Medi@School Slimmer? Sneller? Socialer? COV-trefdag 4 april 2012
FM wordt RFID KAART wordt GPS WINDOWS wordt OS KRANT wordt FACEBOOK URL wordt QR ONDERWIJZER wordt TECHNEUT? LEERLING wordt ERVARINGSDESKUNDIGE? SCHOOL wordt BLUT? Is het een nieuwe wind, een overrompelende tsunami, of een golf om op te surfen? De bezoekerscentra wagen zich alvast met de voeten in het water.
FM wordt RFID KAART wordt GPS WINDOWS wordt OS KRANT wordt FACEBOOK URL wordt QR ONDERWIJZER wordt TECHNEUT? LEERLING wordt ERVARINGSDESKUNDIGE? SCHOOL wordt BLUT?
SLIMMER? SNELLER? SOCIALER? Nieuwe technologieën vandaag zorgen voor uitdagingen in de toekomst! Praktijkvoorbeelden uit NME voor zinvolle en betaalbare implementatie. Michel Gabriels is sinds 2010 educatief medewerker in het Zwin Natuurcentrum. Hij beschrijft enkele voorbeelden van nieuwe media en toepassingen voor NME. Voorheen was hij coördinator van middenschool De Meander in Brugge. Michel is benoemd in het vrije en gesubsidieerde net. Hij heeft een brede onderwijservaring, met integratie van ICT en nieuwe media. Samen met Guy Vandevoorde, Lynn Vanheste en Wim Packet werken zij als deskundige, gedetacheerd uit het onderwijs, in de bezoekerscentra van West-Vlaanderen. De kruisbestuiving van leraren uit de praktijk en de expertise en netwerken van de NME resulteerde in een nieuw aanbod voor onderwijs met een golfje nieuwe media.
Medi@school COV-trefdag 2012
Dienst Natuur- en Milieueducatie Wim Mestdagh Provincie West-Vlaanderen Koning Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries T 050 40 32 81 F 050 40 34 03 E
[email protected]
J A N VA N G E N T
HOOFD
©Arie Ouwerkerk
Jan van Genten voeden zich voornamelijk met schoolvissen zoals Haring, Makreel, Kabeljauw en Horsmakreel. De prooien worden bemachtigd door van enige hoogte in het water te duiken, waarbij diepten tot vier meter bereikt kunnen worden. Met de gps technologie en kleine zenders kunnen onderzoekers gegevens verzamelen over hun foerageergebied en hun gedrag.
Durf Diepzeeduiken! TE in de NME?
Laten we het hoofd even leeg maken, om ruimte te voorzien voor alle nieuwe technologische ontwikkelingen. Deze brengen allerlei nieuwe media in het dagelijkse leven. Voor uzelf, uw leerlingen, maar ook voor de ouders, de schooldirecties, de overheid. Vaak zal uw leerling sneller de vaardigheid onder de knie hebben dan uzelf. Geen nood, leren is tweerichtingsverkeer!
technolog y E N H A N C E D L E A R N I N G I S H I P, I N N O VAT I E F en S N E L E V O L U E R E N D . O O K V o O R N AT U U R - E N M I L I E U E D U C AT I E ZIJN ER KANSEN EN UITDAGINGEN.
Laten we de hele heisa en de hype over nieuwe media even in een ander daglicht stellen: dat van de zee! Ga er van uit dat alle nieuwe media de uitgestrekte zee is! Wij die op het strand staan, met onze voeten op het vasteland. Vaste voet op wat we kennen en gewoon zijn, turen naar die ongekende zee met oneindige horizon. We kunnen met onze voeten even in het water pootjebaden, sommigen wagen zich aan een lange zwempartij. Veel verder dan de veilige zichtafstand zullen we ons in die zee niet wagen. Tenzij met een boot, die de haven uitvaart met hulp van een loods. De kapitein bepaalt de koers, en na een tijd varen lijkt het vaste land verdwenen. Een Jan van Gent vliegt mee! In de dieptes van de oceanen leven duizenden organismen, die we maar amper hebben ontmoet of onderzocht. Ze zijn elk een kleine schakel in de ecosystemen van de oceaan, maar vaak hebben we er geen idee van hoe die precies functioneren. Voor de meesten onder ons blijven deze dieren en planten een leven lang ongezien, onbekend en onbemind of onbenut. We zien van deze complexe wereld enkel het spiegelende wateroppervlak. Op het strand vormt het water wat rimpels en golven onder invloed van windkracht, bodemgrens en waterstromingen.
HART Indien we tijd vinden om zelf te surfen en op onderzoek te gaan ontdekken we de nieuwe uitdagingen en mogelijkheden. Zodra je wat vertrouwd raakt met een toepassing kan je met een hart voor de nieuwigheid, deze zaken ook zinvol implementeren. Hou je hart open voor vernieuwing.
HANDEN Je hoeft geen ‘nerd’ te zijn om zelf de nieuwe media te gebruiken. De toepassingen zijn met enkele muisklikken voor iedereen beschikbaar. Ze worden ook gebruiksvriendelijker. Sla de handen in elkaar en ga samen met collega’s aan de slag!
3 3
Om die onderwaterwereld te ontdekken is een boot niet voldoende. Een vernuftige diepzeeduikboot is de enige mogelijkheid om zelf tot op ongekende dieptes af te dalen. Gelukkig bestaan er vandaag filmcamera’s en hoeven we er niet zelf heen, Jaques Cousteau als gids was even voldoende… Wetenschappers vandaag volgen in zijn voetsporen, gesteund door nieuwe technologie. We kunnen aan de oppervlakte blijven, pootje badend op het strand, maar met de juiste middelen en de nodige durf, is het toch zeker boeiend om zelf een diepzeeduik te wagen. Door eigen beleving ontdekken wat zo ongekend is. Met een snorkel zie je de kleurenrijkdom, met een duikerspak ontmoet je “buitenaardse” schepsels. Met een diepzeeduikboot, moet je weten hoe je te werk gaat, of je verzuipt! En we horen vaak van duikers, duiken is een hobby die een verslaving kan worden… van moderne ICT net hetzelfde! We kunnen gelukkig ook boven water blijven, in de lucht, en op onderzoek gaan. Onze Jan van Gent, van nature professioneel duiker, wordt vandaag de dag door wetenschappers gezenderd. Voorzien van een lichtgewicht gps en zonnecelbatterij kan de digitale data ontvangen en bestudeerd worden zonder de vogel echt te storen. Op de kaart verkrijgen we zo de vliegroutes van de Jan van Genten op zoek naar voedsel. Deze moderne techniek heeft heel wat voordelen ten opzichte van het klassieke vangen en ringen van de vogels, hier was het altijd hopen op terugmeldingen van de plek waar de vogel werd opgemerkt. De duurdere technologie geeft ons, meer gedetailleerd, kennis van deze geweldige duiker. Zo kunnen we misschien beter begrijpen welke natuurgebieden noodzakelijk zijn voor het overleven van deze soort. Een overheid kan met wetenschappelijke informatie verantwoorde en ecodemocratische keuzes maken wanneer de natuur betrokken is, altijd dus. Zo zorgt de zender op de rug van Jan, voor een belangrijke boodschap vanwege de natuur, en dit dankzij recente technologie.
