S-Class Integration Deluxe Montagehandleiding
S 190M50 Integration Deluxe S 195M50 Integration Deluxe S 190P50 Integration Deluxe S 195P50 Integration Deluxe
www.centrosolar.be
www.centrosolar.nl
Inhoud 1 Aanwijzingen bij deze handleiding
4
2 Systeem S-Class Integration Deluxe
4
2.1 Beschrijving
4
2.2 Dichtheid
4
2.3 Dak als onderlaag en ventilatie aan achterzijde
4
2.4 Maten en afmetingen
5
3 Leveringsomvang
6
3.1 Materiaal en gereedschap
6
3.2 Materiaallijst
7
4 Paneelaansluiting - aansluitvoorstellen
10
5 Veilige montage
11
5.1 Opmerkingen vooraf
11
5.2 Montage van de zonnepanelen
14
5.3 Montage van de inbouwframes
22
6 Speciale toepassing trapsgewijze plaatsing
29
7 De inbedrijfstelling van de installatie
31
8 Onderhoud en reiniging
31
9 Garantiebepalingen
32
10 Uitsluiting aansprakelijkheid
32
11 Elektrische kengetallen en constructieve kenmerken
34
3
1 Aanwijzingen bij deze handleiding Hartelijk dank dat u voor de zonnepanelen van de S-Class Integration Deluxe van Centrosolar hebt gekozen. Bij vragen met betrekking tot de montage en de componenten van de installatie neemt u contact op met ons op via +31 (0) 344 767 002. Reparatie en gebruik van een fotovoltaïsche installatie veronderstellen een gedegen vakkennis. Daarom mogen alle werkzaamheden aan de installatie alleen door daartoe gekwalificeerde en bevoegde vakmensen worden uitgevoerd. Leest u deze montagehandleiding beslist zorgvuldig en aandachtig door voordat u het systeem installeert, in bedrijf stelt of onderhoudt. Bewaar deze handleiding op een goed toegankelijke plaats. De handleiding maakt deel uit van het product. Deze geldt alleen voor de zonnepanelen S-Class Integration/S-Class Integration Deluxe van Centrosolar AG. Neem vooral de aanwijzingen met betrekking tot het veilige gebruik in acht. Centrosolar is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van niet-naleving van deze handleiding. Doelgroepen Deze handleiding, vooral hoofdstuk 5 (Veilige montage), is bestemd voor de installateur. De voor de eindgebruiker relevante informatie vindt u in hoofdstuk 8 (Onderhoud en reiniging).
Informatie met betrekking tot uw veiligheid of die van de installatie is speciaal gemarkeerd.
2 Systeem S-Class Integration Deluxe 2.1 Beschrijving Het montagesysteem S-Class Integration Deluxe vervangt de conventionele dakbedekking van schuine daken en wordt toegepast bij een dakhelling van meer dan 10°. Het wordt op de aanwezige daklatten bevestigd en is geschikt voor bestaande huizen en nieuwbouw. Het montagesysteem S-Class Integration Deluxe is door de plaatsing van het lattensysteem aan de achterzijde geventileerd en zorgt op deze wijze voor koeling van de achterkant van de zonnepanelen. De elektrische verbinding van de zonnepanelen gebeurt door voorgemonteerde HUBER+SUHNER-stekkerverbindingen.
2.2 Dichtheid Het montagesysteem S-Class Integration Deluxe is regendicht, vergelijkbaar met een conventioneel pannendak. Dit betekent niet dat een dak waterdicht is. Onder bepaalde klimatologische omstandigheden kan stuifsneeuw, slagregen of water uit de dakgoot onder de zonnepanelen dringen. Voor de afvoer van binnengedrongen water resp. condenswater is een intact dak als onderlaag noodzakelijk. Indien nodig moet dit vóór de installatie van de zonnepanelen (alsnog) worden vervaardigd.
Neem het volgende in acht:
2.3 Dak als onderlaag en ventilatie aan achterzijde
De niet-naleving van de in deze montagehandleiding genoemde voorschriften kan ertoe leiden dat alle garantie- en productaansprakelijkheidsclaims vervallen.
