ROUWVERWERKING NA ZELFDODING LEZING VOOR NABESTAANDEN – DE SCHAKEL – 12 MAART 2005 1. Ons verhaal “Nee, de laatste tijd was absoluut niet een fijne tijd, een goede tijd, we waren niet aardig voor elkaar” zo besloot deze week een vrouw haar verhaal over alles wat er is gebeurd voor het moment van 24 januari van dit jaar toen haar dochter van 16 zichzelf doodde. Ze liet volop tekeningen zien, waarop deze zelfde dochter al als 10 en 11-jarige tekeningen maakte van een andere, gedroomde, fantasiewereld, waar als dreiging ook al een strop hing….ze tekende het als meisje onder de 12 al….. en nu heeft ze afscheid moeten nemen van haar dochter midden in de puberteit, die al heel vaak getekend en opgeschreven had dat ze het leven helemaal niet leuk vond . En het was ook zo – ze hadden het de laatste tijd al helemaal niet leuk meer gehad met elkaar. Dit is een heel recent verhaal – zoals ieder van u, ons, deze dag, een heel eigen verhaal zou kunnen vertellen over de tijd vóór het gebeurde, de tijd vlak vóór het gebeurde, en alle tijd daarna. En ook al zal de dood van uw partner, uw broer of zus, uw kind of uw ouder u toch heel erg ontzettend zijn overvallen, velen van u zullen misschien van binnen kunnen bevestigen dat de tijd ervoor niet een gemakkelijke tijd was, niet een leuke tijd, maar dat ook velen van u hebben geleefd met de gedachte dat dit misschien wel over zou gaan, beter zou worden, anders zou ontwikkelen als je wat verder in de tijd bent. Het verhaal dat wij elkaar vandaag te vertellen hebben is een verhaal van hoop en wanhoop en weggeslagen hoop – een verhaal van een ongelooflijk ingrijpend gebeuren dat uw leven ontzettend op zijn kop heeft gezet, en dat tegelijkertijd u zelf op een nieuw spoor in uw leven heeft gezet – u heeft zeker nu belangstelling voor heel andere dingen dan voorheen – u vindt ongetwijfeld dingen lang niet meer zo belangrijk dan voorheen…en uw hele leef- en denkpatroon is op de een of andere manier toch wat verweven met dit gebeuren…alsof het nooit ècht goed uit uw hoofd is, ook al (hoop ik dat) hebben velen hun weg, hun spoor wel doorgetrokken op deze wereld – zijn er – hoe ingewikkeld ook – ook dingen in uw leven doorgegaan – misschien inmiddels ook alweer goede dingen gebeurd. Het wonderlijke is dat er ontzettend veel dingen in ons leven gebeuren, waarvan we de helft maar kunnen navertellen – we kunnen gemakkelijk ons eigen levensverhaal samen stellen en misschien zelfs wel schrijven – en veel heftigs laten we weg – maar het verhaal van het verlies van uw zoon/dochter/man/vrouw/ vader/moeder, broer/zus of vriend, dat verhaal zal altijd mee gaan – als iets heel pijnlijks, heel erg verdrietigs, ook als breekpunt – het is een verhaal dat ons altijd opnieuw min of meer ‘breekt’ ons levensverhaal in tweeën breekt – ervoor-erna, toen hij/zij er nog was, en niet meer, toen ik nog die angst had, en toen het opeens heel leeg was…. 1
Het verhaal heeft zich toen pas echt gevormd, een andere wending gekregen, een andere inhoud. Ook bij een verhuizing, het halen van een diploma of het krijgen van een kind kun je zeggen dat uw leven vanaf toen niet meer hetzelfde is….maar bij deze gebeurtenis – het feit dat die ander uit het leven stapte zonder dat je hem of haar kon tegenhouden, dat verandert je leven, je wonen, je omstandigheden, je mogelijkheden, maar ook je denken, je angsten, je pijngevoel. Er zit een ‘break’, een breuk, een knak in ons leven , er is iets afgebroken dat misschien voor uw gevoel niet had gehoeven, dat zeker niet had gemoeten, en dat ongelooflijk pijn doet. Een leven afgebroken – plotseling afgebroken, ook al ging er een hele geschiedenis aan vooraf, een leven dat heel had kunnen of moeten zijn en het niet bleek te zijn tot de definitieve breuk er was. Hier vandaag mag ik wat met u nadenken over deze breuk – maar méér nog dan daarover wil ik met u nadenken over hoe u leeft met die breuk, hoe u op de een of andere manier ‘werkt’ (om maar een raar woord te gebruiken) – werkt om die breuk enigszins te helen en vooral uw leven weer wat aan elkaar gelijmd verder te laten gaan. