Schagen, selectie van regesten t.b.v. veldnamenonderzoek transporten

Schagen, selectie van regesten t.b.v. veldnamenonderzoek transporten 1785-1801 - gemaakt door Karel Numan -

Oorspronkelijke bron Archiefinstelling: Archief: Inventarisnummer: Omschrijving:

Regionaal Archief, Alkmaar Oud-rechterlijk en Weeskamerarchief Schagen 1498-1819 5907 Register van transporten 1785-1801

Transcriptie Gemaakt door: Soort: Datum versie 1 Deze versie: Opmerking:

Karel Numan Regesten (selectie) augustus 2009 aangeleverd aan het project 1 Dit is een selectie uit dit register, gemaakt t.b.v. een veldnamenonderzoek en het beslaat daarom maar een klein deel van de in dit register opgenomen gegevens. Voor een volledig inzicht in de inhoud van dit inventarisnummer dient het beeldmateriaal geheel te worden doorgenomen ! Omdat het origineel niet voor iedereen makkelijk is te lezen, kan deze selectie van regesten behulpzaam zijn bij de bestudering van het beeldmateriaal.

Eventuele correcties en aanvullingen door derden op de, binnen dit project gepubliceerde, transcriptie worden door de maker(s) verwerkt in een nieuwe versie die weer aan het project kan worden aangeboden. Het kopiëren (downloaden) van dit bestand is alleen toegestaan voor persoonlijk gebruik, maar verspreiding in welk vorm dan ook (commercieel of niet-commercieel) is uitdrukkelijk niet toegestaan. Als u gegevens uit deze bewerking gebruikt voor genealogische of historische doeleinden, wordt een verwijzing naar deze bewerking op prijs gesteld. Bij gebruikmaking van gegevens uit deze bewerking ten behoeve van publicaties, in welke vorm ook, moet een adequate bronvermelding naar deze bewerking worden aangegeven.

Beschikbaar gesteld voor het projekt "VAN PAPIER NAAR DIGITAAL" informatiepagina - http://geneaknowhow.net/project-papier-digitaal.htm statuspagina - http://vpnd.nl/

Schagen, selectie uit de transporten 1785-1801 - 1

Blz. 1 “Wij Reijer Barsingerhorn en Hendrik Cornelisz Streek, Schepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekomen is de edele Gerbrand Molenaar woonende op de Plaats alhier tot Schagen,dewelke verklaarde verkogt te hebben aan Pieter Heertjesz Kossen op de Vennik onder Haringcarspel woonagtig, een stukje zaadlandt, groot twee geersen, agt sneesen, …, gelegen in de Ooster Caagh onder Schagen, belent de Tolkerdijk ten zuijden, en denkooper ten noorden…” (Actum 13-01-1785) Blz. 3 Sijmon Puijst uit de Molenstraat verkoopt aan Harmen Klaaren op ’t Rintgars een huijs en erve te samen groot negen sneesen,…, staande en gelegen op de Keijns onder Schagen, belent Jan Gerritsz Bos ten oosten en westen, laast bewoont en gebruijkt bij Aarjen Bijkorff …‟ (Prijs f. 45,--) (Opnieuw: ‟t Rintgars ipv Trintgast) (Actum 21-02-1785) Blz. 7 “Wij Reijer Barsingerhorn en Cornelis Kerkhoven ZZ, Schepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekoomen is Jan Jacobsz Bakker woonende op de Lagesijde van ‟t Noordt alhier tot Schagen, dewelke verklaarde verkogt te hebben aan de Heer Lucas Barsingerhorn op het Noordt alhier tot Schagen woonagtrig, een huijs, erff en molenwerff staande en gelegen op de Lagesijde van ’t Noordt, belent Gerrit Butter ten zuijden, en Hendrik Hoflaan qq ten, noorden…” (Actum 08-05-1785) Blz. 8 Pieter Sannje Markant, coopman in wijnen te Alkmaar, verkoopt aan Cornelis Dirksz Jonker, wonend op de Plaats, „een huijs en erve, geapproprieert tot een herberg, genaamt de Wildeman, staande en gelegen op de Plaats alhier tot Schagen voornoemt, belent Ĳsbrand Buijen ten noorden, en Lijsbeth Wijdenes, weduwe Simon Veen, ten zuijden…‟ (Actum 09-05-1785) Blz. 9 Gerrit Baasjen, coopman alhier tot Schagen, verkoopt aan Jan Sijmonsz Hoff en Gerrit Swaager uit Noordscharwoude „een kofschuijt met desselvs zeijl, fok, treijl en verdere toebehooren, soodanig als deselve tot heden toe door den verkooper bevaaren is ende op heden aan de koopers is overgelevert,, en sulks voor de somma van ses honderdt guldens gereet geldt …‟ (Actum 21-05-1785) Blz. 10 Cornelis Bootsman , regerend burgemeester deser steede, als in huwelijk hebbende Trijntje Mul eerder weduwe van wijlen de edele Cornelis Fala, verkoopt aan Jan Koopman, regerend schepen deser steede, „een stuk weijdtlandt, groot negen geersen, ses sneesen, … , gelegen in de Nes Caagh onder Schagen, belent Simon Stikkel en Cornelis Schoor ten zuijden en Gerrit de Vries ten westen…‟ (Actum 25-05-1785)


Blz. 11 Dirk Buijk verkoopt aan Pieter Pietersz Groenveldt, beide wonend in Barsingerhorn, „de helft in een stuk landt, groot in ‟t geheel vijff geersen, drie sneesen, … , gelegen op Grootewal onder Schagen, belent de erve van Aarjen de Boer ten oosten, en de Armen van Schagen ten noorden, waarvan de wederhelft de kooper in eijgendom is toebehoorende …‟ (Actum 25-07-1785) Blz. 13 Aafje Gerrits, weduwe van wijlen Louris Berger, op de Dorpe, verkoopt aan Pieter Adriaansz Vries op de Miede „een stukje zaadlandt groot agt sneesen, … , gelegen op de Leets onder Schagen, belent Jacob Vrorijk ten westen, en den kooper ten oosten…‟ (Actum 21-09-1785) Blz 14 Harmen Klaaren van ’t Rintgars verkoopt aan Jan Schaagen op de Keijns „een huijs en erve te samen groot negen sneesen, belent Jan Gerritsz Bos ten oosten en westen …‟ (Prijs 50,--) (Actum 24-09-1785) Blz. 15 Jan Koopman van de Nes verkoopt aan Jan Velserboer van de Dorpe „een stukje weijdtlandt, groot vier geersen, twee sneesen, …, gelegen bij de Dorpe onder Schagen, belent Jacob Vrorijk ten oosten en zuijden, de gemeene weg ten noorden, …‟ (Actum 08-10-1785) Blz. 16 Pieter van der Nolle, coopman uit Alkmaar, als last en procuratie hebbende van Mejuffrouw Margaretha Ouburg, weduwe en boedelhoudster van wijlen de heer Pieter de Lange, verkoopt aan de heer Davidt van Nieveldt in compagnie, uit Alkmaar, „de 7/8e in een huijs en erve, met het regt van bierstal, staande en gelegen op de Bierkade alhier tot Schagen, belent Jan Groot ten oosten, en Jan Eesen ten westen…voor de somma van vijffhondert dertig guldens gereet geldt…‟ (Actum 17-10-1785) Blz. 19 Aart van der Sluijs, als in huwelijk hebbende Mejuffrouw Maartje Kerkhoven uit Alkmaar, verkoopt aan Cornelis Kerkhoven ZZ, regerend schepen deser steede, „de helft in drie stukken weijdtlandt, te samen groot in „t geheel seventien geersen, seven sneese, als een stuk, groot agt geersen, negen sneesen en tien roeden en en dito stuk groot vijff geersen, gelegen tusschen de Nesdijk en de Groenewegh, belent de Heer Pieter van der Beek ten noorden en Jacob Vrorijk ten zuijden, mistgaders nog een stukje gelegen als vooren, groot drie geersen,, negen sneesen, en tien roeden, belent Hendrik Hoflaan ten zuijden, en de weduwe Pieter Poulusz Bijvoet ten noorden, waarvan de andere helft aan den kooper in eijgendom is toebehoorende…‟ (Actum 01-12-1785) Blz. 20 “Wij Hendrik Hoflaan en Gerrit Butter, Schepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekomen is”: Claas Emaus wonend op Emaus onder Haringhuizen, verkoopt aan Gerrit Kroone op de Dorpe twee en twintig geersen ens even sneesen landt, geelgen in de Ooster Caagh onder Schagen,


als een stuk groot 3 geersen, 2 sneesen, 10 roeden en een dito groot 4 geersen, 6 sneesen, 10 roeden, belent de Tolkerdijk ten zuijden, en Jacob Teunisz ten westen nog een stuk groot 5 geersen, 10 sneesen, belent den kooper ten zuijden, en de voornoemde Jacob Teunisz ten noorden, als nog een stukje, groot 3 geersen, belent Pieter Blankendaal ten westen, en de Tolkerdijk ten zuijden en laatstelijk nog een stukje groot 6 geersen, belent de voornoemde Pieter Blankendaal ten westen en den kooper ten zuijden…‟ (Actum 06-01-1786) Blz. 21 Pieter Gerritsz de Vries van de Nes verkoopt aan Pieter Adriaansz Vries op de Miede „een stukje weijdtlandt, groot vijff geersen, elff sneesen en tien roeden,… , gelegen bij de Miede aan de Leets onder Schagen, belent Gerrit de Vries ten zuijden en Jan Grin ten noorden…‟ (Actum 09-02-1786) Blz. 23 Gerrit Barendsz Kroon van de Dorpe verkoopt aan Jan Barendsz Kroon van de Dorpe „een stukje zaadlandt, groot ses sneesen en tien roeden, …, gelegen in de Oude Caagh onder Schagen, belent Jan Halfswaag ten westen, en de Oude Caagerweg ten oosten …‟ (Actum 13-02-1786) Blz. 24 Jan Stap verkoopt aan Adriaan Bras „de helft van een stuk weijdtlandt, groot in ‟t geheel vijff geersen en elff sneese, gelegen bezuijden de Hoep, belent den kooper ten oosten, en de weduwe Lourus Berger ten westen, en nog de helft in een dito stuk, groot in ‟t geheel vier geersen, seven sneesen, gelegen bezuijden de Snevert, belent Adriaan Koning ten westen, en Abraham Petten ten oosten, waarvan de andere helft aan de erve Jan baasjen is toebehoorende …‟ (Actum 13-02-1786) Blz. 25 Pieter Blankendaal uit Den Helder verkoopt aan Gerrit Barendsz Kroon van de Dorpe „een stukje weijdtlandt, groot twee geersen, elff sneesen en tien roeden, … , gelegen in de Ooster Caagh onder Schagen, belent den kooper ten oosten, en de Tolkerdijk ten zuijden… (Actum 15-02-1786) Blz. 29 Helena Bootsman, weduwe van wijlen Pieter Marees, verkoopt in publieke veiling aan Jan Bokking, wonend op de Laagzij, „ een stuk weijdtlandt, groot seven geersen, seven sneesen en tien roeden, … , gelegen aan de Nesdijk onder Schagen, belent Pieter van der Beek ten westen, Pieter Westing ten oosten…‟ (Actum 20-02-1786) Blz. 30 Idem aan Adriaan Bras en Dirk Guldewagen, beide uit Schagen, „een stuk weijdtlandt, groot vier geersen, tien sneesen, … , gelegen op de Nes onder Schagen, leggende gemeen met de Kerk van Schagen met een gars, en met de Pastorij van Schagen met twee sneesen, belent Pieter Westing ten noorden en Cornelis Bootsman ten zuijden…‟ (Actum 20-02-1786)


Blz. 35 Trijntje Machiels, laast weduwe van wijlen Cornelis Olij, wonende op de Hoogsijde alhier tot Schagen, verkoopt aan Dirk Roggeveen, Mr. Silversmit op de Hoogsijde voornoemt, „een huijs en erve, met de kassen en toonbanken, welke bereets in het voorhuijs van het voorseijde huijs zijn staande, staande en gelegen op de Hoogsijde meergenoemt, belent de weduwe Gerrit Vlaming ten westen, en den kooper ten oosten (Actum 01-09-1786) Blz. 36 Cornelis Adriaansz Heijnstman uit de Wieringerwaard verkoopt aan Klaas Kooij uit de Wieringerwaard „seven geersen, agt sneesen groedland, … , gelegen in de Nes Caagh benoorden de Gouw, bij en aan Kneppelstelt, aan twee percelen, belent de weduwe Dirk Heijnstman ten westen, en den kooper ten oosten …‟ (Actum 19-10-1786) Blz. 38 Geertje Koedijker, weduwe van wijlen Aldert Gerritsz Gorter, verkoopt aan Gerrit Deutekom van de Bierkade, „een snip, off schuijt, met desselvs zeijl, treijl en verdere toebehooren, soodanig als deselve door haar comparantes overledene zoon Gerrit Aldertsz Gorter is bevaaren geweest, en aan den kooper door haar comparante is overgeleverdt, voor de somma van seven honderdt guldens gereet geldt…‟ (Actum 19-12-1786) Blz. 39 Cornelis Barsingerhorn R.Z., procureur alhier tot Schagen, in qualiteijt als ingevolge procuratie door Trijntje Honingveldt, weduwe en boedelhoudster van wijlen Simeon van der Moolen, uit Winkel, … verkoopt aan Adriaan Bras, „een stuk weijdtlandt, groot vier geersen, seven sneesen, gelegen in de Sandvenne onder Schagen, …, belent de erve van wijlen de heer Cornelis Bregman ten zuijden, en de gemeene vaart ten noorden…‟ (Actum 19-02-1787) Blz. 41 Jan Buk van de Keijns verkoopt aan Gerrit Cornelisz Jongejan uit de Zijpe „de helft in een stuk zaadlandt, groot in ‟t geheel twee geersen, seven sneesen en tien roeden, …, gelegen bij de Keijns voornoemt, belent Claas Muntjewerff ten oosten, en de Heereweg ten westen, waarvan de andere helft aan den kooper in eijgendom is toebehoorende…‟ (Actum 05-04-1786) Blz. 42 “Wij Hendrik Jansz Streek en Adriaan Bras, Schepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekomen zijn de Heeren Hendrik Hoflaan, notaris , Gerrit Baasjen, coopman in graanen, Claas Somerdijk, houtkooper, en Dirk Roggeveen, Mr. Goud- en Silverkashouder, alle woonende te Schagen, de eerstgemelde in qualiteijt, als in gevolge zeekere codicillaire dispositie door wijlen den Heer Gerbrand Molenaar, gewoond hebbende alhier tot Schagen, voornoemt overleeden, voor den notaris Adriaan Hoflaan, en zekere getuijgen den 3en October 1761 te Schagen voornoemd gepasseerd, gecommitteerd en de drie laastgemelde als uijt kragte van de magt bij gemelde codicille geinseerd, door de eerstgemelde, in gevolge eene scabinale ( = schepen acte) acte de dato 21en April 1787 alhier gepasseerd, benevens zijn edele geassimeerde executeuren over, of voor zooverre namentlijk den halven beodel van den voornoemde Gerbrand Molenaar, als getrouwt geweest zijnde aan Juffrouw Maartje Halfswaag, door zijn edele en haar edele gemeenschappelijk bezeeten, hebbende toebehoord, Item de edele Gerrit Klinkhamer als in huwelijk hebbende Aagje


Halfswaag wonende te Alkmaar, en Sijdagje Halfswaag voor zooveel desnoods met haar man geadsisteert en tot het passeeren dezes geauthoriseert, mitsgaders de Heren Diderik Barsingerhorn en Cornelis Barsingerhorn, beijde woonende te Schagen, in qualiteijt, als door de Edel Agtbare Heeren Weesmeesteren dezer steede in dato 6ee Februarij 1787 aangestelde voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Cecilia Halfswaag in huwelijk verwekt bij Jan Hansen mede woonende te Alkmaar, en alzoo de eerste nomine uxoris, en de laastgemelde in hunne respective qualiteijten, te zamen bij representatie voor de eene helft gesubstitueerde en voor de ¼ geroepene erfgenamen; en eijndelijk den Heer Albert Rooker secretaris der Banne van Oostzaanen en notaris te Zaandam, in qualiteijt als bij procuratie den 30en Januarij 1787 voor den notaris Hendrik Christiaan Gobel en zekere getuijgen te Zaandam, door Klaas Vreeland, als in huwelijk hebbende Eefje Alderts de Wit, Klaas Kat, als in huwelijk hebbende Trijntje Jans de Wit, als mede Jan Jansz de Wit te Oostzaandam en Heemskerk woonagtig gepasseerd in gemelde zijne qualiteijt benevens de voogden over het minderjarige kind van wijlen Albert de Wit woonende te [ ] te zamen voor de wederhelft in dezelve helft, of de andere ¼ gedeelte mede gesubstitueerde erfgenamen en alzoo te zamen met en benevens den anderen, ingevolge de testamentaire dispositie door wijlen den Heer Garbrand Molenaar en Juffrouw Maartje Halfswaag op den 21en Junij 1756 voor den notaris Hendrik Hoflaan en getuijgen te Schagen gepasseerd, de wederzijdsche gerechtigdens tot haaren gemeenen boedel, zoo als die op het overlijden van den testateur, als de langstlevende is bevonden: dewelke ingevolge publicque verkoopinge door hun edelen gedaan, en in hun voorseijde qualiteijten, verklaarden verkogt te hebben aan de Heer Klaas Somerdijk, houtkooper alhier tot Schagen, de helft in een huijsmanswooning en pakhuijs daar annex, staande en gelegen op de Nes onder Schagen, met 42 geersen, 10 sneesen landt, … , belent Jan Liefhebber ten oosten, en Aarjen Dekker ten westen, waarvan de wederhelft den kooper in eijgendom is toebehoorende … voor de somma van een duijsendt vijff honderdt vijff enzseventig guldens gereet geldt …” (Actum 23-04-1787) Blz. 46 Idem aan Mejuffrouw Theodora Wolters weduwe van wijlen den Heer Gerbrand Molenaar, woonende op de Plaats alhier tot Schagen, de helft in een stuk weijdtlandt groot in ‟t geheel 6 geersen, 7 sneesen … , genaamt de He(e)nven, gelegen aan de Nesdijk onder schagen, belent Dirk Schoon ten westen, en Pieter van der Beek ten oosten,, waarvan de andere helft aan Mejuffrouw den koopster in eijgendom is toebehoorende…‟ (Actum 23-04-1787) Blz. 47 Idem aan Dirk Jongejan van de Nes „een stuk weijdtlandt, groot 7 geersen, 8 sneesen en 10 roeden, …., gelegen aan ’t Schoenmakerswegje onder Schagen, belentd Cornelis Schoor ten zuijden, en Andries Hanekes erve ten noorden…‟ (Actum 23-04-1787) Blz. 49 Idem aan Jacob van Reijsingen, castelain in de Roos alhier tot Schagen, „een stuk weijdtlandt, genaamt de Paalven, groot 5 geersen, … , gelegen in de Missel Caagh onder Schagen, belent Lucas Barsingerhorn ten zuijden en Dirk Roggevveen ten oosten…‟ (Actum 23-04-1787)