In principe dienen voor de realisatie van het dak als onderlaag en de ventilatie aan de achterzijde de geldende regels met betrekking tot het dakdekkersbedrijf in acht te worden genomen. De verbetering van de ventilatie aan de achterzijde door de daklatten en ventilatieopeningen bij dakgoot en vorst verlengt de levensduur van de draagconstructie. Bovendien verhoogt de ventilatie aan de achterzijde van kristallijne zonnepanelen de energieopbrengst. Basisvoorwaarde voor de installatie van een fotovoltaïsch systeem is de stabiliteit van het dak resp. de draagconstructie van het dak bij wind- en sneeuwbelasting zodat de daaruit voortvloeiende belasting en krachten door de draagconstructie van het dak - de daksparren, latten en verbindingselementen - kunnen worden opgenomen en overgebracht.
4
2.4 Maten en afmetingen
hz
Generatorhoogte zonder inbouwframe
Type zonnepaneel
bm
Generatorbreedte met inbouwframe
hm
Generatorhoogte met inbouwframe
S
Aantal zonnepanelen naast elkaar
R
Aantal zonnepanelen boven elkaar
n
Aantal paneellatten
l
Lengte van de paneellatten
S-Class Integration Deluxe
Paneelafmetingen b x h in mm
1682 x 864
Installatiematen bi x hi in mm
1663 x 833
Horiz. Installatietolerantie ∆bi in mm
± 2,0
Vert. installatietolerantie ∆hi in mm
± 1,0
Alle maten zijn in millimeter [mm]!
De berekening van de generatorveldafmetingen dient als hulpmiddel bij het ontwerp. De op grond van de formules berekende totale afmetingen van de fotovoltaïsche installatie dienen voor het inmeten van de fotovoltaïsche generator in het dak. Aangezien hierbij geen rekening is gehouden met installatietoleranties, ontstaan minieme verschillen tussen berekende en werkelijke afmetingen. Totale afmetingen van generator zonder inbouwframe: Breedte bz in mm
=
S x bi
waarbij S = aantal panelen naast elkaar
Hoogte hz in mm
=
R x hi
+ 19
+ 90
waarbij R = aantal panelen boven elkaar
Totale afmetingen van generator met inbouwframe: Breedte in mm
bi = bz + 300
Hoogte in mm
hi = hz + 670
Aantal n en lengte l van de latten voor de panelen (38 x 58 mm): n = ( 2 x S ) + 1
[stuks]
l = hz - 20
[mm]
Afkortingen: b
Paneelbreedte
h
Paneelhoogte
bi
Installatiebreedte van zonnepaneel
hi
Installatiehoogte van zonnepaneel
∆bi
Horiz. installatietolerantie
∆hi
Vert. installatietolerantie
bz
Generatorbreedte zonder inbouwframe
5
3 Leveringsomvang 3.1 Materiaal en gereedschap Leveringsomvang materiaal: PP
SOLRIF-montagebeugel "frame", "veld" en "boven".
PP
Spax VA-schroeven 4,5 x 35 voor montagebeugel,
PP
Inbouwframe-sets: Basisset, boven, rechts en links, aluminium-kunststof-afdichtbaan.
Op bouwplaats moeten de volgende materialen beschikbaar zijn (te regelen door installateur): PP
PP
PP
Paneel-/ondersteuningslatten (daklatten/massief constructiehout dikte 38 x 58 mm (voor bepaling van hoeveelheid zie maataanduidingen) , Originele daklatten* bevestigingsschroeven voor paneel- /ondersteuningslatten volgens DIN 1052 (houtschroeven) , Eventueel ventilatiepannen bij pannendak.
Gereedschapslijst: PP
Accuboormachine en bits (PZ2),
PP
Meetlint en richtsnoer,
PP
Hoek- resp. laserafstandsmeter.
* Extra benodigde daklatten (ondersteuning van aluminium-kunststof-afdichtbaan of bovenste inbouwframe) moeten dezelfde dikte hebben als de aanwezige daklatten.