4
Welnu, de mogelijkheden vandaag nodigen ons uit om een duik te nemen in de zee van nieuwe media! Onderzoek geeft aan dat Vlaamse scholen beschikken over de ICT-infrastructuren en
bereid zijn deze te gebruiken. Tot op vandaag is het gebruik vooral informatiegericht. De nieuwe media dagen ons uit de grenzen van de digitale communicatie te verkennen. Zeker in het onderwijs, een “ecosysteem” dat erop gericht is om toekomstige generaties te begeleiden in hun groeiproces naar duurzame en beheerste zelfstandigheid in de complexe maatschappij. Voor hen zal de nieuwe media “Old school” geworden zijn. Misschien ontmoeten zij de vernieuwde grenzen van technologische (on)mogelijkheden. Wie weet, tijdens de reis naar Mars en Jupiter? Of we nu op verkenningsreis vertrekken naar het diepste van de zee, over het uitgestrekte luchtruim boven de oceanen, of de uithoeken van ons zonnestelsel, het is de ontdekkingsdrang die de motor voedt om een nieuwe koers te varen. Daarbij stellen we dat voor elke onderwijsbetrokkene, de wil om in zee te gaan met nieuwe media en moderne technologie, gevoed moet zijn door eigen interesse. Met de juiste hardware en vooral met behulp van een beetje (gratis) online assistentie van al diegenen die de zee al bevaren, zal uw waterangst verdwijnen. Je hoeft helemaal geen expert te worden, niet te duiken tot het diepste van de zee, maar af en toe een verse vis(ie), zet aan tot zelf de sprong wagen! Veel plezier!
Actief sociaal, het nieuwe A-sociaal?
“ connecting y our business to the technolog y resources y ou need ”
We kunnen aan de oppervlakte blijven, pootje badend op het strand, maar met de juiste middelen en de nodige durf, is het toch zeker boeiend om ... een ‘account’ aan te maken! Met een e-mail en online internetbrowser sta je met de voeten in de schuimkoppen op het strand. We doen een eerste vragenrondje met de Activote, een digitaal draadloos stemsysteem. De eerste soort van een reeks toepassingen van nieuwe media, die we integreerden bij de ontwikkeling van nieuwe modules voor de NME in de bezoekerscentra van de provincie. 1. Hebt u een facebook account? 2. Een twitter account? 3. Een linkedin account? 4. Een netlog account? 5. Een gmail account? 6. Een hotmail account? 7. Geen account? 8. Hebt u een itunes account? 9. Hebt u gratis of te betalen apps? 10. En tot slot, is uw “phone” smart? Dit om hier ons eigen, klein MICTIVIO-onderzoekje uit te voeren! Deze vragen willen peilen naar uw penetratie in de digitale, online wolk van vrienden en kennissennetwerken. Een login en wachtwoord geven vandaag toegang tot een hele rij unieke en gepersonaliseerde communicatieportalen. Op het net vind je sites die het gebruik van sites bijhouden. Zo moet je eens surfen naar www.klout.com waar je een analyse kunt laten lopen op al die invloeden die je online, actief onderhoudt. Je krijgt op basis van de activiteit op al je sociale netwerken een klout-score. Hoe sociaal ben je online? Aan het cijfer koppelt men een gebruikspatroon en bepalen ze je profiel. Ondertussen gebruiken handige reclamejongens deze profielen en maken er consumentenpatronen van, om gericht advertenties via nieuwe media te “pushen” of “css’en”! Big brother? Ja, maar de keuze is steeds aan ons om enkel te publiceren of lezen wat we zelf publiceerbaar of zinvol vinden, een competentie die we moeten leren. Dit is een thema voor een andere dag, want nu willen we de aandacht op de volgende, grote vraag: gebruik je deze netwerken ook in functie van je lespraktijk?
5
Hopelijk kunt u hierop ja antwoorden, voor heel wat klasjes in West-Vlaanderen is dit ook zo. Die hebben immers een blog, een website, een inlog op bingel.be, een e-mail en dus wel ergens een account. Een juf of meester volgt dit op, samen met de kinderen in de klas. In maart 2010 publiceerde de Katholieke Universiteit Leuven, samen met Universiteit Gent, een verslag met bijkomende analyses uit het MICTIVO onderzoek. Het project, voluit, Monitoring ICT in het onderwijs, uitgevoerd in 2007-2008, geeft een overzicht van de ICT-inzet in basis- en secundair onderwijs in Vlaanderen. Met de snelle evoluties zou dergelijk onderzoek permanent moeten worden uitgevoerd om accuraat en bij de tijd te blijven. De resultaten hier blijven even relevant. In de analyse lezen we; De meeste scholen lijken te beschikken over een relatief goede ICTinfrastructuur. Secundaire scholen zijn beter uitgerust dan basisscholen en dat geldt voor het aantal computers, nieuwe apparatuur, beschikbaarheid van draadloos netwerk en de goede internetverbindingen. Opvallend is dat scholen uit het basisonderwijs vaak op externen een beroep doen om deze infrastructuur tot stand te brengen. Elke school, scholengroep of scholengemeenschap kiezen hierbij autonoom de gewenste oplossingen. De resultaten betreffende ICT-gebruik wijzen op een eerder klassiek gebruik van ICT. Veel aandacht gaat naar het gebruik om informatie op te zoeken. Leraren en onderwijzers zijn vooral competent voor wat betreft het opzoeken en verwerken van informatie. Het hanteren van software voor andere aspecten van het onderwijsgebeuren lijkt niet alleen minder frequent voor te komen, leraren achten zich ook minder competent. Leerlingen, leraren en directies hebben een over het algemeen positieve houding t.a.v. ICT. Er is ook al heel wat ervaring. De resultaten tonen overduidelijk dat vooral directies meer ervaring hebben en frequenter gebruik maken van ICT, zowel beroepshalve als in de vrije tijd. Het geheel van de resultaten roept een beeld op waarbij ICT in het Vlaamse onderwijs is verankerd. ICT wordt breed gebruikt en het is nu nog vooral informatie gericht. Er lijkt ook onder alle bevraagde actoren een grote consensus te zijn over het belang van ICT in onderwijs. Kortom, onderwijsmensen hebben de afgelopen jaren heel wat tijd en middelen geschonken aan de implementatie van ICT. Het onderwijs heeft altijd aandacht gehad voor nieuwe evoluties, van krijtbord, via overhead, naar smartboard en nu tablet, of ‘digitale lei’! Daarbij kunnen we stellen dat onderwijs klaar is voor de uitdagingen op gebied van nieuwe media, die mogelijk zijn door deze moderne ICT. Deze bieden immers talrijke kansen door de gevarieerde toepassingsmogelijkheden. De online sociale netwerken zoals netlog, facebook, messenger, ... zijn een bijkomstige manier van communicatie. Bovendien zeer snel, interactief, en ‘very webby 2.0’!
