RK Gerardusschool Teamonderwijs Op Maat - Oude Wetering - Telefoon

Voorwoord 1. Kennismaken met de Gerardusschool 1.1 Onze visie 1.2 De Gerardusschool een katholieke school 2. De organisatie SSBA 2.1 Raad van toezicht 2.2 College van bestuur 2.3 Bovenschools management team 2.4 Stafbureau 2.5 Medezeggenschapsraad 2.6 MR en klankbordgroep 3. Wie werken er op de Gerardusschool? 4. Wat en hoe wordt er geleerd op de Gerardusschool? 4.1 Basisgroepen 4.2 Werken in teams 4.3 De vakken beter bekeken 4.3.1 Groep 1 en 2 4.3.2 Groep 1 t/m 8 Godsdienstige vorming 4.3.3 Huiswerk 4.4 Vieringen en activiteiten 5. Veilig werk– en leerklimaat 5.1 Contactvertrouwenspersoon (CVP) 5.1.2 Vertrouwens-ei 5.2 Klachtenregeling 5.3 Omgaan met (en zorg voor) elkaar 6. Onderwijs op maat 6.1 Zorg 6.2 Hulp aan individuele leerlingen 6.3 Leerlingen van een andere school 6.4 Onderwijs aan anderstaligen kinderen en kinderen uit de taalgroep 6.5 Zorg advies team en het samenwerkingsverband 6.6 Hulp aan leerlingen met een handicap 6.7 Verlengen, versnellen en aangepaste programma’s 7. Kwaliteitsverbetering 7.1 Integrale schoolontwikkeling 7.2 Methoden 7.3 De opbrengsten van ons onderwijs 7.4 Het schoolplan 8. Naar het Voortgezet Onderwijs 8.1 Hoe komt het schooladvies tot stand 8.2 Uitstroomgegevens van de Gerardusschool

3 3

9.

6

7

8 8 10

10.

11. 19

20

12.

21 22 23

24 24

Communicatie en informatie op de Gerardusschool 9.1 Weekbrief 9.2 Website 9.3 Ouderparticipatie 9.4 Ouderbijdrage 9.5 Ouderraad 9.6 Contactavonden en ouderbezoek 9.7 Oud papier Regelingen 10.1 Schooltijden 10.2 Vakanties en vrije dagen 2012-2013 10.3 Leerplicht en verlof 10.4 Aanmeldingsprocedure jongste kleuters 10.5 Buitenschoolse opvang 10.6 Overblijven 10.7 Schoolverzekering leerlingen 10.8 Verjaardagen Schoolregels 11.1 Verkeersregels rond de school 11.2 Fruit eten / 10-uurtje 11.3 Verloren en gevonden voorwerpen 11.4 Rookverbod 11.5 Leesateliers 11.6 Fietsen 11.7 Leefregels 11.8 Diversen 11.9 Schorsing en verwijdering Instellingen die bij de school betrokken zijn 12.1 Peuterspeelzaal 12.2 Inspectie voor primair onderwijs 12.3 GGD en uw kind 12.4 MHR architecten in leren 12.5 Centrum Jeugd & Gezin 12.6 Schoolmaatschappelijk werk (SMW) Plattegrond Team foto’s De groepen

25 26

27 30 30

31 34 35

36 36 37

39 41 41

43 45

47 49 51

25

RK Gerardusschool “Teamonderwijs Op Maat” - Oude Wetering - Telefoon 071 331 2958

1

Voorwoord

1. Kennismaken met de Gerardusschool

Geachte ouders en/of verzorgers, We vinden het fijn deze schoolgids aan u te kunnen presenteren. Scholen verschillen steeds meer in sfeer, in onderwijs en in hun manier van werken. Iedere school heeft zijn eigen specifieke kwaliteiten. Zo ook de Gerardusschool. We hebben onze schoolgids en kalender met elkaar verweven en het is onze manier om ons aan u voor te stellen. We laten zien waar wij als school voor staan en wat u van ons kunt verwachten.

De Gerardusschool is een Rooms Katholieke basisschool. Onze kleine, kleurige en gezellige buurtschool staat sinds 1963 aan de Meerkreuk te Oude Wetering. Het beginpunt van de katholieke school lag in een initiatief van vertegenwoordigers van de katholieke geloofsgemeenschap. Ook nu niet-katholieke kinderen deel uitmaken van katholieke scholen, is er nog steeds contact met de plaatselijke geloofsgemeenschap. Als katholieke school willen we een gemeenschap zijn waar kinderen elkaar kunnen ontmoeten en waar aandacht geschonken wordt aan waarden en normen als respectvol met elkaar omgaan en begrip leren opbrengen voor wat een ander ten diepste beweegt. We willen kinderen begeleiden in de ontwikkeling van hun morele en levensbeschouwelijke identiteit.

Wij zijn een school die vanuit een heldere, aantrekkelijk en “levende” visie borg staat voor kwalitatief goed, eigentijds en vernieuwend onderwijs, waarbij waarden als veiligheid en geborgenheid van het traditionele onderwijs behouden blijven en een nieuwe plek krijgen. We proberen ons onderwijsaanbod aan te laten sluiten bij wat ieder kind nodig heeft, want ieder kind is uniek. Doorbroken lokalen, gecreëerde stilteruimtes en de aanwezige leesateliers maken dat kinderen vanuit een aantrekkelijke leeromgeving met plezier naar school gaan. Sinds 19 mei 2009 zijn wij een actieve TOM school en heeft de Gerardusschool binnen het onderwijs in de gemeente Kaag en Braassem een eigen gezicht gekregen. Deze schoolgids is tot stand gekomen in samenwerking met de verschillende geledingen binnen de school. De gids bestaat uit algemene informatie en actuele gegevens van schooljaar 2012-2013 en verschijnt in juli ten behoeve van ouders/verzorgers, diegenen die overwegen hun kind op de Gerardusschool aan te melden en andere betrokkenen. Natuurlijk is deze gids niet compleet en worden wij af en toe achterhaald door de feiten. Daarom worden ouders door ons wekelijks geïnformeerd via onze weekbrief. Deze weekbrieven zijn ook te vinden op onze website: http://gerardus.ssba.net U kunt ons ook vinden via de website van de Stichting Samenwerkende Basisscholen Alkemade (SSBA): www.ssba.net We hopen dat u onze schoolgids met plezier leest. Als u tijdens of na het lezen vragen, opmerkingen of suggesties heeft, vertel het ons! Wij wensen u en uw kind(eren) een plezierige en leerzame tijd toe op de Gerardusschool, want leren doe je samen. Met vriendelijke groeten, Team van de Gerardusschool

We hebben een ruim gebouw dat door grote raampartijen een open uitstraling heeft. Beneden zijn de groepen 1-2, 2-3 en 4 gehuisvest en de groepen 5-6 en 7-8 zitten op de bovenverdieping. Onze aula, die we veelvuldig gebruiken voor vieringen, zelfstandig werken en het overblijven, is boven. Het leesatelier voor de bovenbouw maakt onderdeel uit van de aula. Groepslokalen zijn doorbroken en van een schuifwand voorzien. Hierdoor bestaat de mogelijkheid tot het creëren van instructie –en zelfstandige werkruimten. De school is omgeven door een groot buitenterrein met veel verschillende speelmogelijkheden en groen. Het terrein is openbaar. Als school zijn wij trots op deze prachtige omgeving. Er werken 10 leerkrachten die met elkaar het onderwijs verzorgen aan ongeveer 120 kinderen verdeeld over 5 basisgroepen. Binnen de school is een heldere structuur waarbij een open communicatie belangrijk gevonden wordt. Er heerst een goede teamgeest en er wordt met plezier gewerkt. De school staat onder leiding van een meer schoolse directeur: Karin Dol. Zij is ook directeur van de Meerpaal in Nieuwe Wetering. De Gerardusschool is een school waar ouders actief en op velerlei manieren betrokken zijn bij het onderwijs en de schoolontwikkeling. Zij zijn vertegenwoordigd in verschillende geledingen en/of werkgroepen zoals onder andere de MR (medezeggenschapsraad) en de ouderraad. Wij staan op het standpunt: “school zijn” doe je samen! Ouders- kinderen- school zijn in een driehoek onlosmakelijk met elkaar verbonden.


2

1.1 Onze visie Een visie geeft richting aan je onderwijs. Het maakt het mogelijk doelen te stellen, keuzes te maken en je onderwijs te evalueren. In het schooljaar 2005-2006 hebben we met elkaar onze visie benoemd. Aan de hand van de visie hebben wij beschreven hoe de Gerardusschool er over een aantal jaren uit zal zien.

Visie: “Iedereen is uniek, niemand volmaakt, maar samen zijn we compleet” In gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokkenen (bestuur, team, kinderen en ouders) de kinderen leerervaringen en sociale vaardigheden te laten opdoen in een veilige, aantrekkelijke en stimulerende leeromgeving. We erkennen dat ieder mens uniek is en dat de daarbij horende verschillen gerespecteerd en geaccepteerd worden. We leggen de volgende accenten:  We richten ons op het ontwikkelingsproces van het individuele kind  Naast de kerndoelen streven we naar een bredere ontwikkeling  De leerkracht ondersteunt het leerproces  We reiken kinderen handvatten aan om zich op sociaal emotioneel gebied staande te houden  We maken gebruik van elkaars talenten  Er vindt groepsdoorbrekend onderwijs plaats Om dit alles te bereiken is een goede communicatie en het vertrouwen in elkaar van wezenlijk belang want: Leren doen we samen Op basis hiervan wordt onze integrale schoolontwikkeling voorzien van vorm en inhoud. We hebben een aantal richtinggevende uitspraken gedaan. Deze uitspraken zijn uitgangspunten op basis waarvan wij onze doelen stellen, activiteiten uitvoeren en evalueren. Wij willen ons ontwikkelen naar een school waar, als we kijken naar de driehoek kinderen- ouders- school, het volgende te zien is:

kinderen:  zijn allemaal anders  staan centraal  voelen zich veilig  gaan met plezier naar school  zitten in een basisgroep  werken samen  leren van en met elkaar  maken zelf keuzes  zijn verantwoordelijk voor eigen werk  kijken waar mogelijk eigen werk na  accepteren verschillen  zijn sociaal/emotioneel gesterkt  vieren successen met elkaar ouders:  zijn betrokken bij de school  zijn vertegenwoordigd in verschillende geledingen (ouderraad, MR, overblijfgroep, ouderforum)  hebben vertrouwen in het team  denken mee in de schoolontwikkeling  plaatsen bewust hun kinderen op de Gerardusschool personeel:  bestaat uit leerkrachten en onderwijs assistenten  werkt met plezier  maakt gebruik van elkaars kwaliteiten  leert van en met elkaar  heeft een grote zorg voor kinderen  ondersteunt het leerproces van kinderen  is enthousiast  betrekt ouders bij de school  heeft vertrouwen in elkaar  accepteert verschillen  werkt als team vanuit twee bouwen (onderbouw groep 1-4, bovenbouw groep 5-8)  experimenteert met onderwijsvernieuwingen  viert successen met elkaar  is voldoende aanwezig om het onderwijsaanbod waar te maken  ervaart dat er rekening wordt gehouden met hun kwaliteiten en deskundigheid  voert een open communicatie


3

1.2

De Gerardusschool een katholieke school

Onze school is een katholieke basisschool, maar dan wel met een open houding naar andere kerken. Vanuit deze opstelling is het vanzelfsprekend, dat wij elk kind van harte welkom heten. Om onze confessionele identiteit concreter te maken, noemen wij een aantal belangrijke activiteiten: Er wordt dagelijks gewerkt met Trefwoord, een methode die de kinderen alle aspecten van het geloof en het omgaan met elkaar op een goede en gevarieerde wijze laat ervaren. Vanuit Bijbelverhalen wordt een koppeling gemaakt met de leefwereld van de kinderen. Wanneer er wordt gebeden wordt van alle kinderen verwacht dat zij, wanneer zij niet actief deelnemen aan het gebed, stil respect tonen. In groep 4 zal aandacht worden besteed aan de twee gebeden: het Wees Gegroet en het Onze Vader (zie 4.3.2).

Onderwijsaanbod: Kijkend naar die visie dan is ons onderwijsaanbod in onderstaande richtinggevende uitspraken beschreven. Dat wil zeggen dat het onderwijs op de Gerardusschool:  flexibel is georganiseerd en planmatig afgestemd op individuele behoeften van leerlingen  in gedifferentieerde instructie wordt gegeven  aandacht heeft voor het zelfstandig en samenwerkend leren  een doorgaande lijn laat zien in afspraken betreffende het zelfstandig en samenwerkend leren  gericht is op het aanleren van vaardigheden  groepsdoorbroken plaats vindt  naast de kerndoelen gericht is op een bredere ontwikkeling van talenten  aan kinderen handvatten aanreikt om sociaal en emotioneel sterker te worden  met aantrekkelijke leermiddelen wordt gegeven  de computers een eigen plek geeft  ook uit geloofsopvoeding bestaat  systematisch geëvalueerd wordt met behulp van een goed kwaliteitsinstrument

De kinderen in groep vier kunnen, wanneer hun ouders dat willen, worden voorbereid op de Eerste Heilige Communie. Een werkgroep vanuit de parochiekerk verzorgt deze voorbereiding. Dit wordt gedeeltelijk op school en in de kerk gedaan.” De ouders worden nauw bij de voorbereidingen betrokken om zo samen hun kind op de Eerste Communie voor te bereiden. In onze weekbrief zal de communiedatum vermeld worden, zodra hij bekend is. Ook voor het ontvangen van het sacrament van het Vormsel worden de kinderen voorbereid door een werkgroep van de parochie. De kerstviering vindt meestal in de kerk plaats, de kinderen hebben allemaal een aandeel in de viering. Ouders en andere belangstellenden worden uitgenodigd om de kerstviering met ons mee te maken. De paasviering wordt op school gehouden. De projecten uit Trefwoord zijn leidraad voor onze vieringen. Wij zijn ons ervan bewust, dat de twee genoemde identiteiten -de algemene en confessionele- geen gescheiden grootheden zijn. Integendeel, zij vullen elkaar aan en een confessionele identiteit zal zich moeten uiten in het gewone schoolleven van alledag. Wij willen de kinderen bekend maken met andere wereldgodsdiensten. Waardevol is het hierbij om de kinderen meer te weten te laten komen over andere godsdiensten en levensovertuigingen. De kinderen die onze school bezoeken hebben verschillende achtergronden. Het is goed om van ieders geloof iets te weten en daardoor de verschillende geloofsbelevingen te kunnen respecteren en waarderen. Open staan voor elkaar in een veilige omgeving hoort bij onze visie.


4

2.

De organisatie SSBA

2.1

Onze school valt onder het bestuur van de Stichting Samenwerkende Basisscholen Alkemade (SSBA). In deze organisatie zijn de bestuurlijke en toezichthoudende functies gescheiden door de instelling van een Raad van Toezicht en de aanstelling van een professioneel bestuurder in de functie van College van Bestuur (CvB). Het Bovenschools Management Team (hierna te noemen: BMT) wordt gevormd door de directeuren van de scholen. Onder leiding van de bestuurder krijgt dit gremium een wezenlijke rol in de beleidsvorming. Het stafbureau ondersteunt de directeuren en het college van bestuur. Binnen het stafbureau is een beleidsadviseur onderwijs werkzaam. De directeuren tenslotte zijn integraal verantwoordelijk voor hun scholen. De organisatie van de SSBA ziet er als volgt uit:

Raad van Toezicht

2.1.1 Taken De Raad van Toezicht toetst of het College van Bestuur bij de uitvoering van zijn taken de belangen van de organisatie goed in het oog houdt en daarbij handelt binnen de wettelijke en statutair bepaalde kaders. Daarnaast fungeert de Raad van Toezicht als werkgever van het College van Bestuur en dient de Raad als klankbord voor de bestuurder. Tenslotte heeft de Raad de taak om bepaalde besluiten te nemen die in de statuten zijn bepaald, zoals onder andere het goedkeuren van de begroting, het meerjarenbeleid, het jaarverslag en de jaarrekening van de Stichting. 2.1.2.Samenstelling De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende leden: Naam

Functie

Dhr. P. van ’t Hart

Voorzitter

Dhr. F. Witteman

Secretaris

Mevr. J. Sterck

Penningmeester

Dhr. J. Gaemers

Lid

Mevr. D. van Scheppingen

Lid

2.2 Stichting Samenwerkende Basisscholen Alkemade secretariaat: p/a Watergang 1b, 2377 BT Oude Wetering telefoon: 071 3311767 fax: 071 3311768 e-mail: [email protected] College van Bestuur Rob Niehe

College van Bestuur

2.2.1 Taken Het College van Bestuur is het bevoegd gezag van de stichting. Het College van Bestuur heeft alle taken en bevoegdheden die volgens de Wet aan het bevoegd gezag zijn toegekend. Het College is verantwoordelijk voor het algemene en financiële beleid van de Stichting en legt daarover verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Daarnaast geeft het College van Bestuur leiding aan de directeuren van de scholen binnen SSBA en de medewerkers van het stafbureau aan. 2.2.2 Leden De SSBA kent een eenhoofdig College van Bestuur. Met ingang van 15 augustus 2010 is Rob Niehe benoemd tot College van Bestuur van de SSBA.