6
3.2 Materiaallijst 14
14
14
14
14
14
14
14
13
14
13 11
10
9
14
8
14
14 5
13
5
5
5
5
13
14
14 12
14
7 3
4
3
4
3
14
13
13
14
2
2
2
2
7
12 3 14
14
2
4 6
3
4
6
6
3 6
14
1
1 Aluminium-kunststof-afdichtbaan 2 Paneellatten 38 x 58 3 Montagebeugel "frame" 4 Montagebeugel "veld" 5 Montagebeugel "boven" 6 Dakvoetventilatie 7 Inbouwframe rechts 8 Inbouwframe hoek rechts 9 Inbouwframe boven 10 Inbouwframe boven "eindstuk" 11 Inbouwframe hoek links 12 Inbouwframe links 13 Gootafdichtstrip 14 Plaatklemmen
7
a - Montagebeugel "veld" (4) b - Montagebeugel "frame" (3) c - Montagebeugel "boven" (5)
e c
d - Afstandsstuk e - Afstandsmal Schroeven = Spax VA 4.5 x 35
a
b d a - Inbouwframe links (12) b - Inbouwframe rechts (7)
a
b
a - Inbouwframe hoek links (11) b - Inbouwframe hoek rechts (8)
b a
8
Inbouwframe boven (9) (linkerzijde fels naar boven)
Inbouwframe linksboven (10) (linkerzijde fels naar beneden)
a - Dakvoetventilatie (6) b - Gootafdichtstrip rechts (13) c - Plaatklem (14) met schroef Spax 4,5 x 25
a
b
c
9
4 Paneelaansluiting - aansluitvoorstellen
10
5 Veilige montage Gelijkstroomaansluiting (DC) Aangezien de paneel- en stringkabels na de installatie van het in het dak geplaatste fotovoltaïsche systeem onbereikbaar zijn, dient bij elke string na de aanleg en bedrading ervan de nullastspanning te worden gecontroleerd. Aarding van de fotovoltaïsche generator De aarding van de fotovoltaïsche generator is niet beslist noodzakelijk. Door atmosferische invloeden en reactiekrachten van de omvormers kunnen metalen frames van het generatorveld tijdens de normale werking echter ten opzichte van aardpotentiaal worden opgeladen. De ontstane aanraakspanningen zijn echter niet gevaarlijk aangezien de lekstroom door de omvormers wordt gecontroleerd. Desondanks kunnen deze aanraakspanningen schrikreacties teweegbrengen en "secundaire schade" veroorzaken.
5.1 Opmerkingen vooraf PP
PP
PP
PP
PP
PP
Indien personen tijdens de werking van de fotovoltaïsche installatie in aanraking zouden kunnen komen met het fotovoltaïsche veld, moeten de metalen elementen van het generatorveld worden geaard. Overspanningsbeveiliging De overspanningsbeveiliging dient in hoofdzaak voor de beveiliging van de omvormers en de installaties tegen indirecte blikseminslag. Dit thema zal hier verder buiten beschouwing worden gelaten.
PP
PP
PP
Neem het volgende in acht:
De fotovoltaïsche generator resp. het generatorvlak dient haaks in het dak te worden ingemeten (zie onder "3-4-5 regel"); er moet dus op parallelliteit ten opzichte van dakgoot en gevelrand worden gelet. Bij niet-rechthoekige daken (bv. oude gebouwen) dient de fotovoltaïsche generator om optische redenen parallel aan de gevelrand te worden aangebracht. Oneffenheden van de dakconstructie moeten beslist zodanig worden gecompenseerd dat de paneellatten vlak kunnen worden gemonteerd. De dakopbouw moet met een intacte onderspanbaan zijn uitgerust of zo nodig alsnog hiervan worden voorzien. Schroefverbindingen moeten worden voorgeboord om splinteren resp. scheuren van het hout te voorkomen. Diameter van gat = 0,7 x schroefdiameter in mm. De paneellatten moeten op de daklatten worden vastgeschroefd. Daarom moet beslist worden gecontroleerd of deze stevig op de daksparren zijn bevestigd. Let op dat normale spijkers (draadnagels) als bevestigingsmiddel niet zijn toegestaan. Gebruik in plaats daarvan ribnagels resp. schroeven volgens DIN1052.. Voor de paneellatten moeten daklatten 38 mm x 58 mm worden gebruikt. Vóór de installatie van de zonnepanelen moeten de DC-hoofdleidingen overeenkomstig het voor de bouwplaats gemaakte elektrische aansluitschema worden aangebracht. De aansluitkabels van de zonnepanelen mogen niet op trek worden belast.
Er mag in principe geen kunstmatig geconcentreerd zonlicht op het zonnepaneel of het paneel worden gericht omdat anders het zonnepaneel wordt beschadigd.
11
Haaks inmeten van de fotovoltaïsche generator Een goede manier voor de bepaling van de rechte hoek is de "3-4-5 regel". Verdeel een snoer door middel van knopen of andere markeringen in een verhouding van 3 : 4 : 5 (bv. 3 meter, 4 meter, 5 meter). Plaats het snoer zoals afgebeeld op het dak. De knopen moeten daarbij op de hoeken worden aangebracht. Tussen de zijden 3 en 4 ontstaat een rechte hoek.