6
Kennis, kennisconstructie en gamificatie. B innenkort leven we in het web 3 . 0 tijdperk . W E B 2 . 0 is echter nog N iet tot V O L L E R I J P H E I D , W E L K E V E R S I E LEREN WE ONZE KINDEREN?
We vervolgen met een korte quiz, deze keer een sneltoets. De score houden we digitaal bij, met draadloze verbinding kunnen we onmiddellijk van het publiek met stembakje ontdekken wat hun antwoorden zijn, geen nood, deze keer anoniem. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Weet u hoe een transistor werkt? Wilt u weten hoe een transistor werkt? Kunt u uzelf leren hoe een transistor werkt? Kent u iemand die u kan leren hoe een transistor werkt? Indien u weet hoe het werkt, kunt u dan een transistor maken? Wilt u een transistor maken om te kunnen gebruiken? Gebruikt u ook een transistor?
O O O O O O O
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
O O O O O O O
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Het is niet zonder reden dat in dit essay een aantal vragenreekjes zijn opgenomen. Over de elektronische transistor dan nog wel! We hadden ook een reeks kunnen samenstellen met vragen over de garnaal. Vraagstelling is pedagogie bij uitstek! 8. Weet u hoe een garnaal leeft? 9. Wilt u weten hoe een garnaal leeft? 10. Kunt u uzelf leren hoe een garnaal leeft? 11. Kent u iemand die u kan leren hoe een garnaal leeft? 12. Indien u weet hoe een transistor(?) werkt, kunt u dan garnalen maken? 13. Wilt u garnalen kweken om te kunnen gebruiken? 14. Gebruikt u ook garnaal?
O O O O O O O
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
O O O O O O O
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
U hebt ondertussen door dat we kennis van een onderwerp op veel manieren kunnen interpreteren, begrijpen, toepassen, gebruiken, misbruiken…een onderwerp kunnen belichten. We onthouden kennis immers het best door het zelf uit te leggen, op zo’n moment is kennis immers meest relevant. Kan iemand me uitleggen wat transistoren te maken hebben met garnalen vangen? En tot slot, om tot het onderwerp te komen. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
Weet u hoe nieuwe media werken? Wilt u weten hoe nieuwe media werken? Kunt u uzelf leren hoe nieuwe media werken? Kent u iemand die u kan leren hoe nieuwe media werken? Indien u weet hoe het werkt, kunt u dan nieuwe media maken? Wilt u nieuwe media maken om te kunnen gebruiken? Gebruikt u ook nieuwe media?
O O O O O O O
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
O Nee O Nee O Nee O Nee O Nee O Nee O Nee
Deze vragen zijn geen kennisvragen. Ze nodigen uit om over kennis van een onderwerp na te denken, een vaardigheid. Vandaag doelen we naar competenties, combinatie van kennis, vaardigheid, houding, lerend vermogen en functionele inzet, en dat is best veel. We stellen een competentiegericht onderwijs niet in vraag, maar hoe kunnen, of willen we dit bewerkstelligen? Coöperatieve kennisconstructie en creatieve leerstijlversterking zijn uitdagingen in een klascontext.
7
Deze 21 BOLEAN vragen zullen bij elk van u misschien gelijkaardige antwoordpatronen genereren, maar wees gerust, er zullen in het publiek veel variaties zijn. Zo is het ook met zinvolle implementatie van technologie in het onderwijs, er zijn veel verschillende mogelijkheden. Nieuwe media zijn vooral hierin nieuw dat de dragers van informatie vandaag geëvolueerd zijn tot computers in zakformaat met raakgevoelige schermen. Dat is nogal wat anders dan een dik boek vol gedrukt papier met onveranderlijke letters en figuren, of oude stencils of leien! Het grootste verschil is de mobiliteit van de inhouden op deze dragers van nieuwe media en hierdoor Anytime, Anywhere, Anyhow! Virtuele realiteit is reëel. Niet asociaal, maar net zeer A-sociaal. De grote gelijkenis tussen nieuwe media en “Old school” is dat de school of leraar de methodiek kiest uit zijn arsenaal onderwijshulpmiddelen, doelen en inhouden. Als dat het alfabet is, vandaag via een tablet; hetzelfde alfabet, 20 jaar terug op een gekopieerd blaadje; of 40 jaar terug met de wandkaart, dan kan je stellen dat inhoud niet veel verandert, de methodiek evolueert. Men spreekt vaak over web 1.0 uit het verleden, web 2.0 vandaag en web 3.0 voor de toekomst. Deze benadering via programmanummering van het internet is een mooie synthese van het evoluerende gebruik van dit wereld wijde web. Wanneer men in 1982 duidelijke protocollen afsprak om computers met elkaar te laten communiceren via TCP/IP was dit vooral geïnspireerd op de wetenschappelijke wereld. Men wou nieuwe en recente informatie vlot met elkaar delen, computers onderling met elkaar laten communiceren. Althans, hun gebruikers, wetenschappers geleerden, militairen en jonge huiskamerpioniers. De eerste versie van dit internet, had dus vooral de bedoeling om efficiënt en betrouwbare informatie te kunnen uitwisselen. Gebruikers surften het internet af op zoek naar online gepubliceerde informatie, dit is web 1.0! Een chatbox verliep niet via je browser, maar je had een afzonderlijk programma nodig, zoals IRC. We kunnen deze pioniersperiode als afgesloten zien, samen met de grote internetbubbel in de economische wereld, die gigantisch plofte aan het begin van de 21ste eeuw. ICT bleek geen kip met gouden eieren. Teveel investeerders hadden al hun eieren gebakken vooraleer de kip had gelegd. Vanaf 2001 wordt er gesproken van een web 2.0! Het internet is ondertussen steeds vaker een interactief medium voor iedereen. De gebruikers zelf bepalen de inhouden en via de sociale netwerksites, plaatst een gebruiker persoonlijke informatie online. Het internet was niet het grote economische gouden ei, maar kreeg eindelijk de kans te groeien vanuit een sociaal gebruikersbelang. Een BLOG bijhouden is, als het ware, je persoonlijke dagboek openstellen voor alle internetgebruikers. Doen we dit enkel door een intrinsieke, sociale motivatie, of is het grote ijdelheid? Facebook en Twitter is je hele sociale netwerk op de hoogte houden. Je kunt deze kanalen ook inzetten bij huiswerkhulp, peer-leren en bijsturingopdrachten. Er is ook het mooie voorbeeld van Wikipedia. De inhouden, over talloze onderwerpen, worden samengesteld door gebruikers zelf. De WIKI is nu een algemene term geworden voor online inhouden waar men met meerderen samen die inhoud ontwikkelt. Kennis is hierbij sociaal geconstrueerd. De toekomst is aan de ‘hypothetische’ term web 3.0! Waar we met de iPad en de smartphone al een stuk in die richting zitten. Want bij het web 3.0 voorziet men dat elk gebruiksvoorwerp een digitale connectie heeft met het internet. Vandaag kan je al met je iPad je verloren gewaande iPhone terug vinden dankzij de ingebouwde gps en het feit dat dit beide hoog technologische apparaten zijn van dezelfde firma, in de toekomst zouden dit geen voorwaarden meer mogen zijn. De sensoren en internetconnectie leveren de nodige informatie om de toestellen te traceren en verspreiden deze informatie terug via het internet, alom en overal aanwezig, en als het even kan, op microverbruik van zonnecel opgewekte energie. Denk ook aan verbruiksgoederen, zoals je boodschappen. In het huis van de toekomst wordt gedemonstreerd hoe een intelligent systeem je boodschappenlijstje bij je thuis bezorgd zonder dat je zelf nog veel tijd hierin moet investeren. De koelkast is op de hoogte van producten die opgebruikt zijn en bijbesteld moeten worden, je huis weet welke bestelling voor jou is bedoeld. Van de toekomst? Gaandeweg ontstaan meer dergelijke toepassingen, ook al vandaag de dag. Hoe kan, wil of moet een leeromgeving hierop inspelen? Misschien inspireren volgende voorbeelden?
