SALTO 24-05-2007 SALTO is de publieke omroep van Amsterdam en wil een spiegel zijn van de stad en een forum voor alle inwoners. “Laagdrempelig, en even divers als Amsterdam zelf”. Het is geen spreekbuis van de gemeente, noch van specifieke belangenorganisaties of instellingen. De Gemeente Amsterdam toetst enkel of het bestuur van SALTO de diversiteit van de Amsterdamse bevolking representeert. SALTO streeft naar zo groot mogelijke toegankelijkheid en stelt studiofaciliteiten, apparatuur en zendtijd beschikbaar tegen zeer lage prijzen. Iedere inwoner van Amsterdam kan een programmavoorstel indienen. Nieuwe concepten, met een relatieve vrijheid qua inhoud en vormgeving en vaak bedoeld voor een kleine doelgroep, die bij andere zenders moeilijk een plek zouden kunnen veroveren, krijgen een kans. Programmamakers zetten hun eerste stappen in medialand bij de zender. SALTO kan dus gezien worden als een broedplaats voor toekomstig talent. De organisatie van is vrij eenvoudig. SALTO heeft zeventien mensen in dienst die het dagelijkse bestuur vormen. Het bestuur houdt zich bezig met de subsidies die door de gemeente worden verstrekt, de distributie van hun kanalen door UPC en de samenstelling van de programmering op de radio en TV. Acht leden van het bestuur vormen de directie, beter bekend als het Programma Bepalend Orgaan (PBO). Het PBO beslist op basis van pilots en argumentatie van programmamakers welke programma’s een plaats krijgen binnen SALTO. De programmering dient de diversiteit van de Amsterdamse bevolking te representeren. De Gemeente Amsterdam toetst het PBO op naleving van haar doelstellingen. De programmamakers zijn onafhankelijk van SALTO. Indien gewenst kunnen zij cursussen volgen of (technische) ondersteuning aanvragen. Het bestuur en de organisatie van SALTO bemoeien zich niet met de inhoud van programma’s. In het jaarverslag van 2005 staat dat de organisatie in een proces van professionalisering verkeert. Onderdeel hiervan is de recente verhuizing van SALTO naar Pakhuis De Zwijger. Dit nieuwe, oude gebouw aan het IJ moet een broedplaats worden voor creativiteit in Amsterdam en moet SALTO professioneler en moderner maken. Het creëren van een herkenbaar profiel van de radio- en televisiezenders en programma’s moet deze metamorfose meer gestalte geven. SALTO is traditioneel aanbodsafhankelijk maar wil zich in de toekomst meer op de wensen van de luisteraar/kijker richten. In dit kader hebben we geprobeerd inzicht te krijgen in de kijk- en luistercijfers van SALTO. Dit bleek bijzonder lastig. SALTO zelf biedt geen overzicht hiervan en ook bij externe bronnen zijn geen adequate cijfers beschikbaar. SALTO is als organisatie niet opgezet als kijkcijferkanon, dit verklaart de desinteresse of misschien zelfs angst voor kijk- en luistercijfers. De doelstelling om alle verschillende groepen van de stad te bedienen staat haaks op het streven naar zo veel mogelijk kijkers en luisteraars. Zie verder de website van SALTO: http://www.salto.nl Interview met de directeur van Salto: Rudolf Buurma Rudolf Buurma, sinds 2004 directeur van Salto, uit zich enthousiast over het feit dat wij een documentaire willen maken over Salto en staat ons graag te woord in zijn kantoor met uitzicht over het IJ. Salto is in september 2006 verhuisd van de Amstel naar hier aan het IJ, in Pakhuis de Zwijger. Alles is er strak en nieuw. Vanwaar die verhuizing?
