1
Samenvatting lezing 18-4-2010 voor U4P en YWCA Nederland Het lot van Palestijnse (vrouwelijke) gevangenen – toen en nu Het (halve) verhaal van ‘Leidse studentes in een cel’ De documentaire reconstrueert mijn belevenissen in 1974 in het Midden-Oosten, zoals ik die eerder in mijn boek ‘Reisdoel Palestina’ heb opgetekend. De uitzending was 4 februari 2010 bij Andere Tijden. De kern van het verhaal: vrijdag 13 augustus 1974 arriveerde ik met vriendin Paula na een reis door Libanon, Syië en Jordanië bij de Allenby Bridge. Hier ontdekte de Israëli’s in Paula’s bagage een brief die minder onschuldig was dan de schrijver ervan, een Palestijn waar we in Damascus hadden gelogeerd, ons had verzekerd. Hij was bedoeld voor een vriendin van hem op de West Bank, en bleek achteraf een recept voor het maken van een bom te bevatten. Na onze arrestatie volgde een maand van isolatie, ondervoeding en intimidatie, waarna een militair proces begon. Dit resulteerde in een veroordeling tot 30 maanden waarvan 26,5 voorwaardelijk. Dankzij onze regering kwamen we echter 3,5 week na het proces vrij. Door creatief gebruik van oud beeldmateriaal plaatst de documentaire deze gebeurtenissen in hun historische context: zo’n 35 jaar geleden stond Nederland ‘niet 100 maar 200% achter Israël’, in de woorden van Bertus Hendriks, destijds voorzitter van het Palestina Komitee. Ook door interviews met enkele betrokkenen komt het verhaal goed uit de verf. Wat ik, met alle waardering, echter jammer vind is dat een lang interview over het lot van de Palestijnse gevangenen wegens tijdgebrek niet werd benut. Dit interview betrof de verhalen die we in ons hoofd hadden geprent over de door hen ondergane mishandelingen én het Zwartboek dat we direct na thuiskomst daarover hadden samengesteld. Dit rapport werd opgestuurd naar politici en andere bij mensenrechten betrokken personen, die ons vervolgens uitnodigden om het te komen toelichten. Zo spraken we met Pieter Kooijmans, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Marga Klompé van Pax Christi en de Raad van Kerken, en Theo van Boven ofwel ‘Mr. Human Rights’, die nog steeds actief is binnen de VN. Korte tijd later riep minister Van der Stoel de Israëlische ambassadeur op het matje, en al heeft deze alle beschuldigingen ontkend, dit is waarschijnlijk de eerste keer dat Nederland Israël kritisch heeft bevraagd over de behandeling van Palestijnse gevangenen. Van concrete stappen kwam het echter pas 12 jaar later. In 1987, als enkele joodse Israëli’s na te zijn gemarteld zich met succes tot de rechterlijke macht hebben gewend, komen er regels voor de manier van verhoren: vanaf dan zijn slechts ‘zachte’ martelingen toegestaan. Geen echte vooruitgang dus… De presentatie door Hans Goedkoop De documentaire leverde nóg een teleurstelling op: de badinerende presentatie door Hans Goedkoop, die als invalshoek had gekozen: de algemene onbekendheid destijds in Nederland met de genadeloze strijdmethoden van Israël en Palestijnen, een onbekendheid die volgens hem ook binnen het Palestina Komitee zou hebben geheerst, en dus een verklaring bood voor Paula’s en mijn ‘naïviteit’ wat betreft het meenemen van genoemde brief. Als Goedkoop zich echter enigszins in het onderwerp had verdiept had hij kunnen weten dat het Palestina Komitee (ook) destijds juist nadrukkelijk afstand nam van elke op burgers gerichte Palestijnse actie, maar wél op de achtergronden ervan wees: het compleet negeren door het gehele Westen van de politieke rechten van de Palestijnen. Paula en ik, beide actief lid, namen dit standpunt in, óók tijdens onze reis in discussies met Palestijnen, inclusief onze vriend in Damascus, die er desondanks geen been in zag ons vertrouwen te misbruiken door ons voor te liegen over het karakter en doel van zijn brief.
