SoCiuS
v|o|c|b
Steunpunt voor Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk vzw Gallaitstraat 86 bus 4 1030 Brussel http://www.socius.be
Kardinaal Mercierplein 1 2800 Mechelen T 015 44 65 00 http://www.vocb.be
Samenwerking Basiseducatie en Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk
Eindrapport 2007
Eindrapport 2007
05-11-07
-1-
Eindrapport 2007
05-11-07
-2-
INHOUDSTAFEL
I. Inleiding
p. 5
II. Doelstellingen en resultaten 1. Projectopzet 2. De acht doelstellingen 1. Doelstelling 1 2. Doelstelling 2 3. Doelstelling 3 4. Doelstelling 4 5. Doelstelling 5 6. Doelstelling 6 7. Doelstelling 7 8. Doelstelling 8
p. 7 p. 7 p. 8 p. 8 p. 8 p. 9 p. 9 p. 9 p. 10 p. 10 p. 10
III. Inhoudelijke synthese van de regionale samenwerkingsverbanden 1. Regio Kempen 2. Regio Mechelen – Lier 3. Regio Antwerpen 4. Regio Brussel 5. Regio Westhoek
p. 11 p. 11 p. 12 p. 14 p. 15 p. 16
IV. Beleidsaanbevelingen 1. Aanbevelingen op het niveau van de Vlaamse regering 2. Aanbevelingen voor het provinciale beleid 3. Aanbevelingen voor het ondersteuningsniveau 4. Aanbevelingen voor de Centra voor Basiseducatie en de Vormingpluscentra
p. 17 p. 17 p. 17 p. 17
V. Stappenplan 1. Alvorens tot effectieve samenwerking over te gaan 2. Bepaal de motieven tot samenwerking 3. Trek voldoende tijd uit voor kennismaking 4. Bepaal waartoe de samenwerking moet leiden 5. Medewerkers 6. Voorbereiden en uitwerken van de activiteiten 7. Werving en promotie van de activiteiten en inschrijving 8. Bijzondere aandachtspunten
p. 19 p. 19 p. 19 p. 19 p. 20 p. 20 p. 20 p. 21 p. 21
VI. Conclusies en toekomst
p. 23
Eindrapport 2007
05-11-07
p. 17
-3-
Eindrapport 2007
05-11-07
-4-
I.
INLEIDING
Het Strategisch Plan Geletterdheid1 wil samenwerking op gang brengen tussen de Centra voor Basiseducatie (CBE) en Vormingpluscentra (V+). Om de samenwerking te realiseren werd een tweejarig project opgestart dat door SoCiuS2 en VOCB3 ondersteund werd. De volgende organisaties zetten in het kader van dit project gedurende twee jaar een samenwerking op: − Centrum Basiseducatie Mechelen en Centrum Basiseducatie Lier-Heist opden Berg met Vormingplus regio Mechelen. − Centrum Basiseducatie Antwerpen en Centrum Basiseducatie Noord-Antwerpen met Vormingplus Volkshogeschool Regio Antwerpen. − Centrum Basiseducatie Noorderkempen en Centrum Basiseducatie Zuiderkempen met Vormingplus Kempen. − Centrum Basiseducatie Brusselleer en Citizenne Vormingplus Brussel. − Centrum Basiseducatie Westhoek en Vormingplus Volkshogeschool regio OostendeWesthoek en de regionale werking van de verenigingen Landelijke Gilden, KVLV – Vrouwen met Vaart en KAV – Vrouwen die bewegen. Tijdens het eerste jaar (oktober 2005-juni 2006) werd de samenwerking voorbereid. Hiervan werd een tussentijds rapport opgesteld. In het tweede jaar (september 2006-september 2007) vonden de activiteiten in het kader van dit project plaats. In dit eindrapport willen we een synthese aanbieden van twee jaar ‘samen werken’. Het zal de lezer meteen opvallen dat we enkel kwalitatieve beschrijvingen in dit rapport opnamen. Concrete cijfers en aantallen cursisten vindt u hier niet terug. Het doel van het project was immers ook niet om nu al de effectieve doorstroom te realiseren. Het doel was wél om de voorwaarden hiertoe te creëren. In Doelstellingen en resultaten belichten we de resultaten die door acht algemene doelstellingen vooropgesteld waren. Een beschrijving van de vijf projecten kan je lezen in Inhoudelijke synthese van de regionale samenwerkingsverbanden. Vervolgens worden er Beleidsaanbevelingen geformuleerd. De aanbevelingen op het niveau van de organisaties zijn terug te vinden in het Stappenplan. Het is een handvat/leidraad voor die organisaties die een samenwerking wensen op te starten. Via het stappenplan wordt de opgedane ervaring in de projecten verder verspreid. Tot slot worden de conclusies weergegeven en wordt een blik op de toekomst geworpen.
1 Het Strategisch Plan Geletterdheid (SPG) is een actieplan dat het geletterdheidsniveau van de Vlamingen wil opdrijven. Geletterdheid wordt omschreven als de vaardigheid om gedrukte en geschreven informatie te gebruiken om te functioneren in de maatschappij, de eigen doelen te realiseren en eigen kennis en mogelijkheden te ontwikkelen. Het plan werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering in 2005 en bevat diverse acties in de beleidsdomeinen Werk en Sociale Economie, Onderwijs en Vorming en Welzijn en Gezondheid, waaraan diverse educatieve en maatschappelijke actoren meewerken.' Bron: http://www3.vlaanderen.be/diva/Site/projecten/strategischplangeletterdheid.html
2 Steunpunt voor sociaal-cultureel volwassenenwerk vzw 3 Vlaams Ondersteuningscentrum voor de Basiseducatie vzw Eindrapport 2007
05-11-07
-5-
Eindrapport 2007
05-11-07
-6-
II.
DOELSTELLINGEN EN RESULTATEN
1.
