Contact Onderweg S t i c h t i n g
S a m e n
O n d e r w e g
H e e r l e n
o k t o b e r
2 0 1 3
Er worden momenteel veelvuldig jublilea gevierd. En dan komt Contact Onderweg ook nog met een jubileum! Voor u ligt namelijk nummer 75. Een klein feestje zou wellicht op zijn plaats zijn. In dit nummer treft u, behalve het woord van de pastor, een verslag aan van de Kerkvergadering en van de presentatie van het boek De Bernardinuskapel. De nieuwe voorzitter van het bestuur van de Stichting Samen onderweg stelt zich voor en Kiki Reijner vertelt over de andere opzet van Kikindia. In de serie over koren en ensembles wordt het koor ‘Zingend door het Leven’ in de schijnwerpers gezet. De band met het Bernardinuscollege komt naar voren in ‘Uit de school geklapt’ en de onnavolgbare Suisse geeft zijn ongezouten mening over een actueel thema. Het eerste deel wordt afgesloten met het herdenken van de overledenen van afgelopen jaar. Door de suikerzoete prentjes van vroeger is bij velen een merkwaardig beeld ontstaan van heiligen. Ze waren voor een normale sterveling onbereikbaar en hun manier van leven, waarin lijden en zelfopoffering verheerlijkt werd, was niet van deze wereld. Moderne heiligen daarentegen staan dichter bij het heden. In onze eigen omgeving zijn meer heligen dan het Vaticaan ooit aan zou kunnen. Over het thema ‘Franciscus en moderne heiligen’ hebben diverse schrijvers hun licht laten schijnen.
INHOUD De pastor aan het woord 3 Uit de Kerkvergadering 4 De nieuwe voorzitter van Stichting Samen Onderweg
6
Stichting Kikindia 8 Zingend door het Leven 9 Presentatie boek ‘De Bernardinuskapel’ 11 Uit de school geklapt 13 Brainflow van uw Suisse 14 Van hen moesten wij afscheid nemen
15
De spiritualiteit van Franciscus 18 Eigentijdse heiligen 21 De roepstem van Franciscus 22 Heiligen anno 2013 24 Franciscus en moderne heiligen 26 Colofon 30 2
DE PASTOR AAN HET WOORD Marie-José Voss, pastor
Wat hebben we een fijne zomer gehad! Heerlijk weer en fijne temperaturen. Zoals u weet verblijven wij in de vakanties altijd op Schiermonnikoog. Daar ervaar je de stilte. Een eiland zonder auto’s, brommers en al het andere dat lawaai produceert. Slechts de wind die ruist in de bomen, het breken van de golven die uitvloeien op het strand. Daar ervaar je stilte, daar ervaar je Gods prachtige schepping, die we moeten koesteren. Elke keer overvalt me dat min of meer. Een oase van stilte en rust, wat een vreugde! Er zijn mensen die gillend gek worden van die stilte en rap het eiland ontvluchten. Ik kan het me nauwelijks voorstellen. Je voelt en ervaart de stilte in jezelf. Laat het maar over je komen, het geeft een enorme rust. We zijn weer thuis en de eerste maandag begonnen ze achter ons huis met het heien van palen voor de aanleg van geluidsschermen langs de A2! We zijn weer thuis; weg stilte! Toen heb ik meer dan anders ervaren hoe weldadig stilte is! Om die gedachte een beetje vast te houden, een klein gedichtje hierover.
Het nieuwe Contact Onderweg ligt weer voor u. Het thema is: ‘Franciscus en moderne heiligen’, een logische keuze nu het Bernardiuscollege haar 100-jarig bestaan viert. Gesticht door de Franciscanen. Het feestweekend ligt inmiddels achter ons. Voor mij was toch de viering het hoogtepunt op zondagmorgen 6 oktober. Een viering die geheel in het teken stond van Franciscus, met twee Franciscanen als voorganger. Bijna alle teksten in de viering waren van de hand van Franciscus. Heb met veel plezier de teksten bij elkaar gezocht. Franciscus en moderne heiligen? Naar mijn mening is Franciscus een moderne heilige. Zijn spiritualiteit is nog steeds actueel. Onderstaande heb ik al eens eerder gebruikt in Contact Onderweg, maar het kan mij en vele anderen nog eens tot nadenken brengen. Zeker in deze tijd met de crisis en alle problemen van dien. Laten we ons maar concentreren op het mensbeeld van Franciscus en misschien wordt de wereld er een beetje beter van. Ik blijf daarin geloven. Het is ontleend aan ‘Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd’ een dissertatie van Koos Leemker over de bijdrage van de franciscaanse spiritualiteit aan de oplossing van de hedendaagse milieucrisis.
Stilte
De stilte oordeelt niet Zij stelt geen vragen In haar zijn geen verlangens Zij kent geen dwang De stilte vraagt niet Zij stelt geen doel In haar is geen morgen Zij kent geen wil De stilte heeft geen oorzaak Zij kent geen angst In haar is geen verleden Zij stelt gen eisen De stilte is niet van mij Zij kent geen bezit In haar zijn geen zorgen In ieder hart ligt zij verborgen Cees Haring
3
Mensbeeld van Franciscus Het moderne mensbeeld De aarde als verblijfplaats Armoedeideaal Kwetsbaarheid Afhankelijkheid Onthechting en bevrijding De mens als bewoner Verbondenheidsgevoel Affectieve relaties Zinvolheid Verwondering Spiritualiteit Zorg voor- en behoud van Behouden en respecteren Solidariteit en vrede Eeuwigheidswaarde Genieten van de natuur Leven is ‘zijn’
De aarde als werkplaats Bezitsdrang Zelfverheffing Zelfgenoegzaamheid Dwang en concurrentiestrijd De mens als bestuurder Scheidingsdenken Verzakelijking en vervreemding Leegte en zinloosheid Onverschilligheid Oppervlakkigheid en vervlakking Uitputting van natuurlijke hulpbronnen Beheersen en overheersen Individualisme en onvrede Tijdelijke waarde Gebruiken van de natuur Leven is ‘hebben’
Uit de Kerkvergadering/Jaarvergadering gehouden op zondag 26 mei 2013 Wil Sprokkel, secretaris SOB
De heer Sprokkel, secretaris van de Stichting Samen Onderweg, leidt de bijeenkomst omdat er, na het vertrek van de heer Meijer, nog geen bestuursvoorzitter is benoemd. Er is een woord van welkom voor de aanwezigen en voor de heer mr. J.W.M.Wanders, oudnotaris, die een inleiding zal houden over de afttrekbaarheid van donaties. De secretaris begint met een dankwoord aan allen die beroepshalve of als vrijwilliger hebben meegewerkt aan het gestalte geven van de missie van Samen Onderweg: de blijde boodschap zichtbaar maken in liturgie, diaconie, catechese en gemeenschapsopbouw. In het jaarverslag worden de gebruikelijke items, zoals de samenstelling van het bestuur, het overleg met de werkgroepen en de contacten met sponsoren vermeld. Er is aandacht voor bijzondere gebeurtenissen: # In samenwerking met het Bernardinuscollege is het schooljaar geopend en gesloten
met een viering in de kapel. Er is muzikale medewerking verleend door leerlingen van de school. # De knelpuntennotitie heeft de aandacht van het bestuur, evenals de “Stellingen” van de heer P. van Dijk. # Op zondag 6 mei vond een concert plaats door het Christelijk Gemengd Koor en het Koninklijk Heerlens Mannekoor St.Pancratius met een aantal solisten en instumentalisten. # Op zaterdag 2 juni was een geslaagde reünie van voormalige leden van het BP-koor. # In juni heeft een delegatie van het bestuur een gesprek gevoerd met de rector van het Bernardinuscollege inzake het aflopen van het huurcontract in 2014 . # De leden van het D.B. hebben in augustus intensief van gedachte gewisseld over beleidsvoorbereidingen. # Er zijn diverse gesprekken gevoerd met verschillende personen over opvolging in het bestuur. 4
Schenking bij notariële akte.
# Het koor ‘Zingend door het Leven’ uit Eys verzorgde in september voor de 25ste keer de muzikale bijdrage aan de Seniorenviering. # Het bestuur heeft een nieuw beleid t.a.v. de kruisjes vastgesteld. # In de bestuursvergadering van 11 december is intern afscheid genomen van de H.Meijer als voorzitter. Op zondag 24 februari 2013 zou dit een officieel karakter krijgen tijdens een Woord-en Communieviering. # Op zondag 16 december was een concert van het Citykoor met het familiekoor Chrisko. # Op vrijdag 21 december vond voor personeel en leerlingen van het Bernardinuscollege en voor belangstellende gasten een inspirerende Kerstviering plaats.
Voordeel schenker: # Bedrag geheel aftrekbaar van de belastingen. # Contract vervalt bij overlijden. # Contract vervalt bij werkloosheid. Nadeel schenker: # Minimaal voor 5 jaren # Kosten notariële akte. Voordeel S.O.: # Zicht op inkomsten in de komende periode. Nadeel S.O.: # Contact opnemen met een notaris om de notariskosten te verminderen c.q. een en ander pro deo te laten opmaken.
De penningmeester brengt vervolgens verslag uit van de financiële situatie in 2012. Hij geeft een toelichting op het exploitatieoverzicht 2012 en op de begroting voor 2013. # Het negatieve saldo is hoger dan in 2011; de lasten blijven ongeveer gelijk. Het eigen vermogen staat op een spaarrekening en loopt bij gelijkblijvende inkomsten (aanzienlijk) terug. De eigen bijdrage van de kapelbezoekers is een vaste bron van inkomsten. # Continuering en uitbreiding van sponsoren is van groot belang. Bij gelijkblijvende omstandigheden zijn de financiën in 2017 uitgeput! Het huurcontract loopt af per 31 december 2012. Er worden gesprekken gevoerd over een gebruikersovereenkomst.
Aftrekposten door vrijwilligers. In principe geeft vrijwilligerswerk aftrekmogelijkheden. Indien afgezien wordt van een vergoeding voor werkelijk gemaakte kosten, dan is dit bedrag aftrekbaar onder de post giften van de belastingaangifte, rekening houdend met de voorgeschreven drempel. (S.O. zou deze onkosten overigens wel moeten kunnen betalen!). Verder bestaat er de zgn. vrijwilligersvergoeding, max. € 150,- per maand / € 1500,- per jaar, voor het niet ontvangen van een vergoeding. Aftrekbaar onder de post giften van de belastingaangifte, rekening houdend met de voorgeschreven drempel. SO dient wel een verklaring te overleggen dat de betreffende persoon vrijwilliger is bij de stichting.
De Werkgroep Financiën heeft waardering uitgesproken over het beheer van de financiën en enkele adviezen gegeven. De kascontrolecommissie heeft een positief verslag uitgebracht en derhalve wordt aan de penningmeester decharge verleend. Tot slot stelt de penningmeester de heer P.Wanders voor die is benoemd tot zijn opvolger.
Na de rondvraag dankt de heer Sprokkel de aanwezigen voor hun komst en inbreng en wenst iedereen wel thuis.