5

2.3

Bovenschools Management Team

2.4.2 Samenstelling

2.3.1 Taken Het Bovenschools Management Team (hierna te noemen: BMT) heeft een belangrijke rol bij de totstandkoming van het algemene en financiële beleid van de SSBA. Binnen het BMT komen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde: - het jaarplan van de SSBA waaronder begrepen, het onderwijskundig beleid, het beleid inzake, ICT, huisvesting, personeel, financiën, etc. - de begroting - het bestuursformatieplan - samenwerkingsprotocollen tussen de scholen 2.3.2 Samenstelling Het BMT wordt gevormd door de directeuren van de scholen. Het College van Bestuur is voorzitter van het BMT. Naam

functie

Voorzitter: Rob Niehe

College van Bestuur

Ton Kuiters

Directeur Elckerlyc

Karin Dol

Directeur Gerardus

Karin Dol

Directeur Meerpaal

Jolanda Vroom

Directeur Schakel

Pieter-Jan de Rijk

Directeur Mariaschool

Marja van Dijk

Directeur Kinderbrug

Alex Rietbroek

Directeur Roelevaer

Naam

Functie

Henk Hoek

Beleidsadviseur

Nancy van der Meer

Medewerker personeelszaken

Ellen Hoogeveen

Medewerker financiële zaken

2.5 Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) van de Gerardusschool bestaat uit vier personen, nl. twee vertegenwoordigers van het personeel en twee van de ouders. De directeur van de school is adviserend lid. Ieder jaar treden er twee leden af (één ouderlid en één personeelslid) en worden er in november verkiezingen gehouden. De MR is bevoegd te allen tijde gevraagd en ongevraagd advies te verstrekken aan het college van bestuur. Dit kan zijn over zaken die het onderwijs betreffen (zoals schoolplan ontwikkeling, sollicitatiecode, ouderparticipatie, onderwijsprojecten als Weer Samen Naar School, e.d.), maar ook beleidszaken (bijv. wijziging van de organisatie van de school, onderhoud van het gebouw, begroting). Daarnaast is, door de Wet Medezeggenschap, voor een aantal zaken instemming van de MR nodig. Er is een oudergroep die fungeert als klankbord voor de MR. De GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) is er voor alle scholen onder de SSBA. De MR heeft bepaalde taken en bevoegdheden aan deze GMR overgedragen. Hierdoor kunnen bepaalde beslissingen sneller worden genomen. Elke school heeft twee afgevaardigden (MR-leden), die zitting hebben in de GMR. Voor u als ouders relevante informatie vanuit de MR vindt u in de weekbrief. Indien u als ouder gebruik wilt maken van de medezeggenschapsraad, kunt u altijd bij een van de (ouder) leden terecht.

2.4 Stafbureau 2.4.1 Taken Het stafbureau heeft een ondersteunende functie voor het College van Bestuur en het BMT. De medewerkers ondersteunen en adviseren het College en BMT bij allerhande bovenschoolse aangelegenheden. De beleidsadviseur houdt zich bezig met allerlei taken op het gebied van beleidsvorming en advisering binnen de SSBA. De twee medewerkers hebben een administratief ondersteunende functie binnen het bureau.


6

2.6 MR en Klankbordgroep

3. Wie werken er op de Gerardusschool

Het bestuur van de school is zoals gezegd de Stichting Samenwerkende Basisscholen Alkemade. Omdat de directeur integraal verantwoordelijk is, het bestuur er een op afstand is en de school de ouderbetrokkenheid hoog in het vaandel heeft staan, heeft de Gerardusschool een ouderklankbordgroep. Deze ouders ondersteunen de MR en de directeur. De MR en GMR zijn in de lijn verantwoordelijke geledingen. En vergaderen als zodanig met de eigen bevoegde leden.

Directie De school wordt geleid door de directeur. De directeur is integraal verantwoordelijk voor de school, d.w.z. dat ze is belast met organisatorische, financiële en onderwijskundige beleidsmatige zaken van de school. Zij wordt daarin ondersteund door het SMT (schoolmanagementteam) van de school. De directeur maakt onderdeel uit van het bovenschools management team van de SSBA. De directeur legt verantwoording af aan het College van Bestuur. Aanwezigheid: Omdat de directeur ook op een andere school binnen de stichting werkt, verdeelt zij haar tijd over deze twee scholen. Op de Gerardus heeft zij 3 dagen voor haar directietaken. Omdat zij op verschillende dagen werkt, zal steeds in de weekbrief vermeld staan wanneer ze aanwezig is. Bij haar afwezigheid neemt Hanneke Pakkert waar.

De samenstelling van de MR: MR Voorzitter: Mevr. Hanneke Pakkert (leerkracht: lid MR) Secretaris: Mevr. Astrid Bakker (ouder: lid MR) Mevr. Marlies Mul (leerkracht: lid MR, GMR) Mevr. Renate Meinders (ouder: lid MR; GMR) Advies: Mevr. Karin Dol (directeur) Klankbordgroep: Mevr. Ina Brugman (vertegenwoordiger OR) Mevr. Linda van Rijn (ouder) MR Gerardusschool p/a Gerardusschool Oude Wetering Meerkreuk 2 2377 VA Oude Wetering telefoon: 071 3312958 [email protected]

Bereikbaarheid: Karin Dol telefoon: 071-3312958 (mobiel alleen in echte noodgevallen 06-28595696 ) Schoolmanagementteam Karin dol directeur Hanneke Pakkert bouwcoördinator bovenbouw Adri van der Meer intern begeleider en bouwcoördinator onderbouw Intern begeleider De intern Begeleider coördineert de zorg op schoolniveau en hulp aan leerlingen die extra zorg nodig hebben. Zij onderhoudt ook als eerst aangewezen persoon de contacten met externe zorgverleners zoals: jeugdarts, GGZ, schooladviesdienst MHR, schoolmaatschappelijk werk, samenwerkingsverband WSNS, AED (algemene educatieve dienst) en scholen voor speciaal onderwijs . Zij maakt deel uit van het schoolmanagementteam (SMT). Bouwcoördinator Deze is binnen de onderbouw (groep 1-4) of bovenbouw (groep 5-8) belast met organisatorische aspecten welke het functioneren van de bouw aangaan en verbeteren. Tevens draagt de bouwcoördinator zorg voor de onderwijsinhoudelijke voortgang van de bouw. De bouwcoördinator is op deze punten de eerst aanspreekbare persoon voor de medewerkers die in de betreffende bouw werkzaam zijn. De taken en verantwoordelijkheden van de bouwcoördinatoren zijn vastgelegd in een taakomschrijving. De bouwcoördinator maakt deel uit van het SMT. Het SMT vergadert eens in de 6 weken. Op maandag hebben beide coördinatoren taaktijd.


7

Vertrouwenspersonen Vertrouwenspersonen: Leonie Kuiper & Adri van der Meer.

Groepsbezetting In onderstaand schema kunt u zien in welke groep(en) zij werkzaam zijn.

Schoonmaak De verzorging van het interieur van onze school is in handen van de volgende dames: Yvonne van 't Hart, Carin Olyerhoek en José Overbeek Groepsleerkrachten Dat zijn de leerkrachten die de zorg voor een groep leerlingen hebben en daar één of meer dagen verantwoordelijk voor zijn. Deze leerkrachten kunnen de gehele week voor een groep staan (fulltimer), maar evenzeer kunnen leerkrachten dat samen doen (parttimers)

groep

mamo

1-2

Sa+Cor

2-3

Li

mami

dimo

dimi

woe

domo

domi

vrmo

Sa+Cor

Sa-Li

Sa+Ma

Sa+Cor

Sa-x

Sa

Li

XX

XX

XX Ha

Li Ha

3-4 Ha

Leo

Ha

3-4 Ha

vrmi

4

Leo

3-4 Leo

5/6

Co

Co

Co

Co

Co

Ang

Ang

Ang

Ang

7/8

Mm

Mm

Mm

Mm

Mm

Mm

Mm

Mm

Ha

IB

Adr

Adr

Adr

Adr

Ha

Hieronder volgt een overzicht van de groepsleerkrachten op onze school.

Kd

Karin Dol

[email protected]

Directeur

BC

Adr/Ha

Adr

Adri van der Meer

[email protected]

Intern Begeleider Bouwcoördinator onderbouw

DIR

wisselend

Ha

Hanneke Pakkert

[email protected]

Leerkracht groep 4 Bouw coördinator bovenbouw

Co

Conny Tersteeg

[email protected]

Leerkracht groep 5-6

Le

Leonie Kuiper

[email protected]

Leerkracht groep 4

Mm

Marlies Mul

[email protected]


Li

Linda Mooijekind

[email protected]


Ma

Marry Loekenbach

[email protected]


Sa

Sandy van der Meer

[email protected]


Cor

Corine de Groot

[email protected]

Leraar ondersteuner 1-2

Ang

Angelie Glansbeek

[email protected]


Omdat in de ochtend groep 3 en groep 4 eigen instructiemomenten hebben, worden deze groepen in de middag samengevoegd. Dit om te zorgen dat de leerkracht van groep 2-3 in groep 1-2 ‘s middags instructie kan geven en extra handen kan zijn bij de methode Topondernemers in de bovenbouw.

Wij zijn in de gelukkige omstandigheid dat we in noodgevallen terug kunnen vallen op onze invalster Marieke Wortman.


8

4. Wat en hoe wordt er geleerd op de Gerardusschool

4.3. De vakken beter bekeken

Op de Gerardusschool proberen we een goed evenwicht te vinden in het opdoen van kennis, het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van praktische vaardigheden.

4.3.1

4.1

Basisgroepen

Kinderen zitten bij ons op school in een basisgroep. Dat is de groep waarin zij op maandag starten en op vrijdag eindigen, de feesten vieren en de gezamenlijke groepsactiviteiten doen. Dit schooljaar hebben we 5 basisgroepen. Om tegemoet te komen aan de ontwikkeling van kinderen en gebruik te maken van elkaars talenten werken we met één rooster voor groep 1-2-3-4, 5-6 en 7-8. Door met de roosters te “spelen” en ruimten binnen de school te gebruiken, creëren we voor de jaargroepen eigen instructiemomenten. Het geeft de leerkracht de gelegenheid aan te sluiten bij de ontwikkeling van kinderen. Wanneer de kinderen zelfstandig werken krijgen ze gelegenheid om samen te werken, elkaar te helpen en werk te maken op eigen niveau. Hoe ziet dat er in de praktijk dan uit? In de onderbouw hebben we een groep 1/2 en 2/3. Bij voorbeeld groep 2 uit de 2/3 gaat met groep 1-2 buiten spelen of werken. Op die momenten krijgt groep 3 aparte taal-, lees- en rekeninstructie. Groep 1-2 heeft dan extra handen in de groep. Om alles overzichtelijk te maken is dit in een (gekleurd) rooster vastgelegd. Op de eerste informatie avond in september kunt u dit bekijken.

4.2

Werken in teams

Om goed zicht te houden op de ontwikkeling van kinderen en leerkrachten datgene te laten doen waar ze goed in zijn, werken we in teams. Juf Sandy, juf Corine, juf Marry en juf Linda werken in de 1-2 en 2-3 groepen. Juf Hanneke en juf Leonie zijn het team van 4 en ’s middags 3-4 en juf Conny, juf Angelie en juf Marlies werken in 5-6 en 7-8. Ieder team werkt ergens in de week op een zelfde dag. Die dag wordt gebruikt voor werkoverleg. Tijdens dit overleg worden ervaringen gedeeld, het werk voorbereid en het onderwijs aan de kinderen op elkaar afgestemd. De leerkrachten kunnen tijdens deze bijeenkomsten hun talenten verder ontwikkelen, doordat er gebruik wordt gemaakt van de kennis en vaardigheden van elkaar.

Groep 1 en 2

Bij de jongste kleuters ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Na verloop van een paar maanden zijn de meeste kinderen helemaal gewend en voelen zij zich thuis op de Gerardusschool. De kinderen leren al spelend. We gaan bij de kleutergroepen uit van de leerlijnen die in ons leerlingvolgsysteem (GOVK) zijn vastgelegd. Aan de hand van die leerlijnen plannen we onze activiteiten. Dit geeft ons de gelegenheid systematisch te werken en te zorgen dat alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen. Ook kunnen we op die manier uw kind goed volgen in zijn/haar ontwikkeling. De 10 ontwikkelingsgebieden zijn:  Auditieve ontwikkeling  Visuele ontwikkeling  Taal-denken; taal-lezen  Rekenen-denken  Ruimtelijke oriëntatie  Taal-communicatie  Werkhouding  Sociaal-emotionele ontwikkeling ; spelontwikkeling  Grove motoriek  Fijne motoriek Elk ontwikkelingsgebied (= leerlijn) bestaat uit “10 stappen”. Stap 1 geeft aan wat een kind zou moeten kunnen en weten aan het begin van groep 1 (leerjaar 1), stap 5 geeft aan wat een kind zou moeten kunnen en weten aan het eind van groep 1 en stap 10 geeft aan wat een kind zou moeten kunnen en weten aan het eind van groep 2. Deze stappen worden ook wel peilmomenten genoemd. Het kan zijn dat een leerling zich normaal ontwikkelt. Dan is er weinig reden om het onderwijsaanbod aan te passen. Het kan ook zijn dat kinderen zich op specifieke ontwikkelingsgebieden minder snel ontwikkelen of juist verder zijn dan leeftijdsgenootjes. Wanneer kinderen een half jaar naar boven of naar beneden opvallen, worden voor die kinderen specifieke activiteiten gepland. In oudergesprekken wordt u daarvan op de hoogte gehouden. We gaan er van uit dat kinderen gemiddeld 2 jaar kleuteren. Aan de hand van regelmatige observaties proberen we vroegtijdig eventuele problemen of versnellingen te signaleren.


9

Een tussentijdse overgang naar groep 3 behoort tot de mogelijkheden. Even zo is het mogelijk om de kleuterperiode te verlengen. We hanteren binnen de school een procedure verlengen/versnellen. Voor kinderen die specifieke hulp nodig hebben wordt een hulpplan of handelingsplan gemaakt. Wanneer een kind in aanmerking komt voor een kleuterverlenging of -versnelling is het leerlingvolgsysteem één van de middelen om dit zichtbaar te maken. Ouders worden hierbij betrokken.

Wanneer gaan kinderen over (van de kleutergroep) naar groep 3? Veel ouders zullen deze bovenstaande vraag beantwoorden met: na de zomervakantie als mijn kind in groep 2 heeft gezeten. Echter voor een aantal ouders, de inspectie en school is dit niet altijd een logisch antwoord. Want er is een groep kinderen voor wie dat niet zo duidelijk is nl. de oktober/november/december kinderen. » Ouders van oktober/november/december kleuters kunnen ervan overtuigd zijn, dat hun kind nog niet toe is aan groep 3. Vaak liggen de zorgen van ouders op het sociaal emotionele vlak. Kinderen moeten nog zo lang naar school. Zij gunnen hen nog een gezellig kleuterjaar. Kinderen gaan relatief jong naar het voortgezet onderwijs. Hoe zal die aansluiting verlopen, moeten ze niet op hun tenen lopen? Lastig om daar nu al een beslissing in te nemen. Het heeft consequenties voor de verdere schoolloopbaan. We spelen liever op veilig. Mijn kind moet een blij kind blijven. » De inspectie gaat er van uit dat deze kinderen zo goed als 2 jaar kleuteronderwijs hebben genoten en logischerwijs kunnen doorstromen naar groep 3. Alleen dan, wanneer de school kan aantonen dat deze leerling in de kleutergroep meer onderwijstijd nodig heeft, mag (volgens de inspectie) de school deze kinderen laten “verlengen”. Er moet dan wel een handelingsplanning gemaakt worden om te zorgen dat het onderwijsaanbod aansluit bij de onderwijsbehoefte van deze kinderen. » En als laatste de school. Als je in je visie hebt staan dat je aansluit bij de ontwikkeling en onderwijsbehoefte van kinderen en je daar je onderwijsaanbod op afstemt, dan kan het zijn dat je ziet en ervaart dat sommige oktober/november/december kinderen niet toe zijn aan de overstap en anderen wel. Het voorgenomen besluit om te “versnellen” of te “verlengen” nemen we pas dan, als we de ontwikkeling heel goed en zorgvuldig in kaart hebben gebracht. Buiten de instrumenten die we als school hebben om de ontwikkeling in kaart te brengen, moet je als professional een inschatting maken over het verloop van de ontwikkeling.

