s
De vleesconsumptie De vleesconsumptie
Augustus 2011
Studie uitgevoerd met de steun van Wallonië
t
u
d
i
e
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Doelstellingen Methodologie Percepties en algemene gedragingen met betrekking tot vlees Keuzecriteria voor een vleesproduct Frequentie van vleesconsumptie en geconsumeerde vleessoorten Veranderingen van de consumptiegewoonten Conclusies
2
Doelstellingen • Nagaan wat de algemene perceptie van de consumenten is over vlees. • De koopcriteria van vlees onder de Belgische bevolking analyseren. • Het gedrag op het vlak van vleesconsumptie (frequentie van gebruik, gegeten soort) in kaart brengen, met name voor biologisch vlees. • Nagaan of er recente consumptieveranderingen zijn en, zo ja, de impact (op de geconsumeerde hoeveelheid, soort, stukken) en de oorsprong ervan analyseren.
3
Methodologie • • • • •
657 interviews, telefonisch afgenomen van Belgen van 18 jaar en ouder. Field : mei 2011. De resultaten hebben de gepaste statistische bewerkingen ( 2, foutmarge) ondergaan. De maximale totale foutmarge op de steekproef bedraagt 3,9%. Enkel de betekenisvolle resultaten worden voorgesteld. Elk gegeven werd echter geanalyseerd in functie van de locatie (gewesten), het geslacht, de leeftijd, de grootte en samenstelling van het gezin, de sociale groepen (bescheiden, gemiddeld, hoger), hoofdverantwoordelijke voor de aankopen (HVA) of niet, de taalgroep, de aanwezigheid van kinderen, het gezinstype, een gezelschapsdier hebben of niet, het voedselregime (vlees of vegetarisch), de materiële deprivatie-index.
4
Percepties en algemene gedragingen met betrekking tot vlees In de voorbije 12 maanden is vlees duurder geworden
79%
21%
Ik besteed almaar meer aandacht aan het milieu
74%
26%
Ik eet liever minder vaak vlees, maar van betere kwaliteit
68% 57%
43%
In de voorbije 12 maanden is mijn koopkracht gedaald
57%
43%
27%
In de voorbije 12 maanden heb ik een 18% dieet gevolgd Akkoord
Niet akkoord
8 op de 10 consumenten denken dat vlees een
32%
Vandaag is het vlees van beter kwaliteit dan vroeger
Ik koop almaar meer bioproducten
Gaat u akkoord met deze stelling?
73% 82%
product is dat steeds duurder wordt, wat verband houdt met de perceptie van de dalende koopkracht (57%). Een grote meerderheid van de respondenten zegt dat ze steeds meer aandacht voor het milieu hebben (74%) en dat ze vlees van betere kwaliteit dan voorheen consumeren. Een kwart koopt meer biologische producten. Weinig respondenten zeggen dat ze een dieet gevolgd hebben (18%).
Basis: respondenten
5
Verschillen volgens profiel • De hoofdverantwoordelijken voor de aankopen (HVA) vinden talrijker dan het gemiddelde dat het vlees van betere kwaliteit is dan vroeger (+10%). Dat geldt ook meer voor de Nederlandstaligen (+12%) dan bij de Franstaligen (-16%). • Er zijn nog andere grote verschillen vast te stellen tussen deze twee bevolkingsgroepen: De Franstaligen besteden meer aandacht aan het milieu (+13%) dan de Nederlandstaligen (-9%). De perceptie van het verlies van koopkracht is sterker aanwezig bij de Franstaligen (+14%) dan bij de Nederlandstaligen (-11%), wat ook andere studies (OIVO 2009, 2010, 2011) bevestigen. • De Walen zeggen dat ze meer biologische producten kopen (+10%), in het bijzonder in de landelijke gemeenten (+13%), mogelijk omdat ze er gemakkelijker toegang hebben tot de verkooppunten (markten, rechtstreekse verkoop op de boerderij, ...).