12
Voorbereidende werkzaamheden Voorbereiding van het linker inbouwframe
30 mm
Voorbereiding van de paneellatten 38 mm x 58 mm en schroefverbinding van de montagebeugels met Spax-schroeven 4,5 x 35 a - Paneellat "frame" links b - Paneellat "frame"
a
c - Paneellat "veld"
b
d - Paneellat "frame" rechts
c d
Vrijgemaakt dakvlak Controleer beslist de bevestiging van de daklatten op de daksparren! Let op: Normale spijkers zoals draadnagels mogen niet worden gebruikt! Verstevig de bevestiging zo nodig met ribnagels resp. schroeven volgens DIN1052.
13
5.2 Montage van de zonnepanelen Afbeelding 1
Om de daklat (a) voor de onderste dakverbinding vast te schroeven, dient de dikte van de lat overeenkomstig aan die van de aanwezige latten te worden gekozen. De afstand tussen de bovenkant van de dakpan en de onderkant van de daklat moet ca. 180-200 mm bedragen. De daklat moet buiten de fotovoltaïsche generator op daksparren eindigen. 180-200 mm
a
Afbeelding 2
Gebruik voor het vastzetten van de dakverbinding Spax-schroeven 4,5 x 35. De rechter en de linker rand moeten ca. 250 mm over het fotovoltaïsche generatorveld uitsteken. De overlapping op de dakpannen moet ca. 80-100 mm bedragen (overlapnaden van de dakverbinding ca. 100 mm bij de plaatsing van een nieuwe rol). 250 mm
80-100 mm
Afbeelding 3
Meet de eerste paneellat met framebeugel aan de rechter buitenkant in. Verticale stand: 20 mm oversteek op extra geplaatste daklat (zie boven). Gebruik voor de bevestiging Spax-schroeven 5 x 10 (niet meegeleverd).
20 mm
14
Afbeelding 4
Bij montage in horizontale richting dient men ervoor te zorgen dat de inbouwplaten "rechts" in voldoende mate onder de dakpannen zitten. Afhankelijk van het type moeten de linker inbouwnokken van de dakpannen worden verwijderd of de aangrenzende dakpannen op maat worden geslepen. In het voorbeeld rechts wordt een halve dakpan gebruikt.
Afbeelding 5
a
b
Om de draagconstructie te monteren moeten de met beugels voorbereide paneellatten "veld" en "frame" worden geplaatst en horizontaal op een afstand, die ongeveer gelijk is aan de paneelbreedte van de eerste paneellat, en verticaal ca. 100 mm lager dan de uiteindelijke stand worden gepositioneerd. a) Paneellat "frame": b) Paneellat "veld":
Afbeelding 6
Plaats het eerste zonnepaneel in de montagebeugels van de eerste paneellat. Richt de rechter paneelzijde parallel ten opzichte van de eerste paneellat en zet het zonnepaneel in deze stand vast.
15
Afbeelding 7
Verschuif de paneellat "frame" horizontaal zodanig dat de montagebeugel in de groef van het linker paneelframe zit (a). Schuif dan de paneellat tot aan de onderkant van het zonnepaneel omhoog (b).
a
b Afbeelding 8
Controleer nogmaals de stand van het zonnepaneel op parallelliteit ten opzichte van de eerste paneellat. Richt de paneellat "frame" daarna parallel ten opzichte van de linker paneelzijde en zet deze met Spax-schroeven 5 x 70 vast.
Afbeelding 9
Richt de paneellat "veld" centrisch en schuif deze omhoog totdat de onderzijde van het zonnepaneel in de montagebeugel zit. Schroef de paneellat boven het zonnepaneel vast.
16
Afbeelding 10
Verwijder het zonnepaneel nog een keer en voltooi de schroefverbinding van de paneellatten. Let hierbij op het rechte verloop van de paneellatten. Sla de bovenste rand van de aluminiumkunststof-afdichtbaan onder een hoek van 45° ca. 1,5 cm in de richting van de dakgoot naar voren om.
Afbeelding 11
Inpassen en vastschroeven van de dakvoetventilatie met schroeven Spax 4,5 x 35. Stand van de schroeven: ca. 50 mm van de onderkant van de paneellat.
ca. 50 mm
Afbeelding 12
Neem het volgende in acht:
a
b
Vóór het plaatsen moeten de zonnepanelen overeenkomstig het elektrische aansluitschema worden aangesloten. Plaatsen en positioneren van de paneellatten van het volgende zonnepaneel zoals beschreven op pagina 13 (vanaf afbeelding 5). a - Paneellat "frame" b - Paneellat "veld"
17
Afbeelding 13
Het zonnepaneel wordt omlaaggetrokken zodat het paneelframe aan de zijkant in de bevestigingsbeugel glijdt (zie afbeelding 13b).
a
b Afbeelding 14
Profielaanzicht bij correcte plaatsing
De positionering en de schroefverbinding van de beide paneellatten gebeurt zoals bij het eerste zonnepaneel. De montage van de overige zonnepanelen van de onderste rij gebeurt volgens dezelfde procedure.