8
Multiple choice of volledige tekstfunctie, hardware of virtueel, een respons systeem biedt diagnose van kennis, digitale feedback en interactie waar zelfs de meest verlegen leerling/cursist geen nee tegen kan zeggen!
kies maar Leerling Respons Systemen (LRS)
• • •
• • •
multiple choice, tot maximaal 6 keuzes 32 kieskastjes in stevige flightcase inclusief draadloze ontvanger en software
32 kastjes in draagtas inclusief draadloze ontvanger en software Volledige tekstfunctionaliteit door sms interface ActiVote
ActivExpression
•
•
Dezelfde functies als ActivExpression, maar dan virtueel, als software
Mogelijkheid om pakketten vragen met niveauinstelling (Cito) om op eigen tempo te werken Meerdere vraagtypen (o.a. open vragen, zet op volgorde, multiple choice) ActivEngage
9
URL wordt QR INTERNETSITES, WEBMASTERS, DEVELOPPERS ZIJN NIET LANGER DE COMPUTERNERDS IN KLEINE KAMERTJES. IEDEREEN DOET MEE. KAN IEDEREEN MEEDOEN?!
We kunnen onze leerlingen leiden naar de zinvolle online games of we kunnen hen leren ze zelf te maken? We kunnen zorgen dat we pedagogische inhouden digitaal aanbieden, of laten we hen ze verzamelen? Een internetsite met relevante onderwijsbronnen is zeer nuttig, als hij gevonden wordt op het moment dat de informatie noodzakelijk is. Internetsites vinden we via hun URL adres of moeten we zelf opmaken en via een server online brengen. Dergelijke adressen en internetbronnen snorren we op met Google. Op je smartphone is het onhandig een lang internetadres in te tikken. Als je mobieltje een camera heeft, dan kun je een app laden om er QR-codes mee te lezen. Je kunt dus via beeld snel linken naar een online website, en zelfs een lokaal bestand. Google goggles herkent zelfs voorwerpen. De stembakjes van de activote kunnen een snelle en totale deelname garanderen van een bevraagde groep. Maar bovenal kunnen ze ook snel democratische processen introduceren in de klas. Het kan ook mislukken, als de technologie faalt. Maar in het beste geval is de vragenronde en de opgesomde antwoorden een actieve werkvorm van deze tijd, mogelijk door technologie. In dit voorbeeld gebruiken we BOLEAN vragen, ja of nee, zwart of wit, 0 of 1, alle nieuwe media doen een beroep op de geniale eenvoud van binair rekenen, deze achterliggende processen kennen we meestal niet, zolang het maar werkt… zolang we de zeespiegel zien en ze kunnen bevaren hoeven we niet allemaal de onderliggende mechanismen kennen. Hier wringt het schoentje. Introductie van een nieuwe technologie in communicatieprocessen heeft maar kans op slagen indien het feilloos werkt en de eindgebruiker niet geconfronteerd wordt met de ingewikkelde processen, gecompliceerde installatieprocedures en dure rekeningen (denk aan de abonnementskost voor een G3 data verbinding). Daarnaast zijn er ontwikkelaars nodig die in het onderwijsveld actief zijn en expertise hebben. En tot slot kampen wij in Vlaanderen met een relatief kleine bevolkingsgroep waardoor er vaak weinig online inhouden of handleidingen Nederlandstalig zijn, en bovendien specifiek geënt zijn op het onderwijs van de Vlaamse gemeenschap. Daar komt geleidelijk verandering in, het vraagt immers tijd! Steeds meer delen leraren hun methoden online. Klascement is een waardevolle referentiebron. Google translate kan ook al eens helpen. WWW.VELDWERK.BE is een poging om online inhouden aan te bieden die voor een opvoeder onmiddellijk praktisch inzetbaar zijn. Een toepassing aanbieden ondersteund door online data beheer en goedkope (of gratis) open source, open bron. In deze opzet werd het proefproject door de educatieve medewerkers van de NME in de bezoekerscentra in West-Vlaanderen opgezet. Uitgeverij Van IN heeft een online oefenplatform BINGEL.BE Een website is een interessante oefening in taalbeheersing. De eindgebruiker ziet enkel een mooie klikbare pagina in zijn web-browser. Maar de internetontwikkelaar moet veel talen kennen. Hij moet codes, afspraken en grammatica machtig zijn, die van HTML, CSS, PHP, .NET, C++, Java, Json, ... hoe meer hoe liever, maar liefst niet teveel! Daarnaast is de inhoud nog meer relevant, en die ontstaat uit een veelheid aan waardevolle bronnen, door een collaborerende groep deskundigen herschikt tot een nieuwe communicatievorm, in een visuele attractieve en interactieve taal. Veel kleine experts in de online talen maken heel mooie portalen om hun eigen pedagogische startpagina op te maken in functie van hun lespraktijk. Nu komen er steeds meer mogelijkheden om ook
10
