Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Werkbedrijf Flevoland De gemeente Almere, vertegenwoordigd door mevrouw F.T. de Jonge De gemeente Dronten, vertegenwoordigd door de heer P.C.J. Bleeker De gemeente Lelystad, vertegenwoordigd door De gemeente Noordoostpolder, vertegenwoordigd door mevrouw H.R. Bogaards-Simonse De gemeente Urk, vertegenwoordigd door de heer G. Post Het UWV Werkbedrijf regio Flevoland, vertegenwoordigd door Het VNO-NCW, vertegenwoordigd door
Het FNV, vertegenwoordigd door mevrouw Marike Langebeek Het CNV, vertegenwoordigd door Overwegende -dat deze organisaties samen het Regionale Werkbedrijf Flevoland vormen, -dat in verband met het op 11 april 2013 gesloten Sociaal Akkoord tussen kabinet, werkgevers en werknemers voornoemde partijen bindende afspraken dienen te maken over het in de provincie Flevoland met uitzondering van de gemeente Zeewolde creëren van 400 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking (zogenaamde garantiebanen) gedurende de jaren 2015 tot en met 2016: KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1 Begrippen 1. Alle begrippen die in deze overeenkomst worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet of de Algemene wet bestuursrecht. 2. Deze overeenkomst verstaat onder a) partijen: de ondertekenaars van deze overeenkomst b) garantiebanen: de banen die op grond van het sociaal akkoord van 11 april 2013 gecreëerd worden door bedrijfsleven en overheid voor mensen die niet in staat zijn om 100% van het Wettelijke minimumloon te verdienen c) Wajongers: personen met een uitkering op grond van de wet werk en arbeidsondersteuning jong gehandicapten d) Wsw indiciatie: een door het UWV afgegeven indicatie voor de Wet sociale werkvoorziening e) wachtlijst: de door de gemeenten beheerde wachtlijst van personen met een Wsw indicatie die nog geen Wsw dienstverband hebben f) het Werkbedrijf: het Regionale Werkbedrijf Flevoland 1
Artikel 2 1. Het Werkbedrijf is een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid. 2. Het Werkbedrijf bestaat uit elf leden en wel als volgt: a) een lid aangewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere b) een lid aangewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten c) een lid aangewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad d) een lid aangewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder e) een lid aangewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk f) een lid aangewezen door het UWV Werkbedrijf regio Flevoland g) minimaal drie leden aangewezen door het VNO-NCW h) een lid aangewezen door het FNV i) een lid aangewezen door het CNV 3 De door de colleges van burgemeester en wethouders aangewezen leden dienen lid te zijn van het desbetreffende college. De overige leden dienen werkzaam en/of afgevaardigd te zijn bij/door de desbetreffende organisatie. 4 De bestuursorganen dan wel organisaties hebben het recht de persoon die zij als lid van het Werkbedrijf hebben aangewezen te vervangen. 5 Een lid van het Werkbedrijf treedt terug zodra deze geen deel meer uit maakt van het desbetreffend college dan wel niet meer werkzaam voor en/of afgevaardigd is door de organisatie die betrokkene heeft aangewezen. 6 Het Werkbedrijf vergadert zo vaak als nodig is. In de eerste vergadering van het jaar wordt een vergaderschema opgesteld. Indien drie leden verzoeken om een vergadering, zal deze binnen twee weken na ontvangst van het verzoek daartoe worden gehouden. 7 Voorzitter van het Werkbedrijf is het daartoe aangewezen lid door het college van burgemeester en wethouders van Almere. In geval van verhindering zal dit lid worden vervangen door het lid dat daartoe door het Werkbedrijf uit één van de overige colleges van burgemeester en wethouders is aangewezen. 8 Het Werkbedrijf besluit bij gewogen meerderheid van stemmen per kolom. Uitgangspunt is dat besluiten zo breed mogelijk worden gedragen. 9 Het Werkbedrijf wordt bijgestaan door een daartoe aangewezen ambtelijke werkgroep. De ambtelijke werkgroep is tripartiet en bestaat uit vertegenwoordigers van de gemeenten, het UWV en de sociale partners. Deze ambtelijke werkgroep heeft een voorzitter die aangedragen is door de gemeente Almere en komt maandelijks bijeen. De ambtelijke werkgroep houdt zich bezig met het voorbereiden van besluiten en het uitvoeren van de gemaakte afspraken. 