18
Afbeelding 15
Als de paneellatten meer dan 150 mm over de aanwezige daklatten uitsteken, moet een extra daklat (a) ter ondersteuning worden aangebracht.
a
Afbeelding 16
a
Plaatsen van de afstandsmal (a) op de buitenzijde van het bovenste paneelframe en positioneren alsmede vastschroeven van de montagebeugel "frame". Let op goede aansluiting ten opzichte van paneellat en afstandsmal (zie ook afbeelding 17).
Afbeelding 17
De beugels moeten in het midden op de paneellat worden aangebracht.
19
Afbeelding 18
Schroef de montagebeugels "veld" (a) met behulp van de afstandsmal in het midden van de paneellat vast. a
Afbeelding 19
Plaatsen van het eerste zonnepaneel van de tweede rij.
Afbeelding 20
Plaatsen van de overige zonnepanelen van de tweede rij.
De montage van de overige paneelrijen gebeurt overeenkomstig de montage van de tweede paneelrij. Na het plaatsen van de zonnepanelen van de laatste rij moet te werk worden gegaan zoals beschreven op de volgende pagina's!
20
Afbeelding 21
Montage van de bovenste montagebeugels. Schuif de beugels vlak tegen de rubber lip.
21
5.3 Montage van de inbouwframes Montage van de rechter inbouwframes Afbeelding 22
Inschuiven van het onderste rechter inbouwframe onder het paneelframe.
Afbeelding 23
Inschuiven van het volgende inbouwframe onder het paneelframe met de benodigde overlapping op de eronder liggende plaat. Buig de afwateringsrand (a) van de onderste plaat zo nodig iets omhoog en buig deze later terug.
a
Afbeelding 24
Bevestig de rechter inbouwframes met plaatklemmen (a) en schroeven Spax 4,5 x 25 op de daklatten.
a
22
Montage van de linker inbouwframes Afbeelding 25
Inbrengen en omhoogschuiven van het onderste linker inbouwframe onder de erboven liggende montagebeugel.
Afbeelding 26
Terugschuiven van het inbouwframe onder de onderste montagebeugel.
Afbeelding 27
Inschuiven van het volgende inbouwframe onder de erboven liggende montagebeugel en terugschuiven van het inbouwframe onder de onderste montagebeugel. Buig de afwateringsrand van de onderste plaat zo nodig iets omhoog en buig deze later terug.
23
Afbeelding 28
Bevestigen van de linker inbouwframes met plaatklemmen op de daklatten.
Hoek rechts en bovenste inbouwframes Afbeelding 29
Plaatsen van de rechter bovenste hoek van het inbouwframe Onderkant van plaat ligt in lijn met de afschuining van het paneelframe (a). Buig de afwateringsrand van de onderste plaat zo nodig iets omhoog en buig deze later terug.
20 mm
Vastschroeven aan zijkant van de hoekplaat op de paneellatten (zelfborende schroef 4,8 x 19 mm met afdichtring).
a
Afbeelding 30
Inschuiven van het rechter bovenste inbouwframe in de hoekplaat De onderkant van de plaat (b) moet daarbij ter hoogte van de afschuining van het paneelframe (a) zitten.
b a
24
Afbeelding 30a
Detail rechter bovenste inbouwframe.
Afbeelding 31
Vastschroeven van de voorgeboorde afdekplaat door de bovenste vrije groef van het paneelframe met zelfborende schroeven 4,8 x 19 met afdichtring.
Afbeelding 32
Bevestigen van het bovenste rechter inbouwframe met plaatklemmen op de daklatten resp. extra aan te brengen hulplatten (a) De dikte van de latten moet overeenkomen met de dikte van de daklatten. a
25
Afbeelding 33
Alle overige bovenste afdekplaten worden op dezelfde wijze en in dezelfde volgorde in elkaar geschoven en bevestigd zoals bovenstaand beschreven (zie afbeelding 31 en 32).