coöperatief te werken aan materialen, en is er een voldoende basis online materialen in onze taal en ons referentiekader, hoewel! Via Google komen we nog steeds, maar al te vaak op een .nl site, “gélemael géén problheem”! Of zijn de discussieplatformen of collaboratieplatformen leeg. Met de eerste bakstenen heeft men geen kathedralen gebouwd. Willen we maar zeggen, er zijn veel mogelijkheden om via digitale weg media in te zetten en velen zijn er volop mee bezig, maar verwacht geen 100% ommezwaai. Het is een zachte evolutie en geen revolutie. Een stille stroming die best geen te hoge golven slaat, dat zouden oningevulde verwachtingen kunnen worden. Het is aan de redacties en uitgeverijen van schoolmethodes, samen met onderwijs, samen met overheden, samen met alle actoren van onze tijd… te werken aan nieuwe materialen? Een mooi voorbeeld alvast van moderne content is van Engelse ontwikkelaars met de naam iSpiny. Ze maakten een fijne applicatie om vogels te leren herkenen aan hun uiterlijke kenmerken en geluiden. Daarnaast een vogelvinder, die je waarnemingen en determinaties onmiddellijk op facebook post als je die met je iPhone invoert. Een fotootje erbij en klaar is kees. De vogelvinder is er nu ook voor Nederland, het is wachten op een Vlaamse versie om het kaartmateriaal van hier te gebruiken. Taal is vaak “the missing key element” voor praktische ICT onderwijsinhouden. We kunnen heel wat zelf! Liefst, het is een teken van grote betrokkenheid, zorg alleen dat het allemaal haalbaar blijft, en samen met collega’s kan. Je hoeft niet zelf applicaties te ontwikkelen en maken, hoewel het kan, maar je kan zeker gebruik maken van de online tools die er zijn! Daarom, uw volgende schoolaankoop is een webcam, 60 euro … De QR-code (Quick Response code) is een opvolger van de meer bekende streepjes- of barcode die vandaag op allerlei producten aanwezig is. Toyota had al in de jaren ’80 nood aan een praktisch en snel scansysteem om onderdelen in de assemblagefabriek te kunnen bijhouden. De 1-dimensionele streepjescode kon te weinig informatie bevatten en men ontwikkelde een 2-dimensionele variant, de QR-code. Gelukkig hebben zij deze technologie zonder licentiekosten vrijgegeven op het internet en zo komt het dat recent de QR-tag, het herkenbare hokjessymbool, in het straatbeeld steeds vaker verschijnt. Wat is nu het voordeel van een dergelijk tag? Het is een optisch herkenbaar symbool, wat door de afwisseling van zwarte en witte hokjes een digitale boodschap bevat. Dit zijn alfanumerieke waardes die een stuk tekst, een URL van een website of andere informatie, grafisch kunnen representeren. Met de juiste software (een applicatie) en hardware (een toestel met camera) kan de code gescand en geïnterpreteerd worden. Het is niet langer nodig een lang internetadres in uw browser in te tikken, de QR-code begrijpt immers dit adres in een oogopslag!
11
In heel wat reclameadvertenties duiken deze codes op, ze verwijzen naar een website of online filmpje met extra informatie over het product. In aankondigingen van optredens of voorstellingen kan onmiddellijk verwezen worden naar een online inschrijvingsformulier of het uitgebreide programma. Ondertussen zijn verschillende websites beschikbaar waar u zelf een internetadres kunt omzetten in dergelijke code (de QR-code generator produceert een afbeelding) en dit volledig gratis! Het ontwikkelen van een eigen website met de relevante informatie blijft wel noodzakelijk, tenzij u gewoon wil verwijzen naar bestaande online content, uw persoonlijke facebook pagina bijvoorbeeld. Probeer het zelf op http://qrcode.kaywa.com en ontdek hoe eenvoudig dit is. Natuurlijk blijft het noodzakelijk over een toestel te beschikken met camera om de code terug in te lezen. Een smartphone, iPad of computer met camera zijn de huidige opties. In de zoo van Antwerpen gebruikt men nu al deze ‘tags’ om de bezoeker tijdens een audiowandeling te verwijzen naar het passende ingesproken audiobestand van Chris Dusauchoit. In de toekomst kan elke monument voorzien worden van een dergelijke tag zodat een bezoeker extra info kan oproepen. Wij hebben er voor de waterposter van het veldwerk water (tweede graad van het secundair onderwijs) een associatiespel voor ontwikkeld. De codes roepen een afbeelding op die ze kunnen linken met de waterthema’s in de poster opgenomen, tijdens een gesprek combineren met hun eigen voorkennis en de actualiteit.
www.veldwerk.be
12
waterposter
anatool speurt met storm het strand af en...
... zoek t een s chone slaapster.
Jef Nys © Ballon Media 2012 - www.ballonmedia.com
Hoho! Prinses in dromenland laat haar portefeuille voor het grijpen liggen!
Storm aan zee! Jommekes meeuw draagt ook een zendertje in dit gloednieuwe verhaal. Een cartoon of stripverhaal blijft belangrijk bij nieuwe media en ook online materiaal moet grafisch sterk zijn. Leer jongeren een grafisch programma gebruiken. PhotoFiltre is hiervoor een geschikt, gratis en lichtgewicht beeldbewerkingsprogramma. Zo kan je in een QR code ook een logo of symbool plaatsen om ze makkelijk te herkennen. Controleer altijd of je QR ook werkt.
Stappenplan QR codes in de klas. 1. De volgende aankoop die u uw directeur moet voorleggen is die van een webcam, 60 euro. 2. Je installeert de web cam.
QR
3. Vervolgens installeer je een QR-code lezer op je computer (alternatief: download je een QR-app op je cam supporting smartphone).