PROJECTOPZET
Het Strategisch Plan Geletterdheid formuleerde de wil tot samenwerking als volgt: ‘Er wordt overleg op gang gebracht met het sociaal-cultureel werk, met het doel de structurele samenwerking met de basiseducatie in de beleidsplannen 2006 van de volkshogescholen op te nemen. Op basis hiervan kunnen concrete samenwerkingsprojecten opgezet worden.’ Het Decreet betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk1 vermeldt als één van de beoordelingselementen in de beleidsplannen 'de acties met oog op verruiming en verbreding van de participatie.’ Uit bovenstaande blijkt de bekommernis van de overheid voor samenwerking tussen verschillende sectoren met het oog op participatie van de zogenaamde ‘kansengroepen’ en/of cursisten basiseducatie aan het sociaal-cultureel vormingswerk. Het Strategisch Plan Geletterdheid legt de nadruk op het op gang brengen van overleg en structurele samenwerking. Dit was ook de focus van de samenwerkingsprojecten die we hier beschrijven. Door de projectpartners werden verschillende soorten activiteiten en methodes uitgeprobeerd om bruggen te bouwen tussen de verschillende sectoren zodat zo goed als mogelijk samengewerkt kan worden. Dit is een basisvoorwaarde voor er effectieve doorstroom van deelnemers van de ene organisatie naar de andere kan plaatsvinden. Om tot samenwerking en bredere participatie te komen, werden de zeer algemeen geformuleerde doelstellingen in het Strategisch Plan Geletterdheid hertaald in acht concrete doelstellingen: 1. Er wordt op een doordachte manier samenwerking opgezet tussen Centra voor Basiseducatie en Vormingpluscentra. 2. Er is doorstroom van cursisten die deelnemen aan modules van opleidingen in de basiseducatie naar inhoudelijk verwante inhouden bij Vormingpluscentra: a) volgend op het traject in de basiseducatie; b) parallel aan het traject binnen de basiseducatie. 3. Bij medewerkers van Vormingpluscentra is er pedagogisch didactische knowhow om met doorstromers uit de basiseducatie te werken. 4. Zowel bij de Centra voor Basiseducatie als bij Vormingpluscentra zijn de voorwaarden aanwezig om een succesvolle doorstroom te realiseren. 5. Vormingpluscentra bereiken potentiële laaggeschoolde cursisten. 6. Vormingpluscentra bieden een aanbod aan cursisten Nederlands als Tweede Taal (NT2) eindniveau basiseducatie. 7. Cursisten basiseducatie nemen vrijwilligerstaken op in een vereniging. 8. Er is doorstroom van cursisten sociaal-cultureel volwassenenwerk (SCVW) naar de basiseducatie (BE). Ieder samenwerkingsverband selecteerde de doelstellingen die het meest van toepassing waren voor zijn regio. Op basis van de gekozen doelstellingen werd een inhoudelijk project opgesteld. We staan stil bij elk van deze doelstellingen; in hoeverre ze van toepassing waren in elk van de samenwerkingsverbanden en op de resultaten.
1 4 april 2003 Eindrapport 2007
05-11-07
-7-
2.
DE ACHT DOELSTELLINGEN
Doelstelling 1 Er wordt op een doordachte manier samenwerking opgezet tussen Centra voor Basiseducatie (CBE) en Vormingpluscentra (V+centra). In drie van de vijf projecten was deze doelstelling aan de orde en werd ze ook gehaald. Er is overleg opgestart of bestaand overleg werd geïntensifieerd. Het realiseren van overleg blijkt nogal wat tijd te vergen. De meeste samenwerkingsverbanden geven aan om het overleg ook na dit tweejarige project verder te zetten. De bekommernis voor de doelgroep van laaggeschoolde volwassenen is verankerd binnen Vormingplus; dit wil zeggen dat het structureel ingebed is in de werking en niet afhankelijk is van de betrokkenheid van één persoon in het project. In de twee samenwerkingsverbanden waar deze doelstelling niet van toepassing was, bestond er al samenwerking tussen Centra voor Basiseducatie en Vormingpluscentra. Doelstelling 2 Er is doorstroom van cursisten die deelnemen aan modules van opleidingen in de BE naar inhoudelijk verwante inhouden bij Vormingpluscentra: a. volgend op het traject in de BE; b. parallel aan het traject binnen de BE. Drie van de vijf projecten formuleren deze doelstelling als relevant. Enkel het Brusselse samenwerkingsverband beoordeelt deze doelstelling als behaald. Er is doorstroom maar het gaat zeker niet over grote getallen. Dit realiseren vergt een zeer actieve inzet van mensen. De factor die het verschil maakt, is zeker de aanwezigheid van een vertrouwd gezicht in een nieuwe omgeving. Bijv. de cursisten basiseducatie kennen de medewerker van Vormingplus uit de lessen basiseducatie. Ook zouden de cursisten moeten kunnen proeven van de activiteiten van de vormingsorganisatie, dit verlaagt de drempel. Het samenwerkingsverband Mechelen/Willebroek/Lier geeft aan dat het nog te vroeg is om werkelijke doorstroom te beoordelen. Er is een aanzet gegeven via een aangepast aanbod bij Vormingplus Mechelen. Gemeenschappelijke promotie-inspanningen zijn zeker nodig. Het behalen van deze doelstelling is dan ook lange termijn werk. In Antwerpen had men zich ook op doorstroom gericht, maar het doel werd niet gehaald. Er werden twee activiteiten uitgevoerd door Vormingplus Antwerpen: twee bijeenkomsten voor geïnteresseerde cursisten Centrum Basiseducatie Antwerpen en Noord-Antwerpen rond gemeenteraadsverkiezingen die zeker als geslaagd kunnen bestempeld worden. Een andere bijeenkomst was deze rond 'mode' binnen de module Kunst en Cultuur van Centrum Basiseducatie Antwerpen en Noord-Antwerpen. Die activiteit was minder geslaagd wegens onvoldoende inschatting van het doelpubliek. In geen van beide gevallen leidde de samenwerking tot doorstroom. Wellicht moeten hiervoor meer activiteiten samen gebeuren. Om echt te slagen vergt dit een groter engagement, meer contacten en een vertrouwd gezicht. Er moet zeker ook meer rekening gehouden worden met de kenmerken van de doelgroep van laaggeschoolde cursisten. Verder moet het aanbod van Vormingplus voldoende mogelijkheden tot doorstroom bieden waar cursisten basiseducatie zich toe aangetrokken voelen. In de regio Kempen was de doelstelling niet aan de orde, omwille van het specifieke in de werking van Vormingplus. Vormingplus Kempen heeft geen eigen cursusaanbod waardoor doorstroom niet aan de orde is. In dit project richtten zij zich op maatschappelijke doorstroom, in casu doorstroom naar de bibliotheek.
