Rollend meerjarenprogramma 2012 - 2013
Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen vzw koepel van 140 Vlaamse milieuverenigingen Tweekerkenstraat 47 - 1000 Brussel ALGEMENE VERGADERING VAN 09 NOVEMBER 2011
Inhoudstafel
0. Inleiding ..................................................................................... 3 1. Identiteitskaart: BBL, koepel van 147 natuur- en milieuverenigingen in Vlaanderen .................................................. 4 1.1. De missie en kernwaarden van BBL .......................................................4 1.2. Beweging, beleid en doelgroepen: de drie kernprocessen van BBL.............4 1.3 Strategische oriëntaties en inhoudelijk kader ...........................................5 1.3.1 situering ........................................................................................5 1.3.2 onze strategische oriëntaties voor de periode 2011-2013.....................6 1.3.3 de natuur- en milieubeweging werkt aan een langetermijnvisie 2050 en concrete aanpak voor 2020 ......................................................................7
2. Onze kernprocessen: beweging, beleid en doelgroepen.............. 9 2.1 Aandachtpunten voor de drie kernprocessen in 2012-2013 ........................9 2.2. Kernproces “Bewegingswerking”, gericht op het ondersteunen van onze lidverenigingen........................................................................................ 11 2.3. Kerntaak “Beleidswerking”, gericht op het beïnvloeden van het beleid van overheden en bedrijfsleven ....................................................................... 15 2.4. Kerntaak “doelgroepenwerking”, gericht op het verduurzamen van het gedrag van het grote publiek en doelgroepen .............................................. 18
3. Onze ondersteunende processen en managementprocessen .... 21 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
Bestuurlijk beleid .............................................................................. 21 Financieel beleid ............................................................................... 25 Sociaal beleid ................................................................................... 28 Milieubeleid ...................................................................................... 30
Colofon en contactgegevens ......................................................... 32
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
2
0. Inleiding Beste lezer, Voor u ligt het rollend meerjarenprogramma 2012-2013 van Bond Beter Leefmilieu (BBL), de koepel van Vlaamse milieu- en natuurverenigingen. Het programma staat toe snel een beeld te vormen van wie BBL is en wat we de komende twee jaren in petto hebben. Tegelijk hebben we er naar gestreefd om een globaal beeld te geven van de werking. Dit programma combineert de sleutelaspecten van onze drie kerndomeinen (beleid, beweging, projecten en campagnes), de interne doelen van onze werking, alsook de krachtlijnen van ons financieel, sociaal en milieubeleid. Door de gegevens beknopt samen te brengen, willen we in de eerste plaats onze achterban, de leden van de Algemene Vergadering goed informeren zodat ze BBL optimaal mee kunnen vorm geven. Vandaar ook dat er tamelijk uitgebreid aandacht wordt besteed aan de interne werking. Daarnaast is het programma natuurlijk ook bedoeld om onze stakeholders (overheid, sociaaleconomische middens, verenigingsleven, …) een duidelijk beeld te geven van onze werking. Dit rollend meerjarenprogramma 2012-2013 past in de traditie van BBL om transparant te communiceren over werking, organisatie en financiën. Waarom we dat doen? Openheid is een basisvereiste voor geloofwaardigheid. En laat geloofwaardigheid nu net één van de grote troeven van BBL zijn. Uit een onderzoek onder opinion leaders, in 2008 uitgevoerd door het HIVA van de K.U. Leuven, bleek dat BBL aanzien wordt als een geloofwaardige, inhoudelijk sterke speler. Dat willen we behouden, en waar mogelijk versterken. Wie al eerder onze werkingsverslagen van de voorbije twee jaren heeft gelezen, heeft alvast gemerkt dat dit werkingsprogramma nu eenzelfde stramien van opmaak hanteert. Dit moet ons toelaten om de resultaten van een werkingsprogramma in jaar X, vlot te kunnen evalueren in jaar Y, en dit op basis van de indicatoren uit het Global Reporting Initiative (GRI). Voor wie tot slot een zicht wil krijgen op het volledig overzicht van de vele honderden BBL-activiteiten die zullen plaatsvinden in 2012 en 2013, verwijzen we vanaf nu door naar het Activiteitenoverzicht 2012-2013. Dit document kan u aanvullend op dit programma raadplegen via www.bblv.be > over ons > jaarprogramma 2012. Ik wens u veel leesgenot. En indien bijkomende vragen, aarzel niet om mij of onze medewerkers, hierover aan te spreken.
Danny Jacobs, directeur Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen 9 NOVEMBER 2011
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
3
1. Identiteitskaart: BBL, koepel van 147 natuuren milieuverenigingen in Vlaanderen Identiteitskaart Naam: Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen, koepel van Vlaamse milieuverenigingen Rechtsvorm: vzw Personeel: 34 VTE (voorzien in 2012) De ontwerpbegroting 2012 bedraagt 2.722.000 € aan uitgaven Het balanstotaal einde 2010 bedroeg 3.322.299 €, waarvan €1.727.161 eigen vermogen, 362.683 € schulden op meer dan 1 jaar en 601.135 € schulden op minder dan 1 jaar Leden: 147 natuur- en milieuverenigingen
1.1. De missie en kernwaarden van BBL Onze missie: Bond Beter Leefmilieu is de pluralistische en onafhankelijke federatie van meer dan 140 landelijke tot lokale natuur- en milieuverenigingen in Vlaanderen. Wij zetten ons vanuit het middenveld in voor een rijke natuur en een divers landschap, een groene en gezonde woonomgeving op het platteland en in de stad, productie- en consumptiepatronen die de draagkracht van onze aarde respecteren. BBL werkt vanuit een visie op duurzame ontwikkeling: eerlijk delen van welvaart en milieugebruiksruimte, in Vlaanderen en elders, nu en later. Onze werking richt zich op het met raad en daad ondersteunen van onze verenigingen, het beïnvloeden van het beleid van overheden en maatschappelijke organisaties en het verduurzamen van het gedrag van het grote publiek en doelgroepen. We handelen vanuit volgende kernwaarden: - Geloofwaardig, - Eigentijds, - Pluralistisch, - Onafhankelijk, - Open, - Oplossingsgericht, - Sterk
1.2. Beweging, beleid en doelgroepen: de drie kernprocessen van BBL De werking van Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen vzw bestaat uit drie kernprocessen: ondersteunen van lidverenigingen, beïnvloeden van het beleid van overheden en bedrijfsleven, en het verduurzamen van het gedrag van het grote publiek en doelgroepen. 1. Het -
ondersteunen van de aangesloten verenigingen via de bewegingswerking. De aangesloten verenigingen inhoudelijk bijstaan. De bewegingsfunctie van de aangesloten verenigingen versterken. De aangesloten verenigingen als werkgever aansterken. De financiële basis van de aangesloten verenigingen verbreden. Ervoor zorgen dat de verenigingen in orde zijn met hun wettelijke verplichtingen. Verhogen van de kwaliteit van de werking van de verenigingen.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
4
2. Het beïnvloeden van het beleid van overheden en maatschappelijke organisaties via onze beleidswerking. - Werken op een breed inhoudelijk terrein en actief zijn op diverse niveaus. - Kiezen voor beleidsbeïnvloeding, overleg en advisering. - Afsluiten van coalities om de doelen te realiseren. - Opzetten van juridische acties om de uitvoering van wetgeving af te dwingen. - De media bereiken om het maatschappelijk en politiek debat te kunnen beïnvloeden. 3. Het verduurzamen van het gedrag van het grote publiek en doelgroepen via de doelgroepenwerking (projecten en campagnes). - Streven naar gedrags- en houdingverandering van het beleid en van bevolkingsgroepen via campagnes en projecten. Deze gedragsveranderingen via doelgroepgerichte acties en campagnes van Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen ook tot stand brengen bij actoren en het beleid. - Vanuit deze acties en campagnes indien mogelijk het publieke of politieke debat prikkelen. Doelstelling 2012-2013: - onze kernprocessen ‘beweging’, ‘beleid’ en ‘doelgroepen’ raken beter op elkaar afgestemd dankzij het inhoudelijk kader dat BBL aan het uitzetten is (zie 1.3) - het implementeren van ons nieuwe organogram moet hiertoe bijdragen (zie 1.4)