34
4. Zoek je de URL van een toffe site die je kids zeker moeten bezoeken, je kan ook een tekst Jom259_inh.indd 34 opmaken, een lokaal bestand op je harde schijf oproepen.
http://qrcode.kaywa.com/
5. Genereer je met deze URL een QR-code afbeelding met een online QR-code generator (http://kaywa. com, http://www.qurify.com/nl/). 6. Print deze afbeelding met QR-code. 7. Start de QR-code lezer (desktop QR-scanner). 8. Toon vervolgens het QR-plaatje aan de webcam (dit is voor de leerlingen), de pc roept nu de gelinkte URL op! Een youtubefilmpje, een geluidsfragment, een lokaal bestand, een oplossing, een nota, ...
aankondiging tentoonstelling Onder Dak Zwin Natuurcentrum 13
FM wordt RFID? R A D I O F R E Q U E N C y I D E N T I F I C AT I O N , N I E T A L L E E N V O O R W I N K E L B E V E I L I G I N G
We kunnen ook de hedendaagse beeldcultuur (beeldverslaving) verlaten, en toch met nieuwe technologie werken. De SWINX is een spelcomputer met sensoren, de set wordt geleverd met vier RFIDbandjes. Op de Swinxs zitten drie knoppen: een aan/uit, een groene en een rode knop. De bediening is eenvoudig. Zonder de handleiding te lezen, hebben kinderen al snel door hoe alles werkt. De instructie wordt door de Swinxs gegeven door middel van audio-commandoʼs. Anders dan andere spelcomputers heeft de Swinxs geen beeldscherm. Standaard worden er tien spellen meegeleverd, maar via de website van Swinxs kunnen er kosteloos spellen gedownload worden en op de Swinxs gezet worden door middel van een USB-kabel. Er zijn diverse bedieningsmogelijkheden: de kinderen gebruiken de gekleurde RFID-bandjes om opdrachten te geven, maar het is ook mogelijk om via geluid of trilling de antwoorden aan de Swinxs
BESCHRIJVING
SWINXS Wat is het? De Swinxs is een game console die zowel binnen- als buiten gebruikt kan worden voor actieve spellen. De Swinxs stuurt het spel aan met behulp van spraak. De console praat, herkent, moedigt aan en legt spelletjes uit. Tevens is de Swinxs bij spellen een scheidsrechter en tijdswaarnemer.
Voor wie is het? De Swinxs is geschikt voor kinderen vanaf 4 jaar. Er kan individueel, of met meerdere kinderen gespeeld worden. Het maximum aantal spelers is afhankelijk van het spel. Als er voldoende polsbandjes zijn, dan kunnen er bijvoorbeeld bij het spel Estafette wel 40 kinderen samen spelen.
14
Hoe werkt het?
door te geven (bijvoorbeeld door het slaan met de hand op de tafel waarop de Swinxs staat) en de Swinxs geeft feedback door middel van een LED-licht. Omdat in de meeste bijgeleverde spellen een competitie-element zit, worden sommige kinderen extra gestimuleerd hun best te doen. Door de Swinxs kan samenwerkend leren gestimuleerd worden. Kinderen die normaal gesproken niet samenwerken, werken nu door middel van de spelcomputer wel met elkaar samen. Je bent in het spel afhankelijk van elkaar en moet met elkaar samenwerken. Groot voordeel voor de leraar is dat de kinderen zelfstandig met de Swinxs werken en de leraar daardoor in de klas de handen vrij heeft om bijvoorbeeld extra instructie te geven aan een groepje leerlingen. Inhoudelijk is er nu nog niet veel te melden over de didactische verantwoording van educatieve games, omdat deze nog niet voldoende zijn ontwikkeld. Wel maakt de Swinxs het samenwerkend leren mogelijk. Dit past goed in het klassenmanagement van veel scholen die nu volgens de modellen van het coöperatief leren werken. Coöperatief leren heeft vijf basiskenmerken: positieve wederzijdse afhankelijkheid, individuele verantwoordelijkheid, directe communicatie over en weer, samenwerkingsvaardigheden, evaluatie van het groepsproces. Als de leraar zorgt voor evaluatie van het groepsproces dan wordt bij het werken met de Swinxs aan alle basiskenmerken voldaan. Je kunt ook de Swinxs zelf programmeren met een vereenvoudigde programmeertaal. Hiervoor is er een online ontwikkelmodule met emulator. Het vraagt echter heel wat tijd om deze taal goed te beheersen en je hebt een goed concept nodig om een geanimeerd spel te ontwikkelen, alsook goede audio.
Voor een tentoonstelling schakelen we de Swinx in als automatische vragensteller. Elke vraag wordt opgeroepen door een RFID-tag bij de Swinx te houden. Verschillende tags, actieveren telkens een geluidsfragment met een andere vraag. Sensoren zullen in de toekomst steeds een belangrijkere rol spelen.
15
Geocache, Biocache, en andere queesten K aart wordt G P S !
In de online nieuwsbrief van de KHBO (april 2011) lezen we het volgende artikel. De maatschappij evolueert en alles wordt gemoderniseerd. Het kaartlezen wordt aangevuld met de gps en maakt ons leven een stuk gemakkelijker. Kinderen vinden het geweldig om met behulp van een wandelgps zelf op zoek te gaan naar een schat. Geocaching is een spel waarbij je de ‘schat’ zoekt aan de hand van een wandelgps. In deze wandelgps geef je coördinaten in, die je naar de plaats leiden waar de schat (cache) verborgen ligt. In Bulskampveld bevindt zich een dergelijke schat, ontworpen in functie van een bachelorproef. Drie studenten van de lerarenopleiding (leraar lager onderwijs) aan de Campus Brugge voerden een onderzoek naar de mogelijkheden om geocaching in het basisonderwijs te integreren. De kinderen van het zesde leerjaar mochten alles uittesten. Onze bedoeling is dit verder uit te werken en aan te passen om dit open te stellen voor alle scholen. Het geocachen biedt tal van mogelijkheden. De studenten ontwikkelden een klassieke cache en een multicache. De klassieke cache werd ook geplaatst op de website www.geocaching.com. In de voormiddag zochten de kinderen samen deze schat in de buurt van het graf van baron d’ Udecem d’ Acoz. Daarin zit een puzzel, die het verhaal vertelt rond deze moord van Beernem. In het aanwezige logboek lazen ze de opmerkingen van meerdere geocachers, die deze nieuwe schat de vorige weken al ontdekt hadden. ’s Namiddags werden de kinderen opgesplitst in groepjes en gingen ze op zoek naar de multicache, die 5 caches omvat, verspreid in het bos. Bij iedere gevonden cache hoort een opdracht, die hen vervolgens naar de volgende cache leidt. De kinderen vonden het een heel avontuur. Het is spannend, afwisselend, leerrijk en gezond. Er komt techniek bij kijken omdat telkens opnieuw coördinaten in de gps-ontvanger moeten worden ingevoerd. De ervaring is dat kinderen extra gemotiveerd meewerken en gemiddeld dubbel zo hard lopen als normaal, geprikkeld door de speurtocht naar de volgende cache. Het principe van de geocache kan je inzetten voor allerlei thema’s, een biocache, een technocache. Indien je beschikt over een wandelgps kan je zelf aan de slag. De iPhone en iPad hebben voldoende sensoren en technologie aan boord om via assisted GPS ook hier hun nut te bewijzen.
