Courant resultaat van EUR 176 miljoen (EUR 172 miljoen per 30 juni 200) hetzij EUR 1,27 per aandeel (EUR 1,41 vorig boekjaar) Totaal nettoresultaat van EUR 261 miljoen, tegenover EUR 346 miljoen vorig jaar GBL streeft ernaar om op middellange termijn waarde te scheppen voor haar aandeelhouders. Hiertoe probeert GBL een rijke en uitgebalanceerde portefeuille van industriële participaties samen te stellen en op te bouwen. Die portefeuille is vooral gericht op een beperkt aantal sectorieel gediversifieerde topondernemingen, waarin GBL haar rol als professionele aandeelhouder ten volle kan spelen. Markante feiten tot op heden Het eerste halfjaar van het lopende boekjaar werd gekenmerkt door de verwezenlijking van twee belangrijke verrichtingen met het oog op de vereenvoudiging van onze structuren enerzijds en het ingaan van een nieuwe fase op audiovisueel vlak anderzijds. Een ander belangrijk gegeven is de verkoop van de deelneming van de groep in Lasmo die in het begin van het jaar werd verwezenlijkt. Fusie door opslorping van GBL door Electrafina Op 26 april 2001 hebben de Buitengewone Algemene Vergaderingen van de aandeelhouders van Groep Brussel Lambert N.V. (GBL) en van Electrafina, haar 82,8 %-dochter, hun goedkeuring verleend aan de fusie van die beide vennootschappen. Deze verrichting verliep volgens de modaliteiten die gedefinieerd werden in het fusievoorstel dat op 14 maart 2001 ter Griffie van de Rechtbank van Koophandel van Brussel werd neergelegd. De ruilverhouding werd, na deling in 3 van het Electrafina aandeel, vastgelegd op 5 nieuwe Electrafina aandelen voor 1 maatschappelijk aandeel Groep Brussel Lambert N.V. De gefuseerde vennootschap heeft de naam Groep Brussel Lambert, afgekort GBL, overgenomen. Deze door de financiële gemeenschap en door de aandeelhouders verwachte toenadering betekent een verdere stap in de vereenvoudiging van het organigram van de groep en moet de leesbaarheid en de doorzichtigheid ervan verder verbeteren. Ruil van 29,9% RTL Group aandelen in handen van de groep GBL tegen 25,1% van Bertelsmann Op 5 februari 2001 maakten de groepen GBL en Bertelsmann hun voornemen bekend om hun partnership te versterken. Dit resulteerde in een akkoord op grond waarvan de groep GBL haar participatie van 29,9% in RTL Group zou onderbrengen in Bertelsmann, die reeds 37% van deze vennootschap in handen had, in ruil voor een participatie van 25,1% in Bertelsmann. De definitieve bindende overeenkomst werd op 30 maart 2001 ondertekend. In die overeenkomst wordt o.m. gestipuleerd dat GBL het recht zal hebben om uiterlijk vanaf eind 2006 de beursnotering van Bertelsmann aan te vragen. In afwachting van die notering, en gedurende een periode van maximum 5 jaar, zal GBL een bevoorrecht jaarlijks dividend van ten minste EUR 120 miljoen innen op haar participatie van 25,1%. De ruil werd verwezenlijkt op 2 juli 2001, nadat de bevoegde overheden daartoe het licht op groen hadden gezet. Verkoop van de participatie van de groep in Lasmo In januari heeft de groep haar participatie van 7,3% in Lasmo ingebracht in het tegenbod tot aankoop dat in december 2000 door ENI uitgebracht was op Lasmo, tegen 200 pence per aandeel. Rekening houdend met de geïmplementeerde wisseldekkingen, genereerde de verkoop van de Lasmo aandelen een thesaurie van EUR 313 miljoen en werd een totale meerwaarde gerealiseerd van ongeveer EUR 100 miljoen.