2
Ook op een ander punt sloeg Goedkoop de plank faliekant mis, namelijk met zijn bewering dat het verdedigen van de Palestijnse zaak tegenwoordig als ‘mooi doel’ zou gelden. Daarbij verwijzend nota bene naar Van Agt, terwijl diens boek ‘Een schreeuw om recht’ door vrijwel alle media zonder enige argumentatie als ‘ongenuanceerd’ werd afgebrand. Een duidelijk bewijs dat voluit partij kiezen voor de Palestijnen – zeker buiten links-radicale kringen - nog steeds ‘not done’ is. In feite blijken veel Nederlanders, als ze er al interesse voor hebben, zichzelf al bijzonder kritisch te vinden met het standpunt dat ‘beide partijen wel gelijk zullen hebben’. En de pers negeert of bagatelliseert nog steeds de talrijke Palestijnse slachtoffers van de Israëlische terreur, terwijl elke Palestijnse aanval, hoe onschadelijk ook, breed wordt uitgemeten. De situatie van de Palestijnse vrouwelijke gevangenen in 1974 Ten tijde van ons verblijf in de Vrouwengevangenis van Ramleh zaten daar alle Palestijnse vrouwelijke gevangenen: zo’n 25 - tussen de 25 en 40 jaar - in een aparte barak, allemaal veroordeeld op grond van de Israëlische Veiligheidswetten, die een eerlijk proces in principe al onmogelijk maakten (en maken: ze worden nog steeds toegepast). Negen waren gevonnist tot 1 tot 3 maal levenslang, de overigen tussen de 5 en 15 jaar. De gevangenen van de daar tegenover liggende joodse barak, waar Paula en ik waren ondergebracht, hadden merendeels veel kortere straffen op grond van economische of drugsdelicten. De Palestijnse vrouwen vertelden ons gruwelijke verhalen over tijdens de verhoren door hen ondergane martelingen, waarvan soms de littekens nog zichtbaar waren. Voorbeelden van destijds toegepaste verhoormethoden: Langdurig met stokken op het hoofd trommelen Idem met touwen / stokken op handen en voetzolen slaan Naakt met koud water overgieten en over de vloer dweilen Ontmaagden door verkrachting met een stok Naakte en mishandelde mannelijke familieleden, w.o. vaders en broers, dwingen tot seksueel verkeer met gevangene. Slaan tot bewusteloosheid Slaapdeprivatie: een paar uur slaap, op stenen vloer Wat betreft de leefomstandigheden in de vrouwenbarakken: op het oog leken die niet zo slecht. In deze ‘modelgevangenis’ werden dan ook frequent buitenlandse waarnemers rondgeleid, die met een goedkeurende glimlach de blinkend schoon geboende gangen bekeken en het groen rondom de barakken. Bij nader inzien bleken er echter toch wat minpunten te zijn: men kreeg 1 x per maand bezoek en dan alleen ‘op afstand’, slechte medische zorg, geen aangepast voedsel - bijvoorbeeld bij maagklachten, weinig tot geen studiemogelijkheden - en dan alleen als bij straf in te trekken ‘gunst’ en zeer beperkte en zwaar gecensureerde toegang tot media en literatuur. Desondanks was de sfeer strijdbaar en optimistisch. Vóór hun gevangenschap waren de meeste vrouwen al actief lid van een der seculiere bevrijdingsorganisaties, men was weerbaar en had geleerd zich te organiseren. In de Palestijnse barak hadden twee vrouwen informeel de leiding. Deze bewaakten de orde en rust, en stimuleerden en steunden zonodig de anderen. De huidige situatie: cijfers en gegevens over de Palestijnse gevangenen Volgens Addameer, de Palestinian Prisoners' Rights NGO, zijn er momenteel (cijfers maart j.l.) in totaal 6831 Palestijnse politieke gevangenen waarvan 34 vrouwen en - tegen alle
3 wetten en internationale regels in - 300 kinderen. Het aantal in de administratieve hechtenis’, dat dus - soms jarenlang - zonder aanklacht of proces vastzat, bedroeg eveneens 300. Nog steeds worden de Palestijnen veroordeeld op grond van de beruchte Israëlische Veiligheidswetten, terwijl op de West Bank gevestigde Israëlische kolonisten, ook bij ernstige geweldsmisdrijven jegens Palestijnen, onder het Burgerlijk Recht vallen. Volgens het rapport "Behind the Sun" 1 is de situatie van de Palestijnse gevangenen, ondanks de in 1987 ingevoerde ‘mildere’ regels voor verhoren én de latere aanscherpingen daarvan, nog steeds buitengewoon ernstig. Vanaf 1999 bijvoorbeeld is ook ‘middelmatige fysieke druk’ uitgezonderd in ‘tikkende tijdbomsituaties’ verboden, maar in feite zijn de nieuwe methoden slechts ‘subtieler’ - zonder zichtbare