6
Een vleesproduct kiezen Kwaliteit van het vlees
40%
Prijs
25%
Versheid Uitzicht
17% 6%
Smaak, aroma
3%
Traceerbaarheid (weten waar het vlees vandaan komt)
2%
Aanwezigheid van een label/certificaat
1%
Welke zijn uw keuzecriteria wanneer u een voedingsproduct koopt? • 40% van de consumenten noemen spontaan de kwaliteit en 25% de prijs, een volgorde die het omgekeerde is van wat gemiddeld voor de voedingsproducten geldt (Cobem, 2011), misschien omdat vlees als een meer dan gemiddeld edel voedingsproduct gezien wordt. • Daarna volgt de versheid (17%) en minder vaak het uitzicht (6%), de smaak (4%), de traceerbaarheid (2%) of de aanwezigheid van een label (1%). • Merk op dat er geen milieu- of gezondheidscriteria genoemd worden (ondanks de bewering dat er meer aandacht voor het milieu is). Basis: respondenten, meting top of mind
7
Een vleesproduct kiezen Versheid Kwaliteit Smaak, aroma Uitzicht Geur Vertrouwen in het verkooppunt Productveiligheid Informatie door verkoper Informatie op verpakking Bekendheid van verkooppunt Prijs Merk Traceerbaarheid Eerbied voor dierenwelzijn Voedingswaardekwaliteiten Aanwezigheid van label/certificaat Eerbied voor het milieu Praktische verpakking Lokale teelt Eerbied voor werkomstandigheden Geen additieven/residu's geneesmiddelen Geen GGO's Biologisch vlees
96% 95% 92% 91% 88% 72% 64% 62% 61% 61% 60% 54% 52% 50% 50% 47% 46% 46% 45% 45% 38% 36% 27%
Welke zijn uw keuzecriteria wanneer u een voedingsproduct koopt? •
•
•
De zintuiglijke eigenschappen van het vlees (versheid, kwaliteit, smaak, uitzicht, geur) domineren ruimschoots de keuzecriteria. De ethische criteria, zoals dierenwelzijn (50%), het milieu (46%) of de werkomstandigheden (45%), worden weinig genoemd, vooral niet door leden van de bescheiden sociale groep (respectievelijk met -15, -16 en -14%). Het biologisch karakter van het vlees is van heel weinig belang (27%).
Top of mind
Spontaan
Met hulp
8
Een vleesproduct kiezen Treffende eigenschappen
Keuzebepalende eigenschappen
• Kwaliteit • Prijs • Versheid
• • • • •
Eerste criteria om aangeboden vlees te overwegen
Criteria voor vergelijking van de weerhouden vleessoorten
Smaak Uitzicht Geur Vertrouwen in het verkooppunt Productveiligheid
9
Frequentie van vleesconsumptie
Hoeveel maal hebt u in de voorbije 7 dagen, rekening houdend met alle middag- en avondmaaltijden (14 in totaal), vlees (rund, varken, gevogelte, …) gegeten, hetzij in stuks (steak) of in bereide gerechten (worst, bolognesesaus enz.)?
Elke week consumeren de respondenten gemiddeld 5,8 maal vlees of producten op basis van vlees, d.i. iets minder dan eenmaal per dag. Slechts 2% van de respondenten zijn vegetariërs of veganisten. De vrouwen (-0,5 x), de vrijgezellen (-1,1 x) en de inwoners van Brussel (-1,6 x) of van een Waalse stad (-0,9 x) lijken minder vlees te consumeren dan het gemiddelde. De bescheiden sociale groepen (-0,6x) en de respondenten die beweren zware materiële deprivatie te ondervinden (-1,4x) consumeren ook minder frequent vlees.
5,8
In aantal maaltijden/week
Basis: respondenten
10
Geconsumeerde vleessoorten Kip
93%
Rundvlees
87%
Varkensvlees
Hebt u in de loop van het voorbije jaar de volgende vleessoorten gegeten?
83% 80%
Kalfsvlees Kalkoen
74%
Lam, schaap
48%
Konijn
48%
Wildgevogelte
40%
Wild
31%
Eend
28%
Paard
25%
Exotische dieren
10%
Geit
10%
Kip (93%), rund (87%), varkensvlees (83%),
kalfsvlees (80%) en kalkoen (74%) zijn de meest frequent geconsumeerde vleessoorten (minstens eenmaal in het voorbije jaar). De consumptie van de andere vleessoorten (lam, konijn, wild, eend, paard) gebeurt minder frequent of is zelfs bijkomstig (exotische dieren en geit).
