VERKIEZINGSPROGRAMMA 2015-2019
GELDERLAND
SAMEN WERKEN AAN EEN GROENER GELDERLAND
Colofon Verkiezingsprogramma GroenLinks Gelderland voor de provinciale statenverkiezingen op 18 maart 2015. Programmacommissie Thijs de la Court Paul Fransen Dirk Kuipers Nelson Verheul Redactie Reinder Boeve Ontwerp Thijs van den Broek 2
INLEIDING Het gaat GroenLinks om mensen. Mensen van overal, nu én in de toekomst. Voor ons in Gelderland doet het er werkelijk toe dat iedereen een prettig, veilig, gezond en waardevol leven kan leiden. En niet alleen, maar samen met elkaar, eerlijk delend, in een mooie provincie. Daar knokt GroenLinks voor, onder andere via de politiek, één van de manieren om de maatschappij te veranderen. Dus zijn we begaan met thema’s als cultuur, natuur, mobiliteit, werkgelegenheid, waterbescherming, klimaat en bestuur. Elk van die thema’s heeft invloed op onze levens: - De natuur waarin we graag tot rust komen, of juist sporten, maar waar ook onze kinderen nog van moeten kunnen genieten. - Het voedsel dat dagelijks op ons bord komt dat lekker, maar ook veilig en gezond moet zijn. En waarvan de productie niet ten koste mag gaan van de wereld om ons heen. - Kansen om mee te doen door werk, door zinvolle activiteiten. Niemand hoeft aan de kant te blijven staan. - Veilig, betaalbaar verkeer en vervoer voor fietsers, wandelaars, OV-reizigers. - Zorg voor de toekomst door zuinig met energie te zijn, die zelf op te wekken, energie-armoede te voorkomen en innovatie en creativiteit te stimuleren. - De kwaliteit van het water dat we drinken en waarin we recreëren. - De mogelijkheid om te genieten en leren van wat ons mensen eigen maakt: cultuur verrijkt ons leven. - De zorg die wij graag krijgen, maar ook aan onze geliefden willen geven. - De betrokkenheid bij onze woonomgeving en de mogelijkheden om daar zelf invloed op uit te oefenen. Dit zijn thema’s waarop wij, via de Provinciale Staten, ons ideale Gelderland een stapje dichterbij kunnen brengen. In dit verkiezingsprogramma lees je wat we de komende jaren willen bereiken. Elk thema heeft zijn eigen hoofdstuk. Met dit programma gaan we de campagne voor de verkiezingen op 18 maart 2015 in. We zullen de inwoners van Gelderland overtuigen dat een stem op GroenLinks de beste weg is naar een betere, mooiere, eerlijkere wereld. Een wereld die om mensen draait. En we hopen daarbij van harte op jouw steun! GroenLinks Gelderland, November 2014
INHOUDSOPGAVE 1. HET DRAAIT OM MENSEN
4
2. KOPLOPER IN DUURZAAMHEID
8
3. NATUUR, DIEREN EN LANDBOUW
13
4. (GELDERS) WATER
18
5. BETER BEREIKBAAR
21
6. INVESTEREN IN MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT
27 3
1. HET DRAAIT OM MENSEN Openbaar bestuur draait om mensen en hun maatschappij. Over hoe we samen willen leven. Ook het provinciaal bestuur draait om mensen, hoewel haar sociale taken en mogelijkheden beperkt zijn. Vanaf 2015 zal de jeugdzorg, de laatste specifieke taak van de provincie, overgedragen worden aan de gemeenten. GroenLinks steunt deze verschuiving, want zo komt al het sociaal beleid bij één overheidslaag te liggen en is meer maatwerk mogelijk. Tegelijk zien we dat gemeenten wel steun nodig hebben bij haar sociale taken. Zeker omdat gemeenten van het Rijk minder geld krijgen om het deze taken uit te voeren. GroenLinks wil dat de provincie de gemeenten bijstaat met advies, bemiddeling en financiële middelen. Ongeacht waar je woont, moet je toegang hebben tot goede zorg. Met name kleine gemeenten krijgen het zwaar. Wij willen deze niet verplicht laten opgaan in grotere gemeenten. De grootte van een gemeente moet aansluiten bij de politieke cultuur en sociale en maatschappelijke omgeving van haar inwoners. GroenLinks zoekt daarom de oplossing in het bevorderen van kennisuitwisseling en samenwerking. Ook gemeenten die te maken krijgen met krimp, moeten bij de provincie steun kunnen krijgen om hun omgeving anders in te richten en sociale voorzieningen in stand te houden. Waar gemeenten met elkaar gaan concurreren, moet de provincie regie nemen en samenwerking organiseren. Niet zoeken naar een nieuwe schaal, maar inzetten op samenwerking gaat natuurlijk ook op voor de provincie zelf. Op dit moment zien wij geen noodzaak voor een provinciale herindeling. Een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling is dat de economische ongelijkheid in Nederland steeds groter wordt. GroenLinks vindt het belangrijk dat iedereen, ongeacht economische positie, de mogelijkheid krijgt om mee te doen in de maatschappij en kansen krijgt om zich te ontwikkelen. Cultuur, sport, en vervoer moeten daarom voor iedereen toegankelijk blijven. Met name voor kinderen en jongeren die volop zichzelf aan het ontwikkelen zijn en proberen een plek in de maatschappij te krijgen. Waar mogelijk ondersteunen wij mensen om werk te vinden. Wij richten ons hierbij vooral op jongeren die aan het begin staan van hun carrière, maar weinig kansen hebben om werkervaring op te doen en voor wie de carrière in de dop gebroken dreigt te worden. Ook mindervaliden en mensen die al lang werkzoekend zijn, hebben onze aandacht. De provincie geeft zelf het goede voorbeeld door stageplaatsen en een deel van de vacatures in te vullen door mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De provincie zou deze eis ook moeten stellen aan bedrijven waar het grote opdrachten uitzet.
1.1. CULTUUR Of het nu gaat om theater, literatuur, beeldende kunst, muziek of anderzijds: Cultuur verbreedt je blik op de wereld en is van grote maatschappelijke en economische waarde. Verder levert cultuur plezier op aan de makers en bezoekers ervan. GroenLinks heeft geen behoefte aan het vernauwen van cultuur. Wij willen niet oordelen over wat wel of niet smaakvol is, wat wel of niet vernieuwend is of welke kunst wel of niet met een hoofdletter geschreven zou moeten worden. Dat is aan het publiek en degenen die kunst
maken. Waar GroenLinks zich wel mee bezig wil houden is de toegankelijkheid van cultuur. Wij willen dat ieder hier toegang tot heeft. In de stad en op het platteland, rijk en arm. Om die reden wil GroenLinks juist de kleine initiatieven ondersteunen. Hierbij zijn vaak veel mensen met weinig financiële steun bezig met cultuur en kunnen er veel mensen van genieten. Cultuurhuizen zijn er voldoende in Gelderland. Nu moeten deze nog permanent bewoond gaan worden. GroenLinks staat kritisch tegenover dure nieuwe projec4
ten, zoals die van het oorlogsmuseum in Nijmegen. Cultuurhistorie staat op de kaart in Gelderland en dat houden wij ook op peil. Het aanvragen van een financiële bijdrage voor culturele activiteiten moet eenvoudig zijn. Het is onacceptabel dat alleen een zeer ervaren professional zich door de bureaucratische rompslomp kan worstelen. Culturele instellingen moeten verder weer een structurele subsidie krijgen, in plaats van enkel subsidies op projectbasis (‘tenders’). Ook toegang tot boeken is belangrijk. Een bibliotheek is ook in het digitale tijdperk een toegangspoort tot kennis, en een voorwaarde voor levenslang leren en culturele ontwikkeling. De bibliotheek is ook een belangrijke ontmoetingsplek, maar voor GroenLinks betekent dat niet dat in ieder dorp een stenen gebouw hoeft te staan. Een systeem van een voorraad boeken verdeeld over scholen en een of meerdere mobiele bibliotheekbus(sen), gecombineerd met een overzichtelijk reserveringssysteem is goedkoper en is vaak een goed alternatief.
1.3 WERKGELEGENHEID Ongeveer 8 procent van de Gelderlanders is zonder werk en zoekt een baan. Wij vinden het belangrijk dat deze mensen ook een baan vinden! Met name voor jongeren is het belangrijk om een start te kunnen maken in hun carrière door werkervaring op te doen. Jongeren zijn zich nog vol aan het ontwikkelen en op zoek naar een plek in de maatschappij. Ook voor mindervaliden en anderen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zet GroenLinks zich in. Gemeenten laten deze doelgroep vaak liggen, omdat ze moeilijk naar werk te bemiddelen zijn. De provincie moet samen met gemeenten zoeken naar mogelijkheden voor deze doelgroep, want iedereen moet de kans krijgen om mee te doen in onze maatschappij. Dat kan door ze te begeleiden naar betaald werk, maar ook naar werkervaringsplaatsen of zinvol vrijwilligerswerk. De provincie moet werk voor publieke aangelegenheden waarderen en voorkomen dat hier door bezuinigingen nog meer nuttig werk verdwijnt. 1.4 ZORG EN WELZIJN
1.2 SPORT Sport is gezond voor jong en oud en levert vooral ook veel plezier op. Het mooie landschap van Gelderland leent zich goed voor wandelen, fietsen en paardrijden. Wij zorgen dat hiervoor goede paden zijn die makkelijk te vinden zijn. Ook voor toeristen is dit aantrekkelijk. Daarnaast willen wij ook sportvoorzieningen in het buitengebied op peil houden en waar nodig op peil brengen. Ook kleine sportevenementen ondersteunen wij graag en gebruiken wij verder om gezond, biologische en regionaal voedsel onder de aandacht te brengen. Gezond eten en sport kunnen immers niet zonder elkaar. GroenLinks investeert in breedtesport, zodat iedereen kan sporten. Het jeugdsportfonds willen we uitbreiden naar alle gemeenten in Gelderland. Van de topsport verwachten we meer financiële zelfredzaamheid.