1.3 Strategische oriëntaties en inhoudelijk kader 1.3.1 Situering BBL zette in 2008 de strategische lijnen uit voor de komende jaren en implementeerde een vernieuwde aanpak van beleidsplanning. BBL volgt sinds 2008 een planningscyclus van vijf jaar: - De strategische oriëntaties zijn geen samenvatting van alle strategische en operationele doelen van BBL. Het beleid van BBL is immers gestoeld op continuïteit. Via de techniek van tweejarenprogramma’s tracht BBL deze continuïteit om te zetten in concrete activiteiten. - De strategische oriëntaties zijn wel extra accenten die BBL voor een periode van een vijftal jaren wenst te leggen in zijn interne en externe werking. In die zin moeten de strategische oriëntaties bovenop het rollend tweejarenprogramma worden gelezen. - In 2008 formuleerden we 10 strategische oriëntaties voor de komende 5 jaar (20082013). In 2012 formuleren we strategische oriëntaties voor 2013-2018. - Deze oriëntaties worden tijdens een tussentijdse evaluatie in 2010 geëvalueerd. - In 2008, 2010 en 2012 formuleren we aldus concrete oriëntaties voor de volgende twee jaar. In 2010 hebben we onze strategische oriëntaties voor de periode 2011-2013 tussen bijgesteld (zie 1.3.2). In 2011-2012 maken we werk van het uitzetten van een inhoudelijk kader voor BBL (zie 1.3.3) met een omgevingsanalyse, een streefbeeld 2050, doelstellingen/uitdagingen 2020 en inhoudelijke krijtlijnen voor de bijsturing van ons werkingsprogramma 20122013.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
5
1.3.2 onze strategische oriëntaties voor de periode 2011-2013 INTERNE ORIËNTATIES (GERICHT OP ONZE 145 AANGESLOTEN VERENIGINGEN) 1. We zetten verder in op een sterke koepelservice voor onze verenigingen. We ondersteunen al onze lidverenigingen en verdedigen hun belangen m.b.t. hun wettelijke verplichtingen en subsidies. Onze werking rond kwaliteitszorg en organisatieontwikkeling uit zich in een volwaardig aanbod dat alle belangrijke aspecten van de interne organisatie van verenigingen afdekt. BBL is en blijft dé helpdesk, ondersteuner en belangenbehartiger voor lidverenigingen rond werkgeversaangelegenheden, vrijwilligers- en vzw-wetgeving en MINA-subsidies. BBL bereikt zo jaarlijks 3 op de 4 gewestelijke en regionale lidverenigingen met haar initiatieven. Die worden ingevuld op basis van regelmatige bevraging en onderzoek. (kerntaak ‘bewegingswerking’) 2. We investeren in de aanpak van 5 nieuwe, relevante sectoruitdagingen: inspelen op toenemende “eco-activiteit” los van de natuur- en milieuverenigingen, organiseren van eigentijds en kortstondig vrijwilligersengagement, aanboren van alternatieve financiële middelen, mobiliseren van mensen voor beleidsbeïnvloeding en aansluiting vinden bij nog niet bereikten. De ‘uitdagingen’ worden in samenwerking met vertegenwoordigers uit de sector verkend en uitgewerkt (kerntaak ‘bewegingswerking’ ism ‘beleid’ en ‘projecten/campagnes’) 3. We doen inspanningen opdat onze natuur- en milieuverenigingen inhoudelijk sterke spelers kunnen blijven op hun werkingsveld. We voeden het beleidswerk waar dat een meerwaarde is voor beide partijen. We leggen verder onze klemtoon op het inhoudelijk versterken van onze de verenigingen, met als thematische insteek ruimtelijke ordening en grote infrastructuurwerken. Daarnaast zorgt BBL voor een gestructureerd inhoudelijk aanbod voor de lidverenigingen. (kerntaken ‘bewegingswerking’ en beleid’) 4. We beschouwen lidverenigingen als partners in onze campagnes/projecten. We zien vooral concrete mogelijkheden binnen de clusters energie en klimaat, duurzaam bouwen en mobiliteit-milieu). (kerntaken ‘beleid’ en ‘projecten/campagnes’) EXTERNE ORIËNTATIES (gericht op beleid, maatschappelijke actoren en burgers) 5. We willen naast kritische commentator vooral ook gezien en erkend worden als een gerespecteerde en constructieve medespeler in de maatschappelijke arena. We kiezen voor overleg waar mogelijk. We participeren actief aan de beleidsprocessen (VIA –Pact 2020), die Vlaanderen moeten toelaten om binnen een decennium significante vooruitgang te boeken op tal van beleidsdomeinen (kerntaak ‘beleid’) 6. We zetten meer in op economische processen en wensen maatschappelijke dynamiek te creëren door interactie met sociaaleconomische actoren. We formuleren en delen een consistente visie op economie, duurzame economische ontwikkelingen en transitie. We kiezen voor een domeinoverschrijdende aanpak binnen de beleidswerking. (kerntaken ‘beleid’)
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
6
7. We voeden en beïnvloeden het maatschappelijk debat door een permanente dialoog met de publieke opinie. We hanteren een proactieve communicatiestrategie, zetten in op een sterkere communicatiewerking en zorgen voor een grotere aanwezigheid in de media. (kerntaak ‘beleid’) 8. We kiezen prioritair voor een beperkt aantal project- en campagnethema’s. We mikken op een vijftal campagnes met een breed bereik en met een concreet milieuresultaat op korte en lange termijn. Onze thema’s zijn ‘energie en klimaat’, ‘duurzaam bouwen’, ‘mobiliteit en milieu’ en ‘duurzame productie en consumptie’. Het breed bereik en concreet resultaat bereiken we met campagnes als ‘Ecobouwers’, ‘Belgerinkel naar de winkel’, ‘Energiejacht’ en ‘Ik Kyoto’. (kerntaak ‘projecten/campagnes’) 9. Om de campagnes zo effectief en zo breed als mogelijk te maken, werken we samen met intermediaire organisaties en blijven we actief partnerships aangaan. (kerntaak ‘projecten/campagnes’) 10. We bieden burgers via enkele van onze campagnes de mogelijkheid van een structureel engagement aan. We besteden hier vooral aandacht aan binnen de campagnes ‘Energiejacht’ en ‘Ik Kyoto’. (kerntaak ‘projecten/campagnes’)
1.3.3 De natuur- en milieubeweging werkt aan een langetermijnvisie 2050 en concrete aanpak voor 2020 Waarover gaat het? Het huidige (mondiale) maatschappijmodel is essentieel niet-duurzaam. Dit komt tot uiting op het vlak van consumptie en productie in verschillende essentiële systemen, zoals het energiesysteem, het transportsysteem, het systeem van wonen en bouwen. Onze samenleving heeft de voorbije decennia enerzijds welvaart en sociale voorzieningen geboden, anderzijds leidde het ook tot hoge milieudruk, achteruitgang van biodiversiteit, hoge energie- en materiaalinput en ga zo maar door… Op langere termijn moeten we aldus naar een duurzamer samenleving, waarbij we een aantal grote systemen waarop onze welvaart gebouwd is, herdenken en herinrichten. Zo’n structurele verandering wordt ‘transitie’ genoemd en omvat een maatschappelijk proces over een langere periode met veranderingen onder meer op economisch, sociaal en ecologisch vlak. We moeten in die periode gaan innoveren, structuren aanpassen, praktijken veranderen, wetgeving wijzigen, … Dat noemt men ‘systeeminnovatie’. Waarom is dit relevant voor de natuur- en milieubeweging? Internationaal, Europees, op Belgisch niveau, maar ook in Vlaanderen wordt er werk gemaakt van langetermijnvisies 2050 en concrete doelstellingen en uitdagingen voor 2020. Overheden nemen daarbij dikwijls het voortouw. Ook maatschappelijke organisaties volgen, nu nog veelal schoorvoetend. De natuur- en milieubeweging kan daarbij niet achterwege blijven. Onze huidige werkingen zijn veelal activiteitengedreven in plaats van inhoudgedreven. Onze werkingen zijn gestoeld op onze kernactiviteiten (o.a. natuur, sensibilisatie, doelgroepencampagnes), waar we reeds lange tijd expertise rond hebben opgebouwd. We rollen deze activiteiten routinematig door van het ene naar het andere jaar zonder voldoende stil te staan waar dit ons op lange termijn naar toe brengt.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
7
Willen we echter als natuur- en milieubeweging over een langere periode impact behouden en verder opbouwen in de samenleving, moeten we onze doelen en activiteiten, ook herkaderen binnen dit perspectief van 2050/2020. We kunnen er overigens enkel maar baat bij hebben: we beschikken zo over een kompas waarop we onze eigen werkingen kunnen afstemmen, we zullen met meer moreel gezag onze stem kunnen laten horen in de samenleving en kunnen gericht het beleid van overheden en bedrijven in de noodzakelijke richting sturen. Wat is ons doel? De natuur- en milieubeweging moet een haalbare, uit te voeren visie voor 2050 durven ontwikkelen en reeds ermee aan de slag gaan in functie van concrete doelen die we reeds vooropstellen voor 2020. Bond Beter Leefmilieu wil vanuit zijn koepelfunctie dit proces trekken en komen tot een kader dat inspirerend kan zijn voor veel verenigingen in onze sector. We zullen dit kader met de nodige zorg opbouwen, er draagvlak rond opbouwen binnen onze sector en nadien ook actief binnen onze sector mee aan de slag gaan. Hoe bouwen we ons kader op? Eerst en vooral. We willen een langetermijnvisie 2050 en concrete doelen voor 2020 ontwikkelen die dynamisch zijn en die mee kunnen evolueren in de tijd. Utopieën en dogma’s zijn aldus niet aan ons besteed. We willen realistische en haalbare verhalen. Ten tweede. We vertrekken van ergens en bouwen ons verhaal ook niet in het ijle op. In de periode maart tot oktober 2011 deed BBL reeds een internationale en Europese verkenning en toetsten de resultaten hiervan af aan de uitdagingen waar Vlaanderen voor staat. We detecteerden zo een aantal horizontale kernthema’s (energie, ruimte, biodiversiteit, materialen) die negatieve trends vertonen en waar in Vlaanderen in hoofdzaak via ‘transitie’ en ‘systeeminnovatie’ serieuze vooruitgang kan geboekt worden. We kruisten ze vervolgens ook al eens met een aantal concrete domeinen waar we in Vlaanderen zwaar zullen moeten op inzetten: mobiliteit, landbouw en voeding, wonen en bouwen, toerisme, … Rond deze horizontale en verticale assen willen we vervolgens komen tot een coherente langetermijnvisie 2050 en concrete doelstellingen en uitdagingen voor 2020. Hoe en tegen wanneer willen we wat bereiken?