Geconsolideerde resultaten (deel GBL) GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING * Deel van de groep in miljoenen EUR
Deel in het operationele resultaat van de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast CLT-UFA RTL Group Imerys Andere Dividenden Suez TotalFinaElf Andere Netto financiële resultaten Netto courante kosten Belastingen Courant resultaat Per aandeel (in EUR) Deel in het niet-operationele resultaat van de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast Afschrijving van de consolidatieverschillen Nettomeerwaarden Uitzonderlijke resultaten Totaal resultaat Per aandeel (in EUR) Aantal aandelen
Zes maanden 2001
Zes maanden 2000
34,3
50,3
15,5 18,8 -
29,9 18,6 1,8 150,1
67,6 77,5 5,0
Twaalf maanden 2000 87,9 29,9 17,7 38,5 1,8
120,5 66,1 46,4 8,0
122,1 67,3 46,4 8,4
20,4 (6,6) (22,4) 175,8 1,27
25,9 (7,6) (17,1) 172,0 1,41
25,1 (13,0) (17,5) 204,6 1,68
1,8
10,7
15,3
(16,1) 105,0 (5,2)
(12,2) 175,2 -
(26,9) 321,9 -
261,3 1,89
345,7 2,83
514,9 4,21
138.300.053
122.160.125 *
122.160.125 *
(*) De gefuseerde vennootschap heeft de beurshistorieken evenals de financiële gegevens van de oude vennootschap Groep Brussel Lambert N.V. overgenomen (**) Na fusie aangepast aantal aandelen : 24.432.025 maal 5
De hierboven voorgestelde geconsolideerde resultaten per 30 juni 2001 vormen de eerste halfjaarrekening van GBL die werd opgemaakt na de fusie met haar dochter Electrafina. Zij bevat dus over de hele periode 100 % van de bijdrage van Electrafina, en dit in tegenstelling tot de resultaten van het boekjaar 2000, waarin slechts een deel hiervan vervat zat (ongeveer 81 %). Bovendien bevatten de rekeningen van GBL in het eerste halfjaar ook nog het deel van de groep in de resultaten van RTL Group, waarop tot 30 juni 2001 de vermogensmutatie wordt toegepast. Er zij aan herinnerd dat de resultaten van GBL per 30 juni 2000 een transitief deel van 56 % van de resultaten van Audiofina (waarvan 16 % rechtstreeks in het bezit van GBL en 50 % onrechtstreeks van Electrafina) inhielden. Audiofina is immers RTL Group geworden n.a.v. de inbreng van Pearson TV en van 50 % van CLT-UFA Holding in juli en september 2000. De ruil van de 29,9 % van GBL in RTL Group tegen een participatie van 25,1 % in Bertelsmann werd op 2 juli 2001 een feit. Deze verrichting zal pas vanaf het tweede halfjaar 2001 haar weerslag hebben in de rekeningen. Het courante resultaat, deel van de groep, per 30 juni 2001 bedraagt EUR 176 miljoen, d.i. een stijging met 2 % in vergelijking met het eerste halfjaar 2000. Het courante resultaat per aandeel daalt evenwel van EUR 1,41 tot EUR 1,27, toe te schrijven aan de toename van het aantal aandelen als gevolg van de fusie.
Het deel in het operationele resultaat van de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast bedraagt EUR 34 miljoen, tegenover EUR 50 miljoen per 30 juni 2000. Deze daling is hoofdzakelijk toe te schrijven aan een bijdrage van RTL Group die lager ligt dan die van CLT-UFA. Het deel van GBL in de operationele resultaten van RTL Group bevat bovendien positieve herwerkingen voor een bedrag van EUR 29 miljoen, waaronder een terugname van badwill. De geïnde dividenden stijgen met 25 %. Deze stijging weerspiegelt, enerzijds, het effect van de fusie van Groep Brussel Lambert N.V. met Electrafina en, anderzijds, de hogere winstuitkering door TotalFinaElf en Suez; deze laatste werd nochtans gecompenseerd door de gecumuleerde effecten van de in het tweede halfjaar 2000 doorgevoerde verlichting in de marge van de aandelen en van de geringere terugbetalingen van voorheffingen. Het niet-operationele resultaat van de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast omvat met name het deel van GBL (EUR 612 miljoen) in de uitzonderlijke afschrijving ten belope van EUR 2.276 miljoen van de goodwill die RTL Group in 2000 heeft geboekt naar aanleiding van de verwerving van Pearson TV. Deze afschrijving wordt evenwel in de rekeningen van GBL gecompenseerd door een terugname van een zelfde bedrag van de badwill die werd