De provincie speelt geen hoofdrol op het thema van zorg en welzijn. Ze moet er echter wel op toezien dat ieder in Gelderland toegang heeft tot kwaliteitszorg. De burger staat centraal en de provincie ondersteunt deze door problemen te signaleren en te agenderen. Daarnaast ondersteunt de provincie gericht initiatieven en gemeenten om knelpunten op te lossen. Een bijzondere rol heeft zij in de jeugdzorg die ze in 2015 overdraagt aan de gemeenten. Structureel wil GroenLinks geld vrijmaken voor het realiseren en in stand houden van kwaliteitszorg. Initiatieven van onderop kunnen steun krijgen bij de realisatie van hun plannen, zoals wanneer in vrijgekomen buitengebied zorgboerderijen zouden kunnen worden gevestigd. Deze functies verbinden omgeving en sociale functies en zijn daarom ook van provinciaal belang. Om knelpunten in de jeugdzorg op te kunnen lossen, zet de provincie zich samen met gemeenten in voor een kinderombudsman, die kan fungeren als meldpunt en onafhankelijk deskundige. 5
1.5 BESTUUR Gelderland is een grote provincie, met veel diversiteit. Dat maakt het lastig om maatwerk te leveren. Er worden vaak discussies gevoerd over welke omvang de provincie als middenbestuur moet hebben. GroenLinks vindt een benaderbare overheid met een menselijke maat van belang. Bovendien blijkt dit in de praktijk vaak efficiënter. Samenwerking is beter dan je te verliezen in allerlei reorganisaties. GroenLinks vindt het belangrijk dat debatten die gevoerd worden in de provinciale politiek openbaar zijn. Zo kunnen de pers en de burgers weten welke politieke twistpunten een rol gespeeld hebben bij de totstandkoming van het beleid. Er zijn veel waardevolle burgerinitiatieven, die de ruimte moeten krijgen. Ze verdienen ondersteuning door de provincie, door samen naar de mogelijkheden te kijken. Eventueel brengt de provincie initiatiefnemers, overheden en andere spelers samen. Ook moet er meer gebeuren om betrokkenen in een vroeg stadium te informeren over- en te betrekken bij beleid dat in ontwikkeling is door de provincie zelf. Nu al is ‘interactieve besluitvorming’ in zwang. Hierbij is het belangrijk vooraf randvoorwaarden te formuleren, zodat de discussie concreet wordt. Ook moet achteraf duidelijk zijn bij wie input is verzameld en wat hiermee is gedaan. Gebeurt dit niet, dan creëer je een rookgordijn waarachter van alles tevoorschijn kan komen, zonder dat duidelijk is waarom keuzes juist zo zijn gemaakt. De provincie is groot, maar veel problemen organiseren zich niet naar de provinciale grenzen. GroenLinks wil nauw samenwerken met omliggende provincies, bijvoorbeeld over waar natuur verbonden kan worden en infrastructuur moet aansluiten. Ook kunnen wij van elkaar leren, over hoe om te gaan met krimpgebieden, het bevorderen van duurzaamheid of anderszins. GroenLinks kijkt niet alleen over de provinciegrens, maar ook over de landsgrenzen. Gelderland heeft immers een lange grens met de Duitse deelstaat
Nordrhein-Westfalen. Samenwerking over onze landsgrens kan een bron zijn van ideeën en inspiratie, in plaats van een bestuurlijk obstakel. Gemeentelijk bestuur vraagt maatwerk. GroenLinks vindt dat gemeenten moeten aansluiten bij de politieke cultuur en socialeen maatschappelijke omgeving van haar burgers. Wij steunen oplossingen die ervoor zorgen dat ook kleine gemeenten hun werk goed kunnen doen, bijvoorbeeld door het (gezamenlijk) inkopen van expertise die gemeenten niet zelf in huis hebben. Als er vanuit gemeenten zelf de behoefte ontstaat voor een fusie, zal GroenLinks dit steunen. GroenLinks steunt de afbouw van de stadsregio, in verband met de matige democratische controle op dit ongekozen tussenbestuur. PROGRAMMAPUNTEN a. Cultuur is een bron van inspiratie en van waarde voor de ontwikkeling van mensen en de economie. De provincie investeert in kleinschalige culturele initiatieven. b. De provincie steunt culturele projecten die een bredere Gelderse betrokkenheid bevorderen zowel vanuit het historische gezamenlijke verleden als heden. c. De provincie stimuleert het intensieve gebruik van bestaande culturele gebouwen, onder meer door deze goedkoper ter beschikking te stellen aan lokale initiatieven. d. Om de toegankelijkheid van cultuur voor de jeugd te vergroten, stelt de provincie een provinciaal jeugdcultuurfonds in. e. Er komen kortere en eenvoudigere procedures om een financiële bijdrage aan te vragen voor culturele initiatieven. f. De provincie investeert in een moderne vorm van de bibliotheek. Zij stimuleert het behoud van de bibliotheekvoorzieningen in de grotere dorpen en kernen. g. De provincie investeert in breedtesport. 6
h. Sportvoorzieningen in het buitengebied
meenten nauwlettend in de gaten houden
willen we op peil brengen en houden. Ook
door gemeenten en organisaties te advise-
investeert de provincie in goede voorzie-
ren op basis van signalen.
ningen voor sportieve (vakantie)activiteiten in de natuur. Om de toegankelijkheid van sport voor de jeugd verder te vergroten, zet de provincie zich in om het jeugdsportfonds uit te breiden naar alle gemeenten. i. Publieke taken zijn van groot belang voor de maatschappij. De provincie voorkomt dat hier nog meer ontslagen vallen, door niet verder op deze taken te bezuinigen. j. Mensen zonder werk worden positief benaderd. De provincie helpt met gerichte investeringen in werkzoekenden om mensen aansluiting te laten vinden op de arbeidsmarkt.
o. Daar waar ruimte vrijvalt in het buitengebied ondersteunt de provincie de realisatie van initiatieven die buitengebied en sociale functies verbinden, zoals zorgboerderijen. p. De provincie ondersteunt cliënten- en patiëntenplatforms door haar signalen bovenlokaal te bundelen. q. De provincie zet in op samenwerking en kennisuitwisseling tussen gemeenten. Gemeenten die zelfstandig willen blijven, kunnen dat. Waar samenwerking tot een behoefte voor fusie leidt in de gemeenten zelf, wordt dit door de provincie ondersteund.
k. De provincie biedt werk- en stageplekken voor jongeren, mindervaliden en mensen, al langdurig zonder werk. Deze doelgroepen krijgen ook voorrang bij een deel van het werk dat bedrijven doen in opdracht van de provincie. l. Samen met gemeenten investeert de provincie in bemiddeling naar werk, stageplaatsen of uitdagend vrijwilligerswerk. m. De provincie geeft steun aan gemeenten, met name op het gebied van (jeugd)zorg. In de portefeuille van zorg en welzijn komt er structureel budget beschikbaar voor het stimuleren van kwaliteitszorg in Gelderland. n. Samen met gemeenten zet de provincie zich in voor een regionale Kinderombudsman, waar kinderen en jongeren en hun ouders die te maken hebben met de jeugdzorg zich kunnen melden. Een regionale Kinderombudsman heeft als taak om de kwaliteit en toegankelijkheid van de overheveling van de jeugdzorg naar ge-
7
2. KOPLOPER IN DUURZAAMHEID Dit is de eeuw van het veranderende wereldklimaat. We nemen onze verantwoordelijkheid: no time to waste. Duurzaamheid en een circulaire economie, daar maken we ons sterk voor. Alle afval wordt grondstof. We zorgen ervoor dat materialen vele levens kunnen hebben. Daarmee verbeteren we het milieu, dragen we bij aan zinvolle werkgelegenheid en versterken we de economie. Deze 'circulaire economie' raakt alle aspecten van ons dagelijks leven. Er komt een apart programma Circulaire Economie. Biobased Economy is een onderdeel van dit programma. Drie onderwerpen willen we benadrukken: - We zijn vóór een landbouw die bijdraagt aan gezond voedsel, een vruchtbare bodem en verrijking van landschap en natuur. - We zijn vóór een energievoorziening zonder uitstoot van broeikasgassen, die betaalbaar is en werkgelegenheid versterkt. - We zijn vóór woningen en bedrijven waarin we investeren in energiebesparing en efficiëntie, zodat we meer werkgelegenheid en een sterkere economie krijgen. 2.1 VOORTZETTING PROGRAMMA ENERGIETRANSITIE Duurzame ontwikkeling wordt dé banenmotor voor Gelderland. Gelderse burgers en bedrijven besteden gezamenlijk jaarlijks zes miljard euro aan hun energierekening. Die zetten we om in investeringen op het gebied van energiebesparing, innovatie en duurzaam renoveren. Daarvoor verscherpt de provincie het programma voor energietransitie programma. Ze doet dat samen met gemeenten, bedrijven, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en burgerinitiatieven. De doelstelling is drieledig: - 3% energiebesparing per jaar, - 20% hernieuwbare energie in 2020, - uitbouw van GreenTech Alliances als cluster van milieu enenergiebedrijven. Dit is een enorme inspanning. De provincie faciliteert de regio's met het opzetten van routekaarten naar een klimaatneutrale samenleving. Op basis van deze routekaarten kunnen de regio's en gemeenten een goed onderbouwd plan neerzetten op het gebied van energiebesparing, hernieuwbare energie en innovatie.