Op de algemene vergadering van BBL op woensdag 9 november zal voorzitter Hans Bruyninckx de achtergronden, doelen en aanzet van dit kader toelichten. De uitwerking van de langetermijnvisie 2050 en concrete doelstellingen en uitdagingen voor 2020 wordt de taak van een focusgroep die twee maal zal samenkomen in de periode november 2011 – januari 2012. De focusgroep zal bestaan uit een 20-tal personen (gewestelijke, thematische en regionale verenigingen, kritische medestanders). Er wordt steeds teruggekoppeld worden naar de raad van bestuur van BBL die dit proces zal aansturen. In februari toetsen we de sterkte/zwakte van ons kader af in een stakeholderbijeenkomst met vertegenwoordigers uit sociaaleconomische actoren, het middenveld en de politiek en sturen bij indien nodig. We presenteren onze langetermijnvisie 2050 en concrete doelstellingen en uitdagingen voor 2020 op de algemene vergadering van maart 2012. Het uiteindelijke kader kan de verenigingen in de sector inspiratie bieden en stimuleren om er mee aan de slag te gaan. Nadien zal BBL het geheel ook toepassen in de eigen programmatie en zal er actief mee aan de slag gaan binnen de sector.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
8
2. Onze kernprocessen: beweging, beleid en doelgroepen 2.1 Aandachtpunten voor de drie kernprocessen in 20122013 * we implementeren de langetermijnvisie 2050 en concrete aanpak voor 2020 van de natuur- en milieubeweging voor elk van de drie kernprocessen Zie 1.3.3
* Ons credo ‘wat we samen met anderen doen, doen we beter’ staat hoog in het vaandel BBL kiest steeds voor afstemming en samenwerking met maatschappelijke organisaties, oa Onze aangesloten verenigingen Onze gewestelijke zusterkoepels IEW, IEB, Bral Onze Europese federaties, oa EEB, T&E, CNE Versterkte netwerking met middenveldorganisaties, oa Verenigde Verenigingen, Arbeid en Milieu Onze partners in de doelgroepenwerking Permanente dialoog met sociaal-economische organisaties (vakbonden, bedrijfsfederaties) Politieke actoren (partijen, verkozenen, ministers)
* We doen ernstige inspanningen om onze Social (and environmental) return on investment duidelijk te maken Social Return on Investment (SROI) is een op beginselen gebaseerde methode voor het meten van extrafinanciële waarde (dat wil zeggen, milieu- en sociale waarde op dit moment niet terug te vinden in de conventionele financiële rekeningen) ten opzichte van het geïnvesteerde middelen. SROI kan gebruikt worden door elk kernproces van BBL om de impact te evalueren op de belanghebbenden, te identificeren manieren om de prestaties te verbeteren, en verbeteren de prestaties van de beleggingen. Concreet betekent dit dat we er zorg voor dragen dat:
De output van onze werking standaard wordt in kaart gebracht via post-bevragingen en -metingen De outcome en impact van onze werking in beeld wordt gebracht waar mogelijk
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
9
De outcome/impact is meetbaar bij doelgroepenwerking Enkele voorbeelden uit 2010: 4319 gezinnen uit 125 gemeenten bespaarden samen gemiddeld 6.18%, goed voor 1.567 ton CO2-reductie, tijdens de Energiejacht 2010 Duizenden vermeden autokilometers doordat 28.000 mensen (van de 100.000 deelnemers) vaker met de fiets gaan winkelen na afloop van de campagne Belgerinkel naar de winkel 2010 7.627 werknemers die een totaal van 110.612 duurzame pendeldagen bijeen sprokkelden en zo 707 ton CO2-uitstoot uitspaarden via Ik Kyoto 2010 Duizenden bouwers en verbouwers leveren inspanningen inzake ecologisch en energiezuinig bouwen via de kennis opgedaan via Ecobouwers (> 1 miljoen bezoekers in 2010) 65 toeristisch-recreatieve bedrijven die milieugerichte investeringen deden en zo de Groene Sleutel ontvingen in 2010 De outcome/impact is aantoonbaar via de bewegingswerking Enkele voorbeelden uit 2010: Overdracht kennis, vaardigheden en competentie bij 65% van onze lidverenigingen via onze werking ‘organisatieontwikkeling’ (periodieke bevraging) De outcome/impact is aantoonbaar via de beleidswerking Enkele voorbeelden uit 2010: VIA – Vlaanderen in Actie / Pact 2020: ‘Vlaanderen kan verder gaan dan Europese minimumdoelen’ na inbreng van BBL Bijsturing beleidskader inzake ruimtelijke ordening: ‘verdichting en inbreiding’ blijven uitgangsprincipes door tussenkomst BBL Watertoets toegepast bij bouwen in overstromingsgebieden door tussenkomst BBL Normen voor bijstook van biomassa in steenkoolcentrale gevoelig verscherpt onder druk van BBL Versnelling van procedures bij grootschalige infrastructuurprojecten – ja maar, niet ten koste van inspraak en terugkoppeling met de burger Transitie dossier ‘Tessenderlo Chemie’
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
10
2.2. Kernproces “Bewegingswerking”, gericht op het ondersteunen van onze lidverenigingen Identiteitskaart bewegingswerking Doelgroep 30 gewestelijke verenigingen (actief in gans Vlaanderen) 34 regionale verenigingen (actief in minstens 5 gemeenten) 72 lokale verenigingen (actief in 1 of enkele gemeenten) 11 verenigingen met leefmilieu als nevendoelstelling Activiteiten: Overleg: regionaal beraad, thematische overlegfora, sectoroverleg, overleg met koepelverenigingen Vorming en begeleiding: organisatieontwikkeling en kwaliteitszorg, inhoudelijke vormingen milieubeleid en actie, Tandem Bewegingscampagnes Kenniscentrum en communicatie Belangenbehartiging
Algemene context Missie: BBL wil een sterke milieubeweging in Vlaanderen, die bestaat uit goed draaiende verenigingen die complementair en in synergie hun visie en maatschappelijke doelen optimaal kunnen realiseren. De koepelwerking van BBL volgt een tweesporenbeleid. Ten eerste wil BBL via haar koepelwerking de milieusector inhoudelijk en organisatorisch op verenigingsniveau aansterken. We gaan voor een sterke sector van verenigingen met elk op hun niveau een strategische visie en een doordacht beleid, bekwame mensen in het bestuur, een deskundig personeelskader en een solide vrijwilligersbasis, een gezonde financiële basis en ingebed in een ruim maatschappelijk netwerk, en die met sterke activiteiten mooie resultaten kunnen boeken. Ten tweede wil BBL via haar koepelwerking de milieubeweging versterken vanuit de visie dat de milieubeweging pas sterk staat als lidverenigingen, actiegroepen en burgers onderling en met elkaar samenwerken. We zetten in op thematische frontvorming rond beleidswerk en milieubeleidsthema´s en projecten en campagnes die op maat zijn van onze lidverenigingen en concreet inspelen op de milieu-interesse en engagement van (burger)groepen”. Het tweesporenbeleid van de bewegingswerking wordt weerspiegeld in zes types van activiteiten: overleg; vorming en begeleiding; bewegingscampagnes; kenniscentrum en communicatie; en belangenbehartiging. De bewegingswerking wordt gedragen door een bewegingsteam en van nabij opgevolgd en aangestuurd door een begeleidingscomité dat handelt in opdracht van de raad van bestuur van BBL.
Strategische beleidslijnen in 2012 - 2013 De bewegingswerking hanteert volgende strategische keuzes (interne doelen) van BBL voor de periode van 2011-2013: - We zetten verder in op een sterke koepelservice voor onze verenigingen - We investeren in de aanpak van vijf nieuwe, relevante sectoruitdagingen
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
11
-
We doen inspanningen opdat onze natuur- en milieuverenigingen inhoudelijk sterke spelers kunnen blijven op hun werkingsveld.
In de komende periode bestendigen en versterken we het ondersteuningsaanbod aan lidverenigingen. Binnen elke activiteitsgroep zetten we daarbij prioritair in op de vijf actuele sectoruitdagingen.
Werken rond de vijf sectoruitdagingen Er bestaan geen pasklare antwoorden op de vijf sectoruitdagingen. Daarom werken we op procesmatige wijze. We starten trajecten op die over één of meerdere jaren lopen in verschillende fasen (verkenning, verspreiding, implementatie) en uitmonden in opname in het algemene ondersteuningsaanbod. BBL biedt lidverenigingen een forum om samen te reflecteren, ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren. Het is de bedoeling dat verenigingen vanuit dit leer- en inspiratieproces zelf experimenten opzetten. Verenigingen kunnen hierbij beroep doen op ondersteuning vanuit BBL. De verworven kennis en inzichten vertalen we vervolgens verder naar vormen van begeleiding en vorming. •
UITDAGING 1: INSPELEN OP TOENEMENDE “ECO-ACTIVITEIT” LOS VAN DE NATUUR- EN MILIEUVERENIGINGEN
De eco-activiteit neemt toe in onze samenleving. Overheid, sociaal-culturele verenigingen, bedrijven, vakbonden … zijn allen actief rond onze thema’s milieu, natuur, vergroening van de economie. Een bijzondere groep binnen de milieubeweging zijn de mondige, actieve burgers die lokaal actief zijn rond duurzame voeding, wonen, mobiliteit en zich organiseren in experimentele actiegroepen, facebookgroepen, transitiegroepen, buurtcomités, … Ze bedienen zich van nieuwe organisatievormen en sociale media om hun doelstellingen te bereiken. Uitwisseling, contacten en samenwerking tussen onze georganiseerde lokale achterban en deze eco-actieve groepen is eerder sporadisch. Hierdoor mist de lokale milieubeweging kansen om haar expertise te delen, maar ook om samen met deze groepen projecten of acties op te zetten en zo mee de duurzame transitie van onze samenleving te versterken.
Doelstelling: Meer lidverenigingen zijn in staat om met hun eigen thematische werking naast hun traditionele achterban, ook eco-actieve groepen aan te spreken en te ondersteunen. Activiteiten: We organiseren een forum voor reflectie en uitwisseling over eco-activiteit en transitie, en verzamelen goede praktijkvoorbeelden/methodieken in onze sector (bijv. via een collegagroep). Op basis hiervan ontwikkelen we een gepast vormings- en ondersteuningsaanbod voor de lidverenigingen. We onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een gezamenlijk project- of campagneaanbod waarmee onze lidverenigingen ook deze eco- actieve groepen kunnen aanspreken en ondersteunen in hun werking. •
UITDAGING 2: ORGANISEREN VAN EIGENTIJDS VRIJWILLIGERSENGAGEMENT
Verenigingen die investeren in hun imago en een flexibel vrijwilligersmanagement (op maat/interesse van de vrijwilliger en zijn beschikbaarheid) slagen er in om de meeste veranderingen in onze samenleving en vrijwilligerswerk goed te absorberen. Wie inspeelt op de nieuwe vormen van 'vrijwillige inzet' met de juiste thema’s en media creëert niet enkel kansen voor zijn vrijwilligerswerk, maar wordt als organisatie ook sterker en realiseert beter zijn maatschappelijke doelstellingen.
Doelstelling: Meer lidverenigingen spelen met hun vereniging- en vrijwilligerswerking beter in op hedendaagse vormen van vrijwillige inzet en het profiel van nieuwe vrijwilligers. Activiteiten: Modern verenigings- en vrijwilligersmanagement loopt als rode draad door ons ondersteuningsaanbod. We werken hiervoor samen met onze collegabewegingsmedewerkers uit de sector, het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk, de
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
12
Verenigde Verenigingen, Socius, … en ontwikkelen ook nog een eigen gediversifieerd en op maat ondersteuningsaanbod (focusdag, vorming, promotie van en deelname aan de Week van de Vrijwilliger, infofiches, …) voor de versterking van de vrijwilligers- en verenigingswerking van onze lokale achterban. Vrijwilligers- en verenigingsmanagement is ook de invalshoek waarmee we het contact met lokale verenigingen willen aanhalen. Dit kan resulteren in korte of meer intensievere leertrajecten. Het zelfevaluatieinstrument, het Verenigingskompas, is hierbij een belangrijk werk- en hulpmiddel. •
UITDAGING 3: AANBOREN VAN ALTERNATIEVE FINANCIËLE MIDDELEN
Besparingen bij de overheid wegen op de reguliere subsidies en op projectsubsidies. De mogelijkheden voor gewestelijke en regionale verenigingen liggen anders. De uitdagingen zijn evenwel duidelijk voor de komende jaren: Hoe verminderen we enerzijds onze financiële afhankelijkheid van de overheid? Welke alternatieven middelen of samenwerkingsverbanden kunnen we aanboren? En hoe stellen we tezelfdertijd toch onze werking en het bereiken van onze doelstellingen veilig?
Doelstelling: Binnen dit en twee jaren hebben verenigingen proportioneel het aandeel van hun inkomsten vanuit structurele overheidssubsidies beduidend verminderd en aangevuld met een breder en solide pallet van alternatieve financiële middelen. Activiteiten: We begeleiden een collegagroep gewestelijke en regionale verenigingen tijdens een traject naar meer inkomstendiversiteit, met input van externe deskundigen. We onderzoeken daarbij gezamenlijk welke mogelijkheden en voorwaarden spelen, en organiseren eventueel bijkomende cursussen of begeleiding. •
UITDAGING 4: MOBILISEREN VAN MENSEN VOOR BELEIDSBEÏNVLOEDING
De milieubeweging moet het milieubeleid scherp houden. Om gehoor te (blijven) krijgen moeten verenigingen ook in staat zijn om mensen in beweging te zetten en hen voor milieustandpunten uit te laten komen. Vandaag concentreert de inzet van milieuverenigingen zich vooral op het institutionele/adviserende spoor. In de context van vandaag is het belangrijk ook in te zetten op de twee andere sporen voor beleidsbeïnvloeding: mensen mobiliseren (draagvlakontwikkeling) en bondgenootschappen smeden. We zien overal dat mensen wel degelijk in beweging te brengen zijn, vooral als het gaat om ludieke en mediagenieke acties. Ook liggen er kansen voor het grijpen om samenwerking aan te gaan met anderen binnen en vooral buiten de sector rond welbepaalde thema’s.