Als je heel zeker bent dat een kind “kan zwemmen” is het heel moeilijk uit te leggen dat ze “niet in het diepe” mogen. Wat doet het met kinderen als je ze een jaar in de parkeerstand zet? Om te zorgen dat alles zorgvuldig verloopt en we recht doen aan de ontwikkeling en het leerproces van kinderen hebben we een protocol verlengen en versnellen. Dit geldt voor alle kinderen. Kinderen die bij ons in oktober/november instromen in groep 1-2 (leerjaar 1) gaan het daarop volgende jaar automatisch naar groep 2. Dit is puur een administratieve handeling. Zij krijgen immers het onderwijsaanbod dat past bij hun ontwikkeling. Soms blijven ze in de 1-2 en sommigen gaan naar de 2-3 groep. De individuele ontwikkeling staat aan de basis van die keuze. Aan het eind van groep 2 wordt er besloten of de kinderen meegaan naar groep 3 of nog een jaar blijven kleuteren. En zoals wij dat gewend zijn, doen wij dat in overleg met ouders. De oktober/november kinderen zijn altijd bespreekkinderen. Ouders van deze kinderen worden in gesprekken daar bij betrokken.

4.3.2

Groep 1 t/m 8 Godsdienstige vorming

Trefwoord Sinds een aantal jaren werken we met heel veel genoegen met Trefwoord. Het is fijn om als katholieke basisschool een goede methode in handen te hebben om samen met de kinderen de geloofsbeleving te kunnen ervaren en delen. Een dagelijks moment om met de groep stil te staan bij de dag, de bijbel en andere wereldse zaken. Er hangt een scheurkalender in de klas en voor iedere dag is er een verhaal, een gedicht en/of een lied. Het is godsdienstige en levensbeschouwelijke vorming voor de basisschool. Wij maken ook gebruik van de cd’s en de vieringen die bij Trefwoord horen. Ieder kwartaal komt een nieuwe handleiding met actuele thema’s. Deze thema’s zijn voor de hele school gelijk. Met de kinderen vieren wij het kerstfeest met een nietliturgische viering in de kerk. Pasen wordt op stemmige wijze in de school gevierd. Thema’s uit Trefwoord zijn onze richtlijn. Naast Trefwoord krijgen de andere wereldreligies aandacht door middel van projecten en boeken. Wij vinden het erg belangrijk dat met respect wordt omgegaan met ieders geloofsbeleving. Vanuit de werkgroep kerk-school-gezin, waaraan alle directeuren van de katholieke scholen deel nemen, zijn er activiteiten benoemd die ervoor moeten zorgen dat school, kerk en gezin weer met elkaar verbonden worden. Hierbij kunt u denken aan: bezichtigen van een kerk, voorbereiden van een viering, bezoek van de pastoor aan een groep.


10

Eerste H. Communie Kinderen van groep 4 doen hun Eerste H. Communie. De voorbereidingscommissie Eerste H. Communie, een werkgroep vanuit de parochie, heeft de organisatie en leiding van de voorbereiding en viering in handen. Wanneer u een kind in groep 4 heeft, zult u per brief informatie krijgen en worden uitgenodigd voor een ouderavond. Deelname aan de Eerste H. Communie gebeurt op basis van vrijwilligheid.

Alles telt werkt op een adaptieve manier, de kinderen kunnen de stof op hun eigen niveau verwerken. Voor de zwakke en de betere rekenaars biedt de methode een aangepast programma. Wanneer het niveau van een kind door middel van een methodeonafhankelijke toets is vastgesteld kan tot een aangepast programma worden overgegaan. Zie ook de informatie bij de leerlingzorg (zie 6.1).

H. Vormsel In het voorjaar zal de bisschop, of zijn vicaris, naar Oude Wetering komen om het H. Sacrament van het Vormsel aan de leerlingen van groep 8 toe te dienen. De juiste datum wordt u tijdig bekend gemaakt. De voorbereiding tot dit H. Sacrament wordt gedaan door de pastoor, in nauwe samenwerking met een werkgroep en de parochie. De voorbereiding begint meestal met een ouderavond, waarop u een uiteenzetting krijgt over het H. Vormsel, en welke taak u als ouders heeft bij de voorbereiding tot het ontvangen van dit H. Sacrament. Het ontvangen van het H. Vormsel is een vrijwillige en ongedwongen aangelegenheid.

Actief burgerschap Op school gaat het niet alleen om het leren van feiten. Belangrijk is ook het verwerven van een aantal vaardigheden die iedereen nodig heeft, zoals een goede werkhouding, zelfvertrouwen, opkomen voor je eigen mening en feiten en meningen van elkaar kunnen onderscheiden. Een belangrijk kerndoel is ‘actief burgerschap’. Dit betekent dat leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen, dat ze hoofdzaken kennen over geestelijke stromingen in de Nederlandse multiculturele samenleving en dat ze respectvol omgaan met verschillen in opvattingen van mensen. Wij maken daarvoor gebruik van de lessen uit de methode Trefwoord en Leefstijl.

Rekenen en wiskunde De Gerardusschool gebruikt de methode Alles telt! In de rekenles leren we de kinderen praktische problemen uit het dagelijkse leven op te lossen. De manier waarop een kind tot een oplossing komt, mag verschillen. Diverse strategieën komen aan bod. De kinderen leren tabellen en grafieken zelf te lezen en te maken. We proberen kinderen een aantal rekensommen op een handige manier uit het hoofd te leren maken. Voor ingewikkelde bewerkingen gebruiken we de rekenmachine. Als u met uw kind over rekenen praat, houdt u er dan rekening mee dat ze het vermenigvuldigen en delen tegenwoordig anders leren dan u van vroeger gewend bent.

Nederlandse taal en spelling Kinderen in groep 1 en 2 werken met Schatkist Taal en via interactief voorlezen door de juf en kinderen van de hoogste groepen wordt er gewerkt aan hun woordenschat. Groep 3 heeft de nieuwste versie van Veilig leren lezen (aangeschaft in 2008). Wij werken vanaf groep 4 met de methode Zin in Taal. Taal is bij uitstek het instrument om met elkaar in contact te komen en met elkaar te kunnen communiceren. Zin in taal gaat uit van leerlijnen op het gebied van: spreken/luisteren, woordenschat, woordbouw, zinsbouw en schrijven. Via spelling leren we kinderen om foutloos te schrijven, maar we besteden ook veel aandacht aan leren praten, luisteren naar wat anderen zeggen en daarop reageren. We leren kinderen om hun eigen mening te vormen en onder woorden te brengen. Het taalonderwijs is vooral op luisteren en spreken gericht. Het ontwikkelen van de woordenschat is daarbij een onmisbaar onderdeel evenals hoe de taal is opgebouwd. De methode hanteert verschillende werkvormen om het bovenstaande te kunnen realiseren. Voor kinderen die problemen hebben met de taal en de verwerking ervan, maken wij gebruik van Taalmaatje. Dat is een vast onderdeel van Zin in Taal. Zin in Taal heeft een apart spellingsprogramma. Vanaf groep 7 krijgt het ontleden en de werkwoordspelling extra aandacht. Voor kinderen van allochtone afkomst gebruiken we naast Zin in Taal nog Pico Piccolo NT2, Woordenschat en interactief voorlezen.


11

Technisch en begrijpend lezen In het schooljaar 2006-2007 hebben we ons leesonderwijs aangepast aan onze visie. Nadat we doelen hadden gesteld en vastgelegd hoe we die doelen wilden behalen, zijn er twee nieuwe leesmethoden aangeschaft Estafette voor technisch lezen en Goed Gelezen voor begrijpend lezen. In de hele school wordt op een zelfde moment groepsdoorbroken gelezen of leesactiviteiten gedaan. Vooraf gegaan door eigen instructiemomenten en activiteiten gebruiken we in groep 1-2 onder meer Schatkist Lezen als bronnenboek. De kinderen in groep 3 starten met het aanvankelijk lezen. Er wordt gewerkt met de nieuwste (maan-roos–vis) versie van Veilig leren lezen. In groep 3 is het leren lezen erg belangrijk. We besteden veel aandacht aan het leren begrijpen van de tekst. De betekenis van de moeilijke woorden wordt uitgelegd en het kind vertelt het verhaaltje na. De kinderen verwerken de stof door middel van gevarieerde werkjes. De computer heeft hier een vaste plaats gekregen, want er is ondersteuning via het digitale schoolbord en er zijn computerprogramma’s. Veilig leren lezen heeft materiaal om in de groep gedifferentieerd te werken. Kinderen die in groep 3 binnenkomen met een bepaalde leesvaardigheid, zullen niet aan alle instructie deelnemen en eigen werk op niveau krijgen. Het technisch lezen in groep 4-8 wordt via gedifferentieerde instructie gegeven. Door het jaar heen hebben we 6 leesperioden. Elke periode heeft zijn eigen leesactiviteiten. Risico lezers krijgen in elke periode extra hulp en ondersteuning. Maar ook zij krijgen andere activiteiten aangeboden, zodat het leesplezier bevorderd wordt. Tijdens de 4 leesmomenten in de week hebben kinderen iedere dag een eigen leesactiviteit op niveau. De activiteiten zijn in circuitmodel uitgezet. Een logboek met een overzichtelijk schema geeft kinderen duidelijkheid en structuur in wat ze moeten doen en waar ze naar toe moeten. In de bovenbouw komt de nadruk steeds meer op het begrijpend en studerend lezen te liggen. Hiervoor wordt vanaf groep 4 de nieuwe methode Goed Gelezen gebruikt (2007). Op de Gerardusschool leren de kinderen niet alleen technisch en begrijpend lezen, we proberen ze ook liefde voor boeken bij te brengen en leesplezier te laten ervaren. We lezen op school veel voor en er zijn 2 leesateliers ontwikkeld en ingericht. Zij hebben een vaste plek in ons leesonderwijs. We brengen ook bezoeken aan de bibliotheek De Bloemlezer in de Wilgenstraat. De ouderraad schenkt jaarlijks een vast bedrag om de schoolbibliotheek up to date te houden.

Schrijven Groep 1-2: Op onze school wordt in groep 1 en 2

begonnen met de voorbereidende schrijfoefeningen. De methode Novoscript biedt een opbouw, waarbij vooral de motoriek geoefend wordt vanuit grote bewegingen naar fijne motoriek. Wekelijks wordt een “schrijfblad” of materiaal aangeboden om specifiek de schrijfbewegingen te oefenen. Ook allerlei materialen zoals klei, zand, insteekmozaïek en de kralenplank bevorderen de ontwikkeling van de fijne motoriek.

Groep 3: Er wordt gestart met bladen om in de vrije ruimte letters te leren schrijven. Met de methode Pennenstreken leren ze letters schrijven en de methode Novoscript gebruiken we voor het motorisch gedeelte. De schrijfhoek in de gang wordt ingezet bij het zelfstandig werken. Kinderen kunnen zelf schrijven onder supervisie van leerkrachten van groep 3 en 4 en houden de hoek netjes. Wanneer de kinderen naar groep 4 gaan kennen ze de schrijfletters, verbindingen en is er een start gemaakt met het aan elkaar schrijven.

Groep 4: Kinderen leren de hoofdletters. Minimaal één keer per week krijgen kinderen motorische oefeningen. De schrijfhoek wordt bij het schrijfonderwijs ingezet. Groep 5: De kinderen leren kleiner te schrijven zonder “botslijnen” . Als de kinderen naar groep 6 gaan, is er een start gemaakt met het schrijven op 24- lijnspapier met schaduwlijnen. Groep 6: De kinderen oefenen het schrijven zonder “botslijnen” en gaan langzamerhand over tot het schrijven op 24-lijnspapier zonder schaduwlijnen. Als de kinderen naar groep 7 gaan, kunnen ze vlot en duidelijk leesbaar schrijven op 24- lijnspapier zonder hulplijnen. groep 7: De kinderen oefenen verder en onderhouden hun lopend schrift op 24lijnspapier èn ze leren de blokletters aan. Als de kinderen naar groep 8 gaan, kunnen ze vlot en duidelijk leesbaar schrijven in lopend schrift. Zij kennen de blokletters en kunnen deze consequent toepassen. Groep 8: In groep 8 staat bij het schrijven het onderhouden van vlot en leesbaar schrift centraal. Als de kinderen onze basisschool verlaten kunnen zij vlot en duidelijk leesbaar schrijven in een lopend, eenduidig schrift. Bovendien kennen zij de blokletters en kunnen zij deze toepassen.


12

Potlood en vulpen Op onze school wordt in de hogere leerjaren met vulpen geschreven. In groep 1-2-3 starten de kinderen met driekantig (kleur)potlood. Als de tijd daarvoor rijp is, stappen ze over op de vulpen. Wij geven de voorkeur aan de vulpen boven een balpen. Een balpen rolt weg. De vulpen dwingt de hand tot een vloeiender schrijfbeweging. Daardoor ontstaat een betere fijne motoriek en een netter schrift. Maar.... vulpennen zijn veel duurder! Iedere leerling krijgt, afhankelijk van zijn of haar schrijfontwikkeling, in de loop van groep 4 of 5 een vulpen uitgereikt. Het is op dat moment zijn of haar vulpen en uw kind is daar dan ook verantwoordelijk voor. Wij hebben gekozen voor een kwalitatief goede vulpen van het merk Lamy. Bij normaal gebruik kan deze vulpen gemakkelijk mee tot groep 8. Een leerling van wie de vulpen door eigen schuld kapot is gegaan, zal de vulpen zelf moeten vervangen. Hij/zij kan een nieuwe vulpen op school kopen. De kosten van zo'n nieuwe pen bedragen € 8,50.

Wereldoriëntatie Het onderwijs in de wereldoriëntatievakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek worden projectmatig aangeboden met behulp van de methode Topondernemers. Net als bij andere vakken zijn de kerndoelen het uitgangspunt. De opbouw van de lessen kent een vaste indeling.  Via een trigger (kinderen prikkelen en enthousiast maken),  kennis delen en vergaren (wat weet ik er al van en wat wil ik leren)  gaan kinderen m.b.v. opdrachtkaarten met het onderwerp aan de slag.  Soms groepsgewijs, soms in tweetallen en soms alleen  Leerkrachten coachen en begeleiden en geven op een juiste wijze feedback  Aan het eind van de projectperiode worden er door kinderen presentaties verzorgd. Een krachtige leeromgeving (levend maken, boekentafel o.i.d., gasten, excursies) en optimale inzet van personeel (wie is waar verantwoordelijk voor) moet onze organisatie (keuzes maken in wel/niet gezamenlijke activiteiten, samenwerking, aanbod kaarten ) rond wereldoriëntatie versterken.

Afspraken over verplichte activiteiten, registratie, klassenmanagement en evaluatie van de leeropbrengsten moeten er voor zorgen dat we onze doelen gaan behalen. Doelen:  Het is gelukt de vier geplande projecten uit te voeren.  Er zijn afspraken gemaakt over de informatieverstrekking naar de ouders en betrokkenen.  Er zijn afspraken gemaakt over de presentaties: wanneer, wie, aan welke groep (ouders of andere groep/kinderen)  Kinderen ervaren meer plezier tijdens de WO vakken  De leeropbrengsten t.a.v. de studievaardigheden en de WO zijn verhoogd.  WO is in de rapportage wordt opgenomen. De volgende thema’s komen dit schooljaar aan bod. Er achter staat welke groepen aan de WO projecten deelnemen. 1. Amerika Groep 5-8 2. Derde Wereld Groep 5-8 3. 1 t/m 15 Groep 4 A t/m Z Groep 5-8 4. Wie ben ik Groep 3-4 Vlinders in je buik Groep 5-8 Schoolproject Jaarlijks is er een schoolproject. Dan werken alle groepen rond hetzelfde thema. In de jaarkalender kunt u zien wanneer de projectperiode start en wanneer hij sluit. In de perioden tussen de projecten wordt er gewerkt aan topografie, techniek en de Canon van Nederland. Techniek en Canon wordt ook aangeboden via de kaarten van Topondernemers. Topografie wordt apart geoefend vanuit de methode Geobas.

Verkeer Groep 1 en 2 werken met projecten uit Schatkist die het verkeersthema hebben en de verkeerskalender van ROV. Er is in 2004 een knieboek met lessuggesties van 3VO aangeschaft. Deze leskist is ook voor groep 3 en 4 te gebruiken. De bovenbouw werkt met de uitgaven Op voeten en fietsen (groepen 5-6) en de Jeugdverkeerskrant (groepen 7-8) van 3VO. Hier zijn ook toetsen bij ontwikkeld. Groep 7 wordt voorbereid op het theoretische en praktische verkeersexamen. Als de kinderen voor beide onderdelen slagen, ontvangen zij het verkeersdiploma.


13

Engels In de groepen 7 en 8 wordt Engels gegeven met de methode Real English, let’s do it. Kinderen leren eenvoudige gesprekjes te voeren over allerlei dagelijkse onderwerpen. Het praten met elkaar is het belangrijkste. Daarnaast worden ook veel woordjes aangeleerd. De vorderingen van de kinderen worden met een toets gemeten.

Bevordering Gezond Gedrag In alle groepen wordt op enig moment aandacht besteed aan een aspect van het gezonde gedrag. Verschillende projecten komen in de vergaderingen aan de orde zodat de collega’s eventueel mee kunnen doen met een bepaald onderwerp. Bevordering van gezond gedrag komt ook terug bij de methode Topondernemers.