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het zelf niet in mijn heel naaste omgeving meemaakte, - dat maakt zeker verschil – maar wel veel te vaak in mijn omgeving waar ik werkte en was, waar ik dagelijks met mensen te maken had, en waar ik gevraagd of verondersteld werd wat mee te lopen met de mensen die het van hun heel dierbaren meemaakten. En meerdere keren waren het mensen die ik heel nauw en goed kende. Al zal ik veel ook niet echt goed kunnen invoelen – uiteindelijk heeft iedereen een ander en verschillend verhaal – ik moet wel eerlijk zeggen dat ik altijd gezien heb dat het toch heel hard ‘werken’ is, zwoegen, de tijd nemen, moe worden van het denken, om langzaam maar zeker een weg te vinden om door te gaan. Het hele rare is: het levensverhaal van die ander is abrupt afgebroken, maar het uwe gaat door, gaat absoluut door…en dat deelt u deze dag ook samen – dat geldt immers voor u allemaal, terwijl u allemaal zo’n verwoestende breuk, zo’n afschuwelijke gebeurtenis meemaakte. Uw levensverhaal heeft toch een vervolg gekregen – misschien nog maar pas, misschien al weer lange tijd geleden – maar het is doorgegaan…. Als ik dat zo zeg, dan denken velen van u misschien: “ja, maar vraag niet hoe” Of “het zal wel moeten”…..maar hoe dan ook, het is doorgegaan. We zullen hier vandaag een aantal gevoelens proberen te beschrijven die u ongetwijfeld herkent, en misschien kunnen we ook later op de dag tegen elkaar gezegd krijgen hoe we die gevoelens hebben gehanteerd, en hoe we door willen of zijn gegaan. We zullen proberen het werken aan ons leven verder en verwerken van dit grote verdriet, wat te beschrijven, en misschien kunnen we elkaar daarin wat bemoedigen en troosten. Ik hoop het maar. 2. machteloosheid 2
Eén van de ergste gevoelens die ons bekruipt als we ontdekken dat onze dierbare, uw zoon, dochter, man, vrouw, vriend, vader, moeder, broer of zus zichzelf heeft gedood, is een gevoel van machteloosheid – een machteloosheid die ons verlamt, verstomt, verdooft, blokkeert en misschien ook ongelooflijk boos maakt. Als iemand de relatie verbreekt, of een tijdje lang weg loopt of even geen contact wil, of ruzie met ons maakt, dan voelen we ons ook wel machteloos, maar dan houd je hoop en vertrouwen dat het ook goed kan komen – dat het de moeite waard is na een tijdje weer contact op te nemen. Maar als iemand uit het leven stapt, al dan niet bewust, met voorbedachten rade, al dan niet met afscheidsbrief of met veel pijn en teleurstelling of misschien doodziek geworden, dan kunnen we niets meer – ook niet meer hopen, ook niet een tijdje wachten, ook niet vertrouwen op een veel later tijdstip – dan is er niets meer te doen….machteloos ben je, voel je je, al je mogelijkheden om er iets aan te doen, zijn je ontnomen , van je geroofd als door een dief in de nacht toen je lag te slapen. Je weet niet meer waar je het zoeken moet – het maakt je radeloos dat niemand, echt niemand, dit had kunnen voorkomen. Je voelt je eigenlijk helemaal in je hemd staan – kijk, die ander laat dus weten dat hij/zij me niet meer moet, wil - niet meer met me kan leven – en dat weet meteen ook de hele wereld, want we moeten het bekend gaan maken – iedereen zal nu weten dat ik hem of haar ook niet kon redden – dat ik niet de moeite waard was om voor te leven – dat iemand in mijn familie dit heeft gedurfd en gedaan. Heel erg vreselijke machteloze gevoelens…. Teleurgesteld in die ander, dat er geen