Doelstelling: Meer milieuverenigingen wegen telkens af wanneer welk spoor of welke combinatie in te zetten om hun beleidsdoelen te bereiken. Ze zijn daarbij in staat om een breed instrumentarium op een effectieve manier in te zetten. Activiteiten: We bieden informatie, praktijkvoorbeelden en reflectie met de nadruk op multidimensionele beleidsbeïnvloeding en draagvlakontwikkeling (oa. ledencommunicatie). Daarbij hebben we aandacht voor denkwijzen om de strategische afweging te maken en vernieuwende actiemethoden (bijv. een collegagroep met input van modellen). Ook bij de concrete uitwerking van acties bieden we ondersteuning (bijv. cursussen, steunpunt milieuadviesraden, bewegingscampagnes). •
UITDAGING 5: AANSLUITING VINDEN BIJ DE NOG NIET BEREIKTEN
Er zijn nog steeds grote groepen mensen die zich weinig of niet aangesproken lijken te voelen door onze acties en activiteiten. Mogelijks daardoor richt de milieubeweging zich met zijn campagnes en communicatie steeds op dezelfde sociologische doelgroep: middenklasse, 30-50j, tweeverdieners, hoogopgeleiden. Een groot deel van de bevolking bereiken we dus niet (allochtonen, armen, …). Hier stellen zich een aantal vragen: In welke mate richten we ons tot nog niet overtuigden? Vraagt dat een andere programmatie en manier van werken naast de huidige? Hoe kunnen we onze acties diversifiëren naar doelgroepen? Hoe vinden we aansluiting bij de leefwereld en
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
13
werkelijkheidsdefinities van deze groepen? Op welke manier zorgen we ervoor dat onze acties herkenbaar en laagdrempelig zijn?
Doelstelling: Milieuverenigingen slagen erin om ook kansengroepen aan te spreken. Activiteiten: We verhelderen op welke wijze vanuit de milieuorganisaties of met organisaties van kansengroepen, meer en betere acties kunnen worden ontwikkeld om ook deze groepen ecoactief te maken. We zetten daarvoor een verkenningstraject op met een gemengde stuurgroep van mensen binnen en buiten de sector.
Bestendigen en versterken van het ondersteuningsaanbod •
OVERLEG: Het Regionaal Beraad komt minstens twee keer per jaar samen en daarnaast worden open en thematische overlegfora georganiseerd wanneer dit relevant is binnen de beleidswerking. De traditionele focusdag wordt ingevuld rond één van de sectoruitdagingen. Daarnaast is er overleg voorzien met koepelverenigingen binnen en buiten de sector. In 2012 gaat er bijzondere aandacht naar het betrekken van lidverenigingen bij het visietraject 2020-2050 van de milieubeweging.
•
VORMING EN BEGELEIDING: Bij de vormingen organisatieontwikkeling en milieuactie ligt de nadruk op de thema’s van de uitdagingen. We ondersteunen lidverenigingen ook bij het vertalen van de visie 2020-2050 van de milieubeweging naar programmatie in de dagelijkse praktijk. We streven naar samenwerking met regionale lidverenigingen voor een gedeelte van het vormingsaanbod. Er is ook een begeleidingsaanbod op aanvraag en op maat.
•
BEWEGINGSCAMPAGNES: We zetten minder of niet meer in op klassieke bewegingscampagnes met de traditionele gewestelijke lidverenigingen (zoals Dag van de Aarde), maar investeren meer in flexibele campagne- en actieformules met al onze lidverenigingen (beperkt in tijd en thema). Hiervoor gaan we samenwerkingsverbanden aan met onze lidverenigingen gericht op het promoten van hun innovatieve campagnes of acties naar lidverenigingen en andere doelgroepen, mediaondersteuning, en mee zoeken naar financiering en sponsoring, enz… Big Jump en Nacht van de Duisternis, campagnes voor proper wateren en tegen lichthinder blijven op de bewegingsagenda staan.
•
KENNISCENTRUM EN COMMUNICATIE: Lidverenigingen kunnen rekenen op de bestaande en nieuwe infofiches en instrumenten rond organisatieontwikkeling. Het Verenigingskompas, een instrument voor zelfevaluatie, reflectie en verbetering op maat van lokale en regionale verenigingen, wordt in de verf gezet en voorzien van begeleiding ter plaatse. Lidverenigingen kunnen blijven rekenen op ondersteuning bij de vzw-, vrijwilligers- en arbeidswetgeving en de LNE subsidies. Ledencommunicatie is een vaste waarde, met in de komende periode bijzondere aandacht voor het versterken van het contact met lokale lidverenigingen en een reorganisatie van de ledenpagina.
•
BELANGENBEHARTIGING: De belangen van lidverenigingen inzake werkgeverszaken en gewestelijke overheidssubsidies worden behartigd.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
14
2.3. Kerntaak “Beleidswerking”, gericht op het beïnvloeden van het beleid van overheden en bedrijfsleven Identiteitskaart beleidswerking Doelgroep: beleidsmakers, pers, maatschappelijke organisaties Thema’s: water, energie en klimaat, ruimtelijke ordening, luchtkwaliteit, landbouw, duurzame ontwikkeling, duurzaam ondernemen, materiaalbeleid, duurzame consumptie, hinder Budget: ca. 450.000 euro Personeel: 6 VTE
Algemene context Het beleidswerk van Bond Beter Leefmilieu maakte de voorbije periode een sterke evolutie door, mee ingegeven door een nieuwe maatschappelijke dynamiek die zich de laatste jaren aftekende inzake milieubeleid. Onder de vorige legislatuur hadden we te maken met een bijzonder onwillig Vlaams leefmilieubeleid, dat onder de noemer ‘no gold plating’ elk eigen proactief beleid uitsloot. Steeds meer valt het nu op dat het bedrijfsleven zelf het initiatief neemt en zich proactiever opstelt dan het beleid. Wat stilaan duidelijker wordt: de toekomst van de economie ligt veeleer in een vergroening van de economie en in de ‘clean tech’, dan in het zoeken van achterpoortjes in de milieuwetgeving. Tot op het niveau van het kabinet Leefmilieu is deze trend tot vandaag niet echt doorgedrongen. Anders zou men daar volop inzetten op een proactief en dynamisch milieubeleid in het zog van die koplopers. Internationaal onderzoek toont eenduidig aan dat de ‘groene economie’ zich niet ontwikkelt als er ook geen krachtig milieubeleid wordt gevoerd. Mede onder druk van een aantal vooruitstrevende ondernemers drong het ondertussen stilaan tot bij de politiek door dat vergroening van de economie, duurzame ontwikkeling, cradle to cradle en energiebesparing positieve waarden zijn. Dit vertaalde zich onder meer in het tot stand komen van het Pact 2020, waarin een aantal expliciete en positieve milieudoelstellingen naar voren werden geschoven. Deze doelstellingen werden bij het opstarten van de regering Peeters II, mee in het regeerakkoord opgenomen. We stellen vandaag wel vast dat er sommige beleidsdomeinen zijn die zich los van en zelfs tegen de ViA-Pact 2020 strategie opstellen. In het bijzonder het beleid inzake Ruimtelijke Ordening richt zich op het ondermijnen van de afspraken binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), wat tot catastrofale gevolgen kan leiden voor zowel de open ruimte als de mobiliteit in Vlaanderen. Bond Beter Leefmilieu heeft sterk op dit thema ingezet – onder meer met de publicatie van het boek ‘Vlaanderen in de knoop’ door beleidsmedewerker Erik Grietens en vertolkt, samen met anderen, de stem van de rede in dit verhaal. Wij zien momenteel weinig signalen vanuit het leefmilieubeleid zelf, dat zij zich de ambities van het Pact 2020 eigen heeft gemaakt. De houding van het kabinet Leefmilieu naar de milieubeweging toe, is ook niet deze van een partner in het zoeken naar
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
15
oplossingen, maar veeleer deze van een argwanende tegenstander. Wat aantoont dat Vlaanderen in Actie (nog) niet op alle niveaus van het Vlaams beleid is doorgedrongen. Een ‘tweede kader’ waarin Bond Beter Leefmilieu opereert is het ‘federale’. De chaos die sinds 2007 op het federale niveau heerst, maakt het bijzonder moeilijk om heldere lijnen te zien in het beleid. Wij stellen hier vooral stagnatie en inertie vast. Terwijl wij dit schrijven zitten we hopelijk aan de vooravond van de vorming van een federale regering.
Strategische beleidslijnen in 2012 - 2013 Bond Beter Leefmilieu heeft er voor gekozen om haar strategie, die er tot dan toe vooral uit bestaan had op de rem te gaan staan, telkens het beleid milieuonvriendelijke maatregelen wilde doorduwen, grondig bij te sturen. Voortaan stelden wij ons op als ‘partners’ van de Vlaamse regering, bij de uitvoering van de doelstellingen uit het Pact 2020 en schreven wij onze actie in het kader van Vlaanderen in Actie, ook al zijn we niet over alle aspecten van dit programma tevreden. Het is echter onze analyse dat onze voorstellen en opvattingen op een zeer breed draagvlak kunnen rekenen en dat Vlaanderen in Actie een geschikt forum is om de dialoog met overheid en middenveld partners uit te bouwen. Een tweede evolutie, lag in het meer afstand nemen van de bestaande en klassieke beleidwerking, om meer in te zetten op de maatschappelijke dialoog met het bedrijfsleven en andere maatschappelijke krachten rond de basisoriëntaties van het beleid. Zo willen wij veel meer gewicht in de schaal leggen bij het aansturen van de economische keuzes, die een zeer grote impact kunnen hebben op de kwaliteit van het leefmilieu in de nabije of verdere toekomst. Ons beleidswerk richt zich dus vandaag veel meer op de onderliggende (economische) ontwikkelingen dan op het beleid zelf, maar net daardoor wordt onze impact op het beleid ook groter. Dat is alvast wat onze eigen analyse aangeeft. Deze aanpak herdefinieert ook onze relatie met de politiek, in de zin dat wij nu naar het beleid toetreden vanuit een breder maatschappelijk verband en niet langer vanuit een geïsoleerde of defensieve opstelling.
