Samenvatting rapport
“Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal”
De aanleiding voor het onderzoek ‘Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal’ betreft de voorgenomen verruiming van het traject Delden – Enschede en de zijtak naar Almelo en de op dit moment reeds ervaren kweloverlast als gevolg van de onderhoudsbaggerwerkzaamheden (in 2010). De geplande verruiming (project verruiming Twentekanalen fase 2) betreft baggerwerkzaamheden (zodat een bredere en iets diepere vaargeul ontstaat) en de vervanging van de beschoeiing (indien noodzakelijk), zodat het hele Twentekanaal geschikt is voor langere en bredere klasse Va schepen. Deze maatregelen hebben invloed op de uitwisseling van oppervlaktewater en grondwater en daarmee op de grondwaterstanden binnen het invloedsgebied van het kanaal. Bij dit onderzoek zijn kansrijke oplossingen (mitigerende maatregelen) voor de kweloverlast door de werkzaamheden in het projectgebied van de verruiming Twentekanalen fase 2 verkend. Daarbij is tevens rekening gehouden met het oplossen van de huidige (ervaren) kweloverlast door onderhoudsbaggerwerk op de zijtak naar Almelo, omdat het waarschijnlijk efficiënt is om dit gelijktijdig aan te pakken. Watersysteemanalyse
Aan de hand van een watersysteemanalyse is inzicht verkregen in de historische en huidige interactie tussen het kanaal en het aangrenzende regionale watersysteem. Op basis van de wateruitwisseling van het kanaal met de omgeving en het uitgevoerde baggeronderhoud in 2010 zijn 9 karakteristieke deeltrajecten onderscheiden. Op basis van het peilverschil treedt op 5 trajecten een lichte tot sterke infiltratie van
kanaalwater op met kans op kwel(overlast) in de omgeving. Op 1 traject is het peilverschil wisselend met lokaal infiltratie en omgevingskwel. Op de overige 3 kanaaltrajecten heeft het kanaal een drainerende werking op de omliggende gronden. Effect baggerwerkzaamheden 2010 gedeelte Zijkanaal
Vlak na de tweede wereldoorlog is op een aantal plaatsen op de kanaalbodem een sliblaag aangebracht met als doel om de kwel naar de omgeving te beperken. Bij (onderhouds)baggerwerkzaamheden rond 2010 is deze sliblaag op bepaalde trajecten deels verwijderd, waardoor grondwateroverlast in de omgeving is toegenomen. Door de versterkte infiltratie van kanaalwater zakt de grondwaterstand met name in de zomer enkele decimeters minder ver uit en zijn de grondwaterstanden gedurende het gehele jaar hoger. De kans op grondwateroverlast door hoge grondwaterstanden is daardoor toegenomen en dat is vooral in het voorjaar en het najaar te merken omdat dit de periode is waarin de grond het intensiefst wordt bewerkt. Bepaling kanaalbodemweerstand
Om de hydrologische effecten van werkzaamheden in het Twentekanaal in kaart te brengen, is op basis van beschikbare informatie de kanaalbodemweerstand voorafgaand aan en na de baggerwerkzaamheden van 2010 en na de kanaalverruiming in 2017 bepaald. Hiervoor is gebruik gemaakt van modelberekeningen en metingen. De grondwaterberekeningen zijn voor een range van kanaalweerstanden uitgevoerd. De berekende effecten op de zomergrondwaterstand (GLG) door het baggeronderhoud
van 2010 zijn vervolgens vergeleken met lokale grondwaterstandmetingen langs het Zijkanaal. Hieruit blijkt dat de berekende effecten bij een kanaalweerstand van 30 tot 60 dagen bij drainage en 60 tot 120 dagen bij infiltratie het best overeenkomen met de gemeten verandering in 2010. Deze weerstanden zijn vervolgens in het grondwatermodel gebruikt, waarbij de veranderingen ten opzichte van de grondwatersituatie in 2001 zijn bepaald. Figuur 1 toont de drie situaties.
