Samen Onderweg
nr. 67
Contact Onderweg S t i c h t i n g
S a m e n
O n d e r w e g
H e e r l e n
M a a r t
2 0 1 1
De Vastentijd of Veertigdagentijd breekt weer aan. Jarenlang hoorde je er niemand meer over. De laatste tijd is het weer helemaal ‘in’. Vasten is zo oud als de mensheid zelf en werd al vroeg in de volksgeneeskunde gepraktiseerd. Bijna alle religies kennen een vastenperiode. In de katholieke traditie is het een vorm van religieus vasten; de periode begint na carnaval en eindigt met Pasen. Bij dit vasten wordt niet alleen aandacht besteed aan het matigen van eten en drinken, maar ook aan het geestelijk leven en aan solidariteit met diegenen die het minder goed hebben. De vastenactie die mensen oproept om geld te geven voor projecten in de Derde Wereld of in Roemenië is daar een voorbeeld van. Guy Dilweg, een Franciscaner monnik, noemt vasten een ‘voorjaarsschoonmaak van de ziel’. “Het geeft je een helderder zicht op jezelf, alsof je de spinnenwebben in je ziel opruimt”, aldus deze franciscaan. Het thema ‘Vasten louter de geest’ wordt door enkele mensen in dit nummer belicht en u kunt in hun artikel lezen of zij het eens zijn met deze stelling. De heer Hoeberichts laat zijn licht schijnen op de manier waarop Franciscus omging met vasten. In een interview met de heer Majid van de Nour moskee in Heerlen komt de ramadan ter sprake. Het gedicht ‘wanhoop en hoop’ verwoordt de gevoelens van Jeannine de Beleyr na de ramp in Haïti. Zoals gebruikelijk opent onze pastor, Marie-José Voss, dit contactblad met haar pastorale boodschap. Het kan u niet ontgaan zijn: de glas-in-loodramen in de kapel zijn gerestaureerd. Behalve een reportage over de restauratie krijgt u ook nog een stuk geschiedenis voorgeschoteld. De kerstviering van het Bernardinuscollege passeert de revue. Een verslag van de kerkvergadering brengt u op de hoogte van het reilen en zeilen binnen de Stichting Samen Onderweg en uiteraard is er weer informatie over het diaconieproject in Roemenië.
INHOUD 3
Op weg naar Pasen
4
Renovatie ramen Bernardinuskapel
8
Kerkvergadering op zondag 14 november 2010
9
Impressie van de kerstviering door het Bernardinuscollege
11
Ons Roemenië project
12
Hoop en Wanhoop
13
Wanhoop en hoop, gedicht
15
Vasten louter de geest?
16
Franciscus en het vasten
19
In de moskee Nour
21
Waarom vast ik nog (een beetje)?
22
Colofon
2
OP WEG NAAR PASEN Marie-José Voss, pastor
Op het moment dat ik dit schrijf is het eind januari en je merkt dat de dagen weer langer worden. De natuur ziet er nog grauw en dood uit. Maar het nieuwe leven in de aarde is al in ontwikkeling. In mijn tuin is het eerste sneeuwklokje al in bloei. December was een barre wintermaand. Evenals vorig jaar ging het uitgerekend met Kerstmis helemaal mis met een heel dik pak sneeuw; er was geen doorkomen aan. In de middag van 24 december bleef de telefoon maar rinkelen. De een na de ander belde af, koor, strijkorkest, kinderen etc. En we hadden nog zo geoefend op het kerstspel met de kinderen. Ook ikzelf kon niet wegkomen. Maar gelukkig hadden we Wil Sprokkel; de rots in de sneeuw! Hij heeft alle vieringen in aangepaste versie kunnen laten doorgaan. Dank je wel Wil! Degenen die goed ter been waren en in de buurt woonden, waren toch present.
In maart gaan we ons huis in Meerssen te koop zetten en pas als het verkocht is gaan we een nieuw huis zoeken. Dat zal in Amsterdam en omgeving zijn. En als u het nieuws over de huizenmarkt een beetje volgt, kan dat nog lang duren. Ik houd u op de hoogte!
Ondanks de winterse omstandigheden heeft Atelier Flos het toch voor het elkaar gekregen om alle gerestaureerde ramen terug te plaatsen vóór kerstmis. En het resultaat mag er wezen, de ramen kunnen weer decennia mee. Het verhaal dat op de ramen is afgebeeld en het verslag van de restauratie vindt u verderop in dit blad. Op 20 februari hebben we in een speciale viering op gepaste wijze de voltooiing van de restauratie een feestelijk accent gegeven. Een viering uit dankbaarheid van Samen Onderweg voor degenen die het initiatief genomen hebben, geld bij elkaar gesprokkeld hebben en de uitvoering tot stand hebben gebracht. We zijn er heel blij mee.
We staan aan het begin van de vastentijd, de voorbereidingstijd op het Paasfeest, het grootste feest in het kerkelijk jaar. Het vastentrommeltje van vroeger staat me nog helder voor de geest. Na veertig dagen was het één grote klomp van koek en snoep dat aan elkaar vastgeplakt zat. Niet meer te eten dus. In deze tijd geven we een andere inhoud aan die veertigdagen. We staan stil bij wat we kunnen betekenen voor mensen ver weg en dichtbij. Want de wereld groeit als we delen. In dit kader wil ik graag uw aandacht vestigen op ons diaconieproject in Roemenië, juist in deze veertigdagentijd. Verderop in dit nummer leest u meer over het thema ‘Vasten’ en ons project in Roemenië. We mogen uitzien naar het licht, de verrezen Heer.
In het vorige Contact Onderweg was bij de notulen van het Samen Onderweg Beraad te lezen wat mijn toekomstplannen zijn. Vele verontruste mensen kwamen op me af. Maar ik ben nog niet weg hoor. Mijn man en ik hebben definitieve plannen om weer terug te gaan naar het westen. Daar wonen onze kinderen, kleinkinderen, familie en vrienden. 3
RENOVATIE RAMEN BERNARDINUSKAPEL Jo Vrancken Een bekend verhaal uit de geschiedenis van Heerlen, maar…. in 2011 nog eens van de grauwsluier van het inmiddels verleden ontdaan en voor U ontvouwd:
Laanderstraat; 1923 O.L.Vrouw Boodschap Lotbroek ; 1925 Nieuwe Ap.Kerk Schandelen; 1925 uitbreiding oude kerk Martinus Welten; 1926 Verschijning v.d.Onbevlekte Maagd Molenberg Gerard Bruningstr. ; 1927 H.Hart v.Jezus Schandelen; 1929 Antonius van Padua Vrank/ Huskeskolonie.