Eindrapport 2007
05-11-07
-8-
Doelstelling 3 Bij medewerkers van Vormingpluscentra is er pedagogisch-didactische knowhow om met doorstromers uit de BE te werken. Slechts één samenwerkingsverband (Mechelen) schoof deze doelstelling expliciet naar voren. De doelstelling werd gehaald. De inschakeling van een Vormingplus-medewerker in de module 'vrije tijd' binnen de basiseducatie heeft daartoe bijgedragen. Zij stond in samenwerking met de lesgevers basiseducatie in voor de voorbereiding en uitvoering van de activiteiten. De opgedane knowhow werd ook gecommuniceerd binnen het Vormingplus-team, zodat die niet slechts aan één persoon gekoppeld is. In twee projecten was deze doelstelling niet echt beoogd, maar de pedagogisch-didactische knowhow bij de medewerkers van Vormingplus is wel een voorwaarde om te slagen, zo meent men. Indien er al knowhow aanwezig was, versterkte de uitwisseling, samenwerking en wisselwerking in het kader van dit project die aanwezige knowhow. Doelstelling 4 Zowel bij de Centra voor Basiseducatie’s als bij Vormingpluscentra zijn de voorwaarden aanwezig om een succesvolle doorstroom te realiseren1. Brussel en Mechelen zeggen volmondig dat de doelstelling gehaald is. Er wordt voortdurend over nagedacht. Er is gezorgd voor verankering van de samenwerking zodat hieraan verder kan worden gesleuteld en gewerkt. Er is een aanzet gegeven met een aangepast aanbod van Vormingplus en Citizenne. Een heikel punt blijft de financiële drempel (de prijs) van deelname aan Vormingplus-aanbod (als Vormingplus moet je eigen inkomsten realiseren), maar het is een voorwaarde waarop je geen vat hebt (zie beleidsaanbevelingen overheid). Zowel Antwerpen als de Westhoek menen dat de doelstelling wel van toepassing was, maar slechts ten dele gehaald lijkt. In het ene geval zijn de voorwaarden wel aanwezig in de Centra voor Basiseducatie, maar allicht onvoldoende aanwezig bij Vormingplus. Dit had in ieder geval ook te maken met een gebrek aan ‘gezicht’ vanuit Vormingplus. Verder melden de participanten dat het resultaat qua effectieve doorstroming nog niet kan worden beoordeeld, maar dit maakte ook niet het voorwerp uit van deze doelstelling. Kwantitatieve gegevens zeggen voorlopig nog niets en zouden zelfs een heel verkeerd beeld geven met name over de voorwaarden tot doorstroom. De samenwerkingsinitiatieven zullen toch moeten herhaald worden, wil er ook echt doorstroom zijn. Het publiek van de BE leert Vormingplus en de verenigingen kennen, maar na één keer is dit nog niet voldoende om de stap te zetten. De activiteiten zullen zeer laagdrempelig moeten zijn. Doelstelling 5 Vormingpluscentra bereiken potentiële laaggeschoolde cursisten2. Westhoek, Brussel en Mechelen stellen dat de doelstelling werd gehaald, ook al benadrukken ze dat het niet gaat om grote aantallen. Ze zouden eerder willen spreken over een aanzet die gegeven is tot het bereiken van laaggeschoolden, waaronder cursisten van de Centra voor Basiseducatie. Voor het beoordelen van de resultaten, zowel kwantitatief als kwalitatief is het nog veel te vroeg zegt ook de regio Kempen. 1. Doelstelling 2 en 4 lijken op het eerste zicht gelijkaardig. In doelstelling vier gaat het niet over effectieve doorstroom maar over de voorwaarden om de doorstroom mogelijk te maken.
2. Doelstelling 2 en 5 overlappen gedeeltelijk. Bij doelstelling 5 is het doelpubliek echter breder dan cursisten basiseducatie. Eindrapport 2007
05-11-07
-9-
Ook in dit laatste project was de doelstelling van toepassing, ook al lag in dit project het accent op het samen (BE, Vormingplus en basisscholen) bereiken van laaggeschoolden met het oog op doorstroom naar de bibliotheek, het CC, .... Doelstelling 6 Vormingpluscentra bieden een aanbod aan cursisten NT2 eindniveau BE. Enkel de regio Antwerpen formuleerde deze doelstelling. Volgens de Centra voor Basiseducatie werd de doelstelling ten dele gehaald. Het is een feit dat deze (doel)groep zeker aanwezig is in Antwerpen. Een aanbod uitwerken voor hen in samenwerking met Vormingplus moet zeker mogelijk zijn. Er werden vier bijeenkomsten gepland in het kader van Maatschappijoriëntatie met telkens een activiteit begeleid door Vormingplus en een voorbereidende NT2-les begeleid door Centra voor Basiseducatie: • Twee bijeenkomsten (bezoek aan kringwinkel en aan RVT) vonden plaats zoals voorzien maar werden volledig begeleid door BE. • Voor het modethema vond enkel de omkaderende les plaats. Het bezoek zelf werd afgelast omwille van niet geschikt voor de doelgroep. • Het bezoek aan het jeugdtheater kon niet doorgaan omwille van de data van het theater. De interesse bij de cursisten voor een vrijetijdsaanbod en sociaal contact is zeker aanwezig en de participatie van de cursisten was goed. Door omstandigheden was inbreng van Vormingplus minimaal. Doelstelling 7 Cursisten BE nemen vrijwilligerstaken op in een vereniging. Deze doelstelling was van enkel van toepassing in de Westhoek, waar de verenigingen participeerden. De doelstelling werd niet gehaald omdat andere acties hiervoor geschikter zouden zijn. De regionale werkingen van verenigingen hebben niet expliciet een mandaat om zich te richten op kansengroepen en extra inspanningen hiervoor te doen als dit niet zo geëxpliciteerd wordt in de beleidsplannen van de verenigingen. Doelstelling 8 Er is doorstroom van cursisten sociaal-cultureel volwassenenwerk (SCVW) naar de basiseducatie (BE). Deze doelstelling staat niet in het Strategisch Plan Geletterdheid. Ze werd toegevoegd omdat de vraag is of er sprake is/kan zijn van tweerichtingsverkeer. Verwijst SCVW ook door naar BE? In geen van de samenwerkingsverbanden was deze doelstelling aan de orde.