Prioriteiten / bijzondere accenten We willen een belangrijke bijdrage leveren aan het nieuwe Beleidsplan Ruimte Vlaanderen dat het Vlaams Ruimtelijk Structuurplan zal vervangen. Daarvoor zullen we het maatschappelijk debat gevoelig aanzwengelen. Daarbij hoort ook centrale aandacht voor de relatie tussen ruimtelijke ordening, ruimtelijke economisch beleid, (verkeers)infrastructuur en milieudruk, zal in de kern van onze activiteit blijven. Verder zetten we sterk in op transitie in twee domeinen: - we zullen de overgang van het traditionele ‘afvalbeleid’ naar een toekomstgericht duurzaam materialenbeleid stimuleren en mee vorm geven. Ook een duurzaam voedings- (en landbouw)model maakt daar onderdeel van uit. - we zetten in op een volwassen energiebeleid op Vlaams, federaal en Europees niveau om te komen tot een koolstofarme samenleving, met 100% hernieuwbare energievoorziening tegen 2050
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
16
Federaal blijft het invoeren van een echte mottenballentaks en het respect voor de wet op de kernuitstap centraal staan. Uiteraard wil BBL maximaal inzetten op het Vlaams klimaatbeleidsplan en een ambitieus Vlaams klimaatbeleid. We willen verder inzetten op de ontwikkeling van elektrische mobiliteit, via transitieexperimenten, onderzoek. Onze aandacht zal ook gaan naar het mestbeleid, waar in de nieuwe derogatieperiode (2011-2014) een echte doorbraak moet komen, zodat de nitraatnorm overal in Vlaanderen wordt gehaald. Op het Vlaamse vlak blijft de nadruk de komende jaren wellicht ook liggen op de verbetering van de kwaliteit van het water en de luchtkwaliteit. De kapstokken – aangereikt door het Pact 2020 – zullen hiervoor maximaal worden benut.
Beknopt activiteitenoverzicht Een volledig overzicht van alle activiteiten treft u aan in Hoofdstuk 3 van de Activiteitenbijlage van dit Rollend Meerjarenprogramma.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
17
2.4. Kerntaak “doelgroepenwerking”, gericht op het verduurzamen van het gedrag van het grote publiek en doelgroepen Identiteitskaart Doelgroep: gezinnen, pendelaars, bouwers, grootverbruikers kantoormateriaal, gemeentes Thema’s: energie, mobiliteit, duurzame consumptie, lokaal milieubeleid en duurzaam bouwen Budget: ca. 1.800.000 euro, grotendeels afkomstig van Vlaamse, provinciale en (inter-)gemeentelijke overheden. Een deel van de budgetten is afkomstig van private projectfondsen en sponsoring. Personeel: 17 VTE
Algemene context De doelgroepenwerking omvat jaarlijks een 20- à 25-tal grotere en kleinere projecten. Sommige zijn langlopende projecten, maar de meeste duren ongeveer één jaar of zijn jaarlijks herhaalde campagnes. De doelgroepenwerking neemt de nieuwe kernthema’s energie – ruimte – materialen mee binnen de projectenteams energie/klimaat, mobiliteit, duurzame consumptie en lokaal beleid. De economische en financiële crisis zal vroeg of laat ook zijn weerslag hebben op de voor BBL beschikbare middelen. De projectwerking is met zijn tijdelijke financiering en tewerkstellingen meer dan de andere werkingsdomeinen binnen BBL vatbaar voor ‘de schommelingen van de markt’. Het beheer van de projectwerking zal dus in eerste instantie gericht zijn op consolidering. Om te vermijden dat onze projectmedewerkers zonder job vallen (en de BBL zijn talenten verliest) zullen we nog intensiever op zoek gaan naar middelen om de werking te financieren. Gemeenten vormen traditioneel een heel belangrijke partner voor de doelgroepenwerking. De grote meerderheid van de Vlaamse gemeenten neemt jaarlijks deel aan een of meer campagnes van BBL. Het gemeentelijk niveau is ook een vruchtbaar terrein om te experimenteren in verdergaand milieubeleid. Die situatie zou kunnen veranderen na 2013, wanneer de gemeentelijke samenwerkingsovereenkomst milieu afloopt. De Vlaamse overheid wil deze samenwerkingsvorm immers drastisch afslanken, wat mogelijk kan leiden tot veel geringere deelname door gemeenten aan draagvlakcampagnes vanuit de milieubeweging. Het komende jaar zullen we onze positie in functie van deze nieuwe ontwikkeling moeten bepalen.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
18
Strategische beleidslijnen in 2012-2013 Met de projectwerking willen we zo veel mogelijk mensen in Vlaanderen bewegen tot een milieuvriendelijker gedrag. Tegelijkertijd willen we een draagvlak creëren voor een ambitieus milieubeleid en willen we een positieve dynamiek genereren rond milieubescherming. We tonen dat een milieuvriendelijke levensstijl binnen ieders bereik ligt. Binnen elk team werden de projecten geclusterd per doelgroep en thema en werden een of meer hoofdprojecten geselecteerd die in de toekomst verder zullen verdiept en verbreed worden. Nieuwe toekomstige projectvoorstellen en subsidieaanvragen zullen hierop afgestemd worden en de hoofdprojecten verder aankleden of ondersteunen. Voor 2012 wordt op die manier alvast ingezet op de projecten Belgerinkel, ik kyoto, Klimaatwijken en Ecobouwers. Belgerinkel gaat verder op het spoor van fietscultuur met het thema ‘retro’ en nieuwe projecten rond het concept ‘Cyclechic’. Ecobouwers wordt uitgebreid met een campagne Ecobouwers basis die gericht is op enkele essentiële energiebesparende ingrepen. Schaalvergroting door campagnes We maken het onderscheid tussen projecten en campagnes. Campagnes onderscheiden zich door hun gerichtheid op het brede publiek en hun schaalgrootte. We streven naar een maximaal aantal deelnemers. Ze kunnen intern rekenen op intensieve ondersteuning vanwege de communicatieploeg. Elke campagne krijgt zo veel mogelijk kalenderexclusiviteit in de communicatie. In 2012 zullen achtereenvolgens ‘Met belgerinkel naar de winkel’, ‘Ik Kyoto’, ‘Energiejacht’ en ‘Ecobouwers opendeur’ de grote kleppers zijn. In 2012 wordt voor Ik Kyoto samenwerking aangeknoopt met de werkgeversorganisatie Voka. De overige projecten, samen een 15-tal, beperken zich tot een specifieke doelgroep of spelen zich af op een eerder experimentele schaalgrootte. Financiering Om deze groei te kunnen waarmaken zullen we nog meer inzetten op een diversificatie van de financieringsbronnen: verschillende Vlaamse departementen, Europese fondsen, maar ook eigen inkomsten zijn het onderzoeken waard. Er is de jongste jaren een duidelijke tendens binnen de projectwerking om met Europese fondsen te werken. Al vier keer waren we partner in een project uit het programma ‘Intelligent Energy Europe’. Ook nu zijn enkele aanvragen hangende binnen dit programma, en voor het eerst zijn we ook zelf promotor van een projectaanvraag rond het model Ecobouwers. Daarnaast is het verwerven van eigen inkomsten via de projecten en campagnes een piste die actief zal onderzocht worden, onder andere via dienstverlening aan en hechte samenwerking met bedrijven.
Prioriteiten / bijzondere accenten In Limburg zijn we samen met het provinciebestuur en het Centrum duurzaam bouwen partner in het Steunpunt duurzaam bouwen, dat zich de voorbije drie jaar als een succesformule ontpopte. BBL slaagde erin om dit model te laten uitbreiden naar gans Vlaanderen. De Vlaamse overheid sloot een langdurige overeenkomst af met de provincies voor de uitbouw van een Vlaams netwerk van 5 provinciale steunpunten duurzaam bouwen. Doel is om in elke provincie een steunpunt op te starten waarbij de overheid, de sector en de milieubeweging structureel samenwerken om de transitie naar duurzaam bouwen en wonen op het terrein waar te maken. In Limburg zal het steunpunt in 2012 de stap zetten naar een verzelfstandigde vzw-structuur, waarvan de huidige partners samen met Infrax oprichtende leden zijn. In Oost-Vlaanderen is BBL eveneens toegetreden als partner tot het provinciale steunpunt.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
19
Beknopt activiteitenoverzicht In 2012-2013 wordt er gewerkt naar volgende clusters: Team energie/klimaat Cluster Ecobouwers (doelgroep huishoudens / thema energiesparend bouwen en wonen): - Ecobouwers opendeur – Ecobouwers office - Ecobouwers basis - Energiejacht - Steunpunt Duurzaam bouwen Limburg Cluster Lokaal klimaatbeleid (doelgroep gemeenten / thema lokaal klimaatbeleid) - Come2COM - Energiekampioen - Nacht van de duisternis Team Mobiliteit Cluster Cyclechic (doelgroep brede bevolking / thema fietspromotie) - Belgerinkel - Cyclechic Cluster Fileer de file (doelgroep werkgevers en werknemers / thema duurzaam pendelen) - Ik Kyoto - Mobiliteitsbudget werkt! Cluster Duurzaam vlootbeheer (doelgroep werkgevers, inz. vlootbeheerders / thema duurzaam vlootbeheer) - Mobimix - Cleaner Car Contracts Team duurzame consumptie Cluster Duurzaam aankopen (doelgroep grootverbruikers en consumenten algemeen / thema duurzaam aankopen) - Topten - Milieukoopwijzer Cluster Vlaanderen vakantieland (doelgroep uitbaters en huishoudens / thema lokaal toerisme dicht bij huis) - Groene sleutel - Blauwe vlag Team Lokaal beleid: Netwerk duurzaam Leuven Een volledig overzicht van alle activiteiten treft u aan in Hoofdstuk 3 van de Activiteitenbijlage van dit Rollend Meerjarenprogramma.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
20
3. Onze ondersteunende processen en managementprocessen 3.1. Bestuurlijk beleid WAT
HOE Permanent Algemene vergadering De AV komt zesmaandelijks samen. Vergadert rechtsgeldig. Bepaalt de grote lijnen van de werking Raad van bestuur Komt zeswekelijks samen en werkt krijtlijnen van de AV uit en vertaalt deze in strategische en operationele doelstellingen Orgaan van Verzekert het dagelijks management van de Vertegenwoordiging vereniging Specifieke uitdaging 2012-2013 Goed bestuurlijk beleid – good Naleven van de 8 criteria inzake good governance governance voor het besturen van socialprofitorganisaties van Koning Boudewijnstichting Rollend meerjarenprogramma Met ‘integrale aanpak’ (kernprocessen en ondersteunende processen), nadruk op ‘governance’ en ‘materialisatie’ (zeggen wat we gaan doen) Duurzaamheidsrapport Jaarlijks vanuit evaluatie rollend meerjarenprogramma op basis van GRIrapportage met inbegrip van NGOsupplement Organogram Wordt vlot geïmplementeerd in de werking Afstemming processen De 3 kernprocessen, ondersteunende processen en managementprocessen zijn optimaal op elkaar afgestemd