De aanleg van de eerste mijn bij Heerlen, de Oranje Nassau I, was de oorzaak, dat het landelijke dorp Heerlen zich vrij snel ging ontwikkelen tot een industrieplaats. Pancratiuskerk was al gauw veel te klein, werd 1901 uitgebreid; in 1909 kwam in Heerlerheide de Corneliuskerk , de bevolking verdubbelde tot 10.000 rond 1910. Woonconcentraties, ‘koloniën’, vormden zich eerst in de wijken bij de Sittarderweg, Musschemig, Grasbroek, Beersdal. De Roermondse bisschop wendde zich tot de Provinciaal van de Franciscanen, pater Keenen, met het verzoek een klooster met hulpkerk te bouwen. Dat werd de ‘Martelaren van Gorcum’ aan de Sittarderweg / Musschemig (1911). Pater Keenen werd eerste praeses van de nieuwe kerk en kreeg tevens de opdracht toezicht te houden op de bouw van een franciscaanse H.B.S. aan de Akerstraat met bijbehorend klooster en kapel(1912). En dat was eigenlijk de enige echte Bernardinuskapel . Er werd daarna heel wat gebouwd : 1913 Hervormde Gem.Hoensbroek;1914 Prot. Talmakerk Bekkerweg ; 1917 St.Joseph Heerlerbaan; ±1920 Kerk Doopsgezinde Gemeente ; 1921 Broederschool + klooster Molenberg; 1922 Franciscus van Assissi
Inmiddels was de toeloop van leerlingen naar de H.B.S. zo groot geworden dat de ‘inpandige’ Bernardinuskapel veel te klein werd en in 1931 werd de Bernardinus van Siena-kapel ,’ onze kapel’ gebouwd. Er heerste ook toen een ware bouw-boom: 1931 Prot. Gemeente Tempsplein; 1932 nieuwe vleugel aan klooster ‘Huize de Berg’; 1932 UTP - Voormalig retraitehuis voor meisjes + kapel Oliemolenstraat; (1932 bedevaartskerk in Den Briel de H.H.Martelaren van Gorcum), 1934 Kapel St.Elisabeth Vroedvrouwenschool Heerlerbaan; ±1936 Theresia. of Carmelkapel Putgraaf; 1936 Gerardus Majella - Heksenberg ; 1937 Chr. Koning – Nieuw Einde. Veel bouwactiviteiten, dus veel werk voor architecten, aannemers, bouwarbeiders en … opdrachten voor veelal ‘inheemse’ kunstenaars! Kijk eens rond in de kerken van die tijd: Jean Adams, Charles Eyck, Henri Jonas,Eugene Laudy, Huub Levigne, Joep en Suzanne Nicolas, Renald Rats,Henri Schoonbrood, Rene Smeets, Charles Vos, Gisèle van Waterschoot v.d.Gracht.
4
GLAS IN LOOD Onze kapel werd ontworpen door architect Wielders uit Sittard en gebouwd door aannemer Reubsaet en in de ‘Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg’ krijgt ze de volgende waardering: “De kapel bezit cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking v.d. R.K.Kerk in Limburg. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door het bijzondere belang voor de bovenregionale geschiedenis van de architectuur, het bijzondere belang voor de kapel in Zakelijk Expressionistische stijl binnen het oeuvre van architect Wielders. Verder vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp, het materiaalgebruik, de ornamentiek en de bijzondere samenhang tussen het exterieur en het interieur en de artistieke betrokkenheid van verschillende kunstenaars. De kapel is vanwege de situering verbonden aan de uitbreiding en het aanzien van Heerlen tijdens de mijnontginningen. Verder is de kapel van algemeen belang vanwege de architectonische gaafheid en de architectuurhistorische zeldzaamheid.” Alsjeblief! Moet zich iedereen maar eens realiseren, die in de kapel komt. Het bijzondere van het interieur schuilt zeker ook in de spitsbogen, die nauwelijks de wanden lijken te raken en de raampartij volledig vrijlaten. Charles Eyck heeft daar dankbaar gebruik van gemaakt in zijn ontwerp voor de gebrandschilderde ramen. Werd hij in andere kerken gedwongen binnen het kader van een venster te blijven, hier konden zijn speelse groepen zich ontvouwen tot
taferelen, niet onderbroken door steunberen, maar een ‘dóórlopende voorstelling’. Links (in de kerk noemde men dat de epistelzijde, toen het boek nog omgedragen werd): Voorstellingen uit het leven van Franciscus; en aan de evangeliezijde voorstellingen van gebeurtenissen, die met de orde der Franciscanen in verband staan. 1931 ontworpen door Charles Eyck uit Meerssen en uitgevoerd in het atelier van glazenier Mesterom uit Roermond, die rond deze tijd naar een atelier in Bunde verhuisde. Bijna 80 jaar zaten die ramen er al, in weer en wind, hitte en vrieskou, storm en regen. Natuurlijk hadden die weersinvloeden hun sporen achtergelaten, vooral op de ijzeren kozijnen, die op verschillende plekken volledig doorgeroest waren. Alleen de degelijke ouderwetse stopverf en kit hielden de ramen nog op hun plaats. Erger waren de beschadigingen door vandalisme, van buitenaf wel te verstaan. In de loop der jaren schrokken jongelui, mag ik aannemen, er niet voor terug met een kei op die ruitjes te mikken en kon pater Max de scherven oprapen en probeerde Huub van Zandvoort het gat te dichten, waarvoor hij overigens een vernuftig systeem bedacht had. Er is zelfs een onbekende jongeman met een luchtdrukpistool geweest, die de ramen, van het gehele gebouw overigens, als schietschijf gebruikt heeft en via het platte dak aan de tuinzijde heeft een inbreker zich toegang weten te verschaffen door van een klein spitsboograam de helft van het glas in lood uit te breken. Hoog tijd voor een reparatie en restauratie
5
oordeelde Herman Ploum en het was weer rector Ralf Henssen die het idee omarmde en de opdracht kon geven voor deze ingrijpende, delicate en kostbare operatie.
een koud kunstje! Maar dan vooral door de weersomstandigheden: het werd alsmaar slechter, natter en kouder en uiteindelijk moesten de laatste ramen geplaatst worden, terwijl er buiten een flink pak sneeuw lag.. Ramen nummeren, afplakken, uitnemen, opladen,vervoeren. Dat is pas het begin! Zeg maar deel 1. In het atelier zelf begint het tijdrovende deel 2. En kort gezegd komt het er eigenlijk op neer, dat het glas-in-loodraam schoon gemaakt, oud lood en kitresten verwijderen, waar nodig gerepareerd, opnieuw in elkaar gezet,nieuw lood, naar de glasfirma gebracht, aldaar volgens een moderne methode in gehard glas ingepakt en vervolgens, afsluitend dl.3, in de kapel weer teruggeplaatst in de vernieuwde rvs-frames/kozijnen. Daar valt niets op af te dingen, maar hoe ging dat in z’n werk? - Over ieder raam wordt een groot transparant papier gespannen en worden alle loodprofielen overgetrokken om straks alle genummerde losse glasplaatjes weer keurig netjes, maar nu OP dit model als puzzelstukjes bij elkaar te kunnen voegen.