Blz. 51 Idem aan Dirk Roggeveen, Mr. Goud- en Silversmit op de Hoogzijde alhier tot Schagen, „een stuk weijdtlandt, groot 5 geersen, 9 sneesen, 10 roden, … , gelegen in de Missel Caagh, belent Lucas Barsingerhorn ten oosten, het Halemerwegje ten zuijden…‟ (Actum 23-04-1787) Blz 53 Idem aan Reijer Barsingerhorn, oudt burgemeester deser steede Schagen, „een stuk weijdtlandt, groot 3 geersen, 11 sneesen en 10 roeden, …. , gelegen aan ’t Halemerwegje onder Schagen, belent den heer kooper ten noorden, en het Halemerwegje voornoemt ten zuijden…‟ (Actum 23-04-1787) Blz. 55 Idem aan Dirk Jongejan op de Nes „een stuk weijdtlandt, groot 4 geersen, 18 sneesen, … , gelegen aan ’t Keijnsmerwegje onder Schagen, belent Dirk Schoon ten noorden, en Claas de Graaf ten zuijden…‟ (Actum 23-04-1787) Blz. 57 Idem aan Aajentje Queldam, laast weduwe van wijlen Aris Oost, wonende onder Dijk onder Schagen, „een stuk weijdtlandt, groot 5 geersen, 9 sneesen en tien roeden, … , gelegen aan het Keijnsmerwegje onder Schagen, belent het voorseijde wegje ten noordwesten, en de koopster ten zuijdoosten, zuijdwesten en noordoosten…‟ (Actum 23-04-1787) Blz. 59 Idem aan Cornelis Schoor en Jan Schoor, beide uit Schagen, „twee stukjes weijdtlandt, te samen groot 10 geersen, 3 sneesen, … , gelegen aan de Haalerveert onder Schagen, belent de voorseijde veert ten noorden en de dwarsveert ten westen…‟ (Actum 23-04-1787) Blz. 61 Dirk Roggeveen, Mr. Goud en Silversmit, verkoopt aan Dirk Jongejan op de Nes „een stuk weijdtlandt, groot vijff geersen, seven sneesen, … , gelegen in de Missel Caagh onder Schagen, belent de Lagedijker Weg ten oosten, Jan Keet ten zuijden, en Jacob van Reijsingen ten westen…‟ (Actum 25-04-1787) Blz. 64 Jacob van Reijsingen, casteleijn in de Roos alhier tot Schagen verkoopt aan Jan Schoor op de Lagesijde van ‟t Noordt „een stuk weijdtlandt, groot vijff geersen, agt sneesen, …, gelegen tusschen de Lagedijkerbrug en Lagedijk onder Schagen, belent het Weeshuijs van Schagen ten oosten, en Albert Akkerman ten westen…‟ (Actum 06-06-1787) Blz. 66 Leendert van Stipriaan, secretaris van Haringhuizen, Leendert Herman van Stipriaan alhier tot Schagen, en Fredrik Schravesant als last en procuratie hebbende van Jan van Stipriaan LZ , …. gepasseerdt voor den notaris Simon Garbijn Gouda en sekere getuijgen te Amsterdam, in dato den 29en Junij deses jaars, en aan ons schepenen vertoont, verkopen aan


hendrik Sip „een huijs en erve staande en gelegen in de Molenstraat alhier tot Schagen, belent Dirk van Vaasen ten westen en Jan Velserboer ten oosten …‟ (Actum 09-08-1787) Blz. 68 Aagje Bakker, weduwe van wijlen de edele Leendert Roggeveen, verkoopt aan Dirk Ernst „een kapschuur staande aan ’t eijnde van de Nieuwestraat, belent Willem Snel ten zuijden, en de gemene vaart ten noorden, met een jaarlijksche erfpagt van drie guldens en elff stuijvers ten behoeve van de Pastorij alhier tot Schagen, …‟ (Actum 20-08-1787) Blz. 70 Claas Muntjewerff van de Keijns verkoopt aan Adriaan Roggeveen uit de Zijpe „twee stukjes weijdtlandt, te samen groot 9 geersen, 5 sneesen, … , gelegen bij de Keijns, belent [ontbreekt] (Actum 22-12-1787) Blz. 71 “Wij Cornelis Schoor en Dirk Guldewagen, Schepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekoomen is”: Jan Jansz de Jong, als in huwelijk hebbende Neeltje Jans Schilder, van Schagerbrug, verkoopt aan Pieter Schilder, ook uit de Zijpe, en Claas Swaan, als getrouwd aan Lijsbeth Jans Schilder, wonende in Alkmaar, „de een derde portie in een stuk weijdtlandt groot in ‟t geheel vijff geersen, vier sneesen en tien roeden, … , geleegen bij Lagedijk onder Schagen, belent Aarjen de Graaff ten noorden, de gemeene vaart ten oosten, de Lagedijker Weg ten westen, waarvan de twee overige derde portien aan de koopers in eijgendom zijn toebehoorende…‟ (Actum 17-02-1788) Blz. 74 Dirk Strop, Cornelis Jansz Keesom en Willem Dudij, alle uit Schagen, ook instaand voor en de rato caveerende voor haar meede confrater Cornelis Boertjes uit Schoorl in qualiteijt als executeuren in den nagelaten boedel van wijlen Antje Jans Timmerman weduwe wijlen Jan Strop, beijde alhier tot Schagen overleden, verkopen in publieke veiling aan Claas Somerdijk, houtkooper, „een stukje groedtland, groot 4 geersen, 7 sneesen, … , geleegen voor de Loet onder Schagen, belent de erve van de heer Bregman ten westen en Jan Wiering ten oosten…‟ (Actum 18-02-1788) Blz. 78 Pieter Kaper, Cornelis Groot en Jan Boed, alle uit Kolhorn, en Cornelis Smit uit Barsingerhorn, de twee laastgemelde in qualiteijt als bij weesmeesteren van Barsingerhorn aangestelde voogden over de drie minderjaarige kinderen van Jan Boed in huwelijk verwekt bij wijlen Aagje Pieters Kaper, mwet naamen Pieter, Jan en Neeltje Jans Boed, erfgenamen van Pieter Aldertsz Kaper en Grietje Aarjens Kind beide in Kolhorn overleden, verkopen in publieke veiling te St. Maarten aan Pieter Capiteijn op ‟t Jallewal „een stuk weijdtlandt, groot vier geersen en tien roeden, … , geleegen in de Ĳs Caagh onder Schagen, belent den kooper ten oosten en westen, …‟ (Actum 20-02-1788) Blz. 80 Gerrit Jansz Gorter van de Lagesijde verkoopt aan Dirk Tromp op de Laan „een eijkerschuijt, met desselvs zeijl, treijl en verdere toebehooren, sodanig als dezelve door


den comparant tot heden is bevaaren en aan den kooper door de voorseijde comparant is overgeleevert voor de somma van seeven honderdt guldens gereet geldt …‟ (Actum 23-02-1788) Blz. 81 Jan Barendsz Kroon van de Dorpe verkoopt aan Sijmon Pronk in de Molenstraat „een stukje zaadlandt, groot ses sneesen en tien roeden, …, gelegen in de Oude Caagh onder Schagen, belent Jan Halfswaag ten westen, en de Oude Cagerweg ten oosten…‟ (Actum 28-02-1788) Blz. 86 Pieter Westing, Jochem Stoel en Jacob de Vries, alle uit Schagen, in qualiteijt als voogden en administrateurs der goederen van de minderjaarige kinderen van wijlen Maartje Adriaans Schermeer, weduwe van Adriaan de Boer, beijde op Grootewal onder Schagen overleden, als ook ingevolge appoinctemente van de Edel Agtbare Heeren Schepenen deezer steede in dato 17e Maart 1788, geauthoriseert tot het verkoopen van de drie vierde portien in het nagenoemde stukje landt, als meede Cornelis Breet als getrouwd aan Ariaantje de Boer woonende in de Wieringerwaard voor de andere een vierde portie verklaren in publieke veiling verkocht te hebben aan Gerrit Kroone wonende op Emaus onder Haringhuizen „een stukje weijdtlandt groot 2 geersen, 9 sneesen, … , gelegen in de Ooster Caagh onder Schagen, belent Jochem Molenaar ten westen, en de Heere Weg ten noorden…‟ (Actum 28-04-1788) Blz. 88 Dirk Jansz Klaaren uit Lutjewinkel, en dus ten behoeve van sijn zoon Harmen Klaaren verkoopt aan Ĳzak Driehuijsen uit Schagen „twee huijsen en erven geapproprieert tot een kuijperij met alle kuijpersgereedschappen, en al ’t hout en hoepen daarbij behoorende, staande en gelegen op het Trintgast alhier tot Schagen, belent Cornelis Tamis ten westen en de Kerk van Schagen ten oosten… voor de sommavan seven honderdt en vijftig guldens…‟ (het Trintgast ipv Trintgast) (Actum 29-05-1788) Blz. 90 Jan Keet van de Plaats verkoopt aan den Weledelgestrenge Heer Gualtherus Matthaeus Bailliuw van Schagen, Barsingerhorn, Haringhuijsen, Colhorn en Burghorn etc., mede alhier tot Schagen voornoemt woonagtig, „een huijs en erve, staande en geleegen op de Loet alhier, belent den Hoog Edele Heer van Schagen ten oosten, en Adriaan Mamus ten westen…‟ (Actum 23-06-1788) Blz. 91 Pieter Kampman uit Colhorn verkoopt aan Jochem Stoel van de Hoep „een stuk weijdtlandt groot vieer geersen, een snees, … geleegen in de Nes Caagh onder Schagen, belent Claas Somerdijk ten zuijden, en den kooper ten noorden…‟ (Actum 28-06-1788) Blz. 92 Garmont Hoogebiere van Haringhuizen verkoopt aan Cornelis Schoor, regerend schepen deser steede, opt Noord alhier tot Schagen, „een stukje weijdtlandt groot ses geersen, drie sneesen, … , geleegen nabij de zaagmolen onder Schagen voornoemt, belent Claas Somerdijk ten westen, en de erve van Bregman ten oosten, …‟


(Actum 03-09-1788)

Blz. 93 Domeinen verkoopt aan Jochem Blaauwboer uit St. Maartensbrug „een stukje zaadlandt groot een gars en een snees, … , afgekomen van Cornelis Lanst, geleegen in de Lagedijker Caagh belent den kooper ten oosten en westen, (Actum 15-09-1788) Blz. 94 Idem aan Jochem Stoel uit de Hoep, „een stukje zaadlandt, gemeen en onverdeelt met Cornelis Bootsman, groot drie geersen, een snees en tien roeden, …, geleegen in de Nes Caagh, beoosten de Schijnesloot onder Schagen, belent de Gemeene Armen van Schagen ten oosten, en de Pastorije ten westen…‟ (Actum 15-09-1788) Blz. 95 Idem aan Claas Somerdijk van de Loet „een stukje zaadlandt, groot een gars, 5 sneesen en 10 roeden, …, afgekomen van Jannetje Grotewal, gelegen in de Nes Caagh beoosten de Lasschooten onder Schagen, belent den kooper ten zuijden en Dirk Jongejan ten noorden…‟ (Actum 15-09-1788) Blz. 96 Idem aan Claas Somerdijk van de Loet „een stukje zaadlandt, groot 1 gars, 11 sneesen, …, afgekomen van Pieter Roos, gelegen in de Nes Caagh beoosten de Lasschooten onder Schagen, belent den kooper ten noorden, de Heer Hendrik Hoflaan ten zuijden…‟ (Actum 15-09-1788) Blz. 97 Idem aan Jan Oever, regerend schepene deser steede, „een stukje zaadlandt, groot 1 gars, 10 sneesen,…, afgekomen van Claas Adriaansz Neeff, gelegen in Cornelissen Caagh, belent Pieter Peetom ten zuijden en den kooper ten noorden…‟ (Actum 15-09-1788) Blz. 99 Idem aan Trijntje Florisz Jongejan, weduwe van wijlen Dirk Adriaansz Heijnstman uit de Wieringerwaard, „een stukje groedland, groot 2 geersen, 1 snees en tien roeden, …, afgekomen van Mr. Pieter Broers, gelegen in de Nes-Caagh onder Schagen, belent den koopster ten westen, en de Togtsloot ten zuijden…‟ (Actum 15-09-1788) Blz. 99 Idem aan Jacob van Reijsingen en Jan Keet „een stukje weijdlandt groot 4 sneesen en 10 roeden, … , afgekoomen van Aarjen Jansz Bies, gelegen tusschen het Jaarsdorp en Cornelissenwerff aan de Wervervaard onder Schagen, belent de Vaart ten noorden en de erve Pieter Saskers ten westen…‟ (Actum 15-09-1788)


Blz. 101 Neeltje Jans Timmerman, weduwe van wijlen Cornelis Koorn, van de Hoogzijde, verkoopt aan Lammert Bes „twee stukken weijdtlandt, als ‟t eene met de boomgaart groot 5 geersen, 11 sneesen, 10 roeden, geleegen agter de huijsen agter de Lagesijde alhier tot Schagen, belent Lucas Barsingerhorn ten westen en Cornelis Bosman ten zuijden, en ‟t ander groot 5 geersen, 3 sneesen, geleegen agter de Molenstraat alhier, belent Jan Stap ten oosten, en de Langesloot ten noorden… voor de somma van twee duijsent, vier honderdt ses en tagtig guldens en vijff stuijvers gereet geldt…‟ (Actum 02-10-1788) Blz. 102 Jochem Stoel van de Hoep verkoopt aan de heer Claas Somerdijk van de Loet, „een stukje zaadtlandt, gemeen en onverdeelt met Cornelis Bootsman, groot drie geersen, een snees en tien roeden, … , afgekomen van de erve van Adriaan Lagesijt, gelegen in de Nes Caagh onder Schagen, belent de Gemeene Armenv an Schagen ten oosten, en de Pastorij van Schagen ten westen…‟ (Actum 10-11-1788) Blz. 104 Casper Rijgjen van de Loet verkoopt aan Matthäus Heijers aldaar woonagtig „een huijs en erve zijnde geapproprieert tot een grofsmederije met alle deszelvs gereetschappen en ijserwerk daar bij behoorende, staande en geleegen op de Loet voornoemt, belent Dr. Nicolaus Barsingerhorn ten oosten en Jacob Koomen ten westen…voor de somma van vijff honderdt guldens‟ (Actum 27-12-1788) Blz. 110 “Wij Hendrik Streek en Adriaan Mamus, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekoomen is”: de edele Johanna Wolferts, weduwe van wijlen Claas Dudij, op de Hoogsijde, verkoopt aan de Weleerwaarde heer Abraham Koning Praedicant alhier te Schagen, „een huijs en erve belast met een jaarlijksche erfpagt van tien stuijvers ten behoeve van de Gereformeerde Kerk alhier tot Schagen, benevens een huijsje bewesten het evengenoemde huijs, genaamt de Ojevaar, staande en geleegen op de Hoogsijde alhier tot Schagen, belent de Wel Eerw Heer Kooper ten ten westen, ende den verkoopster ten oosten zodanig ‟t selve behekt en bedoelt is, en met de lijdende en heerschende dienstbaarheden daarbij beseeten, dog onder dese expresse condities, dat de Kloostersteeg gelegen beoosten de voorseijde verkogte huijsen in vollen eijgendom zal blijven van den verkoopster, en zulks voor een somma van vierhonderdt vijff en seventig guldens gereet geldt…‟ (Actum 07-03-1789) Blz. 113 Gualtherus Matthäus, Bailliuw en Notaris etc en Gerrit de Vries, president scheepen, mitsgaders Diderik Barsingerhorn, secretaris der steede Schagen, alle woonende alhier, in qualiteijt als aangestelde sequesters in den gecedeerde en insolvente boedel van Truijtje Augustinus, weduwe van wijlen Cornelis Grootes, alhier tot Schagen overleden; ingevolgen de appoinctemente van de Edele Agtbare Heeren Scheepenen deser steede voornoemt … verkopen aan Andries Dudij op de Lagesijde „een huijs, erve en tuijntje, staande en geleegen op de Lagesijde voornoemt, belent Burgemeesteren van Schagen ten westen, en Hendrik Laarcot ten oosten …‟ (Actum 14-05-1789)


Blz. 114 Dirk Hilbrandsz Graaff uit Den Helder, als meede instaande en de rato caveerende voor zijn meede confraters Jacob Teunisz Roodt te Amsterdam woonagtig, en Willem Slot woonende op de Helder voornoemt, en dus te samen in qualiteijt als executeurs en administrateurs, mitsgaders voogden over de minderjaarige naargelaten erfgenamen van wijlen Teunis Roodt te Schagen overleeden, ingevolge de Acte van Assumptie voor de notaris Pieter de Leeuw en zeekere getuijgen op de Helder den 26en Julij 1783 gepasseert, welke aan ons Scheepenen is vertoont, verkopen aan Gerrit Jansz Bos, uit Barsingerhorn, „een stuk weijdland groot in ‟t geheel 7 geersen, 3 sneesen, … , geleegen bij de Keijns onder Schagen, belent den kooper ten westen, en de Westvr. Zeedijk ten noorden, waarvan de een derde portie aan Rembrand Bruijn woonende te Alkmaar, en de andere een derde portie aan den kooper in eijgendom is toebehoorende…‟ (Actum 14-05-1789) Blz. 117 De edele Johanna Wolferts, weduwe van wijlen Claas Dudij, op de Hoogsijde, verkoopt aan Andries Dudij van de Lagesijde „een huijs met deszelvs grondt, zijnde geapproprieert tot een koekebakkerij, staande en geleegen op de Lagesijde meer gemeldt, belent de weduwe van Aldert Gerritsz Gorter ten westen, en Jacob Krigee ten oosten…‟ (Actum 22-06-1789) Blz. 118 Jan Stap uit Haringhuizen verkoopt aan Willem Lek in de Hoep „een tuijn , groot vijff sneesen, gelegen in de Hoep voornoemt, belent ’t Magasijnhuijs van Schagen ten oosten, en den kooper ten westen …‟ (Actum 01-07-1789) Blz. 120 Willem Roggeveen verkoopt aan Pieter Roggeveen op het Noord „een huijs, erff en boedt, staande en geleegen op het Noord voornoemt, te samen groot een gars, en twee sneesen, … belent de weduwe Aarjen Kool ten noord, en Burgemeesteren met den Baan ten zuijden…‟ (Actum 26-09-1789) Blz. 121 Ĳzak Driehuis uit Schagen verkoopt aan Harmen Klaaren „twee huijsen en erven geapproprieert tot een kuijperij, met alle kuijpers gereedschappen, en al het hout en hoepen daar bij zijnde off behoorende, staande en geleegen op het Trintgast alhier tot Schagen, belent Cornelis Tamis ten westen en de Kerk van Schagen ten oosten… voor de somma van ses honderdt guldens gereet geld…‟ (het Trintgast ipv Trintgast) (Actum 28-09-1789) Blz. 128 Willem Jacobsz van Twuijver, uit de Wieringerwaard, mitsgaders Pieter Kos en Hendrik Koorders, uit Winkel, en Cornelis Groot aan de Langerijs onder Nieuwe Niedorp woonagtig, als meede erfgenaamen van Adriaan Kistemaker en Aagtje Cornelis Langereijs, echteleiden te Winkel voornoemt overleeden, en dus zoo voor haar zelve, als meede de rato caveerende voor de verdere erfgenaamen, verkopen in publieke veiling aan Pieter Ariensz Vries op de Miede „een stuk zaadlandt, groot een gars, elff sneesen, … , geleegen bij de Tin onder Schagen, genaamt de Hooge Akker, belent Pieter Ariensz Hoogland ten zuijden, en Diaconen van Schagen ten noorden…‟ (Actum 22-02-1790)


