Samenvatting Dit jaarverslag verslaat het stagejaar lopend van tot

Jaarverslag 2013-2014

Stagebureau Letteren RUG

1

Samenvatting Dit jaarverslag verslaat het stagejaar lopend van 1-9-2013 tot 1-9-2014.  Aantal stages Het totaal aantal geregistreerde Letterenstages is 385: 66 bachelor- en 319 masterstages. Daarnaast zijn er nog 13 stages niet-geregistreerde stages in progRESS gevonden. Vorig jaar telden we 68 bachelorstages en 347 masterstages (en 7 niet-geregistreerde stages) (p. 8).  Stageopdrachten De meeste bachelorstage-opdrachten liggen op de terreinen van projectmanagement (36%), communicatie (29 %) en onderzoek (21%). Voor de masterstage vallen de opdrachten binnen de terreinen onderzoek (29%), projectmanagement (22%) en redactie (17%). Vorig jaar waren er meer opdrachten op het terrein van beleid. De opdrachten waren voor met name de (semi-) overheid (80% bachelorstage, 69% masterstage) en de zakelijke dienstverlening (15% bachelorstage, 28% masterstage). We zien een stijging van bachelorstages bij de (semi-) overheid ten koste van de zakelijke dienstverlening (p. 14).  Internationale stages Van de 385 stages waren er 113 internationaal (29%; p. 12). Het betrof 13 bachelorstages (20%) en 100 masterstages (31%). Vorig jaar was 25% van de stages internationaal (p. 16).  Stagevergoeding Van de bachelorstagiairs ontving 58% een stagevergoeding (tegenover 60% vorig jaar), van de masterstagiairs 61% (tegenover 69% vorig jaar). Samen ontving 61% van onze stagiairs een stagevergoeding van de stagegever. Vorig jaar was dit 68%. De gemiddelde stagevergoeding is gestegen van €282 netto naar €304 per maand. De gemiddelde stagevergoeding voor binnenlandse stages was €235 (vorig jaar €239). Voor buitenlandse stages was de vergoeding gemiddeld €496 netto per maand (vorig jaar €520). Masterstagiairs verdienen gemiddeld meer dan bachelorstagiairs: €307 tegenover €294 netto per maand (p. 20).  Beoordeling Masterstages werden hoog beoordeeld; 55% met een 8 en 23% met een 9. Van de bachelorstages werd 57% met een 8 beoordeeld en 13% met een 9. Dit jaar werd er zelfs 7 keer een 10 gegeven (p. 22).  Stage en arbeidsmarkt Van de 290 masterstagiairs die het evaluatieformulier invulden heeft 50% na de stage de mogelijkheid gekregen betaald werk te gaan verrichten via hun stagegever (145 studenten). 28% zegt daadwerkelijk werk bij de stagegever aangenomen te hebben. Dit zijn 81 masterstudenten (vorig jaar 48). Op 7 studenten na hebben ze hun masteropleiding voor die tijd afgerond. Van de 53 bachelorstagiairs die het evaluatieformulier invulden zegt 90% na de bachelor een masteropleiding te gaan doen, waarvan 37% in Groningen. Van de bachelor-studenten vindt 47% de Loopbaandag een nuttige voorbereiding voor de stage (p. 23). Hoofdstuk 1 geeft de gegevens van het Stagebureau Letteren (SBL) en ProgRESS. Hoofdstuk 2 bevat de resultaten van de studentenevaluaties. Hoofdstuk 3 geeft de stand van zaken per opleiding. Hoofdstuk 4 bevat resultaten van het afgelopen, en plannen voor volgend jaar. Hoofdstuk 5 geeft de personele en financiële situatie. Esther Haag

Groningen, februari 2015



2



3

Hoofdstuk 1 Stages 1.1 Bronnen 1.2 Opmerkingen over de gegevens 1.3 Gebruikte afkortingen 1.4 Stageaantallen en stageplanning 1.4.1 Totaal aantal geregistreerde ba-stages 2012-2014 1.4.2 Totaal aantal geregistreerde ma-stages 2012-2014 1.4.3 Totaal aantal niet geregistreerde stages 1.4.4 Stages 2012-2013 afgezet tegen examens voor 1 december 2014 1.5 Verdeling van stages 2013-2014 over branches en sectoren 1.6 Stageopdrachten 1.7 Internationale stages 1.8 Binnenlandse stages 1.9 Stagevergoeding 1.10 Stagebeoordeling

5 5 5 7 8 8 8 9 9 11 14 16 19 20 22

Hoofdstuk 2 Studentenevaluaties 2.1 Opmerkingen bij de evaluatieformulieren 2.2 Selectie studentenevaluatie bachelorstage 2.3 Selectie studentenevaluatie masterstage

23 23 23 29

Hoofdstuk 3 Overzicht per opleiding 3.1 Bachelorstages 3.2 Masterstages

39 39 40

Hoofdstuk 4 Resultaten Stagebureau Letteren 2013-2014 4.1 Voorlichting 4.1.1 Vacatureservice 4.1.2 Loopbaandag Letteren (Career Day) 4.1.3 Studieverenigingen 4.1.4 Beurzen 4.1.5 Stagevoorlichtingen 4.2 Registratie 4.2.1 Reisverzekering 4.2.2 Veilig op reis 4.2.3 Stagebemiddeling voor de Faculteit GGW 4.3 Evaluatie 4.4 Overige activiteiten 4.4.1 Stageoverleg 4.4.2 Project ‘Stageplekken Buitenland’ ETC 4.6 Vooruitblik

43 43 43 43 43 43 43 44 44 44 44 44 45 45 45 45

Hoofdstuk 5 Personele en financiële situatie 5.1 Personele situatie 5.2 Financiële situatie

47 47 47

BIJLAGEN BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3

Overzicht stages 2013-2014 Begeleidend docenten bachelor- en masterstages 2013-2014 Evaluatieformulieren bachelor- en masterstage

49 61 63



4


Hoofdstuk 1


5

Stages

1.1 Bronnen Voor de eerste twee hoofdstukken van het jaarverslag is gebruik gemaakt van verschillende bronnen: gegevens die het Stagebureau Letteren (SBL) zelf verzamelt en gegevens die we via anderen verkregen. 1. De gegevens die het SBL verzamelt, vallen in twee categorieën: a. De gegevens uit de database waarin het SBL de ingeschreven stages registreert. Er wordt onder meer bijgehouden wie er stage loopt, bij welke organisatie en of er een vergoeding is. Deze gegevens zijn vastgelegd in het stagecontract. Daarnaast wordt een telefoonnummer bij calamiteiten geregistreerd. b. De gegevens die zijn verkregen met behulp van de evaluatieformulieren die studenten na afronding van hun stage inleveren. Hierin staan vragen over de aard van de stage, maar er wordt ook gevraagd naar de mening van de student1 over de stage en mogelijkheden tot werk die eruit voortvloeien. Deze gegevens zijn beschikbaar in Survey Monkey. 2. De gegevens die het SBL niet zelf heeft vergaard zijn: a. De resultatenregistratie in ProgRESS. Als een stage succesvol is afgesloten, wordt het resultaat hier geregistreerd. Deze gegevens worden afgezet tegen de gegevens die het SBL verzamelt. b. Gegevens over instroom en rendementen uit ProgRESS. Deze worden vergeleken met de aantallen gelopen stages. Bovendien wordt, met het oog op studievertraging, per stagiair naar diens examens gekeken. Er is daarbij nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen Masterexamens enerzijds, en Bachelorexamens anderzijds. Deze deels objectieve, deels subjectieve gegevens geven een goed beeld van de wijze waarop Letterenstudenten hun stage hebben ingevuld. 1.2 Opmerkingen over de gegevens Stages vallen niet altijd precies binnen het academisch jaar. Voor dit verslag zijn de stages op einddatum geselecteerd; het gaat om stages die zijn beëindigd na 31/08/13 en voor 01/09/14. ProgRESS Gegevens over de beoordeling van de stage en gegevens uit de ingeleverde evaluatieformulieren kunnen pas na afsluiting van de stage verkregen worden. Voor dit jaarverslag zijn alle voor 20 oktober 2014 in ProgRESS geregistreerde stages gelopen tussen 1 september 2013 en 20 oktober 2014 bekeken. Daaruit kwamen nog 13 niet bij het SBL geregistreerde stages naar voren. Voor deze stages is geen contract bij ons binnen gekomen. Hoewel ook deze stages uiteindelijk met een voldoende zijn beoordeeld en studenten er ECTS voor hebben ontvangen, zijn ze in dit verslag niet meegenomen. Evaluatieformulieren De evaluatieformulieren worden pas na voltooiing van het stageverslag en de eindbespreking daarvan met de docent bij het SBL ingeleverd. Al met al kan het enige weken en soms maanden duren voordat verslag en evaluatieformulier bij het SBL binnen zijn. De evaluaties zijn online via Survey Monkey afgenomen. We bespreken de evaluaties die ingevuld werden tussen 1 september 2013 en 1 september 2014. Het betreft 292 evaluaties van masterstages (92%) en 53 evaluaties van bachelorstages (80%). In hoofdstuk 2 geven we een de meest interessante resultaten weer.