Atelier FLOS uit Steyl bij Tegelen werd aangewezen deze klus te klaren. Eerst alles zorgvuldig op foto zetten en dan de ramen verwijderen. Voor een leek geen alledaagse bezigheid, maar de vaklui van een atelier, dat meer dan 100 jaar bestaat, hakken al langer onder deskundig toezicht van glazenier mevr. Flos en haar man met dat bijltje. Klinkt ruw dat ‘hakken’! Maar die ramen lieten zich ook na 80 jaar niet zo makkelijk uit de ijzeren sponningen halen en moest er duchtig, zij het voorzichtig, gekrabd en gesneden worden om de stopverf te verwijderen. Degelijk vooroorlogs materiaal! Uiteraard vergde het karwei een goede planning. Niet alleen de ramen moesten verwijderd worden , aber auch die Rahmen en dat werd verzorgd door de fa.Giesen , Werkstätte für Metallfenster uit Geldern, bij Kevelaer. Zij moesten de oude ijzeren frames weghalen en vervangen door perfect passende Edelstahl-Rahmen, rvsframes /kozijnen. Beide partijen moesten hun werk op elkaar afstemmen. Niet alleen diende men rekening te houden met de voortgang van de normale zondagdiensten, maar ook met onverwachte begrafenissen, zangrepetities, zelfs met de pianostemmer. En denk eens aan de verwarming! Daarom onvermijdelijk: iedere werkdag ‘s morgens de grote houten dekplaten verwijderen en bij vertrek weer aanbrengen. Dat is wel tien keer gebeurd. En toen werd het toch
- Het glas-i.-l.-paneel wordt op een ‘wastafel’ eerst in gel gezet om vuil en kit te weken, daarna afwassen. Alle handelingen tweemaal: Voor- en achterkant! - Glazeniers maken de glas-i.-l.-ramen waterdicht door alle loodprofielen na montage vol te borstelen met kit en na 80 jaar lijkt die kit wel met het glas vergroeid.
6
- Dus moet het raam in bad! De kit moet weken en dat heeft tijd nodig. Daarna begint het demonteerkarwei: Voorzichtig maakt de glazenier alle plaatjes los door de oude loodprofielen te verwijderen, legt de plaatjes in keurige genummerde volgorde, verdeeld over kleinere, handzame oppervlakten op een stevige ondergrond.
stabiliseren en op de verbindingen vastsolderen. Daarna de enigszins opstaande randen van de H-lijst sluitend aanstrijken op het glas. En alle bewerkingen aan beide zijden, a.u.b. Overigens worden onze ramen niet met kit ingeborsteld, omdat ze aansluitend in de glasfabriek in dubbel isolatie-glas worden ‘ingepakt’. Kit is dan niet nodig en zelfs niet gewenst, want er zou zich door inwerking van warmte of kou veel stof kunnen ontwikkelen. Het gebrandschilderde raam is nu van twee zijden beschermd door gehard glas en kan teruggeplaatst worden in de rvs-sponningen, die door de mannen van Herr Giesen zijn geplaatst en nauwkeurig uitgericht, want de gerestaureerde ramen zijn in de vernieuwde uitvoering star en zwaar: meer dan 50kg per stuk! Het enkelvoudige glas-i.-l.-raam stelt zich wel een beetje flexibel op, maar in de gerestaureerde is geen beweging te krijgen, geen millimeter. De metalen sponningen moeten dus perfect sluiten om rondom waterdicht afgekit te kunnen worden. Vervolgens worden de ramen met metalen strippen aan de binnenkant gestabiliseerd. Nog net voor Kerstmis, hevige sneeuwval trotserend, werden de laatste ramen aan de tuinzijde geplaatst met dank aan de flexibele opstelling van atelier Flos en de fa.Giesen en medewerkers . Van de hierboven omschreven operatie wordt een filmverslag gemaakt, waarbij ook iets meer verteld kan worden over de fraaie taferelen en afbeeldingen van Charles Eyck. januari 2011
- Alle kitresten langs de randen moeten voorzichtig, om de schildering niet te beschadigen , worden weggekrabd, geschuurd met super zachte staalwol, voor meer ingewijden Nr.000, aan beide zijden van het glasplaatje natuurlijk,soms opnieuw weken en wassen. Geduld, geduld, geduld! - Mocht er een glasplaatje beschadigd zijn zal de glazenier bepalen of en hoe dit gerepareerd wordt. Kleine beschadigingen, spleetjes, barsten kunnen met speciale lijm geplakt en onder een uv-lamp gehard worden. - Onherstelbaar beschadigde plaatjes worden vernieuwd. Daarbij wordt een beroep gedaan op de artistieke vaardigheden van de erkende glazenier, in dit geval mevr.Flos. Zij heeft in hun atelier de beschikking over alle kleurschakeringen van mondgeblazen glas en de vakman is in staat op grond van het in het begin overgetekende patroon van de loodprofielen de afmeting van het glasplaatje uit te snijden.(Bij moeilijke figuren: zagen en slijpen!). Zij bestudeert het werk van de maker van het gebrandschilderd glas, bekijkt foto’s of ramen van ander werk en restaureert of schildert de afbeelding met speciale verf, die in de oven onder grote hitte in het glas gebrand wordt. Nicht jedermanns Sache! - Als de raamstukjes weer kompleet zijn, komt het zgn. verloodwerk. Alle glasplaatjes worden volgens patroon gerangschikt, de H-vormige loodprofielen worden van lange strippen op maat gesneden, glas inschuiven, goed aandrukken, 7
KERKVERGADERING OP ZONDAG 14 NOVEMBER 2010 Corry van Zandvoort
Ondanks storm en regen heeft een redelijk aantal mensen gehoor gegeven aan de uitnodiging voor de kerkvergadering aansluitend aan de eucharistieviering van 14 november. De jaarlijkse bijeenkomst vindt op een later tijdstip plaats dan gewoonlijk, omdat met Pinksteren het 25-jarig jubileum van Samen Onderweg is gevierd. Na het nuttigen van de koffie met vlaai samen met de zangers van de Wever Cantorij, opent de voorzitter, de heer H.Meijer, de vergadering. Na een woord van welkom voor alle aanwezigen memoreert de voorzitter de jubilea van enkele belangrijke personen. Pater Piet Weijs vierde zijn 60-jarig jublileum als franciscaan, Pater Ad Blijlevens CSsR was 55 jaar priester en 60 jaar Redemptorist en onze gastvrouw mevrouw Hannie Vrancken was 12½ jaar werkzaam bij Samen Onderweg. Verder betoogt de voorzitter dat het bestuur langdurig van gedachten heeft gewisseld(en dat ook blijft doen) over de toekomst van onze stichting. Als aanzet is een zgn. Knelpuntennotitie opgesteld, waarin aandacht wordt gevraagd voor enkele belangrijke zaken: * De opvolging van onze pastoraal werker mevrouw Voss. Zij vertrekt, samen met haar echtgenoot, na verkoop van hun huis in de loop van het volgend jaar naar het westen. * Een profielschets voor een nieuwe pastor. * De missie/ opdracht van Samen Onderweg. * De financiën. * Opvolging, indien mogelijk verjonging, van bestuursleden. Om de kerkgangers in de gelegenheid te stellen mee te praten over een eventuele nieuwe pastoraal werker wordt een conceptprofielschets uitgedeeld ter aanvulling of wijziging. Voor degenen die niet aanwezig zijn op de vergadering wordt dit formulier in de hal van de kapel neergelegd. De Knelpuntennotitie is voorgelegd aan de commissie MOOT, die haar licht hierover heeft laten schijnen. Een verslag van de zaken die hoge prioriteit hebben is aan het bestuur aangeboden.