2.2 BESTAANDE BOUW De provincie gaat een ambitieus renovatieplan uitrollen, dat ertoe leidt dat de grote meerderheid van de Gelderse woningen in 2030 geen of een heel kleine energierekening hebben. Daarvoor maken we afspraken met alle gemeenten, de belangrijkste betrokken bedrijven (zoals bouwers en installateurs), onderwijsinstellingen (voor opleiding en certificering), maatschappelijke organisaties (zoals lokale energiecoöperaties) en financiële instellingen (waaronder PPM Oost). In 2020 dient de helft van de Gelderse woningen aangepakt te zijn. In 2050 is de hele Gelderse gebouwde omgeving energieneutraal. Dit leidt tot versterking van de werkgelegenheid in alle regio's, tot lagere woonlasten, tot hoger wooncomfort en natuurlijk tot verlaagde CO2 uitstoot. Speciale aandacht gaat uit naar de huursector (woningcorporaties). De provincie zal met woningcorporaties, gemeenten en beleggers een uitvoeringsprogramma opstellen zodat in 2020 alle huurwoningen daadwerkelijk gemiddeld minstens label B hebben. Dat is ook de afspraak in het SER Energieakkoord. Vervolgens wordt de stap gezet naar een geheel energieneutrale gebouwde omgeving, zowel in de particuliere sector, de huursector, de 8
scholen en kantoren. De provincie werkt daarbij samen met institutionele beleggers en de sector een financieringsplan en een business case uit. Met een grootschalig renovatieplan kunnen de kosten per woning substantieel omlaag. Deze ongekende versnelling van verduurzaming is te bereiken door goede samenwerking met kennisinstellingen en de bouwwereld op het vlak van innovatie. Voorbeelden daarvan zijn de zogenoemde ‘nul-op-de-meter’-renovaties en recente uitvindingen op het gebied van warmtewisselaars en warmtekussens in kruipruimten. De provincie maakt hiervoor een krediet vrij van een half miljard tot een miljard euro. Een krediet dat zich in een periode van 20 tot 35 jaar terugverdient en dat institutionele beleggers en banken dienen te verdubbelen. Hiermee investeert de provincie grootschalig in de bouw, werkgelegenheid, scholing, een schoner milieu én een lagere energierekening voor kwetsbaren. 2.3 NIEUWBOUWLOCATIES Samen met gemeenten zorgt de provincie ervoor dat alle nieuwbouwlocaties waar de overheid regie op heeft energieneutraal zijn. Zo zullen vanaf 2016 alleen nog maar nul-opde-meter starterswoningen worden gebouwd. Ook al het maatschappelijk vastgoed in nieuwbouw (denk aan scholen, gemeentehuizen) zijn minstens energieneutraal. Daarbij wordt in deze nieuwbouw maximale aandacht gegeven aan 'cradle to cradle'-ontwerp. Dat betekent heel concreet dat de nieuwbouw moet voldoen aan de hoogste normen. De provincie zal, met de gemeenten, tweejaarlijks rapporteren over de voortgang op dit gebied en bijdragen aan de bundeling van projecten. Ook om financierbaarheid te versterken. 2.4 WET MILIEUBEHEER Investeringen in energiebesparing die zich binnen vijf jaar terug verdienen, moeten bedrijven uitvoeren. Dat stelt de Wet Milieube-
heer. We vinden dat die wet ook uitgevoerd moet worden. Samen met de Gelderse gemeenten, het bedrijfsleven en de handhavers in de zeven regionale uitvoeringsdiensten gaat de provincie daarvoor zorgen. Dat levert het bedrijfsleven een enorme besparing in kosten op, die ze weer in haar bedrijfsvoering kan steken. Het zal resulteren in meer banen en een beter milieu. We gaan dit samen met het bedrijfsleven doen. Door aan te sluiten bij landelijke ontwikkeling (Energie Prestatie Keur en de lijst erkende maatregelen), door gemeenschappelijke scholing en Communities of Practice en door de goede voorbeelden stevig in het zonnetje te zetten (koplopersproject naar Fries voorbeeld). Daarmee zorgen we ervoor dat achterblijvers en peloton aansluiting vinden bij de koplopers. 2.5 ENERGIEKE SAMENLEVING Gelderland kent een groot aantal lokale energie-initiatieven. Energiecoöperaties van burgers die zorgen dat van 'onderop' zon-pv, windenergie, bio-massa en energiebesparing worden gestimuleerd. Organisaties die ook werken aan slimme energienetten en duurzame mobiliteit. Op dit moment vervult de provincie al heel goed een ondersteunende rol, bijvoorbeeld via een Community of Practice. Die rol bouwen we uit, zodat in alle regio's en gemeenten het maatschappelijk initiatief ruim baan kan krijgen en geprofessionaliseerd wordt. De provincie zet hiervoor regiogelden in. Voor elke regio is een half miljoen tot een miljoen euro beschikbaar voor aanvragen van burgercoöperaties, die als cofinanciering hun vrijwillige tijd mogen inzetten. Inzetten op windenergie is noodzakelijk om onze energiedoelstellingen te halen. Bovendien levert windenergie een belangrijke bijdrage aan de economie. De provincie kan draagvlak onder omwonenden vergroten door meer actieve steun te geven aan processen van onderop en door inwoners in een vroeg stadium te betrekken bij plannen. Ook (financiële) participatie of deelname aan lokale energiecoöperaties kan de populariteit van windenergie vergroten. 9
2.6 EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID De provincie gaat haar eigen wagenpark verduurzamen. Dat betekent dat alle bedrijfsauto's (ook de auto’s van de gedeputeerden) in de komende vier jaar overgaan op elektrisch en waar dat praktisch niet mogelijk is, op groen gas. De provincie koopt alleen groene elektriciteit en gas in met certificaten van Nederlandse bodem (geen sjoemelstroom). De provincie koopt 100% duurzaam in, gebruikt de CO2-ladder bij al haar aanbestedingen en gebruikt in haar eigen bedrijfskantine alleen maar biologische producten. Bij de concessieverlening van het regionaal openbaar vervoer schrijft de provincie in navolging van de Stadsregio het gebruik van groen gas verplicht voor. 2.7 INNOVATIE Gelderland kent grote onderwijs- en kenniscentra waar enorm veel praktisch toepasbare techniek wordt ontwikkeld. Gelderland is nu al groot in 'Clean Tech' en kan daar verder in groeien. Dat is belangrijk, want dit is de markt van de toekomst. Samen met de kenniscentra wil GroenLinks dit beleid verder uitbouwen. Zo zorgen we ervoor dat concreet toepasbare kennis op het gebied van duurzame ontwikkeling in Gelderland op voorsprong wordt gezet. Denk aan energietechniek, energiebesparing, slimme netten en slimme huizen, procestechnologie, milieu technologie, duurzame mobiliteit, gezondheidszorg. Want dat leidt tot meer werkgelegenheid, meer inkomen en directe milieuwinst. Om dat te doen wordt gericht innovatiebeleid uitgewerkt met ondersteuning van Gelderse kennisnetwerken. 2.8 CIRCULAIRE EN NIEUWE ECONOMIE: NIEUWE ALLIANTIES We zullen de komende jaren investeren in nieuwe allianties waarbij de overheid de kaders zet maar het bedrijfsleven veel meer ruimte krijgt om in consortia invulling te geven aan vormgeving, uitvoering en beheer. Dat zal gebeuren in alle sectoren. Van wegenbeheer, bomenonderhoud tot aan maat-
schappelijk vastgoed. Daarbij zullen ook nieuwe business modellen, zoals de opzet van maatschappelijke Energy Service Companies (Esco), een belangrijke rol krijgen. De provincie gaat, met regio's, gemeenten, bedrijfsleven en het maatschappelijke middenveld op zoek naar de echte 'game changers', die ervoor zorgen dat gelden die verdiend worden in duurzame ontwikkeling ook teruggeploegd worden in diezelfde ontwikkeling. De provincie geeft ruim baan met haar investeringsfondsen voor duurzame renovatie voor dergelijke Esco's. Met de regio’s en koplopergemeenten werkt de provincie naar het op grote schaal in werking zetten van dergelijke 'game-changers'. Het energietransitieteam krijgt de taak dit binnen twee jaar op de rit te zetten om vervolgens met de concrete toepassing van start te gaan. 2.9 AANPASSING AAN EEN VERANDEREND KLIMAAT Samen met regio's (zowel de WGR regio's als veiligheidsregio's), gemeenten, de waterschappen, bedrijfsleven (zoals agrarisch bedrijfsleven, vrijetijdseconomie), zorginstellingen en maatschappelijke organisaties bereidt de provincie zich voor op de onvermijdelijke klimaatverandering. Thema's die de komende collegeperiode nadrukkelijk de aandacht krijgen, zijn: - klimaatrobuuste landinrichting, - klimaatbuffers in natuurontwikkeling, - duurzame renovatie in combinatie met generatiebestendig renoveren (domotica, koelte voor de zomer, energiebesparing gecombineerd), - klimaat robuuste herstructurering van dijken en wijken. De provincie stelt een breed adaptatieplan op. Elke regio werkt een regio-specifiek adaptatieplan uit, waarin de concrete acties in het veld staan uitgewerkt. Een apart programma Klimaatadaptatie geeft hier vorm aan.
10
PROGRAMMAPUNTEN
bouw evenveel energie opgewekt als de
a. De provincie verscherpt met gemeenten,
gebruikers van het gebouw gebruiken. De
bedrijven, onderwijs- en onderzoeksinstel-
provincie stimuleert de innovatie in de
lingen en burgerinitiatieven het Program-
bouw maximaal. Particuliere woningeige-
ma Energietransitie. Het doel is drieledig:
naren worden gestimuleerd om klimaat-
3% energiebesparing per jaar, 20% her-
neutrale investeringen aan hun woning te
nieuwbare energie in 2020 en de uitbouw
doen. De provincie kan hiertoe, aanslui-
van GreenTech Alliances als cluster van
tend bij de reeds bestaande regelingen,
milieu en energiebedrijven. Het vereist ook
budgetneutraal een revolving fund opzet-
een versnelling en opschaling van het
ten, tegen rentetarieven die aantrekkelijk
huidige windprogramma.
zijn in vergelijking met actuele spaarren-
b. De provincie maakt haar taakstelling van
tes.
230,5 MW windenergie waar. Met de Green
f. Waar de overheid regie heeft op nieuw-
Tech Alliances, energiecooperaties en an-
bouwlocaties, ondersteunt de provincie de
dere partijen wordt onderzocht welke mo-
betrokken partijen bij energieneutrale
gelijkheden er zijn om in 2030 40% inzet
nieuwbouw. Vanaf 2016 zijn nieuwe star-
van duurzame energie te halen.
terswoningen en maatschappelijk vast-
c. Bouwen aan lokaal draagvlak voor windenergie, via een maximum aantal projecten in coöperatief eigendom. d. De Provincie faciliteert de regio’s op het gebied van energietransitie (van fossiel naar 100% duurzaam) door het opzetten van zogenaamde Routekaarten. Deze rou-
goed energieneutraal en voldoen aan de hoogste normen op het gebied van duurzaam bouwen, zoals BREEAM nieuwbouw. g. Handhaving van de wet milieubeheer. Die stelt dat het bedrijfsleven verplicht is om energie-besparende maatregelen te doen die binnen vijf jaar zijn terug te verdienen.
tekaarten geven aan hoe een regio de
h. Ruim baan voor maatschappelijk initiatief
transitie daadwerkelijk kan vormgeven.
zoals burgercoöperaties, via inzet van re-
Elke regio zal daarbij een eigen identiteit
giogelden. In 2020 zijn coöperatieve ener-
aan de routekaart moeten kunnen geven.
gieverenigingen de dominante partijen op
e. De provincie maakt harde afspraken met
de energiemarkt.
gemeenten, bedrijfsleven, onderwijs en
i. De provincie verduurzaamt het gehele ei-
maatschappelijke instellingen zoals corpo-
gen wagenpark, inclusief de auto's van
raties voor een ambitieus renovatieplan.
gedeputeerden. De komende vier jaa scha-
Doel: de grote meerderheid van de Gelder-
kelt zij over op elektrisch rijden of groen
se woningen heeft in 2030 geen of een
gas.
heel kleine energierekening. Met speciale aandacht voor de huursector. In 2020 dient de helft van de Gelderse woningen aangepakt te zijn, en hebben alle huurhuizen minstens energielabel B. In 2050 is de hele Gelderse gebouwde omgeving (kantoren, scholen, woningen, etcetera) energi-
j. De provincie stimuleert duurzame innovatie in de kennisnetwerken van Gelderland en gaat op zoek naar allianties met 'game changers' in duurzame ontwikkeling. De provincie richt zich daarbij op het versterken van kenniscentra.
eneutraal. Energieneutraal betekent hier:
k. De provincie maakt meer werk van aan-
in een jaar wordt door of vanuit het ge-
passing aan het veranderend klimaat. In 11
2020 hebben alle Gelderse regio's én veiligheidsregio's plannen gereed om voorbereid te zijn op de effecten van klimaatverandering. l. De provincie ondersteunt nieuwe, innovatieve ontwikkelingen voor hernieuwbare energie.