Vervolgens krijgt de heer mr.J.W.M.Wanders het woord om enige infomatie te verstrekken over schenkingen en de mogelijkheid tot aftrekken van donaties van de inkomstenbelasting. 5
NOOT VAN DE REDACTIE Vanaf 1 januari 2014 is voor volledige aftrek van jaarlijkse periodieke schenkingen aan erkende goede doelen geen notariële akte meer nodig. Dat stelt staatssecretaris Weekers van Financiën voor. De Kamer gaat waarschijnlijk akkoord. Je moet dan wel minstens vijf jaar op rij een gelijk bedrag schenken aan dat goede doel. En een document van www.belastingdienst.nl downloaden en invullen. (uit: Consumentengids nr. 7-8 juli/augustus 2013)
DE NIEUWE VOORZITTER VAN STICHTING SAMEN ONDERWEG Profiel van Paul Janssen (1945)
Als nieuwe voorzitter van de Stichting Samen Onderweg wil ik graag aan het verzoek van de redactie van ons contactblad voldoen om mij aan U voor te stellen:
leidde in 1984 tot een verbrijzelde hiel, die door een foutieve diagnose een jaar ziek zijn en revalidatie opleverde. In dát jaar had ik voldoende tijd om na te denken over het tot dan toe door mij gevolgde ‘carrièrepad’. Het resultaat van dit ‘bezinningsjaar’ was dat ik besloot om het roer volledig om te gooien.
Mijn naam is Paul Janssen, geboren te Nijmegen in 1945. Hier bracht ik mijn jeugd door samen met mijn ouders en broer. Ik ging er naar de lagere (thans basis)school en volgde er mijn middelbare schoolopleiding (HBS-A) aan het Dominicuscollege. Na afronding van mijn middelbare schoolopleiding in 1963, ging ik werken bij een industriële handelsonderneming en vervolgens bij een accountantskantoor, om daarna, van 1969 tot 1984, de functie van hoofd van de afdeling Financiën en Administratie van de NV La Paz/ Elisabeth Bas Sigarenfabrieken te Boxtel te bekleden. In deze periode woonde ik in Boxtel en Eindhoven.
Ik verliet het bedrijfsleven en koos ervoor mijn kennis en ervaring verder in te zetten binnen het wetenschappelijk onderwijs. Ik verhuisde naar Heerlen om van 1984 tot aan mijn pensioen (2010) werkzaam te zijn bij de faculteit Rechtswetenschappen van de Open Universiteit te Heerlen. Daar was ik als universitair hoofddocent/disciplineleider belast met de vormgeving van het onderwijs binnen de sectie Internationaal recht, meer in het bijzonder het Volkenrecht en de Methodologie van Internationaal Recht in een digitale context.
Naast deze fulltime baan studeerde ik van 1976 tot 1980 Nederlands recht aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. In 1980 (en 1992) volgde ik de opleidingen International Private and Public Law aan de Hague Academy of International Law. Een ongelukkige misstap op een traptrede
Bij de Open Universiteit leerde ik ook mijn huidige echtgenote Tilly kennen, met wie ik in 1986 huwde en met wie ik sindsdien gelukkig getrouwd ben. Zij was en is tot op heden in alles mijn muze. Samen met haar heb ik tot aan mijn pensioen het internationaalrechtelijk 6
programma binnen de Open Universiteit vormgegeven en verder uitgewerkt. In 1995 verzorgde ik enkele gastdocentschappen Europees recht in Boedapest (Hongarije) en Sofia (Bulgarije) op uitnodiging van de Europese Gemeenschappen. Daarnaast besloot ik (omdat ik het niet laten kon) in de avonduren Belastingkunde aan de Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg te studeren (1988-1991). In 1991 promoveerde ik vervolgens nog aan de Vrije Universiteit op een cultuurfilosofisch onderwerp (‘Geweld als oorsprong van de samenleving. Over de cultuurtheorie van René Girard.) bij professor Henk Woldring en professor Koos de Valk
ik graag concerten en (vooral) moderne experimentele toneelvoorstellingen. Daarnaast gaan we ons binnenkort verdiepen in het houden van bijen (imkeren). Ik ben op de vraag om een bestuursfunctie bij de Stichting Samen Onderweg op mij te nemen ingegaan, omdat ik al zeer jong de ‘spirituele’ invulling voor mijn leven gevonden heb bij verschillende kloosterorden. Allereerst via mijn tante Marijke, een zus van moeders kant, die lid van de Congregatie van de Catechisten in Breda was. Daarna bij de Dominicanen tijdens mijn middelbare schooltijd en in aansluiting daarop bij de Augustijnen en de Zusters van de Heilige Johanna de Lestonac in Nijmegen. Bij deze laatste congregatie begeleidde ik de verschillende zondagsdiensten (op, toen nog, een harmonium).
Bestuurlijke activiteiten: Van 1963 tot 1969 ben ik administrateur van een Kerkbestuur te Nijmegen geweest en van 1969 tot 1984 secretaris-lid van de ondernemingsraad van de NV La Paz/Elisabeth Bas Sigarenfabrieken en secretaris/penningmeester van het Pensioenfonds Hoger Personeel van de NV La Paz/Elisabeth Bas. Momenteel ben ik bestuurslid van de Stichting “In onsen Lande van Valkenborgh”.
Daarnaast ben ik mijn hele leven al geïnteresseerd in vergelijkende godsdienstwetenschappen, meer in het bijzonder vergelijkende mystiek en spiritualiteit. Sinds ik in Heerlen woon ben ik, via mijn echtgenote, in contact gekomen met de Franciscanen. Deze laatste orde heeft een spiritualiteit die mij buitengewoon aanspreekt. Nu ik met pensioen ben heb ik ook de tijd om mij daar verder in te verdiepen.
Hobby’s: Sinds mijn jeugd speel ik graag piano en kerkorgel en sinds enkele jaren begeleid ik mijn echtgenote bij het zingen van klassieke liederen. Ik lees heel graag, bij voorkeur Nederlandse, Duitse, Franse en Engelse literatuur en samen met mijn vrouw bezoek
Een bevestigende reactie van mij op de vraag van uw secretaris om een bestuursfunctie te aanvaarden bij Samen Onderweg kon dan ook niet uitblijven. Ik hoop dat ik de komende jaren een positieve bijdrage kan leveren aan een harmonieuze en respectvolle voortgang en groei van onze geloofsgemeenschap. Natuurlijk kan dat alleen samen met allen die Samen Onderweg al jaren een goed hart toedragen en met hen die aan onze gemeenschap hun steentje (willen) bijdragen. Ik hoop dat ik in de komende tijd met een ieder een keer persoonlijk kennis kan maken en … schroom vooral niet mij aan te spreken wanneer u daartoe de behoefte heeft. Ik wens ons allen een fijne, vriendelijke, respectvolle en harmonieuze samenwerking en toekomst toe, zodat Samen Onderweg ook echt een fijn ‘samen onderweg’ zal zijn. 7
STICHTING KIKINDIA Kiki Reijner Inmiddels zijn jullie allen bekend met Stichting Kikindia. Het is bijna een begrip geworden binnen de Bernadinuskapel en vandaar dan ook deze update.
welke al vele jaren in Zuid India is gevestigd en de kansarme kinderen en studenten ondersteunt door het verschaffen van de eerste levensbehoeften om uiteindelijk vanuit een veilige basis scholing te stimuleren. Afgelopen zomer is Kiki opnieuw naar India geweest en daar zijn in beginsel afspraken gemaakt voor een goede samenwerking. Deze afspraken worden op dit moment verder uitgewerkt tot een “mutual agreement”. Beide organisaties willen gaan samenwerken in de toekomst waarbij Stichting Kikindia haar eigen karakter zal blijven behouden. Waarom is deze samenwerking noodzakelijk? Omdat onze stichting Kikindia dank zij uw hulp in staat is om een grotere investering te gaan realiseren in Zuid India. Een goede organisatie in India is dan noodzakelijk om de zekerheid te hebben dat uw geld, zoals in onze doelstellingen is verwoord, goed terecht komt. Voor ons een hele verantwoordelijkheid waarover we transparant willen communiceren. Deze basis is nu gelegd en dit betekent dat we stappen gaan zetten en kinderen verder kunnen gaan helpen om hen een betere toekomst te bieden. Dat is onze missie waarnaar we handelen! Wat zijn deze stappen? In deze nieuwe fase blijven we kinderen ondersteunen want daar ligt onze primaire taak. Daarnaast is er grote behoefte aan meer en verbeterde medische zorg ofwel een klein hospitaal. De nood hieraan is groot en het is de doelstelling van stichting Kikindia deze bouw te gaan realiseren. Kinderen zullen daardoor
Afgelopen maanden is hard gewerkt aan een verdere professionalisering van Stichting Kikindia. Stichting Kikindia is gestart vanuit een pioniersfase maar de organisatie is inmiddels verder doorontwikkeld. De missie en grondbeginselen van Kikindia zijn niet gewijzigd en zijn duidelijk verwoord op onze vernieuwde website. Kernpunten van deze grondbeginselen zijn om kansarme jongeren in zuid India te helpen en hun onderwijs, gezondheidszorg, eten en drinken te bieden. Wij willen deze jongeren een gedegen basis bieden voor een betere toekomst waar vanuit men zichzelf kan ontwikkelen en onderhouden. U heeft ons als sponsor en/of ambassadeur geholpen om door deze beginfase te komen en u heeft daarbij veel kinderen geholpen. Uiteindelijk komt het geld bij onze organisatie echt één op één bij de kinderen terecht. Een mooi resultaat en daarvoor onze dank! In de afgelopen jaren is gewerkt aan een organisatie in Nederland omdat daar de basis ligt voor stichting Kikindia. Het bleek echter gedurende dit traject dat een goede organisatie in India ook van belang is voor de activiteiten die daar uitgevoerd worden. Deze basis is de afgelopen maanden gelegd door een samenwerking met de organisatie Rising Star. Rising Star is een organisatie 8
gezonder kunnen opgroeien. Rising Star heeft medisch personeel ter beschikking echter de voorzieningen voor een gedegen zorg ontbreken. Praktisch betekent dit dat de bouw in oktober 2013 zal starten. Wij hopen u halverwege 2014 te kunnen verblijden met het bericht dat het hospitaal/ziekenboeg officieel geopend is. Verder bestaat er ook de mogelijkheid om stage te lopen of een korte vakantie te spenderen bij het project en de handen daadwerkelijk uit de mouwen te steken. Zie voor meer informatie www.kikindia.nl Stichting Kikindia heeft veel ambities om kinderen in zuid India te helpen. De structuur is nu aanwezig en wij hopen onze ambities met uw hulp en ondersteuning te kunnen
waarmaken. Ons motto blijft “One man can make a difference” en wij hopen dat u dit grote verschil gaat maken door ons te ondersteunen. Wij zullen u zo goed als mogelijk blijven informeren over de ontwikkelen en wij nodigen u uit onze nieuwe website te bezoeken (www.kikindia .nl) Ook geven wij speciaal voor u alvast een vooraankondiging. Op zondag 24 november 2013 zal stichting Kikindia in het MECC in Maastricht een speciale middag voor u organiseren. Meer informatie volgt nog per mail en via social media maar met deze brief nodigen wij u alvast van harte uit! Namasté en onze dank, Stichting Kikindia