Kader en instrumenten bestuurlijk beleid De Algemene Vergadering bepaalt de grote lijnen van de werking van Bond Beter Leefmilieu. Ze spreekt zich uit over de jaarplanning, de begroting en de toetreding van nieuwe leden. Ze beslist over het jaarverslag en het financieel verslag en legt de algemene koers van de milieukoepel vast. Ze controleert en stimuleert de leden van de Raad van Bestuur, waarvan zij de leden kiest. De Raad van Bestuur werkt de krijtlijnen uit, zoals uitgezet door de Algemene Vergadering, en vertaalt deze in strategische en operationele doelstellingen. De raad controleert en stimuleert tevens het dagelijks management van de vereniging, georganiseerd in het Orgaan van Vertegenwoordiging. Een aantal Comités en Adviesraden ondersteunt de werking van de Raad van Bestuur en de diverse deelwerkingen van het secretariaat.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
21
* Algemene Vergadering Het hoogste beslissingsorgaan van Bond Beter Leefmilieu is de Algemene Vergadering. Die heeft de bevoegdheden zoals omschreven in de vzw-wet van 2002. Lokale, regionale en landelijke milieuverenigingen kunnen lidmaatschap van de Algemene Vergadering aanvragen. De AV bestaat uit 64 leden met volwaardig stemrecht en toegetreden leden met raadgevende stem. Ongeveer 72 lokale verenigingen en 11 verenigingen, die niet als hoofddoelstelling ‘bescherming van het leefmilieu’ hebben, beschikken enkel over raadgevende stem. De verenigingen (leden) worden in de Algemene Vergadering vertegenwoordigd door hen autonoom aangeduide natuurlijke personen. Zowel in 2012 als in 2013 vinden er twee Algemene Vergaderingen plaats, in maart en in oktober. Om de drie jaar verkiest die Algemene Vergadering een Raad van Bestuur, die zorgt voor de invulling van de lijnen uitgezet door de Algemene Vergadering. De eerstvolgende bestuursverkiezingen vinden plaats in maart 2013. De Algemene Vergadering zal tevens mee beslissen en evalueren over de processen betreffende de economische, milieugerelateerde en sociale prestaties van BBL. In maart 2012 (en 2013) geschiedt dit op basis van de rapportage over het voorgaande jaar. In oktober 2012 (en 2013) op basis van het programma voor de komende twee jaar. In oktober 2008 keurde de Algemene Vergadering de strategische doelen (zie ook hoofdstuk 1.3.) voor de komende vijf jaar (2008-2012) jaar. Hiermee introduceerde de Algemene Vergadering de facto de vijfjarige cyclus nieuwe beleidsplanning. De AV zal jaarlijkse de doelen toetsen op hun realisatie via het programma en het verslag. (Overzicht leden Algemene Vergadering: http://www.bblv.be/page.php/11B )
* Raad van Bestuur In maart 2010 werden de leden van de Raad van Bestuur gekozen door de Algemene Vergadering voor een nieuwe mandaatperiode tot maart 2013. De raad is evenwichtig samengesteld qua verhouding tussen mannen en vrouwen, tussen lokale en landelijke leden en tussen door verenigingen voorgedragen en onafhankelijke bestuurders. BBL definieert onafhankelijkheid van bestuurders tweeledig: het betreft bestuurders die niet uit naam van een lidvereniging zetelen en omwille van hun specifieke expertise (inhoudelijk, financieel/fiscaal, juridisch) worden opgenomen. Verder dienen de bestuursfuncties van voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en penningmeester politiek onafhankelijkheid te zijn. Na haar aantreden in april 2010 formuleerde de nieuwe raad van bestuur haar prioriteiten voor de komende drie jaar. Tevens werden bestuurders aangeduid voor de opvolging van de statutaire raden en comités die ressorteren onder BBL vzw. (Bron: De meeste recente samenstelling van de Raad van Bestuur van BBL staat op www.bblv.be/page.php/6)
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
22
Doelstelling 2012-2013: - Bij de bestuursverkiezingen van maart 2013 komen de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester vrij. De uittredende raad doet de nodige inspanning in 2012 opdat BBL vanaf 2013 kan bogen op een vernieuwd en stabiel bestuurskader.
* Orgaan van Vertegenwoordiging De directeur, Danny Jacobs en de zakelijk coördinator, Bram Dousselaere, zijn geen bestuurders en kunnen aldus ook niet optreden als gedelegeerd bestuurders. Zij kunnen Bond Beter Leefmilieu statutair en buiten rechte wel vertegenwoordigen via het Orgaan van Vertegenwoordiging. Het Orgaan is bevoegd voor het benoemen en ontslaan van personeel, het afsluiten van overeenkomsten met externe consultants, financiële verrichtingen met bank- en kredietinstellingen, het indienen van bezwaarschriften en de handtekeningbevoegdheid bij het afsluiten van overeenkomsten (tot een bepaalde financiële bovengrens) die ter bekrachtiging zullen worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur. Daarnaast omvatten de bevoegdheden van het Orgaan van Vertegenwoordiging eveneens alle handelingen van dagelijks bestuur. Na de verkiezing van de raad van bestuur werd in april 2010 het Orgaan van Vertegenwoordiging benoemd voor een periode van drie jaar. Ondervoorzitter Sabien Leemans trad als derde lid toe tot het Orgaan. (Bron: De meeste recente samenstelling van het Orgaan van Vertegenwoordiging staat op www.bblv.be/page.php/6 )
* Organogram De interne operationele structuur van BBL is het secretariaat, dat instaat voor drie kernprocessen, telkens geleid door een coördinator: • Bewegingswerking/Koepelwerking: bewegingsgerichte ondersteuning en ondersteuning/managementversterking van de aangesloten lidverenigingen. Deze werking wordt aangestuurd door de directeur en de zakelijk coördinator. • Beleidswerking. Deze werking wordt aangestuurd door de beleidscoördinator. • Doelgroepenwerking. Deze werking wordt aangestuurd door de doelgroepencoördinator. • Bovendien is er de interne coördinatie. In oktober 2010 werd een intern proces opgestart wat uitmondde in een bijgestuurd organogram. Dit organogram heeft als doel de verschillende functies en hun onderlinge relaties op een visuele manier voor te stellen. Het organogram werkt met kleuren die de verschillende processen binnen BBL symboliseren: • Groen: de primaire processen of kernprocessen (beweging, beleid, doelgroepenwerking) • Wit: de secundaire of ondersteunende processen • Blauw: de tertiaire of managementprocessen Enkele uitgangspunten die gehanteerd werden bij het uittekenen van het organigram: Elke functie werd toegewezen aan een unieke leidinggevende (ook de staffuncties worden gekoppeld aan een specifiek directielid).
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
23
De directieleden vormen samen het directiecomité (beslissing- en afstemmingsplatform). Het blauwe vlak symboliseert de gezamenlijke verantwoordelijkheden. De onderlinge samenwerking tussen de drie kernprocessen is gesymboliseerd door wederkerige pijlen. De algemene ondersteunende diensten worden verticaal gepositioneerd over de hele hoogte om te symboliseren dat ze ten dienste staan van de hele organisatie. De medewerker logistieke en administratieve ondersteuning en de communicatiemedewerker zijn toegevoegd aan de coördinator doelgroepenwerking (voorheen respectievelijk aan de zakelijke coördinator en de directeur) gezien zij als medewerker hoofdzakelijk diensten leveren voor de doelgroepenwerking. Het bewegingsteam wordt rechtstreeks en exclusief ondergebracht bij de directeur (voorheen bij de directeur en de zakelijk coördinator).
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
24
3.2. Financieel beleid WAT
HOE Permanent Beleidsplanning Evalueren beleidsplan 2010 – 2013 en opstellen nieuw beleidsplan. Bestuurlijke Algemene vergadering (begroting en jaarrekening), raad verankering van bestuur (strategische opvolging), orgaan van vertegenwoordiging (dagelijks financieel management) Jaarlijkse controle Door Ernst&Young voor periode 2011-2013 als commissaris (= inclusief revisor) Interne financiële Goede opvolging en planning financiën op niveau van het beheerscyclus secretariaat Vier-ogenprincipe Steeds gaan twee directieleden over handelingen met financiële consequenties boven minimale grens Responsabilisering Inzake het opmaken van deelbegrotingen voor activiteiten, medewerkers het opvolgen ervan alsook het verwerven van inkomsten Specifieke uitdaging 2012-2013 Inkomsten uit Streven naar behoud van onze structurele subsidies en naar Vlaamse subsidies diversificatie van projectsubsidies. Inkomsten via lokale Anticiperen op het wegvallen van de besturen ‘Samenwerkingsovereenkomst’: aanbod aan gemeenten maximaal afstemmen op behoeften lokale besturen. Nieuwe, eigen o Participeren in de oprichting van een coöperatieve bank. inkomsten o Verhuur van werkplekken en zalen. o Dienstenaanbod aan bedrijven: onderzoek naar potentieel van MVO businessunit. o Ontwikkelen van partnerships met sponsorbedrijven.
Kader en instrumenten financieel beleid Het financieel beleid van de BBL wordt bepaald door de Raad van Bestuur, daarin bijgestaan door het Bestuurscomité. Als leidraad voor ons financieel beleid geldt het financieel beleidsplan 2010-2013 dat in maart 2010 werd vastgelegd door de Algemene Vergadering van BBL. Voor de periode 2011-2013 heeft de Algemene Vergadering Ernst&Young Bedrijfsrevisoren als ‘commissaris’ aangesteld om de BBL bij te staan in deze opdracht. Ernst&Young controleert daarbij ook de integriteit van onze financiële en besluitvormingsprocessen. De financiële uitvoerende processen zijn gedelegeerd aan maximum drie personen in het Orgaan van Vertegenwoordiging (zie supra). Daarbij wordt het 'vier-ogenprincipe' toegepast, zodat steeds twee medewerkers gaan over handelingen met financiële consequenties. Dit vier-ogenprincipe, ook wel 'functiescheiding' genoemd is bedoeld om fraude te voorkomen. BBL beschikt over geen andere anti-fraudemaatregelen. Onze uitgaven worden besteed aan de ondersteuning van onze lidorganisaties, aan het beïnvloeden van het beleid van overheden en maatschappelijke organisaties en het opzetten van tal van campagnes en projecten. Onze uitgaven zijn verdeeld onder onze drie primaire kernprocessen (beweging, beleidswerking, doelgroepenwerking) en aan onze interne diensten. Onze opbrengsten komen onder meer uit subsidies (gemeentelijke, provinciale, Vlaamse, federale en Europese overheden), bijdragen van onze
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
25
lidorganisaties, donateurs, sponsoring en betalende diensten die we leveren aan derden. BBL kan zijn opdracht blijven vervullen dankzij diverse bronnen van opbrengsten.