12
3. NATUUR, DIEREN EN LANDBOUW Na de decentralisatie van overheidstaken heeft de provincie een nieuwe, belangrijke rol gekregen ten aanzien van natuur, ruimtelijke ordening, water en regionale economie. De belangrijkste taak voor de provincie is volgens ons: Gelderland groen en gezond houden. Door de enorme veestapel van koeien, varkens en kippen te verminderen, te investeren in natuur, het stimuleren van een klimaatneutrale provincie en van schone vormen van mobiliteit. Ook de komende periode willen we onze actieve bijdragen blijven leveren aan een mooie en duurzame provincie. Dat doen we vanuit onze eigen positie en door samen te werken met natuur- en milieuorganisaties in Gelderland. We willen zorgen voor een goed beheer van de Gelderse natuur en onderhoud van het landschap. We nemen tal van initiatieven om Gelderland mooier en duurzamer te maken. De stad, het dorp en het buitengebied worden steeds vaker ‘gemaakt’ door bewoners. Overal wordt buiten gezaagd, geknipt en geïnventariseerd. Burgers zoeken elkaar op, vormen netwerken en komen met eigen initiatieven voor bijvoorbeeld natuur, wonen, energie of mobiliteit. Dit gaat echter niet vanzelf. De provincie moet samen met natuur- en milieuorganisaties dit proces stimuleren en ondersteunt bewoners die de energieke samenleving vormen. We gaan dit doen op basis van expertise en met een netwerk dat zich uitstrekt tot in de 'haarvaten' van Gelderland. Daarmee vormt zich een verbindende schakel naar provincie, gemeenten en bedrijven en helpen we bewonersinitiatieven tot klinkende resultaten te komen. De structurele samenwerking door de provincie is cruciaal om dit tot stand te brengen.
3.1 GELDERLANDS VITALE PLATTELAND Iedereen wil wonen in een veilige omgeving. Iedereen wil mobiel zijn en kunnen genieten van rust en natuur dicht bij huis. Met ruim twee miljoen mensen in Gelderland is dat een hele puzzel. Daartoe moet verrommeling van het platteland stoppen en dient geïnvesteerd te worden in natuur en landschap. Op die manier kunnen de open ruimte en de karakteristieke Gelderse landschappen hersteld worden. Dat betekent dat we binnen de bebouwde kom naar ruimte moeten zoeken om te wonen en te werken. 3.2 GROENE ZORG Natuur en landschap hebben een waarde van zichzelf. Ditzelfde geldt voor de planten en dieren die er leven. Ook de variatie aan soorten heeft een waarde van zichzelf. Wij dienen ons in te spannen om natuur, landschap, plant en dieren en biodiversiteit te hoeden en te beschermen. Sommigen noemen dit rentmeesterschap en gebruiken termen als: we hebben de aarde in bruikleen. Anderen geven aan dat ook planten en dieren recht hebben
om op deze aarde te kunnen leven en dat we dat moeten respecteren. Planten en dieren hebben uiteenlopende behoeften aan water-, lucht- en bodemkwaliteit, maar ook aan een minimum areaal om te kunnen overleven. Naast een kwantitatieve verbetering van de natuur wil GroenLinks Gelderland dat de provincie de natuurkwaliteit verbetert. We verwachten minimaal van de Provincie dat alle maatregelen uit de programmatische aanpak stikstof (PAS) ook worden uitgevoerd en nog meer. Zo verwachten we dat voor alle Natura 2000 gebieden en de overige nattelandnatuurgebieden in de eerste beheerplanperiode van 6 jaar de hydrologie op orde wordt gebracht. We verwachten tevens dat in deze eerste beheerplanperiode de stikstofdepositie zodanig wordt teruggebracht dat de minst kwetsbare natuur dan in een goede staat van instandhouding is gebracht. In de volgende twee beheerplanperioden verwachten we op zijn minst dat met uitzondering van de zeer kwetsbare natuur alle andere natuur in een goede staat van instandhouding zijn gebracht. De voorheen beschermde Natuurmo13
numenten verdwijnen uit de Natuurwet. Provincies kunnen ze echter op eigen initiatief nader beschermen en GroenLinks Gelderland wil zich hiervoor inzetten. Het gaat hierbij om de volgende gebieden: -
Bronnenbos de Refter Ubbergen, Buitenplaats Vosbergen Heerde, Boswachterij Groesbeek, De Wildenborgh en Bosket Vorden, De Zumpe Doetinchem, De Hatertse Vennen.
De komende jaren worden vanuit het Deltaprogramma in grote delen van het rivierenland de dijken aangepakt om ook in de toekomst een veilige situatie te behouden. Uit oogpunt van ruimtelijke kwaliteit hebben ruimtelijke maatregelen zoals aanleg van nevengeulen en dijkverlegging de voorkeur. De provincie kan sturen op de ruimtelijke kwaliteit en een integrale gebiedsvisie opstellen op basis van zowel de opgave voor veiligheid als voor natuur en recreatie. Het is van belang om een meekoppelprogramma te ontwikkelen: bijvoorbeeld door klei uit de uiterwaarden te gebruiken voor verbetering van de dijken ter plaatse, in combinatie met natuurontwikkeling en/of recreatiegebieden. Ook moet Agrarisch Natuurbeheer zodanig worden ingezet dat deze effectief bijdraagt aan het behoud van soorten en natuurdoelen bijvoorbeeld door vernatting. Veel natuurgebieden zijn sterk afhankelijk van de agrarische gebieden er omheen. Herstel van de natuur is afhankelijk van het beleid in het aangrenzende agrarisch gebied. 3.3 GROEN VERDIENT Een natuurrijke provincie is niet alleen van belang voor dieren en planten. Het heeft ook belangrijke economische waarden. Het draagt bij aan een goed vestigingsklimaat voor bedrijven en huizen in het groen hebben een hogere waarde. Natuur trekt recreanten aan, nodigt uit tot bewegen en verbetert zo de fysieke en psychische gezondheid van burgers. Ook levert het schoon water en schone lucht op.
Over de economische waarde van natuur en landschap zijn de afgelopen jaren veel publicaties en rapporten geschreven. Deze studies hebben onder andere duidelijk gemaakt dat de bijdrage van de natuur aan de economie vaak onzichtbaar is. En dat dit een belangrijke oorzaak is van de achteruitgang van ecosystemen en het verlies aan biodiversiteit. Terwijl de economische betekenis van natuur en landschap en de daarin aanwezige biodiversiteit uitermate groot is. Investeren in groen en het ondersteunen van natuur- en landschapsbeheer blijft daarom een belangrijke publieke taak. Niet alleen vanwege de intrinsieke waarde van natuur en landschap, maar zeker ook in verband met de grote economische betekenis daarvan voor de samenleving als geheel. De veeteelt bedreigt echter de economische waarde van de natuur. Grasland met alleen nog raaigras zijn ‘groene woestijnen’ geworden waar geen biodiversiteit meer te vinden is. Megastallen bedreigen de leefbaarheid. Verdroging en stikstof uit de landbouw bedreigen de biodiversiteit en ons drinkwater. Naast technische maatregelen moet ook de veestapel verkleind worden. Anders blijven ziekten, stikstof, fosfaat en mest onze groene en gezonde provincie bedreigen. 3.4 GROEN VERBINDT De groene leefomgeving is van belang voor mens, dier en plant. Daarbij gaat het niet alleen om natuur maar ook om landschap, cultuurhistorie en recreatie. Recreatie in de natuur is belangrijk voor het welzijn van de mens. Natuur is voor veel mensen bij uitstek de plaats om tot rust te komen of juist om actief te bewegen en te sporten. Natuurorganisaties hebben een belangrijk aandeel in het aanbod aan recreatiemogelijkheden in de natuur. Deze gebieden zijn ook de basis onder een belangrijk deel van de vrijetijdseconomie in Gelderland. Wij zien het als een publieke verantwoordelijkheid om recreatiemogelijkheden te bieden die aansluiten bij de wensen van het publiek. Zo vinden we het wenselijk dat er een hernieuwd wandel- en fietstotaal14
plan 2.0 komt. Ook het ontwikkelen van meer (Klompen)paden in overleg met de bewoners willen we graag opgenomen zien. De Veluwe, parel van Gelderland, verdient in onze ogen extra aandacht. We pleiten daarom voor een integrale Veluwe-aanpak. Hierbij moeten we de natuur en de cultuurhistorische waarden koesteren, inclusief de poorten naar de Veluwe. Zo pleiten we ervoor dat ten behoeve van de beleving grofwild op de Veluwe beter zichtbaar wordt, met in diverse gebieden een hogere wildstand. Natuurorganisaties hebben een belangrijk aandeel in het aanbod aan recreatiemogelijkheden in de natuur. Deze gebieden vormen ook de basis voor een belangrijk deel van de vrijetijdseconomie in Gelderland. Wij zien het als een publieke verantwoordelijkheid om recreatiemogelijkheden te bieden die aansluiten bij de wensen het publiek, en die natuur en landschap ontzien. De huidige provinciale middelen zijn echter niet toereikend voor het behoud van goede recreatieve voorzieningen, zoals routes, toezicht, publieksbegeleiding en afvalverwijdering. Dit geldt met name in gebieden waar veel recreanten komen.
van het landschap (op basis van de kernkwaliteiten). Zo blijven de landschappelijke kwaliteiten op orde en worden de verschillende cultuurlandschappen toegankelijker en beleefbaarder. Dit vergroot ook het besef van het belang van het landschap. Met name voor de wandelaar en de fietser moeten routes worden ontwikkeld en beheerd, zoals de Klompenpaden en routenetwerken. We willen dat de provincie de gemeenten stimuleert hun Landschapsontwikkelingsplannen (LOP’s) in de komende jaren te actualiseren. Gemeenten krijgen er veel rijkstaken bij, waardoor het LOP op de achtergrond dreigt te geraken als de provincie de gemeenten niet ondersteunt. Ook vinden we het wenselijk dat gemeenten meer subsidie van de provincie krijgt om duurzame participatie van burgers bij landschapsbeheer te vergroten. Het actief en duurzaam betrekken van burgers bij het landschap is namelijk de meest doeltreffende methode om het landschap te beheren en te beschermen. Met deze maatregelen willen we voorkomen dat het cultuurlandschap het kind van de rekening wordt. 3.6 GROEN ACTIVEERT
3.5 GROEN INVESTEERT Het cultuurlandschap is een belangrijke pijler onder een vitale Gelderse samenleving en verdient alle aandacht. De gevarieerde Gelderse cultuurlandschappen zijn van groot belang voor de biodiversiteit; het versterkt de kwaliteit van het Natuurnetwerk. Het behoud van de soortenrijkdom is gediend met goede landschapsstructuren en vitale landschapselementen. Wij willen dat er overal in Gelderland geïnvesteerd wordt in het landschap. Ten eerste in de Nationale Landschappen, maar daarnaast ook in de rest van Gelderland. Kijk naar de Achterhoek, de Liemers, de Gelderse Vallei en het Rivierenland waar het cultuurlandschap de dominante factor is. Het is hét kapitaal van Gelderland. De provincie zal zich vooral moeten inzetten voor herstel en behoud van de basiskwaliteit
Voor het uitvoeren van natuur en landschapsbeleid ligt er dus een grote kans in het effectief betrekken van bewoners bij hun directe omgeving. Zij zijn de tienduizenden visitekaartjes van hun landschap en natuurgebieden. Met trotse en betrokken bewoners zet de provincie zichzelf niet alleen op de kaart als hoogwaardig groene provincie met een diversiteit in landschappen, maar tegelijkertijd als een provincie waar mensen willen wonen, werken en recreëren. Wij willen daarom bewoners - jong en oud - stimuleren en faciliteren om samen met ondernemers of gemeenten natuur en landschap te realiseren en te onderhouden. Hier kunnen we de vele al actieve vrijwilligers een rol in geven. Deze vrijwilligers weten zich in raad en daad geholpen door de ondersteuningsorganisaties. Zij staan tienduizenden Gelderse burgers bij in de opstartfase, in bestaande netwerken en bij het leren van elkaar. 15
De Provincie kan hierbij helpen door deze organisaties te helpen om hun werk te blijven doen. Zeker in deze tijd met kerntakendiscussies en bezuinigingen is dat niet altijd meer vanzelfsprekend, terwijl juist de kosten gedrukt kunnen worden met vrijwilligers. Naast de grote groepen al actieve vrijwilligers ontstaan op dit moment in rap tempo allerlei nieuwe initiatieven in de steden zoals buurtmoestuinen, gezamenlijk te beheren plantsoenen, stadslandbouw, pluktuinen, eten van dichtbij en speelnatuur. De provincie kan hierin een ondersteunende rol spelen. Deze groeiende groene interesse in de stad biedt kansen voor het vergroten van de lokale biodiversiteit. Ze versterkt de relatie tussen stad en platteland en daarmee de groene economie op het nabije platteland en de natuurgebieden. Daarbij zijn nieuwe vormen interessant, zoals een Gebiedsfonds waarin bedrijven, instellingen en burgers geld stoppen om hun betrokkenheid te uiten en zo helpen het gebied mooi te houden. Dit kan ook een constructie zijn waarbij een ondernemer in de GO-zone nieuwe natuur aanlegt en omwonenden en andere geïnteresseerden een aandeel nemen. Hiervoor ontvangen zij in natura iets terug, bijvoorbeeld een mooi uitzicht. Zowel overheid als ondersteuningsorganisaties kunnen elkaars werk versterken, door elkaar veel meer in te schakelen voor het betrekken van burgers in allerlei processen. 3.7 GROENE LANDBOUW GroenLinks kiest voor een landbouw, die voor kwaliteit en toegevoegde waarde gaat. Daarom willen we werken aan meer biologische en meer multifunctionele landbouw en aan een transitie naar klimaatneutrale landbouw en innovatie. GroenLinks wil dat de grondgebonden veehouderij ook daadwerkelijk grondgebonden blijft. Samen met de sector investeert de provincie in het verlagen van de uitstoot van ammoniak.