1

Overal waar ‘student’, ‘docent’ of ‘stagegever’ staat, kan vanzelfsprekend de vrouwelijke pendant gelezen worden.



6

Bachelorstages Dit is het 5e jaar waarin een bachelorstage binnen Letteren mogelijk was. Studenten moeten daarvoor voldoen aan drie voorwaarden: ze moeten 120 ECTS hebben behaald, deelnemen aan een Loopbaandag (Career Day), en hun stage moet goed gekeurd zijn door de begeleidend docent. Het SBL stimuleert stages die in de omgeving van Groningen plaatsvinden en eventueel deeltijd worden ingevuld. Bachelorstagiairs kunnen geen aanspraak maken op een Marco Polo of Erasmus+ stagebeurs voor het buitenland. Mocht een student voor zijn of haar bachelorstage naar het buitenland gaan, dan krijgt hij of zij wel – net als voor de masterstage - de gratis reis- en annuleringsverzekering van de RuG mee. Research Master Een van de drie mogelijke invullingen van de specialisatie in de Research Master is de stage. Deze wordt door de student bij het stagebureau ingeschreven. Educatieve Master, Archeologie Dit jaarverslag toont niet de stages voor de Educatieve Masters. Rendement Om zicht te krijgen op de uitstroom na de stage is met de stages van jaar 2012-2013 (vorig jaarverslag) per student nagegaan of deze voor 1 december 2014 is afgestudeerd. Als rekening wordt gehouden met het bovenstaande, bieden de gegevens een goede neerslag van de werkzaamheden van het SBL met betrekking tot stages 2013-2014.



1.3 Gebruikte afkortingen Hieronder een overzicht van de in dit jaarverslag gebruikte afkortingen. Afkorting ARCH AS CIW DUI ENG EUR FRIE GES GLTC INF IBIO JOU KAA KCM MOS LIN LIO LIT NED NOHA REMA REMAART REMAMOD REMALING RTC SCAN SLAV SPL TW TT

Betekenis Archeologie American Studies Communicatie- en Informatie Wetenschappen Duitse Taal en Cultuur Engelse Taal en Cultuur Euroculture Friese Taal en Cultuur Geschiedenis Griekse en Latijnse Taal en Cultuur Informatiekunde Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie Journalistiek Kunstgeschiedenis Kunsten, Cultuur en Media Midden-Oosten Studies Linguistics Leraar in Opleiding Literary Studies Nederlandse Taal en Cultuur Humanitarian Action Research Master (maatschappelijke stage) Research Master Art History and Archeology Research Master Modern History and International Relations Research Master Clinical Linguistics Romaanse Talen en Culturen Scandinavische Talen en Culturen Slavische Talen en Culturen Lerarenopleiding Spaans Algemene Taalwetenschap of Taalwetenschap Toegepaste Taalwetenschap

7



1.4 Stageaantallen en stageplanning De 319 bij het stagebureau geregistreerde masterstages zijn verdeeld over 31 opleidingen. Dit grote aantal ontstaat door de overgangssituatie van de talenopleidingen naar de opleiding Europese Talen en Culturen. Voor dit jaarverslag zijn ook voor de aparte talenopleidingen nog stages gelopen. De 66 geregistreerde bachelorstages zijn verdeeld over 13 opleidingen. Voor opleidingen die niet genoemd worden zijn in 2013-2014 geen stages geregistreerd. 1.4.1 Totaal aantal geregistreerde ba-stages 2012-2014

Totaal aantal bachelorstages in 2012-2013 (geel): 68, in 2013-2014 (rood): 66. 1.4.2 Totaal aantal geregistreerde ma-stages 2012-2014

Totaal aantal masterstages in 2012-2013 (blauw): 367, en in 2013-2014: (rood) 319.

8



9

Dit verslagjaar schreven zich 153 studenten (vorig jaar 95) in voor een bachelorstage. Van hen deden er 76 de Loopbaandag (vorig jaar 64). Zeven studenten (vorig jaar 2) kregen vrijstelling voor de Loopbaandag op basis van deelname aan het Honours College, 3 studenten hebben in plaats van de Loopbaandag workshops bij NEXT gedaan. 1.4.3 Totaal aantal niet geregistreerde stages Naast de in grafiek 1 weergegeven bij het SBL geregistreerde stages, is er net als elk ander jaar ook een aantal stages voor 2013-2014 niet geregistreerd. Tellen we de geregistreerde en niet geregistreerde stages bij elkaar op dan is het totaal aantal bij Letteren gevonden stages 405 (vorig jaar 429). Overzicht in 2013-2014 geregistreerde en niet geregistreerde stages Letteren Aantal bij het SBL geregistreerde Letteren-stages 385 Aantal bij het SBL geregistreerde Theologie & Religiestudies-stages 7 Aantal niet geregistreerde stages 13 Totaal aantal stages Letteren 2013-2014: 405 1.4.4 Stages 2012-2013 afgezet tegen examens voor 1 december 2014 Ieder jaar gaat het SBL na of studenten één jaar na het studiejaar waarin de stage werd voltooid hun diploma behaalden. Uitgangspunt voor onderstaande grafiek was de lijst met stages van het studiejaar 2012-2013. Per student is gekeken of hij of zij voor 1 december 2014 is afgestudeerd. Op de X-as staat per opleiding het aantal stagiairs vermeld. In de grafiek met de bachelorstagiairs geven we op de Y-as de datalabels weer van de behaalde bachelorexamens, in de grafiek met de masterstagiairs geven we op de Y-as de datalabels van de behaalde masterexamens. Van de bachelorstagiairs deden er 4 geen examen voor 1 december 2014:

Bachelorstagiairs 2012-2013 en hun examens voor 1 december 2014 (met per opleiding het aantal bachelorstages in 2012-2013).



10

Van de masterstagiairs deden er 26 geen examen voor 1 december 2014:

Masterstagiairs 2012-2013 en hun examens voor 1 december 2014 (met per opleiding het aantal masterstages in 2012-2013).



11

1.5 Verdeling van stages 2013-2014 over branches en sectoren Op basis van het stagecontract gaat het SBL na in welke branche en in welk type organisatie de stage plaatshad.

De eerste categorie stagegevers is de (semi-)overheid: ministeries, provincies, gemeenten, ambassades, instellingen van de VN, universiteiten, onderzoeksinstituten, kamers van koophandel, musea, en festivalorganisaties. De tweede categorie stagegevers is de dienstensector: organisaties op het gebied van communicatie, ict, architectuur, advies, reclame, uitgeverij, pers, tv en radio en vertaalwerk. De derde categorie is de industrie: electronicabedrijven, voedingsmiddelen- en kledingindustrie. Tenslotte onderscheiden we een categorie landbouw/delfstoffen: landbouw en energie-, gas- en waterbedrijven.



12

We zetten de sectoren op een rij:

Wat opvalt is dat ambassades/consulaten en media (zie pagina 12) op 1 staan als stagegever (26). Daarna komen pers (24), universiteit (22), gezondheidszorg en uitgeverij (18). Erfgoed (14), musea (13), onderzoeksinstituten (12) en ministeries (12) zijn ook veel voorkomend. Vorig jaar waren er meer stages bij een uitgeverij en minder bij universiteiten.



13

Het aantal bachelorstages bij de (semi-)overheid is met 20% gedaald ten koste van de zakelijke dienstverlening. Voor de masterstages is de verdeling over branches net als vorig jaar nauwelijks gewijzigd. Het doel om het aantal stages in de sector Industrie te laten groeien blijkt moeilijker te behalen dan gedacht. Hier kan nog meer op worden ingezet met vacatures.