Eindrapport 2007
05-11-07
-10-
III.
INHOUDELIJKE SYNTHESE VAN DE REGIONALE SAMENWERKINGSVERBANDEN
1.
Regio: Kempen
Partners
Project Noorderkempen: • Vormingplus Kempen • Centrum Basiseducatie Noorderkempen • Basisschool 'Leefschool' in Lille • Openbare Bibliotheek Lille Project Zuiderkempen: • Vormingplus Kempen • Centrum Basiseducatie Zuiderkempen • Basisschool in Westerlo • Openbare Bibliotheek Westerlo
Doelstellingen
Doelstelling 1: Er wordt op een doordachte manier samenwerking opgezet tussen Centra voor Basiseducatie en Vormingpluscentra. Doelstelling 5: Vormingpluscentra bereiken potentiële laaggeschoolde cursisten.
Doelgroep
Laaggeschoolden in de Kempen die niet bereikt worden door de basiseducatie noch door Vormingplus (blinde vlek).
Periode
Gestart en stopgezet in 2006. Bijgestuurd in 2007, loopt door in 2008.
Activiteiten
Ontwikkelen van leesplezier bij laaggeschoolde volwassenen. Leesbevordering: bijbrengen van basisvaardigheden omtrent boeken lezen, voorlezen, kiezen,... Bevorderen van dienstverlening door de Openbare Bibliotheek: opsporen en wegwerken van drempels voor de beoogde doelgroep om naar de bibliotheek te gaan. Project Noorderkempen (6 sessies): • Schoolprojectwerking: de kinderen kiezen zes thema's • Per thema is er één activiteit in de openbare bibliotheek • Leerlingen zoeken naar boeken in functie van het project • Rondleiding voor kinderen en ouders • Voorleessessies • Werken en spelen met materiaal van de bibliotheek Project Zuiderkempen (13 sessies): • Aansluiten bij bestaande gezinsleren • Gesprekken met ouders • Activiteit in de openbare bibliotheek • Rondleiding voor kinderen en ouders • Voorleestips • Werken en spelen met materiaal van de bibliotheek
Resultaat en Toekomst
Doelstelling 1: Werd gehaald wat betreft de coördinatie van het project. De eigenlijke samenwerking moet nog starten. Ondanks een eerste mislukking werd verder gedacht over en gezocht naar concrete samenwerking. Dit was mogelijk door de keuze van Vormingplus voor netwerking. In 2006 liep het mis vanwege te weinig promotie en een te korte wervingsperiode. Doelstelling 5: Het accent ligt op het samen bereiken van laaggeschoolden met het oog op doorstroom naar de bibliotheek,... Met andere woorden op maatschappelijke participatie. Het is nog te vroeg om te beoordelen of ze wordt gehaald.
Eindrapport 2007
05-11-07
-11-
2.
Regio: Mechelen-Lier
Partners
Project Bornem: • Vormingplus regio Mechelen • Centrum Basiseducatie Willebroek Project Lier: • Vormingplus regio Mechelen • Centrum Basiseducatie Mechelen-Lier-Heist op/den Berg
Doelstellingen
Doelstelling 1: Er wordt op een doordachte manier samenwerking opgezet tussen Centra voor Basiseducatie en Vormingpluscentra. Doelstelling 2: Er is doorstroom van cursisten die deelnemen aan modules van opleidingen in de BE naar inhoudelijk verwante inhouden bij Vormingpluscentra: a. volgend op het traject in de BE; b. parallel aan het traject binnen de BE. Doelstelling 3: Bij medewerkers van Vormingpluscentra is er pedagogisch didactische knowhow om met doorstromers uit de BE te werken. Doelstelling 4: Zowel bij de Centra voor Basiseducatie als bij Vormingpluscentra zijn de voorwaarden aanwezig om een succesvolle doorstroom te realiseren. Doelstelling 5: Vormingpluscentra bereiken potentiële laaggeschoolde cursisten.
Doelgroep
Laaggeschoolde Belgen die de modules Maatschappelijke Oriëntatie beëindigen in de basiseducatie en die hierop een vervolg wensen.
Periode
Najaar 2006 – voorjaar 2007.