sporen na te laten. Opmerkenswaard is bovendien dat het stijgende aantal gevangenen uit Jeruzalem het relatief aanzienlijk zwaarder te verduren heeft, iets wat o.a. blijkt uit de cijfers over in detentie overleden gevangenen. Voorbeelden van nieuwe verhoormethoden: * In een pijnlijke positie vastgebonden laten zitten * Met vuile natte zak over het hoofd laten zitten * Lichaam en hoofd hevig schudden * Slaap onthouden * Voedsel onthouden * Blootstellen aan kou, hitte of luide muziek * Scheldpartijen, vernederingen. * Bedreigen van gedetineerde, of van diens familie * Onhygiënische toestanden * Overbevolkte cellen * Isoleren * Contact met advocaten en familie onthouden Voor vrouwen gelden bovendien nog specifieke methoden, waarover straks meer. Van bovengenoemde ‘subtiele’ methoden zijn veel getuigenissen bekend bij de PCATI (Public Committee against Torture in Israel). In feite blijkt er bij de duizenden Palestijnen die jaarlijks worden gearresteerd tijdens de verhoren altijd wel een of meer vormen van mishandeling te worden toegepast. De huidige situatie van vrouwelijke Palestijnse gevangenen Het aantal vrouwelijke gevangenen laat sterke schommelingen zien: in september 2000, vóór de 2de Intifada, waren er 5, maar daarna is er een dramatische stijging met als hoogste aantal 120 in 2004. In 2008 waren er 70 vrouwelijke gevangenen, in 2009 nog 36 en momenteel 322. Van deze vrouwen komen de meesten van de West Bank; de overigen uit Jeruzalem en Gaza, of uit de Palestijnse gebieden die door de Muur bij Israël zijn ingelijfd. Onder de 34 vrouwen die in maart j.l. gevangen zaten waren er 5 langgestrafte moeders met (zeer) jonge kinderen. Voorts zaten er 3 in ‘administratieve hechtenis’ en van 8 vrouwen liep het proces nog, terwijl er 23 waren veroordeeld tot vrij lange tot (zeer) lange straffen, waarvan 5 levenslang. Ondanks hun kleine aantal vraagt deze groep vrouwen om verschillende redenen onze speciale aandacht:
1
Van Friends of Humanity International (2009) Zie voor het actuele aantal en nadere informatie: www.aseerat.ps/en-index.php, Ook de hier gepresenteerde informatie komt grotendeels uit op deze website gevonden rapporten enz. 2
4 a. De doorgaande praktijk van martelingen en mishandelingen Volgens een diepgaand onderzoek in 2007-2008 onder in totaal 125 vrouwelijke gevangenen en hun familie en advocaten3 werd het merendeel van hen door middel van marteling en/of zware mentale druk tot een bekentenis gedwongen. Voorbeelden van methoden: slaan, beledigingen, bedreigingen om te verkrachten (ook wel gericht op familieleden van gedetineerde) en andere seksuele pesterijen en vernederingen, zoals intensieve visitaties, die ook wel worden toegepast om vrouwelijke gedetineerden te bestraffen. b. De verschillen met de vorige generatie * in de jaren ‘60 tot ‘80 van de vorige eeuw waren, zoals hiervoor al werd aangestipt, de meeste vrouwelijke gevangenen politiek gemotiveerde vrijheidsstrijdsters, die vaak al actief waren binnen een van de politieke organisaties, weerbare vrouwen dus, die gewend waren met (zich) organiseren en met protesteren. Van de huidige generatie gevangenen daarentegen is het merendeel vanuit hun streng islamitische achtergrond gewend aan de beschermde positie van meisjes en vrouwen binnen het gezin. In hun eigen ogen en die van hun familie zijn ze dan ook vaker ‘slachtoffer’ dan ‘heldin’. Met andere woorden: in plaats van trots is er vaker sprake van zorgen en frustraties om hun lot. * Onder de huidige generatie zijn er relatief veel jonge vrouwen: in de onderzoeksperiode was 13% jonger dan 18 jaar en 56% was tussen de 20 en 30 jaar. Bovendien waren er onder hen veel studenten, waardoor in combinatie met de vaak lange vrijheidsstraffen het weigeren van toestemming om te studeren meer en zwaardere gevolgen heeft. c. De verslechterde behandeling in de gevangenis In Ramleh zaten, zoals hiervoor al werd aangestipt, vanouds het merendeel van de vrouwelijke gevangenen, in een speciale afdeling voor Palestijnse ‘veiligheidsgevallen’ (= de Israëlische benaming). Deze gevangenis is nu nog slechts in gebruik voor een enkele vrouw gedurende een korte periode vóór haar proces, of om vrouwen in isolatie te houden. Sinds enige tijd zitten