Prioritaire doelstellingen 2012 - 2013 De doelstellingen van het financieel beleid in 2012 en 2013 zijn de volgende: * Een stabiele financiële omgeving voor de vereniging De besparingen van de Vlaamse regering hadden voor het eerst een echte impact op de werking van BBL in 2011. Zo werd Tandem (ondersteuning lokale besturen) niet langer ondersteund en werd er bespaard op de sectorwerking ‘organisatieontwikkeling’. In de periode 2009-2011 daalden tevens de subsidies voor onze beleidswerking met bijna de helft. Dit alles heeft ook een impact op de BBL begroting 2012. We besteden aldus bijzondere zorg aan het verzekeren van onze inkomsten. We werken ook gestaag verder in het verhogen van onze subsidieonafhankelijkheid van de Vlaamse overheid. * Oog hebben voor de gewijzigde context van de lokale besturen Einde 2013 loopt de Samenwerkingsovereenkomst (SO) ‘milieu’ tussen de Vlaamse overheid en de provincies, steden en gemeenten af. In het witboek interne staatshervorming gaf minister van Leefmilieu Joke Schauvliege aan om vanaf 2014 niet langer met een SO te werken, maar de middelen te heroriënteren richting waterbeleid en milieuhandhaving. De huidige SO is een kader dat de lokale besturen stimuleert om aan tal van programma’s van BBL te participeren. We zullen inspanningen doen opdat onze programma’s vanaf 2014 voldoende aantrekkelijk en betaalbaar blijven voor de lokale besturen. * Ons financieel beleidsplan 2010-2013 evalueren in 2013 Voor de periode 2010-2013 werd een nieuw financieel beleidsplan aangenomen door de Algemene Vergadering van maart ’10. Het financieel beleidsplan bevat een luik met een horizontale en verticale balansanalyse en een analyse van de inkomsten en uitgaven over de voorbije jaren. Tevens werd een SWOT-analyse gemaakt van de BBL-financiën. Het plan besluit met financiële krachtlijnen voor de looptijd van het plan. We evalueren het beleidsplan in maart 2013 en leggen in oktober 2013 een nieuw beleidsplan voor de periode 2014-2017 voor. * De oprichting van een nieuwe coöperatieve bank, Newbank BBL trad in juni 2011 toe tot de onderzoekscoöperatieve ‘Naar een NewBank’, die als enige opdracht had na te gaan of de oprichting van een nieuwe bank effectief haalbaar is. De vennootschap heeft tot doel tegemoet te komen in de behoeften en de ontwikkeling van economische en/of sociale activiteiten van haar leden door middel van de volgende activiteit: de oprichting van een nieuwe coöperatieve bank in België bevorderen om een eenvoudige, veilige, duurzame en dienstbare service te bieden aan alle burgers, verenigingen, sociale bewegingen en ondernemende mensen. In het najaar van 2011 zal duidelijk zijn of de bank haar bancaire activiteit operationeel kan maken. BBL zal zich uiterlijk begin 2012 moeten beraden over de verder participatie die ze in de bank wenst te nemen, alsook welke vormen van samenwerking kunnen worden aangegaan.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
26
* Samenwerking met bedrijven In samenwerking met lidorganisatie Ecolife onderzoekt BBL het potentieel van het oprichten van een businessunit die bedrijven ondersteunt bij het opzetten van een ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’ (MVO) - beleid. Dit onderzoek moet in het voorjaar 2012 uitmonden in het al dan niet opstarten van dit dienstenaanbod, bij voorkeur in samenwerking met nog andere organisaties uit de milieu- en natuursector. Daarnaast zal BBL met bestaande en potentiële nieuwe sponsors de samenwerking intensifiëren en uitbreiden. Centraal daarbij staat het versterken en ondersteunen van elkaars doelstellingen. BBL richt zich daarbij op voortrekkerbedrijven die zich willen profileren met hun milieubeleid en maatschappelijke doelstellingen. * Opbrengst kantoren De voorbije 2 jaar werd bijna 2 miljoen euro geïnvesteerd in de vernieuwbouw van het BBL kantoor. Het werkoppervlakte is met 10% uitgebreid en er werd bijkomende vergaderruimte gecreëerd. Deze investeringen gaan we nu voor een stuk terugverdienen door het verhuren van werkplekken en de zaalinfrastructuur. BBL zal zich profileren als een duurzame vergader- en werkplek in het politieke hart van Brussel en Europa.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
27
3.3. Sociaal beleid WAT
HOE Permanent Uitvoering planning-, Alle medewerkers krijgen jaarlijks een planning- en functionering- en functioneringsgesprek en tweejaarlijks een evaluatiegesprekken evaluatiegesprek. Type contracten Maximaal kiezen voor structurele tewerkstelling in de vorm van contracten van onbepaalde duur. Afwezigheden Keuze voor gezonde en evenwichtige taakbelasting in een motiverende context. Retentie Uitstroom behouden op niveau van 2011 of lager (uitzondering: verzelfstandiging werking ‘Dubo Limburg’ in aparte vzw). Diversiteit Evenwichtige verhouding man/vrouw. Specifieke uitdaging 2012-2013 Samenstelling Terug kansen bieden aan stagiairs en vrijwilligers. personeel-, stagiair-, vrijwilligersbestand Vorming Persoonlijke ontwikkelingstraject per medewerker op basis van functie- en competentieprofiel is richtinggevend voor invulling vormingsplan. Vormingskrediet (€ 500 / 5 werkdagen) per medewerker.
Kader en instrumenten sociaal beleid Missie en beleidslijnen Met het HR beleid wil BBL uitvoering geven aan haar HR-missie: “BBL biedt een leuke, aangename en inspirerende werkplek. We hebben de ambitie om onze medewerkers blijvend te stimuleren en actief te begeleiden zodat ze zich maximaal ontwikkelen. We kiezen ervoor om binnen deze context expliciet aandacht te besteden aan een evenwicht tussen professionele en privé-ambities. We vormen een waardengedreven team waarbinnen talenten, collegialiteit, inbreng en inzet worden beloond.” Het HR-beleidsplan is opgebouwd rond vier centrale beleidslijnen: 1. BBL maakt werk van waarden: consequent vertalen en communiceren van de waarden. 2. Teams en teamoverschrijdende samenwerking: transversale werking vergroten zodat iedereen het gevoel krijgt erbij te horen. 3. BBL geeft de kans aan mensen om ambities te realiseren: persoonlijke trajecten uitstippelen. 4. Competitief belonings- en verloningsbeleid. Het overleg tussen werkgever (Raad van Bestuur) en het personeel krijgt vorm in het Paritair Overlegcomité (POC), waar alle formele aspecten met betrekking tot de arbeidsrelatie besproken worden. Het POC is evenredig samengesteld, bestaat uit evenveel bestuurders als personeelsleden en telt in totaal zes leden. Daarnaast is er een HRM raad waar de directie en de medewerkers meerdere malen per jaar samen zitten om personeelsgebonden zaken en de opvolging van het HRM beleidsplan te bespreken.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
28
De coaching, aansturing en evaluatie van individuele medewerkers gebeurt door de coördinatoren. Elke medewerker krijgt jaarlijks een planning- en functioneringsgesprek en tweejaarlijks een evaluatiegesprek. Nieuwe medewerkers doorlopen een welomschreven introductietraject en krijgen ondersteuning van een interne coach. BBL stelt jaarlijks een leerplan op en biedt medewerkers een vormingskrediet (€ 500 / 5 werkdagen). De inspraakmogelijkheden zijn ruim. Werknemers kunnen zelf agendapunten voorstellen voor de Raad van Bestuur of worden uitgenodigd om zelf toelichting te geven bij een bepaald agendapunt. Tijdens de jaarlijkse conclaafdagen is er ruimte om te reflecteren over werkomstandigheden en werkprocedures. In het kader van openheid van bestuur zijn alle verslagen van algemene vergadering, raad van bestuur en directiecomité raadpleegbaar door het personeel. Ze worden ook steeds op de wekelijkse werklunch overlopen en toegelicht.
Prioritaire doelstellingen 2012 - 2013 * Functionering- en evaluatiegesprekken In 2010 – 2011 hebben we voor alle functies vernieuwde functie- en competentieprofielen ontwikkeld. Dit vertaalde zich ook in een vernieuwd intern organogram. De komende twee werkingsjaren implementeren we deze profielen. Concreet maken we een evaluatie en eventuele bijsturing van de vernieuwde planning- en functioneringsgesprekken en de tweejaarlijkse evaluatiegesprekken. * Competentiebeleid Op basis van onze competentieprofielen maken we stapsgewijs werk van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) voor alle medewerkers. Bijzondere aandacht gaat naar de competentie “ondernemen”, waarbij we extra aandacht vestigen op de aspecten innovatie en creativiteit. * Interne samenwerking Het vernieuwd inhoudelijk kader (zie 1.3.3) is richtinggevend voor de drie deelwerkingen van BBL. Bij het uitzetten van dit kader en later bij het implementeren ervan werken we maximaal teamoverschrijdend. * Vormingsbeleid Het persoonlijk ontwikkelingsplan voor elke medewerker is richtinggevend voor zijn of haar vormingstraject. Naast vorming ‘op maat’ bieden we ook een collectief vormingsaanbod aan, gericht op de kerncompetenties en/of basisvaardigheden. Het vormingskrediet van € 500 / 5 werkdagen per werknemer biedt samen met de persoonlijke ontwikkelingsplannen de nodige stimulansen en richting. * Vrijwilligers en stagiairs Nu de kantoren terug wat extra plaats bieden, bieden we stagiairs en vrijwilligers terug actief kansen om mee te draaien in onze werking. Stagiairs en vrijwilligers krijgen een evenwaardige behandeling als de vaste medewerkers.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
29
3.4. Milieubeleid WAT
HOE Permanent milieuverklaring actief alle medewerkers leven de principes van onze toepassen milieuverklaring na inzake voorbeeldgedrag, aankoopbeleid, woonwerk-verkeer en dienstverplaatsingen, papierverbruik en de impact van onze gebouwen Specifieke uitdaging 2012-2013 Social return on Via onze jaarlijkse rapportage trachten we kwantitatief investment: partim en kwalitatief de milieueffecten van onze ‘milieu’ kernprocessen ‘doelgroepen’, beleid’ en ‘beweging’ in kaart te brengen Meten is weten Meten van milieu-impact van ons woonwerk-verkeer en dienstverplaatsingen, papierverbruik (en de impact van onze gebouwen). Vergelijken met voorgaande jaar en doelen uitzetten voor komende jaar Impact vernieuwd Terug opstarten metingen vanaf 2012. metingen van kantoorgebouw 2013 toetsen aan de resultaten aan het jaar 2012 en ook specifieke doelen benoemen voor het jaar nadien
Kader en instrumenten milieubeleid BBL is een kleine ‘dienstenorganisatie’ die er zich van bewust is dat zijn activiteiten ook een beperkte impact op het leefmilieu hebben. Omwille van de voorbeeldfunctie die BBL in Vlaanderen vervult, wenst de organisatie deze impact ook zo minimaal te houden. Daartoe beschikt BBL over een algemene ‘milieuverklaring’. Een werkgroep Interne Milieuzorg waakt over de toepassing van de milieuverklaring door alle interne diensten van BBL. BBL houdt wel systematisch metingen over zijn milieuprestaties.
Prioritaire doelstellingen 2012 - 2013 * voorbeeldgedrag -
De core business van BBL is ‘milieu’. De zorg voor het milieu is een constante, zowel in onze externe (beweging, beleid en doelgroepen) als de interne (secretariaat, vervoer, aankoop diensten en goederen, ons gebouw) werking. ‘Druk op het milieu vermijden’ is daarbij ons credo. We zullen ook - waar mogelijk – de positieve effecten van onze werking in kaart te brengen.
