Sabato 25 luglio 2015 Prologo Tenda – Limone (38km / Dislivello 1.550) Zaterdag werden we om 11:00 uur in een te hete bus opgehaald uit Sauze d’Oulx. De bus bracht ons in 3 uur naar Limone Piemonte. Snel de tent opzetten en mee met de trein naar de eerste etappe/proloog van de 8 dagen durende mountainbike race, de Ironbike editie 22!! Marc en ik hebben ons ingeschreven voor deze meerdaagse met het idee een nieuwe belevenis mee te gaan maken. Al snel merkte we dat wij meer gingen meemaken dan we van tevoren hadden kunnen bedenken. De eerste kilometers werden afgelegd vanaf 16:30 uur op Frans grondgebied. Het was een massale start, wat later zou blijken, een uitzondering te zijn. Ramses Bekkenk en Leander Hamelink waren twee andere Nederlandse deelnemers. Hun doelstelling waren anders dan die van ons. Zij gaan voor de
wedstrijd. Wij voor de finish in Sauze d’Oulx na 8 dagen. Marc en ik hadden afgesproken ons aan een maximale hartslagfrequentie (hf) te houden. Deze was bij de eerste klim al snel te hoog. Dus rustiger en andere maar voorbij laten gaan. De week duurde immers nog lang. Ondanks de hartslagen ging het klimmen vrij eenvoudig. Technisch was het niet. Ook de stukken op de top gingen vrij eenvoudig. Daar kon dus snelheid gemaakt worden en wanneer de afdaling iets steiler werd, was dit geen enkel probleem. Als het allemaal zo eenvoudig is, dan is de slogan Hardest Bike Event of the World, niet helemaal op zijn plaats. Er zijn namelijk vele evenementen die kenmerken het zwaarste evenement te hebben. Minimaal aangegeven tijd voor deze proloog was 3 uur. Als je daar nog een 15
minuten onder zit, ben je goed bezig. Tevreden en blij gingen we ons voorbereiden op de volgende dag. Marc had nog wel lek gereden. Zijn fiets ging naar de mechanic voor een andere band. Risico’s voor de komende dagen natuurlijk uitsluiten. Ramses had de 38 kilometer en 1500 hoogtemeters (hm) in iets van 1:50 afgeraffeld. Hij mocht dan ook de volgende dag in de leiderstrui van start gaan. Leander zat er maar een paar minuutjes achter. Ook top gedaan dus.
Domenica 26 luglio 2015 1a tappa: Limone - Vinadio (78km / Dislivello 2.695) Slapend in een tent op een te harde ondergrond en een te dunne matras maakt dat je brak wakker wordt. Als dit zo nog een paar dagen door moet gaan, wow. Spullen werden ingepakt en op naar het ontbijt. Cake, cake en nog
eens cake. Allerlei kleuren. Wel nog wat ontbijtkoek. Koffie was een pak oploskoffie in 50 liter water en inmiddels afgekoeld tot 50 graden. Hmmm. Gelukkig hebben we muesli mee, dus als we finishen na een etappe,
ergens yoghurt scoren. Dan hebben we weer ons eigen ontbijt, fijne ontbijt. De start werd geneutraliseerd voor de eerste 5 kilometer. Daarna werden we losgelaten en ging iedereen voor zich. Dit was overigens gelijk de
laatste keer dat we massaal van start gingen.
De klim was steil. Eerste gedeelte was asfalt en daarna ging het over in gravel. Herinnering van eerder gedane wedstrijd brachten mij terug bij de gedachte: oh ja, asfalt is steiler dan gravel. Asfalt rijdt minder hobbelig, maar doet door het snelle stijgen, meer pijn aan de benen. Op het 25 km punt begon de klim van 720 hm naar 2520 hm. De klim was 27km lang. Het duurde ongeveer 3,5 uur totdat we boven waren.