alleen door CO2, maar ook door methaan en lachgas ende versnelde afbraak van organische stoffen in de bodem. De bodem wordt daardoor armer, meer kwetsbaar voor effecten van klimaatverandering (zoals verdroging) én stijgen de broeikasgassen extra. Gelderland gaat dit met de agrarische sector en kenniscentra oppakken en een transitiepad uitstippelen naar een landbouw die (weer) CO2 opslaat in haar eigen ecologische systeem. Daarmee draagt Gelderland bij aan een zekere werkgelegenheid van een belangrijke economische tak, versterkte biodiversiteit, gezonder voedsel, lagere inputs van kunstmest en andere chemische producten en een sterke verlaging van uitstoot van broeikasgassen. Op den duur kan de landbouw (vooral de grondgebonden veehouderij) in combinatie met biomassa productie een netto opslag zijn voor broeikasgassen, in plaats van een netto producent. Rondom veel natuurgebieden is het contrast met de omliggende landbouw nu nog te groot. Langs de randen van natuurgebieden hoort milieuvriendelijke landbouw voorrang te krijgen. Zo ontstaat een nuttige bufferzone. 3.8 DIEREN DOEN ER TOE Dierenwelzijn staat bij GroenLinks hoog in het vaandel. Veel dierenleed is onnodig en kan makkelijk voorkomen worden. Voor dieren die hinder veroorzaken, zijn vaak humanere oplossingen beschikbaar dan jacht. Het in de wintermaanden jagen op ganzen is helemaal niet nodig. Op korte termijn wordt de terugkeer van de wolf voorzien in onze provincie. Wat ons betreft is hij een welkome gast. Door het aaneensluiten van leefgebieden, ook over provincie- en landsgrenzen heen, wordt zijn terugkeer mogelijk gemaakt. Door goede informatievoorziening kunnen we onnodige zorgen bij inwoners wegnemen.
De landbouw in Gelderland is op dit moment een belangrijke bron van broeikasgassen, niet 16
PROGRAMMAPUNTEN a. De provincie gaat participatie van burgers/ vrijwilligers en hun organisaties in natuur en landschap stimuleren en faciliteren. b. De achteruitgang van de biodiversiteit is in 2019 sterk verminderd, dankzij investeringen in natuur en landschap.
handhaven. j. Vanaf 2015 is landbouw in Gelderland in transitie naar klimaatneutraal. k. De provincie zet maximaal in op maatregelen die er toe leiden dat over 10 jaar de uitstoot van stikstof (via ammoniak) met minimaal eenderde ten opzichte van fe-
c. De provincie stelt zelf middelen beschik-
bruari 2009 is afgenomen. De provincie
baar en maakt afspraken met het rijk om
stimuleert milieuvriendelijke landbouw en
de Ecologische Hoofdstructuur voor 2019
staat burgers terzijde die grond zoeken
aan te kopen en in te richten. Om de ver-
voor innovatieve agro-ecologische land-
werving van gronden te versnellen worden
bouw, bijvoorbeeld een ‘voedselbos’.
zo nodig onteigeningsprocedures ingezet.
l. De Gelderse melkveehouderij moet grond-
d. De intensieve veehouderij wordt in 10 jaar
gebonden worden/blijven. Een melkvee-
met minimaal eenderde deel ingekrom-
houder die wil uitbreiden moet eerst
pen. Er komen geen megastallen in Gel-
grond kopen of duurzaam pachten alvo-
derland.
rens meer koeien te mogen houden. Ook
e. Er komt een actieplan voor het versterken van biologische landbouw in de provincie Gelderland (gericht op een groei van mi-
dienen ze bij uitbreiding te voldoen aan de criteria (Dierenbescherming) voor weidegang.
nimaal 10% in deze collegeperiode) met
m. De kwaliteit van natuur in dorpen en ste-
daarin aandacht voor de rol die deze land-
den wordt verbeterd door het stimuleren
bouw kan spelen in de directe omgeving
van nieuwe ontwikkelingen zoals pluktui-
van natuurgebieden.
nen en gezamenlijke moestuinen, en het
f. Bestaande ruimte binnen de bestaande bebouwing moet eerst optimaal gebruikt zijn voordat in de groene open ruimte gebouwd mag worden. Dit geldt niet voor die open ruimte die op zichzelf van grote betekenis is voor de leefbaarheid van de bewoners.
beschermen van bestaand groen in de stad. n. Geen jacht op ganzen in de winter. o. De provincie zet in op het aaneensluiten van leefgebieden van planten en dieren via zogenoemde ecologische verbindingszones.
g. De provincie erkent de uitdagingen ten gevolge van de krimp en kiest voor een platteland met voorzieningen in de kernen. h. Bestaande kleine natuur- en landschapselementen buiten de Ecologische Hoofdstructuur dienen beschermd te worden. i. Provincie Gelderland zal op eigen initiatief de Gelderse natuurmonumenten blijven beschermen en stiltegebieden instellen of 17
4. (GELDERS) WATER Tegelijk met de Provinciale Staten verkiezingen vinden de waterschapsverkiezingen plaats. Gelderland kenmerkt zich door een nauwe samenwerking tussen provincie, waterschappen en gemeenten. Die samenwerking wordt de komende jaren versterkt, onder meer met de uitwerking van het vervolg op het Waterplan Gelderland, dat in 2015 vernieuwd dient te worden. In dat vernieuwde Waterplan komt extra aandacht voor verdroging en vernatting (klimaatverandering, maar ook de rol van de landbouw en wateronttrekkingen), waterkwaliteit (voortgang Kaderrichtlijn Water) en de samenwerking in de afvalwaterketen. GroenLinks Gelderland sluit zich nauw aan bij de programmering van de waterschapspartij 'Water Natuurlijk'. Deze sluit nauw aan bij de elders in dit programma genoemde adaptatie wegens klimaatverandering.
4.1.VERDROGING Het Waterplan 2015-2020 zal nadrukkelijk aandacht besteden aan verdroging. In de voorbereiding van dit waterplan wil GroenLinks een kritische evaluatie van het huidige anti-verdrogingsbeleid. Het beeld van GroenLinks is dat verdroging zich steeds verder doorzet. Vooral op de hogere zandgronden van Gelderland. Onze provincie moet zich voorbereiden op langdurige droogte en hittegolven gevolg van klimaatverandering. Het Waterplan 2015-2020 bevat een onderzoeksen actieplan om hier aan invulling te geven. Daarbij wordt specifiek gelet op de relatie tussen verdroging en ecologie. In 2006 hebben de provincies en het Rijk samen afgesproken dat in 2013 de verdroogde natuur in een aantal natuurgebieden zal zijn hersteld. Deze natuurgebieden staan op de zogeheten TOP-lijst. De provincie Gelderland heeft 35 natuurgebieden op de TOP-lijst gezet, omdat de natuur in deze gebieden van bijzondere waarde is. GroenLinks wil een evaluatie naar de effecten van dit beleid. We verwachten in het Waterplan 2015-20 een brede set van maatregelen om dit beleid en uitvoering een sterke impuls te geven. Daarnaast wil GroenLinks Gelderland een nadere analyse van de toekomst van de landbouw in relatie tot verdroging. Peilbeheer van grondwater is een compromis tussen het bewaren van een watervoorraad, de toegankelijkheid van land en een vroege start van het agrarisch groeiseizoen. De Gelderse zand-
gronden worden in toenemende mate kwetsbaar voor grootschalige verdroging, door afname van het organische gehalte en klimaatverandering. Dit zal de productiviteit van de Gelderse landbouw aantasten. In het Waterplan 2015-2020 komt de provincie met een actieplan en financieel dekkingsplan op dit gebied, in nauwe samenwerking met betrokken sectoren. 4.2 VERNATTING Veel gemeenten en regio's kunnen extreme neerslag niet aan. Dat is de afgelopen jaren volstrekt helder geworden. Daarnaast blijft het overstromingsrisico van onze rivieren toenemen en spelen belangrijke dilemma's met eventuele peilverhoging van het IJsselmeer. Gelderland is en blijft actief op dit vlak. Ze stimuleert het opstellen van gemeentelijke en regionale adaptatieplannen waarin deze aspecten nadrukkelijk aan de orde komen, in samenwerking met gemeenten en waterschappen. 4.3 KADERRICHTLIJN WATER In het Waterplan 2015-2020 komt specifieke aandacht voor de kaderrichtlijn Water. Een Gelderse evaluatie van de huidige inspanning en bereikte resultaten moet leiden tot een eventuele bijstelling van de provinciale kaders. Dit in nauwe samenwerking met de waterschappen. We evalueren met hen de uitvoeringsplannen om de (Europees vastgestelde) doelen te halen. Voor de Gelderse biodiversiteit en voor de Gelderse Vrije Tijdseco18
nomie is schoon en biologisch divers water van groot belang. GroenLinks wil dat dit in het Waterplan prioriteit krijgt. GroenLinks vraagt daarbij nadrukkelijk aandacht voor verdachte pesticiden en de problematiek van medicijnresten in het oppervlakte- en grondwater. 4.4 SAMENWERKING IN DE AFVALWATERKETEN
,
De Gelderse Waterschappen en gemeenten werken samen in de afvalwaterketen. Ze doen dit door gezamenlijke analyse van hun systemen, gemeenschappelijk inkoopbeleid en het delen van expertise. De provincie sluit hierbij aan, gericht op extra impuls in de innovatie van de afvalwaterketen. Het sluiten van kringlopen (van afwaterketen naar afvalwaterkringloop) is hierbij het belangrijkste doel. GroenLinks ondersteunt de volgende drie prioriteitenlijsten: - vasthouden > bergen > afvoeren, - schoon houden > scheiden > zuiveren, - besparen > hergebruiken > verantwoord lozen.