weg vooruit meer was…. Alsof iemand zo maar achter die donkere horizon is verdwenen, en je hem of haar niet kon bereiken, zoeken, bepraten, genezen… Iemand die zijn vader vorig jaar verloor, zei: “hij heeft niet alleen mijn moeders leven verruïneerd, dat van mijn broer en zus, maar ook dat van mij”. Zo voelt het ook…..ook al zijn er zoveel signalen misschien geweest dat dit kon gebeuren…..je denkt altijd: nee, dat doet ie niet, dat zal ze niet durven…. Dat kan ie niet maken, dat zal ze ons toch niet aandoen….! In de misschien wel vele nachten dat u in eerste instantie niet sliep of overdag rusteloos was, zult u dat zeker wel eens gedacht hebben…. En door uw machteloosheid soms ook geen zin gehad hebben om erover te praten, om steeds door de buitenwereld ermee geconfronteerd te worden, om bijna te moeten uitleggen waarom het gebeurd is, terwijl u dat misschien zelf ook niet ècht weet. Want dat maakt ons juist zo machteloos: alle vragen die we ons stellen, blijven onbeantwoord – waarom? Waarom op deze manier? Waarom niet toch geprobeerd om te blijven? Waarom?Vragen ook die ons opnieuw blokkeren, de mogelijkheid ontnemen ook om het af te sluiten en achter ons te laten – vragen die de onmacht laten zien die ook die ander had, voordat die definitief zijn of haar leven afsloot. 3. schuldgevoel
3
In de situatie die ieder van ons achter de rug heeft, kan het bijna niet anders of heel af en toe en juist heel vaak bekruipt ons toch de gedachte: “had ik dit kunnen voorkomen?” “Had ik dit moeten zien?” “Was dit de enige weg om eruit te komen?” Had ze misschien nog iets van mij verwacht? Heeft hij toch op een ander antwoord, een nieuwe handreiking zitten wachten? Kon ik er iets aan doen? Die vraag stelt zich altijd – of we willen of niet…..dat is niet alleen een vraag aan u, aan ieder van u, maar een vraag die bij iedereen opkomt – en niet om die vraag minder heftig te maken, maar het is goed om te weten dat zelfs bij mensen die door ziekte overlijden of een andere natuurlijke doodsoorzaak, stelt zich die vraag ook altijd…had ik???Was ie dan? Zou ze dan???? Het lijkt wel of we de mogelijkheden om iemand te redden, altijd pas bedenken en ontdekken, als er iets gebeurt dat dit onmogelijk maakt. Het lijkt wel of er een stemmetje in ons hoofd is gekomen sinds dat moment, dat ons van tijd tot tijd moet plagen met die vraag: heb jij wel genoeg??? Kon jij niet??? Er zijn boeken, boeken vol geschreven over schuldgevoel…omdat dit iets is dat altijd, altijd heeft bestaan – zo zitten wij, mensen, kennelijk in elkaar. En in de bijbel en de oudste mythologische verhalen uit Griekenland of Rome, speelt dit al – dat wij, mensen, ons altijd afvragen bij een tragische gebeurtenis: had ik ??? Misschien hebben sommigen van u daar al antwoord op gekregen – misschien door anderen, misschien door de rust die u soms hebt gevonden als u heel sterk met die ander bezig was, misschien ook wel in uw dromen, omdat vooral schuldgevoel met ons aan de haal gaat in situaties die we niet in de hand hebben….de pijn van schuldgevoel sluipt vaak in het donker ons leven binnen, en woekert – en soms, heel soms, krijgen we daardoor ook een blik in de werkelijkheid die we bij daglicht niet zouden krijgen. Toen een dochter van ouders na een ongeluk met de brommer zo beschadigd raakte, dat ze niet goed meer kon functioneren, werd ze depressief. Op een moment waarop niemand het verwachtte, is ze de boerderij afgelopen naar het dichtst bijzijnde spoor dat vanaf het erf te zien was. Het was heel erg verschrikkelijk – 21 jaar. Wat weken na het afscheid droomde de moeder dat Ingrid in een kooi zat – ze gooide de kooi van zich weg, en zei: “mama, ik ben vrij!” Pas later, na dit verhaal vaak verteld te hebben, vertelde de moeder dat ze eindelijk haar