Gelukkig dan naar beneden. Dat kost normaal gesproken minder energie. Normaal inderdaad. Dit geval dus niet. Marc zei gelijk: nu wordt ons duidelijk wat het begrip Ironbike betekent. Gewoon lopend naar beneden. Wel nog een paar keer proberen (enigszins gefrustreerd) op de fiets te klauteren. Ik kan toch wel dalen? De angst overwon het niet. Dus maar weer lopen. Zeker een uur naar beneden lopen over keien en rotsblokken. Het beschadigen van onderbenen was nog het minst erg. Ons ego had het meeste te verduren. Singletrail ging na 1300hm over in een romeins pad en de fietsbenen konden gelukkig weer hun werk doen. Marc zijn voorvork begon in deze afdaling slaper te worden en al snel bleek deze defect te zijn. Af en toe klapte deze helemaal in en kon hij zijn fiets nog maar net houden. Gelukkig was het laatste stuk dalen niet heel technisch, maar er werd wel voorzichtig gereden. Nog een kleine klim van 150hm, wat dalen en na 78km met 2735hm bereikten we de finish van de eerste etappe. Echt blij waren we niet. De dag was zwaar. Marc zijn fiets wederom naar de mechanic. Hij voelde zich niet
lekker (overgeven) en zijn rug begon op te spelen. Na douchen en een belletje met zijn vriendin Blondie kwam de lach weer terug op zijn gezicht.
Gelukkig want ik zag ons al uit de Ironbike liggen. Ook moest er een goede plek gezocht worden om te slapen. Echter veel ruimte was er niet meer. Een fort waar die dag 3 activiteiten waren. Het leek wel of alle auto’s op alle vlakke plekken geparkeerd stonden. Bij het toilet was nog een ruimte en daar kozen we voor. Erg gezellig want we spraken meerdere bikers voor het eten. s ’Nachts kwamen deze bikers ook langs om te plassen en dat was minder leuk. Marc besloot gelijk al ergens in de open lucht elders te gaan liggen. Ik pas om 3 uur. Probeer dan nog maar eens te slapen.
Lunedì 27 luglio 2015 2a tappa: Vinadio - Cavour (134km / Dislivello 4.264)
Na een zeer korte nacht werd het standaard protocol weer gestart. Tent afbouwen, tas inpakken, spullen voor de komende stage klaarzetten, eten, poepen en naar de start. Door de rare dag van gister nergens gekeken naar yoghurt, dus het ontbijt moest van de organisatie komen. Dit keer hadden ze ook witbrood met jam en chocopasta. Niet verkeerd overigens. Marc at lauwe kale pasta. Het is een keuze. Om 6:00 uur vertrok de eerste rijder die het laatst in het klassement staat. Dat ging zo verder tot nummer 1 vertrok. Volgens de briefing van gisteravond zouden we één hand op het finisher shirt hebben, als we deze tocht volbrachten. 130km en 4200hm. Hoogste punt was
3100 meter. Genoeg voeding en allerlei soorten kleren mee. Je weet maar nooit in de bergen. De eerste klim was prachtig. De lichtstralen van de opkomende zon tussen de bergen door, amazing. Boven op 2400 meter was het fris, maar niet echt nodig meer kleren aan te trekken. Snel naar beneden en naar de volgende klim. Over een singletrail was ik iets te enthousiast en bans op een steen. Niet alleen ik. Marc ook. Twee lekke banden op een singletrail. Lekker veel ruimte dus om aan het werk te gaan. Prop in de band en met een patroon was mijn achterband zo weer gereed. Marc kreeg een binnenband. Grappige was dat Marc met mijn fiets bezig was en ik met zijn fiets. Achteraf geen idee
waarom eigenlijk. 15 Minuten verlies? De loop van de tweede klim leek niet ontzettend stijl. Wel stond er een harde tegenwind. Schat in windkracht 5. Welke kant je ook opreed, je had hem tegen. Voor mij mijn eerste mentale test. Met snelheden die soms zo langzaam gingen dat mijn fietsmeter dacht dat ik niet fietste (gewoon pauze op mijn scherm), klommen we langzaam omhoog. De ene keer voerde ik het tempo en bleef voor Marc rijden en een moment later reed Marc weer op kop. Je kon niet zien waar het eindigde en dat maakte het ontzettend lang. Op enig moment zagen we bikers hoger dan ons fietsen en hadden we eindelijk een idee waar het heen ging. Dat gaf
moraal. Snelheid ging omhoog en de lach en lol kwamen weer terug. Zelfs tijd om een foto te maken!! De foto was zo mooi dat ik Marc hardlopend voorbij ging om nog een foto te maken. We werden weer enthousiast. Het kostte ons uiteindelijk 8 uur om 60 kilometer af te leggen.