Om te beschikken over het snelste netwerk ter wereld. ‘Doordat aan de Amstel alles verouderd was werd Salto steeds minder serieus genomen. Nu zijn we in één klap overgestapt van het gebruik van analoge naar digitale apparatuur. En zonder verhuizing was de aansluiting op het Surfnet, het breedbandnetwerk van universiteiten niet mogelijk geweest. Wij kunnen hier vanaf de zomer tot 10 gig (red. gigabit) up.’ Begin van Salto “Salto is opgericht in een tijd dat er heel veel piraten met zware zenders waren, die aan het interferen waren met de torens van schiphol. Alhoewel er toen wel heel hard is gecontroleerd, zag de gemeente toch het belang van die zenders in. Daarom is er destijds besloten een gecontroleerd station aan te bieden binnen de FM band waar Salto uit is voort gekomen. Later pas is Salto ook televisie gaan maken.” Salto: al 23 jaar de publieke omroep van Amsterdam “Salto is de publieke omroep van Amsterdam, naast de public access zenders heeft Salto ook de uitzendlicentie voor AT5 en FunX. Het is zelfs zo dat AT5 in opdracht van Salto een programma maakt en dat doen ze heel succesvol want ze weten daar maar liefst een weekbereik van 80% van alle Amsterdammers mee te realiseren. Alleen is het een soort koekoeksjong geworden van Salto. Het is heel groot, er werken bijna honderd mensen. Maar we hebben ook FunX, de radio voor stadsjongeren die een heel andere demografische opbouw heeft dan de gemiddelde demografische opbouw van jongeren in Nederland. En dat is een heel succesvolle zender geworden, zij zijn zelfs marktleider binnen de groep van vijftien tot vijfentwintig. Dus dat is een behoorlijk prestatie. Dan hebben we nog twee televisiezenders die public access zijn en nog vijf radiozenders die public access zijn. Het staat in de mediawet dat je maar één publieke omroep per gemeente mag hebben en dat is Salto al 23 jaar lang. Dat werkt als volgt: wij hebben een programmabeleid bepalend orgaan, dat is ons bestuur en dat moet een representatie zijn van de bevolking die in Amsterdam woont. Op het moment dat wij denken dat te hebben gerealiseerd wordt het benoemd door het college van B & W en kan de raad dat bestuur dus representatief verklaren. Op het moment dat dit het geval is gaat er een brief naar het commissariaat van de media en die verleent ons vervolgens de uitzendlicentie. Salto is voor 99% eigenaar van AT5, er is alleen één preferent aandeel dat in handen is van de gemeente. Dat is een behoorlijke papierconstructie want de gemeente kan gewoon bepalen wat er met AT5 gebeurt. Salto is ook voor 25% eigenaar van FunX, want het is een concept dat is opgezet door de vier grote steden. Het kent regiozenders, elke stad heeft op de prime time uren een eigen regiovenster, hier in Amsterdam zit dat in het gebouw van AT5 en zij passen hun programmering echt aan op de stadsjongeren en daardoor krijgt het een echt urban geluid, veel meer hiphop en rap en ook veel Nederlandstalige rap dat echt groot is geworden via FunX. Dat is de klassieke vorm van radio en televisie maken, waarbij mensen gewoon in dienst zijn en ook een budget hebben.” Public access: de onorthodoxe manier van televisie maken “Public access is de onorthodoxe manier van televisie maken dat inhoudt dat mensen naar ons kunnen komen om zendtijd te kopen. Een uur televisie kost 30 euro per uur en een uur radio 4,70. Als je een studio wil huren kost dat ook 4,70 dus voor 9 euro ben je on air. Maar die kosten staan niet in verhouding tot de kosten die werkelijk gemaakt worden om dat te kunnen realiseren. Wij betalen per jaar alleen al 150.000 euro aan rechten een Buma/Stemra, om uit te