‘ZINGEND DOOR HET LEVEN’ Jos Smits, secretaris, en Martin Peukens, oud-secretaris
Het gemengd koor ‘Zingend door het Leven’ uit Eys is ontstaan uit de bejaardensoos van Eys op 16 juni 1976 onder leiding van dirigent Jack Leenen.Van de heer Leenen is de slogan:” Niks in de kas, doen we het voor de sjpass!” Begin 1992 werd Leenen ziek en moest worden vervangen. Hij zong wel weer mee met Beloken Pasen, maar kreeg in mei een herseninfarct. Er werd naarstig gezocht naar een nieuwe dirigent en die werd gelukkig gevonden in de persoon van Hans Scheijen. Vanaf 1 juli 1992 nam Scheijen het dirigeerstokje over . Hans Scheijen, operazanger, was jaren lang actief in het Landestheater Detmold in Duitsland en later aan het Staatstheater in Saarbrücken. De basbariton maakte verder concertreizen met Nederlandse koren in Canada en Engeland. In de twintig jaar onder zijn leiding heeft ons koor veel succesoptredens mogen meemaken in verzorgings- en bejaardenhuizen en het opluisteren van eucharistievieringen. Bij gelegenheid van ons 30-jarig bestaan in 2006 is de eerste CD, getiteld ‘Kerstmozaiek’ opgenomen. In november 2008, samen met het koor uit Banholt, verscheen de CD ‘Jubilate’ in het kader van de 40-jarige
beroepszangercarrière van Hans Scheijen. In november 2011 is de CD ‘Kerstklanken’ samen met het Mandolineorkest Soriënto uit Simpelveld uitgegeven. Momenteel bestaat het koor uit 31 actieve leden. Het eerste optreden van ‘Zingend door het Leven ’in de Bernardinuskapel is gedateerd op 10 april 1988, op Beloken Pasen. Pater Max van der Schoot gaf toen meteen te kennen dat dit optreden voor herhaling vatbaar was. “Dit moet een traditie worden”, aldus pater Max. “En als slotlied moet steeds ‘Wen in d’r hiemel gae Ees weur’ gezongen worden, voorgedragen door componist en dirigent Jac Leenen”. Tot nu toe is dat altijd gebeurd. Na enige tijd was pater Van der Schoot voorstander van een optreden in september, omdat hij met Beloken Pasen altijd over de ‘ongelovige Thomas’ moest preken! Vandaar dat wij nu al enkele jaren in september naar de Bernardinuskapel komen om onze muzikale bijdrage te leveren aan de eucharistieviering op Seniorendag. Tijdens het gezellig samenzijn na de viering geven wij altijd een klein concert dat met het reeds genoemde lied ‘Wen in d’r hiemel…’wordt afgesloten. 9
Bernardinuskapel - Samen Onderweg
gemengd koor ‘Zingend door het Leven’ uit Eys 10
Presentatie boek “De Bernardinuskapel” Han Groen Bernardinus 100 jaar – de kapel 80 jaar. Reden voor Bernardinus College om met Samen Onderweg, in de persoon van Corry van Zandvoort, het plan op te vatten om een boek uit te geven met onze kapel als onderwerp. Het boek moet een tweeluik vormen met het grote jubileumboek van de school, dat op 21 september uitgegeven is. Er bestond al een aanzet gemaakt door Jo Vrancken. Corry van Zandvoort heeft dat werk, met hulp van Han Groen, voortgezet, met bijdragen en foto’s van o.a. Jan Hoeberichts en Anjo Petit, en Jeroen Daemen, terwijl Marcel van der Heyden de buitengewone vormgeving maakte. Het resultaat is een mooi lees- en kijkboek, waarin de bijzondere ramen van Charles Eijck het verbindend element vormen tussen teksten over de kapel en de bouw, buurt, school, het Franciscaanse ideaal en Samen Onderweg. Op 9 juni jongstleden werd, uiteraard in de kapel, het eerste exemplaar uit naam van het Bernardinuscollege en Samen Onderweg door Wil Sprokkel en Corry van Zandvoort uitgereikt aan Jan Mans, oud-
Bernardijn, en Peter van Dijk, betrokkene bij Samen onderweg en gedeputeerde van de provincie Limburg. In een franciscaans eenvoudige samenspraak tussen Corry en Han Groen werden de hoofdelementen van het boek voor het voetlicht gehaald, omlijst door een muzikale bijdrage van de kant van Bernardinus. Jan Mans koppelde in zijn woord na aanbieding van het boek op onnavolgbare wijze zijn Heerlense en Bernardijnse jeugd aan de betekenis van de kapel. Peter van Dijk vatte zijn kijk op de kapel zo samen: “Deze kapel als plek van bezinning en bezieling. Een schakel tussen kerk en samenleving. Met name tussen de Franciscaanse spiritualiteit en de wereld van alle dag. De noden in de wereld, veraf en dichtbij. En het is natuurlijk niet alleen deze ruimte zelf maar het zijn vooral ook de mensen die hier samenkomen, de sfeer, de activiteiten die hier plaats vinden, die deze plek die bijzondere functie hebben gegeven in deze regio. En zonder alle anderen tekort te doen is het dan uiteraard Pater Max van der Schoot die
11
Nieuwe sociale media, dwarsverbanden tussen maatschappelijke domeinen als zorg, arbeid, kunst en cultuur bieden daar hele nieuwe perspectieven om maatschappelijke vraagstukken te agenderen en mensen erbij te betrekken. Ik zou dan ook de wens willen uitspreken dat deze 80-jarige kapel ook in de toekomst in dat opzicht een plek mag blijven voor ontmoeting en inspiratie. In brede zin. Zodat dit boek niet alleen een mooie, leerzame beschrijving is van een stuk historie maar ook de inspiratiebron kan zijn om na te denken over een toekomstige functie op het snijvlak van spiritualiteit en praktijk; van vieren, denken en doen. Met, zoals in het voorwoord staat vermeld: de uitstraling van een sobere tijdloosheid maar ook een levendig optimisme.” Na afloop was er een uitstekend verzorgd en zeer geanimeerd samenzijn in de Studio voor belangstellenden en betrokkenen.
onlosmakelijk met deze kapel is verbonden door de wijze waarop hij hier in de wekelijkse vieringen en in al zijn andere activiteiten die Franciscaanse spiritualiteit niet alleen een gezicht gaf maar ook handen en voeten; woorden wist om te zetten in daden. En die kernwaarden van die spiritualiteit, het engagement van Franciscus aan het begin van de dertiende eeuw zijn mijns inziens nog altijd actueel: - vanuit het perspectief van vrede zoeken naar wat mensen verbindt, - zoeken naar gemeenschap en broederschap, - gericht op misstanden in de wereld, op noden van de mensen veraf en dichtbij.
Het boek is voor € 15,-- verkrijgbaar bij Samen Onderweg en het Bernardinuscollege.
Het is een betrokkenheid, een ‘drive’ die -ondanks het ‘ik-tijdperk’ en de wereld van marktwerking en materialisme- bij zoveel mensen, en vooral, zo merk ik regelmatig, ook bij zoveel jongeren wel degelijk aanwezig is. Hier ter plaatse en door de geloofsgemeenschap ‘Samen Onderweg’ wordt al jaren lang op verschillende manieren aan die betrokkenheid vorm gegeven. Maar waar de kerk kennelijk om het zo maar even uit te drukken voor velen niet meer het traditionele en vanzelfsprekende ‘format’ is om die betrokkenheid vorm te geven zijn er ook andere vormen ontstaan. Ook op het Bernardinuscollege worden leerlingen actief betrokken bij maatschappelijke projecten, zo weet ik uit ervaring als ouder van drie Bernardijnen. Maar daarnaast is het goed om te blijven nadenken over manieren waarop mensen hun betrokkenheid met elkaar delen, hun persoonlijke inzet vorm geven.
Thema nummer 76
STILTE Uw reactie of andere kopij per brief of per e-mail graag vóór 2 februari 2014
12
Moderne heiligen? Oude heiligen? Paul Krill
Aan het begin van het schooljaar mag ik in de kapel aan de nieuwe lichting Bernardijntjes uitleggen waarom bij onze school een kapel hoort. Dan kan ik natuurlijk niet anders dan vertellen over de fraaie glas-lood-ramen. Sinds een paar jaar moet ik uitleggen waarom sommige personen op de afbeelding een ‘gouden plaat’ achter hun hoofd hebben. Voor een aantal brugklassers is de uitleg over het aureool, of de nimbus, compleet nieuwe informatie. Probeer dan maar eens om het begrip ‘heilig’ uit te leggen en al helemaal, wat het betekent om een heilige te zijn. Kortom: ‘heilig’, ‘heiligheid’ en ‘heiligen’ zijn verouderde begrippen. De jeugd wordt opgevoed met het substituut ‘respect’, dat kennen ze heel erg goed. Dat leven ze ook na, in het begrip dat wat je geeft, dat mag je ook terug verwachten. Maar de postmoderne jongere kent geen idee van Ehrfurcht. De jeugd kent niet langer het fenomeen respectafstand-vermengd-met-angst. In het latijn: mysterium tremendum et fascinosum. Voor hen is alles wat van belang is binnen hun reikwijdte. Neem bijvoorbeeld ‘de heilige planken’. Al heel jong maken de kinderen kennis met podia in soorten en maten. Neem ‘beroemdheid’, beroemde personen zijn via Facebook en Twitter heel erg dichtbij, benaderbaar zelfs. Hoe anders was dat bijvoorbeeld bij de Beatles, waar mensen gewoon in katzwijm vielen als ze in hun nabijheid mochten zijn. Afstand en onbereikbaarheid zijn toch onmiskenbaar eigenschappen van heiligheid. Of deze afstand gemeten wordt in meters, rijkdom of morele voortreffelijkheid. Onze jongeren zijn grootgebracht in de onuitgesproken vooronderstelling dat alles bereikbaar is. Dit maakbaarheidsideaal is natuurlijk prachtig. Het geeft zelfvertrouwen
en verschaft toekomst. In de vierde klas behandelen we het onderwerp Zingeving. Dan wordt iedereen duidelijk, hoe belangrijk het is om een voorstelling te hebben van de toekomst. Zonder toekomstbeeld kan het leven onnodig zwaar worden. Maar ik probeer hen op zestienjarige leeftijd wel te leren dat de maakbaarheid zo haar grenzen heeft. Hierbij wijs ik graag op de vele jongeren die te maken krijgen met een burn-out na het voltooien van hun studie. Ze hebben dan jaren keihard aan een ideaal gewerkt, ze zijn geslaagd en dan blijkt maar al te vaak dat de maatschappij niet op de nieuwe HBO-er/academicus zit te wachten. Op zo’n moment heb je meer nodig dan geloof in maakbaarheid. Dan heb je goede voorbeelden nodig die inspireren om tóch door te gaan. Meestal zijn dat personen die tegen alle weldenkendheid in hebben doorgezet, die tegen alle weldenkendheid in zijn geslaagd. Mensen die eigenlijk allang hadden moeten opgeven, maar dat niet hebben gedaan en daardoor onaards goed zijn geworden. Personen die zich hebben onderscheiden en geen medaille hebben gekregen, maar een ‘gouden plaat’achter hun hoofd. Graag wil ik daarom de verhalen blijven vertellen van de oude heiligen die leefden voor anderen. Oude heiligen die zich hadden voorgenomen om de wereld mooier te maken. Wellicht zijn er ook nu weer kinderen te vinden die die inspiratie willen overnemen. Ik heb goede redenen om aan te nemen dat dat gaat lukken.