14

1.6 Stageopdrachten De stageopdrachten zijn globaal over de volgende categorieën te verdelen:  Onderzoek: bijdragen aan wetenschappelijk onderzoek, kwalitatief of kwantitatief onderzoek, archiefonderzoek, analyses etc.  Beleid: beleidsvoorbereiding en -analyses, overleg, notities schrijven.  Projectmanagement: organisatie congres, festival, tentoonstelling, project.  Communicatie: opdrachten op het terrein van de interne en externe communicatiestrategie en -middelen, enquêtes, imago-onderzoek, marketing, PR- of communicatieplannen.  Redactie: documentatie en archief, analyses, tekstschrijven, redigeren, rapporteren, verslaggeving (rtv, web), publicaties voorbereiden.  Advies: werk in de consultancy, een adviesrapport schrijven, adviezen geven.  Lesgeven: onderwijstaken zoals cursusmateriaal maken, lesprogramma opzetten en/of verzorgen, educatie, trainen, werken aan les- of leermethoden.  Vertalen: ondertitelen, tolken, vertaalwerk, taal-patiëntobservatie.  ICT: werken aan of ontwikkelen van producten op ICT-gebied. Bij de 66 geregistreerde bachelorstages lag 21% van de opdrachten op het gebied van onderzoek (vorig jaar 25%). Projectmanagement steeg van 21% naar 36%, communicatie van 16% naar 29%. Beleid daalde van 22% naar 3%, redactie van 15% naar 3%. In de grafiek staan de aantallen per opdrachtsoort.

Van de 319 masterstages is de categorie onderzoek gedaald van 37% naar 29% van de opdrachten. Beleid daalde van 20% naar 9%. Vorig jaar werd 12% van de stages onder projectmanagement geregistreerd, dit jaar 22%. Redactie is iets gestegen van 15% naar 17%. Communicatie is gestegen van 10% naar 13%. Daarnaast was 7% van de stages advieswerk, waren er 5 stages op het gebied van lesgeven, 5 vertaalstages en 3 op het gebied van de ICT.



15



1.7 Internationale stages Van de bachelorstages was 21% internationaal (vorig jaar 15%), en van de masterstages 31% (vorig jaar 29%):

16



Uitsplitsing van de internationale stages per werelddeel geeft het volgende beeld:

Vorig jaar waren de aantallen: Europa 55, Azië 20, Afrika 11, Noord-Amerika 10, Zuid-Amerika 11 en Oceanië 3. Zuid-Amerika is de grote daler. Kijken we naar de verdeling van de internationale stages per land, dan zien we hoe groot de spreiding van Letterenstages over de wereld is. We geven hieronder het overzicht van de landen van de bachelorstages, en op de volgende pagina de landen van de masterstages.

17



De spreiding over steden in de meest populaire landen was groter dan voorheen. De meest bezochte stad buiten Nederland was Brussel, waar 11 stages werden gelopen. Berlijn staat met 9 stages op de tweede plaats, daarna volgen Londen (7 stages) en Genève (6 stages).

18



19

1.8 Binnenlandse stages Van de binnenlandse bachelorstages vond 58% plaats in Noord-Nederland (vorig jaar 64%); van de binnenlandse masterstages 46% (vorig jaar 47%). Verdeling van de binnenlandse stages per regio:

Verdeling van binnenlandse stages over de Nederlandse steden:

Gaan we ervan uit dat studenten voor buitenlandse stages en voor stages buiten Noord-/Oost-Nederland moeten verhuizen, dan zal 47% van de bachelorstagiairs en 63% van de masterstagiairs Letteren dit verslagjaar voor hun stage (tijdelijk) hebben moeten verhuizen. Dit is van het totaal 60%. Dit percentage is gelijk aan dat van vorig jaar.



20

1.9 Stagevergoeding In 2013-2014 kregen van de 415 stagiairs in totaal 255 stagiairs een stagevergoeding. Dit is 61%, even veel als vorig jaar:

2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014

Aantal geregistreerde stages 342 340 420 415 385

Aantal stagevergoedingen

Percentage vergoede stages

193 233 297 255 233

56% 69% 63% 61% 61%

Van de bachelorstagiairs kreeg 58% (was 63%) een vergoeding; gemiddelde was €294 (vorig jaar €246) netto per maand. Van de masterstagiairs kreeg 61% (was 61%) een vergoeding; gemiddelde vergoeding €300 (was €307) netto per maand. Een stagevergoeding kan in verschillende vormen worden uitgekeerd: 1. Het ‘loon’ dat een student ontvangt. Dit kan variëren van één bedrag voor de hele stage tot een dag- of uurloon. Deze categorie vergoedingen is omgezet in netto loon per maand. 2. Een tegemoetkoming in de onkosten, bij voorbeeld reiskosten of huurkosten. Dit soort vergoedingen staat wel in het contract, maar wordt daar meestal niet gespecificeerd. We hebben deze tegemoetkomingen voor de grafiek in euro’s vertaald. Dit zijn dus bedragen bij benadering. 3. Een beloning in natura, bij voorbeeld een abonnement voor het theater waar men stage gelopen heeft. Dit soort vergoedingen staat meestal niet in het contract. Wanneer ze daar wel zijn opgenomen, hebben we ze op basis van schattingen omgerekend ten behoeve van het overzicht in de grafiek. Aantallen vergoede en niet-vergoede stages per opleiding in 2011-2012:



21

Gemiddeld lag de vergoeding op circa €302 per maand (netto). Dit gemiddelde is iets hoger dan vorig jaar. Ba-stagiairs ontvingen gemiddeld €294 per maand netto, mastagiairs €300. De hoogste vergoeding was €850 per maand (EUR), de laagste €30 (IBIO). Gegevens over gemiddelden per opleiding vindt u in Bijlage 3. De gemiddelden zijn berekend over alleen de vergoede stages. Het percentage vergoede binnenlandstages ligt in totaal op 66% (180 van de 271). Gemiddeld ontvingen studenten in 2013-2014 voor een betaalde stage in Nederland maandelijks €245 netto per maand. Dit is een stijging t.o.v. de €234 van vorig jaar. Het percentage vergoede buitenlandstages ligt in totaal op 46% (53 van de 113). Gemiddeld ontvingen studenten in 2013-2014 voor een betaalde stage in het buitenland maandelijks €483 netto per maand. Dit is een daling t.o.v. de €520 van vorig jaar.



22

1.10 Stagebeoordeling De gegevens uit ProgRESS laten zien dat docenten en stagegevers de stages over het algemeen zeer goed beoordelen. Maar liefst 78% wordt afgesloten met een 8 of hoger (vorig jaar was dit 82%). 59 stagiairs ontvingen een 9 en 7 stagiairs zelfs een 10! Opvallendste resultaat is dat er onder de 230 masterresultaten geen enkele 6 is. Vorig jaar waren het er van de 281 nog 5.

Belangrijkste peiler voor de beoordeling is het stageverslag dat de student schrijft. Daarnaast gebruiken de meeste opleidingen een evaluatieformulier voor stagegevers, dat – naast het resultaat van de tussenevaluatie - invloed kan hebben op de beoordeling. Hoge cijfers komen vaak voort uit de hoge motivatie van studenten om goed stage te lopen. Ze weten dat de werkervaring die de stage levert een belangrijk onderdeel vormt van hun CV.


Hoofdstuk 2


23

Studentenevaluaties

2.1 Opmerkingen bij de evaluatieformulieren De studentenevaluaties over respectievelijk de bachelor- en de masterstage zijn online via Survey Monkey afgenomen. Het Stagebureau mailt studenten een link. Opmerkingen bij de evaluatieformulieren (bijl. 3):  Zoals in 1.2 reeds toegelicht is het aantal evaluatieformulieren niet gelijk aan het aantal in grafiek 1 weergegeven stages. Tussen 1 september 2013 en 1 september 2014 heeft 92% van de master-stagiairs (292 van de 319) een formulier ingevuld. Van de bachelor-stagiairs heeft 80% een formulier in gevuld (53 van de 66).  Bij sommige vragen valt het totaal van de in de tabellen weergegeven aantallen hoger of lager uit dan het totaal aantal studenten. Dit wordt veroorzaakt doordat studenten in enkele gevallen meerdere antwoorden mogen invullen, of (wat bij digitale vragenlijsten vaker gebeurt) vragen overslaan.  Er is voor gekozen om een selectie van de vragen toe te lichten. De volledige evaluatierapporten liggen bij Career Strategy ter inzage. 2.2 Selectie studentenevaluaties bachelorstage Vraag 7 van het evaluatieformulier voor de bachelorstage vraagt naar het nut van de verplichte voorbereidende opdracht, het volgen van de Loopbaandag (Career Day).