Activiteiten
Acht sessies rond 'Vrije tijd en handelen in groep' die passen in de module Maatschappelijke Oriëntatie 'Vrije Tijd'. Deze werden in Bornem en in Lier georganiseerd. Medewerkers van Vormingplus en BE werkten dit samen uit. Welkom in café De Vrije Tijd: ➢ De cursist kan vrije tijd een plaats geven binnen de beschikbare tijd. De setting zijn cafétafels met drank en versnapering. Eerste Hulp bij Vrije Tijd: ➢ De cursist kan met begeleiding informatiebronnen over vrijetijdsbestedingsmogelijkheden raadplegen. Met het internet aan de slag: op verkenning in je gemeente! ➢ De cursist kan met begeleiding informatiebronnen over vrijetijdsbestedingsmogelijkheden raadplegen. Een goede keuze maken, niet gemakkelijk! ➢ De cursist kan zijn eigen kwaliteiten, beperkingen, behoeften en verlangens met betrekking tot zijn vrijetijdsbesteding aangeven. Hij kan ook een vrijetijdsbesteding kiezen uit zijn omgeving op basis van een eenvoudige kosten-baten-inschatting. Jezelf uitdagen in je vrije tijd! ➢ De cursist staat open voor hem niet bekende vormen van vrijetijdsbesteding in de eigen omgeving. Hij kan nieuwe, hem niet bekende vormen van vrijetijdsbesteding in de eigen omgeving verkennen. Tijd voor vrije tijd? ➢ Plannen en organiseren van je vrije tijd met de kennis die ze tot dan toe vergaard hebben. Een eigen agenda opmaken en evalueren of ze in de
Eindrapport 2007
05-11-07
-12-
toekomst iets anders willen doen, bewuster omgaan met vrije tijd,... Resultaat en Toekomst
Doelstelling 1: Werd gehaald. Het project heeft geleid tot samenwerking omdat er veel tijd werd geïnvesteerd in overleg. Deze samenwerking zal continueren door blijvend overleg. De bekommernis voor de doelgroep laaggeschoolde volwassenen is verankerd binnen Vormingplus. Doelstelling 2: Het resultaat moet nog worden beoordeeld. Er is een aanzet gegeven via een aangepast aanbod van Vormingplus Mechelen. De promotie daarvoor gebeurt door Vormingplus én Centra voor Basiseducatie. Doelstelling 3: Deze werd gehaald. De inschakeling van een Vormingplus-medewerker in de module vrije tijd binnen BE (voorbereiding en uitvoering) heeft daartoe bijgedragen. Deze knowhow werd ook gecommuniceerd binnen het Vormingplus-team. Vormingplus is er zich van bewust dat deze knowhow (attitude) ook moet worden verlangd van de freelancers. Doelstelling 4: De voorwaarden zijn aanwezig, er is gezorgd voor verankering van de samenwerking zodat hieraan verder kan worden gesleuteld en gewerkt. Er is een aanzet gegeven met een aangepast aanbod van Vormingplus. Het resultaat qua effectieve doorstroming kan nog niet worden beoordeeld. Doelstelling 5: Via de samenwerking rond de module vrije tijd heeft Vormingplus-cursisten BE bereikt. De aanzet is gegeven tot het bereiken van laaggeschoolden (waaronder cursisten BE) via een aangepast aanbod (het decreet SCVW geeft Vormingplus de opdracht tot bredere participatie + bereiken van kansengroepen, het bereiken van cursisten BE door samenwerking met Centra voor Basiseducatie kadert daarin maar voor de Vormingplus is elke 'doorstroom' belangrijk. Het is nog te vroeg voor een beoordeling van de resultaten. In de toekomst worden drie cursussen opgesteld door Vormingplus voor laaggeschoolden en dit verspreid in de regio. Bekendmaking zal gebeuren in de lessen basiseducatie: werken met inschrijfstrook, uitleg, suggestie om met 2 à 3 tegelijk te participeren, mensen hoeven zich niet te verplaatsen, derde tarief: nog lagere deelnemersprijs voor kansengroepen. Freelancers: wie geschikt en wie niet? Engagement basiseducatie: tijd om aanbod bekend te maken. Vanaf volgend jaar integratie in gewoon aanbod.
Eindrapport 2007
05-11-07
-13-
3.
Regio: Antwerpen
Partners
• • •
Vormingplus – Volkshogeschool Regio Antwerpen Centrum Basiseducatie 'Open School' Antwerpen Centrum Basiseducatie Noord-Antwerpen
Doelstellingen Doelstelling 2: Er is doorstroom van cursisten die deelnemen aan modules van opleidingen in de BE naar inhoudelijk verwante inhouden bij Vormingpluscentra a. volgend op het traject in de BE; b. parallel aan het traject binnen de BE. Doelstelling 4: Zowel bij de Centra voor Basiseducatie als bij Vormingpluscentra zijn de voorwaarden aanwezig om een succesvolle doorstroom te realiseren. Doelstelling 6: Vormingpluscentra bieden een aanbod aan cursisten NT2 eindniveau BE. Doelgroep
Periode
Activiteiten
• • •
Cursus gemeenteraadsverkiezingen: NT1 (begin niveau M BE 051) Module MO: bezoek aan het modemuseum: cursisten Maatschappelijke Oriëntatie Module NT2: vier uitstappen: NT2 uitstromers + open werving
• • •
Cursus gemeenteraadsverkiezingen: voorjaar 2006 Module MO: Bezoek aan het modemuseum: voorjaar 2006 NT2: vier uitstappen: voorjaar 2007
Vormingplus organiseert een cursus rond gemeenteraadsverkiezingen. Het organiseert ook een uitstap in de module Maatschappelijke Oriëntatie (Kunst en Cultuur) en vier uitstappen in de module NT2. Hierdoor leren de cursisten de medewerkers en het aanbod van Vormingplus kennen. De voorbereidende les en de taalondersteuning werden begeleid door medewerkers basiseducatie. Aanbod Vormingplus: ➢ Cursus gemeenteraadsverkiezingen: twee sessies in Vormingplus voor de cursisten van Open School. Twee sessies in de lokalen van Centrum Basiseducatie Noord-Antwerpen. ➢ Maatschappelijke Oriëntatie (Kunst en Cultuur): bezoek aan modemuseum. De uitstap maakt deel uit van de cursus Kunst en Cultuur, 40u. Ze wordt begeleidt door een medewerker van Vormingplus Antwerpen. ➢ NT2: vier uitstappen met voorbereidende les: • RVT/dienstencentrum • Kringloopwinkel • Jeugdtheater Het Paleis • Modemuseum
Resultaat en Toekomst
Doelstelling 2: In geen van de opgestelde activiteiten leidde dit tot doorstroom. Wellicht moeten hiervoor meer activiteiten samen gebeuren (groter engagement, belang van meer contacten en vertrouwd gezicht) en moet meer rekening worden gehouden met het type cursisten/kenmerken van de doelgroep. Het vervolg(aanbod) van Vormingplus moet voldoende doorstroommogelijkheden bieden. In het algemeen is het water te diep voor de cursisten basiseducatie. Doelstelling 4: Lijkt ten dele gehaald. De voorwaarden zijn aanwezig in basiseducatie maar allicht is ze onvoldoende aanwezig bij Vormingplus. Doelstelling 6: Dit werd ten dele gehaald. Drie bijeenkomsten vonden plaats waarvan twee alleen door basiseducatie begeleid werd. De voorbereidende bijeenkomsten vonden wel plaats. Het bezoek aan het jeugdtheater kon niet doorgaan omwille van de data van het theater. De interesse bij de cursisten voor een vrijetijdsaanbod en sociaal contact is zeker aanwezig, de participatie van de cursisten was goed. Het systeem van een voorbereidende les werkt. Er gebeurde geen open werving door Vormingplus.