De voorzitter spreekt een woord van lof en dank uit aan al diegenen die betrokken zijn bij en hun medewerking verlenen aan het soepel verlopen van alle activiteiten in onze gemeenschap, te weten: de medebestuursleden, pastor mevrouw Voss, mevrouw Vrancken, de priesters, de vrijwilligers van de werkgroepen en commissies, de heer Ch.Hoeberichs, rechterhand van de penningmeester, en de rector van het Bernardinuscollege, de heer R.Henssen, waarmee we een uitstekende verstandhouding hebben. Hij heeft zich ingezet voor de aanschaf van het Műller orgel en de afronding van de restauratie van de glas-in-loodramen. Vervolgens memoreert de voorzitter dat Samen Onderweg “een plek blijft van ontmoeting en inspiratie, een gedeeltelijk ‘thuis’ en een sociaal vangnet voor de grote momenten in ons leven zoals doop, huwelijk, en voor momenten van rouw en verdriet voor velen in de regio” Daarna biedt de secretaris, de heer W.Sprokkel, het secretarieel jaarverslag aan. Hij geeft een overzicht van enkele belangrijke zaken die in 2009 zijn voorbijgegaan: de actie Kerkbalans, de kerkvergadering, de vrijwilligersbijeenkomst in De Rousch, het aantreden van een nieuwe rector bij het Bernardinuscollege, het plaatsen van het Müller orgel, de inzet voor het diaconieproject in Roemenië. Ook aandacht voor de
8
kerstconcerten van het Pancratiuskoor en het Citykoor, het kerstconcert en gezellig samenzijn van het Bernardinuscollege en de tiende jaardienst van Pater Max. Hij noemt de bij Samen Onderweg betrokken personen die zijn overleden: Pater Theo Simons ofm, Zr. Lidwinus en mevrouw C.Houben-Quanjel. Tot slot acht hij een dankwoord aan iedereen waarmee hij afgelopen jaar heeft samengewerkt op zijn plaats, in het bijzonder de heer Meijer die zich in deze moeilijke tijd volledig inzet voor het leiding geven aan en het besturen van de Stichting. Dan is de beurt aan de penningmeester om aan te geven hoe de stichting er financieel voorstaat. De aanwezigen kunnen een exploitatieoverzicht inzien over de jaren 2008 en 2009. Door donaties van de Edmond Beelstichting, de Hendrixstichting, de zusters Franciscanessen van Heythuizen , een legaat van pastor Van der Bruggen en een actie onder de kerkgangers is het voortbestaan van Samen Onderweg tot eind 2013 verzekerd, mits de inkomsten(zoals de eigen bijdragen) gelijk blijven. In 2014 zijn de huurreserveringen op; continuering en uitbreiding van sponsoren blijft van belang. Door enkele personen wordt gebruik gemaakt van de rondvraag. De Bijbelgroep zoekt een nieuwe leider. Het bestuur gaat op korte termijn in gesprek met de leden van deze groep.
Er komt een suggestie om de website van Samen Onderweg te moderniseren en vooral aantrekkelijker te maken voor jonge mensen. Aan jongeren, bijvoorbeeld aan leerlingen van het Bernardinuscollege, kan dan gevraagd worden om mee te werken en bijdragen aan te leveren voor een nieuwsbrief. Het bestuur gaat zich buigen over dit voorstel. De uitgaven op papier van het Mededelingenblad en Contact Onderweg blijven echter gehandhaafd. Mevrouw Voss geeft aan dat zij al jaren pogingen doet om de jongeren bij Samen Onderweg te betrekken maar dat het resultaat van die inspanningen bedroevend genoemd mag worden. Op de wens voor meer volkszang tijdens de vieringen antwoordt de pastor dat zij steeds haar best doet om volkszang in te passen, maar dat dit niet met alle koren gerealiseerd kan worden. Tevens wordt geopperd om bij de voorbede een acclamatie in te lassen. Stilte tussen de voorbede creëert echter ook een rustmoment. Het gebed aan het slot van de voorbede zou samen gebeden kunnen worden. Tot slot dankt de heer Meijer de koffiegroep voor de goede verzorging en alle aanwezigen de inbreng en wenst iedereen een prettige voortzetting van de zondag..
Impressie van de Kerstviering gehouden door leerlingen en personeelsleden van het Bernardinuscollege op vrijdag 17 december 2010 in de Bernardinuskapel . Wil Sprokkel. o.p., secretaris van de Stichting Samen Onderweg
Velen - jong en oud - trotseerden de ongemakken van sneeuw, gladheid en kou en trokken op vrijdag 17 december 2010 om 10.30 uur naar de Bernardinuskapel, gelegen aan de Akerstraat 97 A te Heerlen. Leerlingen en personeelsleden van het Bernardinuscollege boden ons een mooie Kerstviering aan. Dit jaar werd voor de derde keer een Kerstviering “nieuwe stijl “ in de Kapel gehouden en het was het een inspirerende voortzetting van de voorafgaande twee jaren, een traditie die voortgang zal blijven vinden.
Ik was getroffen door de inzet van de deelnemers voor de viering en de goede samenwerking tussen allen. School en Kapel horen bij elkaar. Dit werd op deze morgen weer eens duidelijk. De viering verliep vlekkeloos en in een vlot tempo; er was voldoende afwisseling tussen muziek en inspirerende teksten. Vooral de tekst uit de brief van Dietrich Bonhoeffer maakte indruk: Daaruit de volgende strofen: “Door goede machten trouw en stil 9
omgeven, behoed, getroost, zo wonderlijk en klaar,zo wil ik graag met u, mijn liefsten, leven,en met u ingaan in het nieuwe jaar.
Het licht en de warmte van Kerstmis konden wij nu al ervaren en in de sneeuw meedragen naar onze huizen en werkplekken. Dank aan allen voor deze sfeervolle ochtend.
Laat warm en stil de kaarsen branden heden, die Gij hier in ons duister hebt gebracht, breng als het kan ons samen, geef ons vrede. Wij weten het, uw licht schijnt in de nacht. In goede machten liefderijk geborgen verwachten wij getroost wat komen mag. God is met ons des avonds en des morgens, is zeker met ons elke nieuwe dag.” De mensen in de kapel waren onder de indruk van de viering. Dhr. Vluggen leidde ons op een charismatische wijze door de diverse onderdelen van de viering. Het is niet mogelijk om op alle onderdelen van de viering uitvoerig in te gaan en daarom beperk ik mij tot enkele korte impressies. De wijze waarop de scholieren de vleugel bespeelden was ontroerend. De klanken van de vleugel - zuiver, puur en van een buitengewone schoonheid -brachten ons op deze bijzondere ochtend wederom in hemelse sferen. De solisten met hun diverse instrumenten leidden ons naar een boeiend luisteren. De zang van individuele scholieren was mooi en vormde een gedragen rustpunt in het volle programma. De diverse koren, waaronder te vermelden het personeelskoor en het koor van de leerlingen uit de bovenbouw zongen mooie en passende liederen. Het blazersensemble liet ons in volheid de vreugde van Kerstmis ervaren. De voorgedragen teksten riepen op tot bezinning. De rector, dhr. Henssen, wees in zijn slotwoord op de vele talenten, die in het Bernardinuscollege aanwezig zijn. Hij wenste ons een Zalig Kerstmis en alle goeds voor het nieuwe jaar 2011. Hij nodigde allen uit een kop koffie te komen drinken en een stukje kerstbrood te eten in de grote studio. Er vond daar een gezellig samenzijn plaats.