Hoek links en bovenste inbouwframes
Afbeelding 34
Inschuiven van de linker hoekplaat in het bovenste linker inbouwframe (afsluitplaat: beide omkantingen naar beneden).
Afbeelding 34a
Detail linker bovenste inbouwframe.
26
Afbeelding 35
Laten zakken van de beide platen. Buig de afwateringsrand van de onderste plaat zo nodig iets omhoog en buig deze later terug.
Afbeelding 36
Vastschroeven van de afdekplaat zoals weergegeven in afbeelding 31 en 32.
Afbeelding 37
Schroef de hoekplaat op de paneellatten vast (zelfborende schroef (a) 4,8 x 19 mm met afdichtring) en breng de plaatklemmen aan.
a
27
Afbeelding 38
Rondom geheel vastplakken van de gootafdichtstrips.
Afbeelding 39
Ten slotte aanbrengen van de dakpannen.
Afbeelding 40
Compleet geïnstalleerde installatie.
28
6 Speciale toepassing trapsgewijze plaatsing Als een trapsgewijze plaatsing van de zonnepanelen noodzakelijk is, bv. vanwege hindernissen in het dakvlak zoals ramen en schoorstenen of bij speciale dakvormen zoals schilddaken of kilgoten, zijn speciale binnenhoeken als inbouwplaten beschikbaar. Afbeelding a1
a - Inbouwplaat binnenhoek "links" b - Inbouwplaat binnenhoek "rechts" b a
Afbeelding a2
120 mm 50 mm
Afkorten van het inbouwframe "boven" (a) op 50 mm afstand tot het zonnepaneel (zie tekening) en vastzetten met zelfborende schroeven en plaatklemmen. Breng lijmrups van MS polymeerlijm HB 45 op een afstand van 120 mm tot de paneelrand op inbouwframe "boven" (zoals afgebeeld) aan.
Afbeelding a3
b
Inbouwen van de binnenhoek "links" (b) (zoals weergegeven in afbeelding 25 en 26), dan aandrukken aan zijkant, plaatsen op het inbouwframe "boven" en vastzetten met plaatklemmen. a - Inbouwplaat "boven"
a
b - Inbouwplaat binnenhoek "links"
29
Afbeelding a4
Vastzetten van inbouwframe binnenhoek "links" op een afstand van 40 mm tot de plaatrand met zelfborende schroeven zoals afgebeeld. Plak na installatie van alle inbouwframes aan de zijkant "links" de gootafdichtstrips vast.
40 mm
Afbeelding a5
Voer de volgende werkzaamheden zoals ook weergegeven in afbeelding a2 uit: 120 mm
a
Afkorten van het inbouwframe "boven" op 50 mm afstand tot het zonnepaneel. Vastzetten van het inbouwframe met zelfborende schroeven en plaatklemmen. Breng lijmrups van MS polymeerlijm HB 45 op een afstand van 120 mm tot de paneelrand op inbouwframe "boven" (zoals afgebeeld) aan.
b
a - Inbouwplaat binnenhoek "rechts" b - Inbouwplaat "boven"
Afbeelding a6
Zet inbouwframe binnenhoek "rechts" op een afstand van 40 mm tot de plaatrand met zelfborende schroeven vast. Plak na installatie van alle inbouwframes aan de zijkant "links" de gootafdichtstrips vast.
40 mm
30
7 De inbedrijfstelling van de installatie
8 Onderhoud en reiniging
De inbedrijfstelling van de fotovoltaïsche installatie maakt deel uit van de deskundige en vakkundige uitvoering en installatie. Deze mag pas plaatsvinden na uitvoering van een zorgvuldige visuele controle en een vakkundige elektrische controle. Bovendien moet een verslag van de inbedrijfstelling worden gemaakt.