len. Daar hoort een investeringsprogramma bij dat leidt tot optimaal lokaal en regionaal hergebruik van grondstoffen en energie. Ze sluit daarbij nauw aan bij ontwikkelingen van de waterschappen. Denk daarbij aan gebruik van warmte uit het riool en de omzetting van de uitgebreide systemen van persriolering naar lokale zuivering. PROGRAMMAPUNTEN a. In het provinciale Waterplan 2015-2020 worden maatregelen opgenomen tegen verdroging en voor versterking van biodiversiteit en de zorg voor schoon water. b. Innovaties in de afvalwaterketen dienen te worden geïmplementeerd. Daarbij moet aandacht worden besteed aan het sluiten van nutriëntenkringlopen, door het terugwinnen van fosfaat, nitraat en waardevolle mineralen, en biologische waterzuivering met helofyten filters en micro-organismen (bacteriën, gisten, algen) levert nieuwe grondstoffen op. Er zijn mogelijkheden om lokaal en regionaal in te zetten op hergebruik van warmte, van methaan (biogas)
Daarbij wil GroenLinks innoveren door het zoveel mogelijk lokaal en regionaal inzetten van de hergebruikte grondstoffen, zoals warmte, methaan en digistaat. Daarbij spelen grote uitdagingen op het gebied van lokale vervuiling door bijvoorbeeld neonicotinoïden en medicijnresten. Beide zijn zeer schadelijk voor een natuurlijk functionerend watersysteem, dus met druk op de rijksoverheid voor een verbod op de neonicotinoïden en samenwerking met de waterschappen op zuivering willen we deze vervuiling en de effecten terugdringen. Tegelijk staat Gelderland voor een belangrijke transitie in afvalwaterbeheer, gericht op het sluiten van kringlopen. Immers, grondstoffen als fosfaten en stikstof maar ook warmte worden schaars en kostbaar. Die zijn lokaal in te zetten. De provincie zal met de drie waterschappen en de gemeenten een innovatieprogramma voor de afvalwaterketen opstel-
en van digestaat en compost. c. Wateroverlast kan voorkomen worden door op ruimte te creëren voor waterberging, in beekdalen en natuurgebieden. d. Niet bouwen op plekken die gemakkelijk onderlopen of van nature nat zijn. e. De provincie moet de kwaliteit van zwemwater en schoon water voor de drinkwatervoorziening bewaken. Wij zetten in op het voorkomen van verontreiniging door het terugdringen van vervuiling door meststoffen en milieugevaarlijke stoffen. f. De provincie verbetert de veiligheid en kwaliteit van open zwemwater. g. We bepleiten een verbod op verdachte bestrijdingsmiddelen, zoals neonicotinoïden.
19
h. De provincie werkt samen met de waterschappen om te voorkomen dat schadelijke medicijnresten via de afvalwaterzuivering in het grond- en oppervlaktewater komen. De monitoring van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater wordt geïntensiveerd, evenals de handhaving van de normen.
20
5. BETER BEREIKBAAR Bereikbaarheid van de verschillende delen van Gelderland is een groot goed. Het geeft mensen vrijheid: om te wonen in de ene stad en te werken in de andere, om in het weekend op familiebezoek te gaan en om een bezoek te brengen aan één van de vele prachtige natuurgebieden die Gelderland rijk is. Tegelijkertijd zien we dat bereikbaarheid belangrijke nadelen heeft voor natuur, milieu, ruimte en gezondheid. Denk daarbij onder andere aan luchtverontreiniging, geluidsoverlast en files. Werken aan bereikbaarheid is een belangrijke taak van de provincie. De provincie realiseert en onderhoudt de provinciale wegen en fietspaden, is opdrachtgever voor het openbaar vervoer en stimuleert gemeenten tot het realiseren van diverse projecten. GroenLinks is er van overtuigd dat we structurele verbeteringen in bereikbaarheid niet realiseren met de aanleg van meer asfalt en het stimuleren van automobiliteit. GroenLinks kiest voor duurzame vormen van mobiliteit. Wij willen dat Gelderland koploper wordt op het gebied van schoon en veilig verkeer, met prioriteit voor fietspaden, hoogwaardig openbaar vervoer en duurzaam goederenvervoer.
5.1 BEREIKBAARHEID IS MEER DAN MOBILITEIT
5.2 SCHOON RIJDEN VOOR EEN SCHONE LUCHT
Bereikbaarheid en mobiliteit lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mobiliteit verbindt ons en brengt ons op een fysieke manier samen. Mobiliteit kent echter ook nadelen zoals luchtverontreiniging, geluidsoverlast en files. Gelukkig zijn er manieren om de bereikbaarheid te verbeteren zonder de nadelige gevolgen van mobiliteit te vergroten.
Op diverse plaatsen in onze provincie staat de luchtkwaliteit onder druk en neemt de uitstoot van CO2 nog steeds toe. GroenLinks zet in op schone(re) vormen van mobiliteit en wil dat de provincie een strenge fijnstof- en roetnorm hanteert en/of opneemt in nieuw beleid. Voertuigen die rijden op schone brandstoffen zoals groen gas, aardgas en elektriciteit veroorzaken nauwelijks uitstoot van CO2, fijnstof en andere schadelijke stoffen. Het alledaagse gebruik van dit soort voertuigen is nu helaas nog een heel gedoe. Benzine en diesel zijn algemeen beschikbaar, maar groen gas en laadpunten voor elektrische auto's zijn een stuk lastiger te vinden. GroenLinks pleit voor de aanleg van de benodigde infrastructuur die het gebruik van voertuigen op schone brandstoffen een stuk makkelijker maakt. GroenLinks kiest bijvoorbeeld voor een snelle uitrol van (snel)laadpalen voor elektrisch vervoer (personenauto's, vrachtauto's en fiets). Waarbij mogelijk wordt hierbij een koppeling gelegd met duurzame energieopwekking.
Ten eerste is bereikbaarheid door nieuwe technologische ontwikkelingen meer dan alleen mobiliteit. ICT-toepassingen en breedbandverbindingen zoals glasvezel zorgen ervoor dat steeds meer mensen een deel van de week thuis kunnen werken en dat voorzieningen niet perse fysiek bereikbaar hoeven te zien. Door het gebruik van deze toepassingen te stimuleren kunnen we onnodige mobiliteit verminderen of zelfs voorkomen. Verder kan efficiënter gebruik van bestaande infrastructuur de bereikbaarheid verbeteren. Dit doen we door het verkeer beter over de dag te verspreiden en afspraken met grote Gelderse bedrijven te maken over duurzaam mobiliteitsmanagement. Dit is niet alleen goed voor het milieu, maar kan bedrijven en instellingen ook financieel voordeel opleveren.
Langzaam verkeer stoot over het algemeen minder schadelijke stoffen uit dan snel verkeer. Daarom kiest GroenLinks ervoor om bij het onderhoud van de bestaande infrastructuur verhoudingsgewijs meer geld uit te geven aan infrastructuur voor langzaam ver21
keer (zoals voetgangers en fietsers) dan aan de infrastructuur voor snel verkeer (zoals auto's). We kiezen voor minder of geen nieuwe (auto)rondwegen en waar nodig verlagen we de maximale snelheid ten behoeve van de veiligheid van langzaam verkeer. GroenLinks blijft zich verzetten tegen doortrekking van de A15 en verbreding van (snel)wegen. Verder ondersteunt de provincie gemeenten actief met verduurzaming van hun mobiliteitsbeleid. De focus ligt hierbij op gemeenteoverstijgende zaken zoals de omvorming van bestaande parkeerterreinen aan de randen van de stad tot transferia en ruimte voor deelauto's. 5.3 GOEDERENVERVOER Gelderland kent een omvangrijke transportsector. Wij zijn een echte 'doorvoerprovincie' door de ligging aan de grens met Duitsland en we zijn ruim voorzien van waterwegen, spoorwegen en rijkswegen. GroenLinks wil slimmer omgaan met goederenstromen. We willen geen onnodig gesleep met goederen en kiezen daar waar mogelijk voor lokale 'economiecirkels' als alternatief. Door nieuwe technologieën als de 3D-printer wordt dit steeds beter mogelijk. Daar waar dat niet kan, moet de provincie afspraken maken met gemeenten en bedrijven over de inzet van schone en zuinige voertuigen (bijvoorbeeld op waterstof) en het opzetten van gebundelde bevoorradingsconcepten (zoals Binnenstadservice en Cargohopper). Distributie van goederen in de steden moet zoveel mogelijke plaatsvinden met elektrische voertuigen. Wij willen geen extra goederenvervoer over het spoor in gebieden waar veel mensen langs het spoor wonen, zoals langs de IJssellijn. Dit veroorzaakt te veel overlast voor de omwonenden. We zijn tegen de Noordtak, omdat deze onnodig is wanneer optimaal gebruik wordt gemaakt van de Betuwelijn en deze bovendien goed wordt ontsloten bij Emmerich. Gevaarlijke stoffen kunnen het beste met duurzame schepen worden vervoerd. Vervoer over het water levert bovendien milieuwinst en minder overlast op en
vereist minder grote investeringen. 5.4 EXCELLENT OPENBAAR VERVOER GroenLinks pleit voor een verschuiving van investeringen in asfalt naar openbaar vervoer. Een reis met het openbaar vervoer is veel duurzamer dan een autorit. Het openbaar vervoer in Gelderland moet een aantrekkelijk en hoogwaardig alternatief bieden. GroenLinks zet zich in voor een verhoging van de kwaliteit van het openbaar vervoer in Gelderland zonder dat de betaalbaarheid in gevaar komt. Een betrouwbare en frequente dienstregeling, afstemming van de dienstregelingen van verschillende vervoerders, actuele reisinformatie van deur-tot-deur, goede wachtruimtes, comfortabele en moderne voertuigen, toiletvoorzieningen op zowel de stations als in treinen en een goede toegankelijkheid voor mindervaliden, zijn wat ons betreft belangrijke onderdelen van kwalitatief hoogwaardig openbaar vervoer. Het spoorwegennet is de ruggengraat van het openbaar vervoer in Gelderland. De provincie is concessieverlener van het vervoer op een aantal regionale spoorlijnen. Op een deel van deze regionale spoorlijnen rijden nu nog uitsluitend dieseltreinen. Door de stijgende brandstofprijzen wordt het rijden met dieseltreinen steeds duurder. Bovendien zijn elektrische treinen duurzamer dan dieseltreinen. Daarom zet GroenLinks zich in voor de elektrificering van deze spoorlijnen. Verder maken wij ons sterk voor technische verbeteringen aan spoorlijnen die de dienstregeling robuuster maken, zoals het aanleggen van dubbelspoor van Zevenaar naar Winterswijk en van Ede naar Barneveld. Daarnaast zetten we ons samen met onze buurprovincies in voor verbeteringen aan spoorlijnen die de provinciegrens passeren (zoals Nijmegen-Venlo) en maken wij ons sterk voor het nachtnet per spoor vanuit Utrecht via Ede-Wageningen en Arnhem naar Nijmegen. OV-knooppunten zoals treinstations ontwikkelen we in samenwerking met de gemeentes verder tot vitale economische knooppunten met voorzieningen zoals scholen, winkels, kantoren en zorginstellingen. 22