Eindrapport 2007
05-11-07
-14-
4.
Regio: Brussel
Partners Doelstellingen
• •
Citizenne – Vormingplus Brussel Centrum Basiseducatie 'Brusselleer'
Doelstelling 1: Er wordt op een doordachte manier samenwerking opgezet tussen Centra voor Basiseducatie en Vormingpluscentra. Doelstelling 2: Er is doorstroom van cursisten die deelnemen aan modules van opleidingen in de BE naar inhoudelijk verwante inhouden bij Vormingpluscentra a. volgend op het traject in de BE; b. parallel aan het traject binnen de BE. Doelstelling 4: Zowel bij de Centra voor Basiseducatie als bij Vormingpluscentra zijn de voorwaarden aanwezig om een succesvolle doorstroom te realiseren. Doelstelling 5: Vormingpluscentra bereiken potentiële laaggeschoolde cursisten.
Doelgroep
NT2-cursisten.
Periode
Schooljaar 2006-20071.
Activiteiten
Citizenne en Brusselleer stellen drie workshops op. Deze workshops vinden plaats in het gesloten aanbod van Brusselleer maar worden door Citizenne gegeven. Er wordt gekozen voor een aanbod dat aansluit bij het aanbod van Citizenne. Volgende activiteiten komen aan bod: ➢ Kennismakingsmoment: Wie ben je? Wat kan je doen? ➢ Foto-expressiemoment: gesprek over foto's over dagelijks leven ➢ Symbolenmoment: symbool over de eigen cultuur tonen en vertellen ➢ Uitstroomspel: de cursisten krijgen een beeld over de mogelijkheden van het sociaal-cultureel werk in hun buurt, onder andere ook over Citizenne. ➢ Informatie over Citizenne tijdens het laatste contact en uitnodiging aan het open aanbod van Citizenne.
Resultaten en Toekomst
Doelstelling 1: De doelstelling werd gehaald. Er is overleg, de continuïteit is verzekerd. Doelstelling 2: Werd gehaald. Er is doorstroom maar het gaat niet om grote aantallen. Dit vergt een actieve inzet van mensen (drempels wegwerken, leren proeven,...), de factor die verschil maakt is 'vertrouwdheid' met de educatieve medewerker. Doelstelling 4: Werd gehaald. Er werd voortdurend over nagedacht, een heikel punt blijft de financiële drempel (prijs) van deelname aan Vormingplus aanbod maar het is een voorwaarde waar je geen vat op hebt. Doelstelling 5: Werd gehaald. Maar wordt breder gezien, het gaat niet alleen om cursisten BE en ze wordt ook bereikt via andere projecten (tewerkstelling), het gaat niet om grote aantallen. In de toekomst wordt de samenwerking verder gezet via onder meer samenwerking in de module Maatschappelijke Oriëntering (Vrije Tijd). Ook zullen er ontmoetingen zijn tussen medewerkers van beide organisaties.
1 Beide partners hebben al ettelijke jaren een intensieve samenwerking lopen. Zie hiervoor 'Een groep vertelt... Basiseducatie en Citizenne werken samen'. Sigrid Vandeput in WisselWERK, mei-juli 2006, jaargang 3 nummer 2. Eindrapport 2007
05-11-07
-15-
5.
Regio: Westhoek
Partners
Doelstellingen
• • • • •
Vormingplus Volkshogeschool regio Oostende-Westhoek Centrum Basiseducatie Westhoek regionale werking KAV-vrouwen die bewegen regionale werking KVLV-Vrouwen met Vaart regionale werking Landelijke Gilden
Doelstelling 4: Zowel bij de Centra voor Basiseducatie als bij Vormingpluscentra zijn de voorwaarden aanwezig om een succesvolle doorstroom te realiseren. Doelstelling 5: Vormingpluscentra bereiken potentiële laaggeschoolde cursisten. Doelstelling 7: Cursisten BE nemen vrijwilligerstaken op in een vereniging.
Doelgroep
De leden en cursisten van alle meewerkende organisaties.
Periode
Workshops tijdens de Week van de Smaak, 20-24 november 2006, met name op dinsdag 21/11/2006 en donderdag 23/11/2006 telkens in de namiddag van 13u1516u15 en 's avonds tussen 19u00-22u00.
Activiteiten
Vormingsmarkt rond het thema 'Wel in je vel'. Er vinden workshops plaats rond gezondheid en conditie. Het zijn laagdrempelige activiteiten die de totale persoon aanspreken. De workshops sluiten aan bij het aanbod van de verschillende deelnemende organisaties. Per dagdeel is er een gezamenlijk plenair startmoment waarop informatie-uitwisseling mogelijk is over de verantwoordelijke organisatie. De activiteiten gaan door tijdens de cursusmomenten van Centra voor Basiseducatie. Voor de cursisten Centra voor Basiseducatie betekent het een lesvervangende of een bijkomend aanbod. Iedere workshop start met een kennismaking van de organiserende organisatie. Het gaat door in Ieper en Diksmuide in de lokalen van basiseducatie of op verplaatsing.
Resultaat en Toekomst
Doelstelling 4: Deze doelstelling werd ten dele gehaald. De effectieve doorstroom is er nog niet. Om dit te realiseren moet er laagdrempeliger gewerkt worden. Ook zal de samenwerking intensiever en herhaald moeten worden. Er waren te weinig deelnemers uit Vormingplus en de verenigingen om de kennismaking echt te laten lukken. Doelstelling 5: Tijdens de workshops kon Vormingplus laaggeschoolden rekruteren. Deze stromen echter nog niet door naar het open aanbod. Hiervoor zouden andere acties ondernomen moeten worden. Doelstelling 7: Tijdens de workshops konden de verenigingen laaggeschoolden rekruteren. Deze stromen echter nog niet door naar het open aanbod. Hiervoor zouden andere acties ondernomen moeten worden.
Eindrapport 2007
05-11-07
-16-
IV.
BELEIDSAANBEVELINGEN
1.
Aanbevelingen op het niveau van de Vlaamse regering
2.