geboekt naar aanleiding van diezelfde verwerving. De nettomeerwaarde die door RTL Group werd gerealiseerd op de verkoop van 5 % van Premiere wordt gedeeltelijk gecompenseerd door waardeverminderingen die per 30 juni 2001 werden vastgesteld op participaties van RTL Group in de sector van de nieuwe technologieën. GBL heeft in het eerste halfjaar 2001 een meerwaarde van EUR 100 miljoen geboekt op de inbreng van de Lasmo aandelen in het openbaar bod tot aankoop van ENI. Per 30 juni 2000 vertegenwoordigden de nettomeerwaarden hoofdzakelijk het door GBL verwezenlijkte resultaat op de verkoop, ter beurze, van Audiofina effecten. Het totale resultaat per 30 juni 2001 bedraagt EUR 261 miljoen (EUR 1,89 per aandeel), tegenover EUR 346 miljoen (EUR 2,83 per aandeel) voor het eerste halfjaar 2000. Door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen vereiste basisgegevens Overeenkomstig de door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen opgestelde circulaire D2/F/99/5 van 23 december 1999 deelt GBL de volgende gegevens mee. Globale gegevens in miljoenen EUR Recurrente financiële resultaten Andere recurrente resultaten Kapitaalresultaat Resultaat van de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast Uitzonderlijk resultaat Resultaat vóór belastingen Belastingen Nettoresultaat Deel van derden in het resultaat Nettoresultaat deel van de groep De prognoses voor 2001
Zes maanden 2001 Zes maanden 2000
Twaalf maanden 2000
155,5 (6,5) 110,3 36,1
149,9 (9,0) 214,7 94,1
130,5 (14,9) 386,5 139,9
(11,7) 283,7 (22,4) 261,3 0,0 261,3
0,1 449,8 (20,9) 428,9 (83,2) 345,7
0,1 642,1 (21,4) 620,7 (105,8) 514,9
Aangezien de dividenden grotendeels in de eerste helft van het jaar geïnd worden, kunnen de courante resultaten niet van het ene halfjaar op het andere geëxtrapoleerd worden. Voor het boekjaar in zijn geheel zal de winst worden beïnvloed door de prestaties van de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast en door eventuele meerwaarden. RTL Group RTL Group is : - de belangrijkste Europese operator in de televisiesector ; - een onderneming met een wereldreputatie op het vlak van de productie en de verdeling van audiovisuele rechten ; - de Europese leider in de sector van de commerciële radio ; - een speler in volle ontwikkeling in de sector van de nieuwe media. Ondanks een moeilijke economische context, kon RTL Group met betrekking tot haar basisactiviteiten positieve resultaten voorleggen, met kijk- en luistercijfers en marktaandelen die stabiel en in stijgende lijn zijn voor de meeste van haar televisiezenders en radiostations. De groep heeft haar inspanningen toegespitst op een hogere efficiëntie van haar diverse activiteiten, met een sterkere kostenbeheersing om de ongunstige marktomstandigheden op te vangen, en op de herstrukturering van de niet-renderende activiteiten. Daarnaast heeft de groep verder werk gemaakt van de ontwikkeling van haar contentactiviteiten : In mei 2001 kondigde de groep haar voornemen aan om de activiteiten op het vlak van sportrechten van UFA Sports, haar 100%-dochter, te fuseren met Sport + (vennootschap die de activiteiten m.b.t. de sportrechten van Canal+ groepeert) en Groupe Jean-Claude Darmon, waarvan de groep 28 % bezit. Deze nieuwe entiteit zou een omzet vertegenwoordigen van EUR 570 miljoen en een EBITA van EUR 49 miljoen (op basis van de pro forma cijfers 2000). Indien goedgekeurd door de bevoegde autoriteiten zal de nieuwe entiteit in gelijke delen in handen zijn van Canal+ en RTL Group, waarbij elke aandeelhouder tussen 39,5 % en 46,6 % van het kapitaal zou bezitten. De omzet, bij ongewijzigde perimeter, is in het eerste halfjaar 2001 (EUR 2 miljard) stabiel gebleven, en dit hoofdzakelijk dankzij de goede prestaties van de Duitse en Franse televisies. De herstructureringskosten bij Pearson TV North America (EUR 22 miljoen) en de kosten van de investeringen in de Broadband en RTL Shop (een nieuwe koopzender) (EUR 16 miljoen) niet meegerekend, bedraagt de EBITA EUR 273 miljoen, d.i een daling met 27 % in