13
BRAINFLOW VAN UW SUISSE Uw Suisse
U begrijpt ongetwijfeld dat ook uw suisse van de lucht alleen niet kan leven. Weliswaar schenkt het bij de eredienst in toom houden van onaangepaste types hem geestelijk grote voldoening, er moet ook brood op des suisses plank komen. Nu drijf ik wel een bescheiden sigarennering, maar door enig gebrek aan rokers kan ik helaas niet spreken van een wereldzaak. Het is daarom dat ik u een kleine, maar zeer waardevolle dienst ga verlenen. Om u heen ziet vast wel hoe sluipenderwijs allerlei elementen uit het Rijke Roomsche Verleden opbloeien. Niet alleen ik ben terecht in ere hersteld, bij sacramentsprocessies liggen er als vanouds zand- en bloemtapijten en wordt weer vol overgave bij het passeren van het Allerheiligste onder de baldakijn kamergeschoten. Er klinken zelfs in de kapel weer Mariahymnen, terwijl sommigen blij waren dat die in de vergetelheid waren geraakt. U bent uw modernisme iets buitengewoon belangrijks uit het oog verloren. Er is méér tussen hemel en aarde: hel en vagevuur! Was u dat ontschoten?En juist dit laatste komt mij, sinds mijn boekhouder mij de sigarenhalfjaarcijfers toonde, als uitermate belangwekkend voor. Ik verheel niet dat dit besef ook lichtelijk gevoed wordt doordat ik na bemiddeling van de FIOD de rechter enige rekkelijkheden die ik mij in mijn sigarennering met creatief boekhouden veroorloofd had, moet uit leggen. Stel dat de twee flessen zeer goede en vooral oude jenever en de doos prima sigaren die ik daags voor de rechtszitting laat bezorgen door dat modieuze integriteitsgedoe helaas niet het gewenste effect hebben, dan voorzie ik dat mijn plek in de hemel wellicht wat naar achter zal schuiven. Mogelijk wacht mij ook eerst nog een mooi potje vagevuur…
Wijst u niet alleen naar mij, maar beziet uzelf: pekelzonden begaan wij namelijk allemaal, zodat de kans groot is dat het vagevuur op den duur een aardige reünie zal zijn. Laat ik daarbij aannemen dat er geen hellevaarders onder u zijn, ook het vagevuur schijn geen lolletje te wezen. U denkt nu ongetwijfeld: ‘daar hadden we vroeger hele en halve aflaten voor, maar die zijn met allerlei andere stoffige kerkzaken sinds Vaticaan-II godzijdank weggedaan’. Mooi niet dus. Dienstbaar als altijd heeft uw suisse veldonderzoek gedaan en kijkt u eens op www.penitenzieria.va - een speciale website van de Paus zelf. Klik rechtsboven op “English Edition”, tenzij u graag latijn leest, en vervolgens op “Decrees”: U zult uw ogen niet geloven wat er op aflaatgebied nog steeds allemaal mogelijk is. Ze worden nog bij bossen uitgedeeld, mits u op het juiste moment op de juiste plaats bent. Het is daarom dat ik enkel uit bekommernis om uw zielenheil het uniek initiatief lanceer: “Noa de mes, d’r aflaat”. U kunt als het kerkvolk naar de koffie met proemevlaai is gestommeld, achter in de kapel discreet in de al jaren ongebruikte rechter biechtstoel bij mij naar wens hele of halve aflaten, en dus méér eeuwige zaligheid verkrijgen. Via het wereldwijde web neem ik via mijn netwerk uit alle windstreken helemaal ongebruikte hele en halve aflaten in, die ik daarna graag aan u overdoe opdat u een stuk vroeger dat vreselijke vagevuur uit mag of in de hemel een paar plaatsen naar voren schuift. Wie wil dat niet?. U bent van harte welkom, de prijslijst hangt van buiten zichtbaar achter in het biechthok. Een kleine opmerking in de marge: wilt u zo vriendelijk zijn het bestuur van Samen Onderweg over deze geheel belangeloze nevenactiviteit van mij niet wijzer maken dan ze zijn? U weet: uw suisse bezit een mooie scherpe hellebaard.... 14
VAN HEN MOESTEN WIJ AFSCHEID NEMEN van 15 oktober 2012 tot 1 oktober 2013 De heer Theo Starmans * 28 juni 1927 … 18 oktober 2012 “Het hemelsche gerecht heeft zich ten langen lesten erbarremt over my, en mijn benaeuwde veste”, stond te lezen op het gedachtenisprentje van de heer Starmans. Wees niet bedroefd omdat dit leven voorbij is, maar wees dankbaar dat het heeft mogen bestaan. Hij ruste in vrede. Mevrouw Irmgard Nijhuis - Romen * 28 mei 1925 … 11 november 2012 Zij was een bijzondere vrouw, de spil in de familie. Door haar zorgzaamheid, warmte en haar interesse in de wereld om haar heen was zij bij iedereen geliefd. Het gemis en het verdriet om de leegte die ze achterlaat zijn groot. Maar het is goed zo. De heer Harrie van Noort * 14 juli 1923 … 28 november 2012 Hij vond zichzelf een gelukkig en bevoorrecht man en dat straalde hij tot het laatste moment uit. Een statige man, die met zijn witte haardos opviel in de Bernardinuskapel waar hij trouw de vieringen bezocht. Hij hield van de natuur en tot het laatst maakte hij nog wandelingen van 5 kilometer. De mooie herinneringen geven troost. Mevrouw Nelly Boermans - Schmitz * 12 februari 1918 … 2 december 2012 “Doorgeven is het van hand tot hand, van in den beginnen tot aan het einde der tijden”. (BertusAafjes) Mevrouw Marjan Koelman * 28 juli 1953 … 13 december 2012 Er was nog zoveel te vertellen, zoveel samen te ondernemen en nog zoveel te genieten. Maar het mocht niet zo zijn. Slechts de herinnering blijft en daarin leeft zij voort in haar kinderen en kleinkinderen. Mevrouw Miet Simons - Peters * 8 augustus 1929 … 9 januari 2013 Haar ware levensgeluk lag in haar thuis in het gezin met echtgenoot, kinderen en kleinkinderen. Ook anderen gaf zij een veilig thuisgevoel. Bij haar mocht je jezelf zijn, hoefde je niet anders te zijn dan wie je was. Haar innerlijke kracht lag in het meeleven met anderen die het moeilijk hadden. Zij was zelf met weinig tevreden. Moge de goede God haar opnemen in zijn eeuwige vrede. 15
Mevrouw Tonny Cleven – Heijmen * 28 juli 1915 … 12 januari 2013 ‘Er is geen einde en geen begin aan deze tocht, geen toekomst, geen verleden, alleen dit wonderlijk gespleten lange heden’ (Vasalis) Zij bereikte de leeftijd der zeer sterken. Na een rijk leven is zij vredig ingeslapen. Mevrouw Ton Lückers – Bergmans * 8 november 1926 … 7 februari 2013 Na een groots leven koos zij de laatste jaren bewust voor rust en eenvoud. Het leven op zich is niets gewichtigs, maar eervol, wijs en moedig sterven, dat is iets waarlijk groots. De heer Ed Schiks * 12 juni 1933 … 2 maart 2013 Een jaar nadat echtgenote Olga is overleden, is ook Ed op weg gegaan voor zijn laatste reis. De kleinkinderen verwoorden het zo: ‘Lieve opa, ga nu maar. Ik zal je nooit vergeten’. En:’ Dan ga je weg maar ik mis je niet want ik weet dat je terugkomt morgen en alle andere dagen van het jaar.’ De heer Fons Cremers * 21 januari1924 … 4 april 2013 Fons was een graag geziene gast in de kapel en vanaf het begin betrokken bij Samen Onderweg. Veel mensen kenden hem uit de tijd dat hij hun kinderen zag als schoolarts. Ook na zijn werkzaam leven als medicus bleef hij vraagbaak en steun en toeverlaat voor velen om hem heen. Ofschoon zijn gezondheid al enige tijd broos was, overleed hij toch nog plotseling. Moge hij in vrede wandelen naar zijn laatste bestemming. De heer André Verluyten * 29 september 1942 … 18 juni 2013 Zijn echtgenote en familie waren voorbereid maar de schok om de grote leegte die hij achterliet was er niet minder om. ‘Door de tranen van dit uur sluipt de glimlach der herinnering, de fijne uren met een goed mens.’ Mevrouw Corrie Theeuwen – Jacobs * 29 januari 1925 … 5 juli 2013 De zorg voor haar gezin was, ondanks een soms haperende gezondheid, heel belangrijk. Ook na het overlijden van haar echtgenoot bleef zij van het leven genieten .Zij was verheugd met elk bezoek dat ze kreeg. Ze was dol op haar kleinkinderen. ‘Wanneer er iemand aan mij denkt, dan zonder veel verdriet. Bedenk het leven is maar kort, dus is mijn wens: geniet!’ Mevrouw Mien Winants – Rutten * 4 oktober 1921 … 8 juli 2013 Al jong heeft zij geleerd om te gaan met verlies van dierbaren. Zij leefde intens en tot kort voor haar dood rende zij nog door de stad. Toen het niet meer zo goed ging, was dat voor haar moeilijk te accepteren. Tot het laatste toe hield zij de regie in eigen hand. Haar kinderen en kleinkinderen mochten haar begeleiden tijdens haar laatste levensdagen in haar eigen vertrouwde omgeving. Zij zijn trots op haar. 16
17
DE SPIRITUALITEIT VAN FRANCISCUS Jan Hoeberichts Franciscus wordt door velen bewonderd en als voorbeeld ter navolging aangeprezen. Zo wordt hij gezien als een man van vrede, een bruggenbouwer tussen mensen en volken, als de promotor van de interreligieuze dialoog, met name tussen tussen christenen en moslims, als een vriend van de dieren, een minnaar van de schepping en voorstander van een duurzame samenleving.
Het waren immers de ervaringen die hij daar opdeed, die hem, al reflecterend, tot zijn keuzes brachten. Een maatschappijkritische Franciscus dus: voor mij een bevrijding, voor anderen een door moderne klassenstrijd getekend, verwerpelijk anachronisme. Wanneer Franciscus op het einde van zijn leven - hij werd maar 44 jaar oud - terugblikt op de belangrijkste gebeurtenissen, begint hij deze terugblik met een herinnering aan zijn verblijf onder de melaatsen. Waarom hij daar naar toe was gegaan, kon hij niet verklaren vanuit zijn achtergrond als rijkeluiszoon die nog pas een poging had ondernomen om door zijn deelname aan een militaire expedfitie naar Zuid-Italië het ridderschap te verwerven. Als de gelovige mens die hij in de loop van de jaren was geworden, kon hij er op het einde van zijn leven alleen maar een tussenkomst van God in zien die toen op beslissende wijze ingreep in het leven van een jongeman - 22-23 jaar oud - die, na zijn terugkeer van zijn mislukte expeditie, in een zware psychische depressie was geraakt. Het was voor Franciscus een tijd van vragen over zijn tot dusver weinig succesvolle leven en van zoeken naar een nieuwe levensrichting en levensinvulling. Over wat er zich in die tijd van bezinning allemaal afspeelde, spreekt of schrijft Franciscus nergens uitdrukkelijk. Uit zijn latere keuzes kunnen we echter opmaken dat zijn gedachten zich toen concentreerden rond de plaats van bezit en macht in zijn leven en dat van de samenleving van Assisi die hij besluit te verlaten.
Voor al deze visies zijn er aanknopingspunten te vinden in de persoon van Franciscus, in zijn leven en zijn spiritualiteit. Van de andere kant speelt bij ieder van deze visies de levensgeschiedenis van de ‘ziener’ een beslissende rol. Zo ook bij mijn visie die sterk bepaald is door mijn jarenlange verblijf als franciscaan in Pakistan, een land van grote armoede, waar ruim 40 miljoen mensen, onder de armoedegrens leven, en, volgens officiële, waarschijnlijk te rooskleurige cijfers, ruim 100 miljoen mensen, vooral meisjes en vrouwen, analfabeet zijn. Pakistan, een land ook waar 95% van de 190 miljoen inwomers moslim is. Hoe kan in zo’n land Franciscus een bron van inspiratie zijn voor zijn volgelingen die daar leven en werken? Die vraag roept meteen het wonderlijke verhaal in herinnering van Franciscus’ verrassende bezoek aan de sultan van Egypte tijdens de vijfde kruistocht in 1219. Dit verhaal roept op zijn beurt dan weer onmiddellijk de vraag op: hoe haalde die Franciscus uit een klein bergstadje in Midden-Italië het in zijn hoofd om een dergelijke gevaarlijke reis naar het Midden-Oosten te ondernemen? Het was die vraag naar Franciscus’ diepste motieven die me bij een voor mij eigenlijk vrij onbekende Franciscus bracht. Deze Franciscus trok niet, zoals veel verhalen suggereren, een beetje wereldvreemd door de wereld waar hij voor de vogeltjes preekte. Integendeel, hij stond heel kritisch in de samenleving, in de oorspronkelijke positieve zin van het woord (het Griekse krisis betekent immers keuze, beslissing).