10 In 2015 worden nadere afspraken gemaakt over de wijze waarop het regionale werkbedrijf aangesloten wordt op de in ontwikkeling zijnde overlegstructuur op het terrein van economie, onderwijs en arbeidsmarkt. 12 Communicatie vindt zo veel als mogelijk is plaats per e-mail. Artikel 3 1. Partijen spreken de intentie uit om samen in de jaren 2015 en 2016 in de provincie Flevoland met uitzondering van de gemeente Zeewolde 400 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking te creëren. 2. Van de 400 extra banen zullen er 250 banen in de marktsector worden gerealiseerd en 150 banen in de overheidssector en onderwijs. 3. De regionale invulling van de garantiebanen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van partijen. De beschrijving hiervan vindt in het arbeidsmarktbewerkingsplan plaats. 2
4. Partijen treden op als ambassadeur van het Werkbedrijf in hun contacten met bedrijven en instellingen. Zij vervullen actief hun rol om werkgevers te verleiden mensen met een arbeidsbeperking bij hun bedrijf of instelling werkgelegenheid te bieden en te houden. 5. Het Werkbedrijf ziet toe dat er een regionale aanpak komt voor de invulling van de garantiebanen met een eenduidige dienstverlening aan werkgevers. 6. Missie van het Werkbedrijf is: zicht en uitzicht organiseren voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking op basis van hun loonwaarde. 7. Visie van het Werkbedrijf is: samenwerken met relevante stakeholders op zoek naar oplossingen én randvoorwaarden faciliteren om invulling te geven aan de garantiebanen in de regio én in het verlengde daarvan kansen creëren voor andere doelgroepen werkzoekenden. 8. Uitgangspunten voor de samenwerking zijn: a) De werkgever centraal b) Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de garantiebanen c) Bestuurlijk commitment en inzet om de achterban te mobiliseren d) Regionale afstemming t.a.v. basispakket faciliteiten en dienstverlening aan werkgevers e) Verknoping en samenwerking met bestaande structuren in de regio f) Heldere dienstverlening voor de werkzoekenden g) Heldere en consistente communicatie 9. Onder regie van het Werkbedrijf zal er een optimale afstemming van instrumenten en faciliteiten in de regio georganiseerd worden. 10. Het operationaliseren van het marktbewerkingsplan (acquisitie, matching en plaatsing) wordt belegd bij de regionale werkgeversdienstverlening onder leiding van het regionaal managementteam van het werkplein. Artikel 4 1. De doelgroep voor de garantiebanen die de publieke en private werkgevers ter beschikking stellen, zullen personen betreffen die vallen onder de Participatiewet, de wet werk en arbeidsondersteuning jong gehandicapten (Wajong) en personen met een WSW-indicatie op de wachtlijst. 2. Gemeenten, UWV en sociale partners geven Wajongers en personen op de wachtlijst Wsw (tot 11-15) die onder de P-wet vallen, prioriteit bij de toeleiding naar de garantiebanen. Als plaatsing uit (matching met) de prioritaire doelgroep onmogelijk blijkt, kan een persoon uit de brede doelgroep van de Participatiewet worden geplaatst. 3. Gemeenten en het UWV zijn verantwoordelijk voor registratie van werkzoekenden en vacatures (transparante arbeidsmarkt). Deze taak is wettelijk verankerd in artikel 10 van de wet SUWI. Hierbij zijn de volgende voorwaarden vastgesteld: a) Uitgegaan dient te worden van de vastgestelde arbeidsmarktregio’s b) UWV en gemeente zorgen voor één aanspreekpunt voor de werkgevers c) UWV en gemeente betrekken actief de sociale partners en zorgen voor de uitvoering van de sectorale arbeidsmarktafspraken d) Er is in de regio een overlegstructuur waarin relevante publieke en private partijen afspraken kunnen maken over de arbeidsmarkt. De centrumgemeente heeft de voortrekkersrol. e) Op regionaal niveau worden er een arbeidsmarktanalyse en een marktbewerkingsplan opgesteld 4. Gemeenten en het UWV hebben bij de regionale vorming van een werkgeversservicepunt gekozen voor een lichte samenwerkingsvariant, ook bekend als samenwerkingsvariant 2. 5. Op aanvraag van de gemeenten wordt door het UWV bepaald of iemand tot de doelgroep garantiebanen gerekend kan worden (indicatiestelling).