Basis: respondenten
11
Verschillen volgens profiel •
•
•
• •
Vlees is een grote uitgavenpost in het gezinsbudget van de Belgen (4,5% in 2009, voor een totaal voedselbudget van 15,3%, waardoor het de grootste uitgavenpost voor voeding is) (Gezinskorf, OIVO, 2009). Vlees blijft bijzonder moeilijk betaalbaar voor de minst begoede bevolkingsgroepen. Bepaalde vleessoorten worden in het bijzonder minder dan andere geconsumeerd door de mensen in een moeilijke financiële situatie vanwege de hogere gemiddelde prijs: eend (bescheiden sociale groepen LSG: -11%, ernstige materiële deprivatie: -15%), paard (LSG: -11%, lichte/grote materiële deprivatie: -7/ -10%), geit (LSG: -7%, lichte materiële deprivatie: -5%), kalkoen (grote materiële deprivatie: -12%), wildgevogelte (LSG: -9%) en wild (lichte materiële deprivatie: -9%). Vlamingen consumeren meer paardenvlees (+10%), wildgevogelte (+12%) en Walen meer rundvlees (+6%), kip (+4%) en lamsvlees (+14%). Brusselaars eten minder vlees dan de rest van het land, zowel paard (-12%), kalkoen (-14%), wildgevogelte (-16%), konijn (-18%) of varkensvlees (-21%). Dat kan te wijten zijn aan een groter aandeel minderbegoede consumenten en/of aan het feit dat de consumptie van bepaalde vleessoorten cultureel niet toegelaten wordt. De jongeren van 18-29 jaar consumeren minder varkensvlees (-13%) en kip (-7%). Of de consumenten al dan niet een huisdier hebben lijkt geen impact te hebben op het consumptiegedrag. 12
Consumptie van kippenvlees Hebt u in het voorbije jaar kip gegeten? Eet u uw kip biologisch?
7%
83%
93%
11%
Nee
Ja
Geen bio
Meer dan 9 op de 10 consumenten zeggen dat ze in het voorbije jaar kip gegeten hebben. Er zijn meer Walen die kip eten (+4%), in het bijzonder in de landelijke gemeenten (+7%). Kip is de vleessoort die het meest biologisch gegeten wordt (11%). Het aandeel biologisch kippenvlees blijft desondanks behoorlijk pover, waarschijnlijk door het feit dat het duur is, zoals het kleinere aandeel bij de bescheiden sociale groepen (-5%) lijkt aan te geven.
Bio Basis: respondenten
13
Consumptie van rundvlees Hebt u in het voorbije jaar rundvlees, vaars(kalf) of stierkalf gegeten? Eet u uw rundvlees, vaars of stierkalf biologisch?
13%
78%
87%
9%
Nee
Ja
Geen bio
Bijna 9 op de 10 consumenten zeggen dat ze het voorbije jaar rundvlees gegeten hebben. Er zijn meer Walen (+6%), in het bijzonder in de kleine dorpen (+11%) en in de landelijke gemeenten (+10%), die rundvlees eten, misschien door de gemakkelijkere toegang via de (lokale) producenten. Relatief weinig consumenten (9%) consumeren rundvlees van biologische oorsprong, waarschijnlijk vanwege de hoge prijs, zoals de respondenten die ernstige materiële deprivatie ondervinden (-6%) lijken aan te geven.
Bio Basis: respondenten
14
Consumptie van varkensvlees Hebt u in het voorbije jaar varkensvlees gegeten? Eet u uw varkensvlees biologisch?
17%
76%
83%
8%
Nee
Ja
Geen bio
Bio
Meer dan 8 op de 10 consumenten zeggen dat ze het voorbije jaar varkensvlees gegeten hebben. De Brusselaars consumeren gemiddeld minder varkensvlees (-21%), misschien doordat voor een groter deel van de bevolking een cultureel verbod geldt op dit vlees. Er wordt meer varkensvlees gegeten in de landelijke gemeenten, zowel Waalse (+15%) als Vlaamse (+12%) (belang van de klassieke gerechten op basis van varkensvlees en minder immigranten dan in de stad). Relatief weinig consumenten (8%) eten biologisch varkensvlees, waarschijnlijk vanwege de prijs en/of de povere beschikbaarheid.