Maar het openbaar vervoer in Gelderland bestaat natuurlijk uit meer dan alleen treinen. In verstedelijkte gebieden stimuleren we diverse mogelijke vormen van hoogwaardig openbaar vervoer. Voor landelijke gebieden ontwikkelen we, samen met gemeenten, burgerinitiatieven en ov-organisaties, duurzame OV-concepten en verlenen we slimme OVconcessies. Hierbij draait het vooral om een betere afstemming van de vraag van de reiziger op het aanbod van de vervoerder. Duurzaamheid is een belangrijk criterium bij de concessieverlening. De provincie zet wat ons betreft in op zo duurzaam mogelijk en bij voorkeur volledig emmissievrije voertuigen (naar analogie van de huidige OV-concessie in de Stadsregio Arnhem Nijmegen). Een goede verbinding per openbaar vervoer met onze oosterburen is wat GroenLinks betreft van wezenlijk belang. Een reis vanuit Gelderland per OV naar Duitsland duurt nu lang en/of is duur. Wij zetten ons in voor betere OV-verbindingen met Duitsland, bijvoorbeeld door de heropening van de spoorlijn Nijmegen-Kleve. 5.5 FIETSEN EN WANDELEN GroenLinks vindt wandelen en fietsen in onze provincie zeer belangrijk. Het zijn allebei meer dan duurzame vormen van voortbeweging. Wandelen en fietsen draagt bij aan onze doelstellingen in het vergroten van de sportparticipatie, het versterken van de (vrije-) tijdseconomie en het beleven van natuur. Besparing op kosten van gezondheidszorg en de inzet van lokale vrijwilligers bij routenetwerken zijn bovendien belangrijke aspecten. Meer dan de helft van onze burgers trekt er dicht bij huis actief op uit, omdat het leuk en gezond is. Fietsen kan, zeker voor de kortere afstanden, een aantrekkelijk alternatief zijn voor de auto. Daarom zet GroenLinks het fietsbeleid in de hoogste versnelling. Ambitie moet zijn om van Gelderland de nummer 1 fietsprovincie te maken. Hierbij moet de veiligheid van het fietsverkeer prioriteit hebben, met name door de toename van het gebruik van de elektrische fiets en de toege-
nomen verschillen in snelheden tussen de fietsers. De toename van elektrische fietsen betekent ook dat we hier in onze voorzieningen rekening mee moeten houden. GroenLinks zet zich in voor een provinciaal sluitend, comfortabel, snel en direct fietsnetwerk. Een onderdeel hiervan is de vergroting van het aantal snelfietsroutes met voorrang voor fietsers ten opzichte van ander kruisend verkeer en zo min mogelijk oponthoud door stoplichten. De provincie heeft de regierol als het gaat om fietsroutes van provinciaal belang. Verder ondersteunt ze (kleinere) gemeenten in het fietsbeleid. De provincie legt kwalitatief goede paden aan als er schakels ontbreken in het toeristische fiets- en wandelnetwerk. Het fietsnetwerk sluit naadloos aan op het netwerk van openbaar vervoer. OV-knooppunten voorzien in goede stallingsvoorzieningen. 5.6 VEILIG EN GEZOND In Gelderland vallen jaarlijks bijna 100 verkeersdoden (totaal 570 verkeersdoden in 2013 in heel Nederland). Een groot persoonlijk drama voor alle betrokkenen. GroenLinks wil het verkeer veiliger maken voor jongeren, ouderen, fietsers, voetgangers en automobilisten. Op provinciale wegen in de buurt van woonwijken moet de maximumsnelheid omlaag naar 60 km/u. Naast een verbetering van de veiligheid heeft dit ook een reductie van geluidsoverlast en uitstoot van fijnstof tot gevolg. Gebieden die volgens de provinciale roetkaart zeer ongezond zijn en waar veel mensen wonen, worden met voorrang aangepakt. Gemeenten worden hierbij actief ondersteund door de provincie. Gezondheidswinst is altijd belangrijker dan de wettelijke norm. Wegen door natuurgebieden worden aangepast om de natuur en rust zo min mogelijk te verstoren en de kans op een aanrijding met wild te beperken. Dit wordt gedaan met behulp van het realiseren van geluidsarm asfalt, alleen absoluut noodzakelijke verlichting en een snelheidsbeperking.
23
5.7 VLIEGVELD(EN)
afspraken met Gelderse bedrijven en in-
In onze naburige provincies speelt de uitbreiding van regionale luchthavens. De luchtvaart veroorzaakt (per reiziger) veel luchtverontreiniging. Wij vinden dat voor afstanden van ongeveer 500 km (snelle) treinen een milieuvriendelijk alternatief vormen met minder overlast voor de omgeving. Binnenlandse vluchten zijn dus overbodig en overbelastend en willen we tegenaan. Als vuiler transport zwaarder belast wordt, dan is dat een impuls voor de transportsector om zo schoon mogelijk te rijden/vliegen. De regionale vliegvelden zelf krijgen veel subsidie, terwijl het geen schone werkgelegenheid oplevert en milieuvriendelijk vervoer niet stimuleert. GroenLinks wil dat de provincie Gelderland actief het contact zoekt met de naburige provincies om uitbreiding van regionale luchthavens te voorkomen.
stellingen te maken over duurzaam mobi-
Heel kleine vliegvelden zijn er ook. De strips liggen vaak in natuurgebieden of in uiterwaarden, waar hele kleine vliegers kunnen stijgen en landen. De verstoring van de natuur en stilte voor mens, dier en flora weegt voor GroenLinks zwaar. Daarom willen we geen toename van het aantal vliegbewegingen van kleine gemotoriseerde vliegtuigen voor recreatief gebruik in Gelderland. Misschien zijn zweefvliegers en ballonvaarten ook op kleine schaal een alternatief, want we begrijpen goed dat ieder mens zich als een vogel zo vrij zou willen voelen.
liteitsmanagement. d. We willen dat de provincie een strenge fijnstof- en roetnorm geïntegreerd hanteert in de domeinen waar dat van toepassing is (bijvoorbeeld RO, mobiliteit) danwel dat de provincie deze norm opneemt in nieuw beleid aangaande diverse domeinen. Een en ander conform de aanbevelingen van de Wereld Gezondheidsorganisatie. e. De provincie stimuleert het rijden op schone brandstoffen en de aanleg van voorzieningen die hiervoor noodzakelijk zijn, zoals (snel)laadpalen voor elektrische (vracht)auto’s en fietsen, gekoppeld aan duurzame energieopwekking. Ook waterstof ziet GroenLinks als een schone brandstof. f. We willen verhoudingsgewijs meer geld uitgegeven aan infrastructuur voor langzaam verkeer (zoals voetgangers en fietsers) dan aan infrastructuur voor snel verkeer (zoals auto's). g. GroenLinks blijft zich verzetten tegen doortrekking van de A15, aanleg van nieuwe (auto)rondwegen en verbreding van (snel)wegen. h. De provincie ondersteunt de gemeenten
PROGRAMMAPUNTEN
actief met verduurzaming van hun mobili-
a. De provincie stimuleert ICT en breedband-
teitsbeleid. De focus ligt hierbij op ge-
verbindingen, zoals glasvezel, om bereik-
meenteoverstijgende zaken, zoals de om-
baarheid te vergroten en mobiliteit te
vorming van bestaande parkeerterreinen
verminderen.
aan de randen van de stad tot transferia
b. We maken ons sterk voor fysiek bereikba-
en het creëren van ruimte voor deelauto's.
re voorzieningen en voor voorzieningen
i. De provincie maakt afspraken met ge-
die via de digitale snelweg ontsloten wor-
meenten en bedrijven over de inzet van
den.
schone en zuinige voertuigen in het goe-
c. Bestaande infrastructuur moet efficiënter gebruikt worden, bijvoorbeeld door het verkeer beter over de dag te spreiden en
derenvervoer en het opzetten van gebundelde bevoorradingsconcepten (zoals Binnenstadservice en Cargohopper). 24
j. Distributie van goederen in de steden moet zoveel mogelijke plaatsvinden met elektrische voertuigen.
en Nijmegen q. OV-knooppunten zoals treinstations ontwikkelen we in samenwerking met de ge-
k. Wij willen geen extra goederenvervoer
meenten verder tot vitale economische
over het spoor in gebieden waar veel men-
knooppunten met voorzieningen zoals
sen langs het spoor wonen, zoals langs de
scholen, winkels, kantoren, zorginstellin-
IJssellijn. Dit veroorzaakt te veel overlast
gen en fietsenstallingen.
voor de omwonenden. De provincie stimuleert het beter benutten van de Betuwelijn en gaat in overleg met Duitsland om de Betuwelijn door te trekken. Hierdoor is geen Noordtak in Gelderland nodig. De provincie stimuleert goederenvervoer over water. Dit levert niet alleen milieuwinst en minder overlast op, maar vereist ook geen grote investeringen. l. Overslaglocatie Biezenburg en containerhaven Valburg zijn onnodig. m. De provincie moet zorgen voor kwalitatief hoogwaardig openbaar vervoer, zonder dat
r. In verstedelijkte gebieden stimuleren we diverse mogelijke vormen van hoogwaardig openbaar vervoer. Voor landelijke gebieden ontwikkelen we samen met gemeenten, ov-organisaties en burgerinitiatieven duurzame ov-concepten en verlenen we slimme ov-concessies. Hierbij draait het vooral om een betere afstemming van het aanbod van de vervoerder op de vraag van de reiziger. De provincie stelt minimumeisen aan dit aanbod, bijvoorbeeld als het gaat om beschikbaarheid, flexibiliteit, toegankelijkheid en comfort.
de betaalbaarheid in gevaar komt. Dit be-
s. Duurzaamheid is een belangrijk criterium
tekent een betrouwbare en frequente
bij ov-concessieverlening. De provincie
dienstregeling, goede wachtruimtes, com-
stelt strenge eisen aan de vervoersbedrij-
fortabele en moderne voertuigen, toilet-
ven, naar analogie van de huidige ov-con-
voorzieningen op zowel de stations als in
cessie in de Stadsregio Arnhem Nijmegen.
treinen en een goede toegankelijkheid
Er wordt ingezet op zo duurzaam mogelijk
voor mindervaliden. Dienstregelingen van
en bij voorkeur emmissievrije voertuigen.