Blz. 130 Dirk Winkel, als in huwelijk hebbende Wentje Wijk, woonende onder Dijk onder Schagen, verkoopt in publieke veiling aan Gerrit Moras, Mr. Kleermaker alhier te Schagen voornoemt „een huijs, erve en pakhuijs daar bewesten aan geschikt tot een wagemakerij, staande en geleegen in de Molenstraat alhier te Schagen, belent Willem van Leeuwen ten westen, en Gerrit Dekker ten oosten …‟ (Actum 22-02-1790) Blz. 131 Gerrit Jansz Bos van de Mieldijk verkoopt aan Jan Gootkes, aan de Keijnsmerbrug, „een stuk weijdlandt, groot drie geersen, elff sneesen, … , geleegen aan de Gouw onder Schagen, belent de Pastorij van Schagen ten oosten, en Jochem Stoel ten westen…‟ (Actum 04-03-1790) Blz. 140 Jan van Zijl en Neeltje van Zijl, wonend op de Plaats, verkopen aan Abraham Boonacker „een huijs en erve, zijnde geapproprieert tot een broodbakkerije met alle deszelvs gereedschappen daar bij behoorende, staande en geleegen op de Plaats voornoemt, belent Lucas Weijtsman ten westen en Hendrik Bernards ten oosten, als meede nog een pakhuijs met deszelvs erve staande en geleegen in de Nieuwstraat alhier te Schagen meergenoemt, belent Claas de Graaff ten zuijden en Willem Snel ten noorden…‟ (Actum 01-05-1790) Blz. 146 De erfgenamen van Abraham Petten en Neeltje Zegers Schoorl, in Schagen overleden, verkopen in publieke veiling aan Cornelis Opdam en Gerrit Jansz Gorter „een stuk weijdlandt groot agt geersen, vijff sneesen en tien roeden, … , geleegen aan de Snevert onder Schagen, belent Jochem Stoel ten westen en de Diaconen van de Gereformeerde Kerk van Schagen ten oosten …‟ (Actum 31-05-1790) Blz. 147 Gualtherus Matthaeus, Bailliuw, Reijer Barsingerhorn, regeerend scheepen, Diderik Barsingerhorn, secretaris van Schagen, in qualiteijt als gestelde sequesters in de gecedeerde boedel van Cornelis Wulpman, meede alhier in Schagen meergenoemt woonagtig, verkopen in publieke veiling, aan Arien Cornelisz Hopman uit Noordscharwoude „een damschuijt, groot boven de 4 lasten, lang olver steeven 42 ¼ voet, wijt buijten ’s werks 10 2/3 voet, en hol bij de swaarden van ’t vlak tot op de bovenkant van ’t boord 5 ¼ voet, met deszelvs zeijl, treijl en verdere toebehooren, soo als deselve door voornoemde Cornelis Wulpman tot heeden toe is bevaaren en gebruijkt en ook aan den kooper is overgeleeverd voor de somma van twee honderdt en een en veertig guldens…‟ (Actum 31-05-1790) Blz. 153 Claas Somerdijk verkoopt aan Hendrik Fala Slotszoon op de Nes „een stukje weijdlandt, gemeen en onverdeelt met Cornelis Bootsman, groot drie geersen, een snees en tien roeden, … , geleegen in de Nes Caagh, beoosten de Scheijnsloot onder Schagen voornoemt, belent de gemeene Armen van Schagen ten oosten, en de Pastorie van Schagen ten westen …‟ (Actum 01-10-1790)


Blz. 154 Jan Velserboer van de Dorpe verkoopt in publieke veiling aan Simon Pronk uit de Molenstraat en Dirk van Vaasen uit Alkmaar „twee stukjes weijdlandt aan den anderen, groot vier geersen, twee sneesen, … , geleegen op de Dorpe voornoemt , belent Jacob Vrorijk ten oosten en zuijden, de Heere Weg ten noorden, ....‟ (Actum 25-10-1790) Blz. 157 Louris Butter verkoopt in publieke veiling aan Cornelis Duijts van de Plaats „een huijs en erve, staande en geleegen op de Lagesijde van ’t Noordt alhier te Schagen, belent de weduwe Lucas Barsingerhorn ten noorden en de looijerij ten zuijden, benevens eevengenoemde loijerij met deszelvs kuijpen en erve staande en geleegen meede op de Lagesijde van ‟t Noordt alhier, belend Cornelis Schermeer ten zuijden en den kooper met het boovengenoemde huijs ten noorden, beswaart met het onderhout van twee vijfde portien in de brug …‟ (Actum 23-11-1790) Blz. 160 Louwris Butter verkoopt in publieke veiling aan de Heer Johannes Putter op de Lagesijde alhier „een kaarssemakerij met deszelvs toebehooren, staande en geleegen op de Lagesijde van het Noordt alhier, belent de weduwe Lucas Barsingerhorn ten zuijden en Cornelis Schermeer ten noorden…‟ (Actum 23-11-1790) Blz. 165 Simon Adriaansz Stikkel uit Alkmaar verkoopt aan Jan Schoor uit Schagen, „de helft in de na te noemen perceelen landt in ‟t geheel groot 28 geersen, 8 sneesen en tien roeden als in een erff gelegen op de Nes, groot 8 sneesen, belent Cornelis Bootsman ten zuijden en Frederik Bommer ten noorden, in een stukje groedlandt, groot 3 geersen, 4 sneesen, 10 roeden, gelegen agter ’t voorseijde erff, belent ‟t selve ten oosten, in een stukje weijdtlandt, groot 4 geersen, 8 sneesen, gelegen aan de Schoenmakersweg, belent Dirk Schoon ten zuijden, en Dirk Jongejan ten noorden, nog in 10 sneesen, 10 roeden landt, annex het erff, en nog in een stukje zaadlandt, groot 2 sneesen, 10 roeden, gelegen in de Nes Caagh, bezuijden de Gouw, belent de Erve Pieter Rouw ten noorden, de Schijnesloot ten zuijden, nog in een stuk groedlandt, groot 6 geersen, 8 sneesen, 10 roeden, gelegen benoorden de Gouw aan de Molentogt van de klijnste Nes Caaghmolen, belent deselve ten noorden, Jacob Molenaar ten zuijden, item nog in een stukje groedlandt, groot 4 geersen, 2 sneesen, gelegen voor ’t zuijdeijnde van de Nes aan de Vaart, belent de weduwe Jan Koopman ten noorden, Gerrit de Vries ten zuijden en eijndelijk nog in een stuk groedlandt, groot 6 geersen, 2 sneesen, 10 roeden, gelegen aan de kaij tusschen Schagen en Barsingerhorn, belent de Bansloot ten oosten, de Vaart ten na Barsingerhorn ten zuijden, waarvan de andere helft van de voornoemde perceelen land Lijsbeth Voorn weduwe van Cornelis Schoon in eijgendom is toebehoorende …‟ (Actum 28-12-1790)


Blz. 170 “Wij Pieter Westing en Cornelis Bootsman, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekoomen is”: Jacob Slot uit de Zijpe, als last en procuratie hebbende van sijn grootmoeder, Maartje Hendriks, weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Jacobsz Slot, woonende op de plaats Nollesteijn in de Zijpe voornoemt, … , verkoopt aan Jacob Slot te Haringcarspel en aan Luijtje Boots in de Zijpe, te samen in compagnie, „twee stukjes weijdtlandt, annex den anderen, groot seeven geersen, vijff sneesen, … , geleegen bij Lagedijk onder Schagen, belent de Westvriessche Zeedijk ten noordwesten, de gemeene weg ten noordoosten…‟ (Actum 24-03-1791) Blz. 175 Jan Pietersz Hogendorp verkoopt in publieke veiling aan Maarten Weeland, meede alhier woonagtig, „een huijs en erve, staande en geleegen in de Hoep alhier te Schagen, belent Jan Stap ten oosten en Pieter Lek ten westen…‟ (prijs f. 254,-- gereet geldt) (Actum 15-03-1791) Blz. 176 Jan Pietersz Hogendorp verkoopt aan Cornelis Boonacker, Gerrit Deutekom en Pieter Westing Junior „een boedt, staande op het erff van Maarten Weeland in de Hoep alhier, belent Jan Stap ten oosten en de voornoemde Maarten Weeland ten westen, onder deese expresse conditie dat de kopers gehouden zullen zijn, om aan de gemeene weg een deur tot den ingang te maaken en in gevalle de voorseijde boedt van daar mogt worden vervoert, ofte mogt koomen te vervallen, dat als dan de grond daar de boed gestaan heeft, door de koopers behoorlijk sal moeten worden afgehekt, en de voorseijde grond in eijgendom zal blijven aan de eijgenaars van het bovengenoemde huijs en erve …‟ (Actum 15-03-1791) Blz. 177 Jan Pietersz Hogendorp verkoopt in publieke veiling aan de Heeren Gerrit Baasjen en Cornelis Opdam, in qualiteijt als Kerkvoogden van de Roomsche Kerk alhier te Schagen, ende dus ten behoeve van de voorseijde Kerk, „een stuk zaadlandt, groot vijff geersen, vijff sneesen en tien roeden, … , geleegen benoorden de Sneevert onder Schagen, belent de weduwe Jan Koopman ten oosten en Gerrit de Vries ten westen …‟ (Actum 15-03-1791) Blz. 178 Jan Pietersz Hogendorp verkoopt in publieke veiling aan de Heeren Gerrit Baasjen en Cornelis Opdam, in qualiteijt als Kerkvoogden van de Roomsche Kerk alhier te Schagen, ende dus ten behoeve van de voorseijde Kerk, „een stuk zaadlandt, groot drie geersen, een snees, tien roeden, … , geleegen benoorden de Sneevert, belent de weduwe Jan Koopman ten oosten, en de Kerkvoogden van de Roomsche Kerk ten westen …‟ (Actum 15-03-1791) Blz. 179 Jan Pietersz Hogendorp verkoopt in publieke veiling aan de Heeren Gerrit Baasjen en Cornelis Opdam, in qualiteijt als Kerkvoogden van de Roomsche Kerk alhier te Schagen, ende dus ten behoeve van de voorseijde Kerk, „een stukje zaadland, groot een gars en agt sneesen, genaamt de Buijkven, …. , gelegen benoorden de Sneevert onder Schagen, belent Gerrit de Vries ten zuijden, de Kerkvoogden van de Roomsche Kerk van Schagen ten noorden…‟


(Actum 15-03-1791) Blz. 180 Jan Pietersz Hogendorp verkoopt in publieke veiling aan Wijbrand Dekker, regeerend Burgemeester deeser steede, woonend op de Lagedijk, „een stukje zaadland, groot vier geersen, vijf sneesen en tien roeden, … , geleegen agter de Hoep onder Schagen, belent den kooper ten oosten en westen …‟ (Actum 15-03-1791) Blz. 181 Elisabeth Schilder, gesepareerde huijsvrouw van Klaas Swaan, woonende binnen de stad Alkmaar, verkoopt aan Pieter Schilder uit Barsingerhorn „de helft in een stuk weijdland, groot in ‟t geheel vijff geersen, vier sneesen en tien roeden, waarvan de andere helft den koper in eijgendom is toebehoorende, … geleegen bij Lagedijk onder Schagen, belent Arien Sijmonsz de Graaff Cornelis Boonacker en Gerrit Deutekom de in ten noorden, de Lagedijker Weg ten westen en de gemeene vaart ten oosten…‟ (Actum 18-06-1791) Blz. 182 Trijntje Cornelis Graven, laast weduwe van wijlen Klaas Muntjewerff, verkoopt aan Adriaan Roggeveen op Groot Keijns in de Zijpe, „een huijs met deszelvs erff te samen groot ses sneesen en tien roeden, …, staande en geleegen op de Keijns voornoemt, belent Gerrit Slikker ten westen en de gemeene weg ten noorden…‟ (Actum 13-08-1791) Blz. 185 Jan Jacobsz Zwaag, van het Zeugebuurtje, verkoopt aan Dirk Teeuwisz Smit, in de Hoep, „een huijs en erve staande en geleegen op het Zeugebuurtje onder Schagen voornoemt, belent Gerrit Gorter ten westen en Hendrik Koopman ten oosten…‟ (Actum 08-12-1791) Blz. 186 Dirk Guldewagen van de Loet verkoopt aan Adriaan Bras uit de Molenstraat „een stuk weijdland, groot in ‟t geheel vier geersen, tien sneesen, … , geleegen op de Nes onder Schagen, leggende gemeen met de Kerk van Schagen met een gars, en met de Pastorij van Schagen met twee sneesen, belent de Heren Pieter Westing ten noorden en Cornelis Bootsman ten zuijden…‟ (Actum 18-12-1791) Blz. 187 Pieter Westing koopt van Cornelis Boonacker en Gerrit Deutekom de op blz. 176 door hen drieën gekochte boedt op het erff van Maarten Weeland… (Actum 24-12-1791) Blz. 188 Adriaan Bras uit de Molenstraat verkoopt aan Jan Schoor „een stuk weijdland, groot vier geersen,tien sneesen, …. , geleegen op de Nes onder Schagen, leggende gemeen met de Kerk van Schagen met een gars, en met de Pastorij van Schagen met twee sneesen, belent de Heren Pieter Westing ten noorden en Cornelis Bootsman ten zuijden…‟ (Actum 27-12-1791)


Blz. 189 “Wij Reijer Barsingerhorn en Gerrit van Bentem, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekoomen is”: Gerrit Baasjen, coopman in graanen, verkoopt aan Cornelis Olij te Grootschermeer een custinghbrieff groot negen honderdt guldens, die is gevestigt op „een huijs en erve, geapproprieert tot een broodbakkerije met deszelvs toebehooren van de voornoemde Engelbertus van Hinten, staande en geleegen op de Loet alhier te Schagen meergenoemt, belent Jacob Koomen ten oosten en Jan Groen ten westen…‟ (Actum 07-01-1792) Blz. 191 Diderik Barsingerhorn, secretaris deeser steede, en Jan Sijmonsz Walig, woonende op de Helder, in qualiteijt als executeurs in den nagelaaten boedel van wijlen Frans Jongerling en Guurtje Bontes, echtelieden, gewoond hebbende en overleeden op ‟t Zand in de Zijpe , verkopen in publieke veiling aan Claas Somerdijk, coopman in houtwaaren, „een stuk weijdland, groot vijff geersen en drie sneesen, … , geleegen in de Nes Caagh aan de Lasschoten onder Schagen, belent Jan Liefhebber ten oosten en de Lasschoten voornoemt ten westen…‟ (Actum 18-01-1792) Blz. 192 Klaas Wagemaaker uit de Papestraat verkoopt aan Hendrik Koos in de Hoep „een huijs en erve, te zaamen groot 9 sneesen en 10 roeden, … , staande en geleegen in de Hoep alhier voornoemt, belent Jacob de Vries ten oosten, en Dirk Stuurman ten westen, sijnde ‟t ooster gedeelte van dit erf, belast met een vrije gang en padt, mitsgaders aanleg, op, en afscheeping ten behoeve van de tuijn daar bezuijden over de weg geleegen, genaamt ’t Enkhuijser Hoff, nu toebehoorende Dirk Stuurman voornoemt…‟ (Actum 29-01-1792) Blz. 197 De erfgenamen van wijlen Trijntje Meegen, Jan Gerritsz Houwen en Adriaan Heneweer, gewoond hebbend een overleeden op Tolke onder Schagen, verkopen in publieke veiling aan Jan Oever, oudt scheepen deeser steede, „een stuk zaadland , groot ses geersen en tien sneesen, … geleegen in Cornelissen Caagh onder Schagen, belent Jan Gerritsz Oomgerd ten oosten en den kooper ten westen …‟ (Actum 20-02-1792) Blz. 199 De Weledel Gestrenge Heer Gualtherus Matthaeus, Bailliuw en Notaris etc. etc., als last en procuratie hebbende van Trijntje Cornelis, weduwe van wijlen Jan Koopman, woonende op de Nes onder Schagen, verkoopt aan de Heeren Gerrit Baasjen en Cornelis Opdam, in qualiteijt als Kerkvoogden van de Roomsche Kerk alhier te Schagen, en dus ten behoeve van de voorseijde Kerk, „een stuk zaadland, groot dri geersen, negen sneesen en tien roeden, … , geleegen benoorden de Sneevert onder Schagen, belent Jacob de Vries ten oosten en noorden, de Roomsche Kerk van Schagen ten westen en de gemeene vaart ten zuijden…‟ (Actum 20-02-1792) Blz. 200 De Weledel Gestrenge Heer Gualtherus Matthaeus, Bailliuw en Notaris etc. etc., als last en procuratie hebbende van de Heer Mr. Jan Groot, brouwer in de brouwerij ’t Fortuijn binnen de stad Alkmaar, verkoopt in publieke veiling aan de heer Gualtherus Matthaeus en Cornelis Boonacker „een huijs en erve, met het recht van bierstal, staande en geleegen op de