Nog 74 te gaan en niet alleen naar beneden. Mij bekroop de angst dat het nog wel eens laat kon worden. Gelukkig konden we grotendeels fietsend naar beneden. Hoewel Mark ging twee keer
goed over de kop. Zelfs één keer kwam hij op zijn kop terecht. Helm gescheurd, maar zijn lampje op zijn helm deed het nog (goed lampje). Wanneer de singletrail overging naar een karrespoor, kwam er weer vertrouwen en leken we wel zo te fietsen alsof we die dag nog niets hadden gedaan. Verbaasd waren we dan ook over onze benen. Ook de laatste beklimming ging vrij eenvoudig. Het was wel taai, maar na ruim 11 uur fietsen en weer bovenop een klim, bleven wij positief. Alleen nog dalend naar de finish. Uiteindelijk kwamen we na 12:15 uur over de finish en konden ons opmaken voor de avond etappe. De avond etappe was 10 kilometer totaal rondjes door het dorp Cavour.
Om 21:00 uur reden wij als een soort parade door het dorp heen. Reden: sponsorgeld. Tijdens deze parade vloog de helikopter vlak boven ons. De voorste bikers hadden voor de wind. De achterste bikers tegenwind. Boven het dorp werd al het stof weggeblazen en ik bijna van mijn fiets. Ook in de schemering van een trap af het dorp in. Voor Callantsoog on Wheels zou een dergelijke trap fantastisch zijn. Om 22:30 uur aan het avond eten en om 23:40 uur de briefing. Kapot ging ik om 00:15 uur naar bed toe. Marc lag al, zodat ik hem de volgende dag over de briefing kon informeren. Teamwork.
Martedì 28 luglio 2015 3a tappa: Cavour - Bobbio Pellice (67km / Dislivello 2.490) Maandag was gehaald, dus één hand al op het finishershirt. Dan zou dinsdag wel redelijk soepel verlopen. Het was ook een soort van hersteldag op de fiets. Het was opmerkelijk hoe we weg gingen. Alsof we nog geen kilometer de afgelopen dagen hadden afgelegd. Totaal geen tijd gehad om yoghurt te kopen. Marc pasta (knap hoor) met diepe zuchten en ik de witte broodjes. De eersten vertrokken om 9:30 uur en wij om 10:00 uur. We raapten de één na de andere op. Dat maakte dat we al harder gingen rijden.
Hartslag hielden we geen rekening meer mee, want we reden meer op gevoel. Natuurlijk gingen we niet
volle bak, maar wel reden we binnen onze grenzen. Opeens ontstond bij ons het doel als eerste bovenop de eerste klim te zijn. En dat lukte. Feedzone in en een klein stuk afdalen. Daarna weer klimmen. Dit werd ff technischer en uiteindelijk ook een singletrail. Verbaasd keken Marc en ik elkaar aan toen we ingehaald werden door een spanjaard die één bidon bij zich had. Het bleek de nummer twee te zijn van het klassement. Wij hadden op dat moment al mimimaal twee en half liter opgedronken. De afdaling was voor ons te technisch. Ramses was net over de top bij ons en deed het ook voorzichtig. Sommige stukken fietsend, maar de meeste delen lopend. Ik besloot ook voor save te gaan, nadat ik twee keer in de struiken lag. Het is best pijnlijk om uit struiken te klimmen. Krassen op je benen en armen zijn dan wel weer stoer. Een Italiaantje reed wel per fiets alles naar beneden. Vol bewondering keken we naar hem en moedigen hem aan. Op de finish bleek hij uiteindelijk zijn hand in het gips te hebben. Iets te enthousiast? Ook diverse Spanjaarden en andere stoere downhillers haalden ons in. Prachtig om te