Deze fotovoltaïsche installatie is uiterst onderhoudsarm en vereist slechts weinig verzorging. Inspecteer de installatie desondanks regelmatig en voer halfjaarlijks een controle volgens onderstaand schema uit:
Ga bij de inbedrijfstelling van de installatie uit van de volgende checklist:
PP
Visuele controle:
PP
PP
PP
PP
Verankering van de onderdelen aan de dakconstructie
PP
Bekabeling van zonnepanelen, generatoraansluitdozen, DC-aansluitpunten, omvormers Potentiaalvereffening (indien aanwezig)
PP
Elektrische controle: PP
String-nullastspanningen
PP
String-kortsluitstromen (lastschakelaar gebruiken)
PP
Fotovoltaïsche generatornullastspanning
PP
Spanningsval bij zekeringen (bij fotovoltaïsche installaties met stringzekeringen)
PP
Isolatieweerstand van de fotovoltaïsche generator
PP
Isolatieweerstand van de gelijkstroomhoofdleiding
PP
Isolatieweerstand van de wisselstroomleiding
PP
Lusweerstand van de wisselstroomkring
Verslag: PP
Opgave van de exploitant van de installatie
PP
Standplaats van de installatie
PP
Technische gegevens van de fotovoltaïsche installatie
PP
Resultaten van de visuele controle
PP
Resultaten van de elektrische controle
PP
Bezettingsschema zonnepanelen
PP
Aansluitschema zonnepanelen
PP
Gereedmelding door handtekening van de installateur
PP
Controle van de zonnepanelen op krassen, optische veranderingen en verontreiniging Controle van de bevestiging van de zonnepanelen voor zover toegankelijk Controle van de bekabeling voor zover bereikbaar (aansluitkabels, bevestigingen, mechanische beschadigingen) Controle van het elektrisch goed functioneren van alle onderdelen Controle van de betrouwbaarheid van de elektrische componenten
Deze lijst dient uitsluitend te uwer informatie. Deze maakt geen aanspraak op onvolledigheid.
Let op! Geen hogedrukreiniging! Normaal gesproken zorgt regenval voor een automatische reiniging van de zonnepanelen. Bij voldoende helling (meer dan 15°) is daarom in het algemeen geen speciale reiniging van de zonnepanelen noodzakelijk. Als het oppervlak van de zonnepanelen echter door vastzittende bladeren, uitwerpselen van vogels, pollen enz. is verontreinigd, is het raadzaam deze met overvloedig water, echter zonder reinigingsmiddel, schoon te maken. Gebruik voor de reiniging bij voorkeur een waterslang en een zacht, niet-krassend reinigingsapparaat, bv. een spons of een autowasborstel. In geen geval mag het vuil eraf worden gewreven of gekrabd omdat anders zeer kleine krasjes kunnen ontstaan die de opbrengst van de installatie zouden kunnen verminderen of op lange termijn beschadiging van de zonnepanelen kunnen veroorzaken.
Neem het volgende in acht:
Neem het volgende in acht:
Deze lijst dient uitsluitend te uwer informatie. Deze maakt geen aanspraak op volledigheid.
De zonnepanelen mogen voor de reiniging niet worden betreden.
31
9 Garantiebepalingen Garantieclaims kunnen alleen worden gehonoreerd als kan worden aangetoond dat de installatie en de inbedrijfstelling van het fotovoltaïsche systeem door deskundige personen is uitgevoerd. Garantieclaims zijn uitgesloten bij PP
PP
PP
PP
PP
PP
PP
niet-vakkundige en niet-deskundige installatie van het fotovoltaïsche systeem verkeerd gebruik of ongeoorloofde wijziging van geleverde onderdelen gebruik van de afzonderlijke componenten in een systeem in strijd met de specificaties gebruik van statisch niet-gekeurde en daardoor voor de montage van de zonnepanelen ongeschikte draagconstructies afwijkingen van de montage van de montagehandleiding niet-naleving van statische eisen met betrekking tot sneeuw- en windbelasting montage van gebrekkige componenten
Voor de garantiebepalingen zie ook de garantieverklaring van CENTROSOLAR AG op www.centrosolar.com.
10 Uitsluiting aansprakelijkheid Fotovoltaïsche installaties bestaan uit elektrische en mechanische componenten, die ter plaatse tot een totaalsysteem worden samengevoegd. CENTROSOLAR AG kan de naleving van de instructies en aanwijzingen van deze montagehandleiding niet controleren. Daarom kan CENTROSOLAR AG niet verantwoordelijk of aansprakelijk worden gesteld voor beschadiging als gevolg van verkeerde installatie, gebruik in strijd met de voorschriften, gebruik in belastende omgeving (bv. op een stal) of foutief gebruik van de fotovoltaïsche installatie resp. van afzonderlijke componenten. Wij wijzen er uitdrukkelijk op dat bij niet-naleving van de in deze montagehandleiding genoemde voorschriften, ook bij afzonderlijke componenten, alle garantieen productaansprakelijkheidsclaims met betrekking tot het totale systeem vervallen.