Bierkade alhier te Schagen, … , belent David van Nieveld in compagnie ten westen en de heer Pieter Westing ten oosten …, (Actum 20-02-1792) Blz. 203 t/m 210 Op 9 mei 1792 vindt er door schepenen van Schagen een justitiële verkoop plaats van een aantal stukken land die in de schot en verpondingsboeken ten name staan van Gerrit Klaasz Goudsbergens Kinderen en Cornelis Stoffels erven, onder de volgende omschrijving: Het eerste (zijnde een stuk weiland, groot ses geersen, twee sneesen, en tien roeden, geleegen voor ’t Noord bij de geweezen meelmolen, belend de vaarsloot ten oosten, Willem Roggeveen ten westen, en de Olijmolen ten noorden: hebbende dit stuk land zijn overpad over het volgende perceel, geleegen voor ’t Noord bij de olij-molen benevens een vrij melkpad over ’t erf van de geweezen meelmolen) aan Jan Schoor als buijten gemeenschap van goederen getrouwt met Grietje van der Meulen en alsoo ten behoeve van gemelde huijsvrouw voor een somma van twaalf honderd guldens, agt stuijvers en zes penningen – Het tweede, hier voor in de derde plaats opgenoemt, (zijnde een stuk weiland, groot vier geersen en elf sneesen, geleegen benoorden de Olij-molen, belend met de vaarsloot ten oosten en noorden en de weduwe van Lucas Barsingerhorn ten westen, zijnde dit stuk belast met een overpad over het hiervoor beschreevene perceel geleegen voor ’t Noord bij de geweezen meel-molen) aan Jan Schoor, als buijten gemeenschap van goederen getrouwd met Grietje van der Meulen en alsoo ten behoeve van gemelde huijsvrouw voor een somma van neegen honderd vier en veertig guldens – Het derde, hiervoor in de tweede plaats opgenoemd (zijnde een stuk weiland, groot twee geersen, agt sneesen en tien roeden, geleegen in de Missel Kaag, belend met Jan Keet ten oosten, en Dirk Jongejan ten noorden, en de weduwe van Lucas Barsingerhorn ten westen en zuijden, hebbende dit stuk land zijn overpad over het land van Jan Keet, beoosten dit perceel geleegen) aan Jan Keet voor een somma van vier honderd zeeventien guldens, een stuijver en twaalf penningen – En het vierde of laatste (zijnde drie geersen, zes sneesen, of twee derde portien in een stuk weijland, groot in ‟t geheel vijf geersen en drie sneesen, waarvan de overige een derde portie aan de pastorij van Schagen toebehoort, geleegen benoorden de zaag-molen, en belend met de erven van Cornelis Bregman ten zuijden, Jan Schoor ten westen en noorden en Klaas Somerdijk ten oosten, hebbende dit land zijn overpad over het land van de erven van Cornelis Bregman ten zuijden van dit perceel geleegen) aan Klaas Somerdijk voor een somma van twee honderd tagtig guldens… (Actum 09-05-1792) Blz. 240 Engelbertus van Hinten, broodbakker woonende op de Loet in Schagen verkoopt aan Jochem Blauwboer, wonende aan de St. Maartensbrug in de Zijpe, en Cornelis Olij woonende te Grootschermeer, „een huijs en erve, zijnde geapproprieert tot een broodbakkerij, staande en geleegen op de Loet alhier te Schagen, belend Jacob Koomen ten oosten en Jan Groen ten westen…, voor de somma van twee duisend guldens gereed geld…‟ (Actum 21-05-1792) Blz. 245 Dirk van Vaasen, coopman in Alkmaar, verkoopt aan Simon Pronk in de Molenstraat, een huijs en erve, staande en geleegen in de Molenstraat voornoemt, belent Hendrik Zip ten oosten en de Roomsche Kerk van Schagen ten westen, als meede de helft in een pakhuijs en


erve, staande en geleegen in de Molenstraat, meergemeld, belend Jan de Ruijter ten westen en Simon Bos ten oosten, mitsgaders nog de helft in een huijs, loots, molenhuijs en twee erven, geapproprieert tot een koppedraijerij, staande en geleegen op de Lagesijde van de Molenstraat alhier, belent Lammert Bes ten westen en de erve Cornelis Knevelaar ten oosten, waaran de andere helft den heer kooper in eijgendon is toebehoorende…‟ (Actum 30-10-1792) Blz. 248 Johannes Putter van de Lagesijde verkoopt aan Lubertus Elisa Bruijst „de helft in een huijs en erve, geapproprieert tot een smeersmelterij en kaarssemakerije, staande en geleegen op de Lagesijde alhier te Schagen voornoemt, belent Dr. Nicolaus Barsingerhorn ten oosten en Jan Jacobsz Borst ten westen… voor de somma van vijff honderd guldens gereed geld…‟ (Actum 14-12-1792) Blz. 249 “Wij Cornelis Hoogland en Cornelis Bootsman, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekoomen is”: Cornelis Kleijn uit Kolhorn verkoopt aan Jacob Teunisz Smit van de Nes „de helft van een stuk weijdland, groot in ‟t geheel vier geersen en neegen sneesen, … , geleegen in de Nes Caagh onder Schagen, belent de Westvriescche Zeedijk ten noorden, en Pieter Abbestee‟s weduwe ten westen…waaran de ander helft den kooper in eijgendom is toebehoorende…‟ (Actum 07-03-1793) Blz. 251 Jan Koorn, van de Loet, in qualiteijt als bij Schout, Burgemeesteren en Scheepenen deeser steede aangestelde curator over de persoon en goederen van Neeltje Jans Timmerman, weduwe wijlen Cornelis Koor, meede alhier woonagtig, verkoopt in publieke veiling aan Dirk Geel „een huijs en erve, staande en geleegen op de Hoogesijde alhier te Schagen voornoemt, belast met een jaarlijksche erfpagt van vijf en twintig guldens ten behoeve van het Weeshuijs deeser steede, belent Gerrit Rentenaar ten westen, de Bagijne Brug ten oosten, en het Weeshuijs voornoemt ten zuijden…‟ (Actum 29-03-1793) Blz. 252 Jacob van Reijsingen, van de Hoogzijde, verkoopt aan Gerrit Jacobsz Jongerling, aan de St. Maartensbrug, „een huijs en erve sijnde geapproprieert tot een herberg, genaamt de Roos, staande en geleegen op de Hoogesijde alhier te Schagen, belend Lammert Bes ten oosten, Dirk Tromp ten zuijden en de Bagijne Brug ten westen…voor de somma van drie duijsend en ses honderd guldens gereed‟ (Actum 20-04-1793) Blz. 254 Pieter Rouw van de Nes verkoopt aan Meijert Grootes van de Nes „twee stukken weijdland, te samen groot neegen geersen, ses sneesen en tien roeden, ‟t eene groot ses geersen en tien roeden, en ‟t andere drie geersen, ses sneesen, geleegen aan den anderen in de Nes Caagh onder Schagen, … , belent Gerrit Rentenaar ten oosten en het minderjaarige kind van wijlen Jan Pons ten westen….‟ (Actum 22-04-1793)


Blz. 255 Aaltje Pieters Grootes, weduwe van wijlen Jan Dirksz Sussen, woonende op de Helder, verkoopt aan Pieter Rouw op de Nes „een stuk weijdland, groot ses geersen en drie sneesen, … , geleegen benoorden de Sneevert onder Schagen, belend Gerrit de Vries ten westen en Claas Opperdoes ten oosten …‟ (Actum 22-04-1793) Blz. 257 Arien Claasz Eriks van Tolke verkoopt aan Pieter Heertjes Kossen op de Vennik en Jacob Jongejan op Tolke in qualiteijt als bij weesmeesteren der steede Schagen aangestelde voogden over Cornelis Claasz Eriks, ende dus ten behoeve van voornoemde Cornelis Claasz Eriks, „een boerenhuijs en erve te samen groot tien sneesen, staande en geleegen op Tolke onder Schagen meergenoemt, belent Jacob Jansz Koomen ten westen en de Gereformeerde Kerk van Schagen ten oosten, belast met een jaarlijksche erpagt van vijf guldens en tien stuijvers ten behoeve van de Gereformeerde Kerk van Schagen voornoemt, een akker zaadland, groot ses sneesen, geleegen bij Tolke voornoemt, belend de Kerk van Schagen ten westen, nog een stukje weijdland, groot seeven sneesen en tien roeden, meede bij Tolke geleegen, belent Pieter Capiteijn en de Kerk van Schagen ten westen en den Tolkerdijk ten noorden, alsmede een stukje weijdland, groot twee geersen, vier sneesen, geleegen voor Tolke voornoemt, belent de gemeene vaart ten westen en Gerrit Baasjen en Claas Somerdijk ten oosten, laatstelijk nog een stuk weijdland, groot vier geersen en tien roeden, geleegen bij ’t Tolke meergenoemt, belent Gerrit Baasjen en Claas Somerdijk ten westen, en den Tolkerdijk ten zuijden…‟ (Actum 30-05-1793) Blz. 259 Jan Claasz Bruijn van de Loet verkoopt aan Pieter Westing Junior, secretaris van Barsingerhorn, wonende op de Bierkade, „een huijs en erve, staande en geleegen op de Bierkade voornoemt, belent Cornelis Maijring ten noorden en oosten, en de gemeene vaart ten zuijden…‟ (Actum 24-08-1793) Blz. 261 “Wij Cornelis Hoogland en Jacob Denijs, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekoomen zijn de Heeren Gualtherus Matthaeus en Cornelis Bootsman, beijde te Schagen woonagtig, in qualiteijt als door de Edele Agtbare Heeren Scheepenen deeser steede op den 6e Maij 1793 aangesteld en gecommitteert tot curateuren in den gecedeerde boedel van wijlen Cornelis Schoon, gewoond hebbende en overleeden alhier te Schagen en deszelvs nagelaate weduwe Lijsbeth Voorn, dewelke ingevolge de publicque verkoopinge door haar edelen in hunne voorseijde qualiteijt , verklaarden verkogt te hebben aan Melchior Puffius en Hendrik Spierdijk, woonende binnen de stad Alkmaar, een van ouds gerenomeerde olijmolen, mitsgaders een woonhuijs daar teegenover, beneevens een klijnder huijsje daar bij staande, met de pakhuijsen en erven daar bij behoorende, staande en geleegen op het Noord alhier, belent Pieter Leijen ten noorden, en Grietje Jonker ten zuijden, voorsien met de daartoe behoorende zaad- en koekhokken, mitsgaders olijbakken, zoo in de molen als in de huijsinge en verders alle gereedschappen en toebehooren, sodanig als alles behekt en bedoelt is, en mert de lijdende en heerschende dienstbaarheden daar bij beseeten, voor de somma van agt honderd vijff guldens gereet geld …” (Actum 08-11-1793)


Blz. 262 Idem aan Jan Schoor „een stuk weijdland, groot 6 geersen, 3 sneesen, …, geleegen na bij de zaagmolen alhier te Schagen, voornoemt, belend Claas Somerdijk ten westen en de Erven van de Heer Bregman ten oosten…‟ (Actum 08-11-1793) Blz. 263 Idem aan Pieter Honingveld „een stuk weijdland, groot 4 geersen, 4 sneesen en 10 roeden, … , geleegen bezuijden de Veert onder Schagen, belast met een jaarlijksche lijfrente van vijftien guldens ten lijve en ten behoeve van Lijsbeth Wijdenes, weduwen van wijlen Simon Veen, …, belend de Erven Adriaan Mulder ten noorden, en de erve Garmond Hoogebiere ten zuijden, …‟ (Actum 08-11-1793) Blz. 264 Idem aan Pieter Roggeveen van het Noord „een stuk weijdland, groot 3 geersen, 2 sneesen enn 10 roeden, … geleegen bezuijden de Halerveerdt onder Schagen voornoemt, belent de Erve Dirk Roggeveen ten oosten en Jan Wiering ten westen,…‟ (Actum 08-11-1793) Blz. 265 Idem aan Willem Hollander op ‟t Jallewal „een stuk weijdland, groot 4 geersen, 4 sneesen en 10 roeden, … , geleegen in de Ooster Caag onder Schagen, belent Cornelis Hoedjes c.s. ten oosten, en Jan Klaasz Bakker‟s kinderen ten westen…‟ (Actum 08-11-1793) Blz. 266 Idem aan Lammert Bes op de Hoogezijde „de helft in twee stukken weijdland, te samen groot 10 geersen, 3 sneesen …, geleegen aan den Halerveert onder Schagen, belent de voorseijde veert ten noorden, en de Dwarsveert ten westen, waarvan de andere helft aan Jan Schoor, alhier te Schagen woonagtig, in eijgendom is toebehoorende…‟ (Actum 08-11-1793) Blz. 267 Idem aan de heeren Gualtherus Matthaeus, Diderik Barsingerhorn, Cornelis Barsingerhorn en Cornelis Bootsman, woonende alhier te Schagen, „de helft in 28 geersen, 8 sneesen en 10 roeden land, als de helft in een erff geleegen op de Nes, groot 8 sneesen, belent Cornelis Bootsman ten zuijden en Fredrik Bommer ten noorden, de helft in een stukje weijdland, groot 8 geersen, 4 sneesen en 10 roeden, geleegen agter ‘t voorseijde erff, de helft in een stukje weijdland, groot 4 geersen en 8 sneesen, geleegen aan de Schoenmakersweg, belent Dirk Schoon ten zuijden, en de erve Gerbrand Molenaar ten noorden, de helft in 10 sneesen en 10 roeden land, geleegen annex het voorseijde erff, de helft in een stukje zaadland, groot 2 geersen en 10 roeden, geleegen in de Nes Caag bezuijden de Gouw, belent de erve Pieter Rouw ten noorden en de Schijnsloot ten zuijden, de helft in een stuk weijdland, groot 6 geersen, 8 sneesen en 10 roeden, geleegen benoorden de Gouw, aan de Molentogt van de klijnste Nes Caagmolen, belent dezelve ten noorden en Jacob Molenaar ten zuijden,


nog de helft in een stuk weijdland, groot 4 geersen, 2 sneesen, geleegen voor ’t zuijdeijnde van de Nes aan de vaart, belent de weduwe Jan Koopman ten noorden en Gerrit de Vries ten zuijden en laatstelijk nog de helft in een stuk weijdland , groot 6 geersen, 2 sneesen en 10 roeden geleegen aan de Kaij tusschen Schagen en Barsingerhorn, belent de Bansloot ten oosten en de vaart na Barsingerhorn ten zuijden, waarvan de andere helft aan Jan Schoor, woonende alhier te Schagen in eijgendom is toebehoorende (Actum 08-11-1793) Blz. 269 “Wij Reijer Barsingerhorn en Cornelis Boonacker, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekoomen is”: Simon Jongejan uit Haringhuizen verkoopt aan Jan Bokking van de Lagesijde „een stuk zaadland, groot seeven geersen en tien roeden, … , geleegen in de Oude Caagh onder Schagen, belent de Heer Abraham Kooning ten noorden, Jan Halfswaag ten westen, de Diaconen van de Gereformeerde Kerk van Schagen ten zuijden en de Leessloot ten oosten…‟ (Actum 25-02-1794) Blz. 270 Jacob Pietersz Molenaar van de Nes verkoopt aan Pieter Pietersz Olij van de Nes „een stukje weijdland, groot vier geersen, een snees, … , geleegen in de Ooster Nescaag onder Schagen voornoemt, belent de erve van jan Pons ten westen en Meijert Grootes ten oosten…‟ (Actum 04-03-1794) Blz. 272 Gerrit de Vries van de Hoep verkoopt aan Cornelis Barsingerhorn, procureur etc alhier te Schagen, „een stuk zaadland, groot tien geersen, elff sneesen, … , geleegen op de Nes onder Schagen, belent de erve Cornelis Fala ten westen, en de Armen van Barsingerhorn ten oosten…‟ (Actum 08-04-1794) Blz. 274 Dirk Guldewagen, praesident burgemeester der steede Schagen, als meede instaande en de rato caveerende voor Grietje Wijdenes, laatst weduwe van wijlen Cornelis Kroon, woonende op de Helder, mitsgaders voor J. J. Asmus als in huwelijk hebbende Dieuwertje Wijdenes, en nog voor Reijer Wijdenes, binnen de stad Alkmaar woonagtig, gesamentlijke erfgenaamen van wijlen Lijsbeth Wijdenes, weduwe Simon Veen, gewoond hebbende en overleeden alhier te Schagen voornoemt, dewelke ingeolge de publicque verkoopinge door haar gedaan, verklaarden verkogt te hebben aan Gerrit Lammertsz Dekker , wonende in de Molenstraat alhier te Schagen, een stukje weijdland, groot twee geersen, vijff sneesen en tien roeden, …. , geleegen in de Hoep alhier te Schagen, belent Wijbrand Dekker ten oosten, en het Weeshuijs van Schagen ten westen…‟ (Actum 08-04-1794) Blz. 275 Lucas Weijtsman, wonende in de Moriaen, als last en procuratie hebbende van Johan Karel Roebel, binnen de stad Delft woonagtig, verkoopt aan Adriaan Overtoom van de Loet „een huijs en erve , staande en geleegen op de Loet alhier te Schagen, belent Jan Streek ten oosten en Pieter Stuurman ten westen…‟ (Actum 08-04-1794)


Blz. 278 Jan Schoon van het Noord verkoopt aan Lambert Bes van de Hoogesijde „een stuk weijdland, groot vijff geersen, agt sneesen, … , geleegen tusschen de Lagedijkerbrug en Lagedijk onder Schagen, belent het Weeshuijs van Schagen ten oosten en Albert Akkerman ten westen…‟ (Actum 18-04-1794) Blz. 279 Lambert Bes van de Hoogsijde verkoopt aan Jan Schoon van het Noord „de helft in twee stukken weijdland te samen groot 10 geersen, 3 sneesen, … , geleegen aan de Haalerveert onder Schagen, belent de voorseijde veert ten noorden en de dwarssveert ten westen, waarvan de andere helft aan den kooper in eijgendom is toebehoorende…‟ (Actum 18-04-1794) Blz. 283 Jacob Vrorijk van de Dorpe verkoopt aan Willem Dudij, Mr. Goud en Silversmit op de Hoogesijede alhier te Schagen, „twee stukken weijdland, te samen groot 10 geersen en tien roeden, geleegen onder Schagen voornoemt, als ‟t eene groot vijf geersen, twee sneesen en tien roeden, geleegen in de Nieuwe Caag, belent Theodora Wolters, weduwe wijlen Gerbrand Molenaar, ten zuijden en Cornelis Swemmer ten noorden, en het andere groot vier geersen en tien roeden, geleegen aan de Lagedijkerweg, belent Dirk Schoon ten noordwesten en Seijtje Streek ten zuijdoosten…‟ (Actum 06-06-1794) Blz. 285 David van Nieveld, uit Alkmaar, soo voor sig zelve ende als last en procuratie hebbende van de gesamentlijke eijgenaars van de Brouwerij het Zwaard met de daarbij behoorende gereedschappen, pakhuijsen en biersteekerijen gepasseert voor den notaris Cornelis van Oostveen en seekere getuijgen in dato den 26en Maij 1794 binnen de stad Alkmaar, dewelke in die qualiteijt ingevolge publicque verkoopinge den 26en April 1794 binnen de stad Alkmaar gedaan, verklaarde verkogt te hebben … aan de edele Heer Pieter Honingveld, coopman binnen deese steede woonagtig, „een huijs en erve met een bierkelder, zijnde een geoctroijeerde biersteekerije, genaamd het Zwaard, staande en geleegen op de Bierkade alhier, belent Cornelis Boonacker c.s. ten oosten, en de weduwe van wijlen Jan Eesen ten westen …‟ (Actum 12-09-1794) Blz. 286 Willem Hollander verkoopt aan Pieter Kapiteijn van ‟t Jallewal „een stuk weijdland, groot vier geersen, vier sneesen en tien roeden, … , geleegen in de Ooster Caag onder Schagen, belent [niet ingevuld] ten oosten, en Jan Klaasz Bakkers kinderen ten westen…‟ (Actum 30-10-1794) Blz. 288 “Wij Dirk Guldewagen en Jacob de Vries, Schepenen binnen Schagen ,doen cont dat voor ons gekoomen is”: Cornelis Graaven van de Keijns verkoopt aan Dirk Muntjewerff uit Callantsoog „vier stukken weijdland, te samen groot 19 geersen en ses sneesen, als een stuk groot 4 geersen, 4 sneesen, genaamt ’t Hoogeventje, belend ’t Heijlige Wegje ten westen en ‟t Weeshuijs van Schagen ten oosten,


