RWE Power
TZ- I NI TI
A VE
AA
TI
HU SC
la
n
d-
P fa
ow
er A G
R h ein
INITIATIEF TER BESCHERMING VAN ALEN IN RHEINLAND-PFALZ / RWE POWER AG
L
Aalbescherming
lz / R WE
P
Het initiatief voor de bescherming van de alen
De levenscyclus van de aal wordt gekenmerkt door het migreren over lange afstanden, zowel in de zee als in de binnenwateren. De Europese aal moet voor de voortplanting en instandhouding van haar soort vele hindernissen in onze watersystemen nemen, zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts,want het paaien vindt plaats in de Sargassozee, ten noordoosten van de Caraïbische Zee. Het kweken van palingen is tot nu toe nog niet mogelijk gebleken. Voor de visstand en ook voor het gebruik van de aal als voedingsmiddel is men dus aangewezen op de instandhouding van het paaien in zee en op de terugkeer van de jonge alen naar de kusten van Europa. Toen tussen 1958 en 1964 de Moezel geschikt werd gemaakt voor grote schepen, werden tegelijkertijd 10 waterkrachtcentrales gebouwd aan de stuwen. Deze centrales, met een totaal vermogen van 180 MW en een jaaropbrengst van 800 miljoen kWh, worden geëxploiteerd door RWE Power. Per centrale wordt 400 m3/s geloosd. Het stroomopwaarts zwemmen van alen aan de stuwen wordt mogelijk gemaakt door bypasses en aalgeleidingssystemen in de pijlers. Het kleinere aantal alen dat stroomopwaarts zwemt wordt gecompenseerd door visstandmaatregelen.
Vangst in Fuiken
De noodzaak voor alen om over grote afstanden te migreren is hoog, en dus wordt het aantal alen onherroepelijk kleiner. Omdat de aal meestal de hoofdstroming over de bodem volgt, komt hij vervolgens in de inlaat van de turbines. Een gedeelte van de alen keert om en kan, afhankelijk van de afwatering, andere migratieroutes (dam, sluis) nemen. Door hun natuurlijke drang om te migreren, passeren veel alen echter ook de turbines, om het grondwater te bereiken. Omdat schade door de schoepen van de turbines voor het grootste deel afhangt van de lengte van de vis, lopen vooral de alen met een lengte van gemiddeld 70 cm risico.
Om deze reden sloten de deelstaat Rheinland-Pfalz, die visrechten in de Moezel heeft, en RWE Power als exploitant van waterkrachtcentrales, al in 1995 een overeenkomst in de vorm van het gemeenschappelijk Aalschutzinitiative Mosel. In dit kader wordt, met medewerking van wetenschappelijke instituten, naar mogelijkheden gezocht om schade aan vissen te minimaliseren en het aalbestand in de Moezel, met inachtneming van de economische basisvoorwaarden van de waterkrachtcentrale, te versterken. RWE Power financiert het Aalschutzinitiative, waaraan jaarlijks een bedrag van € 220.000 ter beschikking wordt gesteld. De helft is voor de Duitse deelstaat Rheinland-Pfalz, als schadevergoeding voor de aan de visserij gerelateerde maatregelen, zoals het visbestand. De andere helft is bedoeld voor maatregelen en projecten ter bescherming van de aal. Ongeveer 2/3 wordt ingezet voor het overbrengen van alen naar de Rijn en ongeveer 1/3 voor wetenschappelijk onderzoek en studies. De beide partners van het Aalschutzinitiative bepalen samen de bestemming van de middelen en worden hierbij geadviseerd door gespecialiseerde instituten.
8
5 4 3 2 1 0
97 1.474 19 98 1.923 19 99 3.418 20 00 4.612 20 01 5.803 20 02 4.735 20 03 3.939 20 04 3.584 20 0 5.785 20 5 06 5.558 20 0 7.375 20 7 08 5.783 20 0 4.030 20 9 10 3.619 20 11 5.139 20 12 4.496
6
19
7
Visserij – de aalvangst in duizend kg
Als noodhulp worden al sinds 1997, in opdracht van het Aalschutzinitiative, migrerende alen door de beroepsvisserij gevangen en zonder schade naar de Rijn bij Linz overgebracht. Van daaruit kunnen de alen hun migratie naar het deltagebied van de Rijn voortzetten, zonder waterkrachtcentrales te hoeven passeren. Per jaar kunnen op deze manier ca.10.000– 15.000 alen zonder schade de Rijn bereiken. De verbetering van de kennis over aalbiologie en het migratiegedrag van de aal stonden en staan bovenaan de prioriteitenlijst van de onderzoeksactiviteiten van het Aalschutzinitiative.