Expressievakken In alle groepen wordt onderwijs in creatieve vakken gegeven. Deze vakken zijn te splitsen in muziek, handvaardigheid, tekenen, dramatische vorming en techniek. In de onderbouw wordt veel aandacht aan de basistechnieken gegeven. Zoals knippen, plakken, vouwen en knutselen. Voor muziek maken we onder meer gebruik van onderstaande bronnen en materialen:  Een muziekmethode met een doorgaande lijn van groep 5 t/m 8 (Vieren met muziek)  De methode Moet je Doen  Materiaal van NOT/Teleac : de Liedmachien en Songmachien.  Liedjes met soundmix van Benny Vreden  Diverse liedbundels  Eigen vaardigheid van de leerkrachten  Een goed voorzien Orff-instrumentarium Ook voor de crea-lessen maken we gebruik van de methode “Moet je Doen”. In de lessen van Topondernemers komen de techniekkaarten aan bod en zijn crea opdrachten verweven. Het rooster van de verschillende groepen is zo op elkaar afgestemd, dat het mogelijk is via een creacircuit te werken.

ICT Dankzij het netwerk op school en de daardoor toegenomen mogelijkheden is de computer niet meer weg te denken uit ons onderwijs. Naast programma’s die kinderen leren omgaan met de computer, geven steeds meer methoden goede software uit bij hun uitgaven, ter ondersteuning van de aangeboden leerstof. De kinderen van de groepen 6 en 7 krijgen via de computer een typevaardigheidcursus aangeboden. Voorts leren de kinderen via internet hoe ze informatie kunnen verwerven. Op onze school is het internet afgeschermd door “Surfkids”, om te voorkomen dat kinderen op ongewenste pagina’s terechtkomen. Geen systeem is waterdicht, maar we doen er alles aan om dit te voorkomen. Er is een veiligheidsprotocol opgesteld. Natuurlijk is het voor u ook mogelijk om contact te hebben met de school via e-mail. U kunt de school bereiken via het volgende adres: [email protected] Maar! U kunt ook een berichtje sturen aan uw kind in de groep! Elke groep heeft een eigen e-mailadres en de post wordt in de klas opgehaald. De adressen zijn als volgt: Groep 3: [email protected] Groep 4: [email protected] Groep 5: [email protected] Groep 6: [email protected] Groep 7: [email protected] Groep 8: [email protected]


14

Digitaal schoolbord: Inmiddels hebben alle groepen (behalve de kleuters) een digitaal schoolbord. Het bord wordt veelvuldig gebruikt bij de lessen. Het is niet meer weg te denken uit ons onderwijs. Leerkrachten zijn geschoold in het werken met de borden. De digitalisering van het onderwijs is een verrijking van de leeromgeving van kinderen. Digitaal administratie -en leerlingvolgsysteem Parnassys Het leerlingvolgsysteem is een manier van registreren van allerlei gegevens van kinderen waardoor hun ontwikkeling in beeld wordt gebracht. Deze gegevens worden verkregen uit observaties en toetsen. Observaties voor sociaal emotionele ontwikkeling vinden plaats in de groepen 1 t/m 8. Voor de groepen 3 t/m 8 zijn er voor de diverse vakgebieden toetsen op een vast moment in een schooljaar. De resultaten hiervan worden ondergebracht in leerlingen groepsprofielen. Zo ontstaat er een duidelijk zicht op de ontwikkelingen van de kinderen als individu en als groep. Daarnaast geven de methodieken door middel van diverse controlemomenten een beeld van de vorderingen. In groep 7 en 8 worden de Cito entree- en eindtoets afgenomen om nog meer inzicht te krijgen in het kunnen van de kinderen in verband met de schoolkeuze na de basisschool. Deze toetsen worden opgestuurd en de resultaten komen per post binnen. Van iedere leerling wordt een digitaal leerling-dossier bijgehouden. Daarin worden gegevens opgenomen over het gezin, de leerlingenbesprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen en toetsen rapportgegevens van de verschillende jaren. Het leerling-dossier is gekoppeld aan de leerling en het administratiesysteem. Zo ontstaat een compleet beeld van een leerling en de groep t.a.v. absenties, ontwikkelingen van kinderen en resultaten van de groep.

Culturele vorming Kunstmenu Kunstmenu is de naam voor een cultureel programma, georganiseerd door de stichting: Kunst en Cultuur Zuid-Holland (KUNSTGEBOUW). Het Kunstmenu heeft tot doel elke deelnemende leerling in aanraking te laten komen met professionele kunst. Het menu is zodanig samengesteld, dat alle vijf kunstdisciplines (muziek, literatuur, beeldende kunst, audiovisueel en theater) aan bod komen. De leerlingen van groep 1 t/m 8 en hun leerkrachten krijgen voorstellingen, concerten, films en exposities aangeboden. Ook tijdens de lessen zal hieraan, ter voorbereiding en verwerking van deze evenementen, aandacht worden besteed. Nadere informatie hierover verschijnt in de weekbrief.

Museum en school Jaarlijks bezoeken de groepen verschillende musea, dit vanuit de samenwerking tussen de SSBA en musea Leiden. We proberen ze zoveel mogelijk met de jaargroepen te bezoeken, maar omdat we gecombineerde groepen hebben, lukt dat niet altijd. Groep 1-2: Hortis Batanicus Groep 3: Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde Groep 4: Nationaal Historisch Museum Naturalis Groep 5: Stedelijk Museum De Lakenhal Groep 6: Stichting Rijksmuseum van Oudheden Groep 7: Rijksmuseum Het Koninklijk Penningkabinet Groep 8: Museum Boerhaave Het bovenschools Cultuurplatform komt 2 keer per jaar bij elkaar. Voor cultuur vertegenwoordigt een teamlid onze school in het platform. Hier worden projecten besproken, aanbevolen en geëvalueerd. Onder andere museum- en bibliotheekbezoek en kunstmenu vallen hieronder.


15

Gymrooster

4.3.3

Elke dinsdag- en donderdag hebben de kleuters gymnastiek. De kinderen dienen te beschikken over gymschoenen met een gemakkelijke sluiting. Niet op blote voeten, om te voorkomen dat kinderen wondjes en/of voetwratjes oplopen. De kinderen kunnen de gymschoenen op school laten liggen (graag van naam voorzien), zodat ze niet op kousenvoeten hoeven te lopen wanneer het slecht weer is en ze met laarzen aan naar school zijn gekomen. De kleuters gymmen in hun ondergoed, dat gaat heel goed. Wilt u de kinderen op de gymdagen gemakkelijke kleding aangeven? We hebben maar één paar handen om alle kinderen met uiten aankleden te helpen. Bij zonnig weer gymmen we ook wel eens buiten.

De kinderen krijgen de gelegenheid om voor een boekbespreking en een presentatie, over een zelf gekozen onderwerp, thuis te oefenen. De kinderen krijgen aan het begin van het schooljaar een schema mee naar huis met daarop de planning voor het hele jaar. In de groepen 6, 7 en 8 wordt een begin gemaakt met het geven van huiswerk. Veelal is dat werk dat voortkomt uit de lessen. Dat moet dan gemaakt en/of geleerd worden. Ook woordpakketten kunnen thuis geleerd worden. De toetsen worden vooraf in de weekbrief vermeld. Soms moet rekenen taalwerk worden afgemaakt. In sommige gevallen krijgt uw kind een briefje mee dat door u moet worden ondertekend. Hierdoor weten wij op school dat u op de hoogte bent van het werk dat de kinderen moeten maken, en de reden waarom het thuis moet worden afgemaakt. Kijkt u eens naar het huiswerk van uw kinderen. De meeste kinderen ervaren dat als prettig. Heeft u er vragen over, neem dan contact op met de groepsleerkracht.

Voor de groepen 3 t/m 8 worden de gymnastieklessen gegeven in sportcomplex "De Tweesprong". Ook dit schooljaar zal één van de gymlessen gegeven worden door de vakleerkracht Maaike Grovenstein. Groep 7-8: woensdagmorgen van 11.15 uur tot 12.15 uur en vrijdagmiddag van 14.15 uur tot 15.00 uur. Groep 5-6: woensdagmorgen van 10.15 uur tot 11.15 uur en vrijdagmiddag van 13.30 uur tot 14.15 uur. Groep 3-4: woensdagmorgen van 09.15 uur tot 10.15 uur Ze gymen 45 minuten. De rest is looptijd. Na de gymles gaat iedereen onder begeleiding van de leerkracht naar school terug. Kinderen van groep 5 t/m 8 mogen, indien zij toestemming hebben van hun ouders en de leerkracht, op eigen gelegenheid naar de sporthal of naar huis gaan als hun les beginnend, dan wel afsluitend van een dagdeel is. De kinderen dienen over gymkleding en gymschoenen te beschikken. Na afloop wordt door iedereen van de douche gebruik gemaakt; dus een badhanddoek meebrengen. Bij niet deelnemen aan gymnastiek, douchen of zwemmen, graag telefonisch of schriftelijk bericht.

4.4

Huiswerk

Vieringen en activiteiten

Jaarlijks zijn er op de Gerardusschool de volgende vieringen en activiteiten:  Corso  Presentaties en projectafsluitingen  Kinderboekenweek met het kinderboekenbal  de sinterklaasviering  de kerstviering  het carnaval  paasviering  de verjaardag van de leerkracht  het schoolreisje, in de derde week, als groep 7-8 op kamp is  Kamp: in de derde schoolweek gaan groep 7-8 op kamp.  de sportdag  Musical: Aan het eind van het schooljaar als kinderen in groep 8 zitten hebben ze op school met hun ouders een feestelijke afscheidsavond voorafgegaan door een musical. De Gerardusschool doet mee aan het schoolvoetbaltoernooi dat voor de schooljeugd wordt georganiseerd. Hieraan doet een groot aantal scholen uit de omgeving van de gemeente Kaag & Braassem mee. Zowel de jongens als de meisjes worden in een aantal poules ingedeeld. De winnaar van de meisjes teams en van de jongens teams spelen verder in de volgende ronde van het jeugdvoetbaltoernooi georganiseerd door de KNVB. Deze ronde wordt regionaal gespeeld. Daarnaast worden door de regionale sportclubs schooltoernooien georganiseerd. Per keer wordt bekeken of het haalbaar is om met een team mee te doen. Ouders worden ingeschakeld om ons daarmee te helpen.


16

Gipsproject

Schoolkamp

Het gehandicaptenplatform van de gemeente organiseert voor de kinderen van de basisscholen een sportdag in de sporthal. GIPS staat voor Gehandicapten Integratie Project Scholen. De kinderen mogen ervaring opdoen met activiteiten in een rolstoel of met een blinddoek op. Alle scholen komen tweejaarlijks aan de beurt. Het is bedoeld voor de kinderen uit groep 7 en 8. Wanneer de gymlessen door het gipsproject komen te vervallen zoeken wij naar vervangende bewegingslessen. Dit schooljaar zijn wij niet aan de beurt.

Het schoolkamp is al sinds vele jaren een traditie. Al een fiks aantal jaren trekken wij er met onze oudste kinderen kort na de zomervakantie op uit, om een aantal fijne kampdagen te beleven. Zo aan het begin van het jaar een prachtige gelegenheid om aan "teambuilding" te werken. Dit jaar gaan we naar “’Het Zwaluwnest” in Ter Aar. Juf Marlies en juf Hanneke zullen vanuit de school de groep begeleiden. Zij worden ondersteund door: Marry van ’t Hart, Yvonne Knelange en Willem de Vries, die al enkele jaren met ons meegaan en het klappen van de zweep inmiddels kennen. Op woensdag 31 augustus vertrekt de groep richting Ter Aar om op vrijdag 2 september weer terug te keren. Wij hopen dat het voor de kinderen van groep 7/8 een prachtige week wordt om op terug te kijken! Om het jaar gaan we naar een andere locatie. Vorig jaar zijn we naar “Stayokay” in Noordwijk geweest.

Sportdag Ieder jaar wordt een gezamenlijke sportdag voor de kinderen van groep 1-8 georganiseerd, waarbij het plezier en het bewegen met elkaar centraal staat. Er worden in competitieverband allerlei leuke spelletjes gedaan die een beroep doen op ieders kwaliteiten. Soms is het een behendigheidsspel, soms een spel met snelheidselement. Met mooi weer komen er waterspelen bij. Groepen worden samengesteld met leerlingen uit alle groepen, aangevoerd door een leerling uit groep 8. Aan het einde van de dag volgt een feestelijke prijsuitreiking met voor ieder kind een aandenken aan de dag.


17

5.

Veilig werk– en leerklimaat

5.1 Contactvertrouwenspersoon (cvp) Wij vinden het belangrijk dat er op school een veilig werk– en leerklimaat heerst. Daar hebben kinderen èn personeel recht op. Daarom is er een wettelijke regeling die hen moet beschermen tegen seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld. Op onze school zijn twee contactvertrouwenspersonen aangesteld die mede verantwoordelijk zijn voor een veilig schoolklimaat met betrekking tot preventie van ongewenste intimiteiten, pesten en andere vormen van (kinder)mishandeling. Er zijn op school afspraken gemaakt over: de omgang met elkaar en het taalgebruik binnen de school het gedrag in bijvoorbeeld de kleedkamer, tijdens schoolreisjes en kamp het ophangen van posters en gebruik van lesmateriaal het leren omgaan met plagen en pestgedrag te gebruiken lesmateriaal m.b.t. vergroten van de weerbaarheid hoe ongewenst gedrag om te buigen tot normaal, gewenst gedrag Als ondanks alle preventieve zorg een kind zich toch niet veilig voelt, kan het kind en/of de ouder met zijn/haar verhaal bij een van de contactvertrouwenspersonen terecht. Deze zorgt voor een eerste opvang en kan desgewenst teamleden, ouders en leerlingen informeren over wegen die openstaan om de klacht te melden bij een extern vertrouwenspersoon en/of de klachtencommissie. De contactvertrouwenspersoon is op school bereikbaar, maar voor dringende zaken ook telefonisch thuis. De contactvertrouwenspersonen op onze school zijn juf Leonie (tel. 3315534) en juf Adri (tel. 5012112). 5.1.2 Vertrouwens ei Beneden bij het prikbord in de hal staat het vertrouwensei. Soms komen kinderen iets tegen op hun pad, waar ze niet goed raad mee weten. Ze kunnen of willen er niet met hun leerkracht (of met hun ouders) over praten. Op het prikbord hangt informatie over hoe hier mee om te gaan. Ook het vertrouwensei zou hen dan kunnen helpen om “hun ei kwijt te kunnen”. Ze kunnen een briefje schrijven en dat in het ei doen. Het ei zit op slot. Alleen de contactvertrouwenspersonen hebben een sleuteltje. Zij zullen proberen te helpen bij het zoeken naar een oplossing. Ook ouders mogen hun verhaal, voorzien van naam, kwijt in het ei, maar probeer een voordoend probleem eerst te bespreken met de betrokken personen.

5.2

Klachtenregeling

Een school is een omgeving waar mensen intensief met elkaar omgaan. Botsingen en meningsverschillen zijn dan ook niet bijzonder en worden vaak in onderling overleg bijgelegd. Soms is een meningsverschil van dien aard, dat iemand een klacht hierover wil indienen. Die mogelijkheid is er. Voor de SSBA-scholen is een klachtenregeling en een klachtenprocedure vastgesteld. De klachtenprocedure stelt ouders in staat om exact te weten welke weg te gaan bij het melden of indienen van een klacht. De klachtenregeling is bij de directie van de school op te vragen en in te zien. Daarnaast kunnen ouders op hun verzoek kosteloos een afschrift van beide documenten krijgen. Binnen de SSBA wordt er vanuit gegaan dat wanneer iemand wil klagen dit eerst kenbaar maakt bij de schoolleiding of het schoolbestuur. De school is voor de behandeling van klachten aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie: “de Landelijke Klachtencommissie onderwijs (LKC)”. De LKC onderzoekt de klacht en beoordeelt (na een hoorzitting) of deze gegrond is. De LKC brengt advies uit aan het schoolbestuur en kan aan haar advies aanbevelingen verbinden. Het schoolbestuur neemt over de afhandeling van de klacht en het opvolgen van de aanbevelingen de uiteindelijke beslissing. Onze school is aangesloten bij Landelijke klachtencommissie Katholiek onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel: 070-3925508 Website klachten en geschillencommissie: www.geschillencies-klachtencies.nl

5.3

Omgaan met (en zorg voor) elkaar

Een school is meer dan alleen een instelling waar kennis wordt overgedragen. Gezondheid en zorg voor elkaar zijn zeker zo belangrijk. Ook dit schooljaar zal er aan deze zaken heel wat aandacht geschonken worden. Er komen steeds meer projecten en goed lesmateriaal om hier op een verantwoorde manier met de kinderen inhoud aan te geven. Goede voorbeelden hiervan zijn de projecten over alcohol, roken en drugs voor groep 7/8, de EHBO-lessen en projecten van Topondernemers. Veel dingen zijn ingepakt in het “gewone” klassengebeuren: de zorg voor het eigen lichaam (bijv. afspraken over het naar de wc gaan, handen wassen, douchen na de gymles), de zorg en verantwoordelijkheid voor de materialen waarmee gewerkt en gespeeld wordt en de zorg voor een schone speelplaats.