schuldgevoel kwijt was. Je zou als ouders, als partner, als kind, bijna dezelfde gevangenschap overnemen als waar die ander zo aan geleden heeft, alleen al door het schuldgevoel. Misschien is het toch goed – ook al ben ik geen psycholoog – om altijd goed te bedenken dat schuldgevoel terecht kan zijn – als je echt iets op je geweten hebt – maar ook zeer onterecht – en onterecht schuldgevoel kan ons leven nòg donkerder maken, terwijl die ander die we zo missen, daar niet mee gediend is, en de levenden in onze eigen omgeving ook niet. Het is een gevoeld dat we kwijt moeten, zo veel mogelijk van ons af zouden kunnen schudden, alleen al
4
om ook te beseffen dat die ander nu vrij is, hoe dan ook, maar dat we zelf ook vrij zouden kunnen zijn van dat gevoel . Zowel machteloosheid als schuldgevoel vragen wel om ‘verwerking’ – daar zit opnieuw het woordje ‘werk’ in – ze vragen om aangepakt te worden, om niet te verdrinken in gevoelens die ons opslokken, ons gevangen zetten, en die ten diepste de situatie niet veranderen. Daarom ook die vraag, dat thema van vandaag: “hoe verwerk ik een zelfdoding?” 4. verwerken Eerst maar een aantekening bij het woord ‘verwerken’ – u hebt al een paar keer het woord ‘werk’ teruggehoord – en dat is dus belangrijk in het omgaan met dit hele grote en onverwachte pijnlijke verlies…. Maar als iemand na drie jaar tegen je zegt: “heb je het al verwerkt?” dan zal u dat misschien toch pijnlijk treffen – en, vervelender is: dat mensen soms ook al denken dat je dat na 10 maanden hebt ‘het verwerkt’ – maar zelf hebt u misschien ook wel het gevoel dat je het al ‘verwerkt’ zou moeten hebben, of, zoals we het ook heel vaak zeggen “een plekje gegeven”….. Pastor Marinus van den Berg, pastor in Rotterdam, die vele boeken schreef (prachtige boekjes trouwens) over het verlies van een kind, van een partner, van een dierbare, zei niet zo lang geleden nog: “een kop met een schotel, die geef je een plekje, maar een gevoel, dat kun je niet plaatsen”. Tegelijkertijd horen we ook vaak iemand met een groot verdriet zeggen: nu ben ik zo ver, nu kan ik het af en toe even weg-zetten, opzij zetten – ik hoef er niet steeds meer aan te denken, en als ik er aan denk, is de pijn nu draaglijk – anders – milder. En de vraag : wanneer heb je iets verwerkt – is een ongelooflijk moeilijke vraag. Misschien – en dat zou heel ontmoedigend zijn – misschien is het wel zo, dat we altijd wel wat aan het verwerken zijn – dat dit niet zomaar een afgerond geheel is. Want – zo zeiden we al in het begin – het verhaal van de dood van uw liefste, van uw kind, van uw enige vader of moeder, dat gaat bij uw eigen levensverhaal horen. Het is niet meer weg te denken, maar het is ook nooit helemaal klaar – zodat het nooit meer overdacht wordt – het blijft iets waar je steeds weer nieuwe dingen over kunt zeggen – omdat je ook altijd weer nieuwe mensen spreekt die hem of haar hebben gekend, omdat je steeds weer iets vindt in je huis of in diens spullen die nog meer vertellen wat je soms nog niet wist. Het allermoeilijkste bij het ‘verwerken’ van een zelfdoding, is toch het feit dat vragen nooit goed beantwoord worden, dat er altijd nieuwe vragen komen -wanneer is hij al begonnen daaraan te denken? -wanneer deed ze al een eerste poging? -was hij al vaker op die plek? -waarom heeft zij het nooit gezegd dat ze dit wou? -was dit echt de enige weg? -heeft hij er ooit met iemand anders over gesproken? -waarom niet een berichtje achtergelaten? 5