Het initiatief voor de bescherming van de alen
Simulaties van de RWTH Aken
Veel getallen, zoals bijvoorveeld die van de huidige aalstand in de Moezel, zijn schattingen; veel uitspraken over gedragsbiologie zijn vermoedens. Een exacte uitspraak over hoeveel procent via de turbines of via de stuwdam of de sluizen migreren is niet mogelijk. Met wetenschappelijk onderzoek en bevissing moet een betrouwbare databank opgezet worden. Dergelijke onderzoeken duren echter jaren en elk migratieseizoen heeft zo zijn eigen milieufactoren, die een eenduidige identificatie van de oorzaken van het migratiegedrag van de aal moeilijker maken.
In het kader van verschillende onderzoeken werd getracht om een model te ontwikkelen waarmee de migratieperioden van de aal met zekerheid voorspeld kunnen worden. Na het plaatsen van een onderzoeksplatform bij de inlaat van de krachtcentrale Trier werd met behulp van vangpogingen en hydro-akoestische apparatuur getest of men de positie van de aal kon bepalen. Alen werden, voorzien van zenders, gedurende een langere tijd gevolgd met een telemetrisch onderzoek. Helaas boden de resultaten geen betrouwbare bewijzen over de exacte invloed van factoren als afwatering, maanstanden, watertemperatuur, enz. Verdere gegevensverzamelingen en research moeten die ontbrekende kennis leveren. In studies en wetenschappelijke onderzoeken is ook gekeken naar de mogelijkheden voor het opstellen van natuurlijke barrières en visgeleidingsystemen Onderzocht werd of er speciale roostersystemen en bypasssystemen aan of bij de waterkrachtcentrales konden worden gebouwd met redelijke financiële en technische middelen. De resultaten toonden aan dat er aanzienlijke problemen bij het opstellen en de dimensionering van roostersystemen zijn en dat het risico bestaat op aalschade als gevolg van een te sterke stroomsnelheid bij de roosters. De ontbrekende kennis over het gedrag van de aal maakt bovendien een concrete uitspraak over de mogelijke ecologische effectiviteit van de systemen onmogelijk.
Werkbereiken en projectdoelen van ASI Projectdoel: Vissen en omzet
Projectdoel: Snel herkennen en sturen
Literatuurstudie en kennisoverdracht Directe Aal verbeteren hulp
Kennisniveau
Onderzoek & ontwikkeling
Visserij-biologisch onderzoek Bevissen Projectdoel: Afwijzen en bijsturen
Op dit moment wordt een visvriendelijke werking van waterkrachtcentrales tijdens de meest intensieve migratieperiode getest. Hierbij zou de aal tijdens de migratie zo min mogelijk schade moeten ondervinden. Om de start van de migratie zo exact mogelijk te kunnen bepalen, worden nu speciale fuiken in de Moezel voorzien van detectoren. Tot nu toe kon er nog geen rekenkundig voorspellingsmodel voor de migratie worden ontwikkeld. Door de combinatie van visvriendelijk turbinemanagement en het transporteren van volwassen aal naar de Rijn, hoopt het Aalschutzinitiative een op maat gemaakte bescherming te krijgen voor alen in de omgeving van waterkrachtcentrales. Dit is echter slechts een kleine bijdrage aan omvangrijkere aalbescherming in Duitsland en in Europa.
Want tijdens zijn gehele levenscyclus heeft de aal te maken met veel nadelige invloeden, zoals milieuverontreiniging. Daarnaast is er overbevissing van jonge alen en zijn er klimaatveranderingen, ziektes, parasieten en natuurlijke vijanden. Dat is de reden waarom het huidige aalbestand in Europa sterk in gevaar is: het aantal jonge alen aan de kust is met 2–5% gedaald. De concurrentie en de prijzenslag om de resterende jonge alen zijn aanzienlijk en zullen binnenkort via een nieuwe Europese richtlijn geregeld worden. De gegarandeerde, ongehavende migratie van een minimaal aantal schieralen van de aalpopulatie uit de Europese stroomgebieden moet ertoe bijdragen dat de bestanden van de Europese aal op peil blijven. Daarom wil het Aalschutzinitiative een belangrijke bijdrage leveren aan de aalstand in de Moezel.
Het Initiatief voor de bescherming van de alen RWE Power AG Gewerbegebiet Andel 54470 Bernkastel-Kues Tel.: +49 (0)6531 958-210 Fax: +49 (0)6531 958-218
Februari 2013
Fischereibehörde des Landes Rheinland-Pfalz Lothar Jörgensen Struktur- und Genehmigungsdirektion Nord Stresemannstraße 3–5 56068 Koblenz Tel.: +49 (0)261 120-2515 Fax: +49 (0)261 120-2200 E-mail:
[email protected]