Thema Contact Onderweg 68 Geloven in beweging Uw reakties of andere kopij per brief of e-mail graag vóór 1 mei 2011
10
ONS ROEMENIË PROJECT Joop Cottaar Zoals U al weet hebben wij ook dit “Samen Onderweg jaar” weer gekozen om voor onze diaconie actie door te gaan met de ondersteuning van de kleinschalige weeshuizen in de buurt van Târgu Mures in Roemenië, die daar al een aantal jaren worden opgezet onder de leiding van pater Bako. (U weet natuurlijk: het Samen Onderweg jaar valt niet samen met het kalenderjaar of het kerkelijk jaar, en ook net niet helemaal met het schooljaar. Elke cultuur heeft tenslotte zijn eigen kalender!) In de jaren 2001 tot 2003 hebben we voor het eerst dit project ondersteund, waarmee wij ongeveer € 16.500,- voor de weesjes in Roemenië bijeen gezameld hebben; we kregen toen wel enkele forse giften extra. In 2009 en 2010 zijn we verder gegaan met het project van pater Bako weer in nauwe samenwerking met het Bernardinuscollege. We hebben in die twee laatste jaren ruim € 7.700.- bijeengebracht, waarmee de keuken in het vierde huis voltooid kon worden. We tonen met toch een beetje trots een paar foto’s van die keuken:
weeshuizen in Roemenië. En uw eerste gaven zijn binnen. Als we naar de eerste resultaten kijken € 1180,- en zien wat we in vorige jaren met zijn allen bijeen gebracht hebben, dan is een doelstelling van € 3000,- niet te hoog gegrepen. Zoveel last hebben U en ik, neem ik aan, nog niet van voorgenomen bezuinigingen waarmee we om de oren geslagen worden, dat dit niet gehaald kan worden. Dat geld zal worden besteed aan de bouw van een vijfde (!) kleinschalig weeshuis. Met de bouw- werkzaamheden is al begonnen, al hebben die in de winter stil gelegen. Zoals U op de foto’s van het gebouw ziet, sneeuwt het niet alleen in Nederland.
U ziet geen high tech moderne keuken, maar gewoon een huiselijk gedoe, zoals dat in een kleinschalige omgeving hoort; het zou bijna bij je thuis kunnen zijn. We zijn in de Advent weer van start gegaan met onze actie voor de kleinschalige
Wij starten op de eerste zondag van de vasten, of moet ik tegenwoordig veertigdagentijd schrijven (is al een officieel geregistreerd woord), dat is 13 maart. U zult regelmatig 11
papier geld mag natuurlijk ook. En het gironummer van Samen Onderweg 5707957 staat ook voor Roemenië open, vermeld U dan wel erbij “Roemenië project” anders strijkt de penningmeester het op voor onze Stichting. Wij rekenen op U, en in het volgende nummer hoort U van ons of wij ons doel bereikt hebben.
eraan herinnerd worden, dat we ermee bezig zijn. En er komt vast op een zondag een extra collecte voor Roemenië. De langzaamaan traditionele melkbus staat weer in de kapel. Daar kunt U Uw kleingeld mooi in deponeren, die euromunten zijn toch maar zwaar in je beurs, maar groot geld of
HOOP EN WANHOOP Wim Warmerdam Rampmeldingen komen bijna elke dag via de media onze huiskamers binnen. Verbijsterd kijken we naar de beelden, die voorbij komen. We voelen ons machteloos. De aardbeving in Haïti en de watersnood in Azië staan nog steeds op ons netvlies. Vervolgens wordt van alle kanten een beroep op ons gedaan om mee te helpen de nood te lenigen. Privé acties en landelijke TV uitzendingen motiveren ons om in ieder geval financiële steun te bieden. Nederlanders zijn dan in het algemeen gul om te geven. In onze machteloosheid hebben we in ieder geval iets gedaan en meer kunnen we vaak niet doen. We vonden in het blad dat door de medische Missiezuster wordt uitgegeven een bijzonder artikel. Het artikel “Vrouwen zijn vaak de motor van verandering“ en de daarbij hartenkreet “wanhoop en hoop” passen in deze aflevering van ons contactblad waar het gaat over de betekenis van Vasten en Bezinning.
Het artikel is geschreven door Hedwig Oliver ( 1932 ). Zij heeft 21 jaar in Indonesië gewerkt en kwam in 1990 terug naar Nederland. Ze werkt nu in Utrecht in een project ”Vrouwen Ontmoetingen”. Daar ontmoet ze veel vrouwen uit verschillende culturen en maakt hen wegwijs in de Nederlandse samenleving. Vrouwen spelen bij rampen maar ook bij inburgering in de samenleving een grote rol. Zij zijn vaak de motor, die leiden tot verandering. De 21e eeuw wordt de eeuw van de vrouw. Zij zullen een steeds grotere rol gaan spelen in de seculiere en religieuze verbanden. Als vrouwen willen doorzetten, dan zal dat zeker leiden tot veranderingen, want vrouwen stellen andere prioriteiten en kijken vaak anders aan tegen de werkelijkheid. Ze zijn pragmatischer en gevoeliger voor de dingen, die er echt toe doen. De vraag is, hoe sterk zijn vrouwen om hun plaats op te eisen 12
binnen de seculiere en religieuze structuren.. Hedwig Oliver gaat stug door om vrouwen te emanciperen en ze daardoor een plaats te geven in een voor hen toch vreemde samenleving. En de tekst van Jeannine de Bekeyt “wanhoop en hoop” is in dit kader de moeite waard om gelezen en herlezen te worden. Vrouwen: nooit wanhopen maar de mensen hoop geven.
Hoe moet ik in volle blijdschap omarmen, mijn naaste Haïtianen die het wèl hebben overleefd…. Hoe moet ik nu luisteren naar hen, die terugkeren naar het dorp, die smeken om hulp, het kind dat haar ouders verloor de moeder die na een verre reis bevalt van een dode baby de vader die zoekt naar een huis, een thuis. Hoe lang zal ik ’s nachts de trilling nog voelen, de seconden van dood, de kreet van leven..
WANHOOP EN HOOP Letterlijk, maar zoveel meer figuurlijk, ben ik door elkaar geschud….