zien hoe zij de techniek gebruiken door zo hard te remmen dat ze op het voorwiel staan, hun achterkant omgooien en de bocht maken. Knap staaltje techniek. In elke etappe zitten bepaalde special stages. Deze bepalen uiteindelijk het eindklassement. Marc en ik rijden alles zo steady mogelijk en houden ons niet bezig met het klassement. Reden daarvoor is gewoon de finish willen halen. Of je dan 40ste of 50ste bent, doet er niet toe. In deze etappe was de special stage in de laatste 18km. We gingen wel in eerste instantie redelijk straf weg. Na een korte beklimming een afdaling. Prachtig door de bossen heen over een mooi graspad. Ik werd ingehaald door een biker en doordat hij vlak voor me reed, kon ik de volgende bocht pas te laat inschatten. Ik schoof onderuit en stopte vlak voor het randje. Diep had ik niet kunnen vallen. Er waren immers bomen. Wel een goede schraap op mijn bil. Hup op de fiets en verder. Even later weer klimmen. Marc wilde meer lucht in achterband. Echt een verkeerde plek om te stoppen. Zoveel muggen daar. Ik pompen en met mijn benen en hele lichaam heen en weer om die beesten maar niet de
kans te geven mij te prikken. Het moet er heel stom hebben uitgezien, maar ben niet gestoken. We wisten nog hoeveel hoogtemeters we moesten en volgens het roadbook kon dat nooit lang meer duren. We zagen een brug waar we over gingen en alles zag er naar uit dat we naar beneden gingen. Het lichaam en de fiets werden daar op aangepast. Bochie om en bans weer omhoog. Even verder naar
boven kijken en shit, ja hoor helemaal daarheen. Er bleek gewoon nog iets van 200 hm meer klimmen in te zitten. Fuck het roadbook. Dan ook nog een zeer technische afdaling. Mentale training twee was gaande. Na 6 uur waren we bij de finish. Minimale tijd die werd aangegeven was ook 6 uur. Ondanks meerdere hoogtemeters, waren we wel tevreden. En nog mooier, we sliepen op een voetbalveld
met heerlijk zacht gras en daarachter een stromend riviertje. Daar heb ik mijn fiets en mezelf weer eens goed schoongemaakt. Heerlijk genieten in het koude water met het warme weer. In het dorp met z’n alle eten ’s avonds was erg gezellig. Belgen en Nederlanders bij elkaar, maakte het een mooie avond.
Mecoledì 29 luglio 2015 4a tappa: Bobbio Pellice - Pramollo (84km / Dislivello 3.611) Met dikke ogen begonnen we aan stage 4. Nog steeds geen yoghurt geregeld, dus weer wit brood met jam en chocopasta en lauwe koffie. Marc hield vol aan zijn pasta. Het weer was weer top! De dag gaf minimaal 8 uur aan. Wij hielden rekening met 10 uur. We kregen eerst een beklimming op asfalt tot 1800hm (stijl dus). Feedzone in en verder. Daar werd het gravel en iets minder steil.
Het hoogste punt was 2400meter en de laatste 200meter was niet te fietsen (althans voor ons). Ramses
had ons al eerder ingehaald en vlak voordat we moesten lopen, haalde Leander ons in. We liepen met zijn drieën met de fiets op de nek. Gezellig maar toch mentaal een pittig stuk. Voor het eerst waren er wolken en deze maakten het gelijk kouder. Even stoppen om een extra shirtje aan te trekken en verder omhoog.
Ik zong vlak onder de top keihard: I’m on the highway to hell!! Dat galmde onwijs door de bergen. Marc en
Leander konden dan ook niet anders dan hard lachen. De afdaling van de eerste 500 meter was net zo beroerd als de laatste 200 klimmen. Gewoon dus lopen. Leander probeerde het wel (zei hij achteraf), maar heeft daar een paar behoorlijk schrapen op zijn been over gehouden. Dan komt voor ons een prachtige afdaling. Over gravel op een karrespoor. Heerlijk hard kun je dan stuivend naar beneden op naar de eerste lift in deze editie. De lift bracht ons naar een downhill trail. Daar blinken wij platteland gasten niet zo goed in uit. In de lift werd het aldoor kouder. Rillend van de kou en wat ons in de afdaling te wachten stond, daalden we als watjes naar beneden. We werden voorbij gevlogen door bikers,
niet normaal. Jong, oud, vrouw, man. Wij met luid piepende remmen kwamen we als watjes beneden. Gelukkig was onze tijd in deze special stage nog net voor de eerst vrouw. In het begin toch hard genoeg gegaan. Anders …. Dan nog het laatste stuk naar onze volgende slaapplaats.