Veel studenten bedenken pas laat dat ze een bachelorstage willen gaan doen. Ze hebben tijd over aan het eind van hun studie, lopen onverwachts tegen een stagekans aan en komen zich dan inschrijven. Daardoor doen ze de Loopbaandag laat, soms pas na het vinden van de stage. Het komt hen vreemd voor dan nog tijd aan hun CV en netwerk te besteden. Van de stagiairs die ‘Nee, want…’ antwoorden, zegt het gros bij de open antwoordmogelijkheid: “Ik liep al stage voordat ik de Loopbaandag volgde”. Het is voor studenten soms lastig de dag als bredere voorbereiding voor hun loopbaan te zien. Een van de studenten ziet dit wel in: “Het is goed om je eigen competenties etc. aan te pakken. Dit zou eigenlijk iedereen moeten doen, ook als je niet stage loopt.” Een ander vindt “de inhoud van de dag niet academisch genoeg”.



24

Vraag 8 vraagt naar het vervolg na de bachelor:

Bij “Nee, wat anders” worden genoemd: tussenjaar, reizen, vrijwilligerswerk. Vorig jaar was de verdeling ongeveer hetzelfde. Duur van de stage Vraag 9 gaat over de duur van de stage:

Een flink aantal studenten (79%) liep langer dan 8 weken stage, maar minder dan de 86% vorig jaar. Veel studenten kiezen in de bachelor een deeltijdstage, en smeren deze dan over een langere periode uit. Dit jaar was 62% van de stages parttime, vorig jaar was dit 57%.



25

Dat blijkt uit de antwoorden op vraag 10: H o e v e e l d a g e n p e r we e k b e s lo e g je s ta g e ?

2

5 dagen per week

9 4 dagen per week

20 3 dagen per week

4

2 dagen per week

Wisselend aantal dagen per week

8

Anders, geef toelichting / Other, please specify

9

Van alle respondenten zegt 83% de stage binnen de afgesproken periode afgerond te hebben. 8 studenten zeggen dat de stage verlengd moest worden. Over de lengte van de stage is 87% tevreden, 9% vond de stage te kort… Vinden van de stage De meeste bachelorstages zijn gevonden via een open sollicitatie (32%). Daarnaast vond 28% de stage via een vacature bij de organisatie zelf. Het netwerk van docenten (17%), vrienden en familie (8%) en het stagebureau (8%) deden de rest. Bij “Anders…” geven studenten mediastages.nl, Facebook en de Promotiedagen NN als vindplaats. Het zoeken duurde langer dan vorig jaar (toen was het 10-6-12-4-4-1): H o e la ng -v a na f d e b e s lis s ing o m s ta g e te g a a n lo p e n- he b jij na a r e e n s ta g e p la a ts g e zo c ht?

2

2 0

Een dag

9

Een week

8

1 maand

8

2 maanden 3 maanden 4-6 maanden Langer dan 6 maanden

24



26

De opdracht De opdracht voor bachelorstages is in 60% van de gevallen geformuleerd door de stagegever. Van de respondenten zegt 21% de opdracht zelf geformuleerd te hebben. Dit is minder vaak dan vorig jaar, maar nog steeds veel. Studenten zouden voor hun stage eigenlijk een opdracht moeten krijgen. Een kwart van de organisaties heeft blijkbaar moeite met het benoemen van een opdracht, of laat de student bewust de ruimte om zelf een plan te trekken. Slechts 4% noemt de docent als degene die de opdracht formuleerde. Bij “Anders…” zeggen 5 studenten een meeloopstage te hebben gedaan en 3 dat ze de opdracht in overleg met stagegever en docent formuleerden. Van de studenten zegt 77% (vorig jaar 89%) dat stageopdracht en –taken van hun bachelorstage duidelijk en volledig omschreven waren in het stagecontract. Hier doet het verplichte stageplan formulier goede dienst… Van de respondenten zegt 85% (vorig jaar 81%) de stageopdracht te hebben uitgevoerd zoals vooraf omschreven. Enkele stagiairs kregen gedurende de stage meer taken, een enkeling kreeg er juist minder. Net als vorig jaar blijkt er vaak ruimte voor extra taken in de stage. Eigen initiatief speelt ven de stagiair speelt daarin een grote rol. Voorbeelden van extra werkzaamheden: “beantwoorden van een motie”, “social media”, “organiseren van een symposium”. Met vraag 19 en 20 is gevraagd naar de belangrijkheid van de leerdoelen van de stage. Daarover zeggen de respondenten:

De antwoorden geven aan dat de stagiairs zelf het vermogen om je aan te passen en te handelen naar nieuwe situaties het belangrijkst vinden, en daarna het vermogen effectief te communiceren. Kennis toe kunnen passen in de praktijk, probleemoplossend vermogen en kunnen plannen komen daarna. Ze hebben ervaren dat de stagegever hun communicatieve vermogen, en daarna hun vermogen om goed te plannen, veel belangrijker vindt:



27

Op vraag 22 of studenten het idee hebben voldoende te zijn voorgelicht antwoordt 79% met ‘ja’. Vorig jaar was dit 84%. Uit opmerkingen bij deze vraag blijkt dat studenten elkaar ook voorlichten. Opvallend is het grote verschil tussen de mensen die wel vooraf het stagebureau wisten te vinden en zij die hiervan niet wisten. De eerste groep voelt zich goed voorgelicht, de andere groep reageert soms wat teleurgesteld over het niet vooraf op de hoogte zijn van de voorwaarden. Vraag 23 vraagt naar de tevredenheid over de dienstverlening van het Stagebureau. Hierop antwoordt 91% positief (vorig jaar was dit 83%). Daarnaast zijn 5 studenten ontevreden. Het is niet duidelijk waarover precies. Bij de opmerkingen zegt 1 student dat de openingsuren ruimer zouden kunnen, en een ander dat hij het onnodig vindt dat stagecontracten “op speciale papieren” moeten. De overige 36 opmerkingen zijn uitermate positief. Een greep: “het stagebureau geeft duidelijke voorlichting en direct hulp waar nodig is”, “het personeel is erg toegankelijk” en “het is allemaal heel vrij/informeel en alles kan geregeld worden”. De Career Day (Loopbaandag) wordt door de 44 deelnemers die het evaluatieformulier direct na afloop invulden gemiddeld met een 8 gewaardeerd. De onderdelen inzicht in eigen competenties (en valkuilen), netwerken en het opstellen van een CV worden het best gewaardeerd. Stagebegeleiding Op de vraag naar de begeleiding door de stagegever zegt 87% (vorig jaar 97%) tevreden te zijn. Eén student zegt te weinig te doen te hebben gehad, een ander zegt dat er door de hektiek van de stage wat te weinig begeleidingstijd was. Op de vraag naar de tevredenheid over de begeleiding door de docent zegt 92% (vorig jaar 86%) tevreden te zijn. Over de docentbegeleiding zijn er vier studenten ontevreden. Eén student zegt dat de docent moeilijk te bereiken was, één zegt dat de docent meer had kunnen helpen bij het bewaken van de stagedoelen, twee zeggen dat een afspraak maken moeilijk was. De rest is positief (16 studenten) of merkt op dat begeleiden niet echt nodig was (6 studenten).



28

Op de vraag naar knelpunten zijn er 4 studenten die de taakstelling niet helder vonden. Eén student zegt dat er geen plan was opgesteld voor het geval het onderzoek niet goed zou verlopen, en één student geeft aan problemen met de stagegever gehad te hebben. Uit de antwoorden op vraag 28, 29 en 30 over voortzetting van werkzaamheden bij de stagegever na afloop van de stage blijkt dat 9 studenten freelance of op tijdelijk contract bij de stagegever blijven werken. Een vast contract werd aan 3 studenten aangeboden, 5 studenten konden ook hun thesis bij de stagegever schrijven. Alle studenten geven aan hun bacheloropleiding te voltooien.