Bij de besluitvorming hierover was hij zich, zo verklaart hij in zijn Testament, bewust geworden van de zonden waarin hij en zijn stad en haar burgers geleefd hadden en nog leefden. Toen hij enkele jaren eerder deelgenomen had aan de strijd met Perugia, had hij zich bereid getoond om mensen te verwonden en te doden. En waarvoor? Om niets anders dan de macht en het bezit van Assisi en zijn burgers te verdedigen en te 18
versterken. Is het bezit dat waard? Zijn we als mensen niet veel meer geroepen om mensen te helen en te doen leven? En wanneer hij op een dag daarover nagedacht heeft in de grot waarin hij zich regelmatig terugtrok, komt hij op zijn terugweg naar de stad een melaatse tegen en wordt nu eigenlijk pas voor het eerst geraakt door zijn ellende. Hij gaat met hem mee, en het is dan, tussen de melaatsen, dat zijn voorgaande reflecties op scherp gesteld worden. Nu ziet en ervaart hij pas echt wat hij en met hem de burgers van Assisi doen met melaatsen! Hij voelt zich persoonlijk aangesproken. We zijn bereid voor de verdediging van onze macht en bezit kapitalen uit te geven om de stadswallen te versterken, wapens te kopen en zo nodig oorlog te voeren! Hoeveel moest mijn vader wel niet betalen voor mijn wapenuitrusting om als ridder in Apulië te gaan vechten en doden? Maar de melaatsen zien we niet staan en als we er een tegenkomen lopen we er in een grote boog omheen. We verachten ze; ze zijn waardeloos in onze ogen, en het beste dat we maar met hen kunnen doen, is ze buiten de stad te verbannen en ze daar - na een kerkelijke afscheidsdienst, dat wel! levend te begraven. Het wordt Franciscus snel duidelijk. Met dit Assisi kan en wil hij zich niet langer vereenzelvigen. Hij verlaat Assisi. Hij geeft zijn identiteit als burger van zijn vaderstad op: de identiteit van bezitter en oorlogvoerder, van wegkijker en verachter, om vervolgens een nieuwe identiteit te zoeken en op te bouwen: een identiteit die duidelijk in het teken zal staan vanhet positieve antwoord dat hij wil geven op de negatieve ervaringen die hij met Assisi’s streven naar bezit en macht had opgedaan. Hij wilde geen hogere machthebber zijn die ver boven de mensen stond en vanuit de hoogte op hen neerkeek, en zelfs buitensloot. Franciscus wilde mensen,
19
en met name melaatsen en armen, niet op een afstand houden. Integendeel Franciscus zocht nabijheid, gemeenschap. Hij wilde tussen de mensen zijn. Daar vond hij dan ook zijn nieuwe identiteit als een mindere broeder. Diep geraakt door de ellende waarin armen en melaatsen gestort waren, wilde hij hen zijn diensten aanbieden om alles wat het onrechtvaardige en onbarmhartige systeem van Assisi in hun leven kapot gemaakt had te herstellen en hun een alternatief te bieden: een gemeenschap, een zuster- en broederschap waarin aan ieder mens recht wordt gedaan en aan hen hun waardigheid als mens teruggeven wordt: een menswaardige, rechtvaardige samenleving dus! Daarvoor had de arme en nederige Jezus immers zijn leven gegeven toen Hij voor de armen het recht herwon dat hun in feite afgenomen was, om aan te zitten aan de tafel van de Heer: tafelgemeenschap als teken en climax van de zusteren broederschap waartoe wij allen als kinderen van de hemelse Vader geroepen en uitgenodigd zijn! En zo zien we dan Franciscus en zijn eerste broeders enthousiast erop uitttrekken - een biograaf vertelt zelfs dat Franciscus op deze tochten in het Frans zong, de taal van zijn moeder Pica. Zonder bezit, dat maar al te dikwijls leidt tot tweedracht en uitsluiting, zoeken zij de mensen op in hun huizen, wensen hun vrede, niet alleen met woorden, maar vooral door zich solidair met hen te tonen, samen met hen te werken, eenvoudige handenarbeid te verrichten, en na gedane arbeid met hen rond de tafel te zitten en tafelgemeenschap te vieren, zoals de Vader die oorspronkelijk bedoeld had. Door zo in de geest van Jezus naar het model van het evangelie te leven overstegen Framciscus en zijn broeders de heersende tegenstellingen. In een gewelddadige en oorlogszuchtige
samenleving schiepen zij hier en daar, ook al was het maar voor even, oases van vrede, en herstelden zij voor even het paradijs: de oorspronkelijke plaats die God voor ieder mens bedoeld had! Of zoals Franciscus in zijn Testament suggereert, waar hij zegt dat hij onder de melaatsen de barmharigheid beoefende, door voor de melaatsen zijn hart te openen (miseri-cordia), maakte hij de barmhartigheid van God zichtbaar in een harde, zondige en goddeloze wereld.
eindelijk na twee vergeefse pogingen in 1219 lukte de sultan in Damiate, in de Nijldelta, te ontmoeten, werd hij heel vriendelijk door hem ontvangen. Hij slaagde er echter niet in de sultan te bekeren. Reden genoeg voor de biografen om Franciscus’ tocht als een mislukking te beschouwen. Franciscus zag dat toch anders. Na terugkomst in Italië wil hij dat zijn broeders deze tochten voortzetten en op ingeving van God onder de moslims in de geest van Jezus in vrede gaan leven en in daden van dienstbare solidariteit hun geloof als christenen onder hen belijden.
Vanaf het begin was Franciscus’ blik gericht op de wereld buiten Assisi, buiten de Umbrische en Italiaanse samenleving. Dit was vooral te danken aan de kruistochtkoorts die toen in de christelijke wereld heerste. Franciscus was vijf jaar toen het traumatische nieuws Italië bereikte dat Saladin op 2 oktober 1187 Jeruzalem veroverd had. De paus riep meteen op tot een kruistocht om de moslims uit Jeruzalem te verdrijven. Het is niet onwaarschijnlijk dat toen reeds de kiem is gelegd voor Franciscus’ jeugddroom om ooit als kruisridder naar het Heilig Land te gaan, een droom die hij, zoals gezegd, nog koesterde na zijn mislukte deelname aan de strijd tegen Perugia. Na zijn omkeer bleef de moslimwereld hem echter intrigeren. In de wereld om hem heen werd de kruistocht voortdurend aangeprezen als een God welgevallige onderneming. Vanuit zijn vredesspiritualiteit en zijn idee van een universele broederschap had Franciscus hier echter andere ideeën over ontwikkeld. Deze kwamen er in het kort op neer dat hij, in tegenstelling tot de pauselijke kruistochtpolitiek die gericht was op de onderwerping van de moslims, aan de moslims onderdanig, dienstbaar wilde zijn, en zo ook de sultan en zijn huis vrede wilde wensen. Hij wilde, hoe dan ook, geen oorlog, zelfs niet met woorden. Toen het hem dan
Franciscus’ spiritualiteit - en daarin ligt ook haar belang voor onze tijd - is een duidelijke wereldomvattende vredesspiritualiteit die haar basis vindt in de kritische manier waarop Franciscus aan zijn negatieve ervaringen met de amenleving in Assisi, maar ook wereldwijd, een positieve wending weet te geven. Het is daarom ten diepste een mensen wereldgerichte ervaringsspiritualiteit die erop gericht is om Gods oorspronkelijke bedoelingen met mens en wereld te verwezenlijken en een universele zuster- en broederschap op te bouwen die niet alleen alle mensen over de hele wereld omvat maar ook alle dieren en de gehele schepping. Daarbij is Franciscus’ aandacht heel bijzonder, vanuit zijn ervaringen in een wereld die in de ban is van de kruistochten, gericht op een christen-moslim gebedsoecumene in het loven en prijzen van de almachtige God die zich vervolgens vertaalt in ons aller inzet om de oikoumenè, heel de bewoonde wereld, ons globale oikos, ons globale huis, tot een huis te maken waar de mensen niet langer verdeeld zijn, maar met elkaar in vrede samenwonen. Zo opent Franciscus een prachtig visioen dat het waard is om geleefd te worden, bijzonder ook in onze tijd.
20
EIGENTIJDSE HEILIGEN Familieheilige: Moeder Door. Wim Warmerdam
In de Griekse en Romeinse oudheid was de wereld verdeeld in “boven”, de godenwereld, en “onder”, de mensenwereld. De mensenwereld was afhankelijk van de Goden. Er bestonden talloze goden, die allemaal ergens voor dienden. Men bouwde tempels om de goden gunstig gezind te maken. Ook geloofde men, dat de zielen van gestorvenen tot in het derde en vierde geslacht onder de levenden aanwezig waren.
de eigen altaartjes, die tegen de zijmuren van de kerk staan om daar hun offer aan de goden te brengen en daar hun voorouders vereren.