vergelijking met het eerste halfjaar 2000, met als gevolg een daling van de operationele marge van 16,5 % tot 13,7 %. De evolutie van het resultaat per activiteit in het eerste halfjaar 2001 ziet er als volgt uit : De televisie-inkomsten stegen in het eerste halfjaar 2001 met 3 % tot EUR 1.462 miljoen, hoofdzakelijk toe te schrijven aan de prestaties van de belangrijkste zenders, met name RTL TV in Duitsland en M6 in Frankrijk. Deze laatste wist vooral hoge winsten te halen uit het bijzonder succesrijke programma Loft Story. De EBITA daarentegen daalde met 6 % tot EUR 222 miljoen, hoofdzakelijk toe te schrijven aan de zwakte van de Nederlandse en Britse markten met als bijkomend element een aanzienlijke verhoging (+ 17 %) van de programmakosten van Channel 5 met als doelstelling een groei van de kijkdichtheid op middellange termijn. De inkomsten van de content-activiteit stegen met 13 % tot EUR 522 miljoen. De impact van de verwerving van de productieonderneming Talkback, geconsolideerd sinds juli 2000, buiten beschouwing gelaten, bedraagt deze stijging 8 %. Vóór
-
-
herstructureringskosten van de Noord-Amerikaanse activiteiten (EUR 22 miljoen) ingevolge de beslissing van het management om zich terug te trekken uit de internationale productie van fictie om zich toe te leggen op ontspanningsprogramma’s, daalt de EBITA met 16 % tot EUR 57 miljoen. In reactie op de slechtere beurswaarderingen heeft het management de waarde geanalyseerd van de activa van Pearson TV die in juli 2000 verworven werden. Deze analyse heeft geleid tot een aanpassing in dalende lijn van de acquisitiegoodwill (impairment) van die activa voor een bedrag van EUR 2.276 miljoen. De radio-inkomsten daalden met 20 % tot EUR 98 miljoen en de betreffende EBITA daalde met 54 % tot EUR 19 miljoen, toe te schrijven aan de zwakke prestaties van RTL Radio in Frankrijk. De andere radio’s van de groep kenden een stijging van zowel hun inkomsten als van hun EBITA. Ondertussen heeft RTL Radio wijzigingen doorgevoerd in het management en in haar programmatie waardoor de daling van de luisterdichtheid kon worden omgebogen. De nieuwe media haalden in het eerste halfjaar dezelfde omzet als voor het hele jaar 2000 (EUR 38 miljoen). Het operationeel verlies bedraagt EUR 27 miljoen.
Het nettoresultaat voor aanpassing (impairment) van de goodwill daalt van een winst van EUR 87 miljoen naar een verlies van EUR 38 miljoen. Deze evolutie is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de daling van het operationele resultaat en aan de stijging van de financiële lasten als gevolg van de waardevermindering van investeringen in dotcomondernemingen (EUR 14 miljoen) en van RTV (een op de Neuer Markt genoteerde productievennootschap) (EUR 12 miljoen). TotalFinaElf TotalFinaElf, ontstaan uit de opeenvolgende toenaderingen tussen de groepen Total, PetroFina en Elf Aquitaine, bekleedt thans de vierde plaats op de wereldranglijst van de petroleummaatschappijen. Ook in de chemische sector behoort TotalFinaElf tot de absolute wereldmarktleiders. In de voorbije maanden heeft de groep verder werk gemaakt van de implementatie van haar nieuwe fusieorganisatie en van de ontwikkeling van haar ambitieuze synergie- en productiviteitsprogramma’s. Per 30 juni 2001 ligt het verbeteringspotentieel van het operationele resultaat, verwacht van de op dit domein intern gevoerde acties en van de groei in de lijn van de aangekondigde doelstelling van EUR 4,4 miljard per jaar tegen 2003. Gesterkt door deze maatregelen en door een gunstig gebleven petroleummarkt heeft de groep resultaten geboekt die, algemeen genomen, hoger liggen dan in dezelfde periode van vorig jaar en die tot de beste binnen de sector mogen gerekend worden. Per 30 juni 2001 : - ligt de omzet van de groep op EUR 55,7 miljard, een stijging met 6 % in vergelijking met het eerste halfjaar 2000. - kent het operationele resultaat van de activiteitssectoren een stijging met 11% tot EUR 7,5 miljard, tegenover EUR 6,8 miljard voor de eerste zes maanden van het vorige boekjaar. In deze