➔
Financiële verankering: • Stimuleer initiatieven tot samenwerking via projectsubsidies. De bijkomende financiering is vooral nodig om de samenwerking uit te bouwen. Dit is een tijdsintensief proces. • Voorzie voor de basiseducatie naast projectmiddelen voor de opstart van concrete acties ook structurele tegemoetkomingen voor de continuering van samenwerkingsprojecten. • Geef richtlijnen om cursusprijzen bij Vormingplus zo laag mogelijk te houden voor kansengroepen. Leg criteria op (cf GOK-criteria1) om Vormingpluscentra die kansengroepen bereiken daarvoor te honoreren.
➔
Inhoudelijke verankering: • De opdracht van Vormingplus is eerder vaag daar waar het samenwerking betreft. De opdracht van basiseducatie is beperkt tot wat modulair toegelaten is. Een precieze opdrachtomschrijving en –afbakening om samenwerking uit te bouwen en te continueren is nodig. • Doorstroom naar het sociaal-cultureel volwassenenwerk moet bij het herschrijven van opleidingsprofielen en uitwerken van leerplannen basiseducatie expliciet opgenomen worden. In didactische aanwijzingen wordt kennismaking met het aanbod van Vormingplus via bezoek, deelname aan cursussen en uitwisseling opgenomen. • Stimuleer toegankelijk aanbod voor laaggeschoolden bij Vormingplus. • Blijf het gemeenschapsvormende werk van Vormingplus ondersteunen. Aanbevelingen voor het provinciale beleid •
3.
Aanbevelingen voor het ondersteuningsniveau • •
4.
Stimuleer initiatieven tot samenwerking via projectsubsidies.
Inventariseer, beschrijf en verspreid goeie praktijken. Verzamel in een volgende fase kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over doorstroom.
Aanbevelingen voor de Centra voor Basiseducatie en de Vormingpluscentra •
Zie punt V. ‘Stappenplan voor samenwerking basiseducatie en sociaal-cultureel volwassenenwerk'.
1 Gelijke Onderwijskansen Eindrapport 2007
05-11-07
-17-
Eindrapport 2007
05-11-07
-18-
V.
STAPPENPLAN
1.
Alvorens tot effectieve samenwerking over te gaan
Ga na of er: − Voldoende motieven zijn om samen te werken − Bij de betrokkenen (zowel verantwoordelijken als medewerkers) voldoende wil aanwezig is om tot samenwerking over te gaan − Omwille van de wederzijdse return of win-winsituatie 2.
Bepaal de motieven om tot samenwerking te komen.
Mogelijke motieven zijn: − Aantrekken van nieuwe doelgroepen − Bereiken van kansengroepen (kort- of laaggeschoolden) − Doorstroom van cursisten BE naar Vormingplus/verenigingen − Bereiken van laaggeschoolden in het open aanbod van Vormingplus − Kansengroepen kennis laten maken met Vormingplus − Vormingplus maakt kennis met laaggeschoolde cursisten − Vormingplus doet knowhow op in het werken met laaggeschoolden − Verenigingen verwijzen leden door naar centrum voor BE − Netwerking − Omwille van de gezamenlijke werving/promotie − Omwille van het samen voorbereiden en uitwerken van cursusaanbod − Zowel BE als Vormingplus biedt andere inhouden aan dan de traditionele − Vormingplus werkt een aanvullend aanbod uit ten aanzien van het modulaire aanbod van de BE − Vormingplus biedt een vervolgaanbod ten aanzien van het modulaire aanbod van de BE − Omwille van decretale verplichting − Omwille van beleidsplan/werkingsplan van de eigen organisatie 3.
Trek voldoende tijd uit om kennis te maken met elkaar.
Mogelijke aandachtspunten zijn: − Wat is de opdracht van de partnerorganisaties volgens hun decreten: ➢ Algemeen ➢ Specifiek naar kansengroepen −
Elkaars werking leren kennen: ➢ Inhouden (huidig en mogelijk te plannen) ➢ Structurering van het aanbod (bijvoorbeeld modulaire structuur BE) ➢ Doelgroep/niveau ➢ Terminologie/jargon ➢ Financiële voorwaarden voor deelname ➢ Mogelijkheden, raakpunten, verschillen
−
Bepaal hoe je elkaars werking zal leren kennen: ➢ Informatieoverdracht mondeling of schriftelijk ➢ Kijklessen volgen ➢ Stage lopen (bijvoorbeeld samen een groepsmoment begeleiden, …)
Eindrapport 2007
05-11-07
-19-
4. − −
− − − − − −
5. −
− −
6.