29

2.2 Selectie studentenevaluaties masterstage De masterstage duurde in 66% van de gevallen 13 week of langer (vorig jaar 68%).

Slechts 54% (vorig jaar 48%) van de stages was fulltime, 46% (vorig jaar 52%) was parttime (16% vier dagen per week, 16% drie dagen per week, 6% twee dagen per week en 8% een wisselend aantal dagen per week). Van de masterstagiairs vindt 30% hun stage via hun studieadviseur/docent (26%) of via het stagebureau (5%). Verder zeggen studenten dat vrienden/familie (7%) en een vacature van de organisatie hen hielp (25%). De meeste stages worden echter nog steeds via open sollicitaties gevonden (31%). Ook de antwoorden bij ‘Anders…’ verwijzen vaak naar netwerkcontacten. LinkedIn, Twitter, alumni als gastspreker en bemiddelingsbureaus spelen een rol. Opvallend is de grote rol die gastdocenten blijken te spelen. Studenten noemen met name de seminar-reeks voor de Onderzoeksschool Literatuurwetenschappen, de Taalbeheersingsmiddag, het vak Document Design, en diverse gastdocenten zoals de directeur van het Museum Wierdenland en een spreker van het CESS. Eenmalig contact met het werkveld, hoe klein ook, blijkt de blik enorm te kunnen openen!



30

Maar liefst 77% van de masterstudenten zegt binnen twee maanden een stage te hebben gevonden (vorig jaar 75%). Er is een groep die erg lang zegt te zoeken. De uitdaging ligt er in deze studenten zich eerder bij ons bekend te laten maken, zodat we ze gericht kunnen ondersteunen in hun zoektocht.

Studenten hoeven relatief korter naar een masterstage te zoeken:

De opdracht voor masterstages is in 58% van de gevallen geformuleerd door de stagegever. Van de respondenten zegt 22% de opdracht zelf geformuleerd te hebben, en 6% zegt dat de docent de opdracht formuleerde. De overige 15% formuleerde de opdracht in overleg. Van de studenten zegt 88% dat stageopdracht en –taken van hun masterstage duidelijk en volledig omschreven waren in het stagecontract. Dit is 6% minder dan vorig jaar. Uit de 51 (!) open antwoorden blijkt dat de meer algemene opdrachtomschrijving voorafgaand aan de stage gedurende de stage concreet werd.



31

Van de respondenten zegt 84% “ja” op de vraag of ze de opdracht daadwerkelijk zo hebben uitgevoerd. Bij 14% slechts gedeeltelijk en in 3% van de gevallen werd er een andere opdracht gedaan. Studenten geven hier veel toelichting, trots of soms teleurgesteld, en soms nogal cryptisch: “Ik heb informatie voor de website zeemansgraven.nl aangeleverd, maar heb niet alle archieven van het museum kunnen raadplegen voor informatie ivm tijdgebrek.” “I was set to work on a specific unit (environment and sustainable development) and this had impact on the initial assignment agreement. ” “Ik heb verschillende spontane-taalanalyses uitgevoerd en op basis daarvan behandeladviezen voor alle logopedisten opgesteld.” “Ik had meerder opdrachten en een scriptie en ik heb alles afgerond.” “De opdracht bleek uiteindelijk te groot en door uitloop van de goedkeuring voor mijn scriptieplan is het scriptiegedeelte weggevallen.” “Ja, mijn onderzoek heb ik volgens planning uitgevoerd en heeft geresulteerd in een wetenschappelijk artikel.” “Het bleek dat ik meer kennis had dan vanuit de stagegever werd verwacht, en daarom meer verantwoordelijkheden aan kon. Daardoor werd het takenpakket al snel fors uitgebreid!” “I did, however in reality the tasks were not as promising as they sounded on paper.” “The majority of my tasks had a communicative character, these were the tasks I actually performed. I hoped, and this was also decided in the assignment contract, to be involved in the making of a external communication plan, though this did not come about due to procedural rules of the UN system.” “Er is afgesproken om zoveel mogelijk informatie over het ontstaan en de ontwikkeling van de wildwal op de Zuidwest-Veluwe te achterhalen. De methodiek heb ik zelf bedacht om het geheel op een meer interdisciplinaire manier aan te pakken.” “Ik heb gewerkt aan een ondersteunend Toolkit voor de Europese Lijst en actief meegewerkt in het veld aan het aflopen van de overgangsregeling van Roemenië en Bulgarije, en verdere stappen in dit veld. ” “Ik heb inderdaad gewerkt aan de tentoonstelling over Leeuwarden in de Gouden Eeuw en specifiek de objectteksten daarvoor. ” “Ja, ik heb een PR planning opgesteld en ik heb de communicatiemiddelen van de organisatie in kaart gebracht en een handleiding geschreven voor komende communicatiemedewerkers. ” “1) Support in the application process for a strategic partnership with the humanitarian aid department of the Ministry of Foreign Affairs Netherlands. 2) Support the process of a context analysis – in order to identify a disaster-prone new project location where disaster management activities (including humanitarian aid) could be combined with longer term development activities. 3) Engage in any other tasks that the country director asks you to do (e.g. local proposal development, reporting etc).”



32

Bij maar liefst 73% van de studenten werd de opdracht aangevuld met andere taken. Wel 190 studenten gebruiken de open antwoord mogelijkheid om hun extra taken toe te lichten. Ze noemen onder meer: “Op pad met verslaggevers, zelf telefonisch of op straat interviews afnemen, cursus monteren.” “Presentaties gegeven over het Vredespaleis, geassisteerd bij het bezoek van een Nederlandse delegatie aan Ottawa, gerapporteerd etc.” “Peer-reviewed an article, gave feedback on a questionnaire, preformed a field visit, participated in another training.” “Marktonderzoek en verbeteren persbeleid op eigen initiatief. ” “Ik heb voor verschillende vluchtelingen zaken geregeld.” “Masterscriptie dataverzameling.” “Taken die voor de gemeente relevant waren, zoals het schrijven van een collegevoorstel.” “Translation missions and writing proposals.” “Ondersteunende taken zoals het bijhouden van de Facebook, meedraairen op de consulaire afdeling en het Hoofd van de Economische afdeling meehelpen.” De masterstagiairs is met vraag 17 en 18 gevraagd naar de belangrijkheid van de leerdoelen van de stage. Daarover zeggen de respondenten:

Goed kunnen communiceren en kennis toepassen vinden studenten zelf het meest belangrijk. Aanvullende doelen die studenten belangrijk zeggen te vinden zijn:



33

“Omgaan met de kunstobjecten zelf.” “Het leren werken bij een groot bedrijf (multinational).” “Contact met professionals in het erfgoedveld.” “Zelfstandig kunnen werken.” “Opdoen van nieuwe kennis en inzichten.” “Leren omgaan met presteren onder druk.” Het vermogen om vaardigheden (kwalitatief onderzoek) toe te passen in de praktijk.” “Networking during internship, building trust and effective relations in a short time span.” “The ability to work in a proffessional setting.” “Finding a specialisation/ focus in the specific work field.”

Stagegevers vinden volgens de studenten na communicatie het vermogen je aan te passen en te handelen in nieuwe situaties het meest belangrijk. Aanvullende leerdoelen waarvan studenten zeggen dat de stagegever die belangrijk vindt: “Zelfstandig werken.” “Snel inzicht krijgen in voor jou nieuwe onderwerpen/relaties.” “Het vermogen om te functioneren in een international team.” “Omgaan met geschiedenis in de vorm van objecten.” “Office politics beheersen. ” “Artikelen zelfstandig produceren.” Op vraag 20 of studenten het idee hebben voldoende te zijn voorgelicht antwoordt 85% met ‘ja’. Het dilemma van de voorlichter wordt mooi samengevat in: “I dont need to be informed, I can inform myself” Maar toch is het fijn te lezen dat er genoeg hulp was: “Het was zowel in de gids als via mijn hoogleraar duidelijk wat er van mij werd verwacht in het voortraject en tijdens de stage. ”



34

“Het stagebureau Letteren geeft altijd voldoende informatie over mogelijke stageplaatsen.” “There was strong communication between my co-ordinatior, me and the internship host.” Sommige studenten neigen vonden toch de weg naar hulp niet goed: “Alle praktische zaken zijn goed uitgelegd. het vinden van een stageplaats komt erg op jezelf neer, dan is voorlichting soms wat 'makkelijk gezegd'.” “Ja in principe wel, alleen krijg je maar een keer alle informatie over Erasmus bijvoorbeeld en aan het eind van mijn stage was ik daar de helft echt alweer van vergeten.. dat ligt ook aan mij, maar net een extra herinnering zou fijn zijn geweest.” “Ik vind dat er meer informatie mag worden gegeven over bijvoorbeeld het stageverslag.” Het laatste punt zal volgend jaar worden opgepakt. We hebben hier veel vraag naar. Uit de antwoorden op de vraag hoe studenten zijn voorgelicht blijkt de grote rol van de studieadviseur/docent (53%). Het stagebureau bereikt met Nestor, het inloopspreekuur en de voorlichtingen 91%.