vrijwel alle vrouwen vast in voor mannen bedoelde en ook overwegend door mannen bevolkte gevangenissen zoals HaSharon (18 vrouwen) en Damon Prison (15 vrouwen) - totaal verouderde gevangenissen nog uit de Britse Mandaat Periode (1922-1948). Als minderheid mankeert het deze vrouwen aan alles wat ze nodig hebben aan specifieke voorzieningen, zoals bepaalde medische zorg en voorzieningen in geval van zwangerschap en kinderen. Zo is er geen aangepast dieet bij zwangerschap, en ontbreken speciale ruimtes in geval van kinderen. Daarnaast zijn vrouwen aan dezelfde harde condities en vormen van repressie onderworpen als de mannelijke gevangenen: ernstige medische verwaarlozing, afwijzing van onderwijs en bezoek, eenzame opsluiting, onhygiënische toestanden en overbevolkte cellen. Soms ontbreekt er zelfs verwarming en zit men op de betonnen vloer. Ook heeft men vaak last van insectenplagen, van vervuiling en gebrek aan ventilatie en daglicht. Bovendien zijn zowel HaSharon als de Damon Prison buiten de bezette gebieden gelegen, in tegenstrijd met Artikel 76 van de Vierde Conventie van Geneve, dat voorschrijft dat Israel als bezettende macht bewoners van het bezette gebied in gevangenissen in het bezette gebied moet onderbrengen. De consequenties: moeilijk en dus zeer weinig contact met advocaat en familie, ook al omdat deze vaak geen toestemming krijgen voor bezoek vanwege niet verder toegelichte ‘veiligheidsredenen’. d. De impact op de Palestijnse samenleving 3
Zie onderzoek ‘In Need of Protection: Palestinian Female Prisoners in Israeli Detention’ nov. 2008, te vinden op de bij noot 2 genoemde website van Aseerat
5 Samenhangend met de toegenomen islamisering van de Palestijnse samenleving de laatste decennia is er, zoals al werd aangestipt, sprake van een grotere kwetsbaarheid bij Palestijnse vrouwelijke gevangenen, wat ook tot uiting komt in het gevoel - bij hen zelf en hun familie dat zij geen heldinnen maar ‘slachtoffers’ zijn. Bovendien voelen, mede door de grote hindernissen die Israël opwerpt voor contact tussen deze gevangenen en familie, vooral vaders en broers zich zwaar gefrusteerd doordat ze niet, zoals traditioneel van hen wordt verwacht, hun dochter of zus kunnen beschermen. Er zijn aanwijzingen dat Israel bewust bepaalde maatregelen treft - denk bijvoorbeeld aan het onderbrengen van gevangenen buiten de Palestijnse woongebieden – tégen alle internationale regels in, om de Palestijnse samenleving te demoraliseren. De (mogelijke) invloed vanuit internationale verdragen en EU-resoluties Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat alle VN-verdragen en bepalingen van de Vierde Conventie van Geneve betreffende de behandeling van gevangenen, inclusief het verbod op martelingen, ondanks de medeondertekening van Israël al decennia lang ongestraft door dit land aan zijn laars kan worden gelapt. In september 2008 heeft het Europese Parlement n.a.v. dergelijke misstanden een resolutie aanvaard, die Israel oproept bepaalde minimumstandaarden betreffende in detentie gehouden Palestijnen te garanderen. Tevens wordt er bezorgdheid uitgedrukt voor het lot van vrouwelijke en minderjarige gevangenen, die evenzeer onderworpen worden aan mishandeling en gebrek aan medische zorg. Bovendien wordt Israel opgeroepen om alle gedetineerden een proces te geven, dus een eind te maken aan de praktijk van ‘administratieve hechtenis’ en ook om adequate maatregelen te treffen voor het recht op bezoek, dit alles in overeenstemming met - ook internationaal - in regels en conventies over mensenrechten is vastgelegd. Tenslotte: in het najaar van 2009 organiseerde de Palestijnse Autoriteit (P.A.) de ‘International Conference on Detainees and Ex-detainees’, waaraan ik helaas niet kon deelnemen (onze vrijlating destijds impliceerde uitzetting, en Israëlische wraak heeft een lange houdbaarheidsdatum…). De conferentie resulteerde in oproepen en plannen om óók in westerse media méér en meer structurele aandacht voor de Palestijnse gevangenen te vragen, in het bijzonder voor de vele minderjarigen en de vrouwen. Laten we eraan werken dat onze media zich hiervoor openstellen, en er als gevolg van méér buitenlandse druk verbetering zal komen in hun ellendige situatie.