resultaten zijn geen niet-recurrente resultaten begrepen. De eigen inspanningen van de onderneming speelden daarin een beslissende rol en zijn goed voor ongeveer 85 % van de verbetering (EUR 0,6 miljard). Tegelijkertijd hebben de economische ontwikkelingen (dollar, prijs van de ruwe aardolie, Europese raffinagemarges, petrochemische marges) algemeen genomen een positieve impact van EUR 0,1 miljard gehad. De rentabiliteit van het bedrijfskapitaal van de sectoren, berekend over een periode van 12 maanden, bedraagt 22 %. - bedraagt het courante nettoresultaat, deel van de groep, EUR 4,3 miljard, d.i. een stijging met 27% in vergelijking met de vorige periode. Dit is vooral het gevolg van een aanzienlijke
vermindering van de netto financiële lasten. De schuldenratio van de groep, die eind 1999 op 38 % lag en eind 2000 op 33 %, kon verder worden teruggebracht tot 28 %. De courante nettowinst per aandeel bedraagt EUR 6,16, tegenover EUR 4,83 voor dezelfde periode in 2000. Deze stijging met 28 % is het gevolg van de vermindering van het gewogen gemiddeld aantal aandelen van de ene periode tot de andere. - bedraagt het nettoresultaat, deel van de groep, EUR 4,7 miljard, d.i. een stijging met 38 % in vergelijking met 30 juni 2000 (EUR 3,4 miljard). Dit resultaat omvat de meerwaarden van de verkoop van Sanofi-Synthélabo aandelen, goed voor EUR 0,4 miljard. De activiteiten van TotalFinaElf worden sinds het begin van het jaar gekenmerkt : Stroomopwaarts, door de bevestiging van de groei van de producties op zowel korte termijn (2,2 Mbae/d over het eerste halfjaar 2001, in de lijn van de jaarlijkse doelstelling) als op middellange termijn (gemiddelde jaarlijkse groei van 6 % over de periode 2000-2005 om het niveau van 2,8 Mbae/d te bereiken) en van de groei van het mijn- en exploitatiedomein via ontginningssuccessen, het binnenhalen van nieuwe vergunningen, het sluiten van handelsovereenkomsten en de verdere uitbouw en versterking van de posities op de bestaande velden. Stroomafwaarts, door de positieve resultaten als gevolg van de integratie van de Europese raffinage- en marketingactiviteiten en van het hanteren van een strenge discipline in het beheer van de kosten en van de investeringen. In de chemie, door een betere weerstand tegen snellere conjunctuurverslechtering en door het onverminderd voortzetten van de implementatie van de programma’s om zich opnieuw te concentreren op de gespecialiseerde activiteiten via doelgerichte verwervingen, desinvesteringen of productiestopzettingen. In totaal lagen de bruto-investeringen in het eerste halfjaar 2001 op EUR 4,8 miljard, waarvan 69 % voor de stroomopwaartse sector. Dit betekent een stijging met 22 % in vergelijking met de realisaties van het eerste halfjaar. Daarbij wordt voorzien in een evenwichtige financieringsdekking per activiteitssector. De desinvesteringen voor deze periode vertegenwoordigen EUR 2,7 miljard en omvatten meer bepaald de verkoop van Sanofi-Synthélabo aandelen en van de participatie in Ultramar Diamond Shamrock, alsook de verkoop van de stroomafwaartse activa in Frankrijk ten einde de verbintenissen ten aanzien van de Europese Commissie na te komen. De netto cashflow van de groep in het eerste halfjaar 2001 bedraagt EUR 5,4 miljard, d.i. een stijging met 23 % in vergelijking met het eerste halfjaar 2000. Door de opbrengst van de verkoop van niet-strategische activa kon TotalFinaElf een dynamisch programma voortzetten voor de terugkoop van aandelen, in het eerste halfjaar goed voor 12,3 miljoen effecten. Dit programma werd op 3,5 % van het kapitaal gebracht voor het hele jaar 2001. Sinds het begin van het derde kwartaal blijft de petroleumcontext in het algemeen bevredigend, ook al is die minder gunstig dan in het eerste halfjaar 2001 omwille van de daling van de raffinagemarges. De activiteiten van de petroleum- en gassectoren blijven zich in de lijn van de prognoses ontwikkelen. Suez Suez, de nieuwe identiteit van Suez Lyonnaise des Eaux, heeft de ambitie zich sterk te profileren als een industriële wereldgroep op het vlak van de diensten binnen de sectoren van