Zo kwam men ook op de gedachte om in de woningen huisaltaren te maken, zodat men ook thuis de goden en overledenen kon benaderen. Er werden offers gebracht en de altaren werden versierd met bloemen en lichtjes. In de 4de eeuw werd het Christendom het monotheïsme, de verplichte godsdienst van het immense keizerrijk. Het monotheïsme, verkondigd door de katholieke kerk werd de maatstaf , als het ging over het lot van de levenden en de doden. Daardoor verdween het polytheïsme uit het leven de mensen. Hoewel: in veel culturen vinden we nog een sterk geloof in goden. Zelfs in de zogenaamde gekerstende landen hangen mensen het monotheïsme aan, maar vereren daarbij ook nog hun eigen goden en vooral speelt de voorouderverering een grote rol. In de negentiger jaren was ik in Burkina Faso. We hadden met behulp van een stichting in het dorp Toudou, een dorpje in de bush-bush een soort medische post gebouwd. We waren daar op bezoek om de zaak eens te bekijken. In dit kader werden we ook uitgenodigd bij de dorpsoudste. Hij woonde in een ommuurde kraal met zijn vrouwen en kinderen. Voordat we door een soort deur kropen, zagen we een grote bloedige offersteen, waar pas een offer was gebracht. In de tijd, dat Europa op grote schaal de “nieuwe wereld” kolonialiseerde, werden hele volkeren tot het christendom bekeerd. Dat ging zowel goedschiks als kwaadschiks. Ik heb gelezen dat in Guadalupe, Mexcico, waar een groot Mariaheiligdom gebouwd is de gelovigen massaal naar de kerk gaan. Als de Mis uit is gaat iedereen naar
Hoe ligt dat in onze cultuur? Vanuit de godsdienst kennen we het geloof in het voortbestaan na de dood. In de vieringen herdenken we met piëteit de gestorvenen. We versieren hun graven met bloemen en kaarsen. In ontelbare huiskamers worden bij foto’s van overledenen bloemen gezet en kaarsjes gebrand. Zo ontstaan een soort huisaltaartjes. Zo ook in onze familie. In de hele familie vind je ergens wel een foto van mijn moeder Mijn ouders trouwden in het begin van de twintiger jaren van de vorige eeuw. Van 1923 – 1947 kregen ze 17 kinderen. Als ik dat vertel staat iedereen met de ogen te knipperen. Twee ervan stierven bij de geboorte en een zus stierf op 17- jarige leeftijd aan non-hodskin. Terugkijkend moet men constateren, dat deze periode de slechtste periode was van de 20ste eeuw. Mijn moeder was altijd in de weer met wassen, strijken, verstelwerk en inkopen doen. Daarvoor ging ze elke week met de bus naar Haarlem en kwam terug met twee grote volle tassen. Een van de kinderen ging dan vaak mee om te helpen sjouwen. ‘s Zaterdags werd alles voorbereid voor de zondag. Zondag was haar absolute rustdag. Ze nam dan de Libelle en binnen een kwartier viel ze boven de Libelle in slaap. Als wij uit school kwamen zat ze altijd klaar met thee en een Maria biscuitje. 21
Als kind hebben wij nooit gemerkt dat ze zo’n druk en waarschijnlijk ook zorgenvol leven had. Ze was opgeruimd van karakter en hield wel van een pretje. Mijn vader was een strenge en autoritaire man, maar zorgde goed voor het grote gezin. Hij zat in het dorp in allerlei verenigingen en was ‘s avonds nogal eens weg. Wij hadden dan de grootste lol met moeder en deden allerlei spelletjes. Ze zat echter altijd met gespitste oren en zei dan opeens: “Pa komt er aan”. Voordat hij binnen was, waren wij de braafste kinderen, die je maar kon bedenken. De broers en zussen trouwden en kregen kinderen. Op het laatst hadden ze tweeënvijftig kleinkinderen. Vooral mijn moeder bezocht de verjaardagen van alle kleinkinderen, want pa moest werken. Daarbij kwamen beiden uit grote families en ook de verjaardagen van de ooms en tantes werden trouw bezocht. Ook hadden we natuurlijk de vele huwelijksfeesten, communiefeesten, Sinterklaas, Kerstmis Oud en Nieuw enz. Alles werd eenvoudig maar toch groots gevierd. Mijn moeder was en bleef de spil rondom dit familiegebeuren. In 1965 kreeg ze een hersenbloeding. Ze was halfzijdig verlamd en kon niet meer praten en dat deed ze zo graag. Na vijf dagen werd ze pas in het ziekenhuis opgenomen. Veel te laat
natuurlijk, zoals we nu weten. Als je aan haar bed stond keek ze je aan. Je zag, dat ze je kon verstaan, maar ze kon niet praten en dat deed ze dan met haar ogen. Op 21 april 1965 vierden we in het ziekenhuis haar drieënzestigste verjaardag. De zusters hadden haar bed met slingers versierd. Twee dagen daarna, op 23 april, is ze gestorven. De ziel en het hart was uit de familie verdwenen en de spin had haar web verlaten. In 2015 wordt het vijftig jaar geleden, dat ze gestorven is. Een foto, een bloem, een kaars en een herinnering. Regelmatig komt ze, als we bij elkaar zijn, in gesprekken aan de orde. Haar leven wordt doorverteld aan de kleinkinderen en hun kinderen. Nu al tot in het derde geslacht. Als we over haar praten dan is het altijd met veel liefde, respect en bewondering. Onuitwisbaar gaat ze mee in ons eigen leven en herinnering. Ze is voor ons een voorbeeld. We hebben voor haar een huisaltaar gebouwd in ons hart en via een foto en verhalen blijven we haar levend houden. “Moeder Door”, zoals ze genoemd wordt sterft niet. Ze zal door de officiële kerk wel nooit heilig verklaard worden, maar voor ons is ze een heilige, een eigentijdse heilige dus.
DE ROEPSTEM VAN FRANCISCUS Lucas van Druten ofm Een aantal jaar geleden had ik eigenlijk alles wat nodig was om in de ogen van een buitenstaander een geslaagd leven te leiden. Een lieve vriendin, een mooi huis en een goede baan als consultant. Inmiddels ben ik ingetreden bij de franciscanen en studeer ik theologie in Utrecht. Een radicale omwenteling.
Als kleine jongen dacht ik veel na over God. Ik vond het leven een verwonderlijk iets. Als ik met mijn vader in de kerk was kon ik me intens gelukkig voelen. Later is dit gevoel een beetje weggezakt. Ik wilde aan de ene kant graag ‘het goede doen’, ook al wist ik niet precies wat dat was. Aan de andere kant wilde ik er ook graag bijhoren, vooral op de middelbare school. Naar de kerk gaan is dan niet iets waardoor ‘erbij horen’ makkelijker gaat. De godsdienstlessen op school waren vooral om te keten. De heersende opvatting was, niet alleen onder de leerlingen, dat godsdienst en kerk niet zo belangrijk waren. Later toen ik in Leiden studeerde, veranderde er aan dit beeld niet zo veel. De kerk kwam er in de media vaak niet zo best van af. En in het
Uiteraard heeft deze verandering zich niet van de ene op de andere dag voorgedaan. Er ging een lange weg van zoeken aan vooraf. Een weg die lang niet altijd gemakkelijk was. Maar toch was het een mooie weg waar ik dankbaar op terug zie . En die me heeft geleid tot waar ik nu sta. 22
studentenmilieu hoorde je erbij als je op de sociëteit kwam. Naar de kerk gaan werd toch gezien als iets geks, iets van vroeger. En als ik dan eens naar de kerk ging was ik meestal een van de weinige jongeren.
van stilte in het getijdengebed. En ik was onder de indruk van de psalmen die werden gezongen. “Dit is wat ik wil”, dacht ik toen. Na dat eerste bezoek volgden er nog vele gesprekken. Inmiddels woonde ik alleen en was ik naast mijn werk begonnen met de deeltijdstudie theologie. Het gevoel “thuis te komen”werd steeds dieper. En ik wilde steeds meer. Niet alleen de studie volgen, maar echt intreden en priester worden.
En zo heb ik mijn religieuze verlangen lange tijd laten sluimeren. Ik heb genoten van mijn studententijd. En daarna heb ik geprobeerd er het beste van te maken op mijn werk en in mijn relatie. En eigenlijk was ik daar ook best tevreden mee. Maar toch is er altijd iets blijven knagen. Een onrustig verlangen in mijn binnenste. En dat verlangen, of die roepstem, werd steeds sterker. Langzaam maar zeker ben ik vastgelopen. En leidde ik een ‘eigenlijk-bestaan’. ‘Eigenlijk’ zou ik mijn leven volgens het evangelie vorm willen geven, maar durfde ik dat niet. Ik durfde er niet eens met anderen over te praten. Op een gegeven moment ging het niet langer zo.
In september 2010 ben ik op proef bij de franciscanen in Amsterdam gaan wonen. Ik zegde mijn baan als consultant op en ging werken in de thuiszorg in Amsterdam west. Niet meer in pak en met laptop naar kantoor, maar op de fiets met huishoudhandschoenen bij mensen thuis komen. Een wereld van verschil. Ik genoot ervan om met mijn handen bezig te zijn en met eenvoudige klusjes toch veel voor anderen te kunnen betekenen. Tegelijkertijd studeerde ik verder en wist ik het steeds beter: “ik wil echt verder leven als franciscaan”. Na dat eerste jaar in Amsterdam volgde het noviciaat in Duitsland. Dat was een jaar van stilte en gebed. Met drie leeftijdsgenoten volgden we een programma over Clara en Franciscus en kregen we de kans om echt bij onze roeping stil te staan. Na het eerste half jaar ben ik een stage gaan doen bij een woonhuis van verstandelijk gehandicapten. Een hele mooie en liefdevolle ervaring! Als consultant werkte ik vooral met mijn hoofd. Bij de gehandicapten mocht ik werken met mijn hart en mijn handen. Ik zou het echt iedereen gunnen om voor deze bijzondere mensen van betekenis te mogen zijn. Inmiddels is het noviciaat alweer een jaar achter de rug. Ik woon nu in onze communiteit in Utrecht. We zijn met zijn negenen. Ik ben de jongste in huis en heb de draad bij de theologiestudie weer opgepakt. Al met al leid ik een bijzonder bestaan. Avontuurlijk ook, vind ik zelf. Misschien zou je dat op het eerste gezicht niet zeggen bij het kloosterleven, maar het is een zinvol en veelzijdig leven. We hebben veel contacten met de medebroeders in andere landen. Van Brazilië en India tot België en Duitsland en natuurlijk ook met ‘het hoofdkantoor’ in Italië.
Tijdens de zomervakantie in Frankrijk heb ik op de racefiets de Mont Ventoux beklommen. En daar is toen iets heel bijzonders gebeurd. Ik kan het nog het beste als een diepe religieuze ervaring benoemen. Toen ik na twee uur klimmen boven kwam, voelde ik me ongelofelijk sterk aangetrokken tot God. Het was een heftig moment. Hoe het daarna precies verder moest wist ik nog helemaal niet. Maar ik voelde een diep vertrouwen dat ik op het spoor van mijn roeping werd getrokken. Na die zomer raakte ik in contact met de franciscanen. Van de middelbare school kende ik nog steeds de franciscaan die destijds de begeleider was van het jongerenkoor waar ik in zong. Toen ik hem opzocht in het klooster in Megen kreeg ik het gevoel alsof ik thuis kwam. Ik werd geraakt door de momenten 23
Achteraf denk ik toch dat het zo heeft moeten zijn. In de Bernardinuskapel ben ik ooit gedoopt door pater Max. Mijn ouders zijn door een franciscaan getrouwd. Aan mijn moeders kant van de familie zijn meerdere ooms en neven in de orde gegaan. Het zit een beetje in de familie geloof ik. Misschien dat het ook de tijdgeest is geweest waardoor het bij mijzelf eventjes geduurd heeft. Maar ik ben blij dat ik de stap ‘gewaagd’ heb en op de roepstem in mijn binnenste ben ingegaan.
In die zin heb ik veel steun aan het voorbeeld van Franciscus. Ook hij kende ‘het gewone leven’ heel goed. Ook hij wilde iets doen wat de meeste mensen maar gek vonden. En net als hij heb ik van veel dingen afstand gedaan om er heel veel voor terug te krijgen. Een zinvol leven, dat ik samen met mijn medebroeders mag inzetten voor de armen onder ons. Kortom, veel ingrediënten voor een rijk bestaan!
Heiligen anno 2013 Han Groen
Volgens de huidige kerkrechtelijke regeling maakt u als lezer van dit 75e nummer van Contact Onderweg helaas geen kans om een dezer dagen heilig te worden verklaard.
laten toekomen is twijfelachtig. Paus Franciscus heeft als een van zijn eerste daden ons op 12 mei jl. van een peloton nieuwe heiligen voorzien: Antonio Primaldi en achthonderd gezellen werden door hem in één keer heilig verklaard. Antonio c.s. hebben daar 532 jaar op moeten wachten: ze sneefden in 1480 omdat zij weigerden zich tot de Islam te bekeren, terwijl de Ottomanen dat graag toch echt graag wensten. Paus Benedictus heeft in 2012 een wonder, op voorspraak van onze Antonio geschied, erkend.
