Scenario 1: DE KAPITALE KUST De zee als vriend en geconcentreerde economische waarde Versie 29 sep, 2006. 1) Aanleiding en algemene typering In dit scenario heeft de kust al haar aantrekkingskracht behouden als vestigingsgebied voor bedrijven en als woongebied. Zoals in veel landen blijft de kust trekken als woon en werkcentrum. Het Westen van Nederland blijft het economisch hart van Nederland. Er wonen meer mensen dan ooit in het westelijk deel van de Randstad en dat creëert een enorme druk op de aanwezige ruimte. Verder ziet men in dit scenario de zee vooral als vriend. Men kiest voor een brede en flexibele kustlijn waarbij de zee op sommige plaatsen landinwaarts kan stromen en waarbij men op andere plaatsen juist zeewaarts bouwt. De zee wordt niet zozeer als een bedreiging gezien maar vooral opgevat als een te ontginnen gebied dat vele mogelijkheden biedt. 2) Ruimtegebruik in relatie tot economie Er is een grote behoefte aan mooi en gedifferentieerd wonen en ook een explosieve vraag naar recreatiemogelijkheden. De landbouw en de tuinbouw moeten daarom terrein inleveren voor de aanleg van woningen. Zeeland wordt een geliefde woonlocatie. Er worden uitgebreide snelle treinverbindingen naar Zeeland aangelegd zodat mensen kunnen werken in de Randstad en Wonen in Zeeland. Bovendien ligt er een groot aantal heliports. Met name in de zakenwereld is het normaal om per helicopter te reizen. De zee zelf vormt ook een geliefd uitbreidingsgebied. De relatie tussen ruimtegebruik en de ecologische kwaliteit van een gebied is kwetsbaar. De waardering van natuur wordt sterk bepaald door de productiefuncties die de ecosystemen vervullen. Deze waardering is bepalend voor de ruimteclaims voor de natuur worden toegekend.
afb. Ashok Bhalotra Het lang bediscussieerde vliegveld op zee is uiteindelijk gerealiseerd en op de vrijgekomen ruimte (Schiphol) wordt een tweede Almere gebouwd. Daarnaast zijn er diverse windmolenparken op zee gebouwd en is een drijvend industrieterrein in gebruik genomen. Op dit terrein is vooral een aantal lichte vormen van industrie gevestigd. De Rotterdamse haven heeft nog steeds een dominante positie in de wereld maar zeker in West-Europa. De Tweede Maasvlakte is een groot succes gebleken en hier is o.a. een aantal terminals voor biofuels aangelegd. Het transport van biofuels over de wereldzeeën heeft een enorme vlucht genomen. Containertransport neemt nog steeds een belangrijke plaats in, steeds meer productie-activiteiten zijn naar Azië verhuisd.
3) Veiligheid De zeespiegel is wel enigszins gestegen maar niemand maakt zich daar echt druk om Sinds een gebeurtenis uit de vorige eeuw (1953) heeft men de zee immers prima onder controle. Bovendien is een eventuele overstroming ook helemaal niet fataal. Er zijn mogelijkheden genoeg voor evacuatie. Daarnaast is het achterland gecompartimenteerd, d.w.z. bij een overstroming, overstromen slechts bepaalde compartimenten. Met het oog hierop zijn in het achterland de dijken versterkt. Niet het gehele achterland loopt onder water. De Biesbosch wordt gebruikt als waterberging, waarbij ook zout water wordt ingelaten.
Door spectaculaire ontwikkelingen in de off-shore technologie die met name de kosten naar beneden abrachten, zijn er allerlei voorzieningen op zee gerealiseerd. Het plan Waterman is uitgevoerd en daarmee is de kustlijn van Hoek van Holland tot Scheveningen een aanzienlijk stuk zeewaarts verschoven op sommige plaatsen wel 4,5 km (zie foto). Enerzijds krijgt de kustbescherming hiermee een stevige impuls (feitelijk een grote buffer) anderzijds ontstaat hierdoor een waaier aan recreatieve mogelijkheden. Achter de eerste kustbescherming worden ook eilanden geconstrueerd waar mensen kunnen wonen.