16
Met de applicatie ITRAIL en de sensoren van uw toestel is het ook mogelijk om uw wandeling rechtstreeks op de Google satelliet kaart te projecteren. Zo functioneert uw tablet computer of smartphone als perfecte wandelgps. Er zijn verschillende ontwikkelaars die voor de ingebouwde gps functies van de iPhone of iPad een applicatie hebben ontwikkeld. In het overzichtje vier zaken om zelf uit te testen. Tijdens een uitstap bijvoorbeeld. ITRAIL Registreer de wandelroute die je afstapt, bekijk de snelheden en hoogtes. BENELUX Eerder voor in de auto, met de kaarten van de Benelux die op uw toestel worden ingeladen. GPS HD Zoals de gps in de wagen. Free GPS Heel eenvoudige wandelgps toepassing, voer de coördinaten van een waypoint makkelijk en snel in. Vergeet niet je batterijen voldoende op te laden. De gps moet in beweging zijn om zich te kunnen lokaliseren ten opzichte van minstens 3 satellieten. Een waypoint wordt bepaald door de coördinaten. Meestal kunt u het metrische stelsel instellen, zodat we spreken over herkenbare kilometers i.p.v. mijlen. Over mijlen gesproken, ook op zee zijn deze toepassingen bruikbaar. En een applicatie zoals Tides 3.0 toont ons het huidige zeewaterpeil, mits kleine vergoeding, voorspellingen van het hele jaar.
Week van de Zee editie 2011 De gedeputeerden trokken een waadpak aan om zelf de zee in te trekken, er garnalen te kruien. De zorg voor onze “Elfde Provincie” is van groot belang voor de 10 kustgemeenten en onze Provincie. Om het zomerkustafval beter gesorteerd te krijgen werd de kustafvalgids ook mobiel aangeboden. Dit jaar is er de online campagne: http://www.letsdoitindevuilbak.be. Jongeren kunnen hun vuilbakgebruik of recyclagemanagement in the spotlight zetten! Deze toepassingen vragen interactie van de leerlingen, invoeren van codes, zoeken van schatten, filmpjes maken en uploaden. Ze worden aangeboden als uitdagingen, zoals in adventure games. Het actief gebruik moet gestimuleerd worden, het spelelement is een mooie motivator.
17
WINDOWS wordt OS? A P P L E , M I C R O S O F T, G O O G L E , S T E E D S M E E R M O E T E N W E A L L E TA L E N K E N N E N .
En zo komen we bij de smartphone, de datalogger en de tablet computer. Op 1 maart 2012 gaf een secundaire school in Blankenberge een persmoment. Op Focus-WTV konden we zien dat de directie beslist heeft om vanaf volgend schooljaar voor elke leerling één iPad in te zetten. Naast de besparing van het vele papier, is het voor de leerlingen een extra motivatie om naar school te komen. Via een maandelijkse afbetaling van 15 euro per maand gedurende 3 jaar is dergelijke aankoop voor iedereen haalbaar. Uitgeverij Pelckmans en Apple stappen mee in dit avontuur. Een prestige project? De ICT infrastructuur voor de honderden draadloze verbindingen zijn voorzien, de leraren krijgen vormingen om alle leerstof ook via de iPad te kunnen aanbieden. De iPad wordt niet altijd en overal ingeschakeld. Een gewoon leergesprek blijft even waardevol. De meeste scholen hebben echter Microsoft ondersteuning, hier en daar Linux en andere even waardevolle besturingssytemen. Windows 8 komt binnenkort, volledig voorzien voor het tablet tijdperk. En op de smartphone draait in de meeste gevallen een androïd besturingssysteem. Welke is de beste? Die vraag moeten ICTcoördinatoren uitmaken. Ze kunnen dit enkel mits goed advies, in samenspraak met gebruikers en verstrekkers, en door met alle factoren rekening te houden! Elke school maakt hierbij zijn gepaste keuze. Belangrijk streefdoel voor het onderwijs moet zijn, welk toestel of software ook, dat er samen wordt gewerkt, bedacht, uitgetest. Vrijheid van keuze is belangrijk, en zou mogelijk moeten blijven tot op het niveau van de ouders. De veelheid aan systemen kan ook contraproductief zijn. Op het online platform LINKED IN loopt een geanimeerde discussie over de onderwijsvernieuwing in Vlaanderen. Deze discussielijn werd opgestart door Ignace Tanghe. Hij is een leraar van nu en voor de toekomst, die vorig schooljaar eveneens educatief medewerker was in het bezoekerscentrum De Palingbeek. Eén van de discussielijnen gaat net over deze iPad integratie in het onderwijs. Het voorbeeld in Blankenberge bewijst dat pioniers nu al de voordelen zien. Maar bij dergelijke ‘her’-evolutie komt heel wat kijken! Het gaat niet zozeer om de tablet in de klas, want die komt er, hoe dan ook. Net zoals het kopieerapparaat, de diaprojector, de overheadprojector, het televisietoestel, de dvd-speler, de computer en de beamer tevoorschijn kwam in school, zal deze nieuwe technologie ook zijn weg vinden. Vaak zal het onderwijzend personeel zelf in zijn beurzen tasten om de eerste toestellen ook in klas of school te brengen. Daaropvolgend komen dan meestal schoolinvesteringen. De crisis kan hier een remmende factor zijn, maar het gebruiksgemak van een tablet in een pedagogische context t.o.v. een laptop bijvoorbeeld zal snel deze rem doen lossen, als we de zinvolle applicaties leren kennen of zelf ontwikkelen tenmiste. De volgende vraag is dus veel belangrijker: welke applicaties komen in de klas van morgen? Welke methodieken kunnen we er meer mee realiseren? Zoals de lei, pen en papier, rekentoestel, moet ook de tablet gezien worden als de vorm. De inhoud, de leerstof, moet hier onafhankelijk van staan. Het is de uitdaging om natuurlijke linken te maken. Ik neem het voorbeeld van de les ICT in het secundair, op de agenda: basisfuncties van Excel! Dit is eigenlijk jammer. Deze les ICT hoeft niet, als men in de les wiskunde al gebruik zou gemaakt hebben van de mogelijkheden in Excel om getallenrijen en grafieken voor te stellen. Door les te geven over grafiek, met behulp van Excel, leert de leerling het hulpmiddel (Excel) als instrument gebruiken. Les over Excel zelf, is veel saaier, want daar werk je weer met abstracte voorbeelden. Vandaar dat we stellen dat voor de iPad in klas komt, eerst ontdekt moet worden waar en wanneer we het toestel willen/kunnen inschakelen, proeftuinen met andere woorden! Vervangt het alle pen en papier voor de leerling, is hét nieuwe projectiesysteem voor de klas, is het de infobron via de onboard webbrowser Safari? Welke applicaties bieden meerwaarde? Overal vind je nu webpagina’s met beschrijvingen van mooie applicaties, specifiek voor onderwijs. Maar inderdaad, vaak gimmicks, niet inzetbaar op lange termijn. Er zijn er ook hele goede, je moet ze leren kennen, vinden. Een school met een elektronische leeromgeving (ELO), zoals smartschool, kan zeker een positieve keuze maken voor de iPad. Hopelijk zijn voldoende leraren actief op deze platformen, dit is een