kunnen zenden wat wij willen. Bovendien zenden wij dat niet alleen via radio en tv uit maar ook op internet. Al die rechten zijn afgekocht en dat is heel belangrijk, vooral ook betreft het internet omdat daar toch de toekomst ligt.” Afspiegeling van de stad “Wij bedienen zo’n 180 organisaties uit de stad, voor ons is het ook leidend dat dit een afspiegeling is van de samenstelling van de stad en dat lukt behoorlijk goed, we zijn echt zo divers als de samenstelling van de stad. Dus daar zitten alle bevolkingsgroepen die je je maar kan bedenken bij, we zenden uit in 26 talen, ook in talen die je je niet kan bedenken, het is heel divers maar niet alleen maar etnisch gestuurd. Het is ook op basis van religieuze voorkeuren of seksueel, politiek, muzikaal. Het is zo divers als je maar bedenken kan.” Twee belangrijke uitgangspunten van public access “Twee belangrijke uitgangspunten staan daarin centraal. Ten eerste dat mensen het kunnen maken onder de eigen redactie. Dat is een groot verschil met AT5 en FunX waar je je gewoon hebt te voegen naar wat de hoofdredactie daarvan vindt. Bij ons heb je alleen algemene voorwaarden waar je aan moet voldoen, niet oproepen tot geweld, aanzetten tot geweld en pornografie. Als je voor de rest een format hebt ingediend dat goedgekeurd is kan je gewoon uitzenden wat je wil. Een format is van belang omdat je anders ook mensen krijgt die anders totaal geen idee hebben van wat ze willen maken. Ik heb wel eens iemand gehad die zei van ‘ja ik kan eigenlijk niet op papier schrijven wat ik wil maken want dat is zo groot’. Ja daar heb ik niks aan. Radio en televisie maak je altijd voor kijksters en luisteraars dus daar moeten mensen over nadenken. Wat ze daar in gaan brengen vind ik eigenlijk niet zo belangrijk, op het moment dat daar een doelgroep voor is vind ik het al lang prima. Ook al is die heel klein. We hebben Eritrea tv, er zijn misschien 500 Eritreers legaal in Amsterdam, misschien nog 2000 erbij die illegaal hier zijn maar desalniettemin is het wel een groep die erbij hoort en we willen ook dat die mensen een plek krijgen. De kijk- en luistercijfers van dit soort programma’s is natuurlijk ultra laag maarja, dat vinden wij eigenlijk niet zo belangrijk; we willen ook dat die mensen bereikt worden. Het tweede uitgangspunt is de continue basis; op het moment dat je op internet kijkt is er natuurlijk van alles te vinden op video en radio gebeuren, veel video met de komst van You Tube maar dat zijn vaak enkele uitzendingen. Het feit dat het hier op continue basis gebeurt maakt het pas interessant. Op het moment dat je Chinees nieuws hebt voor Chinezen in Amsterdam is dat alleen van belang als dat elke week of elke dag weer terug komt want dan weet die gemeenschap dat er wat te beluisteren valt. Die continue basis onderscheidt ons van de dingen die je op internet tegenkomt.” Salto als broedplaats “Een andere invalshoek die voor we voor die zenders erg belangrijk vinden is dat wij een broedplaats zijn voor nieuwe initiatieven. Dan gaat het om videokunst, programma’s voor misschien hele kleine doelgroepen en ook gewoon voor nieuwe experimenten met name ook op technisch vlak. Daar biedt Salto al jaren een plek voor. Dat heeft o.a. dus geresulteerd in die twee zenders, AT5 en FunX maar ook in een hele grote commerciële zender tegenwoordig, City FM, die is bij ons aan het Rembrandtplein ontstaan. Maar ook voor een programma bijvoorbeeld, een prettig gesprek met Theo van Gogh, dat drie jaar eerst bij Salto gedraaid heeft voordat het naar AT5 ging en vervolgens naar Veronica. Het is van belang voor zenders, het is van belang voor programma’s maar het is ook van belang voor mensen.