4) Technologie en innovatie Technologie speelt een belangrijke rol in dit scenario. In de jaren tot 2080 is veel geïnvesteerd in ontziltingstechnieken waardoor men nu betrekkelijk eenvoudig zout water kan ontzilten. Ook is er een kanaal aangelegd van Gorinchem naar Laag Nederland (Westen) om zoet water aan te voeren. Door de beperkte stijging van de zeespiegel was het in eerste instantie moeilijker geworden om in het Westen over zoet water te beschikken Daar waar verzilting optreedt, wordt er door de agrariërs hierop afgestemd met een aangepaste producten assortiment of ontkoppeling van de productie van de natuurlijke systemen (gesloten kringlopen).. . Een sterk staaltje van technologie laat zich verder zien in diverse ‘wonen in de dijken projecten’, waarbij woningen zijn gerealiseerd niet op of achter de dijken langs de rivieren, maar juist als dijken (zie bijvoorbeeld ook de ideeën over combikering Den Helder). Nederland profileert zich sterk met zijn ‘high tech’ kustlijnen. Water en off shore technologie vormt een van de sleutelgebieden waarin Nederland internationaal gezien excelleert. Veel kennis over off-shore technologie wordt geëxporteerd. Veel landen zijn geïnteresseerd in de innovatieve vormen van zeeweringen die in Nederland zijn ontwikkeld. De Nederlandse kustlijn vormt de etalage van de water- en off shoresector.
5) Institutioneel Binnen de institutionele setting is de rol van de overheid zeker niet dominant. Er zijn machtige marktpartijen die grote invloed hebben op de beleidsontwikkeling. Daarnaast is er het een en ander veranderd in de verticale verhoudingen tussen de overheden. Het Rijk heeft minder te vertellen. De macht van de gemeenten (gemeenten/) en dat van Europa is echter sterk toegenomen Binnen gemeentelijk Nederland is het proces van schaalvergroting voortgezet, hetgeen geleid heeft tot gemeenten met tenminste 100.000 inwoners.. De provincies zijn afgeschaft. In plaats van de provincies zijn er stroomgebiedsautoriteiten gekomen die de provinciale taken op het gebied van ruimtelijke ordening en natuur en de taken van de waterschappen hebben overgenomen.
Het verplaatsen van economische activiteiten naar ‘veiligere zones’ gebeurt in dit scenario niet. Binnen Nederland is dit feitelijk niet aan de orde. De Nationale Overheid trekt in ieder geval geen geld uit voor het verplaatsen van activiteiten naar hoger gelegen delen van het land. De Nederlandse overheid staat bovendien op het standpunt dat er voldoende innovaties op gebied van zeewerking beschikbaar zijn om de dreiging van de zee te weerstaan. Dat is bovendien het signaal dat men naar het buitenland wenst uit te zenden, mede om potentiële buitenlandse investeerders niet af te schrikken. De verschillende Europese landen bereiken ook geen overeenstemming over het verplaatsen van economische activiteiten. Met name de financiering van een dergelijk programma ligt lastig. Men is het niet eens over de vraag wie de verplaatsing zou moeten betalen en wie de kustregio’s zou moeten compenseren waaruit bedrijven weg zouden moeten trekken. De concentratie van economische activiteiten volgt daarom vooral de dynamiek van de internationale markt en die houdt voorlopig nog vast aan de kustlokaties.
6) Energie Het energiegebruik blijft mondiaal gezien en ook in Nederland gewoon doorstijgen! Biofuels dienen voor een groot deel van de energiebehoefte te worden gebruikt. Verder wordt windenergie op zee een belangrijke energiebron. Om optimaal van de energie van de zee gebruik te maken wordt in de Zeeuwse Delta een getijdencentrale gebouwd. Bovendien vindt energieopwekking plaats bij de zee ten behoeve van de lozing van koelwater.