De rubriek ‘anders’ levert antwoorden als ‘stagegever’ (15 keer), ‘internet’ (9 keer), ‘alumnus’ (6 keer), ‘docent’ (6 keer) en ‘stagebureau’ (4 keer). Het is interessant om te zien hoe veel meer studenten zich laten voorlichten dan eerdere jaren:



35

Vraag 21 vraagt naar de tevredenheid over de dienstverlening van het Stagebureau. Hierop antwoordt 87% positief. Uit de 227 opmerkingen bij deze vraag maken we op dat het stagebureau een grote betrokkenheid bij studenten genereert. Het gros van de opmerkingen is positief, negatieve meningen gaan vooral over de behoefte aan nog (veel) meer hulp… Enkele citaten: “Het stagebureau heeft met ongebreideld enthousiasme en hulpvaardigheid mij begeleid in het stageproces.” “They were replying fast and always had precise answers.” “Absoluut. Ik ben altijd uitstekend voorgelicht op het moment dat ik daarom vroeg en ook als ik vanuit Den Haag hulp nodig had, werd dat direct geregeld, dus daar was ik bijzonder blij mee.” De ene student begrijpt het beleid van het zelf zoeken van je stage, een enkeling heeft daar moeite mee: “Je wordt voldoende vrijgelaten in je zoektocht naar een stage, dit is erg leerzaam. Als het niet zo soepel loopt als verwacht kan je echter altijd bij het stagebureau terecht voor advies. Verder hangen er geregeld interessante vacatures.” “In de gesprekken leek het alsof ze me ging helpen met een stageplaats vinden en uiteindelijk kwam er niks concreets uit, dan was ik opeens niet meer duidelijk genoeg over wat ik wilde.” Ook hier komt informatie over het stageverslag aan de orde: “Information was thorough and sufficient. The requirements for the placement report could me more elaborate and specific.”



36

Op de vraag naar de begeleiding door de stagegever zegt 93% tevreden te zijn. Op de vraag naar de tevredenheid over de begeleiding door de docent zegt 91% tevreden te zijn. De begeleiding van docenten varieert wel, van: “Mijn docent aan de RUG heeft niet zo heel veel gedaan, maar ik weet ook niet of dat nodig was. Voor het begin van de stage hebben we een gesprek gehad, en aan het eind weer. Wel heb ik van mijn stagegever gehoord dat hij tussendoor nooit naar mijn stage gebeld heeft.” Via: “Ik heb tijdens mijn tussenevaluatie goede tips gekregen om verder te gaan met mijn onderzoeksrapport. ” Tot: “Tijdens de stage was er veel controle in de vorm van gesprekken en weekrapporten waar ik commentaar op kreeg. Dit was erg goed en gaf ook structuur.” Het moment is ook belangrijk: “Ja en nee eigenlijk. Hoewel ik veel contact heb gehad met de begeleider, had mijn begeleider op inhoudelijk vlak in het begin proces een meer kritische blik kunnen geven in plaats van een later stadium in het onderzoeksproces“ Vraag 24 en 25 vragen naar eventuele knelpunten tijdens de stage. 22% van de respondenten (62 studenten) zeggen knelpunten te hebben ervaren:

In 71% van de gevallen zijn de knelpunten opgelost, vaak dankzij de begeleider(s). In 13 gevallen bleven de problemen bestaan. Uit de antwoorden op vraag 26, 27 en 28 over voortzetting van werkzaamheden bij de stagegever na afloop van de stage blijkt het volgende:



37

Dit jaar zeggen 145 studenten na hun master door te kunnen werken bij de stagegevende organisatie. Dat is 50% van de respondenten. Van hen kan 11% er werken aan onderzoek voor de thesis.

Van de 145 studenten die zeggen te kunnen blijven werken voor de stagegever, zegt ruim de helft (81 studenten) dat ook daadwerkelijk te gaan doen. Dat is 28% van het totaal aantal respondenten. Vorig jaar waren dit er nog slechts 48 (dat was 22%).



38

Van de respondenten die gaan werken voor de stagegever zegt 93% dat dit de voltooiing van de studie niet in de weg staat. Er zijn 7 studenten die hun studie tijdelijk zeggen te onderbreken; 15 studenten zeggen vertraging op te lopen door de stage. Op de vraag of de stage in de toekomst voor ander studenten open staat, antwoordt 87% van de respondenten positief. 85% van de stagiairs zegt bereid te zijn informatie over hun stage aan andere studenten te verstrekken. In de ruimte voor opmerkingen geven studenten nog wat tips en ervaringen: “Mijn stage bij het Groninger Museum was ontzettend leerzaam en vooral ontzettend leuk. Ik ben keer op keer met veel plezier aan het werk gegaan.” “The incredible working environment in Westminster Parliament is a highly suitable one for Master students and I would advise fellow students to look for similar work placement opportunities.” “Ik ben blij dat er ruimte is voor een stage in de master en ik ben blij dat ik de keuze heb gemaakt om een stage te volgen. Ik denk dat het volgen van een stage meer gestimuleerd moet worden vanuit de faculteit en misschien wel verplicht gesteld moet worden bij de maatschappelijke masters. Werkervaring hebben is tegenwoordig van groter belang dan een mooi diploma en ik heb het idee dat pasafgestudeerde HBO'ers daarom vaak een streepje voor hebben op WO'ers in het bedrijfsleven. Bovendien vergroot werkervaring (in het algemeen) je zelfvertrouwen..” “Er zou wat meer gelet kunnen worden op het aantal uren dat een stagiaire ergens werkt. Overwerk is niet erg, maar drie maanden lang 60 uur per week voor een stagevergoeding vind ik te veel.” “Vooral: maak duidelijk waarop er beoordeeld wordt. Over de inhoud van mijn onderzoek werd nauwelijk iets gezegd, wel over hoe ik ben als persoon.” “Ondanks dat de stage mijn eerste keuze was en een goede keuze heeft blijken te zijn, had ik de stage zonder externe financiering niet kunnen lopen. Om de stage te kunnen lopen moest ik namelijk mijn werk opzeggen. Ik ben dan ook erg blij dat externe financiering mogelijk was.”


Hoofdstuk 3 3.1


Overzicht per opleiding

Bachelorstages

Archeologie Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

3 0 3 191

(was 2 in 2012-2013) (was 0) (was 1) (was 70)

American Studies Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

0 0 0 0

(was 1 in 2012-2013) (was 0) (was 0) (was 0)

Communicatie- en Informatiewetenschappen Aantal geregistreerde stages: 13 (was 11 in 2012-2013) Aantal buitenlandse stages: 1 (was 0) Aantal vergoede stages: 9 (was 10) Gemiddelde stagevergoeding p/m: 116 (was 182) Engelse Taal en Cultuur Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

1 1 0 0

(was 1 in 2012-2013) (was 0) (was 1) (was 237)

Finoegristiek Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

1 1 1 850

(was 0 in 2012-2013) (was 1) (was 0) (was 0)

Geschiedenis Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

3 1 1 504

(was 3 in 2012-2013) (was 0) (was 2) (was 193)

Internationale Betrekkingen en Organisatie Aantal geregistreerde stages: 24 (was 19 in 2012-2013) Aantal buitenlandse stages: 9 (was 9) Aantal vergoede stages: 17 (was 13) Gemiddelde stagevergoeding p/m: 363 (was 409) Kunstgeschiedenis Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