Bepaal waartoe de samenwerking moet leiden: Bepaal de beoogde doelgroep Reeds bereikte cursisten van de samenwerkende organisaties Specificeer: (bijvoorbeeld uit NT1-groepen hoog niveau, uitstroom NT2, zelforganiserende groep of vereniging, traditionele cursisten Vormingplus, …) Nog te werven cursisten Specificeer: (bijvoorbeeld volledig nieuwe cursisten) Niveau: specificeer: (bijvoorbeeld lees-en schrijfniveau, niveau van kennis en vaardigheden, achtergrond, …) Bepaal de hoofddoelstelling(en) Bepaal nevendoelstellingen Geef eerste aanzet van mogelijke activiteiten Formuleer een voorlopig tijdpad Medewerkers: Duid een sleutelfiguur aan voor de samenwerking. Deze persoon: ➢ is het gezicht voor de andere organisatie ➢ krijgt tijd en ruimte om de samenwerking gestalte te geven ➢ zorgt voor verankering binnen de eigen organisatie De medewerkers van beide organisaties die betrokken zijn bij het project nemen tijd om elkaar te informeren over doelgroep, ervaringen met Vormingplus/basiseducatie,... De medewerkers die de samenwerking uitvoeren, zijn ook betrokken bij de voorbereiding. Voorbereiden en uitwerken van de activiteit(en):
Inhoudelijk: − − −
Zorg dat de activiteit inhoudelijk aansluit, inpast of volgt op de bestaande werking Bepaal de activiteit(en) die het best leidt tot het bereiken van de opgegeven doelstelling(en) Werk de activiteiten inhoudelijk uit. Hou hierbij rekening met de volgende elementen: ➢ Beginsituatie van de (potentiële) cursisten ➢ Beheersingsniveau op het vlak van kennis en vaardigheden ➢ Doelstellingen per activiteit ➢ Leerinhouden ➢ Didactische werkvormen ➢ Leermiddelen en lesmateriaal ontwikkelen of bestaand materiaal zoeken ➢ Tussentijdse evaluatie ➢ Concrete tijdsplanning
Organisatorisch: −
− −
Maak afspraken over taakverdeling: ➢ Coördinatie/trekkersfunctie ➢ Contactpersonen ➢ Voorbereiding van de activiteiten ➢ Uitwerking van de activiteiten ➢ Evaluatie van de activiteiten ➢ Tijdsinvestering per betrokken medewerker ➢ Werving en promotie, aanmeldingspunt en inschrijving ➢ Financiële opvolging Bepaal of de activiteit past in een decretaal vastgelegde opleiding binnen de BE Bepaal of de activiteit bijkomend aanbod/maatwerk is
Eindrapport 2007
05-11-07
-20-
− − − −
−
7. −
−
− −
−
8. − − − − − − − − − − − − − −
Bepaal of de activiteit een extra lesmoment is of een gepland lesmoment/lessenreeks vervangt Bepaal waar de activiteiten zullen plaats hebben Uitvoeren van een activiteit in elkaars gebouwen draagt bij tot een betere kennismaking Maak financiële afspraken over: ➢ Bijdrage van cursisten ➢ Vergoeding voor lesgevers ➢ Betaling infrastructuur ➢ Betaling wervingsmateriaal en -kost Maak (indien nodig) afspraken over verplaatsing van cursisten Werving en promotie van de activiteiten en inschrijving: Bepaal welke doelgroep(en) je beoogt met de promotie: ➢ Huidige cursisten, cursisten en leden ➢ Eerder bereikte cursisten, cursisten en leden ➢ Nieuwe cursisten, cursisten en leden Bepaal hoe je de promotie voert: ➢ Eigen informatiekanalen (telefonisch, brief, krantje, nieuwsbrief, mondeling) ➢ Tijdens bijeenkomsten, informatiebijeenkomst, proeflessen, uitgewerkt activeringsaanbod, … ➢ Bekendmaking via de lokale pers ➢ Bekendmaking via samenwerkende organisaties Voorzie voor promotie, werving en toeleiding voldoende tijd Omschrijf duidelijk de samenwerking met tussenpersonen en toeleiders ➢ Maak van toeleiders van bij het begin betrokkenen en medestanders ➢ Zorg ervoor dat toeleiders beschikken over alle nodige informatie ➢ Voorzie de mogelijkheid dat tussenpersonen suggesties doen Bepaal hoe de aanmelding en inschrijving concreet gebeurt en bepaal de deelnameprijs Bijzondere aandachtspunten: Open communicatie Afspraken over coördinatie en eindverantwoordelijkheid Alle betrokken organisaties geloven in de samenwerking De educatieve werkers krijgen voldoende tijd en ruimte om de activiteiten voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren Leren kennen van elkaars organisatie en werking Verander omwille van de samenwerking niet in één keer, alle factoren (doelgroep, plaats, prijs, …) van de geplande activiteiten Wederzijds belang nagaan Financiële mogelijkheden op een rij zetten Regelmatig tussentijds evalueren De lasten gelijk verdelen Gebruik van sectorjargon vermijden Voldoende tijd nemen Ruimte en tijd voorzien voor inpassing in de werking van de eigen organisatie …
Eindrapport 2007
05-11-07
-21-
Eindrapport 2007
05-11-07
-22-
VI.
CONCLUSIES EN TOEKOMST
De projecten zoals ze beschreven staan in dit rapport wilden in de eerste plaats trachten om een samenwerking op te zetten, om drempels tussen beide sectoren te verlagen. Het gaat om samenwerking met het oog op educatieve of maatschappelijke doorstroom. Het deelnemen aan het verenigingsleven of aan een vormingsaanbod van een Vormingplus is tegelijkertijd ook een oefenplaats voor Nederlands. Het slagen van de samenwerking nu al gaan afmeten aan de harde cijfers van het aantal doorstromende cursisten zou wel zeer voorbarig zijn. In dit project is er vooral geïnvesteerd in de voorwaardenscheppende sfeer. Uit de (voorlopige) resultaten van de projecten blijkt dat samenwerking mogelijk en zelfs gewenst is. De cursisten basiseducatie zélf zijn vragende partij om een aanbod buiten de basiseducatie te leren kennen én er aan deel te nemen. Dit houdt niet in dat doorstroom vanzelfsprekend is. Hiervoor is intensieve samenwerking nodig, concrete afspraken en taakverdelingen moeten worden gemaakt én moet er voldoende tijd worden uitgetrokken voor werving voor en uitwerking van de activiteiten. Vooraleer gesproken kan worden van inbedding in de organisatie is het nodig dat alle (educatieve) medewerkers weten hoe om te gaan met laaggeschoolden. Dit geldt evenzeer voor de freelance medewerkers. Uit de projecten blijkt namelijk dat de kans op slagen onder meer afhangt van wie de activiteit begeleidt dan wel het thema waarover de activiteit gaat. Er is zeker nog verder nood aan inventarisatie en verspreiding van goede praktijken. Er moet zeker werk gemaakt worden van een zorgvuldige beschrijving van inhouden en aanpak aan de ene kant en de gerealiseerde doorstroom aan de andere kant. Hierin kunnen de ondersteuningscentra hun rol spelen. We durven daarom pleiten voor het verder zetten, intensifiëren en uitbreiden naar andere regio’s van dit project. Hiertoe kan de in dit project opgedane knowhow als eerste basis dienen. Deze ‘eerste hulp bij samenwerking’ kan doorgegeven worden via nascholing en/of studiedag. De ruimte om tot intensieve samenwerking te komen kan zeker verder gestimuleerd worden zowel door de Vlaamse als door de provinciale overheid, al dan niet in het kader van het SPG.
Eindrapport 2007
05-11-07
-23-