verschillende vervoerders worden op elkaar afgestemd, en de reiziger wordt voorzien van actuele reisinformatie van-deurtot-deur. n. Investeren in elektrificering van de regionale spoorlijnen waarop nu nog dieseltreinen rijden. o. We maken ons sterk voor technische verbeteringen aan spoorlijnen die de dienstregeling robuuster maken, zoals het aanleggen van dubbelspoor van Zevenaar naar Winterswijk en van Ede naar BarneveldNoord. p. GroenLinks is voor een nachtnet per spoor tussen Utrecht, Ede-Wageningen, Arnhem
t. Verbetering van de ov-verbindingen met Duitsland, bijvoorbeeld door het weer in gebruik stellen van de spoorlijn NijmegenKleve. u. Veiligheid van het fietsverkeer heeft prioriteit, met name door de toename van het gebruik van de elektrische fiets en de toegenomen (verschillen in) snelheden tussen de fietsers. v. Er komt een provinciaal sluitend, comfortabel, snel en direct fietsnetwerk. Een onderdeel hiervan is de vergroting van het aantal snelfietsroutes met voorrang voor fietsers ten opzichte van ander kruisend verkeer en zo min mogelijk oponthoud door stoplichten. 25
w. Het fietsnetwerk sluit naadloos aan op het netwerk van openbaar vervoer. Op ovknooppunten wordt voorzien in goede stallingsvoorzieningen. x. Op provinciale wegen in de buurt van woonwijken moet de maximumsnelheid worden verlaagd naar 60 km/u. y. De provincie zoekt actief het contact met de naburige provincies om uitbreiding van regionale luchthavens te voorkomen. z. Geen toename van het aantal vliegbewegingen van kleine gemotoriseerde vliegtuigen en vergelijkbare luchtvaartuigen voor recreatief gebruik in Gelderland. Voor vliegveld Teuge streeft de provincie er naar om in samenwerking met de betreffende gemeenten, die eigenaar van het vliegveld zijn, het maximum aantal overeengekomen vliegbewegingen (peildatum 2014) te handhaven en zo mogelijk te verminderen. Daarbij zal rekening worden gehouden met de belangen van werkgelegenheid, recreatie en milieu (energie en geluidshinder).
26
6. INVESTEREN IN MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT De overheid is geen bankier. Op het hoogtepunt van de markt is NUON verkocht. Met het kapitaal dat de burgers/energieconsumenten van Gelderland bijeen hebben gebracht, heeft de provincie zo een stevig kapitaal verworven. Met dat kapitaal moet zij zorgvuldig om gaan. Afkomstig uit het verbranden van fossiele brandstoffen, laat GroenLinks het nu bijdragen aan het werkkapitaal voor de transitie naar een duurzame samenleving. Daarbij richt de provincie zich op het aanjagen van innovatie, het in beweging krijgen van particulier kapitaal en het versnellen van de transitie. Nadrukkelijk gaat het GroenLinks daarbij om 'brede duurzaamheid': ook zorg, welzijn, cultuur, mobiliteit, natuur en landschap vragen om stevige impulsen. Wat betreft GroenLinks komen die er, met zowel een financieel áls maatschappelijk rendement. In dat kader doet GroenLinks de volgende financieringsvoorstellen om haar doelen te kunnen realiseren: Fors inzetten op het verduurzamen van de bestaande bouw, zowel particuliere woningen alsook en vooral de huursector (voor degenen die uiteindelijk relatief de hoogste energierekening hebben). Samen met banken, woningcorporaties en Vereniging Eigen Huis worden instrumenten ontwikkeld die per direct inzetbaar zijn. Een deel van de investering zal kunnen worden terugbetaald, een ander deel zal via subsidies worden weggezet (zoals bijv. voortzetting isolatiesubsidies). Zo breng je de transitie in beweging. Daarmee versterk je tegelijk de werkgelegenheid en sociale cohesie. Aandacht voor lokale bedrijven, als aannemers en installateurs, is hierbij van belang. Zodat deze investering ook leidt tot versterking van de lokale en regionale economie. Investeringen in mobiliteit verschuiven van asfalt naar verduurzaming van mobiliteit. Veel geld is reeds vastgelegd in allerlei plannen (zoals doortrekking A15, verbreding A1), maar daar waar mogelijk, zal GroenLinks inzetten op het herbestemmen van deze middelen. Dat betekent zeer terughoudend zijn met nieuwe wegen, ofwel "nee, tenzij”. Vooral willen we investeren in fietsnetwerken en fietsfaciliteiten, gaan we elektrisch vervoer en duurzame brandstoffen stimuleren zoals elektriciteit en waterstof, en geven we nieuwe vormen van openbaar vervoer en deelauto's een groter belang. Ook hier zijn de investeringen deels 'aanjagers' van technische systemen en marktmodellen die doorbraken moeten realiseren, maar behelst het dus ook concrete duurzame projecten. GroenLinks zal kritisch zijn op bestedingen in infrastructuur die op exploitatieniveau lasten blijven vergroten. Indien nodig is GroenLinks bereid om de provinciale opcenten te verhogen om deze verduurzaming van de mobiliteit mogelijk te maken. Meer inzetten op innovatieve aanbestedingsmethodieken waardoor marktpartijen in ontwerp, uitvoering én onderhoud een veel grotere rol krijgen. Dit is in een circulaire economie van fundamentele betekenis. Door langjarige contracten aan te gaan is het mogelijk kosten, bijvoorbeeld van aanleg en onderhoud wegen en groenstructuren, aanmerkelijk te verlagen. De provincie krijgt hierdoor óók een aanjagende en coördinerende rol. Mét gemeenten, de waterschappen, bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld worden nieuwe vormen van effectief geldbeheer, assetmanagement en aanbestedingsmethodiek uitgewerkt. Zo ontstaat er een gezamenlijke nota en uitwerking van 'financieringsmechanismen voor overheden in een circulaire economie'. In de nieuwe 'design, construct, maintenance en (vaak) finance' constructies is veel aandacht voor deskundig opdrachtgeverschap en voor de processen die leiden tot deze vernieuwende vormen van samen werken met maatschappelijk middenveld, bedrijfsleven en overheden. Versterkt inzetten op de stads- en regiogelden. Het principe dat de regio minstens 50% co-financiert blijft in principe overeind. Uitzonderingen hierop moeten mogelijk zijn om ook kansen te 27
creëren in regio’s en steden die niet aan deze eis kunnen voldoen. De huidige precaire financiële situatie mag niet veroorzaken dat hier investeringen en projecten niet van de grond kunnen komen. De regio-gelden zijn ook een sturingsinstrument dat beleidsrijk ingezet dient te worden. GroenLinks is voorstander van het openen van regiogelden voor investeringen vanuit het maatschappelijk middenveld. Graag zien we dat in álle regio's partijen uit de energieke samenleving (burgercoöperaties) uitgenodigd worden met voorstellen te komen die in natura gecofinancierd kunnen worden. In ieder geval komen professionalisering, opbouw van business cases en communicatie/ledenwerving hiervoor in aanmerking. Ook in het kader van de verduurzaming van de gebouwde omgeving, zijn regio-gelden een goed instrument om tot een provincie brede aanpak te komen. Hierin werken bedrijfsleven, gemeenten én maatschappelijk middenveld gezamenlijk, integraal en goed gecoördineerd samen. Dát organiseren en faciliteren, dat is een taak van de provincie als middenbestuur. Zo ook in de zorg, waar bijvoorbeeld huishoudelijke hulp 1 zwaar onder druk staat. Hier kan de provincie via de regiogelden een stimulans geven voor het ontwikkelen van sterke verdienmodellen op basis van maatschappelijke participatie, zoals zorgcoöperaties, buurtzorg als inspiratie voor huishoudelijke hulp, de zorgvoucher als lokaal betaalmiddel. Tenslotte: geïnvesteerd geld dient verantwoord te worden. En dat moet ook blijken uit de resultaten die worden bereikt. GroenLinks is zorgvuldig als het gaat om pilots en incidentele activiteiten in complexe beleidsvelden. Want investeren in maatschappelijke innovatie en rapporteren van het maatschappelijk effect horen onlosmakelijk bij elkaar. Dat betekent meer accent op het proces en procesinnovatie, op vernieuwende business cases en op maatschappelijk resultaat. Dit is een uitdaging, want een focus op kwantitatief rendement van projecten op de korte termijn kan contraproductief zijn op de maatschappelijke impact. Het gaat GroenLinks juist om die versterkte maatschappelijke impact. De investering in de verduurzaming van vastgoed van de huursector, bijvoorbeeld moet gelijktijdig gepaard gaan met een scherpe en openbare monitoring van de prestaties van álle woningcorporaties in Gelderland en van de prestatiecontracten per gemeente. Dán is er zowel ruimte voor het versterken van koplopers, voor procesinnovatie als voor het evalueren van betrokkenheid van de gehele huursector. Innovatie kost tijd en rendementen zich vaak pas op langere termijn laten zien. GroenLinks wil vanwege dat noodzakelijke rendement echt monitoren: vanuit een gemeenschappelijk procesgericht beleid en met zicht op de uitdagingen voor middenen lange termijn. Deze nieuwe aanpak van monitoring krijgt dus ook in de aanbesteding zelf een belangrijke plek. Afdelingen 'control' en 'facilitaire zaken' vervullen hierbij een sleutelrol. Voor GroenLinks betekent het besteden van provinciaal geld echt investeren in maatschappelijk rendement.
PROGRAMMAPUNTEN
rend) inzetten in, met name, de verduur-
a. De provincie gebruikt de `NUON’-reserve
zaming van de gebouwde omgeving.
om stevig in te zetten (via investeringen,
Daarnaast maakt de provincie ruimte in
subsidies, revolverende middelen) op de
het meerjarig investeringsprogramma
wezenlijke investeringen in de Gelderse
mobiliteit door 500 miljoen Euro te herbe-
samenleving, zoals energietransitie, open-
stemmen voor versterking van openbaar
baar vervoer, cultuur, zorg, welzijn, natuur
vervoer en infrastructuur voor langzaam
en landschap. Daarvoor investeert de pro-
verkeer.
vincie minimaal 200 miljoen in energietransitie, circulaire economie, zorg, cultuur, welzijn, natuur en landschap. 500 miljoen gaan we (waar mogelijk revolve-
b. De provincie geeft innovatief aanbesteden (o.a. gericht op zakelijke modellen in de circulaire economie) hoge prioriteit. Ze 28
doet dit samen met gemeenten, marktpartijen en maatschappelijk middenveld. Dit leidt tot een gezamenlijke uitwerking van een nota 'financieringsmechanismen voor overheden in een circulaire economie'. c. De provincie zet versterkt in op stads- en regiogelden waarbij ze stuurt op samenwerking en coproductie met maatschappelijke partijen én bedrijfsleven én innovatie in de circulaire economie. d. De provincie ontwikkelt, met betrokken partijen, rond haar belangrijkste investeringen, een methodiek van monitoring die recht doet aan de wens tot innovatie en open procesontwikkeling en tegelijk inzicht geeft in de prestaties van de betrokken sectoren.
29