Basis: respondenten
15
Consumptie van kalfsvlees Hebt u in het voorbije jaar kalfsvlees gegeten? Eet u uw kalfsvlees biologisch?
20%
73%
80%
7%
Nee
Ja
Geen bio
8 op de 10 consumenten zeggen dat ze het voorbije jaar kalfsvlees gegeten hebben. Relatief weinig consumenten (7%) consumeren biologisch kalfsvlees, waarschijnlijk vanwege de hoge prijs, zoals de respondenten die beweren ernstige materiële deprivatie te ervaren (-6%) en de bescheiden sociale groepen (-5%) lijken aan te geven.
Bio Basis: respondenten
16
Consumptie van kalkoenvlees Hebt u in het voorbije jaar kalkoen gegeten? Eet u uw kalkoen biologisch?
26%
67%
74%
7%
Nee
Ja
Geen bio
Bio
Meer dan 7 op de 10 consumenten zeggen dat ze vorig jaar kalkoen gegeten hebben. Kalkoen lijkt een vleessoort te zijn die meer door de grote gezinnen (6 personen of meer: +13%) dan door de alleenstaanden (-10%) geconsumeerd wordt. Deze vleessoort wordt ook meer gegeten door de respondenten die zeggen geen materiële deprivatie te ondervinden (+10%) dan door wie ernstige economische moeilijkheden ervaart (12%). Weinig consumenten (7%) eten biologisch kalkoenvlees, waarschijnlijk vanwege de prijs, net zoals ook voor de andere vleessoorten geldt.
Basis: respondenten
17
Consumptie van lams- en schapenvlees Hebt u in het voorbije jaar lam of schapenvlees gegeten? Eet u uw lam of schapenvlees biologisch?
52%
43%
48%
5%
Nee
Ja
Geen bio
Bijna de helft van de consumenten zegt dat hij/zij vorig jaar lamsvlees / schaap gegeten heeft. De Walen eten meer lamsvlees (+14%) dan de Vlamingen (-9%), misschien vanwege een sterkere traditie op dat vlak in dat landsgedeelte. Lam en schapenvlees zijn relatief dure vleessoorten, zeker in hun biologische vorm, waardoor ze meer de hoge sociale groepen aanspreken (+7%) en minder de respondenten die zeggen dat ze ernstige materiële deprivatie ervaren (-5%).
Bio Basis: respondenten
18
Consumptie van konijnenvlees Hebt u in het voorbije jaar konijn gegeten? Eet u uw konijn biologisch?
52%
44%
48%
4%
Nee
Ja
Geen bio
Bio
Ongeveer de helft van de consumenten zeggen dat ze vorig jaar konijn gegeten hebben. De Brusselaars eten minder konijn (-18%), misschien omdat ze daar moeilijk(er) aan te leveren zijn. Konijn is een vleessoort die vaak uit traditionele overwegingen geconsumeerd wordt, onder andere door de ouderen (65plussers: +15%, i.v.m. de leeftijdsgroep van 30-39 jaar: 13%). Het feit dat mensen een konijn als gezelschapsdier hebben, lijkt niets te veranderen aan de consumptie van deze vleessoort. Weinig consumenten (4%) eten biologisch konijnenvlees, waarschijnlijk vanwege de prijs en/of beperkte beschikbaarheid.
Basis: respondenten
19
Consumptie van vlees van wildgevogelte Hebt u in het voorbije jaar wildgevogelte (fazant, parelhoen, snip enz.) gegeten? Eet u uw wildgevogelte biologisch?
60%
35%
40%
5%
Nee
Ja
Geen bio
Bio
4 op de 10 consumenten zeggen dat ze vorig jaar wildgevogelte gegeten hebben. De Vlamingen eten die soort vlees meer (+12%) dan de Walen (-15%) of de Brusselaars (-16%), in het bijzonder in de kleine dorpen (+16%) of landelijke gemeenten (+23%). Het kan zijn dat er een culturele traditie bestaat en dat er een grotere beschikbaarheid is in de Vlaamse gemeenten. Wildgevogelte wordt minder geconsumeerd door de grote gezinnen (6 personen of meer: -31%) en de bescheiden sociale groepen (-9%).