7) Duurzaamheid Duurzaamheid wordt ingestoken als “benutten” (zie WRR) / (of vergelijk met MNP mondiale markt). Men maakt zich geen grote zorgen over mogelijke risico’s voor het functioneren van de natuur. Men vertrouwt op de veerkracht van de natuur. Er wordt veel van technologie verwacht! Met name technologie om duurzame energie op te wekken speelt een belangrijke rol. In dit scenario is er minder aandacht voor het behoud van landschappelijke kwaliteit. Er wordt vooral veel ‘nieuwe natuur’ gecreëerd en er wordt volop geëxperimenteerd met innovatieve constructies in de zee. Mogelijke negatieve gevolgen voor vogels of de mariene cultuur spelen in dit scenario een ondergeschikte rol. De duurzaamheidsdiscussie speelt vooral op het mondiale niveau. Op gebied van klimaatverandering slaagt men er echter niet in internationaal gezien afspraken te maken om de CO2- emissie verder te beperken. Of duurzaamheid (op elk van de drie dimensies (ecol;ogie, economie en welzijn) ook altijd conform eerdere verwachting wordt gerealiseerd is soms twijfelachtig (soms wel maar soms ook niet). Maar in de beleving van de drie dimensies overheerst een positieve beleving. En daar waar het niet goed gaat moet gewerkt worden aan verbetering. Ten opzicht van 2006 is er in dit scenario meer nadruk op economie en minder op ecologie en welzijn. 8) Kennisvragen (aanzet)
-
-
-
-
-
-
-
In hoeverre zullen bewoners en maatschappelijke groeperingen instemmen met de toch wel stevige landschappelijke veranderingen in het kustgebied die dit scenario met zich meebrengt? Op welke wijze kunnen objecten die in zee geplaatst worden zoals een vliegveld in zee, windmolens, etc. ook bijdragen aan de kustverdediging? Hoe gevoelig is het internationale bedrijfsleven voor rampen? Een mogelijke ramp kan ook een uittocht of in ieder geval een investeringsstop van bedrijven in de kustregio’s op gang brengen? Welke investeringen zijn nodig voor het verleggen van de kustlijn? Op welke wijze kunnen kosten voor kustverdediging worden betaald met opbrengsten uit recreatie of grondverkoop? Met het (overtrokken) maken van de kust als high-tech etalage (vergelijk dubai) wordt zeer goed aangesloten bij de wens om Nederland als onbetwiste leider op waterkennisgebied te profileren. Hoe flexibel zijn mensen in het omgaan met gescheiden plaatsen waar zij wonen, werken en recreëren? Welke technologische middelen zijn denkbaar en haalbaar om multifunctioneel ruimtegebruik in de kustzone te realiseren? Hoe geven mensen invulling aan hun leven? Wat betekent ruimte voor de mensen? In hoeverre is er sprake van welbevinden? Kan men scenario’s opstellen voor overstromingen met bijbehorende modellen voor compartimentering in zones! Welke technologische doorbraken zijn cruciaal voor duurzaamheid in dit scenario? Duurzaamheid moet in dit scenario vooral met technologische maatregelen bewerkstelligt worden. Welke additionele ruimte heeft de aanleg van biofuelsterminals nodig? Hoe organiseer je werkbare evacuatiestrategieën bij dit scenario? Aan welke technologische voorwaarden moet worden voldaan om Plan Waterman uit te kunnen uitvoeren? Welke technologische kennis heeft men daarvoor nog nodig? Welke doorbraaktechnologieën heeft de off-shore sector nodig om internationaal top off the bill te zijn! Hoe bepalend zijn watersystemen voor verkeer en vervoer? Hoe beïnvloedt de ecologische kwaliteit het welzijn van mensen in een wereld waarin voedselproductie steeds meer kan plaats vinden in productiesystemen die in hoge mate zijn afgeschermd van het milieu?
Type kennis: • Bouwkundig-technologische kennis • Economische kennis (financiering) • sociaal-culturele kennis (zingeving)