Als we gaan ‘verwerken’, betekent dat, dat we met die vragen aan het werk kunnen – met alle onmacht en schuldgevoel die ons soms bekruipen – ‘verwerken’ alleen al dat we het niet konden zien, konden voorkomen, konden ontdekken, omdat het was en leefde in de gedachte van die ander – en we kennen elkaar goed, heel goed, we kennen elkanders lichamen, elkanders gewoontes, elkanders voorkeur in van alles, elkanders manieren van spreken, lopen, eten, werken, maar zelden, echt zelden elkanders manieren van denken. Dat hoort toch bij de gesloten kamertjes van ons hoofd – dat je veel van iemand weet, soms heel veel, als iemand een open boek, een extraverte persoonlijkheid is, maar uiteindelijk weten we nooit wat echt in die ander omgaat – We kennen de spreuk, het tegeltje wel dat misschien in onze gangen of toiletten hangt of heeft gehangen, die zegt: “een vriend is iemand die alles van je weet en toch van je houdt” – dat is ook zo – maar als vriend of naaste hoef je niet alles, zelfs lang niet alles van iemand te weten, om toch al van iemand te houden. Zoals je als kind lang niet weet wat er in je ouder omging, en zoals je als ouder dolgraag zou willen weten wat er in je kind omgaat, maar het nooit precies zal weten. Sommige dingen laten zich niet zien, en laten zich niet zeggen. Dat is niet specifiek aan degene die wij nu missen, dat gegeven is zo oud als de mensen is. Het kost heel veel tijd en rust in onszelf omdat te ontdekken – dat we dit niet konden weten, nooit niet, en vooral om te accepteren ook dat je dat ook niet hoefde weten – want wat je zegt, is nooit hetzelfde als wat je precies denkt. Het is een heel karwei om op den duur dat tegen jezelf te zeggen – ik kon niet weten – ik had niet kunnen zien dat….. Daarbij stelt zich ook de vraag: Ben ik nu dan wel goed bezig? Ieder van u zal dat gevoel in meerdere of mindere mate herkennen dat je soms nog ontzettend boos bent op degene die zelf zijn leven beëindigde – kan dat wel? Mag dat wel? Helpt me dat verder te gaan, want als ik boos ben, ben ik toch boos??? En de volgende vraag: wat kan ik met dit vreselijke gevoel van verdriet en boosheid? Hoe moet ik dat uitleggen aan mensen die denken dat het iemands eigen schuld is, of dat ik eindelijk rust zou moeten hebben na een zware tijd?? Hoe komt het toch dat het me nooit los laat?? Heel veel vragen die anderen ons stellen, zijn dan ook theorie-vragen, vragen die je van achter je bureau kunt stellen , als buitenstaander – maar als je aan het stofzuigen bent, of als je op de fiets zit, en als je opeens weer een foto tegenkomt waar ie hartstikke goed en gelukkig op staat, dan word je weer razend dat hij er niet meer is – en dan gaat er een hele diepe pijn door je heen, dat je deze daad niet hebt kunnen voorkomen – dat je zomaar, uit heimwee, weer terug zou willen naar die – in onze ogen nu – zorgeloze tijd, toen er zogenaamd nog niet zoveel aan de hand was. Ben ik wel goed bezig? Werk ik wel goed? 6
- wie ben ik op u antwoord te geven – misschien mag ik wat meedenken Het echte antwoord erop kunt u zelf geven – natuurlijk, dat kan niemand van buiten echt goed zien of beoordelen, maar misschien kunnen we het wat afmeten aan bepaalde feiten – aan dingen die u nu aan kunt geven voor u zelf. a. Het feit dat u hier bent vanmorgen, is wel een bewijs van het feit dat u het wilt delen – ook al geldt ook voor ons dat we lang niet al onze gedachten kunnen en hoeven delen, dan nog is het goed en belangrijk om te zien dat wat u is overkomen, niet iets is dat met een strenge vinger alleen wijst naar u – alsof u de enige bent die dit meemaakt, dit verschrikkelijke, en het dus heel direct te maken zou hebben met u – Als u dat goed meeneemt van deze dag, dan hebt u al wat gewonnen – Dat de dood, de zelfdoding van onze dierbare nooit alleen maar iets met u te maken zou hebben – omdat het meestal ook niet een afzetten is tegen het leven met u, maar een onmacht om te leven - met of zonder u – een absolute, hele dominante wijze om duidelijk te maken dat die ander niet meer kon leven. b. En het feit dat u heel