Figuur 1. Schematische weergave kanaalbodemweerstand
Hydrologische effecten
Hydrologische modelberekeningen zijn uitgevoerd met een verbeterde versie van het instationaire WRD2012 grondwatermodel van Waterschap Vechtstromen. Met dit model zijn drie situaties doorgerekend, respectievelijk de referentiesituatie (2001), de situatie na baggeronderhoud in het Zijkanaal in 2010 en de situatie na de kanaalverruiming in 2017. Het berekende verschil in de grondwaterstanden bij de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG), de Gemiddelde Voorjaars Grondwaterstand (GVG) en de Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG) is opgenomen in de bij dit rapport opgeleverde gisviewer met effectkaarten. De conclusie is dat de grootste effecten in het Zijkanaal zijn opgetreden door het onderhoudsbaggerwerk. De voorgenomen verruiming van de vaargeul in 2017 heeft slechts een beperkt additioneel effect. Afgeleide effecten
Voor het worst case scenario zijn de toekomstige effecten (door baggeronderhoud 2010 en kanaalverruiming) op landbouw, stedelijk gebied, natuur en recreatie in beeld gebracht. De berekende hydrologische effecten langs het Zijkanaal en de daarvan afgeleide effecten op landbouw, natuur, stedelijk gebied en recreatie komen goed overeen met het huidige beeld dat er van de situatie na 2010 heerst. Mitigerende maatregelen
De effecten van een versterkte infiltratie van kanaalwater en een grondwaterstandverhoging in het aangrenzende regionale watersysteem kunnen
worden gemitigeerd door interne maatregelen (in het kanaal) of externe maatregelen (in de omgeving). Het onderstaande tekstvak toont een overzicht van type maatregelen.
Overzicht type maatregelen 1. Intern: afdichting kanaalbodem 2. Extern: mitigatie ter plaatse van kwelsloot
a) optimaal onderhoud (basisvoorwaarde)
b) verbreden
c) verdiepen
d) peilverlaging
3. Extern: maatregelen op perceelschaal
a) optimaal onderhoud (basisvoorwaarde)
b) perceelsloten verbeteren en peilverlaging
Werksessie en factsheets
In een gezamenlijke werksessie met Rijkswaterstaat en waterschap Vechtstromen zijn per kanaaltraject op basis van afwegingscriteria de meest geschikte typen mitigerende maatregelen bepaald. Daarbij zijn tevens concrete aanvullende maatregelen in het omliggende regionale watersysteem benoemd op basis van huidige ontwikkelingen en
plannen. De kenmerken per kanaaltraject, de opgetreden en/of toekomstige effecten op functies en een beschrijving van (een pakket) mitigerende maatregelen zijn samengevat in factsheets. Nadere uitwerkingen maatregelen
Deze volgorde van te nemen maatregelen zijn vanuit hydrologisch oogpunt het meest logisch: 1. Onderhoud op orde houden of brengen van de kwel- en perceelsloten en mede ingericht op de functie kwel afvangen en afvoeren 2. Nadere uitwerking van te nemen maatregelen betreffende kwelsloten en locatiespecifieke maatregelen 3. Nadere uitwerking van gebiedsmaatregelen 4. Nader onderzoek hoe maatregelen in het kanaal technisch uit te voeren Aanbevelingen
De volgende aanbevelingen worden gedaan: • Uitbreiding van de meetraaien om het volledige hydrologisch effect in kaart te
brengen. Daarnaast dienen de meetgegevens van gemeentelijke grondwater-
meetnetten beschouwd te worden
• Inventarisatie van de huidige grondwaterstanden in stedelijke gebieden waar een
toekomstige hoge grondwaterstand van kleiner dan 80 cm beneden maaiveld wordt
berekend. Op deze manier kan in beeld gebracht worden of de ontwateringsdiepte
na kanaalverruiming daadwerkelijk kritisch wordt
• Voor een aantal locaties zijn detailstudies noodzakelijk. Dit betreft de XL-kade, twee
zwaaikommen en een vuilstortlocatie
• Bij de uitwerking van maatregelen aan de kanaalbodem zelf dient rekening
gehouden te worden met ‘gewenste’ kwel
• Per traject zijn in de factsheets eveneens aanbevelingen gedaan in de vorm van aandachtspunten Vragen of meer informatie?
Dit onafhankelijke onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Rijkswaterstaat en waterschap Vechtstromen. Bel voor meer informatie de gratis landelijke informatielijn van Rijkswaterstaat: 0800-8002 (7 dagen per week, 06.00-22.30 uur).