de Energie, het Water en Reinheid, en dit door in het bijzonder in te spelen op de opening van het deregulerings- en outsourcingsveld. In die zin werd het eerste halfjaar 2001 gekenmerkt door de implementatie van een nieuwe, op de industriële klanten toegespitste organisatie, de concretisering van talrijke investeringen, commerciële successen als ook door de verdere internationale ontwikkeling van de groep : - Implementatie van een transversale, op de industriële cliëntèle toegespitste organisatie : de structurele vector daarbij is SIS (Suez Industrial Solutions) die zich profileert als de partner van de ondernemingen voor hun grote multiserviceprojecten. - Verwezenlijking van een reeks externe groeiverrichtingen met het oog op een verdere groei en de uitbreiding van de expertise van elk van de 3 polen van de groep op het vlak van de dienstverlening aan de industrie. Voorbeelden daarvan zijn : - in de Energiepool, opeenvolgende verwervingen door Tractebel van GTI en van Sulzer Infra, respectievelijk de marktleider op het vlak van elektrische installaties in Nederland en Europese operator op het vlak van technische en industriële diensten. - in de Waterpool, controleverwerving door Ondeo Nalco van NEEC (Nalco/Exxon Energy Chemical), de wereldspecialist op het vlak van waterbehandeling ter plaatse en van de chemische processen in de petroleumindustrie ; - in de Reinheidspool, oprichting door Sita, in partnership met de groep Rhodia, van een nieuw filiaal, namelijk Teris LLC, specialist in de verwerking van Bijzondere Industriële Afval in de Verenigde Staten. - Het afsluiten van een dertigtal belangrijke contracten, waarvan de helft met industriële groepen van wereldformaat (IBM, Airbus, PSA, Philips, General Motors, Solvay, BOC, Danone, International Paper,…). De andere helft heeft vooral betrekking op collectiviteiten uit Pusan, New Delhi, Shanghaï, Sanya, Bristol, Schwerin, Brno, Valencia… Als gevolg van deze successen is Suez er in geslaagd haar aanwezigheid op de Noord-Amerikaanse markt, waar zij nu reeds ongeveer 11 % van haar activiteiten verricht, nog verder te versterken. Tijdens het eerste halfjaar 2001 heeft de groep een sterke uitbreiding van haar activiteiten gekend, een uitbreiding die tot de sterkste binnen de sector mag gerekend worden. De groei met 2 cijfers van de resultaten over de 6 eerste maanden van 2001 ten opzichte van 2000 bewijst de resistentie van de activiteiten van de groep en ligt volledig in de lijn van de doelstellingen op middellange termijn die door de directie waren vooropgesteld. Per 30 juni 2001 : - bedraagt de totale omzet van de groep EUR 20,6 miljard, d.i. een stijging met 27 % in vergelijking met het eerste halfjaar 2000. De wereldactiviteiten (Energie, Water, Reinheid) vertegenwoordigen meer dan 98 % van het totaal. Het aandeel van de internationaal gerealiseerde activiteiten (excl. Frankrijk en België) stijgt met 48 % en is thans goed voor 54 % van het totaal. De organische groei, de negoce-activiteiten in de Energiesector niet inbegrepen, ligt op meer dan 9 % (19 % negoce-activiteiten inbegrepen). De externe groei stemt overeen met de recente verwervingen van de groep, hoofdzakelijk op het vlak van Energie en op het vlak van Reinheid. - stijgt het bedrijfsresultaat met bijna 16 % tot meer dan EUR 2,1 miljard, tegenover EUR 1,8 miljard per 30 juni 2000. Het wordt gekenmerkt door een bijzonder aanhoudende groei binnen de sectoren Energie en Water. Wat de Energie betreft, noteert de bijdrage van de afdeling EGI (Electricité et Gaz International) een sterke stijging, hoofdzakelijk toe te schrijven aan de ontwikkeling van haar Zuid- en Noord-Amerikaanse activiteiten (Gérasul, Tractebel LNG). Ook de bijdrage van de « energie- en industriële diensten » kent een stijging, in het bijzonder via Elyo. Het resultaat van de afdeling EGE (Electricité et Gaz Europe) daarentegen wordt beïnvloed door de geprogrammeerde tariefverlagingen ten gunste van Belgische residentiële klanten.