Hoe moet ik de “overkant” vertellen, dat we doorgaan en doorgaan Dat we dank zij hen Naar een “nieuwe toekomst” bewegen …
Hoe moet ik rouwen, ik weet niet waar ze begraven liggen, de vrouw die mijn was deed, de vrouw die voor me kookte, de vriendin die met mij lachte, de student wiens beurs ik betaalde…
Jeannine de Beleyr, 12 februari 2010 (een maand na de aardbeving in Haïti)
13
VASTEN LOUTERT DE GEEST? 14
Vasten loutert de geest? br. Marc Loriaux o.s.b. Wellicht… Wellicht heeft vasten een louterende invloed op de menselijke geest. Ieder van ons heeft in elk geval ooit wel eens het omgekeerde ervaren: als je een stevige maaltijd achter de kiezen hebt, moet je bijvoorbeeld niet verwachten dat je aansluitend geconcentreerd kunt studeren… Je hoort zelfs vertellen dat je door rigoureuze vastenschema’s te volgen vormen van trance kunt opwekken. Ik stel me echter de vraag: is dit het ultieme doel van het vasten, zoals wij dat kennen in onze christelijke traditie? Ik hoop van niet… Ik hoop niet dat de zin van het vasten enkel te vinden is in het leveren van een lichamelijk huzarenstukje, een techniek, voor het verwerven van een spiritueel resultaat. Dit zou resulteren in een spiritualiteit waar geen plaats is voor genade, een ‘werkspiritualiteit’, die wezenlijk bepaald wordt door eigen prestatie… Als het om vasten in christelijke zin gaat, lijkt me de volgende tekst uit het Marcusevangelie van fundamenteel belang: “De leerlingen van Johannes en de Farizeeën hadden eens een vastendag. En men kwam naar Hem toe, en zei Hem: Waarom vasten de leerlingen van Johannes en van de Farizeeën, en vasten uw leerlingen niet? Jezus, sprak tot hen: Kunnen de bruiloftsgasten vasten, zolang de bruidegom bij hen is? Zolang ze de bruidegom bij zich hebben, kunnen ze niet vasten. Maar de dagen zullen komen, dat de bruidegom van hen wordt weggenomen; op die dag zullen ze vasten.” (Mc. 2, 18 e.v.) In de bruidegom mogen we hier de Heer Jezus zelf zien. Het al dan niet vasten wordt hier uitdrukkelijk gekoppeld aan de af- of aanwezigheid van de Heer. Al wie bewust gelovig in het leven wil staan en verlangt naar een
persoonlijke liefdesrelatie met de Heer, krijgt wel eens te maken met ervaringen van innige verbondenheid met de Heer, maar wellicht veel vaker met momenten of zelfs periodes van afwezigheid, van Godverlatenheid. Dit soms schijnbaar wispelturige spel van aan- en afwezigheid van de bruidegom kan erg verwarrend zijn. Het roept gemakkelijk gevoelens van schuld op: “Ik zou zo graag kunnen bidden, maar het lijkt wel of ik tegen een muur zit te praten. Wat heb ik verkeerd gedaan dat de Heer zich nu voor mij verbergt?” De kunst is om zulke ervaringen niet te vlug te moraliseren, maar ze eerder te duiden binnen het kader van een goddelijke pedagogie. Wat bedoel ik? Als God liefde is en ernaar verlangt dat ook wij groeien in liefdesbekwaamheid, dan moet Hij ook een meester zijn in het opvoeden van zijn kinderen in de liefde. Wij weten met ons hoofd dat Hij ons altijd en onvoorwaardelijk liefdevol nabij is: waarom ervaren wij dat dan lang niet altijd met ons hart? Waarom moeten wij het zo vaak zien uit te houden in de pijnlijke ervaring van zijn afwezigheid? Ik denk dat, als wij Hem voortdurend als aanwezig zouden ervaren, wij erg vlug ‘vadsig’ zouden worden (om even in de terminologie van het ‘eten en vasten’ te blijven!). We zouden het vlug heel gewoon vinden, ons nestelen in de warmte van zijn liefde en uiteindelijk zou, in ons, mensen die onderweg zijn, het liefdesverlangen doven. Volkomenheid in de liefde is voor mensen op aarde niet weggelegd, in de liefde zijn wij altijd ‘ondermaats’, of positief: wij houden nooit op te groeien in de liefde. Welnu, de motor van deze groei is het verlangen naar beminnen en bemind worden. Een prachtige illustratie van dit liefdesspel vinden we terug in het Hooglied, waar ook het verlangen van 15
de bruid naar haar bruidegom vergroot – opgerekt wordt – doordat de bruidegom zich laat zien en zich dan telkens weer verbergt. Allemaal goed en wel, maar wat heeft dit eigenlijk te maken met het thema van het vasten? Wel, ik denk dat vasten in christelijk perspectief ten diepste een symbolische handeling is. Een religieus symbool is een materieel teken dat verwijst naar iets anders én dat andere tegelijkertijd tegenwoordig stelt. Zo zou ik, wat ons thema betreft, durven stellen: vasten – en de lichamelijke honger die het bewerkt – is een sterk symbool van ons liefdesverlangen. Verlangen naar de Heer doen we met geheel onze menselijk persoon, niet alleen met onze geest, maar ook met ons hart en ons lichaam. Onze lichamelijke
honger wordt uitdrukking van onze honger naar de Heer, door onze lichamelijke honger krijgt ook ons lichaam deel aan ons verlangen naar de Heer. Eigen aan een symbool is dat het bescheiden is: een bombastisch symbool trekt alle aandacht op zich, ontneemt het zicht op datgene waarnaar het verwijst. Zo hoort ook ons vasten gekenmerkt te worden door matigheid en niet door krachtpatserij, wil het zijn verwijzingskracht en daarmee ook zijn zin niet verliezen. Zinvol vasten loutert niet alleen de geest, maar geheel ons wezen: het maakt ons tot in onze diepste vezels ontvankelijk voor de Heer, naar wie ons diepste verlangen uitgaat en die zich genadig aan ons wil schenken.
FRANCISCUS EN HET VASTEN Jan Hoeberichts Net als alle andere vrome middeleeuwers, hechtten Franciscus en zijn broeders grote waarde aan het naleven van de algemeen voorgeschreven vastenpraktijk. In navolging van reeds bestaande religieuze groeperingen, voegden ze daar nog andere verplichte vastenpraktijken aan toe.