een dito groot 3 geersen, 1 snees, belent Cornelis Kooij ten westen en ’t vorige stuk ten oosten, nog een dito groot 7 geersen, 9 sneesen, belent Pieter Rouw ten westen en ’t volgende stuk ten oosten en laatstelijk nog een dito stuk groot 4 geersen en 4 sneesen belent het Weeshuijs van Schagen ten oosten en het laatste gemelde stuk ten westen, …, geleegen in de Nes Caagh onder Schagen…‟ (Actum 05-02-1795) Blz. 289 Cornelis Graaven van de Keijns verkoopt aan Tijmon Tulling uit Oudesluis „een huijsmanswooning, staande en geleegen op de Keijns voornoemt, belent Jan Gerritsz Bos ten zuijden, en de Westvriessche Zeedijk ten noorden… voor de somma van een honderd twee en veertig guldens gereed geld…‟ (Actum 23-02-1795) Blz. 291 Pieter Pietersz Saskers van Cornelissenwerff verkoopt aan Pieter Kapiteijn van ‟t Jallewal „twee stukken weijdland annex den anderen, te samen groot agt geersen, twee sneesen en tien roeden, als eene groot vier geersen, elff sneesen en tien roeden, en ‟t andere groot drie geersen en drie sneesen, … , geleegen in de Wester Caag onder Schagen, belent Willem Stammis ten oosten en Gerrit Baasjen en Claas Somerdijk ten westen …‟ (Actum 28-03-1795) Blz. 292 Pieter Pietersz Saskers van Cornelissenwerff verkoopt aan Pieter Adriaansz Saskers van ‟t Jallewal „een stukje weijdland, groot drie geersen, …, geleegen in de Wester Caag onder Schagen, belent Willem Stammis ten oosten en Gerrit Baasjen en Claas Somerdijk ten westen …‟ (Actum 28-03-1795) Blz. 293 Pieter Pietersz Saskers van Cornelissenwerff verkoopt aan Klaas Cornelisz Witsmeer, meede op Cornelissenwerff, ‟een stukje weijdland, groot drie geersen, drie sneesen en tien roeden, … , geleegen in Cornelissen Caag onder Schagen, belent den kooper ten oosten en noorden en de gemeene weg ten zuijden…‟ (Actum 28-03-1795) Blz. 295 Jochem Blauwboer van St.Maartensbrug en Cornelis Olij uit Grootschermeer verkopen aan den burger Jan Jacobsz Koomen van de Loet „ een huijs en erve, zijnde geapproprieert tot broodbakkerij met alle deszelvs gereedschappen en toebehooren, staande en geleegen op de Loet voornoemt, belent Jacob Koomen ten oosten en Jan Groen ten westen…‟ (Actum 18-05-1795) Blz. 299 De erfgenamen van wijlen Frans Molenaar en Trijntje Pieters Daalder verkopen in publieke veiling aan Cornelis Duijts „een huijs en erve, staande en geleegen op het Rintgarst alhier te Schagen voornoemt, belend met Burgemeesteren deezer steede ten oosten, en westen…‟ (voor het eerst komt er een „ r‟ en een „s‟ met eenmaal het: het Rintgarst)


(Actum 19-05-1795) Blz. 300 Neeltje Nijhoff, laast weduwe van Jacob Velserboer, Hendrik Pietersz Zomerdijk, als in huwelijk hebbende Trijntje Velserboer, benevens Dirk Teeuwisz Smit, als getrouwt aan Maartje Velserboer, woonende alle onder Schagen, verkopen aan den burger Gerrit Baasjen, koopman in graanen, „ een huijs en erve zijnde geapproprieert tot een broodbakkerij, voorzien met een stalling voor agt koeijen en twee paarden, staande en geleegen op de Hoogzijde, belend Willen Dudij ten oosten, en Cornelis Nijhoff ten westen, beneevens een wagenhuijs in de Molenstraat, belast met een jaarlijksche erfpagt van zeven stuijvers ten behoeve van de Gereformeerde Kerk alhier, … , voor de somma van een duijzend ses honderd en tien guldens gereet geld …‟ (Actum 28-05-1795) Blz. 303 Pieter Pietersz Saskers verkoopt aan Jan Pietersz Saskers – beide wonen op Cornelissenwerff – „een stukje weijdland, groot eengars, ses sneesen, … geleegen in Breekom onder Schagen, belend Jacob Kromhout ten zuijden, en den verkooper ten noorden,…‟ (Actum 03-09-1795) Blz. 305 Johannis Putter van de Lagezijde verkoopt aan burger Lubertus Eliza Bruijst „de helft in een huijs en erve, geapproprieert tot een smeersmelterij en kaarzenmakerije, staande en geleegen op de Lagesijde alhier te Schagen voornoemt, belent Dr. Nicolaus Barsingerhorn ten oosten en Jan Jacobsz Borst ten westen, waarvan de andere helft reets aan den kooper in eijgendom is toebehoorende…‟ (Actum 12-09-1795) Blz. 306 Cornelis Graaven aan de Groote Sloot verkoopt aan Adriaan Roggeveen van Groot Keijns in de Zijpe „een stuk weijdland, groot negen geerzen, …, geleegen bij de Keijns onder Schagen, belend de weduwe Aris Oost ten zuijden, en Gerrit Koomen ten oosten…‟ (Actum 17-09-1795) Blz. 308 Pieter Rouw van de Snevert verkoopt aan zijn broer Louris Rouw op ‟t Wadt „een stukje zaadland, groot vier geerzen, negen sneezen, … , geleegen aan de Gouw onder Schagen,belend Jochem Stoel ten westen en Dirk Muntjewerff ten oosten …‟ (Actum 18-12-1795) Blz. 310 “Wij Jacob Denijs en Johannes Putter, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekomen is “: Hendrik Pietersz Somerdijk van de Loet verkoopt aan zijn broer Claas Pietersz Somerdijk op de Loet „een stukje groedland, groot drie geersen, … geleegen in de Zandvenne onder Schagen, belent Jan Gerritsz Oomgert ten noorden en Jan oever ten zuijden, mitsgaders een gars, elff sneesen, geleegen in een stuk weijdland van den Heer van Schagen aan het Avondorper Laantje onder Schagen voornoemt, belent de Pastorij van Schagen ten noorden en de gemeene vaart ten oosten…‟ (Actum 13-02-1796)


Blz. 312 Luijtje Kuijper van Hemkewerf, Pieter Blauwboer en Dirk Winkel in qualiteijt als testamentaire voogden over de minderjaarige erfgenaamen van wijlen Jan Hendriksz Dekker en Maartje Gerrits, echtelieden beijde op Hemkewerff voornoemt overleeden, verkopen in publieke veiling aan Pieter Blauwboer van Lagedijk „een stuk groedland, groot ses geersen, drie sneesen,…, geleegen in de Zantvenne, belent Jan Rensz Boontje ten oosten en de Armen van Schagen ten westen…‟ (Actum 22-02-1796) Blz. 313 Idem aan Poulis Smit van ‟t Noordt „drie stukjes weijdland, geleegen aan malkanderen te samen groot tien geersen, seven sneesen en tien roeden, …, gelegen in de Lagedijker Kaag onder Schagen, belent de kinderen van Aarjen Bakker ten westen en Dirk Schoon ten oosten …‟ (Actum 22-02-1796) Blz. 314 Idem aan Meijert Grootes „een stukje groedland, groot drie geersen en een snees, … , geleegen in de Lagedijker Caagh onder Schagen, belend Pieter Blauwboer ten zuijdwesten en de Westvriessche Zeedijk ten noordwesten…‟ (Actum 22-02-1796)

Blz. 315 Idem aan Antje Jans Hogendorp, „twee stukjes groedland, geleegen aan den anderen, te zamen groot vier geersen en tien roeden, …, geleegen in de Lagedijker Caag onder Schagen, belend de weduwe Dirk Strop ten zuijdwesten en de Westvriessche Zeedijk ten noordwesten…‟ (Actum 22-02-1796) Blz. 316 Idem aan Luijtje Kuijper op Hemkewerff „een stuk zaadland, groot ses geersen en twee sneesen, … , geleegen aan de Groene Weg onder Schagen, belent Cornelis Hoogland ten oosten en westen, …‟ (Actum 22-02-1796) Blz. 324 Willerm Takhouder uit de Wieringerwaard verkoopt aan Jan Rouw en Louris Rouw, beide van ‟t Wad, „een stuk weijdland, groot sess geersen en vier sneesen, … , gelegen in de Nes Caagh aan de Gouw onder Schagen, belent Klaas Zomerdijk ten oosten en de Armen van Schagen ten westen…‟‟ (Actum 12-05-1796) Blz. 325 “Wij Cornelis Bootsman en Pieter Westing Junior, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekomen zijn de burgers Pieter Jansz Grin, woonende in de Heer Hugowaart, Simon Grin woonende in de Zijpe, Dieuwertje Grin en Dirk Jansz Grin, beijde woonende te Barsingerhorn, item Cornelis Jansz Smit en Klaas Biersteker, beijde mede te Barsingerhorn woonagtig, in qualiteijt als voogden over Aagje Jans Grin, mitsgaders nog den bovengenoemde Cornelis Jansz Smit en Pieter Heertjes Kossen woonende op de Vennik,


onder Oude Niedorp, in qualiteijt als voogden over Antje Cornelis Grin, nagelaten minderjaarige dogter van wijlen Cornelis Jansz Grin, in huwelijk verwekt bij Trijntje Heertjes Kossen, en eijndelijk Maarten Kooij, op de Blokhuijzen, meede onder Oude Niedorp woonagtig, in qualiteijt als last en procuratie hebbende van voorseijde Trijntje Heertjes Kossen, weduwe van wijlen Cornelis Jansz Grin, zijnde te zamen de nagelaaten erfgenaamen van wijlen Jan Grin en Antje Kooijman, in der tijd echtelieden gewoond hebbende en te Barsingerhorn voornoemt overleeden (zijnde de actens van voogdije en procuratie aan ons Scheepenen geëxhibeert) dewelke verklaarden, zo in privé als in qualite voorseijd ingevolge de publicque verkoopinge op den 31en Maart dese jaars te Barsingerhorn gedaan, verkogt te hebben aan den burger Klaas Somerdijk, koopman alhier te Schagen, een stuk groedland, groot vier geersen, vijf sneesen en tien roeden, dog bij den hoop ende stootsvoets, sonder ten aanzien der groote in onder ofte overmaate gehouden te zijn, geleegen in de Nes Caagh onder Schagen, belent Jan Liefhebber ten westen, en de Roomsche Kerk van Schagen ten oosten …‟ (Actum 17-05-1796) Blz. 326 Idem aan Dirtk Jansz Grin uit Barsingerhorn „de vijfsesde portie in een stuk zaadland, groot vijff geersen, vier sneesen en tien roeden, …, geleegen in de Oude Caagh onder Schagen, belend Pieter Adriaansz Vries ten zuijden, en Pieter Bos ten norden…‟ (Actum 17-05-1796) Blz. 328 Idem aan Cornelis Jansz Bos van de Keijns, „een stukje zaadland, groot tien sneesen, … , geleegen bij de Keijns onder Schagen, belent de Westvriessche Zeedijk ten oosten en Gerrit Jansz Bos ten westen…‟ (Actum 17-05-1796) Blz. 331 Gualtherus Matthaeus, Bailliuw en Notaris etc. etc., en Cornelis Boonacker verkopen aan de burger Klaas Somerdijk, koopman in houtwaren, „een huijs en erve, met het regt van bierstal, staande en geleegen op de Bierkade alhier te Schagen, belast met een jaarlijksche erfpagt van acht guldens en zeventien stuijvers ten behoeve van den Heer van Schagen, als meede met de 1/11e portie in het onderhout van de Bierkaderbrug, belent Pieter Westing Senior ten oosten, en Pieter Honingveld ten westen…‟ (Actum 06-06-1796) Blz. 333 Jan Schoor van het Noord verkoopt aan Harmen Jansz Oostindien van de Lagesijde van het Noordt „een eijkerschuijt, met deszelvs zeijl, treijl en verdere toebehooren, soo als dezelve door den verkooper Jan Schoor is bevaaren, en door dezelve aan bovengemelde Harmen Jansz Oostindien is overgeleeverdt…, voor de somma van seven honderdt guldens gereet geld…‟ (Actum 31-08-1796) Blz. 334 Gerrit Boonakker en Jan Streek, in qualiteijt als diaconen van de Gereformeerde Kerk alhier, als mede in staande en de rato caveerende voor haare meede confraters Jan Oijevaar en Jacob Stammes, verkopen in publieke veiling aan Rens Jongerling van de Lagesijde van de Loet, „een huijs en erve, staande en geleegen in de Nieuwstraat op de hoek van de Schoolsteeg


alhier te Schagen voornoemt, belent de gemelde steeg en Jan Knikker ten noorden en Jan Keet ten zuijden…‟ (prijs f. 263,--) (Actum 19-12-1796) Blz. 336 “Wij Cornelis Bootsman en Pieter Westing Junior, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekomen is “: Gerrit Deutekom van de Lagezijde verkoopt aan de erfgenaamen van wijlen Aarjen Hopman te Broek op Langedijk overleden, „een damschuijt, met desselvs zeijl, treijl en verdere toebehooren, soo als dezelve door den verkooper Gerrit Deutekom aan bovengemelde Aarjen Hopman in der tijdt is overgelevert en zulks voor een somma van twee honderdt en tagtig guldens gereet geld…‟ (Actum 15-02-1797) Blz. 337 Mr Johannes Putter, Gualtherus Matthaeus en Pieter Westing Junior in qualiteijt als curateuren over den gecedeerden boedel en nalatenschap van Jan Putter G.Z. alhier te Schagen meergemeldt overleeden, verkopen in publieke veiling aan den burger Adrianus van Exter, coopman binnen de stad Hoorn, „een wel doortimmert en zeer geschikt huijs en erve zijnde aangelegt tot een smeersmelterije en kaarzemaakerije, staande en geleegen op Lagesijde van het Noord, belend Cornelis Schermeer ten noorden, en de weduwe Lucas Barsingerhorn ten zuijden, belast met een jaarlijksche erfpagt van drie stuijvers en agt penningen ten behoeve van de Armen van Schagen als ook met het onderhout van van een vijfde portie in den brugh…‟ (Actum 20-02-1797) Blz. 339 Pieter Bruijn uit Egmond op den Hoef verkoopt in publieke veiling aan Cornelis Opdam van de Hoogzijde „twee stukken weijdland, annex den anderen, genaamt de Boedweijden, te saamen groot elf geersen, tien sneesen en tien roeden, … geleegen aan ’t Keijnsmerwegje onder Schagen, belent Cornelis Hoogland tennoordoosten, en Jan Spaansen ten zuijdwesten…‟ (Actum 09-03-1797) Blz. 340 Idem aan Pieter Honingveld „een stukje weijdland, groot drie geersen, … , geleegen aan de Groeneweg onder Schagen, belent Cornelis Hoogland ten noorden en Luijtje Kuijper ten oosten…‟ (Actum 09-03-1797) Blz. 341 Idem aan Gerrit Baasjen, Cornelis Boonakker en Pieter Westing Junior „een stukje weidland, groot vier geersen, vier sneesen en tien roeden, …, geleegen in de Wester Caagh onder Schagen, belent Gerrit Baasjen en Klaas Zomerdijk ten oosten en westen…‟ (Actum 09-031797) Blz. 344 Cornelis Bootsman en Andries Dudij, in qualiteijt als aangestelde curateuren over de perzoonen en goederen van Gerrit Komen en Naria Dudij, echtelieden alhier te Schagen, in dato 10 October 1796 verkopen in publieke veiling aan Pieter Westing Junior „een stuk groedland, groot 14 geerzen, 5 sneesen en 10 roeden, … , geleegen voor de Nes onder


Schagen, voor of bewesten het huijs van Cornelis Tuijnman, belent de Nesdijk ten noorden, het genoemd huijs ten oosten en Pieter Westing ten westen…‟ (Actum 20-03-1797) Blz. 345 Cornelis Bootsman en Andries Dudij, in qualiteijt als aangestelde curateuren over de perzoonen en goederen van Gerrit Komen en Naria Dudij, echtelieden alhier te Schagen, in dato 10 October 1796 verkopen in publieke veiling aan Pieter Westing Junior „een stuk groedland, groot 8 geerzen, 3 sneesen en 10 roeden, … , geleegen agter het huijs van Cornelis Tuijnman op de Nes onder Schagen, belent Dirk Schoon ten noorden en het gemelde huijs ten westen…‟ (Actum 20-03-1797) Blz. 346 Idem aan Jan Thijsz Witsmeer „een stukje groedland, groot 3 geersen, twee sneesen en tien roeden, …, geleegen aan het Schoenmakerswegje, belent het wegje ten westen, de weduwe Lucas Barsingerhorn ten noorden en Dirk Jongejan ten zuijden…‟ (Actum 20-03-1797) Blz. 347 Idem aan Jan Schoor „een stuk groedland, groot 11 geersen, 7 sneesen en 10 roeden, … , geleegen aan twee perceelen aan het Schoenmakerswegje, genaamt de Schoutsweijden, belent het gemelde wegje ten westen, Jan Liefhebber ten noorden en Cornleis Heines ten zuijden…‟ (Actum 20-03-1797) Blz. 348 Idem aan Meijert Grootes op de Nes „een stukje groedland, groot 4 geersen, 8 sneesen en 10 roeden, genaamt de Kaijweijd agter Platstelt onder Schagen geleegen, belent de Butterpot ten noorden, en Pieter Westing ten zuijden…‟ (Actum 20-03-1797) Blz. 353 Abraham Boonakker van de Lagezijde verkoopt aan Dirk Bloem op de Plaats „een huijs en erve, sijnde geapproprieert tot een broodbakkerije met alle desselvs gereedschappen daarbij behoorende, staande en geleegen op den Plaats voornoemt, belent Lucas Weitsman ten westen en Hendrik Bernards ten oosten, als meede nog een pakhuijs met desselvs erf, staande en gelegen in den Nieuwstraat alhier te Schagen meergenoemt, belent Claas de Graaf ten zuijden en Willem Snel ten noorden…‟ (Actum 01-05-1797) Blz. 355 Dirk Pouliss Ruijg van Cornelissenwerf verkoopt aan Jan Ariensz Smit in de Moolenstraat „een huijs en erve, sijnde een ijsersmeederije met alle desselvs gereedschappen, beneevens nog een huijs en erve, sijnde een slijpmoolen met de gereedschappen van dien, alle staande en geleegen aan de noordzijde van de Moolenstraat voornoemt, belent de gemeene vaart ten noorden, en de Heereweg ten zuijden, … voor de somma van seven honderd en vijftig guldens …‟ (Actum 09-05-1797)