18
voorwaarde om leerlingen het ook zelf actief te leren gebruiken. Zo’n ELO op de iPad kan alle papieren cursussen vervangen, mits het korps er ook ten volle gebruik van maakt. Kortom, er is nog wat bezinningswerk voor het er zomaar komt, maar pioniers blijven nodig! We kunnen leren van elkaar. Om te besluiten nog een korte opsomming van zinvolle video en audio toepassingen, Test ze zelf uit en ga op verkenning. Neem wat tijd voor een diepe duik in de huidige technologie. Het werd al besproken in de inleiding, gelukkig zijn er vandaag camera’s. Die kunnen zaken visueel en auditief vastleggen, om te reproduceren… niet alleen reclame, maar zeker ook leerinhouden. Is het niet absurd dat een leraar in het secundair vier maal hetzelfde verhaal vertelt aan vier maal een andere groep. Is het niet zinvoller dit verhaal op te nemen, en ondertussen tijd vrij te maken om zinvoller en actief met de groep te werken? Indien u het Engels (de huidige 2de taal voor Vlamingen?) wat beheerst vindt u op Youtube “How to’s” voor tal van applicaties. http://www.youtube.com We mogen gerust gebruik maken van de middelen die er vandaag zijn. Een youtubekanaal is voor iedereen mogelijk. Op Youtube vind je trouwens tal van “how to’s”, gewoon zo intikken “how to qr”. Filmen is ook niet moeilijk meer. Je hoeft geen HD BBC serie te filmen, iets voor Youtube in klein formaat is ruim voldoende, zelfs aangewezen. Dit kan worden opgenomen met een eenvoudige digitale camera, of de camera op de smartphone natuurlijk! Een kleine camera kan in klas een hele rij methodieken teweeg brengen. Het gaat vaak om presentatie of toneel. Maar je kunt ook een stuk leerstof vastleggen, en zo in klas aanbieden. Om de filmpjes te monteren kan je ook online terecht zoals Jaycut, waar u uw filmpjes upload en monteert. Helaas werd de service en community momenteel afgesloten, daarom is het veilig niet op één paard te wedden. Ook Youtube biedt montagemogelijkheden. U kunt altijd een programma installeren. Let wel, videobestanden vereisen veel opslagruimte en snelle processoren, de montage neemt heel wat tijd in beslag. http://audacity.sourceforge.net Om de geluidsband te monteren kunt u gebruik maken van open bron (open source) software. Een geluidsbestand is vaak gecomprimeerd en wordt vandaag bewaard in een bestandsformaat met slot, om illegaal kopiëren te verhinderen. Eigen geluidsmateriaal is een oplossing. Er zijn ook nog ruim voldoende andere geluidsfragmenten vrij van recht. Met het programma audacity kunt u eigen geluidsmontages maken en er een MP3 bestand van maken. http://www.prezi.com En het hoeft niet altijd film of geluid te zijn, een PowerPoint is nog steeds een mooie manier om ICT in te zetten in de klas. Maar er zijn ook alternatieven voor een .ppt presentatie. Hebt u al gewerkt met een flitsende PREZI voorstelling? Dan moet u dit zeker eens uittesten en er een gratis educatieve account aanmaken. Laat uw leerlingen zelf een PREZI maken, laat ze zelf een account aanmaken. Wil u nog meer digitale hocus pocus in klas dan kunt u even surfen op de term Augmented Reality, Aurasma, Assimo, of wat denkt u van 3D-printing? Vraag aan uw leerlingen om samen een BJEA-dag te organiseren, een “Breng Je Eigen Apparaat”-dag op school! U zult versteld staan van de PLAYSTATION VITA, de NINTENDO 3DS en de A.R. DRONE. Misschien heeft iemand zelfs een GOOGLE GLASSES, want vandaag kunt u ook googlen op afbeelding en met picassa kan je automatisch gezichten herkennen! En als laatste: Dragon Naturaly Speaking, Nederlandse spraakherkenning op de pc met headset werkt vandaag heel behoorlijk, vooral wanneer de tikvingers het begeven. Ook de leerlingen met leerproblemen zijn in veel gevallen geholpen met dergelijke vooruitstrevende technologie.
19
De school van de nabije toekomst is de SCHOOL 3.0, eentje waar leerlingen ervaringsdeskundigen zijn die ons, de onderwijsverstrekkers en educatoren, moeten tonen hoe open te staan voor het tweerichtingsverkeer van moderne leerprocessen, met nieuwe media. Een uitdaging om met auteurs, ontwikkelaars, mensen uit het onderwijsveld, educatieve diensten, uitgeverijen, IT en overheden samen tot zinvolle toepassingen te komen, die beantwoorden aan deze tijd. Via een online platform is dit vandaag virtueel mogelijk. Er ontstaan kleine netwerken. Wanneer een knooppunt niet werkt kan een onderstroom meer beweging brengen. Neem met uw eigen schoolteam de tijd om stappen tot goede praktijk voor te bereiden en uit te testen. Zoek hierbij medestanders in een breed maatschappelijk kader. Organiseer een BJEA-dag! en sta open om te leren van je leerlingen. Laten we samen zoeken en onderzoeken wat werkt en zinvol is. Surf wat rond en kijk naar voorbeelden uit binnen en buitenland. Het hoeft niet allemaal zo duur te zijn, heel wat is immers open bron, vrij te gebruiken, online beschikbaar.
Bezoekerscentrum Kasteel Bulskampveld
Bezoekerscentrum De Gavers
Bezoekerscentrum De Palingbeek
Neem een diepe duik, zoals onze Jan van Gent. Veel succes!
Zwin Natuurcentrum Michel Gabriels Guy Vandevoorde Met dank aan Wim Mestdagh, Christine Van Rie, Geert Verbeure, Ignace Tanghe, Wim De Roo, Kris Struyf, Emanuel Demey, Bart Decrop, Kristin Kino, Lynn Vanheste, Wim Packet, Claude Willaert, Leo Declerck, de collega’s van MOS, MINAWA, de leden van de werkgroep Nieuwe Technologie, Comm@, Cultuur, Grafische dienst, Schrijnwerkerij, Sport, Griffie en IT. Bronnen zijn bij de auteur bekend en kunnen op vraag worden bezorgd. De opgenomen afbeeldingen werden enkel ten behoeve van educatieve doeleinden toegevoegd en willen geen product of merk aanprijzen. ©NME West-Vlaanderen. Voor meer informatie: www.west-vlaanderen.be/bezoekerscentra of www.veldwerk.be.