Met een dreigende regenlucht reden we de laatste kilometer relatief goed. 9:20 minuten deden we over deze dag. Ruim binnen de 10 uur, maar het was potverdikkie wel weer een lange dag. Het werd ons wel duidelijk dat het lichaam toch wel wat kan hebben. Meer dan Marc zijn voorvork, want deze was
wederom defect en zijn fiets kon weer naar de mechanic. Dit bergdorpje had helemaal niets, maar toch wel een voetbalveld. Veld had een klein formaat. Tenten stonden dus dicht op elkaar en het was erg gehorig. De nachtrust werd daar niet beter op.
Giovedì 30 luglio 2015 5a tappa: Pramollo - Rifugio Selleries (62km / Dislivello 3.336) Met minder slaap maar veel zin, begon de donderdag. Het zou een mooie dag worden, want me mochten over een berg heen, die vele mooie zichten zou geven en niet te fietsen viel. Veel lopen dus. Er werd geadviseerd niet op ATB schoenen te gaan met carbon zolen. Deze zouden de top namelijk niet halen.
Het bergdorp had geen supermarkt dus wij hadden ook weer geen yoghurt. Stoere Marc weer briesend aan de
pasta en ik nu aan harde bolletjes met jam en pasta. Wel goede hete koffie. Heerlijk! Start voor ons was pas om half tien en we rekenden op 6 en een half uur fietsen. Slapen vond plaats bij een berghut waar niets vlak was. Wij wilden er dus op tijd zijn, want de bikers die verzorgers mee hadden, pakken de beste plaatsen. Wat er dan nog aan ruimte over is, mogen wij uit kiezen. Het eerste stuk was relatief eenvoudig en de afdaling daarna eveneens. Na de feedzone begon het echte werk. Gelijk de fiets op de nek en omhoog lopen. Echt een prachtige klim en wij genoten volop. Ieder liep zijn eigen tempo. Als de afstand te groot werd, maakten we foto’s of begonnen op afstand te praten met elkaar. Ook Ramses die ons inhaalde vertelde dat hij het prachtig vond. Het weer was goed en de uitzichten waren prachtig. Mooie
bloemenvelden gaven de bergen ook verschillende kleuren. Het was ook in je hoofd helemaal niet zwaar. We gingen dan ook niet vol gas, maar genoten wel. Bovenop de berg een mooie foto gemaakt en hup downhillen. Althans proberen te downhillen. Ondanks dat wij ons v.w.b. het downhillen watjes noemen, ging dat goed.
Beneden aangekomen stond de moeder van Ramses en vertelde ons dat wij nog aardig voor het in het veld zaten. Dus als we het laatste stukje een beetje doorreden, dachten wij wellicht nog een
goed plaatsje te kunnen scoren om vlak te slapen. Beloofd was ons een mooie glooiende klim. Werkelijkheid was anders. Wat een vervelende beklimming over een verschrikkelijk bospad. Gewoon niet leuk. Mentaal weer een training, die we niet hadden verwacht. Bospad werd weer gravel en dan zou het niet lang meer moeten duren. Een Italiaan riep Bravi en dos kilometros. Oké gelukkig, we zijn er bijna. Maar dos kilometros voelden als veel meer kilometros. Pfff er kwam geen eind aan. En we reden op een berg over een weg waar je totaal niet het idee had dat daar een berghut zou kunnen staan. Opeens na een bocht was er plotseling een breder gebied en hé hé finish. Fiets aan de kant en zoeken naar een geschikte plek.
Iedereen wilde dichtbij het huis staan. Marc liep wat verder en uiteindelijk achter het huis in het koeienveld was een prachtige plek.