3
Artikel 5 Elke partij draagt zijn eigen kosten voor zo ver het betreft de participatie in het Werkbedrijf zoals vergaderkosten, voorbereiding enz. Artikel 6 De eisen waaraan een methode ter vaststelling van de loonwaarde voldoet zijn als volgt: De loonwaarde is gekoppeld aan de functie die een werkzoekende gaat vervullen bij een specifieke werkgever. Deze waarde kan met andere woorden verschillen per baan! Het is van groot belang dat een werkzoekende geplaatst wordt op een baan waarbij zijn/haar loonwaarde maximaal wordt benut. Dit vraagt inzicht in de capaciteiten en kwaliteiten van de werkzoekende. De loonwaarde zal moeten worden vastgesteld op basis van het werk (takenpakket) dat een werkzoekende gaat doen bij een werkgever. Samenspraak met de werkgever bij het bepalen hiervan is essentieel. Er zijn landelijke richtlijnen t.a.v. de systematiek waarmee de loonwaarde vastgesteld gaat worden. Hierin wordt aangegeven dat de loonwaarde op een transparante en onafhankelijke wijze tot stand moet komen. Een proefplaatsing als onderdeel van het bepalen van de loonwaarde stelt partijen in staat om per functie de verwachte productiviteit in loonwaarde uit te drukken. De loonwaarde zal vervolgens periodiek worden geactualiseerd aan de hand van de ontwikkeling die de werkzoekende en zijn/haar takenpakket doormaakt. De regio is van plan om één loonwaarde systematiek te hanteren voor de realisatie van de garantiebanen. Ook zal de kennis van Speciaal- en Praktijk Onderwijs worden betrokken bij het bepalen van de loonwaarde. Dit geldt in het bijzonder voor jongeren die na hun schoolperiode de arbeidsmarkt willen betreden en in aanmerking willen komen voor een garantiebaan. Artikel 7 De lokale gemeentelijke verordeningen blijven gelden bij het verstrekken van loonkostensubsidies en voorzieningen voor de realisatie van de garantiebanen. De betrokken gemeentebesturen zijn voornemens om deze instrumenten te harmoniseren. Waar nodig zullen de gemeentebesturen op termijn hun bestaande verordeningen aanpassen om de uitvoering van de afspraken binnen het Werkbedrijf mogelijk te maken. Artikel 8 Partijen stellen een marktbewerkingsplan vast en zien er op toe dat: a) er regionale afspraken zijn gemaakt ten aanzien van gezamenlijke dienstverlening aan werkgevers b) er (regionale) afspraken zijn gemaakt ten aanzien van dienstverlening aan doelgroep van garantiebanen c) er basispakket faciliteiten aan werkgevers is vormgegeven d) er een inventarisatie komt van de garantiebanen in de regio verdeeld per sector of branche e) er een inventarisatie komt van de doelgroepen voor de garantiebanen in de regio (kwantiteit en voor zover bekend kwaliteit) f) er op regionaal wordt gemonitord zodat partijen de gemaakt afspraken in het vastgestelde arbeidsmarktbewerkingsplan kunnen verantwoorden.
4
Aldus overeengekomen op 18 december 2014 Gemeente Almere, Gemeente Dronten, Gemeente Lelystad, Gemeente Noordoostpolder, Gemeente Urk, UWV Werkbedrijf regio Flevoland, VNO-NCW, FNV, CNV,
5