18

We leren de kinderen om rekening te houden met elkaar, en om elkaar te accepteren zoals we zijn. Er wordt uitgebreid aandacht besteed aan de sociale vaardigheden en het weerbaar maken van de kinderen. Onze methode Leefstijl (voor de emotionele ontwikkeling) en de catechesemethode Trefwoord bieden hiervoor vele aanknopingspunten. We hopen dat iedereen (leerkrachten, kinderen én ouders) vanuit een positieve benadering zijn steentje bij zal blijven dragen om ongewenst gedrag te veranderen in gewenst, normaal gedrag. Dit alles moet leiden tot een veilige school voor úw kind, àndere kinderen èn de leerkrachten. Een plek waar iedereen zichzelf kan zijn zonder daarbij anderen schade of pijn te berokkenen.

6. Onderwijs op maat Kinderen zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Alle kinderen verdienen aandacht en zorg, ook diegenen die moeite hebben met het leren of die juist veel aan kunnen. Wij proberen met ons onderwijs aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Dat betekent, dat wie moeite heeft met een bepaald onderdeel extra hulp krijgt en wie goed kan leren meer uitdagende opdrachten. We proberen (door middel van het groepsdoorbroken werken) aparte instructiemomenten te creëren om die instructie te geven, die aansluit bij de ontwikkeling van kinderen. Sommige kinderen hebben minder instructie nodig en kunnen eerder aan de verwerking beginnen. Doordat we vanaf de onderbouw kinderen de vaardigheid van het zelfstandig werken leren, zijn ze in staat om te gaan met uitgestelde aandacht. Instructie wanneer ‘t moet, zelfstandig werken wanneer ’t kan.

6.1. Zorg De intern begeleider (IB-er) is de zorgcoördinator op onze school:  Zij draagt mede zorg dat het zorgplan op school wordt uitgevoerd, maakt de toetskalender en coördineert de zorg.  Zij neemt aanvullende tests af als de gewone toetsen niet voldoende inzicht in bepaalde problematiek geven.  Zij adviseert leerkrachten over extra hulp en materialen.  Zij heeft contacten met de leerkrachten van de school voor speciaal basisonderwijs om nog beter hulp te kunnen bieden aan uw kind.  Zij heeft contacten met de externe hulpverleners, zoals de sociaalverpleegkundige van de GGD, ambulante begeleiders van het speciaal onderwijs, schoolbegeleiders van adviesdiensten etc.  Zij is zo nodig bij gesprekken met leerkrachten en ouders aanwezig wanneer het om de zogenaamde zorgleerlingen gaat. Ook wanneer zorg nodig is voor de begaafde leerlingen.  Zij heeft regelmatig overleg met de directie.  Zij maakt deel uit van het schoolmanagementteam (SMT).

Aan het begin van ieder schooljaar is er met de IB-er en groepsleerkracht een groepsbespreking. Dit is de zorgoverdracht naar een volgende groep. Zo krijgt de nieuwe leerkracht zicht op de zorgkinderen binnen de groep. Het maakt het mogelijk direct te starten met hulpprogramma’s als dat nodig blijkt. Ieder schooljaar wordt er een toetskalender gemaakt. Aan de hand van de toetskalender worden jaarlijks genormeerde toetsen afgenomen. Deze toetsen van het CITO leerlingvolgsysteem geven ons een objectief beeld t.a.v. de ontwikkeling van uw kind. Behalve groepsbesprekingen worden er ook leerling-besprekingen gehouden. Die besprekingen worden gedaan volgens een vaste procedure. Tijdens een leerlingbespreking kan een leerkracht een leerling bespreken waarbij hij tegen problemen in de hulp aan loopt. Tijdens dit overleg helpen de teamleden elkaar tot oplossingen te komen. De uitkomsten van deze besprekingen worden in de IB map vastgelegd. Acties die hieruit volgen, zoals bijvoorbeeld het starten van een handelingsplan, worden in een volgende leerling-bespreking geëvalueerd. De intern begeleider zorgt ervoor dat het SMT wordt geïnformeerd over de voortgang van de zorg.

6.2. Hulp aan individuele leerlingen Het komt voor dat een leerling bepaalde leerstof niet goed opgenomen heeft of dat het tempo te hoog ligt. De capaciteiten van leerlingen zijn immers verschillend. Extra hulp is dan nodig. De leerkracht signaleert en diagnosticeert. Dat wil zeggen dat de leerkracht onderzoekt op welk specifiek gebied het kind de hulp nodig heeft. In overleg met de intern begeleider maakt de leerkracht een hulpplan of handelingsplan. Een hulpplan wordt gemaakt als kinderen uitvallen bij specifieke onderdelen. Hierbij te denken aan lezen, tafels of bepaalde spellingproblemen. Een handelingsplan wordt gemaakt als het leerlingvolgsysteem een aantoonbare achterstand (van een half jaar of meer) op een bepaald vakgebied aantoont. Voor het hulpplan en handelingsplan geldt, dat het voor een beperkte periode wordt geschreven. De resultaten worden besproken met de intern begeleider, en de voortgang wordt vastgelegd in het leerlingendossier. Daarna wordt er besloten of de hulp het gewenste resultaat heeft opgeleverd of dat er nog andere specifieke hulp gewenst is. We houden u op de hoogte welke hulp we geven. Het kan ook zijn dat we uw hulp nodig hebben. Soms is het goed om er thuis ook wat aandacht aan te geven zoals bijvoorbeeld thuis met uw kind lezen. Wanneer u problemen over uw kind wilt bespreken, kunt u dat doen bij de groepsleerkracht, hij/zij maakt het kind de hele dag mee en heeft een goede kijk op de ontwikkeling van het kind in de groep, of de leerkracht die de ontwikkeling volgt van de kinderen uit de jaargroep van uw kind (zie blz. 9). Daarnaast kunt u ook de intern begeleider aanspreken. Soms is een onderzoek door de schoolbegeleidingsdienst noodzakelijk om meer inzicht te krijgen in het probleem dat zorgt voor een stagnering of vertraging van de ontwikkeling bij uw kind. Met als doel een heldere en duidelijke diagnose te krijgen waarmee we uw kind adequate hulp kunnen bieden.


19

6.3. Leerlingen van een andere school Wanneer leerlingen van een andere basisschool op de Gerardusschool komen, krijgen ze de ruimte om aan de nieuwe situatie te wennen. Na bestudering van het onderwijskundig rapport van de vorige school, mogelijk aangevuld met eigen toetsen, bepalen we het niveau van het kind en zetten we, zo nodig, gerichte hulp in.

6.4. Onderwijs aan anderstalige kinderen en kinderen uit de taalgroep Bij ons op school zitten ook kinderen van allochtone afkomst. Zij krijgen een extra taalprogramma naast het gewone taalprogramma van de groep. Regelmatig is er vooraf overleg met de leidsters van de peuterspeelzaal. Wij zijn dan op de hoogte of een kind in een taalgroep heeft gezeten. Met die informatie kunnen wij ons onderwijsaanbod goed op uw kleuter afstemmen. Het extra taalprogramma vergroot onder andere de woordenschat. De volgende activiteiten zorgen voor verdere oefening van de Nederlandse taal.  Interactief voorlezen (in de groepen 1-4) We worden daarbij geholpen door leerlingen uit groep 6-8  Pico Piccolo NT2  Woordenschat (oefenen met taal)  Taalmaatje (voor oudere kinderen)

6.5. Zorg Advies Team en het samenwerkingsverband. Wanneer wij niet meer de zorg kunnen bieden die een kind nodig heeft, kunnen we een beroep doen op het zorgteam van de interne begeleiders in de gemeente Kaag en Braassem, het Zorg Advies Team (ZAT) vanuit het samenwerkingsverband WSNS (Weer Samen Naar School). Hierin zijn vertegenwoordigd: adviseur van WSNS, bureau jeugdzorg, schoolmaatschappelijk werk, de jeugdarts, de leerplichtambtenaar, de schoolbegeleidingsdienst en de intern begeleiders van de scholen.

6.6. Hulp aan leerlingen met een handicap Onze basisschool staat open voor alle kinderen. Ook voor kinderen met een handicap of beperking zoals bijvoorbeeld: slechthorendheid, kinderen met het Syndroom van Down of kinderen met een motorische beperking. Bij deze aanmeldingen hoort een zorgvuldige afweging, waarbij we goed nagaan of wij de zorg, de hulp en het onderwijsaanbod kunnen bieden die zo’n kind nodig heeft. Als we beslissen over toelating, houden we er rekening mee of we wel de nodige deskundigheid in huis hebben om het kind een verantwoorde opvang te bieden. We willen tevens op een goede manier bijdragen aan een optimale ontwikkeling van het kind. Ook mogen we de aandacht voor de ontwikkeling van de overige kinderen niet uit het oog verliezen. Factoren van deskundigheid, mogelijkheden en taakbelasting worden besproken. Als we besluiten tot toelating, zal er op basis van een plan van aanpak, dat met de ouders wordt samengesteld, gehandeld worden. De evaluatie en de voortgangsprocedure bekijken we van jaar tot jaar.

6.7. Verlengen, versnellen en aangepaste programma's Af en toe komen we tot de conclusie dat alle extra inzet niet heeft geleid tot de voortgang in ontwikkeling die nodig is om door te stromen naar een volgende groep. Dan nemen we (na gesprekken met de ouders) het besluit om een leerling een jaar te laten verlengen. Hierbij handelen we volgens ons protocol verlengen/versnellen. Het kan ook zijn, dat het beter voor de ontwikkeling van het kind is om voor een bepaald vak verder te gaan met een aangepast programma. Zo'n leerling haalt mogelijk op dat gebied het einddoel van de basisschool niet. We stellen het aangepaste programma zo op, dat er aansluiting is bij het vervolgonderwijs. U bent altijd op de hoogte als dat bij uw kind van toepassing is. Wanneer kinderen zich sneller ontwikkelen, kan het zijn dat we er voor kiezen deze leerlingen eerder door te laten stromen naar de volgende groep. Dat is een proces, waarbij er zorgvuldige overwegingen worden gemaakt. Het protocol, waarin criteria en afspraken zijn vastgelegd, is de leidraad.

6.8 Talent Ontwikkel Plan (voorziening voor Excellente leerlingen) Binnen de SSBA zijn we bezig een voorziening te ontwikkelen, waarmee alle scholen tegemoet kunnen komen aan de onderwijsbehoefte van Excellente leerlingen. Een werkgroep waarin ook 2 teamleden van de Gerardusschool zitting hebben nemen hierin het voortouw. Zij worden begeleid door adviseurs van de schooladviesdienst MHR.


20

In het komende schooljaar komen de volgende kwaliteitsonderwerpen aan de orde:  Leerlingen uit groep 6 en 8 zijn m.b.v. een tevredenheidsonderzoek bevraagd naar onze kwaliteit.  Rekenen en wiskunde  Leerstof  Afstemming  schooladministratie

7.

Kwaliteitsverbetering

Wij werken op verschillende manieren aan de kwaliteit van ons onderwijs. Om te bepalen hoe het staat met de kwaliteit, proberen we zoveel mogelijk gegevens te verzamelen:  Voor de meting van opbrengsten van ons onderwijs maken we gebruik van methodeonafhankelijke toetsen van CITO. De entreetoets en de CITO eindtoets worden in respectievelijk groep 7 en 8 afgenomen.  De terugkoppelingen van het voortgezet onderwijs maken deel uit van die opbrengsten.  De rapporten van de inspectie geven ons informatie over onze sterke kanten, alsmede de verbeterpunten.  Het ouder-tevredenheidsonderzoek dat begin 2010 heeft plaats gevonden, het medewerkers-tevredenheidsonderzoek uit 2009 en het leerling tevredenheids onderzoek dat jaarlijks bij leerlingen uit groep 6 en 8 wordt afgenomen leveren veel informatie op.  We werken met een gekwalificeerd kwaliteitsinstrument: WMKPO. Dat instrument geeft handvatten tot het bepalen van de gewenste kwaliteit op onze school, het te verbeteren en te bewaken. De schooldomeinen (kwaliteitskaarten) komen uit het toetsingskader van de inspectie. Vanuit al deze gegevens wordt een beleidsplan geschreven: het schoolplan. Er is een nieuw schoolplan 2011-2015. Dit document wordt op de website gepubliceerd.

7.1

Integrale schoolontwikkeling

Als ouders wordt u bij de schoolontwikkeling betrokken. In de MR, klankbordgroep, het ouderforum en bij specifieke ouderavonden staan punten rondom schoolontwikkeling op de agenda en wordt er gevraagd wat u als ouder belangrijk vindt. De uitkomsten worden in het ontwikkelingstraject meegenomen. In de afgelopen 2 jaren heeft het onderwijs in de wereldoriëntatie-vakken centraal gestaan. Vanuit onze visie, doelen en het beeld dat we voor ogen hebben, heeft ons wereldoriëntatie-onderwijs vorm en inhoud gekregen. Er is een nieuwe methode aangeschaft. Wij zijn een actieve TOM school. TOM staat voor Teamonderwijs Op Maat. Een manier om het onderwijs anders te organiseren, waarbij steeds 3 pijlers belangrijk zijn: organisatie, personeel en leeromgeving. Vanuit onze overtuiging (visie) geven we invulling aan eigentijds en vernieuwend onderwijs, komen we tegemoet aan verschillen tussen kinderen en stemmen we ons onderwijsaanbod daarop af. Dit alles binnen de grenzen van een kleine school. Vanuit de basisgroep krijgen kinderen instructie en mogen ze daar waar ze kunnen zelfstandig aan het werk. Er wordt effectief gebruik gemaakt van ruimten en personeel. Er is veel informatie te vinden op de website: www.teamonderwijsopmaat.nl.

Doelen voor schooljaar 2012-2013 In het schoolplan zijn alle doelen uitgebreid beschreven. Tussentijdse evaluaties kunnen voor bijstellingen zorgen. De doelen zijn in het jaarplan SMART geformuleerd. Omdat wij vanuit onze TOM ontwikkeling werken via de 3 pijlers: personeel, organisatie en leeromgeving, worden de doelen en tussendoelen onder deze pijlers gerangschikt. Het jaarplan is, als hij is goedgekeurd, te vinden op onze website (http://gerardus.ssba.net) Voor u in het kort op een rijtje:          

De nieuwe directeur en leerkrachten zijn ingewerkt Er is een visie op rekenen geformuleerd en er zijn passende middelen aangeschaft Er is een nieuwe methode Engels aangeschaft Er is aan onze kwaliteit gewerkt m.b.v. het kwaliteitsinstrument WMKPO Er is bijgedragen aan de ontwikkeling van een voorziening voor excellerende kinderen Er is, in het kader van Passend onderwijs, een zorgprofiel vastgesteld voor de Gerardusschool Ouders hebben via het ouderforum meegedacht met de schoolontwikkeling Het techniekonderwijs is beschreven in doelen en criteria Er is een document waarin wordt beschreven hoe het vak burgerschapsvorming op de Gerardusschool vorm en inhoud krijgt Er is een veilige uitgang van de school gecreëerd


21

7.2. Methoden

7.4. Het schoolplan

In onze school geven we les met behulp van moderne lesmethodes. Wanneer een methode aan vervanging toe is of ons onderwijs op een bepaald gebied niet meer aansluit bij onze visie, gaan we over tot het aan de hand van onze visie bepalen van het gewenste beeld en het stellen van doelen. Deze doelen sluiten aan bij de kerndoelen die in de wet zijn vastgelegd. Vervolgens gaan we kijken wat we nodig hebben om onze doelen te bereiken. Wanneer er een methode nodig is om onze doelen te halen, zullen we aan de hand van criteria zorgvuldig onderzoeken welke methode past bij het onderwijs zoals wij dat voor ogen hebben (zie 4.3.2.).

Met ingang van augustus 1999 dient elke school te beschikken over een schoolplan. In dat plan staat beschreven wat de school voor de komende periode van vier jaar voornemens is te gaan doen, o.a. betreffende kwaliteitsbevordering. Het plan wordt steeds voorafgaand aan een nieuwe periode besproken in de medezeggenschapsraad. Het schoolplan kunt u op verzoek bij de directie inzien. In het voorgaande schooljaar is voor de komende vier jaar een nieuw plan geschreven. Door het werken met jaarplannen trachten wij het schoolplan actueel te houden.