Blz. 357 In deze acte verkopen Claas Somerdijk, coopman in houtwaren en Jan Groen, als in huwelijk hebbende Aagje Baasjen, coopman in graanen, aan Pieter Krabman op ‟t Tolke, een huijsmanswooning, boet en schuur op Tolke en seventig geersen en ses sneesen land in de Ooster Caagh en de Wester Caagh alle in de buurt van de boerderij.… (Actum 17-05-1797) Blz. 363 Pieter Gerritsz Dekker, Pieter Eenigenburgh, als in huwelijk hebbende Aaltje Gerritsz Dekker, Claas de Graaf, en Dirk Winkel, in qualiteijt als aangestelde voogden over het innocente kind Jan Gerritsz Dekker in huwelijk verwekt bij wijlen Gerrit Dekker en Maartje Jans Hoep, verkopen in publieke veiling aan Pieter Gerritsz Dekker bovengenoemt „een stukje weijdland, groot twee geersen, vijff sneesen en tien roeden, …, geleegen agter de Hoep alhier te Schagen, belent de weduwe Wijbrand Dekker ten oosten en het Weeshuijs van Schagen ten westen …‟ (Actum 21-05-1797) Blz. 364 Idem aan Pieter Gerritsz Dekker bovengenoemt „een stukje weijdland, groot een gars, negen sneesen en tien roeden, … , geleegen in de Oude Caagh onder Schagen, belent de weduwe Louris Berger ten zuijdoosten en Jochem Stoel ten noordwesten…‟ (Actum 21-05-1797) Blz. 365 Willem Dudij, woonende in Schagen, in qualiteijt als door wijlen zijne moeder Johanna Wolfers, weduwe Claas Dudij, tot het recht van eijgendom en verkoop geregtigt en gequalificeert, verkoopt in publieke veiling aan Dirk Pietersz Prins een huijs en erve staande en geleegen op de Hoogsijde belent Jacob Denijs ten oosten en Johannes Putter ten westen…‟ (Actum 31-07-1797) Blz. 366 Cornelis Nijhoff uit Haringcarspel verkoopt aan Klaas Jansz Bonsem in de Molenstraat „een huijs en erve, staande en geleegen op de Hoogsijde alhier te Schagen, belend Jan Groen ten oosten en Cornelis Stam ten westen …‟ (prijs f. 275,--) (Actum 10-08-1797) Blz. 368 Jochem Blaauboer uit St. Maartensbrug en Cornelis Olij uit Groot Schermeer verkopen ingevolge een justitieel vonnis in publieke veiling aan bovengemelde Cornelis Olij „een huijs en erve, sijnde geapproprieert tot een broodbakkerij, staande en geleegen op de Loet alhier te Schagen, belent Jan Groen ten westen en de weduwe Jacob Komen ten oosten…‟ (Actum 04-09-1797) Blz. 369 Pieter Westingh Junior, secretaris van Barsingerhorn, wonende in Schagen, verkoopt aan Maarten Weeland uit de Hoep „een boedt, staande op het erff van het huijs van bovengenoemde Maarten Weeland in de Hoep voornoemt, belend Jan Stap ten oosten en de meergemelde Maarten Weeland ten westen …voor de somma van een honderd en tien gulden…te betaalen in vijf termijnen…‟ (Actum 20-09-1797, in het derde jaar der Bataafsche Vrijheid)


Blz. 372 “Wij Jan Groen en Gerrit Boonacker, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekomen zijn “: Gualtherus Matthaeus en Cornelis Bootsman, in qualiteijt als door Scheepenen dezer steede op den 6en Maij 1793 aangesteld en gecommitteerd tot curateuren in den gecedeerde boedel van wijlen Cornelis Schoon gewoond hebbend een overleden alhier te Schagen, en desselvs nagelaten weduwe Lijsbeth Voorn, …, verkopen aan Jan Schoon van het Noord „een huijs en erve, staande en gelegen op de Hoogezijde van het Noord alhier zijnde geapproprieert tot een Cruidenierswinkel (in de contrta-acte: een Kruidenierswinkelhuijs), belend Hendrik Bosman ten zuijden, en Cornelis Kerkhoven ten noorden…‟ (Actum 04-011798) Blz. 374 Maijert Grootes van de Nes verkoopt aan Paulis Smit op Lagedijk „een stukje groedland, groot drie geerzen en een snees, … geleegen in de Lagedijker Caagh onder Schagen, belend Pieter Blauwboer ten zuijdwesten en en de Westvriessche Zeedijk ten noordoosten…‟ (Actum 02-02-1798) Blz. 375 “Wij Jan Groen en Gerrit Boonacker, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekomen is den burger Jan Oijevaar woonende alhier te Schagen, in qualiteijt als diacon van de Gereformeerde Gemeenten alhier, en Willem Roggeveen, meede alhier woonende in qualiteijt als diacon van de Waterlandsche Gemeente te Barsingerhorn en alzoo instaande en de rato caveerende voor voor hunne meede confrater, dewelke in hunnen voorseijde qualiteiten [verklaarden] verkogt te hebben aan den burgers Cornelis Breeland en Neeltje Slooff - beiden woonende te Winkel – en Hendrik Spaans te Barsingerhorn woonagtig een huijs en erve, staande en gelegen op de Lagesijde alhier, belend Lubertus Elisa Bruist ten oosten, de weduwe Alderd Gorter ten westen…‟ (Actum 08-02-1798) Blz. 376 Arien Bras verkoopt aan Pieter Gerritsz de Vries in de Haale „een stukje groedland, groot vier geerzen en seven sneesen,…, geleegen aan het Haalerwegje, belend Louris Butter ten oosten, Willem Roggeveen ten westen…‟ (Actum 17-02-1798) Blz. 380 Cornelis Bootsman en Andries Dudij in qualiteit als aangestelde curateuren over de perzooen en en goederen van gerrit Komen en Maria Dudij, echtelieden mede alhier woonachtig , verkopen in publieke veiling aan Andries Dudij „een dubbeld huis en erve staande en gelegen op de Laagezijde op de hoek van de Marktplaats te Schagen belend de weduwe Alderd Gerrritsz Gorter ten oosten en Cornelis Boonacker ten noorden…‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 381 Idem aan Pieter Westing Junior „een stuk groedland, groot 11 geerzen, 5 sneesen en 10 roeden, … , gelegen in twee percelen benoorden de Nesdijk onder Schagen, belend de voorseijde Nesdijk ten zuiden, Pieter Westingh ten oosten, en Dirk Schoon ten westen…‟ (Actum 19-02-1798)


Blz. 382 “Wij Jan Groen en Gerrit Boonacker, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekomen is den burger Reijer Barsingerhorn, in qualiteit als eenige ervgenaam ex testamento van wijlen Lucas Barsingerhorn gewoond hebbende en in den jaare 1789 overleden alhier te Schagen, Jan Voest woonende te Amsterdam en Cornelis Barsingerhorn en Cornelis Boonacker beide alhier te Schagen woonachtig, in qualiteit als voor wijlen Yda Leseuex in leven weduwe van en boedelhoudersse van voornoemde Lucas Barsingerhorn meede gewoond hebbende en in den jaare 1797 alhier overleeden, aangesteld en gecommitteerd tot executeuren der uiterste wille van dezelve Yda Leseuex verkopen in publieke veiling aan Willem Jansz Neeff alhier te Schagen woonachtig een huijs, erf en moolenwerf, staande en gelegen op de Laagezijde van het Noord alhier te Schagen belend Cornelis Duijts ten suijden en Jan Schoor ten noorden … voor de somma van een honderd en agt en tagtig guldens gereed geld (Actum 19-02-1798) Blz. 384 Idem aan Pieter Honingveld „een looijerspleijn met desselvs opstal staande en gelegen op de Lagezijde van het Noord, belend Jan Schoor en Jan Oijevaar ten zuiden en Johannes Putter ten noorden…‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 385 Idem aan Pieter Honingveld „een boed met desselvs schuur, als meede de erven daarbij ende annex geapproprieerd tot een boerderij staande en gelegen op de Lagezijde van het Noord, belend de kooper ten oosten, Arien van Dijk ten zuijden, en Cornelis Schermer ten noorden, belast met het onderhoud voor de helft in de 4e portie van de brug…‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 386 Idem aan Maartje Jongerling, weduwe wijlen Diderik Barsingerhorn, geweesen secretaris dezer steede, „een stuk groedland met een erv van een hofsteede, daar aan annex, en aan den anderen verheeld, groot te zamen vier geerzen, een snees en tien roeden, …, geleegen in de Nieuwe Kaagh aan het eind van het Noord belend de erve wijlen Dirk Strop ten noorden en Dirk Jongejan ten zuiden …‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 387 Idem aan Pieter Honingveld „een stuk groedland groot vijff geerzen, vijff sneesen en tien roeden, …, gelegen in de Missel Kaag aan het Haalerwegje, belend Kornelis Kerkhoven ten oosten en Cornelis Opdam ten westen …‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 388 Idem aan Cornelis Opdam „twee stukken groedland, het eene groot 5 geerzen, 5 sneesen, en het andere groot 4 geerzen en tien roeden, geleegen bij en annex den anderen aan het Haalerwegje, belent Pieter Honingveld ten oosten en de weduwe wijlen Pieter Roggeveen ten westen…‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 389 Idem aan Willem Roggeveen „twee stukken groedland, het ene groot 4 geerzen, gelegen voor het Noord met een dam annex het volgend perceel, belend met jan Schoor ten oosten, en de


erve wijlen Pieter van der Beek ten westen en het andere groot 2 geerzen en 11 sneesen, en alzoo te zaamen ses geerzen en elf sneezen …‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 390 Idem aan Pieter Gerritsz de Vries in de Haale „twee stukken groedland, het eene groot 3 geerzen en 7 sneezen en het andere groot 2 geerzen, 11 sneezen en 10 roeden, en alsoo te zamen ses geerzen ses sneezen en tien roeden gelegen met een dam annex den anderen in de Santvenne, belend Jacob van Rijzingen ten oosten Rens Boontje ten westen, de gemeene [Armen] van Schagen ten zuijden en de erve wijlen Dirk Strop ten noorden…‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 391 Idem aan Klaas Zomerdijk „een stuk groedland groot drie geerzen en elf sneezen, gelegen in de Zantvenne bij Buijtendijk belend Reijer Barsingerhorn ten oosten en de zoo even genoemde dijk ten westen …‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 392 Idem aan Jacob Waijboer uit de Wieringerwaard „twee stukken groedland, het eene groot 4 geerzen en 8 sneezen, en het andere groot 2 geerzen en 8 sneezen, en alzoo te zamen zeven geerzen en vier sneezen, geleegen met een dam annex den anderen voor het einde van den Nes aan het Schoenmakerswegje en ten oosten aan de vleetsloot …‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 393 Idem aan Pieter Rouw „een stukje groedland, groot een gars, elf sneezen, geleegen in de Oude Kaag, belend de weduwe wijlen Cornelis Koorn ten zuiden, de erve wijlen Gerrit de Vries ten noorden …‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 394 Idem aan Pieter Ariensz Vries op de Miede „een stukkie zaadland, groot een gars, negen sneezen en tien roeden, geleegen agter Lutjewal bij de Miede aan de Leetsloot, belend de erve wijlen Jan Blokker ten zuiden en noorden…‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 396 Melchior Puffius en Hendrik Spierdijk, uit Alkmaar, verkopen in publieke veiling aan Jacob Swaag „een stukkie land gelegen op het Noord alhier te Schaagen, zijnde hetzelfde daar de moolen op heeft gestaan, groot 5 sneezen belend Jan Schoor ten zuiden en noorden en de gemeene vaart ten oosten…‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 397 “Wij Jan Groen en Gerrit Boonacker, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekomen zijn de burgers Dirk Winkel en Jacob Schouten, beide woonende te Schagen, in qualiteit als generaale gemagtigdens in dato 5 November 1797 van Pieter Eenigenburg als in huwelijk hebbende Aaltje Gerrits Decker, Pieter Gerritsz Decker, Jan Cornelisz Decker, Jan de Jong alle wonende te Schagen, Jan Schravesant in qualiteit als voogd over de kinderen van


Lijsbeth Lammerts Decker, Klaas Koning, Jan Klaasz Komen in qualiteit als voogd over de kinderen van Jan Pietersz Tjallema, Hendrik Decker, Neeltje Decker, Hendrik Pietersz Kuit, Trijntje Pieters Kuit, Arien Winkel, als in huwelijk hebbende Neeltje Pieters Kuit, Jan Delver, in qualiteit als Diacon van de Zuid Zijpe over de kinderen van wijlen Jan Vos en Maartje Hendriks Kuijt, Simon Pietersz Kuijt, alle woonende in de Zijpe, Simon Pietersz Kuit woonende in de Heer Hugowaart, nog dezelve in qualiteit als voogd over de kinderen van wijlen Pieter Kuit in de Zijpe woonachtig, Jacob Jansz Decker, woonende in de Heer Hugowaard, Lammert Cornelisz Decker, woonende op Groenveld onder Valkoog, Pieter Tjallema woonende op Valkoog, Dirk Winkel en Pieter Leijen, in qualiteit als armevoogden van Schagen, voor Jan Gerritsz Decker, Aafje de Jong woonende te Colhorn, Aaltje de Jong, woonende in de Wieringerwaard, Cornelis Kerkhoven S.Z., als in huwelijk hebbende Trijntje Kamer, Jacob Schouten, als in huwelijk hebbende Ariaantje Kamer, Arien Knikker, als in huwelijk hebbende Neeltje Lek, Meijndert Kant, als in huwelijk hebbende Maartje Lek, alle woonende te Schagen, Frans Mulder. als in huwelijk hebbende Maartje Kamer in de Zijpe woonachtig, uitmakende de gezamentlijke ervgenamen van wijlen Pieter Kuit gewoond hebbende en overleden op het Wad onder Schagen, dewelke ingevolge de publicque verkoopinge door haar gedaan, bekende verkogt te hebben aan de burgers Jan Rouw en Louris Rouw, woonende op het Wad alhier onder Schagen, een stuk groedland, groot 4 geerzen, 7 sneezen en 10 roeden, genaamd de Breedven, geleegen inde Nes Caagh onder Schagen, belend Jan Rouw ten zuijden, en den verkoopers ten noorden…‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 398 Idem aan idem „een stuk groedland groot twee geerzen ses sneezen, geleegen in de Nes Caagh onder Schagen, belend der verkoopers ten zuijden, en het Committé van Algemeen Welzijn ten noorden, …‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 399 Idem aan Klaas Elertsz Rietvink „een stuk groedland, groot drie geerzen, negen sneezen, geleegen in de Nes Caagh onder Schagen, belend de togtsloot ten zuijden, en het rietbos ten noorden …‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 400 De erfgenamen van Jacob Tames en Antje Nijhof gewoond hebbende en overleden te Schagen verkopen aan Cornelis Korver uit Scjhagen „een winkelhuis (?), erve en boed, staande en gelegen op de Hoogezijde van het Noord alhier, belend Jan Knikker ten zuiden en Willem Roggeveen ten noorden…‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 401 Idem aan Jan Oever „een stukje weijdland, gelegen aan de Zeugebeurd, groot tien sneezen, belend Jan Keet en Jacob van Rijzingen ten zuijdoosten en de Valkoogerdijk ten noordwesten…‟ (Actum 19-02-1798) Blz. 408 Jacob Slot uit de Zijpe, zoo in privé als mede als voogd over de kinderen van Antje Jaocobsdr Sloth en het nagelaten kind van Trijntje Slot, als meede instaande en de rato caveerende voor de minderjaarige kinderen van Dieuwertje en Guurtje Sloth, gezaamentlijke ervgenaamen van


wijlen Jacob Sloth en Grietje van der Werff, gewoond hebbende en te Calverdijk onder Haringcarspel overleeden, verkoopt in publieke veiling aan Pieter Blauwboer op de Lagedijk „de helft in twee stukken groedland, annex den anderen, gemeen met Luitje Boots, groot te saamen in verponding zeeven geerzen, en vijf sneezen, … , geleegen in de Lagedijker Caagh onder Schagen, belend de Westvriessche Zeedijk ten noordwesten, en de gemeene weg ten zuidoosten…‟ (Actum 28-02-1798) Blz. 409 Harmen Oostindien verkoopt aan Cornelis Winkel „een eikschuit, met desselvs zeijl, treijl en verdere toebehooren, zoo als dezelve door den verkooper is bevaaren, en door den zelve aan den kooper is overgeleverd, en zulks voor een somma van een duizend guldens gereed geld…‟ (Actum 04-03-1798) Blz. 410 Maartje Prins, weduwe wijlen Leenderd Kalv, in leeven praedicant te Haringhuizen, item de burgers Gerrit Jonk en Cornelis Rentenaar, beide woonende te Haringhuizen, in qualiteit als voogden over Elisabet Johanna Barbara Kalf, mitsgaders als repraesenteerende Abel en Henricus Kalff nagelaten minderjaarige en meerderjaarige dog uitlandig zijnde kinderen en ervgenaamen van wijlen voornoemde Leenderd Kalv, als daar toe zoo bij weesmeesteren van Haringhuizen, als het Committé van Justitie van Barsingerhorn, Colhorn en Haringhuizen speciaal geauthoriseerd, verkopen aan Klaas de Ruiter „ een houtbosje, gelegen onder Schagen, nabij de brug van Haringhuizen voornoemt beoosten de gemeene weg, item nog twee dito bosjes, gelegen als vooren benoorden Lutjewal, bewesten en aan de gemeene weg …voor de somma van een honderd en negen dertig guldens gereed geld…‟ (Actum 12-03-1798) Blz. 411 Jan Abbestee en Jan Posker, als in huwelijk hebbende Reinoud Abbestee, beide wonende in de Barsingerhorn, als eenige nagelaten ervgenaamen van wijlen Maartje Jansdr Slik, weduwe wijlen Pieter Abbestee, gewoond hebbende en meede overleden aldaar te Barsingerhorn, verkopen in publieke veiling aan Cornelis Pietersz Slik en Florus Heijnstman uit Wieringerwaard, „een stukje groedland, groot een gars en agt sneezen, … , gelegen in de Nes Caag onder Schagen, belend Jacob Theunisz Smit ten ten oosten en de Westvriescche Zeedijk ten westen…‟ (Actum 18-03-1798) Blz. 413 Jochem Stoel verkoopt aan Klaas Eldertsz Rietvink van het Wad „een stukje groedland, groot eengars, …, geleegen in de Nes Caag bij ’t Wad voornoemt, belend het riedbos ten noorden, en de togtsloot ten zuiden …‟ (Actum 06-04-1798) Blz. 414 Jan Schoor verkoopt aan Jan Tijsz Witsmeer „een stuk groedland, groot elf geerzen, seeven sneezen en tien roeden, … , gelegen aan de twee perceelen aan het Schoenmakerswegje onder Schagen genaamt de Schoutsweiden, belend het gemelde wegje ten westen, Jan Liefhebber ten noorden en Cornelis Heines ten zuiden…‟ (Actum 21-04-1798)