2 0 1 140

(was 1 in 2012-2013) (was 0) (was 1) (was 140)

Kunsten, Cultuur en Media Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages:

10 0 4

(was 17 in 2012-2013) (was 0) (was 8)

39



Gemiddelde stagevergoeding p/m:

166

(was 141)

Nederlandse Taal en Cultuur Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

1 0 1 470

(was 1 in 2012-2013) (was 0) (was 1) (was 112)

Romaanse Talen en Culturen Aantal geregistreerde stages:

0

(was 3 in 2012-2013)

Slavische Talen en Culturen Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

1 1 1 280

(was 0 in 2012-2013)

Taalwetenschap Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

7 0 0 0

(was 7 in 2012-2013) (was 0) (was 1) (was 88)

Archeologie Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

4 1 3 207

(was 1 in 2012-2013) (was 0) (was 1) (was 385)

American Studies Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

1 1 0 0

(was 1 in 2012-2013) (was 0) (was 1) (was 210)

3.2

Masterstages

Communicatie- en Informatiewetenschappen Aantal geregistreerde stages: 39 (was 52 in 2012-2013) Aantal buitenlandse stages: 3 (was 5) Aantal vergoede stages: 26 (was 40) Gemiddelde stagevergoeding p/m: 250 (was 243) Duitse Taal en Cultuur Aantal geregistreerde stages:

0

(was 1 in 2012-2013)

Engelse Taal en Cultuur Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

3 1 2 315

(was 8 in 2012-2013) (was 4) (was 7) (was 335)

Europese Talen en Culturen Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages:

4 0 3

(was 0 in 2012-2013)

40



Gemiddelde stagevergoeding p/m:

81

Euroculture Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

8 7 3 563

(was 7 in 2012-2013) (was 6) (was 7) (was 302)

Friese Taal en Cultuur Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

1 0 1 315

(was 0 in 2012-2013)

Geschiedenis Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

24 4 18 268

(was 32 in 2012-2013) (was 7) (was 26) (was 245)

Informatiekunde Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

2 0 1 630

(was 2 in 2012-2013) (was 0) (was 2) (was 280)

Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie Aantal geregistreerde stages: 61 (was 72 in 2012-2013) Aantal buitenlandse stages: 34 (was 41) Aantal vergoede stages: 41 (was 55) Gemiddelde stagevergoeding p/m: 460 (was 476) Journalistiek Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

44 4 44 280

(was 33 in 2012-2013) (was 7) (was 37) (was 280)

Kunstgeschiedenis Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

10 2 10 300

(was 15 in 2012-2013) (was 0) (was 13) (was 315)

Kunsten, Cultuur en Media Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

25 0 14 164

(was 37 in 2012-2013) (was 2) (was 25) (was 153)

Linguistics Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

22 3 2 144

(was 0 in 2012-2013)

41



Literary Studies Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

5 0 3 222

Midden-Oosten Studies Aantal geregistreerde stages: 3 Aantal buitenlandse stages: 3 Aantal vergoede stages: 2 Gemiddelde stagevergoeding p/m:596

42

(was 0 in 2012-2013)

(was 2 in 2012-2013) (was 2) (was 2) (was 606)

Multilingualism Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages:

1 0 0

(was 0 in 2012-2013)

Nederlandse Taal en Cultuur Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

8 0 5 203

(was 13 in 2012-2013) (was 1) (was 11) (was 207)

NOHA (Humanitarian Action) Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:

22 17 7 260

(was 21 in 2012-2013) (was 15) (was 20) (was 383)

30

(6 ART, 3 CMRS, 10 LING, 1 LIT, 10

17 7 169

(4 ART, 4 LING, 9 MOD) (2 ART, 1 CMRS, 1 LIT, 3 MOD) (200 ART, 193 CMRS, 100 LING, 163

1 0 1 210

(was 0 in 2012-2013)

Research Masters Aantal geregistreerde stages: MOD) Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m: MOD) Speech Language Practition Aantal geregistreerde stages: Aantal buitenlandse stages: Aantal vergoede stages: Gemiddelde stagevergoeding p/m:


Hoofdstuk 4


43

Resultaten Stagebureau Letteren 2012-2013

De kerntaken van het Stagebureau liggen op het gebied van voorlichting (4.1), registratie (4.2) en evaluatie (4.3). Per 1 januari 2015 zijn de taken registratie en evaluatie overgegaan naar het Mobility Office van BSZ (voorheen International Office). De taken onder voorlichting vallen sinds die datum onder Career Strategy binnen het OWI (zie hoofdstuk 5). Het Stagebureau schrijft hiermee haar laatste jaarverslag, anderhalf jaar na viering van haar 25-jarig bestaan (september 2013)... 4.1

Voorlichting

4.1.1 Vacatureservice De vacatureservice kon, na twee jaar testen met ESI, in augustus 2014 overgaan naar Career ConNEXT, het platform dat de universiteit van CSO Research in Texas huurt. Vacatures zijn sinds die datum te vinden op het tabblad My Career in Nestor en via de mobiele app ‘iGroningen’. In het verslagjaar is hard gewerkt aan de voorbereiding van deze overgang, in samenwerking met NEXT, ESI en de nieuwe helpdesk bij Nestor, genaamd My Career ([email protected]). Naast het plaatsen van vacatures die binnenkomen via het webformulier voor stagegevers heeft de stagecoördinator weer actief gezocht naar stages in met name de profit-sector. 4.1.2 Loopbaandag Letteren (Career Day) In het verslagjaar deden 86 studenten de verplicht voorbereidende dag voor de bachelorstage, de (nu in het Engels verzorgde) Career Day. De Career Day is 6 keer aangeboden. Studenten die het Honours College doen krijgen vrijstelling, dit waren er 7. Drie studenten waren vooraf aan hun stage in het buitenland en deden in plaats van de Career Day twee workshops bij NEXT als alternatief. Er schreven zich daarnaast nog 39 studenten in voor een bachelorstage, maar zij zagen af van een bachelorstage en deden geen Career Day meer. Evaluaties van de dag (via een tijdens de trainingsdag uitgereikt formulier) zijn positief. Gemiddeld beoordelen studenten de dag met een 8 of hoger. 4.1.3 Studieverenigingen Sinds voorjaar 2012 organiseert het stagebureau samen met het studentlid van het Faculteitsbestuur minimaal twee keer per jaar een Career Café. Dit verslagjaar was het op 4-9-2013, 13-11-2013, 5-2-2014, 23-4-2014 en 11-6-2014. Alle besturen van de Letteren-studieverenigingen worden uitgenodigd voor een kop koffie. Ze dienen zelf agendapunten in. Stagecoördinator en studentadviseur van het FB praten een uur over alle zaken rondom career services en stages. Dit jaar zijn hun carrièreactiviteiten op de website van het stagebureau gepubliceerd. In het Career Café van 4 juni 2014 is op verzoek van het CvB een aantal afspraken over de omgang met carrière-evenementen en vacatures in het nieuw aangeschafte systeem Career ConNext vastgelegd: “L13.01067 FB neemt kennis van en ondersteunt de afspraken die zijn gemaakt voor de implementatie van Career ConNext.” 4.1.4 Stagevoorlichtingen De stagecoördinator heeft verschillende voorlichtingen verzorgd:  Bachelorstagevoorlichting op 7-11-2013 en 20-2-2014  Masterstagevoorlichting op 7-11-2013 en 20-2-2014  Stagevoorlichting bij de opleidingen NOHA, Euroculture, Multilingualism (16-92013), Archeologie (15-10-2013 en 11-2-2014), Theology & Religion Studies en tijdens ‘ETC@Work’ (9-5-2014)


    


44

Master Your Talent (28-11-2013 en 10-4-2014) Gecombineerde voorlichting met Honours College en Study Exchange bij de minorenvoorlichting (15-11-2013) ‘Get the right internship’ tijdens de Careers Week bij de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (30-9-2013) en tijdens Talent Recruiting Noord in de der Aa-kerk (19-3-2014). Kick off Letteren Career ConNEXT (23-9-2014) Seminars ‘Werken bij de EU’ (21-1-2014) en ‘Werken bij de Media’ (2-10-2013).