Wat het Water betreft, kennen de 3 operationele units (Ondeo Services, Ondeo Nalco, en Ondeo Degrémont) een stijging. De resultaten van de groep in Frankrijk en in het bijzonder in Zuid-Amerika compenseren de tariefverlaging waartoe in het voorjaar 2000 in Groot-Brittannië door het OFWAT (Office of Water Services) beslist was. Ondeo Nalco profiteert van een goede kostenbeheersing en van een stijgende omzet. Het courante nettoresultaat, deel van de groep, van de 3 wereldactiviteiten bedraagt EUR 0,6 miljard, d.i. een stijging met 13 % in vergelijking met 30 juni 2000 (EUR 0,5 miljard); door elke sector wordt hiertoe bijgedragen door een groei met 2 cijfers. Het nettoresultaat, deel van de groep, bedraagt EUR 1,4 miljard, d.i. een stijging met 11 % in vergelijking met 30 juni 2000. Dit resultaat omvat met name de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van niet-strategische activa (participatie in Vinci en ruil OTA’s AXA). De verwaterde nettowinst per aandeel bedraagt EUR 1,41, d.i. een stijging met 10 % in vergelijking met het eerste halfjaar 2000 (EUR 1,28). Per 30 juni 2001 dekt de brutozelffinancieringsmarge van de groep van EUR 2,7 miljard, ruim voldoende de fysieke hernieuwings- en groeiinvesteringen. Eveneens per 30 juni 2001 ligt de economische schuldenlast op EUR 23,9 miljard, tegenover EUR 22,5 miljard eind 2000. De over te dragen activa vertegenwoordigen een marktwaarde van meer dan EUR 10 miljard. Overigens heeft Suez alle formaliteiten vervuld om op de Amerikaanse beurs toegelaten te worden; de notering op de beurs van New York, in de vorm van een American Depositary Share (ADS), is voorzien voor 18 september 2001. Het aandeel zal bovendien vanaf 24 september e.k. opgenomen worden in de Europese Stoxx 50 index. Imerys Imerys, wereldleider op het vlak van de valorisatie van mineralen, bekleedt een toonaangevende positie in elk van de vier sectoren waarin zij actief is : Pigmenten & Additieven; Bouwmaterialen; Vuurvaste materialen & Slijpmiddelen; Keramiek & Specialiteiten. In een vaak moeilijke economische context is Imerys er in het eerste halfjaar 2001 in geslaagd betere resultaten te boeken en haar externe groei voort te zetten. De halfjaaromzet bedraagt EUR 1,5 miljard, d.i. een stijging met 15 %. Het bedrijfsresultaat steeg met 11 % tot EUR 177 miljoen en het courante nettoresultaat, deel van de groep, steeg met 8 % tot EUR 83,8 miljoen. Het nettoresultaat, deel van de groep, bedraagt EUR 62,6 miljoen, tegenover EUR 71 miljoen voor het eerste halfjaar 2000, rekening houdend met de afschrijving van de goodwill voor EUR 12,8 miljoen en van een uitzonderlijke last van EUR 8,4 miljoen die herstructureringskosten en voorzieningsaanpassingen inhoudt. De groep heeft kunnen profiteren van de goede prestaties van haar Europese activiteiten in de Bouwmaterialen- en in de Keramieksector, alsook van een goede standhouding van de sector van de Vuurvaste materialen en Pigmenten, ondanks de Amerikaanse conjunctuurverslechtering op de papiermarkt en op de markten die met de bouw en de staalnijverheid in de Verenigde Staten verbonden zijn. De verwervingen, ten belope van meer dan EUR 100 miljoen, die sinds 1 januari 2001 werden verricht in de sectoren Keramiek & Specialiteiten en Mineralen voor Slijpmiddelen, moeten de posities van de groep in de Specialiteitenmineralen met hoge toegevoegde waarde verder versterken. Rhodia
Rhodia is één van de wereldleiders op het vlak van de Gespecialiseerde Chemie die haar producten en diensten afzet op, onder meer, de automobielmarkt en de markten van de gezondheid, de parfums, de kleding, de elektronica, de schoonheid en het milieu. Rhodia heeft, net zoals de hele chemische sector, sinds mei 2000 te kampen met een sterk belaagde conjunctuur door de aanhoudende stijging van de grondstofprijzen en de daarmee gepaard gaande stijging van de energiekosten en versnelde verslechtering van bepaalde markten, met name de elektronicamarkt, de textielmarkt en de fosfatenmarkt. Die moeilijkheden hebben een duidelijke stempel gedrukt op het resultaat van de groep in het eerste halfjaar 2001 en hebben haar ertoe verplicht haar ramingen voor het hele jaar te herzien. In het eerste halfjaar 2001 realiseerde Rhodia : - een omzet van EUR 3,9 miljard, d.i. een stijging met 12% in vergelijking met het eerste halfjaar 2000 (EUR 3,5 miljard); bij vergelijkbare structuur bedraagt de groei ongeveer 3%. - een brutobedrijfsresultaat (EBITDA) van EUR 0,4 miljard, d.i. een daling met 