Blz. 415 “Wij Dirk Opperdoes Schenk en Gerrit Boonacker, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekomen is den burger Gualtherus Matthaeus, notaris woonend te Schagen, als last en procuratie hebbende van de burgers Evert Strop en Cornelis Strop, beide mede alhier woonachtig, in qualiteit als eenige nagelaten kinderen van wijlen Dirk Strop en Neeltje Evertsdr Baas, in der tijd egtelieden gewoond hebbende ende overleeden te Schagen, dewelke ingevolge de publicque verkoopinge door haar gedaan verklaarde verkogt te hebben aan den burger Jan Schoor, woonende alhier te Schagen, een huismanswooning, erve en boomgaard, groot 5 sneezen, staande en gelegen op het Noord alhier te Schaagen, belend met Jan Schoor ten zuiden, en de weduwe Pieter Poulusz Bijvoet ten noorden, mitsgaders de volgende stukken landts als een stuk weidland, groot vier geerzen seven sneezen en tien roeden, geleegen buiten ’t Noord nog een dito stuk aanhet voorgaande verheeld, groot vier geerzen, geleegen meede als ‟t voorige belend Lucas Barsingerhorn ten zuiden en Jan Spaansen ten noorden, een stuk dito , groot twee geerzen, tien sneezen en tien roeden, gelegen in de Lagedijker Caagh belend de Westvriessche Zeedijk ten noorden en Jan Decker ten oosten, nog een dito stuk genaamt de Hollebol, groot seven geerzen en negen sneezen, geleegen aan het Keinzermerwegje belend Dirk Schoon ten zuiden, en de weduwe Pieter Bijvoet ten noorden nog een dito stukje groot vijff geerzen en tien sneezen, geleegen aan het Keinsmerwegje belend Andries Hanekes ten zuiden en Aris Oost ten noorden, alle afgekomen van Willem Schipper, nog een stuk weijdland, groot vier geerzen, seven sneezen en tien roeden geleegen voor ’t Noord, genaamd de Hogeven, belend de erve Lucas Barsingerhorn ten zuiden afgekomen van Pieter Koetenburg, alsnog een dito stuk groot vijf geerzen, een snees en tien roeden, geleegen aan ’t Nespad, belend Adriaan Mulder ten oosten, en de weduwe Cornelis Kerkhoven ten westen, afgekomen van de weduwe Jan Plaats eijndelijk nog een dito stukje groot vier geerzen, geleegen in de Zandvenne, belend de Erve Lucas Barsingerhorn ten zuiden en Gerrit Mamus ten oosten, afgekomen van Pieter Metzelaar … voor de somma van vier duizend drie hodnerd ses en twintig guldens gered geld…‟ (Actum 22-04-1798) Blz. 417 Idem aan Cornelis Strop uit Schagen „een hegt, sterk en weldoortimmert huijs en erve geapproprieerd tot een winkelhuis en slagerij, staande en gelegen op het Noord te Schagen, belend met het Raapenpadje ten zuiden en Jan Meurs ten noorden … voor de zomma van een duizend en tien guldens gereed geld…‟ (de slagerij van Ploeger dus veel later) (Actum 22-04-1798) Blz. 418 Simon Groenveld uit de Zijpe, en Pieter Schoorl, als in huwelijk hebbende Maartje Smak, nagelaaten minderjarige dogter van wijlen Michiel Smak, verkopen aan Meijerd Grootes op de Nes „een stukje zaadland, groot elf sneezen, … , gelegen aan het Nespad bij de Nes onder Schagen v0ornoemd, belend ’t genoemde Nespad ten noorden, Cornelis Heines ten oosten, …‟ (Actum 10-05-1798)


Blz. 419 Cornelis Strop verkoopt aan Pieter Honingveld „een stuk groedland, groot drie geerzen, twee sneezen en tien roeden, …, gelegen voor het Noord alhier achter de Bierkaij en voor de Loet alhier te Schagen, belend Klaas Kooijman ten oosten, Jan Wiering ten westen…‟ (Actum 13-05-1798) Blz. 421 Jan Koog, secretaris der Niedorper Cogge, wonend in Nieuwe Niedorp, verkoopt aan Jacob de Vries, „een stuk groedland, groot ses geerzen, ses sneezen en tien roeden, … , gelegen aan de lange Sneeverd onder Schagen, belend de Roomsche Kerk te Schagen ten oosten, Cornelis Maijring ten westen…‟ (Actum 26-06-1798) Blz. 422 Albert Wilmes uit Alkmaar, als in huwelijk hebbende Immetje Timmerman, weduwe wijlen Jacob Spierdijk, verkoopt in publieke veiling aan Pieter Leek uit Schagen „een huijs en erve, staande en gelegen op de Loet alhier te Schagen, geapproprieerd tot kruideniers en tappers affaire (in de contra-acte, volgend blad, een kruideniers en tappers winkel), belend de Erve A: Mamus ten oosten en Cornelis Halfswaag ten westen…‟ (Actum 02-07-1798) Blz. 425 Cornelis Strop verkoopt aan Grietje Jansdr van der Meulen, huisvrouw van Jan Schoor, „een stuk groedland, groot ses geerzen, .. , gelegen aan het Nespad onder Schagen, belend de weduwe Cornelis Koorn ten oosten en Jan Schoor ten westen…‟ (Actum 08-07-1798) Blz. 429 Josephus de Goede, als in huwelijk hebbende Neeltje Dudij, en voornoemde Neeltje Dudij als met haaren man geadsissteerd, verkopen aan burgeresse Josina Wiggerink „een stuk groedland, groot seven geerzen en een snees, … , gelegen aan de Nesdijk onder Schagen, belend Dirk Schoon ten oosten, de Erven wijlen Pieter van der Beek ten westen…‟ (Actum 09-08-1798) Blz. 430 Jan Groen, regerend scheepen alhier, in qualiteit als last en procuratie hebbende van de burgeres Marijtje Koorn, weduwe wijlen Cornelis Groen, te Wormerveer, verkoopt aan Josephus de Goede en Neeltje Dudij, egtelieden wonend te Schagen, „een windkoornmolen, met desselvs huizinge en erven, staande en gelegen op de Loet alhier te Schagen, zijnde de moolen belend met de gemeene weg ten oosten en noorden, en de Erven C: Bregman ten westen en zuiden, en de huizinge belend Klaas Zoomerdijk ten oosten en de gezamentlijke eigenaars der zaagmolen ten westen, …, mitsgaders een huis en erve staande en gelegen mede op de Loet alhier belend de weduwe H: van der Poel ten oosten en Klaas Zoomerdijk ten westen… (Actum 11-08-1798) Blz. 433 Jan Koog, secretaris der Niedorper Cogge, wonend in Nieuwe Niedorp, verkoopt aan Lambert Bes, „een stuk groedland, groot negen geerzen en tien roeden, …, gelegen aan het


Nespad en aan de Langesloot, belend Klaas Zoomerdijk ten oosten, de Gemeene Armen van Schagen ten westen…‟ (Actum 13-08-1798) Blz. 434 Cornelis Strop verkoopt aan Jan Streek, „een boerenhuis en erve, staande en gelegen op het Noord alhier te Schagen, belend de weduwe Arien Kool ten noorden en het Armenhuis ten zuiden … (Actum 21-08-1798) Blz. 435 Cornelis Strop verkoopt aan Pieter Westing Junior, secretaris dezer steede, „de helft in een stuk zaadland, groot in ‟t geheel sestien sneezen , waarvan de wederhelft den kooper is toebehoorende, …. , geleegen aan het Nespad onder Schagen, belend Jan Schoor ten noorden en ’t Nespad ten ten zuiden…‟ (Actum 21-08-1798) Blz. 437 Ĳff Jansz Blokker en Jan Pietersz van Twuiver , beide van Grotewal, alsmede Jan Jansz Gouwe te Winkel verkopen aan Dirk Brommer op Lolleburg „twee stukken groedland, met den anderen verheeld te samen groot agt geerzen, tien sneezen en 17 ½ roeden, … , gelegen voor Grootewal onder Schagen, belend de diaconie van armen van de Zijpe ten noorden en den kooper ten zuiden…‟ (Actum 13-09-1798) Blz. 439 Jan Decker van Tolke verkoopt aan Lammert Decker, meede op Tolke, „de helft in een boerenhuijs, boet en erve, genaamd het Tolkerbos, staande en geleegen in de nabijheid van Tolke, in de jurisdictie van Schagen, met ses en tnegentig geerzen zoo weijd- als zaadland aan diverse perceelen om en nabij voorseijde huizinge geleegen, waarvan de wederhelft aan den kooper is toekomende …‟ (Actum 11-11-1798) Blz. 440 Gualtherus Matthaeus en Pieter Broertjes, in qualiteit als vermits het overlijden van den burger Johannes Putter, de eenigen overgebleven voogden over de minderjaarige kindern van Jan Stap, meede alhier te Schagen woonachtig, verkopen in publieke veiling aan Klaas Zoomerdijk, koopman in houtwaaren, „een stuk groedland, groot 16 geerzen, agt sneezen en twee roeden, … geleegen op de Nes onder Schagen, belend Jan Liefhebber ten oosten en westen… voor de somma van een duizend negen honderd en vierendertig guldens en vijf stuijvers dertien een/derde penningen gereet geld…‟ (Actum 02-12-1798) Blz. 441 Idem aan idem „een stuk groedland, groot vijftien geerzen, een snees, vijf en 1/3 roeden, … , geleegen in de Nescaag onder Schagen komende met desselvs steld aan de gemeene weg, belend de Roomsche Kerk van Schagen ten oosten en den kooper ten westen…‟ (Actum 02-12-1798)


Blz. 442 Idem aan Pieter Westing Junior, secretaris dezer steede, „een stuk groedland, groot seven geerzen, seven sneezen, … ; gelegen in de Neskaag belend Pieter Westing Junior ten noorden, en de armen van Schagen ten zuiden…‟ (Actum 02-12-1798) Blz. 445 “ Jacob Vrorijk en Gerrit Boonacker, Scheepenen binnen Schagen doen cont dat voor ons gekomen zijn de burger Cornelis Halfswaag, mitsgaaders den burgeresse Chatarina en Antje Halfswaag, als meede de burgers Klaas Zoomerdijk en Jan Groen in qualiteit als door het Committé van Justitie der steede Schagen aangesteld en gecommitteerd tot voogden over Jan Halfswaag , alle woonende alhier, nagelaaten kinderen en ervgenaamen van wijlen Jan Halfswaag en Antje Hendriks Bes inder tijd egtelieden gewoond hebbend en overleeden alhier te Schagen, dewelke verklaarden verkogt te hebben aan de burgeresse Neeltje Halfswaag weduwe wijlen den burger Gerrit Baasjen, de vier/vijfde portien in viet stukken weidland, als eerstelijk in een stuk weidland, groot 4 geerzen, 3 sneezen, leggene in de Oude Caagh, belend het Oude Caagerwegje ten zuiden en de weduwe Louris Berger ten noorden ten tweeden in een stuk weidland, groot 4 geerzen meede aldaar geleegen, belend de weduwe Lourris Berger ten noorden, Jacob Vrorijk als bruiker ten westen, ten derden in een stuk weidland, groot vier geerzen, vijff sneezen en tien roede, leggende in de Meer, belende de Erve Arien de Boer ten en Louwris Butter ten noorden en eindelijk in een stuk weidland, groot vier geerzen en een snees, leggende in Harmen Caagh, belend de Diaconie van de Gereformeerde Kerk van Schagen ten zuiden, en de Erve van A: Koning ten noorden… waarvan de de overige 1/5 portien aan de kooperesse is toebehoorende…‟ (Actum 31-12-1798) Blz. 446 Harmen Oostindien verkoopt aan Jan Schoor „een stukje zaadland, groot twee geerzen, twee sneezen en tien roeden, … , gelegen in de Laagedijker Caagh, benoorden de Lagedijker weg onder Schagen, belend Dirk Jongejan ten oosten, Willem Dudij ten westen…‟ (Actum 31-12-1798) Blz. 448 “Wij Jan Groen en Gerrit Boonacker, Scheepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekomen is de burgeresse Cornelia Platvoet, weduwe wijlen Jacob van Dijk, woonende alhier, dewelke verklaarde verkogt te hebben aan de burgers Klaas Zoomerdijk, Lambert Bes, Pieter Westingh Junior, en Benedictus Josephus Bodenstaff, alle meede alhier woonachtig, in qualiteit als commissarissen van het Theatraal Geselschap alhier te Schagen, ten zinspreuk voerende Leering, Deugd en Vermaak en dus ten behoeve van voornoemd Geselschap „een huis en erve staande ende geleegen aan het oosteinde van de Lagezijde alhier te Schagen, belend Lambert Bes ten oosten, de verkoopster ten westen…‟ (Actum 29-01-1799) Blz. 449 Cornelis Tames verkoopt aan Cornelis den Adel‟een huis en erve staande ende geleegen op het Rentgars alhier te Schagen, belend Hendrik Coster ten oosten en de gemeente van Schagen ten westen …‟ (nu: het Rentgars; gast is gars en rint rent geworden) (Actum 11-02-1799)


Blz. 452 Klaas Zoomerdijk en Jan Groen als executeuren in de nalatenschap van wijlen burger Cornelis Korver, gewoond hebbende en overleeden alhier te Schagen, verkopen in publieke veiling aan Cornelis Tames „een winkelhuis, boed en erve, staande ende geleegen op de Hoogezijde van het Noord alhier te Schagen, belend Willem Roggeveen ten noorden en Jan Knikker ten zuiden..‟ (Actum 18-02-1799) Blz. 453 Idem aan Klaas en Jan Korver benevens Pieter en Klaas Bloothooft , alle wonende op de Lagedijk, „twee stukjes weidland annex den anderen, groot te zaamen 3 geerzen, 11 sneezen en 10 roeden, … , geleegen agter Lagedijk onder Schagen, belend Dirk Hopman ten zuiden, en het Hemkewerver wegje ten noorden…‟ (Actum 18-02-1799) Blz. 454 Jan Groen, coopman in graanen, verkoopt aan Cornelis Bleek „een ijkerschuijt met desselvs zeijl, treijl en verdere toebehooren, voor de somma van een duizend guldens…‟ (Actum 01-03-1799) Blz. 456 Dirk Hillebrandsz de Graaf uit Den Helder, als meede instaande en de rato caveerende voor Pieter Slot, ook uit Den Helder, als gevolmagtigde van de ervgenaamen van wijlen Theunis Rood, verkoopt in publieke veiling aan den burger Arien de Graaf uit Schagen „een huis en erve, staande en geleegen in de Molenstraat te Schagen, geapproprieerd tot een messemakerij, belend Gerrit Hageman ten oosten en Cornelis Gijsbertsz Snel ten westen …‟ (Actum 04-03-1799) Blz. 457 Jan Streek verkoopt aan Jacob Stroomer „een boerenhuis en erve, staande en geleegen op het Noord alhier te Schagen, belend de weduwe Arien Kool ten noorden en het Armenhuis van Schagen ten zuiden…voor de somma van seven honderd guldens gereed geld…‟ (Actum 04-03-1799) Blz. 459 Pieter Kant uit de Zijpe en Meinderd Kant van ‟t Wad verkopen aan Meierd Grootes van de Nes „een stukje zaadland, groot twee geerzen en tien roeden, … , geleegen aan het Nespad onder schagen, belend het Nespad ten noorden, en de Bronsloot ten zuiden…‟ (Actum 07-03-1799) Blz. 463 Ĳff Jansz Blokker en Jan Pietersz van Twuiver, als in huwelijk hebbende Antje Jansdr. Blokker, beide van Grotewal, alsmede Jan Jansz Gouwe, als in huwelijk hebbende Maartje Jansdr. Blokker, te Winkel, verkopen in publieke veiling aan Pieter Capitein van Tjallewal, „een stukje groedland, groot drie geerzen, ses sneezen, geleegen bewesten Grootewal en beoosten Tjallewal…‟ (Actum 28-03-1799)


Blz. 464 Idem aan idem „een stukje zaadland, groot eengars en tien sneezen, geleegen aan de Bonkelderdijk onder Schagen in Oldermans Kaag,…, belend Willem Stammes ten noorden en de Bonkelderdijk ten zuiden…‟ (Actum 28-03-1799) Blz. 465 Idem aan Jan van Keulen onder Haringhuizen „een stukje groedland, groot vijff geerzen, negen sneezen en drie roeden, … , geleegen aan de Leesloot onder Schagen, belend Jacob Vrorijk ten zuiden, … „(Actum 28-03-1799) Blz. 466 Cornelis Wagemaker uit Egmond aan den Hoef, Cornelis Boonacker uit Schagen en Gerrit de Heercorn: uit Alkmaar, in qualiteit als curators over de persoonen en goederen van Anna Hoogland, verkopen in publieke veiling aan Pieter Honingveld uit Schagen „een huis en erve staande ende geleegen op de Hoogezijde alhier te Schagen, belend Cornelis Opdam ten oosten, het Raadhuis van Schagen ten westen…‟ (Actum 02-06-1799) Blz. 467 Dirk Oppderdoes Schenk verkoopt aan Jan de Vries „twee stukken groedland, te saamen groot seeven geerzen, agt sneezen, tien roeden, … , geleegen annex den anderen in de Zandvenne onder de jurisdictie van Schagen, belend Klaas Zoomerdijk ten oosten, Jan Gerritsz Oomgert ten westen…‟ (Actum 10-06-1799) Blz. 472 Dirk Oppderdoes Schenk verkoopt aan Jan Rensz Boontje „een acker zaadland, genaamd den Dijt, groot een gars, twee sneezen,… geleegen gemeen met een stuk zaadland toebehoorende aan de gemeene Armen van Schagen in de Haale onder de jurisdictie van Schagen, belend Luitje Kuiper ten noordoosten en de gemeene weg ten noordwesten..‟ (Actum 02-07-1799) Blz. 475 “Wij Dirk Oppderdoes Schenk en Gerrit Boonacker, Schepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekoomen is”: Willem lek, als in huwelijk hebbende Antje Sippels, weduwe van Sijbrand Frank, verkoopt aan Maartje Lans, weduwe van Gerrit de Vries „een huijs en erve, genaamd de Driestal, staande op ’t Rensgars alhier op de hoek van de Heerestraat, belend de Heereweg ten noordwesten en westen en de Heerestraat ten zuijden…‟ (voor het eerst: ‟t Rensgars, voortgekomen uit Trintgast) (Actum 04-01-1800) Blz. 476 Luitje Kuiper van Hemkewerf verkoopt aan Jacob Kater uit de Zijpe „een huismanswooninge, boed en erve, grot twee geersen, genaamd Hemkewerf, geleegen in de jurisdictie van Schagen, belend de weg ten zuiden en westen, …‟ (Actum 17-01-1800)