Bij deze beeldvorming van Franciscus als doorgewinterd asceet speelde ook orde rivaliteit zeker een rol. Want wat voor slappe religieuzen moesten de volgelingen van Franciscus wel niet zijn, als hun stichter niet even streng of zelfs strenger gevast zou hebben als andere ordestichters? Dit beeld komt duidelijk naar voren in de eerste biografie van Franciscus van Thomas van Celano. Deze had in 1228, bij gelegenheid van de heiligverklaring van Franiscus, daartoe van de paus de opdracht gekregen. Hij vertelt ons dat Franciscus in de praktijk op het punt van vasten een zeker begrip toonde voor de moeilijke situatie waarin zijn broeders konden geraken. Voor zichzelf echter kende hij geen pardon: ‘Hij onderwierp zijn eigen onschuldige lichaam voortdurend aan zweepslagen en vastenperiodes en verveelvoudigde de onnodige wonden (Spr 23,29). De vurigheid van zijn geest had zijn lichaam zo gedwee gemaakt dat, terwijl zijn ziel dorstte van verlangen naar God, zijn heilig lichaam er nog veel meer naar dorstte’ (2 Cel 129). Op een andere plaats vermeldt Celano dat Franciscus ‘maar uiterst zelden gekookt voedsel at; en als het er een keertje wel van kwam, dan strooide hij er as over of
In hun motivatie sloten zij volledig aan bij de gangbare dualistische visie op de mens en bezigden zij de taal waarin deze visie verwoord werd. In deze visie was het zaak het lichaam, het ‘vlees’, en zijn op zonde en kwaad gerichte verlangens in toom te houden. Om dit effectief te bereiken moest de mens zich oefenen, zich trainen in zelfbeheersing. Daarbij werden vasten en onthouding als een uitstekend middel gezien om te leren niet toe te geven aan de zondige tendensen en zo de geest te zuiveren en blijvend op God te richten. Omdat we bij Franciscus met een heilige te doen hebben, iemand die er in geslaagd was zichzelf volledig te beheersen en zijn leven geheel en al te oriënteren op God, kon het niet anders - en hier steekt een verraderlijk hagiografisch addertje onder het gras - of hij moest wel zeer streng gevast hebben. 16
bedierf hij de smaak door er koud water over te gieten’ (1 Cel 51). Maar hoe kunnen we achter deze hagiografische overdrijvingen de echte Franciscus op het spoor komen? Als we naar de eerste wetgeving van Franciscus over het vasten kijken, dan blijkt dat hij bij zijn motivatie inderdaad de traditionele argumentatie volgt. Hij doet dat met een evangelietekst waarin Jezus zegt: ‘Dit soort duivels kan alleen maar weggaan door vasten en gebed’ (1 RegMB 3,1; vgl. Mc 9,29). Vasten is dus bedoeld om het zondige, het duivelse in de mens te beteugelen en te doen verdwijnen om plaats te maken voor het goede dat van God komt. Terwijl Franciscus de noodzaak van het vasten bevestigt, relativeert hij in de volgende wetsbepalingen de strengheid en veelvuldigheid ervan. Andere religieuze gemeenschappen hielden een ononderbroken wintervasten vanaf het feest van Kruisverheffing (15 september) tot Pasen. Franciscus laat deze vasten echter pas beginnen op 2 november en onderbreekt ze tussen Kerstmis en Driekoningen. Tijdens de rest van het jaar, beperkt Franciscus het vasten tot één dag in de week, namelijk vrijdag, terwijl andere religieuzen ook op woensdag en/of op zaterdag vastten. Franciscus volgt dus een mildere praktijk. Vanwege de boven reeds vermelde orderivaliteit zinde deze regelgeving een aantal broeders niet. Toen Franciscus die in 1219 op het hoogtepunt van de vijfde kruistocht bij de sultan op bezoek ging om hem de vredeswens van het evangelie aan te bieden, maakten zij van zijn afwezigheid gebruik om een strengere vastenwetgeving op te stellen die meer in lijn is met die van andere religieuzen. Deze werd echter door Franciscus afgewezen. Belangrijk om de echte Franciscus te ontdekken is verder met name de evangelische vrijheid waarmee hij het vasten benadert. Als broeders na gedane arbeid of op hun bedeltochten eten aangeboden krijgen dat volgens de vasten- of onthoudingswetten op die dag verboden is, mogen zij dit toch aannemen. Want, zo schrijft Franciscus in zijn regel: ‘Volgens het evangelie mogen de broeders alle spijzen eten die hun worden voorgezet’ (vgl. Lc10,8). Thomas van Celano
kon deze evangelische vrijheid maar moeilijk een plaats geven. Ze kwam hem wat al te laks over voor een heilige die moest excelleren in vasten- en boetepraktijken. Het volgende verhaal komt dan ook niet als een verrassing. ‘Hoe dikwijls is Franciscus niet op zijn tochten om het Evangelie te prediken te eten uitgenodigd bij vorstelijke personen... Uit respect voor het Evangelie proefde hij dan een paar hapjes van het vlees. De rest at hij ogenschijnlijk op maar liet hij in werkelijkheid stiekem op zijn schoot glijden. Wel bracht hij dan zijn hand naar de mond om ervoor te zorgen dat niemand in de gaten kreeg wat hij werkelijk deed’ (1 Celano 51). Franciscus houdt dus eigenlijk heel vroom zijn gastheer voor de gek. En waarom? Om geen afbreuk te doen aan de hoge dunk die de mensen van hem hebben. Zijn goede naam komt dus op de eerste plaats. Dat Franciscus daarbij het woord van Jezus, dat voor hem alleen richtinggevend is, tekort doet, schijnt Celano niet te deren. Onwaarschijnlijker kan het eigenlijk niet! Voor
17
Franciscus staat de dankbare aanvaarding van de goede gaven die de mensen met hem en zijn broeders delen, voorop. In deze gaven erkent hij de goedheid en vrijgevigheid van God die de bezitloos rondtrekkende broeders in hun behoeftigheid kennelijk niet in de steek laat. Reden genoeg om blij en dankbaar te zijn voor alles wat hun geschonken wordt en het inderdaad als een Godsgeschenk te aanvaarden! Celano wil daarentegen vooral laten zien dat Franciscus zelfs bereid is een list te gebruiken om toch maar zo goed mogelijk ook uiterlijk de vastenwetten te onderhouden. Franciscus’ insisteren op de evangelische vrijheid maakt het echter duidelijk dat hij meer waarde hecht aan een levenshouding die gebaseerd is op dankbaarheid dan op strenge ascetische vasten- en onthoudingspraktijken. Belangrijk in dit verband zijn de talrijke teksten waarin Franciscus woorden tekortkomt om de goedheid van God, de bron van alle goed, te bezingen. Persoonlijk ben ik er verder van overtuigd dat een dergelijke positieve levenshouding het best geschikt is om de geest vrij te maken. De dankbare erkenning dat al het goede van God komt en door God bedoeld is om samen te delen aan de tafel van de Heer, en de enthousiaste beleving van deze dankbaarheid door onze inzet voor een grotere, meer wereldomvattende solidariteit doen ons als vanzelf ver uitstijgen boven ons eigen kleine wereldje met onze eigen kleine ik-gerichte verlangens. En het brengt ons dicht bij het God welgevallige vasten zoals dat de profeet
18
Jesaja dat omschrijft: ‘Is dit niet het vasten dat ik, jullie Heer, verkies: misdadige ketenen losmaken, de onderdrukten bevrijden, en ieder juk breken? Is het niet je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen? (Jes 58,6-7) - een vasten dat niet beperkt blijft tot bepaalde tijden maar het hele jaar door voortduurt. Op deze manier meen ik tevens een aspect van de historische Franciscus te ontdekken dat achter en onder het hagiografisch materiaal en zelfs achter en onder Franciscus’ eigen taal- en woordgebruik verborgen blijkt te liggen. Franciscus is dan niet zozeer de strenge asceet maar toch ook en vooral een uitgesproken evangelisch mens. Blij en dankbaar heet hij Gods goede gaven welkom. Met die gaven, zowel spirituele en materiële, gaat hij enthousiast aan het werk om, geïnspireerd door Jezus, mensen te bevrijden en een wereld op te bouwen die meer aan Gods oorspronkelijke bedoelingen beantwoordt. Deze Franciscus kan ook de mens van nu aanspreken. Wij kunnen weinig met een God die verlangt dat wij extra offers brengen, ons extra pijnigen en versterven, om zo dichter bij Hem te komen. Er is genoeg pijn en dood in deze wereld. Daar hoeven wij verder niets aan toe te voegen. Integendeel, alleen een vasten dat zich daar tegen verzet en probeert die uit te bannen door waar mogelijk leven te brengen, is echt de moeite waard.
