met een hapje en een drankje.
Bijlage 1 – Deelnemerslijst Bijlage 2 – Programma van de dag Bijlage 3 – Overzicht Leden Regiegroep en Steunpunt Natura 2000
10
Bijlage 1 – Deelnemerslijst Naam
Onderdeel
Adams, Annemiek Bakel, Linda van Bakker, Adri Bakker, Ettienke Bal, Dick Berg, Andrea van den Berg, Ewoud van den Berkhof, Jan Beumer, Jos Boer, Marianne de Boer, Tjebbe de Bosman, Ron Bouwman, Bouke Brug, Nynke van der Bruns, Maarten Buskens, Edward Cramer, Sandra Dorp, Irene van Duinhoven, Geert van Eck, Leona van Elbersen, Jeanine Erkman, Aylin Fellinger, Mariken Fledderus, J. Gaasbeek, Floor van Graaf, Marcel de Hakkens, Jac Hartnack, Koos Heerdt, Tineke ter Hoekstra, Janneke Hof, Piet op ‘t Hospes, Anja Hullu, Ella de Huneker, Jeroen . Janneke Hoekstra Janssen, Leon Jonkers, Jacqueline Koch, Tineke Kreuger, Martine Kruis, Dick Lammers, Marie-Thérèse Ligtenberg, Jeroen Meerlo, Marjan van Messelink, Rob
Directie Kennis Noord Holland Regio Zuid Friesland Directie Kennis Regio Oost Noord Brabant Utrecht DLG Noord Holland DLG RIKZ Zeeland Regio Oost BBR Directie RMV RWS Zuid Holland Groningen Doen en Laten Directie Kennis DK RWS Steunpunt Natura 2000 Directeur RMV Gelderland Progr.bureau N2000 Regio West RWS DLG Directeur directie Kennis DLG Regio Oost Directie Kennis IPO Directie Kennis Limburg DLG DVD Noord Brabant Zeeland Directie Natuur Dienst Noordzee Directie Natuur Overijssel
Naam Michel, David Molen, Peter van der Nicolai, Aante Noltes, Anna Os, Ben van Pillen, Roy Platteeuw, Maarten Portegijs, Theo Potman, Henry Pouw, Annelieke Pundert, Laura de Raaphorst, Seppe Rheenen, Jan van Riemens, Jaap . Roels, Bas Rolsma, Eefje Root, Martijn Rövekamp, Chris Roza, Martine Sas, Caroline Schippers, Tom Schouten, Patricia Segerink, Chiel Segers, Joy Smout, Fleur Steenis, Marianne Thissen, Johan Vegte, Jan Willem van der Verschoor, Guido Versteijlen, Geert Visser, Corin Voerman, Keete Vrugt, René Wal, Joleyn van der Wee, Anne-Marie de Weebers, Carleen Weide, Michiel van der Wenker, Maurice Wieman, Edwin Willems, Rob . Wolf, Robbert Wouters, A.N.
11
Onderdeel DVD DLG RWS Zeeland Drenthe DVD RWS Gelderland Overijssel Regio Oost Directie Natuur Directie Natuur Gelderland DVD Directie Natuur Regio Zuid Directie Kennis Gelderland DRZ Steunpunt Natura 2000 DVD RIKZ Regio Oost RIKZ Utrecht VNG Steunpunt Natura 2000 Gelderland Limburg Progr.bureau N2000 DVD KeeCo RWS Regio Noord Steunpunt Natura 2000 SBB Overijssel Regio Oost Noord Brabant Defensie Gelderland Directeur Generaal LNV
STEUNPUNT
Werkconferentie Beheerplannen Natura 2000: Regionale inkleuring en landelijke kaders 26 september 2007 – 09.45 – 17.00 uur Steigenberger Kurhaus Hotel Gevers Deynootplein 30 – Den Haag (Scheveningen)
Programma 09.45 – 10.15
Ontvangst met koffie
10.15 - 10.30 Welkom en inleiding op de dag – voorzitter Ella de Hullu (LNV, Directie Kennis) 10.30 – 12.00
Beheerplan Natura 2000: twee ervaringen
Van Defensie Beheerplan naar Natura 2000 Beheerplan, een kleine stap? Roy Pillen (Dienst Vastgoed Defensie)
Kort moment ter ontspanning door middel van een korte workshop Flamenco-klappen. Deze workshop wordt gegeven door Johan Frauenfelder en op gitaar begeleid door Arturo.
Beheerplan Voordelta, beschrijving van het proces. Jeroen Ligtenberg (RWS Noordzee)
12.00 – 13.15
Lunch
13.15 – 15.20
Ervaringen delen: beheerplannen De Delta, De Wieden, De Peelen en de Veluwe Twee achtereenvolgende werksessies 13.15 Start werksessie 1 14.20 Start werksessie 2
De Wieden Weerribben – Michiel van der Weide (Provincie Overijssel) Lessen van het beheerplan Wieden Weerribben voor het opstellen van andere beheerplannen.
De Peelen – Jacqueline Jonkers (Dienst Landelijk Gebied) Hoge venen - hoge doelen: veenmos uit het bestuurlijk woud.
De Veluwe – David Michel en Chris Rövekamp (Dienst Vastgoed Defensie en Provincie Gelderland) Afstemming van beheerplannen van delen van Natura 2000-gebied de Veluwe met het plan voor het hele gebied.
De Delta – Aylin Erkman (RWS Zeeland) Samenwerking bevoegde gezagen: frontoffice – backoffice.
15.30 – 15.45
Afronding – voorzitter Janneke Hoekstra (LNV, Directie Kennis)
15.45 – 16.00
Feestelijke Start Steunpunt Natura 2000 – Anita Wouters, Directeur-Generaal LNV in aanwezigheid van leden van de Interbestuurlijke Regiegroep Natura 2000
16.00 – 17.00
Borrel
12
Bijlage 3 – Overzicht Leden Regiegroep en Steunpunt Natura 2000
Interbestuurlijke Regiegroep LNV/DG Anita Wouters - voorzitter Dick Kruis (IPO/Prov. Zeeland) De heer J. Fledderus (Def.) Rene Vrugt (V&W) Cor Berrevoets (RWS) Seppe Raaphorst (LNV) Janneke Hoekstra (LNV) Ad Littel (VROM) Gerard Beukema (IPO Hans Goossensen (EZ) Renkse Peters, V&W) Lillian vd Aarssen (LNV) Geert Versteijlen (LNV) - secretaris Sebastiaan van ’t Erve (LNV)
Steunpunt Natura 2000 Mariken Fellinger (Steunpunt Natura 2000) – voorzitter Caroline Sas (Steunpunt Natura 2000) Johan Thissen (Steunpunt Natura 2000) Luuk Boerema (LNV/DRZ) Bouke Bouwman (IPO/Prov. Zeeland) Patricia Schouten (V&W/RWS) Peter van der Molen (LNV/DLG Bas Roels (LNV/DN) Miranda Vink (LNV/JZ) Rob Willems (Defensie) Martine Roza-Molenschot (LNV/DRZ) Martine Graafland (V&W/RWS) Anne-Marie de Wee-Barnas (Steunpunt Natura 2000) – secretaris
13