Blz. 478 Cornelis Boonacker uit Schagen, Cornelis Wagemaker uit Egmond aan den Hoef en Gerrit de Heer Corneliszoon, notaris en procureur te Alkmaar, in qualiteit als bij onderhandsche procuratie de dato 29en December 1799 en volgende dagen geteekend, door de gezamenlijke erfgenaamen ab intestato van Anna Hoogland, op den 7en November 1799 binnen Alkmaar overleden, hiertoe behoorlijk gemagtigd verkopen in publieke veiling aan Ĳsbrand Buien alhier te Schagen woonachtig, „een stuk groedland, groot vijf geersen, drie sneesen en tien roeden, geleegen voor Grootewal onder de jurisdictie van Schagen, belend met de opgaande sloot van de Leets ten zuijden, en de Diaconen van Schagen ten noorden…‟ (Actum 24-02-1800) Blz. 479 Idem aan Jan kool uit Schagen „twee stukken groedland, annex den anderen, groot te saamen ses geersen, vier sneesen en tien roeden, .. , geleegen in de Lagedijker Caag onder de jurisdictie van Schagen, belend met Jacob Stroomer ten noordoosten, en de weduwe Wijbrand Dekker ten ten zuijdwesten…‟ (Actum 24-02-1800) Blz. 480 Idem aan Cornelis Tames uit Schagen „drie stukken groedland, annex den anderen , groot te saamen negen geersen, vier sneesen en tien roeden, geleegen aan de Groeneweg onder de jurisdictie van Schagen, belend den kooper en de Groeneweg ten zuijden, en Dirk Winkel ten noorden …‟ (Actum 24-02-1800) Blz. 481 Idem aan Pieter Blauwboer van de Lagedijk „een stuk groedland, groot ses geersen, drie sneesen, belend Pieter Honingveld ten zuijden en de Groeneweg ten noorden…‟ (Actum 24-02-1800) Blz. 482 Idem aan Jan Schoor „een stuk groedland, groot vier geersen, twee sneesen, geleegen in de jurisdictie van Schagen, belend met Cornelis Opdam ten zuijden en de Groeneweg ten noorden …‟ (Actum 24-02-1800) Blz. 483 Luitje Kuijper van Hemkewerf verkoopt aan Jan Schoor „een stukje zaadland, groot zes geersen, twee sneesen, geleegen aan de Groeneweg onder Schagen, belend met de Erve Cornelis Hoogland ten oosten en westen…‟ (Actum 24-02-1800) Blz. 484 Gualtherus Matthaeus, Jan de Vries als in huwelijk hebbende Maartje Jongerling, weduwe wijlen den burger Diderik Barsingerhorn, Cornelis Bootsman en Cornelis Barsingerhorn, allen uit Schagen voor de eene helft, en Jan Schoor uit Schagen voor de wederhelft, en alzoo te samen verkopen aan Gerrit Stoove (Stöve) woonende te Berghem in ‟t Osnabrugse de helft in 28 geersen, 8 sneesen en 10 roeden land als de helft in een erff geleegen op de Nes, groot 8 sneesen, belend Cornelis Bootsman ten zuijden en Frederik Bommer ten noorden,


de helft in een stukje weijdland, groot 3 geersen, 4 sneesen, 10 roeden, geleegen agter ’t voorseijde erff, de helft in een stukje weijdtlandt, groot 4 geersen, 8 sneesen, geleegen aan de Schoenmakersweg, belend Dirk Schoon ten zuijden, en en de Erve Gerbrand Molenaar ten noorden, de helft in 10 sneesen, 10 roeden land, annex het erff, de helft in een stukje zaadlandt, groot 2 sneesen, 10 roeden, geleegen in de Nes Caagh, bezuijden de Gouw, belend de Erve Pieter Rouw ten noorden, en de Schijnsloot ten zuijden, de helft in een stuk weijdland, groot 6 geersen, 8 sneesen, 10 roeden, geleegen benoorden de Gouw aan de Moolentogt van de kleijne Nes Caaghmolen, belend dezelve ten noorden, Jacob Molenaar ten zuijden, nog de helft in een stuk weijdland, groot 4 geersen, 2 sneesen, geleegen voor ’t zuijdeijnde van de Nes aan de Vaart, belend de weduwe Jan Koopman ten noorden, Gerrit de Vries ten zuijden en laastelijk de helft in een stuk weijdland, groot 6 geersen, 2 sneesen, 10 roeden, geleegen aan de Kaaij tusschen Schagen en Barsingerhorn, belend de Bansloot ten oosten, de Vaart ten na Barsingerhorn ten zuijden, voor de somma van een duizend vierhonderd guldens vijftien stuijvers en dertien een/derde penningen…‟ (Actum 09-03-1800) Blz. 486 Idem aan Dirk de Waard uit Oude Sluis in de Zijpe idem als blz. 484 (Actum 09-03-1800) Blz. 488 Jan Kool verkoopt aan Jan Wijbrandsz Decker op Lagedijk „een zaadacker, groot twee geersen, tien sneesen en tien roeden, geleegen op Hemkewerf onder de jurisdictie van Schagen, beld Pieter Blauwboer ten westen en de weg ten oosten…‟ (Actum 25-03-1800) Blz. 493 Dirk Guldewagen verkoopt aan Gerrit Wessing op de Dorpe „een stukje weijdland, genaamd de Kroft, groot twee geersen, twee sneesen, geleegen op de Dorpe alhier, annex de Heereweg, belend ten westen dezelve weg, de Weezen van Schagen ten noorden, en de weduwe L: Berger ten zuijden…‟ (Actum 03-05-1800) Blz. 495 Jan Timmerman en Jan Kaars als bij testamente aangestelde curateuren in de nalatenschap van wijlen Neeltje Timmerman, weduwe Cornelis Koorn alhier te Schagen overleeden, verkopen in publieke veiling aan Gerrit van Benthem „een stuk groedland, groot 3 geersen, 8 sneesen en 10 roeden, geleegen in de Oude Caag, belend de weduwe Gerrit baasjen ten zuiden, Pieter Rouw ten noorden…‟ (Actum 05-05-1800) Blz. 496 Idem aan de burgers Gerrit van Benthem en Dirk Winkel, als door het Committé van Justitie dezer steede aangestelde curators over de persoon en goederen van Pieter Honingveld,


uijtlandig erfgenaam van wijlen Pieter Honingveld, gewoond hebbende en alhier te Schagen overleeden, „een stuk groedland, groot 8 geersen, een snees, geleegen aan het Nespad onder Schagen, belend Jan Schoor ten noordoosten en zuijdwesten, Pieter Westing ten noordwesten en het Nespad ten zuijdoosten, zijnde met een stuk groedland verheeld behoorende aan de Pastorie van Schagen, groot 9 sneezen…‟ (Actum 05-05-1800) Blz. 497 Idem aan Jochem Stoel „een stuk groedland, genaamd het Kakelbrug Weitje, geleegen bij de Kakelbrug onder Schagen, belend Cornelis Maijring ten oosten en de weduwe Wijbrand Dekker ten westen, groot 4 geersen, 5 sneesen…‟ (Actum 05-05-1800) Blz. 498 Idem aan Jan Bocking „een stuk groedland, groot een gars, elf sneesen, geleegen aan den Dijk onder Schagen, belend Jacob van Reijsinge en de weduwe Jan Keet ten noorden, …‟ (Actum 05-05-1800) Blz. 499 Gualtherus Matthaeus, Jan Groen en Gerrit van Benthem als voogden over de minderjarige erfgenaamen van wijlen Johannes Putter, voor de een/tweede en den burger Hendrik Bernards meede woonende alhier, voor de andere een/tweede en alzoo te samen, verkopen in publieke veiling „een houtboschje, genaamd het Ruijtersbosch, geleegen voorbij ’t Jaarsdorp, aan het wegje na Avendorp, belend de pastorie van Schagen ten oosten en zuijden, en de weg ten noorden en westen, groot 11 sneesen, 10 roeden…‟ (Actum 05-05-1800) Blz. 500 Klaas Zoomerdijk en Jan Groen, als gevolmagtigdens van Antje Kruijf, weduwe Hendrik van der Poel, alle uit Schagen, verkopen in publieke veiling aan zichzelf, Klaas Zoomerdijk en Jan Groen, , een huijs en erve staande ende geleegen op de Loet alhier te Schagen belend Josephus de Goede ten westen en Jan Groen ten oosten, zijnde geapproprieerd tot een hoefen ijsersmeederij … voor de somma van twee honderd en tien guldens gereed geld …‟ (Actum 05-05-1800) Blz. 502 Pieter Leien, als in huwelijk hebbende Aagtje Honingveld, Arien Honingveld, Hedde Rietvink, als in huwelijk hebbende Trijntje Honingveld, in Alkmaar, Gerrit van Benthem en Dirk Winkel, in qualiteit als curators over Pieter Honingveld, thans uijtlandig zijnde, gezamentlijke erfgenaamen van wijlen hunnen broeder en oom Pieter Honingveld, gewoond hebbende en alhier tot Schagen op den 23en December 1799 overleeden, verkopen aan den burger Ĳsbrand Buien „een huijs en erve met een biercelder, zijnde een geoctroiëerde biersteekerij, genaamd het Zwaard, staande ende geleegen op de Biercade alhier te Schagen, belend Klaas Zomerdijk ten oosten en Pieter Westing ten westen…‟ (Actum 05-05-1800) Blz. 505 “Wij Dirk Oppderdoes Schenk en Gerrit Boonacker, Schepenen binnen Schagen, doen cont dat voor ons gekoomen is den burger Reijer Barsingerhorn, woonende te Schagen, dewelke verklaarde verkogt te hebben aan den burger Jan Walig aan de Helder woonachtig, een huijs


en erve, staande ende geleegen op de hoek van de Marktplaats alhier te Schagen, belend Cornelis Barsingerhorn ten oosten, en de gemeene straat ten westen, zoodanig hetzelve behekt en bedoelt is, en met de lijdende en heerschende dienstbaarhedens daar bij bezeeten, voor de somma van neegen honderd guldens gereed geld… Den 10en Maij 1800 . Het zesde jaar der Bataafsche Vrijheid” (Actum 10-05-1800) Blz. 511 Pieter Olij, Jan Olij en Gerrit Bruin, als erfgenamen van wijlen Jacob Molenaar, verkopen in publieke veiling aan Cornelis Opdam en Theunis de Groot „twee stukken zoo weid- als zaadland, annex den anderen, groot te samen ses geersen, agt sneesen en tien roeden, gelegen in de Nes Caag onder Schagen, benoorden de Gouw, belend Cornelis Opdam en Theunis de Groot ten oosten en de Gereformeerde Kerk van Schagen ten westen…‟ (Actum 27-05-1800) Blz. 512 Idem aan Gerrit Bruin „een stukje zaadland, geleegen bij de Tin onder Schagen, groot drie geersen, belend de Gereformeerde Diaconie Armen van Schagen ten zuiden, Pieter Ariensz Vries ten noorden…‟ (Actum 27-05-1800) Blz. 513 Cornelis Duits verkoopt aan Jacob Peetoom „een huis en erve, staande ende geleegen op de Lagezijde van het Noord alhier te Schagen, belend Willem Neef ten noorden, en de Looierij ten zuiden, beneevens eevengemelde Looierij met deszelvs kuipen en erve staande ende geleegen op de Lagezijde van het Noord, belend Cornelis Schermer ten zuiden, en den kooper met het bovengemelde huis ten noorden, bezwaard met het onderhoud van de 2/5 portie in de brug , en dat de den burger Jan Timmerman of deszelvs regtverkrijgende voor altoos de houtloots aan het eerstgemelde perceel ten noorden gemaakt, zal mogen houden zoodanig als dezelve thans door hem is gemaakt …‟ (Actum 07-06-1800) Blz. 515 Gerrit Bruin en Jan Olij verkopen aan Pieter Olij „een huis en erve staande ende geleegen op de Korte Sneevert onder Schagen, belend de gemeene weg ten oosten en Jochem Stoel ten westen, mitsgaders een stukje weidland, groot drie geersen en ses sneesen geleegen in de Nescaag (is de Ooster Nescaag) onder de jurisdictie van Schagen, belend den kooper ten noorden en Arien Houvast ten zuiden…‟ (Actum 08-06-1800) Blz. 518 Cornelis Barsingerhorn, procureur in Schagen en Gerrit de Heer Corneliszoon, notaris en procureur te Alkmaar, in qualiteit als door het Committé van Justitie deezer steede aangestelde sequesters in den gerepudieerden boedel van wijlen Jacob Koomen en Marijtje Cornelisdr Noord in der tijd echtelieden, gewoond hebbende en overleeden binnen deeze steede, verkopen in publieke veiling aan Jan de Vries „een stuk groedland, geleegen aan de Menisweg, groot vijf geersen, elf sneesen en vijf roeden, belend de gemeene vaart ten oosten en de Erve Maarten Breet ten westen…‟ (Actum 22-09-1800)


Blz. 524 Pieter Capiteijn van Tjallewal verkoopt aan Gerrit Have ( moet zijn: Stöve) uit Berghem in ’t Osnabrugse „een huismanswooninge, pakhuis, boed en erve, staande ende geleegen op ’t Jallewal onder de jurisdictie van Schaghen, belend den verkooper ten zuiden en de Hereweg ten westen en twee en negentig geersen, agt sneesen en tien roeden, zoo weid als zaadland geleegen aan diverse perceele, zodanig als dezelve in groote in de legger en Blaffer der landerijen der steede Schagen zijn bekend en geïnsereerd…‟ (Actum 16-12-1800) Blz. 528 Jacob Kater uit de Zijpe verkoopt aan Pieter Blauwboer van de Lagedijk „een huismanswooninge, boet en erve, groot te samen twee geersen, genaamd Hemkewerf, geleegen in de jurisdictie van Schagen, belend de weg ten zuiden en westen, …‟ (prijs f. 295,-) (Actum 17-12-1800) Blz. 530 “Wij Jacob van Reijsingen en Gerrit Boonacker, Scheepenen binnen Schagenm doen cont dat voor ons gekoomen is”: Pieter Blauwboer van de Lagedijk verkoopt Jan Wijbrandsz Decker, woonende op Hemkewerf, „een huismanswooninge, erf en boed, groot twee geersen, genaamd Hemkewerf, geleegen in de jurisdictie van Schagen, belend de weg ten zuiden en westen, …‟ (prijs f. 400,--) (Actum 13-01-1801) Blz. 531 Jan Groen, in qualiteit als meede Kerkvoogd der Roomsch-Catholijke Kerk binnen Schagen, verkoopt in publieke veiling aan Jacob Swaag „een huis en erve, staande ende geleegen op het Zeugebuurtje binnen de jurisdictie van Schagen, belend de Oude Westvriessche zeedijk ten westen en de Uitwerpen ten oosten …‟ (Actum 08-02-1801) Blz. 533 Pieter Rouw van de Sneevert verkoopt aan Arien Stoel „een stukje groedland, groot een gars, elf sneesen, geleegen in de Oude Caag onder Schagen, belend Jochem Stoel ten noorden en Gerrit van Benthem ten zuiden…‟ (Actum 09-03-1801) Blz. 538 Arien en Jan Jansz Schenk verkopen aan Theunis Klerk „een huis en erve, zijnde een broodbakkerij, staande ende geleegen op de Loet alhier te Schagen, belend Pieter Leek ten westen en Jan Rijpland ten oosten, …, voor de somma van veertien honderd guldens …‟ (Actum 01-05-1801) Blz. 540 Jacob Latenstein, als last en procuratie hebbende van Neeltje Slot, weduwe van Luitje Boots, uit de Zijpe, verkoopt aan Pieter Blaauboer van de Lagedijk „de een/tweede in een stukje weidland, groot in ‟t geheel zeven geersen en vijf sneezen, waarvan de wederhelft den kooper is toebehoorende, geleegen in de Lagedijker Caag onder de jurisdictie van Schagen, belend het Hemkewerver wegje ten zuiden en Jochem Blaauboer ten noorden..‟ (Actum 01-05-1801)


Blz. 541 Jan Sasker, van Cornelissenwerf, verkoopt aan Klaas Bakker, ook van Cornelissenwerf, en Jacob Brouwer uit Hoogtwoude, in qualiteit als voogden over Aagtje Pietersdr Sasker, minderjarige dogter van wijlen Pieter Sasker en Aagje Moerbeek, in leeven echtelieden, gewoond hebbende en op Cornelissenwerf voornoemt overleeden, „een stukje groedland, groot een gars, ses sneesen, belend de Heereweg ten westen en het voornoemde minderjarige kind ten oosten…‟ (Actum 01-05-1801) Blz. 543 Dirk Schoon uit Opperdoes, als in huwelijk gehad hebbende Trijntj Pietersdr Jonker, alhier te Schagen overleeden, verkoopt in publieke veiling aan Jacob Stroomer, uit Schagen, „een huismanswooning, boed en erve, staande ende gleegen op de hoek van de Nesdijk op ’t Noord alhier te Schagen, belend Jan Kuil ten noorden en voorseijde Nesdijk ten zuiden…‟ (Actum 12-05-1801) Blz. 544 Idem aan idem „een stuk groedland, groot vier geersen tien roeden,…, geleegen alhier agter ’t Noord aan de Nesdijk, belend Cornelis Kerkhoven ten oosten en Jan Wiering ten westen…‟ (Actum 12-05-1801) Blz. 545 Idem aan Cornelis Tuinman an de Nes „een stuk groedland, groot vijf geersen en tien roeden,…, geleegen agter ’t noordeinde van de Nes onder Schagen, belend Jan Schoor ten noorden, en Pieter Westing Junior ten zuiden…‟ (Actum 12-05-1801) Blz. 549 Jan Stap verkoopt aan Klaas Wit van Lutjewal „een acker zaadland, groot tien sneesen, belend de Heereweg ten oosten en Jacob Schouten ten westen..‟ (Actum 17-05-1801) Blz. 550 Cornelis Opdam en Theunis Groot, verkopen Gerrit Stoeve, uit Berghem in ‟t Osnabrugsche, en Dirk de Waard aan de Oude Sluis „een gedeelte in een zaadacker, groot een gars, vijf sneesen, waarvan het ander gedeelte aan de coopers is toebehoorende, geleegen in de Nescaag, belend de erve Pieter Rouw ten noorden en de Schijnesloot ten zuiden…‟ (Actum 23-07-1801) Blz. 551 Reier Barsingerhorn, Jan Walig en Willem Roggeveen, als door het Committé van Jusititie deezer steede op den 8en December 1800 aangestelde curators in den gecedeerden en insolventen boedel van Cornelis Strop, verkopen in publieke veiling aan Dirk Snijder uit Valkoog „een huis en erve, staande ende geleegen op ’t Noord, belend Jan Meurs ten noorden, en het Rapenpadje ten zuiden …‟ (Actum 31-10-1801)


Het project "VAN PAPIER NAAR DIGITAAL” is een onderdeel van Geneaknowhow.net


Schagen, selectie van regesten t.b.v. veldnamenonderzoek transporten

Recommend Documents