Aan het water met kleine niet kunnen kwakende kikkertjes en verderop koeien die stonden te grazen. Die hadden wel grote bellen om hun nek. Als deze naar onze tenten kwamen, zou Marc ze wel vertellen dat ze weg moesten. Jammer was dat het weer bewolkt was en het frisser maakte. Ook waren we pas 17:00 uur daar. Dus de duur van ons verblijf was relatief kort. Maar ach dat was op elke plaats. Vele vertelden ons dat wij de prachtigste plek hadden. Doel toch bereikt! Ik had nog wel een aanvaring met een Fin. Iedereen moest wachten als hij wilde douchen. Deze Fin vond het klaarblijkelijk te lang duren en begon op mijn deur te bonzen. Ik reageerde niet totdat hij het voor de 5de keer deed en ik me inmiddels stond af te drogen. Ik trok de deur open en met een verheven stem, zei ik: I’m not finishd yet en sloeg de deur weer voor hem dicht. Toen ik vervolgens hem in de douche toeliet, zei ik: Don’t do that ever again, asshole. Ik merkte dat ik moe werd en prikkelig. Die avond wederom een briefing. Dat maakte dat onze mooie plaats een angstige plaats werd. We zouden vrijdag een angstige afdaling over 4000 traptreden krijgen. Eén trap kon je niet vanaf, want die was zo steil dat je het niet kon beremmen en tegen een wand aan zou klappen. Ook een klim naar de
Chaberton zou nogal heel angstig kunnen zijn. Met aan de ene kant een steile wand en de andere kant een steile afgrond. Het pad zou op sommige stukken niet breder zijn dan 50 cm. Over koude werd niet veel gezegd, maar neem wel veel kleren mee. Ook werd het parcours met 7km verlengd en 300 hm. De minimale tijd werd met een uur verlengd. Minimaal werd het 9:30 uur en maximaal 12:30 uur. Vertrek om 8:15 uur dus reken maar uit hoe laat je dan bij de volgende finish plaats bent. En dat terwijl wij maandag al één hand op de finish hadden en elke avond werd gezegd dat na morgen het niet meer zo erg zou zijn. Waarschijnlijk was deze zin alleen voor de laatste bedoeld.
Venerdì 31 luglio 2015 6a tappa: Rifugio Selleries - Sestiere (88km / Dislivello 3.947) De ochtend voelde dan ook alsof we in een zwart gat reden en maar moesten hopen dat er op het einde nog wat licht zou komen. Marc en ik waren zeer stil. Tijdens het eten, voor de start, maar ook tijdens het fietsen. Er werd nauwelijks wat gezegd en helemaal niet gelachen. Een berghut kent geen supermarkt, maar wel een heerlijk ontbijt. Tenminste als je ervoor betaald. De bikers mochten hetzelfde ontbijt
nemen als de staff. En wat denk je, YOGHURT!! Muesli stond er ook. Voor € 14,- had ieder 2 koppen koffie en 2 kommen yoghurt met muesli. Wat heerlijk weer. Na 4:30 uur fietsen begonnen we aan de klim. De trap van 4000 treden hadden we gelukkig gehad en viel relatief mee. Althans als je voorzichtig doet (wij hebben bijna alles naar beneden gerend). Voor de beklimming van de Chaberton moest er
zeker op 3 uur gerekend worden en dat kwam uit ook. Eerder al was de helikopter naar boven gevlogen en de piloot had gekeken of we omhoog konden. Het licht ging op groen ondanks de bewolking en de mist. Jammer voor ons, maar we gingen gewoon beginnen. Tegen Jolien (moeder Ramses) zei ik nog, ik heb angst voor wat er gaat komen. Zij gaf aan dat zij zich dat kon voorstellen. En met deze woorden gingen
Marc en ik omhoog. Marc reed stevig door en ik volgde. Hij trok ons zolang we konden fietsen erdoor heen. Na 1 uur hadden we 900 hm. Nog 1100 te gaan. Het werd kouder, mistiger en zwaarder. Na ongeveer 1100 meter klimmen werd het lopen en heel af en toe fietsen.
Mist werd dichte mist en het zicht was niet meer dan 10 meter. Ondanks de waarschuwingen vooraf qua paden viel het me mee. Eerder die dag waren we op een hoogte van 2700 meter en daar was het goed koud. De koude hier was door de inspanning om omhoog te komen, goed te handelen. Smalle paden waren er wel, maar niet zo smal zoals tijdens de briefing deden voorkomen. Wellicht door de mist, konden wij de angstige stukken op de berg niet zien. Na 3 uur klimmen waren we eindelijk boven. Een lange mentale training, die hier als het zwaarst is ervaren. 3 Uur lang met één gedachte: doorgaan en dan kom je
vanzelf boven. Op het hoogste punt zaten we aan één zijde van de berg net boven de wolken en konden we bij vlagen nog wat zien. Op de top was een soort fort. Ik heb me daar verder niet in verdiept, want ik was er te moe voor. Ik wilde wat eten en daarna weer naar beneden. Marc zei nog wel een paar keer, moet je zien joh! Ik keek dan wel voor hem, maar was veel minder enthousiast dan hij.