U moet niet alleen twee onverklaarbaar wonderlijke daden hebben verricht die door een commissie van geleerde heren van allerlei kanten zijn besnuffeld en ook echt wonderbaarlijk bevonden, en bovendien nog een bewijs van uw godsvrucht vormen, u moet ook, en dat is essentieel, ook het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld hebben. Behalve het laatste, zijn deze voorschriften voor heiligverklaring met een beetje inzet en goede wil wel te vervullen. Eigenlijk is het wel een beetje raar dat de heilige eerst overleden moet zijn: zo wordt het ons onmogelijk gemaakt om met een heilige eens een pot bier te drinken en wat te bomen over de voors en tegens van heiligdom. Met heiligen valt niet te praten en als je al wat tegen ze zegt, zeggen ze nooit wat terug. Hoe vaak hebt u Sint Antonius gevraagd om wat assistentie bij het terugvinden uw verdwenen autosleutels, huissleutel, echtgenoot, oorbel, ring of ander kleinood? Hebt u ooit een stem uit de hemel gehoord die u adviseerde eens in de bovenste laatje van uw nachtkastje te kijken? En als men na de aanroeping het verlorene terugvindt, is de reactie tien tegen een: “Ach, sufferd die ik ben, natuurlijk de bovenste laatje van het nachtkastje!” U bent welopgevoed, dus voor de vorm bedankt u de H. Antonius, maar of wij hem echt alle eer
Eenmaal op dreef heeft Franciscus ook de heiligverklaringen van Johannes Paulus II en Johannes XXIII goedgekeurd, voor de eerstegnoemde wonderbaarlijk snel en op grond van twee wonderbaarlijke genezingen, bij de tweede en vrijstelling voor het vereiste van een tweede wonder verlenend omdat deze paus zoveel voor de kerk heeft betekend. Het vereiste van die wonderlijke daad is al wonderlijk op zich. Als eerste moet het op 24
voorspraak van de heilige in spe door aan de Eerbiedwaardige in de hemel worden toegeschreven.
als vredesactivist en Nelson Mandela als bevrijder van de apartheid vermoedelijk ook niet.
Wat opvalt, is dat behoorlijk wat heiligen een in de regel medisch wonder verrichtten, of daarin soms zelfs grossierden. In latere tijden zijn zij ook nogal veel werkzaam in de ziekenof zielzorg. Er zijn er ook uit de agrarische sector die de hand hadden in oogsten. Tot slot is er de groep spijtoptanten: zij bedachten zich op tijd bij onze katholieke club beter af te zijn dan de populairdere waar ze eerst bij hoorden.
Anders gezegd: heiligverklaring heeft er alle schijn van erkenning van de kwaliteiten voor de samenleving van opvallende mensen te zijn, maar maakt onderscheid naar achtergrond en afkomst. Het heeft alle schijn van het erelidmaatschap van de club, waarbij de oud-voorzitters snel carrière kunnen maken en anderen het met een paar eeuwen meer moeten doen. Jammer, want heiligen zijn, wie hun verhalen leest, inspirerende figuren.
Onwillekeurig bekruipt de amateur-hagioloog de gedachte dat heilig-worden veel te maken heeft met het onverklaarbare verklaard door dit te bestempelen als een wonder. Medische of maatschappelijke toevalstreffers verklaard met behulp van het fenomeen “wonder” in tijden dat de wetenschappen nog niet echt de diepte ingegaan waren.
Zouden we onze kerk niet aansprekender maken door eigentijdse mensen op een sokkel te zetten? Een voorbeeld dat in onze 21e-eeuwse belevingswereld past zegt meer over hoe u met uzelf en anderen omgaat, dan een wat belegen type uit 1480. Zegt de voor kogels dekking zoekende arts van een hulporganisatie in Afrika niet méér dan een met pijlen doorzeefde middeleeuwer? Spreken vrijwilligers die in Palestijnse vluchtelingenkampen onderwijs en medische hulp geven niet wat méér tot de verbeelding dan een intens goede ziekverzorgende zuster uit 1843? Krijgen Zuid-Afrikaanse moeders die tegen kinderverkrachting vechten door belangeloos dag in dag uit dorpen af te reizen om meisjes van negen jaar voorlichting geven hoe verkrachting te voorkomen omdat dit hen op grote schaal op die leeftijd al overkomt?
Met de voortgeschreden inzichten en technieken van nu opnieuw bekeken, is de kans aanzienlijk dat wat wonderen uit het verleden sneuvelen. Omgekeerd geldt vreemd genoeg dat dat wie wetenschappelijk een medisch wonder van formaat bedenkt pech heeft: daar word je nooit heilig mee, ook al hoor je bij de club en ben je het Rijk Gods binnengetreden. Noch Marie Curie of Alexander Flemming, noch Francis Crick en James Watson (ontdekkers het DNA), noch de ontdekkers van het Higgsboson-deeltje (het God-deeltje) maken ooit kans heilig te worden verklaard, terwijl zij de wereld fundamenteel veranderden.
Zijn deze mensen niet dé voorbeelden van de levensovertuiging waarvan Christus graag ziet dat wij uitdragen? En waarom moeten die mensen dan eerst dood om erkenning te krijgen?
Heilige kunt u bovendien enkel en alleen worden als u bij de club hoort. Veronderstel dat Fidel Castro na diens verscheiden blijkt een echt groot wonder te hebben verricht dat getuigt van sociale vroomheid: Hij maakt als communist geen kans. Yitzhak Rabin
Heiligen leven onder ons: laten we die zoeken en er samen mee op weg gaan..
25
Franciscus en moderne heiligen Martin Fickers .
Sint Franciscus van Assisi is, alhoewel hij in de middeleeuwen (1181-1226) leefde, op en top een moderne heilige. Ik vrees dat geen moderne heilige qua moderniteit de vergelijking met Franciscus zal kunnen doorstaan. Deze bewering moge aan het einde van dit artikel duidelijk zijn geworden.
melaatsen in hun krotten, zo goed als hij kon. Zijn ontberingsvolle krijgsgevangenschap en de ontmoeting met de melaatsen brachten een ommekeer bij hem teweeg. Hij verkocht al zijn bezittingen. Toen Pietro Bernardone probeerde het conflict te beslechten tussen hem en zijn dwaze zoon voor een kerkelijke rechtbank,- een dagvaarding voor een wereldlijke rechtbank werd door Franciscus geweigerd, hij was een dienaar Gods-, op het plein voor de Santa Maria Maggiore te Assisi, trok hij bij wijze van antwoord al zijn kleren uit en legde ze neer aan de voeten van de bisschop Guido. Toen wendde hij zich tot het volk, naakt, rechtop en riep: ”Weest allen mijn getuigen. Voortaan ben ik een dienstknecht van Christus. Van nu af aan erken ik Pietro Bernardone niet meer als mijn vader en zal ik alleen God in de hemel als mijn Vader beschouwen”. De dwaas had gesproken. Het leek wel of hij met zijn kleren ook zijn dwaasheid had afgeworpen. Nu had hij geen bezit meer, hij was een arme, zoals hij dat gewenst had en kon onbelemmerd de Meester (d.i. Christus) volgen. Dicht onder de muren van Assisi lag het kleine kerkje van San Damiano met een oud kruisbeeld. Een bejaarde priester leefde er als kluizenaar en vierde er in de eenzaamheid de Eucharistie; Franciscus was er geregeld bij. Toen kwam eindelijk het teken waarop hij zolang had gewacht. De Christus aan het kruis sprak tot hem met een blik vol oneindige liefde “Mijn huis is in verval, Francesco, ga heen en bouw het weer op”! Nu wist hij wat hem te doen stond. De RKK was in de middeleeuwen helemaal op de verkeerde weg in haar streven naar rijkdom en naar wereldlijke macht.Schamel gekleed en op blote voeten trok Franciscus rond, in en om Assisi, om het Evangelie te verkondigen. Het was in die dagen niet gebruikelijk om het Evangelie zo maar op de hoeken van de straten te prediken. Als men de woorden van Christus wilde horen, dan moest men naar de kerk, want alleen daar werden zij door de priesters uitgesproken en dan alleen nog in het Latijn.
I-Leven en werk van Franciscus van Assisi. A-Franciscus als minderbroeder in de toenmalige RKK
Als een levenslustige zoon van de heel rijke stoffenhandelaar Pietro Bernardone ondervond hij aan den lijve hoe het bezit en de onderlinge afgunst tot oorlogen leidde en veel ellende onder de mensen bracht. In de oorlog tussen Perugia en Assisi werd hij gevangen genomen en een vol jaar opgesloten in een donkere vochtige kerker. Zijn vader kocht hem vrij. Nadien werd hij ernstig ziek, maar hij herstelde. Franciscus was uit zijn lood geslagen en wist niet meer waar hij het zoeken moest, ook niet na een bedevaart naar Rome. Hij verwachtte een boodschap of een opdracht van God. Te Rome schudde hij zijn beurs met goudstukken, al zijn geld, leeg over het graf van Sint Pieter, hij gaf zijn prachtige kleren weg en voegde zich bij de bedelaars. Als landloper kwam hij thuis, tot grote ergernis van zijn vader, tot blamage van zijn familie en tot een schandaal in de hele stad! Om zijn vader te gehoorzamen trok hij wederom nette kleren aan. Nadien zwierf hij te paard doelloos en eenzaam rond buiten de stadsmuren van Assisi. Op een keer stond hij tegenover een melaatse; die moesten toen buiten de stad verblijven wegens het besmettingsgevaar. Het gezicht van de zieke was helemaal weggevreten, zijn lichaam was overdekt met walgelijk stinkende wonden. Etter droop uit zijn zwerende ogen. Franciscus wilde omkeren toen het opeens tot hem doordrong dat hier een mens voor hem stond. En de Christus die hij wilde volgen, wiens opdracht hij verwachtte, had geleerd “Hebt uw naaste lief als u zelve”. Hij steeg van het paard, boog zich over het rottende gezicht en kuste het. Nadien verpleegde hij dagelijks de 26
(NB. Fransciscus was geen priester,wel diaken). De manier waarop hij predikte, met eenvoudige woorden en in een taal die iedereen kon verstaan, gaf aan de heilsboodschap een nieuwe glans. Voor het eerst begreep men de woorden van Christus weer, die door het eeuwenlang opdreunen in een maar half verstaanbare taal tot een sleur waren geworden. Franciscus leerde de mensen weer dat de leer van Jezus niet alleen in het verleden geldig was geweest, maar ook in het heden en in de toekomst en voor altijd nagevolgd diende te worden. Allerwegen begon men uit te zien naar il poverello,de kleine arme van Assisi, die bij machte was de mensen terug te voeren naar God. De Blijde Boodschap schoot wortel, zo ook bij Bernardo da Quintavalle, een van de rijkste mannen van Assisi en een groot weldoener voor de melaatsen. De gemeenschap rondom Franciscus groeide geleidelijk, zij noemden zich de minderbroeders, aldus had hij besloten. In Assisi waren er namelijk 2 soorten burgers: de majores,de rijken, de heren en de edelen,en de minores, de minderen, de burgers en de armen.