4.2 Registratie Stages worden via het stagecontract van de faculteit in Acces geregistreerd. Ondanks dat nog niet alle opleidingen een stagehandleiding hebben, is dit jaar het stageplan (op basis waarvan de docent goedkeuring geeft) opvallend vaker gebruikt. Stagegevers geven aan het prettig te vinden inzage in dit plan te hebben. Dit staat nu standaard op het stageplanformulier. 4.2.1 Reisverzekering Tussen september 2013 en september 2014 heeft het Stagebureau 113 studenten voor een buitenlandstage een gratis reisverzekering mee gegeven. 4.2.2 Veilig op reis Studenten die naar een land gaan waar het reisadvies van MinBuZa strenger of gelijk is aan “niet-essentiële reizen naar bepaalde gebieden worden ontraden” moeten voor hun vertrek schriftelijk bevestigen niet naar deze gebieden af te reizen gedurende de periode dat ze verzekerd zijn. Dit geldt ook als voorwaarde voor het Marco Polo Fund. Met studenten die in gebieden verbleven waar het reisadvies van positief naar negatief ging is via e-mail vanuit het Stagebureau (in overleg met de beleidsmedewerker Internationalisering) contact onderhouden. Voor stages van non-EU studenten in Nederland wordt een apart Nuffic-contract opgemaakt. Dit fungeert als werkvergunning. Studenten die Erasmus Mundus Action 2 doen krijgen aparte instructies. 4.2.3 Stagebemiddeling voor de Faculteit GGW Sinds september 2012 werkt het Stagebureau Letteren via een SLA ook voor de vier nieuwe internationale masteropleidingen Theologie & Religiewetenschappen. Er zijn 13 studenten van deze opleidingen bij het Stagebureau ingeschreven. Met een deel van het met de SLA verdiende geld is Maxime Profijt als studentassistent aangesteld voor de vacatureservice (oktober-december 2014). 4.3 Evaluatie Naast de evaluatie onder studenten (zie hoofdstuk 2) stemt het Stagebureau af met de opleidingen over stages. Regelmatig stuurt het stagebureau de stagecontactpersonen van de opleidingen een nieuwsbrief per e-mail. Deze geeft aanvullingen op de persoonlijke afspraken die de stagecoördinator met deze begeleidende docenten heeft. Op 3 april 2014 organiseerde het stagebureau de jaarlijkse stagelunch voor de 32 stagecoördinatoren bij de opleidingen. Er waren dit jaar 16 stagecoördinatoren aanwezig. Onderwerpen waren Erasmus+, het tabblad My Career (Career ConNEXT) en stagebeoordelingsformulieren. Naar aanleiding van de lunch is een werkgroep aan de slag gegaan met de beoordeling. In het najaar zijn hun voorstellen voor een eindbeoordelingsformulier voor de bachelorstage en eentje voor de masterstage voorgelegd aan het Facultair Overlegorgaan Onderwijsbeleid.


4.4


45

Overige activiteiten

4.4.1 Stageoverleg De stagecoördinator heeft werkbezoeken afgelegd aan Gasterra (met een docent CIW, oktober 2013), de Tweede Kamer (juni 2014) en aan Noordhoff Uitgevers (2014). Daarnaast heeft vrijwel maandelijks het afstemmingsoverleg met NEXT plaats gehad. De stagecoördinator heeft o.m. presentaties gehouden op de conferentie ‘University Business Cooperation, Employability & Higher Education Policy” in Lubljana (als gastspreker, 25-10-2013), op de landelijke Cospa-dag (24-4-2-14) en op het seminar ‘Universities in the 21th Century: For Infinity’ (12-6-2014). Daarnaast is er landelijk overleg geweest met de andere facultaire stagecoördinatoren Letteren, in Rotterdam (op 11-11-2013) en in Leiden (op 20-5-2014). 4.4.2 Project ‘Stageplekken Buitenland’ ETC In de zomer van 2014 heeft het stagebureau een onderzoek geïnitieerd naar de mogelijkheid voor bachelorstudenten ETC om aansluitend aan de studieuitwisselingsperiode stage te lopen. Bedrijfskunde-student Elias Schotsman heeft onder begeleiding van studieadviseur Miralda Meulman op kosten van het OWI een rapport geschreven met bevindingen van de mogelijkheden in Duitsland, Italië, Frankrijk en Zweden. 4.5 Vooruitblik Het stagebureau bestaat vanaf 1 januari 2015 niet meer. De activiteiten op het gebied van stages worden via het Mobility Office en Career Strategy voortgezet en verder uitgebreid. In het binnenkort te verschijnen plan van de afdeling Career Strategy leest u daarover mee. Gedacht wordt aan de instelling van stageklassen, de koppeling van de alumni en werkgevers in de Raden van Advies aan gastcolleges, LinkedIn groepen per opleiding, en een boekje over loopbaanvoorbereiding dat aan alle eerstejaars studenten Letteren beschikbaar kan worden gesteld.



46


Hoofdstuk 5


47

Personele en financiële situatie

5.1 Personele situatie Het Stagebureau Letteren kende gedurende het collegejaar 2013-2014 de volgende bezetting: stagecoördinator mw. E.E. Haag (0.8 fte) en secretariaat mw. G. Poortman (0.8 fte). Wegens ziekte van de projectleider Raden van Advies hebben zij van juni 2014 tot januari 2015 de coördinatie van de Raden van Advies erbij gedaan (beiden tijdelijke uitbreiding tot 1,0 fte). ). Na de zomer is gestart met de voorbereiding van een splitsing van taken. De stageregistratie, -evaluatie en de stagebeurzen en reisverzekeringen verlopen vanaf 1 januari 2015 via het Mobility Office, dat valt onder Bureau Student Zaken. Gerda Poortman werkt vanaf die datum bij het Mobility Office onder Margo Slebus. Voorlichting gaat, uitgebreid met de Raden van Advies en Loopbaanadvies verder onder de naam Career Strategy. Esther Haag is coördinator (0,8 fte), Sarah Oude Brunink wordt per 1 april 2015 assistent Career Strategy (1,0 fte). Beiden werken voor het Onderwijsinstituut en rapporteren aan Luuc Bruyning. 5.2 Financiële situatie Aan het begin van het jaar wordt door het Stagebureau een begroting opgesteld. Deze was voor het kalenderjaar 2014 sluitend. We behandelen hier de belangrijkste posten. Marco Polo Fund In het academisch jaar 2013-2014 is er aan 28 studenten een Marco Polo beurs voor een stage verstrekt voor een totaalbedrag van €21.280. De bedragen wijzigden in februari 2014, het gemiddelde steeg per student van €708 naar €760. Daarvan heeft het College van Bestuur via matching de helft vergoed. Vorig jaar waren dit 24 studenten met een totaalbedrag van € 16.995. Erasmus Placements In het academisch jaar 2013-2014 zijn er voor Letteren 22 stagebeurzen uit het Erasmus Fonds uitgekeerd voor een totaalbedrag van €19.140 (€220 per student per maand, gemiddeld per student €870). Dit geld komt volledig van de Europese Commissie. Vorig jaar werden er 16 stagebeurzen toegekend voor een totaalbedrag van €14.520. Stagebureau Fonds In 2013-2014 kregen 5 studenten een beurs uit het fonds van het stagebureau voor een totaalbedrag van €2.450 (gemiddeld per student €490). Vorig jaar waren dit er 8 en was het totaalbedrag €3.410. GUF Elke student kan, aanvullend aan andere beurzen, eenmalig een aanvraag doen bij het Groninger Universiteits Fonds. In het jaarverslag over 2013 van het GUF lezen we dat 98 (vorig jaar 84, het jaar daarvoor 76) studenten Letteren voor een totaalbedrag van €25.947 (vorig jaar €23.469) een beurs ontvingen van het GUF (gemiddeld €264 per persoon). Anouk Baron ontving een van de 9 GUF-100 prijzen voor excellente studenten à €2.500. Daarnaast ontvingen 2 studenten (vorig jaar 1) een beurs voor excellente studenten (à €1.000). Arbeidsmarktactiviteiten In 2013-2014 werden er 6 Loopbaandagen georganiseerd à €1.150,00. Representatie De stagecoördinator is lid van het Cospa van het Nuffic, van het Landelijk Overleg Stagecoördinatoren Letteren en van Rotary Groningen Oost.



48



49



50



51



52



53



54



55



56



57



58



59



60



61



62



63



64



65

Samenvatting Dit jaarverslag verslaat het stagejaar lopend van tot

Recommend Documents