* aankoopbeleid: ICT, kantoormateriaal, catering en groene stroom -
-
-
ICT: bij de aanschaf van ICT-materiaal is energieverbruik een bepalende factor een aandachtspunt (zo zijn alle computers op het secretariaat uitgerust met flatscreens). Sedert 2010 wordt het gehele computerpark geleidelijk aan omgezet in energiezuinige laptops. Kantoormaterialen: BBL laat zich in zijn aankoopbeleid leiden door de www.milieukoopwijzer.be die wil bijdragen tot de effectieve vermindering van de afvalberg en de verontreiniging door afvalstoffen en tot een besparing van ons energie- en waterverbruik door actuele, concrete en praktische informatie aan te bieden rond milieusparende producten en hun leveranciers. Catering: elke vorm van catering die met BBL-middelen wordt betaald, is ‘vlees- en visloos’ en bij voorkeur ‘biologisch’. Dit geldt zowel voor broodjes tijdens
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
30
-
vergaderingen, recepties en ontvangsten, externe etentjes, lunches tijdens door ons georganiseerde studiedagen, personeelsfeesten, etc… (deze lijst is niet exhaustief). BBL roept bovendien al zijn medewerkers van het secretariaat op om deel te nemen aan de campagne ‘Donderdag Veggiedag’ van EVA. Dat is een campagne die ieder van ons wil stimuleren om tenminste één keer per week lekker vegetarisch te eten. Eén dag in de week zonder vlees of vis, maar met veel groenten en fruit. Energie: Groene stroom is niet altijd zo groen als de leveranciers beweren. Heel wat Belgische leveranciers verklaren dat ze 100% groene stroom aanbieden terwijl ze in werkelijkheid uw geld investeren in steenkool of nucleair. BBL neemt groene stroom af op basis van de ranking die Greenpeace periodiek update.
* woon-werkverkeer en dienstverplaatsingen: -
-
-
Het woon-werkverkeer van alle medewerkers geschiedt in principe via het openbaar vervoer (trein, tram, bus), de fiets of te voet. Openbaar vervoerverplaatsingen worden 100% vergoed aan de werknemers. BBL betaalt tevens een fietsvergoeding uit aan zijn medewerkers. Woon-werk verkeer met de auto wordt ontraden en wordt in ieder geval nooit vergoed. bij dienstverplaatsingen opteert BBL in Vlaanderen en naar buurlanden voor locaties die makkelijk bereikbaar zijn per openbaar vervoer. Elk personeelslid neemt dit als een uitgangspunt mee: o als dienstverplaatsingen wegens plaats en uur niet op een redelijke wijze bereikbaar zijn per openbaar vervoer, doen we op Cambio, het commercieel autodeelsysteem dat wordt uitgebaat door Taxistop, De Lijn en de MIVB. o dienstverplaatsingen binnen Europa geschieden met de trein indien deze binnen een redelijk tijdsbestek (nachttrein of niet langer dan een werkdag van 7 uur) kunnen worden afgelegd. o Indien er nog vliegtuigverplaatsingen worden gemaakt, dan compenseren we de CO2-uitstoot ervan bij projecten die elders CO2-uitstoot vermijden en mens en natuur verdedigen tegen de gevolgen van de klimaatverandering. BBL kiest hierbij voor projecten die voldoen aan de meest stringente standaard. De projecten voldoen aan duurzaamheidscriteria en staan in voor een effectieve en additionele CO2-reductie. BBL stimuleert tot slot het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer via haar campagnes Belgerinkel naar de Winkel en Ik Kyoto, campagnes waar tevens de eigen werknemers toe uitgenodigd worden.
* papierverbruik -
-
Het belangrijkste materialenverbruik van BBL is het papierverbruik. Preventie van papier staat voorop, zowel bij het interne kantoorgebruik als bij extern gebruik. We gebruiken enkel 100% gerecycleerd papier. de oplages van ons campagnedrukwerk en –folders worden optimaal berekend zodat onnodig drukwerk wordt vermeden
* gebouwen (CO2 en water) -
-
In augustus 2011 zijn we opnieuw ingetrokken in ons kantoorgebouw in de Tweekerkenstraat te Brussel: een laag energiegebouw dat werd gebouwd en verbouwd volgens hoge energetische en ecologische standaarden. Zonnepanelen leveren een aanzienlijk deel van ons stroomverbruik. We halen warm water uit onze zonneboiler. We verbruiken weinig elektriciteit door een efficiënte verlichting en zuinige technieken en toestellen. We zijn zuinig met gas dankzij een goede isolatie van het gebouw en een hightech glasgevel achteraan die het passief benutten van zonnewarmte mogelijk maakt. We recupereren regenwater voor de toiletten. BBL zet zijn medewerkers in het eigen kantoor tot energiezuinig gedrag en nodigt hen tevens uit om deel te nemen aan campagnes als ‘Energiejacht’.
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
31
Colofon en contactgegevens Dit ‘rollend meerjarenprogramma 2012–2013’ van Bond Beter Leefmilieu wordt uitwerkt in de ‘activiteitenbijlage’ Beide documenten kunnen elektronisch afgehaald worden via www.bblv.be > over ons > jaarprogramma’s > 2012-2013
Het Rollend Meerjarenprogramma kwam tot stand dankzij de medewerking van: An Jamers; Bea Lootens; Benedicte Swennen; Benjamin Clarysse; Bernard Govaert; Bram Dousselaere; Corinna Schäke; Danny Jacobs; Dirk Knapen; Erik Grietens; Geert Jespers; Gerda de Laat; Jan Vanhee; Jeroen Gillabel; Johan Niemegeers; Jouri Naessens; Julie Vandenberghe; Jurgen Naets; Karlien Vandecasteele; Kris Asnong; Kris Van Rossem; Kristel Maasen; Kristof Debrabandere; Lieze Cloots; Lode Conings; Marc Steens; Mathias Bienstman; Melinde De Groote; Mike Desmet; Nicolas De Baere; Patrick Van de Walle; Roel Vanderbeuren; Sara Van Dyck; Sarah Vandenbroucke; Stefaan Claeys; Stefaan D'Hauwers; Stefan Vanthuyne; Tom Juresic; Yanti Ehrentraut; Yves Dumarey
Redactie : Bram Dousselaere, Danny Jacobs, Lieze Cloots, Stefaan Claeys, Kristel Maasen en Nicolas De Baere
Eindredactie: Danny Jacobs
Voor vragen en opmerkingen kan u altijd terecht bij: Danny Jacobs Directeur
[email protected] 02/282.17.26 Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel
[email protected] tel 02/282.19.20 fax 02/230.53.89 www.bondbeterleefmilieu.be
© BBL vzw, 9 november 2011
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
32
BBL is de koepel van 30 gewestelijke verenigingen Arbeid & Milieu, ATB De Natuurvrienden, Autopia, Comité Jean-Pain, CVN, De Milieuboot, Dialoog, Ecolife, Fair Timber/FSC België, Friends of the Earth, afdeling Vlaanderen en Brussel, GREEN, Greenpeace Belgium, Grenzeloze Schelde, Groenhart, JNM, KMDA, Koepel van Milieuondernemers in de Sociale Economie, Koninklijke Vereniging Natuur- en Stedenschoon, Nationale Boomgaardenstichting, Natuurpunt, Passiefhuis-Platform, Preventie Lichthinder, Taxistop, Trage Wegen, TreinTramBus, VELT, Vereniging voor Bos in Vlaanderen, VIBE, Vogelbescherming Vlaanderen, WWF-Vlaanderen
34 regionale verenigingen ABLLO, ALR, Benegora Leefmilieu, De Bron, Gents MilieuFront, Houtlandse Milieuvereniging, Limburgs Landschap, Limburgse Milieukoepel, MAMA, Marien Ecologisch Centrum, Milieufront Omer Wattez, Natuur.koepel, Natuurhulpcentrum, Natuurpunt Antwerpen Noord, Natuurpunt Brugs Ommeland, Natuurpunt De Torenvalk Natuurpunt en Partners Meetjesland, Natuurpunt Gent, Natuurpunt Limburg, Natuurpunt Oost-Brabant, Natuurpunt Schijnvallei, Natuurpunt Wase Linkerscheldeoever, Opvangcentrum voor vogels en wilde dieren Oostende, Orchis, Raldes, Red De Voorkempen, Strandwerkgroep België, VMPA, Vogel- en Zoogdierenopvangcentrum, Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud, vzw Durme, Werkgroep Isis, West-Vlaamse Milieufederatie, Zenne en Zoniën
72 lokale verenigingen 't Groot Gedelf, ’t Uilekot, Actiecomité Bessemstraat, Actiecomité Milieubescherming Merelbeke, Actief Terhagen, actiegroep BETON, Actiegroep Sint-Baafskouter-Rozebroeken, Awaccs, Boreas, BorgerhouDt Van Mensen, De Groene Beuk, De Gruune Steen, De Paddenbroek, De Papegay, De Raaklijn, De Ruidenberg, De Verrekijker, De witte Pion, Dorpscomité Wilsele-Dorp, Durme afdeling Zele-Berlare-Wichelen, Ecofolie, Fauna Flora Fotoclub Schoten, Gents Ecologisch Centrum, Groen, Groen- en Natuurbeschermingscomité Destelbergen, Groen-Blauw-Rood, Groene Gordel Front in Brugge en Ommeland, Groenkomitee Hasselt, Groep Leefmilieu Klein-Brabant, Heempark Genk, Houtlandse Milieugroep, Kolena, Koninklijke Vereniging Natura-Limburg, Kringloopcentrum Teleshop, Leefbare polderdorpen, Leefmilieu Roeselare, Leefmilieu Tongeren, Leefmilieu Wetteren, Leefmilieugroep Mechelen-Zuid, Milieugroep de Mangelbeek, Milieuraad Heusden-Zolder, Milieuwerkgroep Tielrode - Ons Streven, Mobiel, Mondo, Natura Zoniën, Natuur & Milieu Lebbeke, Natuurlijk Zulte, Natuurpunt Borgloon, Natuurpunt De Vlasbek, Natuurpunt M.O.Lennik, Natuurpunt-De Buizerd, Natuurwerkgroep De Gavers, Steendorp Leefruimte, Sterrebeek 2000, Stichting Marguerite Yourcenar, stRaten-generaal, Stuurgroep Sint-Andries, Vanonderuit!, Vogelopvangcentrum Brasschaat, Vogelopvangcentrum Bulskampveld, Vogelopvangcentrum Geraardsbergen-Lierde, Vogelopvangcentrum Herenthout, Vogelopvangcentrum Kieldrecht, Vogelopvangcentrum Malderen, Vogelopvangcentrum Merelbeke, Aktiegroep Leefmilieu Kempen (VALK), Wake-Up Kraainem, Werkgroep Ekologie Lummen, Werkgroep Mobiliteit Merelbeke, Werkgroep voor Milieu en Verkeer, WILOO, ZonneWinDT
11 verenigingen met milieu als nevendoelstelling Catapa, EVA, Federatie van kinder, jeugd-en gezinsboerderijen, Fietsersbond, Kilowat?uur, Mier, Milieucel V.V.H.V., MOBIEL 21, Netwerk Bewust Verbruiken, Opbouwwerk Pajottenland, Pro Natura Steunfonds
rollend meerjarenprogramma 2012-2013
33