veel van die ander hebt gehouden, maar ook bent blijven houden, is ook een teken dat u niet alleen maar pijn en verdriet met u laat woekeren, maar ook het goede van die ander koestert – om te weten of u goed bezig bent, aan het ‘verwerken’ bent, zou u voor u zelf kunnen afmeten aan uw ook positieve, warme gedachten over die ander – de goede momenten, de mooiste foto’s, de leukste herinneringen. Als die langzaam maar zeker weer plaats krijgen, bent u alweer een stapje verder. c. Het feit dat u ook in al uw boosheid en onmacht ook die ander soms al even met rust wilt laten – probeert te begrijpen dat deze dood misschien de enige poort, weg naar een gezochte rust vormt, dat helpt ons ook al te leven met dit verlies. Vaak, heel vaak, is dat toch dat we het meest overhouden van de wijze waarop onze dierbare gestorven is: het feit dat er geen andere weg meer was, dan de weg naar rust. Misschien maakt u dat wel heel onrustig, als ik dat zeg – omdat u sinds de dood van hem of haar wel heel weinig rust meer kon vinden… Maar misschien helpt het ook als ik u vertel dat een ouder van een drugsverslaafde dochter heel vaak al heeft gezucht: je kunt nog beter een kind op het kerkhof hebben, dan in een gevangeniscel ergens, waar je niet weet. En een ouder van iemand die alle psychiatrische ziekenhuizen in Nederland zag, zegt hetzelfde. En daarnaast zei iemand die haar man verloor door zelfdoding: ik zou alleen maar willen weten waar hij was, en kon ik er maar 1 keer per jaar naar toe. … Het blijft zoeken naar die ander…..levend of overleden…. Maar met het woord ‘rust’ in het achterhoofd, kan het soms zo zijn (soms!!!) dat voor onze dierbare de rust alleen maar te vinden was in een definitieve stap en niet meer een tussenstap. – Een laatste dringende vraag die zich bij ‘verwerken’ stelt:
7
Hoe lang voel ik deze pijn nog? Hoe lang moet ik eerst nog leven voor ik zelf hier vrede mee krijg? Hoe krijg ik ooit die boosheid weg?? Ook daarin zal niemand u zomaar even een gemakkelijk antwoord kunnen geven Er staat geen tijd voor, en omdat u dagelijks, geregeld, altijd of toch heel vaak met de consequenties van deze dood te maken heeft, kun je niet van de ene dag op de andere zeggen: zo, nu is het klaar – ik leg het weg – ik denk er niet meer aan – het is voorbij en verwerkt. Zoals we elke dag aan ons eigen welzijn werken, aan onze relaties werken, aan een goed-in-het-leven-staan werken, aan een goede sfeer in huis, aan een voldaan gevoel of iets dat we deden, ook kunnen en soms moeten werken, zo is het ook met dit grote verdriet. Het vraagt het ‘werk’ van ons om er mee bezig te zijn – Soms, en niet altijd, met praten en schrijven, al zijn dat uitstekende werkwijzen, soms, niet altijd, met iets met onze handen – al weten we b.v. al uit de rituelenwerkplaats hoe goed dat vaak werkt – Soms, niet altijd met een gesprek met lotgenoten, mensen die hetzelfde meemaakten, die ons sterk het gevoel geven begrepen te worden. Het vraagt van ons om rust te vinden in deze veel te vroege dood, om te leren begrijpen dat dit de weg was voor deze mens, het vraagt van ons weer een balans te vinden in het ‘erg vinden’ en het toch ook ‘zo willen laten’. Dat is een proces dat tijd kost, en voor iedereen weer anders, langer of korter, tijd om onderwijl wel dóór te leven, en lief te hebben, en te praten en te zwijgen, en soms te voelen dat het leven al niet meer zo zwaar was als eerst. En tenslotte misschien toch een voorzichtig antwoord te formuleren voor jezelf: Hij/zij is vrij, heeft rust, is waar wij ook hopen te komen – Hij/zij heeft bewust of onbewust een keuze gemaakt, een stap gezet, of toegegeven aan de onmacht om te kunnen leven. Ik leef wèl, en ik kan het wèl. Laat ik het proberen. Ik hoop heel erg dat het u lukt , van harte!
8