Basis: respondenten
20
Consumptie van wildvlees Hebt u in het voorbije jaar wild (everzwijn, hert, ree, hinde enz.) gegeten? Eet u uw wild biologisch?
69%
29%
31%
2%
Nee
Ja
Geen bio
3 op de 10 consumenten zeggen dat ze vorig jaar wild gegeten hebben. Net als voor wildgevogelte geldt, wordt wild meer gegeten in de Vlaamse kleine dorpen (+11%) en landelijke gemeenten (+13%), misschien ook weer door een sterkere culturele traditie. Omdat het luxevlees is, wordt wild minder geconsumeerd door de grote gezinnen (6 personen en meer: -18%) en door de mensen die zeggen lichte materiële deprivatie te ervaren (-9%).
Bio Basis: respondenten
21
Consumptie van eend Hebt u in het voorbije jaar eend gegeten? Eet u uw eend biologisch?
72%
25%
28%
3%
Nee
Ja
Geen bio
Bio
Bijna 3 op de 10 consumenten zeggen dat ze vorig jaar eend gegeten hebben. Eend is een vleessoort die doorgaans geassocieerd wordt met luxe en met feestgerechten voor met de familie of vrienden, wat ook bevestigd wordt door de resultaten: -11% eendeneters bij de bescheiden sociale groepen, -15% onder de respondenten die zeggen ernstige materiële deprivatie te ervaren en -9% bij de alleenstaanden. Zeer weinig consumenten (3%) eten biologische eend, waarschijnlijk vanwede de zeer hoge prijs en het gebrek aan aanbod op dat gebied.
Basis: respondenten
22
Consumptie van paardenvlees Hebt u in het voorbije jaar paardenvlees gegeten? Eet u uw paardenvlees biologisch?
75%
24%
25%
1%
Nee
Ja
Geen bio
Bio
Een kwart van de consumenten zegt dat ze vorig jaar paardenvlees gegeten hebben. Er zijn meer Vlamingen (+10%) die paardenvlees eten, misschien vanwege een sterkere traditie in Vlaanderen. Deze vleessoort is duurder dan het gemiddelde en wordt (daarom) minder gegeten door de bescheiden sociale groepen (-11%) of de respondenten die zeggen dat ze lichte/grote materiële deprivatie ondervinden (-7/-10%) dan door wie zeggen geen deprivatie te ervaren (+10%). Zeer weinig consumenten (1%) eten biologisch paardenvlees, waarschijnlijk door de zeer hoge prijs en door het gebrek aan aanbod.
Basis: respondenten
23
Consumptie van vlees van exotische dieren Hebt u in het voorbije jaar vlees van exotische dieren gegeten? Eet u uw exotische dieren biologisch?
90%
Nee
10%
Ja
Geen bio
10%
1%
Slechts 1 op de 10 consumenten zegt vorig jaar vlees van exotische dieren te hebben gegeten. Exotische dieren lijken minder gegeten te worden in Wallonië (-5%), in het bijzonder in de kleine dorpen (-5%), misschien vanwege beperkte bekendheid van die vleessoorten en een meer traditioneel consumptiepatroon. Zeer weinig consumenten (1%) zeggen dat ze biologisch vlees van exotische dieren eten, waarschijnlijk bij gebrek aan aanbod op dat gebied.
Bio Basis: respondenten
24
Consumptie van geitenvlees Hebt u in het voorbije jaar geitenvlees gegeten? Eet u uw geitenvlees biologisch?
90%
9%
10%
1%
Nee
Ja
Geen bio
Slechts 1 op de 10 consumenten zegt vorig jaar geitenvlees te hebben gegeten. Geitenvlees is weinig bekend en wordt weinig geconsumeerd, zeker bij de bescheiden sociale groepen (-7%) en bij de respondenten die zeggen dat ze licht materiële deprivatie ervaren (-5%). Zeer weinig consumenten (1%) eten biologisch geitenvlees, waarschijnlijk vanwege het gebrek aan aanbod.