Na 15 minuten op de top gingen we weer naar beneden. De afdaling was eerst wat fietsen, maar even laten weer lopen. We mochten van een rotsige soort zwarte skipiste naar beneden. Een pad was er niet, dus gewoon met de fiets aan je hand dalen naar beneden. Over rotsblokken met hoogteverschillen van soms meer dan een halve meter. Klauteren dus om beneden te komen. Na 9,5 uur totaal waren we op het laagste punt van deze etappe. Nog 10km te gaan klimmend naar Sestriere.
Vandaag lag dit dorp in de wolken en de weg ernaar toe zag er grauw uit. Toch kreeg deze etappe aan het einde een mooi licht. Na 10,5 uur onderweg te zijn geweest (tijd 19:00 uur) finishten we. Man o man, wat waren we blij dit te hebben gehaald. En helemaal toen we hoorden dat we in een sporthal gingen slapen. Het zou namelijk ’s avonds gaan regenen. Hoe heerlijk is het dan te horen dat je droog kan gaan slapen. De sporthal had ook heerlijke douches! Met nog één dag te gaan, ging ik heerlijk slapen. Ondanks de twee koffies die ik nog om 22:30 uur opdronk sliep ik goed deze nacht.
Sabato 1 agosto 2015 7a tappa: Sestriere - Sauze d’Oulx (45km / Dislivello 1.474) Ik dus goed geslapen. Marc minder en gaf aan voorzichtig te willen zijn. Volgens mij hebben we dit elke ochtend tegen elkaar gezegd. Deze ochtend zou ik hem er doorheen trekken. Helemaal wanneer we hoorden dat door de regen het parcours eindelijk eens een keer werd ingekort. Ik was zowaar een keer blij met regen. Nog steeds geen yoghurt gekocht. De twee kommen van gisterochtend waren ook nog wel ergens in het lichaam voor vandaag. Dus broodjes jam en chocopasta en Marc weer briesend aan de pasta. Laatste keer. Die ochtend om 8:30 uur gingen we relaxed met de lift omhoog om naar de start van een special stage toe te gaan. Een afdaling in de mist, prut en bagger. Deze omstandigheden maakten ons niet echt sneller in het dalen. Mijn achterband had inmiddels niet veel profiel meer, dus nog voorzichtiger. Het parcours wat volgde had een Belgische uitstraling. Mistig en nat tussen de bomen gingen we weer omhoog naar 2375 meter. Dat ging stevig. Ik rook de stal en wilde er zo snel mogelijk zijn.
Ironbike vrienden die eerder waren gestart en gefinisht. We zagen veel blije gezichten onder de helmen en achter het prut op de gezichten. Ook Marc en ik hadden een grijns van oor tot oor. Er kwam zelfs een beetje emotie naar boven, maar als finishers van de Ironbike stopten we dat maar snel weg. Wat een week. Wat een tocht. Wat een bergen en wat een ervaring. Ook naar beneden had ik maar één doel. Niet koud worden. Dus blijven bewegen. Op 10km van de finish bleek ik een probleem met mijn ketting te hebben. Het leek erop dat het nog lang zou kunnen duren. Snel de ketting schoonmaken met sportvoeding en weer proberen. Iets beter maar het haperde in steile beklimmingen nog steeds. Na een afdaling op asfalt stond opeens Jolien langs de weg. Ik remmen en naar Marc roepen dat hij moest stoppen. Dat deed hij. Met water en olie kon de ketting weer goed schoon gemaakt worden. Het bleek te helpen, want ik kon mijn kleine verzet gelukkig weer draaien. Dat was fijn. Er kwamen namelijk nog stevige steile stukken (ook op asfalt!). Na heerlijk 3:50 minuten fietsen kwamen we over de finish. Daar stonden al
Damn we did it!!
Komen we terug? Ja, zeker!! Volgend jaar als verzorgers van …….