7.3. De opbrengsten van ons onderwijs Om onze leerlingen acht jaar lang zo goed mogelijk te kunnen volgen in hun ontwikkeling, maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Het systeem levert waardevolle aanvullende informatie over een leerling. Het laat zien hoe een kind zich in een bepaalde periode heeft ontwikkeld. Ook de beoordeling op het rapport geeft een ontwikkeling aan. De methodegebonden toetsen geven aan of een leerling de behandelde stof begrijpt of heeft begrepen. De Cito-toetsen van ons leerlingvolgsysteem, zijn methodeonafhankelijk. Zij worden afgenomen bij een grote groep leerlingen verspreid over het hele land (landelijk genormeerd). Daardoor is het mogelijk de vorderingen van uw kind te vergelijken met leeftijdsgenoten en de opbrengsten van onze school te vergelijken met andere scholen. De vakken rekenen, lezen en taal worden op verschillende onderdelen getoetst. De resultaten van de toetsen worden besproken met directie, leerkrachten, interne begeleider en zo nodig met de ouders. De schoolopbrengsten worden in de weekbrief gepubliceerd. Ten aanzien van de schoolopbrengsten kunnen wij aan de hand van de objectieve gegevens van het leerlingvolgsysteem bekijken of ons onderwijsaanbod nog voldoet aan de huidige eisen van deze tijd. We kunnen nagaan of ons taal, lees -en rekenonderwijs verbeterde resultaten oplevert. Wij zijn daardoor beter in staat het onderwijs passend te maken voor kinderen. Ten aanzien van de vakken taal, lezen en rekenen hebben we als doel: op of boven het landelijk gemiddelde te zitten. Ten aanzien van de WO vakken hebben we ons ten doel gesteld de opbrengsten te verhogen. Bij de in mei 2011 afgenomen entreetoets is een opgaande lijn te zien t.a.v. de studievaardigheden. In 2012 zal bij de eindtoets hogere opbrengsten voor studievaardigheden en wereldoriëntatie waarneembaar moeten zijn.


22

8. Naar het voortgezet onderwijs

8.1. Hoe komt het schooladvies tot stand

De specifieke voorbereiding op het voortgezet onderwijs gebeurt in groep 8. De leerlingen krijgen van de leerkracht informatie over de verschillende mogelijkheden die er na de basisschool zijn en ze bezoeken een aantal scholen. Op de derde dinsdag in november is de jaarlijkse scholenmarkt in Kaag & Braassem. Ouders kunnen met hun kind naar de scholenmarkt toe om informatie te krijgen over de scholen voor voortgezet onderwijs in de gemeente Kaag & Braassem en omstreken.

Tijdens een leerling-bespreking eind november, waarbij de leerkracht van groep 8, de intern begeleider en de directeur van de school aanwezig zijn, worden de voorlopige adviezen samengesteld.

Het kan zijn dat in groep 7 al duidelijk is, dat een kind in het voortgezet onderwijs extra hulp nodig heeft. Hij/zij kan dan doorstromen naar het VMBO met Leerweg Ondersteuning (LWOO). Het leerlingvolgsysteem geeft dit aan door middel van de toetsresultaten en de groepsleerkrachten zien dit in de wijze van oppakken van leerstof. Aan het begin van groep 8 worden deze kinderen uitgenodigd mee te doen aan een drempelonderzoek. Dit onderzoek geeft duidelijkheid omtrent de capaciteiten en de mogelijkheden om LeerWeg Ondersteunend Onderwijs(LWOO) aan te vragen. Ouders worden hier altijd tijdens oudergesprekken bij betrokken. Deze vorm van onderwijs heeft kleinere groepen, meer ruimte voor extra leerhulp en huiswerkbegeleiding. Het LWOO zit bij het VMBO en kinderen kunnen daarna doorstromen naar een middelbare beroepsopleiding (MBO). Voor ouders is er in september een algemene informatiebijeenkomst. In december wordt het voorlopige advies van de school opgesteld en met u besproken. Aan het begin van elk kalenderjaar hebben bijna alle scholen van het voortgezet onderwijs open avonden die u samen met uw kind kunt gaan bezoeken. Nadat de uitslag van de CITO eindtoets binnen is, krijgt u schriftelijk van ons het definitieve advies. Uiterlijk half maart moet u een inschrijfformulier van de school naar keuze hebben ingevuld en op school hebben ingeleverd. De basisschool zorgt ervoor, dat alle inschrijfformulieren op tijd bij de scholen voor voortgezet onderwijs worden ingeleverd.

Het advies voor het voortgezet onderwijs wordt bepaald aan de hand van:  de vorderingen van de kinderen zoals die op de diverse rapporten zijn weergegeven  het inzicht van de leerkracht(en) uit de vorige groep(en)  de uitslagen van de toetsen uit het leerlingvolgsysteem  in heel enkele gevallen kan ook de uitslag van een psychologische test daarvan deel uit maken. Bij die bespreking over het advies zijn niet alleen de leerprestaties belangrijk, maar ook gegevens over de sociaal emotionele ontwikkeling, de belangstelling van het kind, de zin in studeren, de wil om zich ergens voor in te zetten en de behoefte aan hobby's en vrije tijd.

Cito eindtoets Met de Cito eindtoets wordt de kennis van de leerlingen onderzocht op het gebied van taal, rekenen, studievaardigheden en wereldoriëntatie. Ook wordt gekeken naar het inzicht van de kinderen. Wij krijgen als school een beeld hoe we het doen t.o.v. andere vergelijkbare scholen en hat landelijk gemiddelde. De uitslag bevestigt meestal het beeld dat de leerkrachten van de kinderen hebben. Het geeft duidelijkheid over de vorm van voortgezet onderwijs die het meest geschikt is. Onafhankelijk van het schooladvies geeft de Cito-toets een aanwijzing over de te maken schoolkeuze. In principe maken alle kinderen de CITO eindtoets, behalve kinderen die een achterstand hebben. Zij maken een vergelijkbare andere toets op hun eigen niveau. Kinderen die dyslectisch zijn, kunnen de toets op een afwijkend formaat maken met behulp van auditieve ondersteuning. Ook het internet biedt de mogelijkheid om kinderen met een vastgesteld leerprobleem de toets te kunnen laten maken. De uitslag van de toets krijgt uw kind in een dichte envelop mee naar huis. In die envelop zit meteen het definitieve advies. Alleen dan, wanneer kinderen ons verrassen en t.o.v. het voorlopige advies een duidelijke opgaande lijn in ontwikkeling te zien is, zal er een gesprek volgen. Er is een mogelijkheid dat het voorlopige advies naar boven bijgesteld wordt.


23

8.2. Uitstroomgegevens van de Gerardusschool

Toelichting:

Het percentage leerlingen dat naar de verschillende vormen van voortgezet onderwijs gaat, wisselt van jaar tot jaar. Het is afhankelijk van de samenstelling van groep 8.

VMBO = voorbereidend middelbaar beroeps onderwijs:

Voor ons beleid zijn de resultaten van de oud-leerlingen in het voortgezet onderwijs zeer van belang. Met name de tijd die oud-leerlingen nodig blijken te hebben om hun opleiding met succes af te ronden, speelt daarbij een rol. Doubleren, het niet afmaken van de gekozen opleiding en het eventueel veranderen van opleiding zijn belangrijke indicatoren of ons onderwijs dient te worden bijgesteld. Vanuit het voortgezet onderwijs horen wij dat we de kinderen een juist advies geven. Ze doen het erg goed op het door ons aangegeven niveau. 2007

2008

2009

2010

2011

VWO

7

6

4

3

2

HAVO/VWO

3

3

1

1

3

HAVO

2

3

2

4

2

HAVO / VMBO -T

-

3

-

1

2

VMBO-T

4

3

4

1

2

VMBO – GL - T

-

-

-

-

-

VMBO - KBL VMBO - BBL

3

4

2

3

-

VMBO – BBL / LWOO

3

-

-

1

-

22

22

13

14

11

VMBO – VMBO – VMBO – VMBO – LWOO

BBL KBL GL T

= = = = =

basis beroeps leerweg: ongeveer 75% praktijk 25 % theorie kader beroeps leerweg: ongeveer 50 % praktijk 50% theorie gemengde leerweg: ongeveer 25% praktijk 75% theorie theoretische leerweg (oude mavo) 100% theorie leerweg ondersteunend onderwijs binnen het VMBO

HAVO/VMBO—T = brugklas havo met vmbo-t gemengd, nadruk op havo lesstof. Na dit jaar keuze voor havo of vmbo-t. HAVO /VWO = havo met voortgezet wetenschappelijk onderwijs: atheneum – gymnasium. De basisscholen ontvangen tot twee jaar na het verlaten van de basisschool de cijfers van de kinderen. Ook is er nog contact tussen de scholen van basisonderwijs en voortgezet onderwijs.

9. Communicatie en informatie op de Gerardusschool Een goed contact tussen school en thuis is heel belangrijk. Niet voor niets noemden we voorin deze gids een geregeld contact met de ouders als een van de belangrijke zaken waar we op de Gerardusschool speciaal op letten. We informeren u niet alleen over alle belangrijke gebeurtenissen op school, maar ook over het wel en wee van uw kind. Wij van onze kant stellen het op prijs als u ons van belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houdt. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van een kind.

9.1

Weekbrief

De weekbrief is een wekelijks informatiebulletin waarmee wij u op de hoogte houden van actuele gebeurtenissen op en rond de school. De directeur schrijft wekelijks over zaken die binnen de school spelen. Er wordt o.a. verslag gedaan van het ouderforum en de schoolontwikkeling. Verder vindt u er informatie over: festiviteiten, geboortes, verjaardagen of nieuws uit de verschillende groepen. Iedere vrijdag wordt hij meegegeven aan het oudste kind van het gezin. Vraagt u er iedere week naar, het zou jammer zijn als u informatie zou missen. Ook de andere "post" gaat zoveel mogelijk op vrijdag mee. Het is handig als de kinderen op die dag een tas bij zich hebben om alles mee naar huis te nemen. Sinds twee jaar kunt u de weekbrief digitaal ontvangen. U kunt dat aangeven bij de groepsleerkracht. Kopij kunt u mailen naar [email protected] Ook is de weekbrief op de website te vinden.


24

9.2

Website

Wij zijn in het bezit van een moderne website die wekelijks wordt geactualiseerd. Op de site staat alle informatie die belangrijk is zoals de schoolgids, de kalender en de weekbrief. Alle groepen hebben hun eigen pagina op de site die zij kunnen vullen met foto’s en ander werk. De groepen hebben ook ieder hun eigen e-mailadres (zie ICT 4.3.2). U kunt de kinderen dus een e-mail op school sturen. De website is aangepast aan de eisen van deze tijd. Tevens hebben wij een fotoboek, waarin we regelmatig foto’s “plakken” van alle activiteiten die de kinderen doen. Het fotoboek is alleen te bezichtigen door ouders van onze school. U kunt zich via de website aanmelden.

9.3

Ouderparticipatie

Vanuit onze gedachte dat we samen school zijn en kinderen, ouders en team een onlosmakelijke driehoek vormen, is samenwerking tussen ouders en school niet meer weg te denken. Op velerlei manieren zijn ouders betrokken bij de school.

9.3.1 Ouders helpen op school Gelukkig zijn heel veel ouders op vele manieren actief op De Gerardusschool. Een moderne basisschool als onze school kán eenvoudigweg niet zonder. Niet alleen de leden van de schoolcommissie, de ouderraad, de luizenpluismoeders en de klassenmoeders spelen een belangrijke rol, maar ook andere ouders zijn actief bij veel activiteiten onder en na schooltijd. Een paar voorbeelden:  het leren omgaan met de computer;  hulp bij de leesateliers;  begeleiden van groepjes kinderen tijdens een uitstapje;  hulp bij sportactiviteiten;  assistentie bij de crea:  tuinklussen en snoeiwerkzaamheden;  hulp bij de GGMK (Geef Gerardus Meer Kleur);  daarnaast is er nog het kopieerwerk (weekbrief, schoolkrant) waarbij hulp van ouders gewenst is;  hulp bij voorbereidingen en uitvoeringen van diverse vieringen;  en alle andere activiteiten die ouderhulp nodig hebben.

En... niet te vergeten GGMK! GGMK is de afkorting van: Geef Gerardus Meer Kleur. Een aantal jaren geleden is deze "kluscommissie" in het leven geroepen om de school er wat gezelliger uit te laten zien. De ouderraad stelt hier jaarlijks een budget voor beschikbaar, verkregen uit de oud papier actie. Zo zijn de gangen beneden in mooie kleuren geverfd, computertafels geïnstalleerd, nieuwe kapstokken gemaakt, de vaste kasten in de klassen geverfd, enz. Deze klussen kunnen alleen geklaard worden met uw hulp. Vindt u het leuk om de verfkwast te hanteren en/ of te timmeren, dan kunt u zich opgeven op het formulier voor de GGMK. Het is plezierig te weten dat veel mensen zich inzetten voor de school. Ook dit jaar hopen we weer op voldoende aanbod van hulp. Het formulier waarop u zich voor bepaalde activiteiten kunt aanmelden, zult u in het begin van het schooljaar ontvangen. Wilt u zich later alsnog ergens voor aanmelden, neemt u dan contact op met een van de leden van de ouderraad of een lid van het schoolteam.

9.3.2 Ouderforum Op school hebben we een ouderforum. Eén tot twee keer per jaar nodigen wij ouders uit om aan dit forum deel te nemen. Deze groep ouders denkt vanuit hun professionaliteit als ouder op informele basis mee over de schoolontwikkeling. Het zijn avonden waar we m.b.v. verschillende coöperatieve werkvormen komen tot gesprek. De sfeer tijdens deze avonden is altijd erg gezellig en de bouwstenen die deze avonden opleveren worden door ons dankbaar gebruikt. Via de weekbrief krijgt u een uitnodiging. U kunt u ook aanmelden bij de directeur.

9.4

Ouderbijdrage

Aan alle ouders wordt per jaar door de ouderraad een bijdrage gevraagd om bepaalde festiviteiten en excursies te kunnen financieren. Hieronder vallen onder andere het Kerstfeest, de Paasviering, de sportdag en het schoolreisje die door de ouderraad worden betaald. Deze ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage. U begrijpt echter wel, dat we niet zonder deze financiële steun kunnen om al deze activiteiten te kunnen ondernemen. De hoogte van de ouderbijdrage wordt jaarlijks op de Algemene Leden Vergadering vastgesteld. De ouderbijdrage bedraagt momenteel € 32,50 per kind per jaar. Er ligt een plan om met automatische incasso te gaan werken. In de jaarvergadering zal de ouderraad u daarvan op de hoogte stellen.


25

9.5

Ouderraad

9.6

Op onze school zijn er veel activiteiten waarbij een helpende hand van ouders onontbeerlijk is. Wij hebben daarom een actieve ouderraad, die veel van deze taken op zich neemt en zich inzet voor het organiseren van activiteiten en festiviteiten ten behoeve van onze kinderen op de Gerardusschool. Daarnaast valt de oud-papieractie onder haar beheer. Verder vormt de ouderraad een belangrijke schakel tussen ouders en het schoolteam. Het bestuur van de ouderraad bestaat uit 11 personen en één lid uit het schoolteam. De leden worden gekozen tijdens de jaarlijkse Algemene Leden Vergadering

Leden van de Ouderraad John Bakker (voorzitter)

Zuidschans 13

2377 XH

Oude Wetering

3315209

Karin van Benten (secretaris)

Westeinde 81

2371 AX

Roelofarendsveen

3319253

Joyce Hogenboom penningmeester

Van Harteveldstraat 10 , 2371 VL

Roelofarendsveen

5013822

Annemieke Pieterse

Iepenstraat 12

2371 TL

Roelofarendsveen

5012321

Ina Brugman

Burg. Vostersstr. 57

2377 XH

Oude Wetering

3315667

Leonie Kaats

Burg. Vostersstr. 4

2377 XC

Oude Wetering

8886787

Angelique Wesselman Noorderhemweg 47

2371 EC

Roelofarendsveen

3312671

Kristel vd Pouw Kraan P. vd Veldenstraat 12

2371 TC

Roelofarendsveen

0628959850

Wouter van Asch

Europaweg 4

2371 TR

Roelofarendsveen

5214271

Sander Molenkamp

P. vd Veldenstraat 10

2371 TC

Roelofarendsveen

3318455

Karlijne Wetselaar

P. vd Veldenstraat 9

2371 TA

Roelofarendsveen

3310405

De jaarlijkse Algemene Leden Vergadering wordt dit schooljaar gepland op 11, 12 of 13 oktober. Uw aanwezigheid daarbij wordt zeer op prijs gesteld. Tijdens deze vergadering is het mogelijk dat er wijzigingen optreden in de samenstelling van de ouderraad. Natuurlijk zullen veranderingen door middel van de weekbrief worden kenbaar gemaakt.

Contactavonden en ouderbezoek

Jaarlijks organiseren we verschillende ouderavonden. Soms voor alle ouders, soms voor een deel van de ouders. Het begint altijd met de informatieavond in het begin van het schooljaar. U maakt dan kennis met de leerkracht(en) van uw kind. Zij geven u informatie over wat er dat schooljaar in de groep van uw kind gaat gebeuren. Het is belangrijk dat u deze avonden bijwoont. Wij geven informatie die voor u van belang is. 9.6.1 Rapportage met behulp van portfolio Wij hebben een rapportage ontwikkeld die aansluit bij onze visie en recht doet aan het onderwijs op de Gerardusschool. Omdat wij  de individuele ontwikkeling volgen  kinderen vergelijken met zichzelf  kinderen op hun eigen niveau een voldoende moeten kunnen behalen  en we ons onderwijs daarop afstemmen geven wij geen beoordeling, maar proberen we de ontwikkeling van kinderen in kaart te brengen. 9.6.1.1Waarom werken met portfolio’s? Steeds meer scholen werken met leerling-portfolio’s. Het traditionele rapport, waarin met cijfers en toetsgegevens uit het leerlingvolgsysteem een momentopname van de ontwikkeling van de leerling wordt gegeven, past vaak niet meer bij de werkwijze in het veranderende onderwijs. Er zijn verschillende redenen om met een portfolio te werken. Zelfvertrouwen en motivatie Door het werken met portfolio’s wordt een leerling niet vergeleken met anderen, maar met zichzelf: wat weet, kan en begrijp ik nú wat ik eerst nog niet wist, kon of begreep. Een leerling krijgt inzicht in zijn eigen ontwikkeling. Dit draagt bij aan het vergroten van het zelfvertrouwen en het gevoel van competentie en daarmee indirect aan de motivatie voor en betrokkenheid bij het leren. Inzicht in het eigen leerproces. De leerling ontwikkelt een beeld van zijn eigen leerproces. Door het selecteren, verzamelen en bewaren van werk denkt de leerling zelf na over zijn werk en reflecteert hij op zijn eigen leerproces. Interactie Werken met portfolio’s nodigt uit tot interactie tussen leerlingen onderling, tussen leerling en leerkracht/docent en tussen leerling en ouders.