10% in vergelijking met de vorige periode. De stijgende grondstofprijzen hebben tijdens de 6 onderzochte maanden voor meer dan EUR 0,2 miljard doorgewogen. Tegelijkertijd zakte de brutomarge met 3 punten van 14,5% (vorig jaar) tot 11,6%. - een licht positieve nettowinst, deel van de groep, van EUR 18 miljoen, aanzienlijk minder dan de nettowinst per 30 juni 2000 (EUR 130 miljoen). De daling van het nettoresultaat is o.m. toe te schrijven aan de stijging van de financiële kosten m.b.t. de belangrijke verwervingen die in 2000 werden gerealiseerd (Albright & Wilson et Rhodia Chirex). Om het hoofd te kunnen bieden aan deze voor de onderneming bijzonder moeilijke conjunctuur werden maatregelen genomen met het oog op : - de versnelling van de industriële herstructureringen die aanvankelijk over een periode van drie jaar gepland waren. In de loop van het tweede halfjaar 2001 zullen voor EUR 0,2 miljard voorzieningen geboekt worden. - de vertraging van de investeringsprogramma’s ten belope van 20% van hun niveau van 2000 (Chirex en A&W in vol jaar beschouwd). - de intensifiëring van de inspanningen om de kosten terug te dringen door een vermindering van de Corporate uitgaven en het stimuleren van de wijzigingsprogramma’s (Jump, Bingo, …) die sinds 1999 op ruime schaal werden ingezet. Geraamde waarde per aandeel GBL We herinneren er aan dat de Raad van Bestuur van 13 mart 2001 beslist had om als referentieelement voor de opname van Bertelsmann in de geraamde waarde van GBL, in de plaats van RTL Group, een bedrag te weerhouden dat bepaald wordt door de tegenwaarde van de RTL Group aandelen op basis van hun beurskoers op de dag waarop de ruil effectief plaatsvindt. Concreet betekent dit dat de participatie van GBL in Bertelsmann gevaloriseerd wordt op een totaal bedrag van EUR 3.607 miljoen op basis van de slotkoers van een RTL Group aandeel op 2 juli 2001 (EUR 78). Dit bedrag weerspiegelt dus de « historische » kostprijs van Bertelsmann voor GBL en dient als dusdanig beschouwd te worden. Het zal uiteindelijk aan de markt toekomen de waarde vast te leggen die zij hieraan wenst toe te kennen. 14 september 2001 Beurskoers In miljoen (in EUR) EUR Bertelsmann (1) RTL Group TotalFinaElf Suez (2)
148,20 34,10
3.607 3.480 2.493
31 december 2000 Beurskoers In miljoen (in EUR) EUR 87,50 158,40 38,90
3.552 3.080 2.355
Imerys Rhodia Overige TOTAAL Netto liquide middelen
86,10 8,45
GERAAMDE WAARDE Geraamde waarde per aandeel (EUR) Beurskoers (EUR) Disagio (1) (2) (3) (4)
360 81 42 10.063 279
121,00 16,50
10.342 74,78 (3) 52,50 29,8 %
507 181 296 9.971 46 10.017 82,00 (4) 50,60 38,3 %
Waardering op basis van EUR 78 per RTL Group aandeel op 2 juli 2001 (datum van de inbreng) Na deling door 5 van het Suez aandeel Op basis van 138.300.053 aandelen na fusie Op basis van 122.160.125 aandelen vóór fusie
Verslag van de Commissaris-Revisor m.b.t. de halfjaarinformatie Wij verklaren de geconsolideerde halfjaarsituatie, vastgelegd per 30 juni 2001, aan een beperkt onderzoek onderworpen te hebben. Ons onderzoek bestond hoofdzakelijk uit de analyse, de vergelijking en de bespreking van de financiële inlichtingen. Dit onderzoek was derhalve minder uitgebreid dan een revisie die de grondige controle van de jaarrekeningen tot doel zou hebben gehad. Het onderzoek heeft geen elementen aan het licht gebracht die zouden moeten leiden tot aanzienlijke correcties van de tussentijdse situatie. De Commissaris-Revisor, Deloitte & Touche Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA Vertegenwoordigd door Michel Denayer Financiële kalender 2001 – 2002 Bekendmaking van de kwartaalresultaten per eind september 2001 : november 2001 Bekendmaking van de jaarresultaten 2001 : maart 2002 Gewone Algemene Vergadering 2002 : 3 april 2002 Voor verdere inlichtingen Groep Brussel Lambert Marnixlaan 24 – B – 1000 Brussel BTW : BE 407.040.209 – HRB 3902 Website : http://www.gbl.be Wenst u een exemplaar van het halfjaarverslag te ontvangen of bent u verhuisd, gelieve u te richten tot : Carine Dumasy – Tel : +32-2-547.23.52 – Fax : +32-2-547.22.85 – e-mail :
[email protected] Bij verlies of diefstal of indien u inlichtingen wenst over het aandeel GBL, kunt u zich richten tot : Marc Desclez – Tel : +32-2-547.24.28 – Fax : +32-2-547.22.85 – e-mail :
[email protected] Ce rapport semestriel est également disponible en Français This half-yearly report is also available in English Verantwoordelijke uitgever : Thierry de Rudder Snippenlaan 6 – B-1640 St-Genesius-Rode