32
11 Elektrische kengetallen en constructieve kenmerken Elektrische kengetallen* S-Class Integration Deluxe monocrystalline Type zonnepaneel
S 190M50 Integration Deluxe
Vermogen (PMPP)
190
195
24,15
24,20
V
Spanning (UOC) Stroomsterkte (IMPP) Nullastspanning (UOC) Kortsluitstroom (ISC)
S 195M50 Integration Deluxe Wp
7,87
8,06
A
30,50
30,60
V
8,33
8,51
A
Vermogenscoëfficiënt (∆PMMP)
-0,43
-0,43
%/K
Spanningscoëfficiënt (∆UOC)
-0,36
-0,36
%/K
Stroomcoëfficiënt (∆ISC)
0,028
0,028
%/K
S-Class Integration/S-Class Integration Deluxe polycrystalline Type zonnepaneel
S 190P50 Integration Deluxe
Vermogen (PMPP)
S 195P50 Integration Deluxe
190
195
24,15
24,20
V
7,87
8,06
A
30,75
30,85
V
8,27
8,45
A
Vermogenscoëfficiënt (∆PMMP)
-0,45
-0,45
%/K
Spanningscoëfficiënt (∆UOC)
-0,36
-0,36
%/K
Stroomcoëfficiënt (∆ISC)
0,028
0,028
%/K
Spanning (UOC) Stroomsterkte (IMPP) Nullastspanning (UOC) Kortsluitstroom (ISC)
Wp
*Onder standaardtestvoorwaarden STC (1000 W/m2, spectrum AM 1,5, celtemperatuur 25 °C)
Constructieve kenmerken Cellen
50 poly- of monokristallijne 6-inch-plus cellen
Opbouw
Glas-EVA-TEDLAR®
Voorzijde
hoogtransparant veiligheidsglas voor zonnepanelen met antireflex-oppervlak
Achterzijde
TEDLAR®-folie wit of zwart
Frame
SOLRIF XL, aluminium, geëloxeerd of met zwarte poedercoating
Aansluitdoos
beschermingsklasse IP65, drie geïntegreerde bypass-dioden
Aansluitkabels
2 x 1,2 m, met connectorsysteem
Gewicht
17,5 kg
33
Notities:
34
De algemene handelsvoorwaarden en de inleidende technische opmerkingen van CENTROSOLAR AG (zie www.centrosolar.com) zijn van toepassing. Alle gegevens onder voorbehoud! Wijzigingen voorbehouden!
GERMANY
INTERNATIONAL
CENTROSOLAR AG Stresemannstraße 163 22769 Hamburg GERMANY Tel.: +49 40 391065-0
[email protected]
CENTROSOLAR AMERICA INC. 8350 E. Evans Road, Suite E-1 Scottsdale, AZ 85260 USA Tel.: +1 480 3482555
[email protected]
CENTROSOLAR CANADA INC. 3415 14th Avenue, Unit C Markham, Ontario, L3R OH3 CANADA Tel.: +1 9056044012
[email protected]
CENTROSOLAR HELLAS MEPE Ag. Alexandrou 57-59 17561 Paleo Faliro GREECE Tel.: +30 210 6228791
[email protected]
CENTROSOLAR AG Otto-Stadler-Straße 23c 33100 Paderborn GERMANY Tel.: +49 5251 50050-0
[email protected]
CENTROSOLAR BELGIUM BVBA Uitbreidingstraat 80 2600 Berchem BELGIUM Tel.: +31 344 767002
[email protected]
CENTROSOLAR FOTOVOLTAICO ESPAÑA S.L. Moll de Barcelona s/n Edifici Nord, 7a planta 08039 Barcelona SPAIN Tel.: +34 93 3435048
[email protected]
CENTROSOLAR ITALIA S.R.L. V.le del Lavoro 33 37036 S. Martino B.A. Verona ITALY Tel.: +39 045 8781225
[email protected]
CENTROSOLAR AG Daimlerstraße 22 87437 Kempten GERMANY Tel.: + 49 831 540214-0
[email protected]
CENTROSOLAR BENELUX B.V. De Prinsenhof 1.05 4004 LN Tiel THE NETHERLANDS Tel.: +31 344 767002
[email protected]
CENTROSOLAR FRANCE SARL Espace Européen 15, chemin du Saquin, Batiment G 69130 Ecully FRANCE Tel.: +33 4 69848210
[email protected]
CENTROSOLAR UK LTD Building 3, Chiswick Business Park 566 Chiswick High Road London W4 5YA GREAT BRITAIN Tel.: +44 20 88495740
[email protected]
903210006 - MI S-Class Integration/Integration Deluxe NL - v1.0 SME 09/2011
Sunshine is our business.