Bio Basis: respondenten
25
Veranderingen in de consumptiegewoonten Groenten en fruit Kip, kippenfilets, gevogelte
40%
43%
12%
56%
17% 32%
Charcuterie (jambon, salami, 7% pâté)
55%
38%
Gehakt 4%
58%
38%
Stukken varkensvlees 4%
58%
38%
Fijngehakt rundvlees 4%
59%
38%
Stukken rundvlees 3%
59%
38%
Meer dan vroeger
Evenveel
Minder dan vroeger
Eet u de volgende producten meer dan vroeger, minder dan vroeger of evenveel als vroeger?
Gemiddeld zeggen 3 à 4 op de 10 consumenten dat ze minder vlees eten dan vroeger. We zien weinig verschillen op het gebied van de consumptiewijze tussen stukken vlees, fijngehakt vlees of fijne vleeswaren (38% minder dan vroeger voor alle drie de soorten).
Het is mogelijk dat de verandering gebeurt ten voordele
van groenten en fruit (40% meer geconsumeerd dan vroege) alsook van gevogelte: minder consumenten zeggen dat ze hun consumptie geminderd hebben voor kip of gevogelte (32%) dan voor de andere vleessoorten (38%) het geval is en 12% zeggen dat ze meer vlees eten.
Basis: respondenten
26
Conclusies Vleesconsumptie • •
•
De Belgische consumenten eten wekelijks gemiddeld 5,8 maal vlees. Dat gemiddelde ligt lager bij de vrouwen, de stadsbewoners en de bescheiden sociale groepen. De vleessoorten die het meest gegeten worden, zijn in dalende volgorde: kip (93%, minstens eenmaal per jaar), rundvlees (87%), varkensvlees (83%) en kalfsvlees (80%). Alle andere soorten worden veel minder frequent geconsumeerd (<50%), in het bijzonder door de bescheiden sociale groepen. De nieuwheid en de schaarsheid van het aanbod en het prijskaartje dat eraan vastzit, kunnen die mindere consumptie verklaren. De consumptie van biologisch vlees is pover (<10%) om niet te zeggen onbestaand, voor alle soorten vlees. Een mogelijke verklaring is de hogere prijs en het ontbreken van interesse voor biologisch vlees bij de consumenten.
Een vleesproduct kiezen •
Kwaliteit, prijs en versheid zijn de elementen die de consumenten in eerste instantie naar een bepaalde vleessoort drijven. Wanneer die factoren door de consument als identiek beschouwd worden, kiest hij vlees volgens de smaak, het uitzicht, de geur, het vertrouwen in het verkooppunt en de afwezigheid van risico’s voor de voedselveiligheid. 27
Conclusies Veranderingen in het consumptiegedrag •
•
•
Het vlees dat vandaag de dag verkrijgbaar is, wordt dan wel als van betere kwaliteit beschouwd (57%), toch denken bijna acht op de tien consumenten dat vlees duurder is dan voorheen. Tegelijk zeggen zes op de tien consumenten dat ze de voorbije twaalf maanden een daling van hun koopkracht ervaren hebben. Deze twee factoren hangen uiteraard samen en vormen de voornaamste verklaring voor de beperking van de vleesconsumptie. Een tweede verklaring is te zoeken in de gezondheidsvoorschriften. Bijna vier op de tien consumenten zeggen dat ze hun vleesconsumptie in de voorbije maanden teruggeschroefd hebben ten bate van groenten en fruit, waarmee ze de vele adviezen van de gezondheidswerkers opvolgen. De bovenstaande factoren vormen een verklaring voor het feit dat de consumptie van kippenvlees zo populair is in vergelijking met rund of varkensvlees. Voor de andere soorten melden de consumenten geen betekenisvolle verandering in het aantal geconsumeerde porties vlees.
28
Auteurs: Patrick Veillard, Marc Vandercammen Verantwoordelijke uitgever : Marc Vandercammen OIVO Stichting van openbaar nut ON 417541646 Paapsemlaan 20 - 1070 BRUSSEL Tel. 02/547.06.11 - Fax. 02/547.06.01 www.oivo.be Uitgave 2011 Catalogusref. – 546-11 D 2011-2492-108 ©OIVO Prijs : 29 €
Overnames voor niet-commerciële doeleinden toegelaten mits bronvermelding 29