de armen; dan zal je een schat bezitten in de hemel”(Mt.19,21). Vervolgens las de priester: ”Neemt niets mede op uwen weg, geen staf, geen brood, geen geld”(Lc.9,3). Tot slot las de priester: ”Wie mijn volgeling wil zijn, moet mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen”(Mt.16,24) .(NB:Deze 3 teksten staan in de glas-en- loodramen rechts in onze kapel ).Toen sprak Franciscus: ”Broeder Bernardo, dit zal onze Regel zijn. Ga heen en doe wat Christus je gevraagd heeft”. En Bernardus gehoorzaamde onmiddellijk. Hij verkocht al zijn bezittingen en reeds de volgende ochtend stond hij in een schamel kleed gehuld, naast Franciscus op het grote plein, midden in Assisi. Zij deelden samen het geld uit van Bernardus aan de armen. Natuurlijk veroorzaakte die daad een geweldige opwinding in het stadje. Il poverello had een nieuw wonder verricht. En uit de menigte trad een man naar voren, Pietro di Catani genaamd. En hij boog zich voor Franciscus en vroeg of ook hij hem mocht volgen. En om te bewijzen dat het hem ernst was, verdeelde ook hij al zijn bezittingen onder de armen. En de verbazing van het volk nam toe, want Pietro di Catani was een geleerd man, die zelfs de titel van doctor in de rechten had gehaald aan de universiteit van Bologna. De 3 evangelieteksten vormden de eerste Regel,de Oerregel, van de broederschap. Deze Oerregel werd in 1209 mondeling door de machtige paus Innocentius III bekrachtigd, tot grote schrik van de rijke kardinalen en prelaten, tot grote vreugde van Franciscus en zijn 11 gezellen die naar Rome waren getogen. De pauselijke goedkeuring van de Oerregel heeft de jonge orde waarschijnlijk voor verdelging in de RKK behoed. Volgens deze Regel van de eerste broederschap werd hun leven bepaald door bezitloosheid en was het gericht op vrede. Het bezit was de oorzaak van veel ellende op deze wereld. Later werd een schriftelijke Regel opgesteld die verschillende malen werd veranderd. De bezitloosheid mocht volgens Franciscus niet leiden tot bedelaarschap. Door handenarbeid in de huizen van de mensen moesten de broeders die toen grotendeels ongeletterd waren (later veranderde dit), voorzien in hun levensonderhoud. Zij mochten eten en drinken wat de mensen in huis hadden. Zo
Op een goede dag zei Franciscus aan Bernardus: ”Broeder Bernardo, laat ons de Meester vragen ons zijn wil te openbaren”. Zij gingen hiervoor in de kerk van Sint Nicolaas in Assisi en baden langdurig. Na de Eucharistieviering verzocht Franciscus de priester om drie maal, op goed geluk, het heilige Boek voor hen te openen en de teksten voor te lezen die hij op deze wijze zou aantreffen. De eerste tekst luidde:”Als gij volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je bezit en geef de opbrengst aan 27
konden zij de Blijde Boodschap en de vrede onder de mensen brengen. Het Evangelie preken in de kerken was niet hun ding, althans niet in het begin, maar wel het Evangelie doen in de huizen en in de leefomgeving van de mensen.
toestemming het graf van Jezus te bezoeken in Jeruzalem evenals de stad Bethlehem. C-Franciscus als natuurbeschermer.
Franciscus had, uitzonderlijk voor zijn tijd, een bijzondere eerbied en liefde voor de dieren en ook voor de levenloze natuur. ”Maar broeder rups, het is wel erg onverstandig van je om hier zo maar over de weg te kruipen. Straks zal er nog iemand op je trappen en daarvoor heeft God je toch niet geschapen”. En Franciscus pakte de rups heel voorzichtig en droeg haar naar een struik. Op een van de gebrandschilderde ramen van de Bernardinuskapel spreekt Franciscus tot de vogels. “Zustertjes”, zei hij tegen de zwaluwen “laat mij nu ook eens even wat zeggen. Wees heel stil en luister allemaal goed, want het is Gods woord dat ik verkondig”. Zelfs het kleinste klooster der minderbroeders had een tuintje, -zo was er ook een kloostertuin naast de Bernardinuskapel -, waarin Gods bloemen verzorgd werden met evenveel liefde en toewijding als de zieken en de armen. Franciscus´ liefde voor de hele natuur wordt prachtig verwoord in zijn Zonnelied, waarin hij dankt voor zuster Zon,zuster Maan,broeder Wind,broeder Vuur en moeder Aarde.
B-Franciscus als vredestichter.
Zonder bezit en ongewapend trokken Franciscus en zijn minderbroeders rond om in een gewelddadige en oorlogszuchtige wereld, waaraan ook de kerkelijke autoriteiten het nodige bijdroegen, oorlog te voorkomen en om te proberen tegen de draad in vrede te stichten. Volgens een oud getuigenis was de vredeswens (Vrede voor dit huis) toen zeer ongewoon en ongebruikelijk. Nog nooit hadden de mensen van religieuzen zo´n groet gehoord. In de ogen van sommige mensen waren de broeders verdacht, misschien heulden zij wel met de vijand! In de vroege 13de eeuw was Europa in een felle strijd verwikkeld met de moslims om de heerschappij over wat het “Heilige Land” heette. In felle redes riepen de pausen de christenen op tegen de moren in Spanje en tegen de moslims in het Midden Oosten. Het apocalyptische beest uit de Openbaring, hiermede werd Mohammed bedoeld, moest worden verslagen, want 600 van de 666 jaren die aan het beest gegeven zijn,waren verstreken. Maar niet iedereen liet zich meeslepen door dit vijanddenken. Er was één man die zich -te midden van vijandschap, onverdraagzaamheid en geweld tegenover de moslims – inzette voor christelijke waarden als vijandliefde , zorg voor de ontheemde vreemdeling, solidariteit met alle mensen, ook de moslims, en vredelievendheid. Die man van vrede was Franciscus van Assisi. In 1219, de vijfde kruistocht was in volle gang, bracht hij, na twee eerdere mislukte pogingen,een bezoek aan sultan Malek al-Kamil in Egypte. Hij wilde de sultan niet bekeren maar hem in een dialoog tot vrede bewegen. Hij kreeg grote bewondering voor de geloofspraktijk van de moslims. Hij raakte ervan overtuigd dat de moslims tot Gods heilsplan behoorden en geen vijanden waren. Zijn bezoek maakte wederzijds een diepe indruk, helaas werd het geen vrede. De sultan gaf hem een vrijgeleide waardoor Franciscus ongehinderd het vijandelijk gebied kon passeren. Hij kreeg ook
II-Waarom is Franciscus een zeer moderne heilige? Het antwoord leest u in A,B en C.
A. - Franciscus wilde niet zozeer dat het Evangelie werd verkondigd in de kerken maar dat het werd gedaan in de huizen van de mensen, op hun akkers enz. Wim Zaal schrijft dat de kerk Franciscus heeft verkocht en verraden (De Heiligen. Erflaters van Europa.1982 Ambo ISBN 90 263 0556 7), ik wil er aan toevoegen met hulp van medebroeders waarop hij zich verkeken had, met name op broeder Elia. Deze was door hemzelf nog benoemd tot provinciaal minister der minderbroeders in het Heilige Land. Hij zou ervoor zorgen dat de minderbroeders grote invloed kregen van alle landen van Europa. De minderbroeders werden ingezet door de pausen om te prediken voor de kruistochten. Broeder Elia zou ook Vrouwe Armoede ontrouw worden, hiervoor veranderde hij de regel in 1230. En bovenal: hij zou het lichaam van Franciscus na diens dood laten begraven in een reusachtige kerk, de San Francesco 28
in Assisi. Een kerk met 2 verdiepingen die door haar ongekende pracht en luister uniek zou zijn in Europa,maar die juist daarom in lijnrechte tegenspraak was met het leven, de wensen en het geloof van Il Poverello. Goddank volgen ook nu nog duizenden mensen, lid van de Derde Orde, een orde van leken die Franciscus stichtte, zijn idealen over de hele wereld. Zij doen het Evangelie bij de mensen door armen en zieken te helpen en overal vrede te brengen. De RKK begint nu te begrijpen, maar niet overal, dat zij haar structuren en pastorale methoden zodanig moet wijzigen dat ze een missionair karakter krijgen. De kerk moet, zoals Franciscus, naar de mensen toegaan, de goede herder moet niet bij het ene trouwe schaap in de schaapskooi blijven zitten en de 99 anderen laten verdwalen. De situatie van de RKK is nu omgekeerd aan die van de parabel van de goede herder (Trouw,de Verdieping,18 mei 2013).Erop uitgaan om mensen op te zoeken, betekent een beetje wegtrekken uit onszelf, uit de afgesloten ruimte van onze eigen opvattingen als die ons in de weg staan en de horizon afsluiten die God is. Het betekent een luisterende houding aannemen. Waarom nu kleine, actieve geloofsgemeenschappen per bisschoppelijk decreet samenvoegen met vele inactieve gemeenschappen tot een reuzenparochie, ver van de mensen, een parochie die nooit zal functioneren? B.- Dat vrede beter is dan welke oorlog dan ook is een modern onderwerp van het grootste belang. De bewustwording bij Franciscus van de sociale en politieke mechanismen (bezit en macht) die bepalend waren voor de conflicten en vele oorlogen in zijn wereld, vormden de basis voor zijn spiritualiteit ter bevordering van de vrede. De vredeswens die de minderbroeders uitspraken onder de mensen is reeds genoemd, alsook het bezoek van Franciscus aan de sultan. De franciscaanse vredesmissie streeft niet direct een kerkelijke doelstelling na, maar beoogt allereerst een menselijke samenleving op te bouwen. Het is alleen mogelijk de vredesgroet van Jezus werkelijkheid te doen worden in een universele zuster- en broederschap waar aan alle mensen recht wordt gedaan. Dit was reeds het doel van de Derde Orde. Om dit
grote en nobele doel nog beter te bereiken in een moderne wereld, is aan het einde van de vorige eeuw Franciscans International(FI) opgericht, een wereldwijd opererende organisatie voor gerechtigheid en vrede. C. – Sint Franciscus zou zich in het graf omdraaien bij het zien van de huidige globale omgang met de aarde, de dieren en de planten. Deze destructieve omgang wordt vaak gedicteerd door motieven van bezit, rijkdom en macht (olie,land,grondstoffen etc), soms door onwetendheid van de grote massa, maar daarom niet minder erg, bijv. het overdadige, onduurzame huidige consumptiepatroon. Wordt de draagkracht van moeder Aarde en de veerkracht van dieren en planten niet binnenkort overschreden? Sint Franciscus zou er niet gerust op zijn. Hij, die op het einde van zijn leven te Assisi en omstreken reeds als een heilige werd vereerd, overleed kort na zonsondergang op zaterdag 3 oktober 1226. Zijn feestdag, 4 oktober, de dag van alle dieren,is beslist onvoldoende om de grote ecologische nood van de aarde, de planten en de dieren en daarom ook van de mensen, te keren. Deze heilige uit de middeleeuwen kan op grond van A (het Evangelie doen bij de mensen),B (de vrede brengen),en C (eerbied voor de aarde,dieren en planten), zonder meer een moderne heilige worden genoemd. Referenties: 1- Jean Dulieu. Francesco. Het leven van Franciscus van Assisi. Derde druk van de derde uitgave 2006. ISBN 978-90-6038-373-5 NUR 681 2 - Jan Hoeberichts. Franciscus en de sultan. Mannen van vrede. 2012. ISBN 978 90 5625 3769. 3- De Bernardinuskapel . Redactie Han Groen,Corry van Zandvoort. Uigave van de Stichting Samen Onderweg en het Bernardinuscollege,Heerlen,2013,
29
Colofon Nr. 75 jaargang 23 - oktober 2013 Contact Onderweg is een uitgave van de gemeenschap en Stichting Samen Onderweg Redactie: Han Groen, Herman Vos, Wim Warmerdam en Corry van Zandvoort Vormgeving: Herman Vos Adres van de Stichting, tevens adres van de redactie van Contact Onderweg: Akerstraat 97 6417 BK Heerlen tel. 045 – 574 24 46 Internet: www.samenonderweg.nl e-mail:
[email protected] Bankrekeningen: RABO: NL87 RABO 0119912023 ING:NL77 INGB 0005 7079 57 t.n.v. Stichting Samen Onderweg De pastor van de stichting, Marie-José Voss, is bereikbaar via telefoonnummer 045 – 574 24 46 of 043 – 3656358 (privé) Bijdragen (liefst als Word-bestand) of reacties kunnen aan bovengenoemd adres gestuurd worden of gedeponeerd in de brievenbus in de hal van de kapel. Via e-mail kan ook: samenonderweg@ zonnet.nl
Via e-mail kan ook: samenonderweg@ zonnet.nl
30