Heel veel mensen krijgen een kans om toe te treden in het medialeven, en dat geldt voor iedereen hier in de stad. Ik weet niet of jullie wel eens in Hilversum hebben rond gekeken, maar daar is iedereen wit, allemaal, bijna zonder uitzondering. Bij ons krijgt iedereen toegang dat ervoor zorgt dat al die groepen gebruik kunnen maken van een heel belangrijk grondrecht, en dat is vrijheid van meningsuiting, maar ook op een zaak die er toe doet, omdat je mensen bereikt, je eigen groepen weet te bereiken onder eigen redactie. Dat zijn zeer belangrijke uitgangspunten. Wij leiden heel veel mensen dus op, heel vaak omdat ze door learning on the job in onze studio’s programma’s zitten te maken, maar de eerste toegang krijg je wel. In Hilversum ben je vrijwel kansloos als je niet enige ervaring al hebt. Bij ons krijgen heel veel mensen een plek en een kans om met media om te gaan. Ook in een omgeving die er toe doet, met een eigen redactie en op continue basis, want één keer een radioprogramma maken is niet voldoende. Je moet echt uren maken, dat is het enige dat telt.” Technisch niveau “Als laatst streven wij naar een zeker technisch niveau. We zitten in een tijd dat er een cross over wordt gemaakt van de oude media naar de nieuwe media. Dat wil niet zeggen dat opeens alles gaat veranderen. Het belang van redactie zal wel blijven; programma’s hebben alleen maar zin indien er op een verantwoordelijke manier omgegaan wordt met hetgeen ze de mensen aanbiedt. Ook de technische capaciteiten die je moet hebben om radio en televisie te maken blijven bestaan. De luisteraar of kijker wil nog steeds een goede kwaliteit beluisteren/bekijken. Het enige dat veranderd is het distributiekanaal dat steeds meer internet wordt. Nu zal dat echt nog wel jaren duren voordat de rol van partijen zoals UPC en KPN uitgespeeld is, omdat die hun eigen omgevingen aan het creëren zijn en ervoor zorgen dat ze een heel belangrijk probleem oplossen en dat heet congestie op het net: te veel data aanvraag. Op het moment dat iedereen televisie gaat kijken via unicast (een eigen aanvraag zie je direct beloond) betekend dat zenders zoals wij heel veel van die aanvragen moeten gaan bedienen. En op een gegeven moment zeggen de providers aan de andere kant dat het te veel data transfer is dat de servers niet aankunnen en dan houdt het op. Op het moment dat iedereen massaal naar uitzending gemist gaat kijken, dan krijg je op een gegeven moment ook geen toegang meer. Dan kunnen die servers het niet meer aan, en dat probleem is er nog steeds. De rol van partijen zoals UPC en KPN is nog lang niet uitgespeeld. Maar ook van de zenders. Mensen willen niet uit een miljard keuzes gaan kiezen want dan wordt het onoverzichtelijk. Het enige dat wel een goede toevoeging is dat het ook een return path heeft, je kan terug kijken. Vaak willen mensen alleen ook juist wel eens niet voor die keuzes komen te staan. Kortom: er veranderen een heleboel dingen, maar er blijft ook heel veel hetzelfde.” Vrijwilligers “Er werken 2500 vrijwilligers. Als je 180 groepen (programma’s) deelt door 2500 mensen dan valt het wel weer mee, als je het vergelijkt met andere programma’s.” Selectie “Het is de bedoeling dat mensen op basis van kwaliteit en doelgroep geselecteerd worden. Als er Chinezen komen met een bepaald voorstel hebben zij weinig kans om dat er al Chinezen zijn met een programma. Van de Marokkaanse bevolking is er nog te weinig initiatief die wij daarom ook stimuleren om eens met goede ideeën te komen.” Taal van het programma
“De mensen met een etnische achtergrond willen graag een programma maken in hun eigen taal. Op Wereld FM kan je daar niks aan te doen. Aan zowel een Nederlands en Arabisch programma heb je niks. Op tv echter kunnen ze het laten ondertitelen en daar ben ik wel mee bezig omdat gemakkelijker te maken. Radio en tv zijn twee verschillende media. Op het moment dat het om radio gaat dan ga ik voor de kwaliteit van het programma en als mensen dat in hun eigen taal willen doen, dat niet ten koste gaat van de kwaliteit, zijn ze van harte uitgenodigd omdat op wereld fm te doen, daar is die zender voor. We hebben natuurlijk ook Stads FM dat allemaal in het Nederlands is. Carribean FM gaat ook in