Veel ouders helpen mee tijdens de activiteiten en festiviteiten die de ouderraad organiseert. Deze hulp is op vrijwillige basis. De ouderraad kan niet aansprakelijk gesteld worden voor verlies of beschadiging van persoonlijke zaken van deze ouders.


26

Volgen van de ontwikkeling op verschillende niveaus De leerkracht kan (samen met de leerling) verantwoorde en gedifferentieerde uitspraken doen over de ontwikkeling van de leerling (portfolio als registratiesysteem). Dit kan:  in de breedte: het laat zien welke kennis en vaardigheden geleerd zijn en kunnen worden gebruikt;  in de diepte: het laat de kwaliteit van het werk zien. Niet een score, maar het werk zelf evenals inzicht in het proces dat tot het resultaat heeft geleid;  wat betreft de groei: het laat ontwikkelingen in de tijd zien.

Leesportfolio: - Wat heb ik geleerd - Waar ga ik aan werken - Waar ben ik trots op Kinderen vullen in wanneer ze een bepaald leesniveau hebben behaald. Ze geven aan wat ze goed kunnen en wat ze nog willen leren. Aan de hand van reflectiegesprekken met kinderen wordt de leesontwikkeling geëvalueerd en worden nieuwe doelen gesteld. Kinderen verzamelen werkjes waar ze trots op zijn.

Nadat we met team en ouders uitvoerig hebben gesproken hoe dat op de Gerardusschool vorm en inhoud zou moeten krijgen, hebben we gekozen voor een mix. Recht doen aan de behoefte van de kinderen en ouders betekent dat in de rapportagemap een kindgedeelte en een oudergedeelte te vinden zijn.

Inhoud van de lesstof: wat komt er in een jaar aan bod.

9.6.1.2. Inhoud portfolio Kindgedeelte Omdat de ontwikkeling van kinderen centraal staat en kinderen eigenaar zijn van hun eigen ontwikkelingsproces, zijn de volgende ontwikkelingsgebieden in het kindgedeelte te vinden: De sociaal emotionele ontwikkeling: - Wie ben ik - Wat kan ik al - Wat kan ik nog leren Leerlingen krijgen zicht op hun eigen talenten op het gebied van: Samenwerken, omgaan met volwassenen en kinderen, regels en afspraken, alsmede op het zelfstandig werken, uitvoeren van een taak, werktempo en de verzorging van het eigen werk. Hoe is dat terug te vinden in de rapportage:  Kinderen geven op een blad aan hoe zij aankijken tegen hun eigen ontwikkeling. Wat gaat goed en wat kan beter. De kinderen benoemen waar ze de komende periode aan willen werken.  Leerkrachten beschrijven wat ze goed vinden gaan en geven kinderen bouwstenen waar ze het nog beter kunnen doen.  Kinderen hebben een complimentenblad in hun rapportage. U als ouders kunt daarmee ook aangeven welke talenten uw kind heeft. De eerste twee documenten vormen de basis van het reflectiegesprek. Kinderen krijgen zicht op hun eigen ontwikkelingsproces en handvatten om sociaal emotioneel sterker te worden. De bladen en teksten zijn aangepast aan het niveau van de kinderen.

Het oudergedeelte Het oudergedeelte bestaat uit 2 delen: 1. Een overzicht van de waarderingen gegeven voor de verschillende vak -en vormingsgebieden alsmede de uitslag van de laatst afgenomen CITO toetsen. U krijgt hiermee zicht op het ontwikkelingsproces van uw kind. 2. Een overzicht van uw kind uit het leerlingvolgsysteem: Voor de kleuters is dat een overzicht van de 10 ontwikkelingsgebieden uit de GOVK (Gouds Observatiesysteem Voor Kleuters). Voor de kinderen uit groep 3 t/m 8 is dat een kinduitdraai uit het digitale leerlingvolgsysteem Parnassys. Op dat overzicht staan alle resultaten van de methode onafhankelijke en landelijk genormeerde CITO toetsen tot dan toe. Dit overzicht beslaat de schoolloopbaan vanaf groep 1/2. Ouders mogen het oudergedeelte thuis bewaren. Steeds als de portfoliomap mee naar huis gaat, zit er een actuele uitdraai van het oudergedeelte in, aangevuld met de nieuwste gegevens. Tot slot: We denken met deze rapportage recht te doen aan onze visie, waarbij de ontwikkeling van kinderen centraal staat want:

Leren doe je vooral samen Ouders - kinderen - school


27

9.6.1.3. Rapportagemomenten Drie keer per jaar wordt u als ouder door het team geïnformeerd over de ontwikkeling van uw kind. In november worden alle ouders van de kinderen uit groep 1 t/m 7 op de eerste ouderavond verwacht. U wordt tijdens dit gesprek (van een kwartier) op de hoogte gebracht van: - wat er gebeurd is met de afspraken gemaakt in het laatste gesprek. - hoe uw kind aan het begin van het nieuwe schooljaar de overstap naar de nieuwe groep heeft opgepakt. - hoe zijn/haar contact is met de nieuwe groep, de juf en/of de meester - hoe uw kind omgaat met de aangeboden leerstof - zo mogelijk: hoe heeft uw kind de eerste toets(en) gemaakt. - hoe uw kind omgaat met het zelfstandig werken De ouders van de kinderen in groep 8 krijgen een uitnodiging voor een gesprek begin december. Dat gesprek zal tevens dienen om het voorlopige advies voor het voortgezet onderwijs aan u uit te leggen. Nadat de uitslag van de CITO eindtoets binnen is, zal het voorlopige advies omgezet worden in een definitief advies. Indien de uitslag van de CITO daar aanleiding toe geeft, kan de leerkracht u dan weer uitnodigen voor een gesprek.

9.6.2 Open avond schoolproject Als afsluiting van het jaarlijkse schoolproject organiseren we altijd een open avond. Dan staat aan het begin van de avond het schoolgebouw voor iedereen open. U kunt dan samen met uw kind in de klassen het werk bekijken. Broertjes en zusjes en oma's en opa's mogen uiteraard ook meekomen. De datum kunt u in de kalender terugvinden. Overigens kunt u na schooltijd altijd naar het werk van uw kind komen kijken! 9.6.3 Afspraken De leerkrachten zijn altijd bereid om na schooltijd met u te praten over de ontwikkelingen van uw kind. Voor schooltijd heeft u even de gelegenheid om korte maar belangrijke informatie aan de leerkracht door te geven. Er is echter geen tijd om u lang te woord te staan. Noodgevallen uitgezonderd natuurlijk. Indien de ontwikkeling van uw kind daar aanleiding toe geeft, wordt u uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht(en) en de intern begeleider. Deze gesprekken vinden na schooltijd en overdag plaats. 9.6.4 Gesprek met directie en IB-er De directeur heeft geen officieel spreekuur. U kunt haar altijd aanspreken. Als het nodig is, maakt ze heel snel een afspraak met u. Dat geldt ook voor de intern begeleider. In de informatiekalender en weekbrief vindt u de tijden waarop de directeur aanwezig is. De intern begeleider werkt op maandag en donderdag.

Begin februari krijgen alle kinderen van groep 1 t/m 8 hun portfoliomap mee naar huis. Naar aanleiding van deze rapportage kunt u een gesprek aanvragen met de groepsleerkracht. Deze gesprekken duren 10 minuten. Indien de ontwikkeling van uw kind opvalt, kan dat voor de leerkracht aanleiding zijn om u uit te nodigen voor een gesprek. In de een na laatste schoolweek krijgt uw kind voor de tweede keer de portfoliomap mee naar huis. U bent ook dan in de gelegenheid om met de leerkracht van gedachten te wisselen n.a.v. de rapportage. Ook dan weer kunt u zelf een gesprek aanvragen. Mocht u tussentijds nieuwsgierig zijn naar wat uw kind in zijn/haar map heeft verzameld, dan kunt u hem/haar vragen om eens op school de map in te mogen zien.


28

9.7

Oud papier

10.

Regelingen

10.1 Schooltijden

Sinds een aantal jaren zijn de schooltijden op alle basisscholen in gemeente Kaag & Braassem gelijkgeschakeld! Iedere morgen begint voor alle groepen de school om 08.30 uur. De ochtend eindigt voor alle groepen op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag om 12.00 uur en op woensdag om 12.15 uur (dit geldt dus ook voor de onderbouwgroepen) 's Middags begint de school om 13.15 uur en eindigt om 15.15 uur. De deuren van de school gaan 10 minuten voor aanvang van de lessen open (08.20 uur en 13.05 uur). De kinderen kunnen dan rustig naar binnen gaan. U wordt verzocht ervoor te zorgen dat de kinderen op tijd op school zijn. De groepen 1 en 2 zijn vrij op maandag-, woensdag- en vrijdagmiddag. De groepen 3 en 4 zijn vrij op woensdag- en vrijdagmiddag. De overige groepen zijn zoals reeds lang gebruikelijk vrij op de woensdagmiddag.

10.2 Vakanties en vrije dagen 2012-2013 kermisdag

21-09

1 dag

herfstvakantie

15-10 t/m 19-10

1 week

Kerstvakantie

vrijdag 12 uur uit

24-12 t/m 4-1

2 weken

voorjaarsvakantie

vrijdag 12 uur uit

18-02 t/m 22-02

1 week

paasvrij

01-04

1 dag

meivakantie

29-4 t/m 10-5

2 weken

2e pinksterdag

20-5

1 dag

19-07 t/m 30-08

6 weken

zomervakantie

vrijdag 12 uur uit

In verband met de schoolontwikkeling zijn er studiemomenten voor het team gepland, waarop alle kinderen vrij zijn. Deze zijn gepland op: vrijdag 14 september vrijdag 11 januari ‘s middags maandag 15 april ‘s middags Op maandag 5 december vieren we het sinterklaasfeest. Die dag werken we volgens een continurooster voor de groepen 3-8. Ook voor de Paasviering op 5 april is er een continurooster. De kinderen zijn die dagen om 14.00 uur uit. We laten het u via de weekbrief tijdig weten.


29

10.3 Leerplichtwet en verlof

10.3.1 Welke taken horen bij de leerplichtwet en verlof?

Het kind is leerplichtig: Op enig moment valt een kind onder de leerplichtwet. Wat houdt dat in, wat staat er in de leerplichtwet.

Taak van de ouders

Wat wordt bedoeld met leerplicht: De leerplicht is de plicht om op een erkende school ingeschreven te staan en deze school elke dag te bezoeken. Wanneer is mijn kind leerplichtig: De echte leerplicht begint op de eerste dag van de maand, die volgt op de maand dat het kind 5 jaar is geworden. Een kind dat op 10 oktober zijn 5e verjaardag heeft gevierd, wordt op 1 november leerplichtig. Mag mijn kind eerder naar school: Nadat het kind is ingeschreven op een basisschool kan het kind worden toegelaten vanaf het moment dat het kind vier jaar is geworden. Wanneer het kind zijn 4e verjaardag viert kan het naar de basisschool. Moet mijn kind hele dagen naar school: De leerplicht begint met vijf jaar. Soms is een schoolweek te lang voor jonge leerlingen. Daarom biedt de leerplichtwet mogelijkheden tot vrijstelling. Wanneer uw kind vijf jaar is kunt u in goed overleg met de directeur van de school uw kind maximaal vijf uur per week thuis houden. Mocht dit niet voldoende zijn dan mag de directeur daar nog vijf uren extra vrijstelling per week bovenop doen. De regeling is uitsluitend bedoeld om overbelasting van het kind te voorkomen. Zodra het kind zes jaar is geworden geldt de overgangsregeling niet meer. Zesjarigen moeten allemaal het volledige onderwijsprogramma volgen. Moet mijn kind ook als het vier jaar is naar school: Strikt genomen hoeft het kind als het vier jaar is nog niet naar school. Maar als u uw kind aanmeldt bij een school en die school laat uw kind toe, dan valt het onder de regels die de school stelt. Op die leeftijd is er dan sprake van een zgn passieve leerplicht: u wordt dan geacht de lestijden en de regeling van vakanties en vrije dagen te volgen. Elke school zal echter soepel omgaan met verzoeken voor vrijaf. In het belang van de ontwikkeling van het kind wordt u echter dringend verzocht deze verzoeken tot een minimum te beperken. Tot wanneer duurt de leerplicht: De leerplicht eindigt aan het eind van het schooljaar, waarin een leerling zestien jaar is geworden. Gedurende de basisschooltijd vallen kinderen dus altijd onder de leerplicht. In die periode zijn de ouders verantwoordelijk voor het naleven van de leerplicht. Na de basisschooltijd wordt het kind ook zelf verantwoordelijk en daardoor aanspreekbaar op ongeoorloofd verzuim. De basisschooltijd eindigt aan het eind van het achtste schooljaar (meestal het schooljaar waarin het kind twaalf jaar wordt of is geworden).

U schrijft uw kind in op de school van uw keuze. U zorgt er voor dat uw kind alle lessen volgt. Als uw kind van school gaat, om welke reden dan ook, mag u uw kind pas uitschrijven na inschrijving op een nieuwe school.

Taak van de school De school schrijft uw kind in en bij vertrek weer uit en geeft dit door aan de leerplichtambtenaar van uw gemeente. Als uw kind zonder geldige reden niet naar school gaat, dan is de school verplicht dit door te geven aan de leerplichtambtenaar. De directie van een school kan bij hoge uitzondering verlof verlenen voor maximaal tien schooldagen (zie: vakantie en extra vrij).

Taak van de leerplichtambtenaar De leerplichtambtenaar is werkzaam voor de gemeente en controleert of alle leerplichtige leerlingen bij een school staan ingeschreven. Als een leerling niet staat ingeschreven, onderzoekt de leerplichtambtenaar de oorzaak en adviseert of bemiddelt bij plaatsing op een school. De leerplichtambtenaar stelt direct een onderzoek in als een leerling niet op school komt. Voor verdere informatie over de Leerplichtwet verwijzen wij u naar de website van het Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland: www.rbl-hollandrijnland.nl of telefonisch: 071 – 5239000. 10.3.1 ziekte, vakantie en (ongeoorloofd) schoolverzuim

ziekte Als uw kind ziek is en niet naar school kan, moet u dit meteen aan de school melden. Dit kan schriftelijk, mondeling of telefonisch gebeuren. Belt u naar school (het liefst vóór 8.20 uur), dan kunt u het bericht aan degene die de telefoon beantwoordt, doorgeven. Hij/zij zorgt er dan voor dat de leerkracht op de hoogte gesteld wordt. Helaas komt het wel eens voor dat een leerling of gezinslid op vakantie ziek wordt, waardoor de leerling pas later op school kan terug keren. Het is van groot belang dat u dan een doktersverklaring (uit het vakantieland) meeneemt, waaruit de duur, de aard en de ernst van de ziekte blijkt. Op die manier voorkomt u mogelijke misverstanden.


30

10.3.2 Ongeoorloofd schoolverzuim Uw kind mag niet zonder geldige reden wegblijven van school. Als dit wel gebeurt, dan moet de school hier tegen optreden. Als uw kind niet naar school komt, zal de school contact met u opnemen. Als uw kind langer dan drie dagen afwezig is, is de directie van de school verplicht dit te melden aan de leerplichtambtenaar van uw gemeente. Deze leerplichtambtenaar onderzoekt waarom uw kind verzuimt en bekijkt in overleg met u hoe uw kind zo snel mogelijk weer naar school kan. Ouders zijn verplicht op te treden wanneer hun kind spijbelt, want volgens de wet moeten de kinderen naar school. Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt. 10.3.3 Op vakantie onder schooltijd Voor vakantie onder schooltijd kan alleen een uitzondering op de hoofdregel gemaakt als u als ouder door uw werk niet weg kunt in de schoolvakantie (vanwege seizoensgebonden arbeid) en uw gezin in geen enkele schoolvakantie binnen één schooljaar twee weken aaneengesloten met vakantie kan. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar uw kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaatshebben. Het betreft de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Bij uw aanvraag moet een werkgeversverklaring worden gevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep én de verlofperiode van de betrokken ouder blijken. Verder dient u met de volgende voorwaarden rekening te houden: - in verband met een eventuele bezwaarprocedure (zie punt 6) moet de aanvraag ten minste acht weken van tevoren bij de directeur worden ingediend, tenzij u kunt aangeven waarom dat niet mogelijk was - de verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan - de verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen Extra vrij Bij belangrijke gebeurtenissen in de familie (bijvoorbeeld een huwelijk of een sterfgeval) kan uw kind vrij krijgen. Tot en met tien schooldagen moet u hiervoor toestemming vragen aan de directie van de school. Voor meer dan tien dagen moet u toestemming vragen aan de leerplichtambtenaar. Ook voor sommige religieuze feesten mogen kinderen maximaal een dag thuisblijven. U moet dit melden aan de directie van de school.