IN DE MOSKEE NOUR - een interview Wim Warmerdam
De meeste godsdiensten kennen tijden van vasten. In de Islam is de Ramadan de meest bekende vastentijd. Dat kwam o.a. ter sprake tijdens een interview op dinsdag 3 januari in het kantoortje van de moskee Nour ( betekent licht ), gelegen aan de Kempkensweg 10 te Heerlen. Ik heb het adres maar kan de moskee niet vinden. Geen gebedsoproep, geen hoge minaret, die mij de weg wijst. Toch moet op de Kempkensweg een moskee zijn. Ik ga een winkel in en vraag, waar de moskee is. Een vriendelijke man gaat met mij naar buiten en wijst naar de overkant. Ik moet door een groot open hek naar binnen. Ik sta op een binnenplaats en er lopen mannen rond. Ik ga de eerste deur naar binnen en sta in een klein kantoor. Mannen lopen af en aan en brengen geld. Dit wordt nauwkeurig nageteld en met een stempel op grote lijsten afgestempeld. Als het rustig is vraag ik de man achter het bureau, wat de mannen kwamen doen. Die brengen hun maandelijkse bijdrage voor de instandhouding van de moskee. We moeten alles zelf betalen en krijgen geen subsidie, dus iedereen betaalt mee. De man achter het bureau blijkt mijn gesprekspartner te zijn en heet: Majid. We steken gelijk van wal , want hij blijkt niet veel tijd te hebben. De functie van Majid is Manusje van alles. Hij is vooral contactpersoon binnen en buiten de moskee. Hij onderhoudt contacten met de gemeente, politie, brandweer en andere belangstellenden. Hij doet dit werk vrijwillig en besteedt ongeveer 35 uur per week aan
dit werk. Hoelang bestaat deze moskee en hoeveel gelovigen komen hier? Het gebouw is in 1987 gekocht en er zijn ongeveer 500 gezinnen bij deze moskee aangesloten. De gelovigen bestaan uit inwoners van Soedan, Somalië , het vroegere Yugoslavië een paar Nederlanders , maar het overgrote deel komt uit Marokko.Het zijn overwegend arabisch sprekende mensen, die de moskee bezoeken. In vele godsdiensten kent men tijden van Vasten en Bezinning Kunt U iets vertellen over de vastentijden binnen de Islam. De meest bekende vastentijd is de Ramadan. Dat is een heilige maand. Wij hanteren de maankalender. De Ramadan gaat elk jaar 12 dagen naar achteren De Ramadan is verplicht voor iedereen. Als iemand zwanger is of ziek hoeft zij/hij niet te vasten. Als de zwangerschap of ziekte voorbij is moet men de vastenmaand in halen. De Ramadan bestond al voor Mohammed, want Mozes ( ja, de Mozes uit het Oude testament ) spreekt er al over. Verder komen ook voor ons bekende namen in de Koran voor zoals Injil, het Evangelie van Jezus en de naam van Maria , de moeder van Jezus. Jezus is gezonden om zijn volk Israel te verlossen en naar Jaweh te leiden. Mohammed heeft zijn Openbaringen van de engel Gabriël ontvangen om de hele wereldbevolking naar hun Schepper te brengen. Daarom is Mohammed de laatste profeet en na hem komen er geen Openbaringen meer interessant. 19
Waarom mag men tijdens de Ramadan niet eten en drinken tussen zonsopgang en zonsondergang?
Als de vastendag voorbij is mag men weer eten en drinken. Dat er dan grote drink- en eetfestijnen plaatsvinden is onzin. Ook dan eet en drinkt men eenvoudig.
Vasten moet overdag gebeuren, zo heeft de profeet dat voorgeschreven.
(Het vervolg van dit interview treft u aan in het volgende nummer (68) van Contact Onderweg )
Vasten geeft kracht en verlicht de geest.
20
Waarom vast ik nog (een beetje)? Joop Cottaar
Vroeger was het duidelijk waarom je vastte: Onze “moeder de Heilige Kerk” schreef dat in detail voor, punt uit. Je hoefde zelf niks te beslissen, je mocht hoogstens nog wat extra’s doen. Voor kinderen was er het snoeptrommeltje. En er waren nog meer mogelijkheden om je te “versterven”. Of dat altijd de geest louterde, ….. ik heb een andere ervaring. In mijn studententijd heb ik eens een
en zichzelf; argumenten kunnen zo al gauw ontaarden in smoezen. Door je iets te ontzeggen kun je de geest louteren. Je dwingt jezelf om je te beperken. Dat is goed: het traint de zelfbeheersing, het legt de hebzucht beperkingen op. Echt een opvatting geleerd op school bij de Jezuiten. Het is wel een op jezelf gerichte actie; je doet wat, omdat je verwacht er (nog) beter van te worden! Zoiets als: kijk eens hoe hard ik werk, verdien ik lekker veel geld. Mijn vasten stelt niet zoveel voor. Niet roken gaat niet meer, ik doe dat al jaren niet meer, niet uit matigheid maar voor mijn gezondheid. Soms geen koekje bij de thee, eens een boterham zonder beleg eten, niet uit eten gaan en dat soort zaakjes. Maar dat zijn dan wel bewust vrijwillige “verstervinkjes” van iets, dat voor velen in de wereld een onbereikbare luxe is. En dus het geld dat je ermee spaart voor goede doelen? Ach, als die het van de kruimels die van jouw tafel vallen, moeten hebben… Steun aan de zorg voor de achtergestelden en de pech hebbers in de wereld, moet een deel van je maandelijks budget zijn. En dat heb ik van de Baas van al die beste paters geleerd. Zo denk ik vanzelf in de vasten eens extra aan Zijn boodschap, aan de inspiratie die daarvan uitgaat. Kun je in de vasten nog versterken door eens wat meer in de bijbel lezen; wellicht steek je dan wat op van Hem.
vastentijd geprobeerd niet te roken. Maar het louterde mijn geest niet. Ik werd chagrijnig, zag mijn verhouding met mijn verloofde (tegenwoordig is dat eenvoudig maar een vriendinnetje) niet meer zitten. Ik vertelde dat aan mijn moeder in het begin van de goede week. Gelukkig was zij een heel verstandige vrouw, die me zei: “Weet je wat je moet doen, rook eens een pijp”. Ik heb dat maar gedaan, en nu zijn we bijna 60 jaar getrouwd. Die fulltime moeders daar had je nog eens wat aan Toch vind ik nog steeds, dat een beetje vasten goed is, maar ik ben gewaarschuwd: een matig mens is zijn vrijheid waard, zelfs matigen moet je matig doen. Heb ik van de Franciscanen geleerd. En er moet wel een reden zijn, waarom je wilt matigen. Ik heb er een paar; maar pas op hoe meer argumenten iemand voor zijn handelen aanvoert, hoe meer zij of hij kennelijk behoefte voelt om zich te verantwoorden tegenover anderen 21
Colofon Nr. 67, jaargang 21 maart 2011 Contact Onderweg is een uitgave van de gemeenschap en Stichting Samen Onderweg Redactie: Joop Cottaar, Herman Vos, Wim Warmerdam, Corry van Zandvoort Vormgeving: Herman Vos Adres van de Stichting, tevens adres van de redactie van Contact Onderweg: Akerstraat 97 6417 BK Heerlen tel. 045 – 574 24 46 Internet: www.samenonderweg.nl e-mail:
[email protected] Bankrekening: Rabobank 1199.12.023 te Heerlen/ Postbank 5707957 t.n.v. Stichting Samen Onderweg De pastor van de stichting, Marie-José Voss, is bereikbaar via telefoonnummer 045 – 574 24 46 of 043 – 3656358 (privé) Bijdragen (liefst als Word-bestand) of reacties kunnen aan bovengenoemd adres gestuurd worden of gedeponeerd in de brievenbus in de hal van de kapel. Via e-mail kan ook:
[email protected] 22