de eigen talen, maar ik weet zeker dat dat heel goed beluisterd wordt. RaZo heeft heel veel mensen uit Afrika, dus in het Ganees of Somalisch. Mokum daarentegen gaat weer om het Nederlandse lied.” Integratie “Dat is één van onze doelen, om aan de sociale cohesie van Amsterdam te werken. Maar het is ook een doel om een afspiegeling van de stad te zijn waar heel veel verschillende culturen in zitten. En ook die moeten er een plek kunnen vinden. Op het moment dat we er aan gaan werken dat iedereen maar het zelfde wordt ga ik liever verhuizen want dan is het niet meer interessant hier.” Kijkcijfers “Op het moment dat mensen naar de kijkcijfers beginnen te informeren loop je het risico dat ze zeggen ‘nou weet je wat, naar die Chineze radio, daar luisteren alleen maar Chinezen naar, daar luistert eigenlijk niemand naar, laten we dat maar afschaffen’. Nou dan zeg ik: ‘daar heb ik geen zin in’. Dat is wel van groot belang, binnen die doelgroep wordt er hartstikke naar geluisterd. Dat geldt ook voor Caribbean FM, voor de mensen die van het Nederlandse lied houden en elkaar tot ze gek worden de groeten aan het doen zijn, die vinden dat prachtig. En de luistercijfers zijn niet hoog, dat weet ik, maar het is wel een groep die van groot belang is voor de Amsterdamse identiteit. Op het moment dat het over de Jordaan gaat en over Ajax en de tuinsteden en weet ik allemaal wat, dat zijn wel die mensen. Op het moment dat iemand begint met dat de kijkcijfers laag zijn, nou lulkoek, daar heb ik niks mee te maken. Die kijkcijfers zijn laag maar die mensen worden wel bereikt. We hebben successen en groepen die minder mensen bereiken maar wel van belang zijn. FunX is marktleider en AT5 is verreweg marktleider op de lokale markt. De public access zenders hebben minder luisteraars maar zijn wel degelijk van belang. Kijkcijferonderzoek heeft alleen maar zin op het moment dat je dat op een breed vlak gaat doen, niet één keer maar vaker. Het kost geld, ik doe het niet en vind het eigenlijk niet interessant. Nouja, ik vind het wel interessant maar ik vind het ook een gevaar in zich meedragen. Voor het zelfde geld wordt het misbruikt door mensen die zeggen van ‘ja, daar kijken toch nauwelijks mensen naar’. Nee, maar het kost ook geen bal en er zijn wel ontiegelijk veel mensen mee bezig die daardoor toetreden tot het mediavak, die anders geen kans zouden krijgen, die daardoor bezig zijn de digitale kloof die ontstaan is te dichten en die bepaalde doelgroepen hier bedienen in de stad die van groot belang zijn.” Toekomst “De rol van de publieke omroepen zal nog groot blijven. Als het over nieuws gaat dat zeer duur is moet het nog steeds in handen zijn van goed georganiseerde structuren. Anders krijg je het commercieel niet voor elkaar, dan is er geen geld voor. Wij faciliteren op juridisch vlak door het afkopen van de rechten, op het moment dat je op het internet zit, dan gaan al die
rechtenorganisaties natuurlijk toeslaan omdat zij het niet kunnen hebben dat er continu allerlei auteursrechten niet worden afgedragen. Anders gaat die hele business onderuit. Die gaan daarop dus ingrijpen, daar kan je op wachten. De distributie gaat wel anders lopen maar het innen van de centen ook. Op het moment dat je een partij als Salto hebt die daar de rechten voor afdraagt, zit je goed. Wij doen dat ook nog op het gebied van de juridische vertegenwoordiging bij het commissariaat van de media. Het commissariaat van de media gaat ook veranderen maar het blijft wel bestaan. Dus daar doen we werk voor. Ook is het zo dat Salto mensen opleidt om de knoppen te kunnen bedienen. Dat blijft een technische kennis die je daarvoor moet hebben waar wij voor zorgen. Die rol zal er nog wel blijven. Hoe dat er precies over 10 jaar uit zal zien, zal ik niet weten, maar over vijf jaar dan zijn we nog echt redelijk goed aanwezig op dezelfde manier als we nu doen. Alleen dan zijn we veel verder in een aantal zaken waar we nu aan het voorbereiden zijn. Dus dan heb ik het over radio en televisie on demand, dat je het kan raadplegen op het moment dat je jou uitkomt, zoals uitzending gemist. En hopelijk zullen wij dan ook allerlei nieuwe experimenten hebben uitgeprobeerd waar we dan weer dingen mee kunnen.”