De volgende situaties zijn geen belangrijke gebeurtenissen: - familiebezoek in het buitenland - vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding - vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden - een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan - eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte - verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn 10.3.4 Verlof in geval van ‘andere gewichtige omstandigheden’ Onder ‘andere gewichtige omstandigheden’ vallen situaties die buiten de wil van de ouders plaats binden.  Tot en met tien schooldagen per jaar beslist de directeur van de school over het al dan niet toekennen van het verlof.  Bij meer dan tien dagen beslist de leerplichtambtenaar, nadat hij de directeur heeft gehoord. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet gedacht worden aan:  Verhuizing: maximaal één dag.  Huwelijk van bloed en aanverwanten tot en met de derde graad binnen de woonplaats: maximaal één dag.  Huwelijk van bloed en aanverwanten tot en met de derde graad buiten de woonplaats: maximaal twee dagen.  Huwelijk van bloed en aanverwanten tot en met de derde graad buiten Nederland, binnen Europa vijf dagen, Buiten Europa tien dagen.  12,5-,25-, 40-, of 50 jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders: Maximaal één dag.  Ernstige ziekte van bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad: periode in overleg met de directeur.  Overlijden van bloed- en aanverwanten in de tweede graad: maximaal twee dagen. Buiten Nederland maar binnen Europa maximaal vijf dagen. Buiten Europa maximaal 10 dagen.  Overlijden van bloed en aanverwanten in de derde en vierde graad: maximaal één dag.  Naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen met uitzondering van vakantieverlof. De directeur neemt hierover een beslissing en laat dit de ouders schriftelijk weten. Tegen de beslissing kan de belanghebbende een bezwaarschrift indienen bij het bevoegd gezag.


31

Meer dan tien schooldagen Het gaat hierbij om omstandigheden waarbij sprake is van een medische of sociale indicatie. In verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste 8 weken van tevoren bij het Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland worden ingediend.

Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Wel kan de indiener van een beroepschrift zich wenden tot de President van de bevoegde rechtbank met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen. Aan zo’n juridische procedure zijn kosten verbonden: voordat u een beroepschrift indient, is het raadzaam juridisch advies in te winnen, bijvoorbeeld bij een bureau voor Rechtshulp.

10.3.5 Hoe dient u een aanvraag in? Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties zijn verkrijgbaar bij de directeur van de school. U levert de volledig ingevulde aanvraag, inclusief relevante verklaringen, in bij de directeur van de school. Zij neemt dan, de regels in acht nemende, zelf een besluit.

10.3.7 Vervanging leerkracht Bij ziekte van de leerkracht komt er in principe een invalkracht. Wanneer er geen invalkracht beschikbaar is, zoeken we intern naar een oplossing. Er wordt geprobeerd géén kinderen naar huis te sturen bij ziekte van één van de leerkrachten. Toch zal het in uiterste nood wel eens kunnen gebeuren, maar alleen wanneer er echt géén opvang voor een groep is en alle mogelijkheden al zijn benut. De ouders/verzorgers worden van tevoren schriftelijk op de hoogte gebracht indien hun kind die ochtend/middag of hele dag vrij zal zijn.

Overzicht (niet christelijke) religieuze feestdagen De volgende beleidsregels regels worden door het Regionaal Bureau Holland Rijnland gehanteerd. Wij adviseren schooldirecteuren dit beleid te volgen bij het toekennen of afwijzen van verlof voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging. Alleen voor religieuze feestdagen verlof verlenen. Bij verzoeken voor vrijstelling van geregeld schoolbezoek in verband met religieuze feestdagen, maximaal één dag per feest toestaan, ongeacht de duur van het feest. 10.3.6 Niet eens met het besluit Wanneer uw verzoek om extra verlof wordt afgewezen en u bent het niet eens met dat besluit, kunt u schriftelijk bezwaar maken. U dient een bezwaarschrift in bij de persoon die het besluit heeft genomen. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste de volgende gegevens bevatten: - naam en adres van belanghebbende - de dagtekening (datum) - een omschrijving van het besluit dat is genomen - argumenten die duidelijk maken waarom u niet akkoord gaat met het besluit - wanneer het bezwaar niet door u maar namens u wordt ingediend, moet u een volmacht ondertekenen en bij het bezwaarschrift voegen. U krijgt de gelegenheid om uw bezwaar mondeling toe te lichten. Daarna krijgt u schriftelijk bericht van het besluit dat over uw bezwaarschrift is genomen. Bent u het dan nog niet eens met het besluit, dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken schriftelijk beroep aantekenen bij de Arrondissementsrechtbank, sector Bestuursrecht.


32

10.4 Aanmeldingsprocedure en toelating

2. Kinderen die verhuisd zijn en dus van een andere school afkomstig

Iedereen is in principe van harte welkom op de Gerardusschool. Toelating op onze school is niet afhankelijk van geloof of levensovertuiging. Vanuit onze visie: “ iedereen is uniek, niemand volmaakt en samen zijn we compleet” geven we inhoud aan ons onderwijs. Het is voor het team van de Gerardus belangrijk dat we tegemoet kunnen komen aan de onderwijsbehoefte van de aan ons toevertrouwde kinderen. Samenwerken, samen leren en accepteren van verschillen zijn voor ons kernbegrippen. Van ouders van niet-katholieke leerlingen wordt verwacht, dat zij de identiteit/missie van de school respecteren. Van nietkatholieke leerlingen wordt verwacht dat ze aan alle activiteiten in dit kader binnen de lestijden van de school deelnemen. We kennen 3 verschillende soorten aanmeldingen.

a. In principe verloopt de inschrijving zoals beschreven bij 1. b. De beoordeling vindt plaats, nadat er door de intern begeleider contact opgenomen is met de school van herkomst. Op grond van specifieke omstandigheden, bijvoorbeeld groepsgrootte, groepsproblematiek, groepssamenstelling, kan de directie besluiten de ouders door te verwijzen naar een andere basisschool. c. Bij kinderen voor de groepen 3 t/m 8 kan, voor plaatsing in de groep, een instaptoets afgenomen worden. Het doel hiervan is om een helder beeld te krijgen t.a.v. de onderwijsbehoefte van het kind. Dit doen wij alleen als de informatie van de school van herkomst onvoldoende is. d. De directie beslist in welke groep het nieuw aangemelde kind geplaatst wordt. e. De leerkracht maakt met u een kennismakingsafspraak voor uw kind.

1. Kinderen die nog 4 jaar moeten worden of net zijn

3. Ouders die andere motieven hebben om een andere school voor hun kind te zoeken

a. U kunt als ouder er voor kiezen om de directeur van de school te benaderen voor een kennismakingsgesprek. De directeur maakt een afspraak en zal uitleg geven over de school en het onderwijs op de Gerardus. U krijgt een kennismakingspakket mee met daarin de schoolgids, kalender en inschrijfformulieren. Er is ook een mogelijkheid om de open middag te bezoeken. Tijdens deze middag kunt u een kijkje nemen in de “keuken” van de Gerardusschool. Alle deuren van de lokalen zijn open. Ouders van de ouderraad ontvangen u. De directeur en een teamlid leiden u rond en vertellen over het onderwijs op de Gerardusschool. U krijgt een kennismakingspakket mee met daarin de schoolgids, kalender en inschrijfformulieren. b. Nadat de directeur uw inschrijfformulier heeft ontvangen, beoordelen de directeur en IB-er binnen vier weken de inschrijving. Indien uit de beoordeling van de inschrijfformulieren blijkt dat uw kind (mogelijk) specifieke zorg nodig heeft die andere eisen stelt aan onze school, dan worden stappen ondernomen om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoefte van uw kind. Mochten wij niet de expertise in huis hebben om aan zijn/haar onderwijsbehoefte te voldoen, dan worden andere mogelijkheden verkend. c. U ontvangt als ouder een bevestiging van inschrijving. d. Voor dat uw kind zijn/haar vierde verjaardag viert, wordt u door de juf opgebeld om wenafspraken te maken. Als uw kind vier jaar wordt volgt de daadwerkelijke toelating

a. In principe verloopt de inschrijving zoals beschreven bij 1. b. Indien ouders n.a.v. de kennismaking besluiten dat ze met hun kind(eren) over willen stappen, worden de ouders gevraagd contact op te nemen met de directeur van de huidige school om hun argumenten kenbaar te maken. Eerst moeten nl. alle oplossingstrajecten binnen de huidige school doorlopen zijn. c. Als de directeur van de huidige school op de hoogte is gebracht, neemt de directeur van de Gerardusschool contact op met de directeur van de huidige basisschool. Op grond van zowel door ouders aangeleverde argumenten als door school aangeleverde argumenten neemt de directie een besluit de leerling al dan niet toe te laten. d. De directeur besluit in welke groep de leerling geplaatst wordt. Ten aanzien van verandering van basisschool binnen de gemeente Kaag en Braassem wordt een terughoudend beleid gevoerd. Dit om te voorkomen dat ouders met hun kind gaan ‘shoppen’. Als het toch tot een verandering van school komt, wordt geadviseerd om dit na een kerst- of zomervakantie te laten plaats vinden.


33

10.5 Buitenschoolse opvang (BSO) Kindkracht 0/12 verzorgt kwalitatieve en professionele buitenschoolse opvang (BSO) binnen de gemeente voor kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar. De buitenschoolse opvang verzorgt voorschoolse opvang (opvang van 7.30 u tot 8.45 u), naschoolse opvang (opvang na schooltijd tot 18.30 u) en vakantieopvang (dagopvang in vakanties). De kinderen, waarvan de ouder(s) of verzorger(s) werken of studeren, worden na schooltijd door medewerkers van de BSO opgehaald en naar een BSO locatie gebracht. Oudere kinderen gaan -met instemming van hun ouder(s)- zelfstandig naar de BSO toe. Het uitgangspunt van de buitenschoolse opvang is ‘vrij om te doen waar je zin in hebt’, want het is de vrije tijd van kinderen. Voor informatie kunt u contact opnemen met Kim Verdel (tel: 071-3317041 of mail [email protected]) of onze website bezoeken (www.kindkracht.nl). Indien wijzigingen in de lestijden plaatsvinden, anders dan vermeld in deze schoolgids, stelt de school de BSO hiervan in kennis. Wij raden wel u aan dit voor de zekerheid te verifiëren.

10.6 Overblijven in het kort Vanaf 1 augustus 2006 is het overblijven een bestuursverantwoordelijkheid geworden. Het bestuur heeft deze neergelegd bij de directeur van de school. Omdat op alle scholen binnen de stichting de huidige overblijf regeling - met betaalde vrijwilligers - goed bevalt, is bovenschools besloten deze regeling te handhaven. Bovenschools is in een reglement een en ander ten aanzien van taken, verantwoordelijkheden en gedragscodes vastgelegd. U ontvangt aan het begin van het schooljaar een overblijfgids van de Gerardusschool, waarin het protocol en alles wat er mee samenhangt is vastgelegd en verantwoord. Dit boekje wordt jaarlijks uitgereikt. Wilt u het dus goed bewaren. Op iedere school is een overblijfcoördinator aanwezig. Op dit moment is deze functie vacant. De TSO coördinator valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur. Via een regelmatig overleg proberen we de kwaliteit van het overblijven goed te houden. De kosten zijn € 1,60 per keer. Ouders van “vaste” overblijvers krijgen een kwartaal rekening. Andere ouders kunnen een tien rittenkaart kopen. Alle betalingen geschieden via de bank. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan daarvan worden afgeweken. De directeur is hierin bepalend.

Een overblijfformulier: Om te zorgen dat we zicht houden op de kinderen die overblijven (en ze niet zonder dat u of wij het weten ergens anders zijn) vragen wij u voor het begin van het nieuwe schooljaar een formulier in te vullen. U kunt daarop aangeven welke vaste dagen de overblijf dagen van uw kind(eren) zijn. Bus in de hal beneden links van de ingang: Voor de incidentele overblijvers vragen wij u een briefje in de daarvoor bestemde bus te doen. Op dat briefje geeft u aan op welke dag(en) die week uw kind incidenteel overblijft. Als uw kind regelmatig overblijft en een keer niet komt, wilt u dat dan ook via een briefje (in de bus) doorgeven aan de overblijfouders, zodat er niet onnodig naar uw kind wordt gezocht? Het is uw eigen verantwoordelijkheid als ouders om er voor te zorgen dat men bij de overblijf op de hoogte is van de aan- of afwezigheid van uw kind(eren). Doorbetalen: Omdat het aantal kinderen bepalend is voor het aantal overblijfkrachten, wordt niet tijdig gemelde afwezigheid (week van te voren) gewoon doorberekend. Alleen in incidentele onverwachte gevallen (ziekte, overlijden) kan afgeweken worden van die regel.

10.7

Schoolverzekering leerlingen

Alle leerlingen, die op onze school staan ingeschreven, zijn collectief verzekerd door middel van een "Collectieve Onderwijspolis". Verzekeraars waarborgen de verzekerden, met inachtneming van de "Algemene en Bijzondere Voorwaarden", ter zake van ongevallen, een aantal uitkeringen (overlijden, invaliditeit, geneeskundige behandeling). Uitkeringen betreffen alleen bodemuitkeringen. Indien u dit wenselijk acht, kunt u zelf een meer uitgebreide verzekeringsovereenkomst aangaan. De verzekering geldt altijd gedurende door school georganiseerde of in schoolverband bezochte activiteiten. Het schoolkamp valt daar dus bijv. ook onder. Ook schoolreisjes, sportwedstrijden of museumbezoek behoren daartoe. Tevens het gaan naar en van school is via deze polis verzekerd. De verzekeraar gaat er echter vanuit dat het kind 's morgens direct van huis naar school gaat en 's middags eveneens direct via de kortste weg naar huis. Eerst spelen bij een ander kind en daarna naar huis valt daar dan niet onder.


34

10.8

Verjaardagen

10.8.1 Verjaardag kinderen De kleuters vieren hun verjaardag in de melkkring rond half 11. Eén of beide ouders mogen bij het verjaardag vieren aanwezig zijn in de groep. Vanaf groep 3 vieren we de verjaardag van de kinderen zonder ouders.

Trakteren Trakteren op school als je jarig bent, hoort er bij. We zien echter liever geen zoetigheid uitgedeeld worden. Iets hartigs is vaak net zo lekker en wel zo gezond. Gezien het toenemende aantal kinderen dat (over)-gevoelig is voor bepaalde stoffen, is het trakteren van snoep voor deze kinderen (die het niet mogen hebben, maar het wel lekker vinden) een steeds terugkerende teleurstelling. We hopen dat u daar rekening mee wilt houden. Het trakteren van kauwgom en lollies is verboden!

10.8.2 Verjaardagen leerkrachten Voor de kinderen blijft het leuk om iets voor de leerkracht te doen. Wij willen niet dat de kinderen kostbare cadeaus meebrengen. Een tekening of een plakwerkje is net zo leuk. De dag wordt in overleg met de klassenouder gevierd. Zij zorgt voor het ophalen van geld om een cadeautje te kopen. In de hogere groepen nemen de kinderen onderling wel het initiatief om samen voor de leerkracht iets te maken of te kopen.

11.

Schoolregels

Eén van de uitgangspunten van onze school is dat kinderen met plezier naar school gaan. Voor een goede sfeer zijn er schoolregels nodig en maken we afspraken met de kinderen. Geregeld praat het team over de regels. Zo zorgen we ervoor dat regels in alle klassen hetzelfde zijn, natuurlijk aangepast aan de leeftijd van het kind (zie 11.7). Er is veel aandacht voor gedragsregels. We gaan uit van 3 kapstokregels:  voor groot en klein zullen we aardig zijn  de school is binnen een wandel gebied en buiten hoeft dat lekker niet  we zullen goed voor de spullen zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken morgen

Kinderen dienen zich te houden aan gedragsregels. We bespreken met de kinderen welke dat zijn. Regelmatig maken we de leerlingen hierop attent. We leren de kinderen ook hoe ze bepaalde conflicten kunnen oplossen. Er zijn regels opgesteld hoe de kinderen zich dienen te gedragen in de klas, de gang en op de speelplaats.

11.1

Verkeersregels rond de school

Kinderen halen en brengen De ervaring leert dat bij minder goede weersomstandigheden veel kinderen worden gebracht en/of gehaald. Begrijpelijk neemt dan de verkeersdrukte toe. U kunt zich voorstellen dat het vooral dan, voor de uitgaande schooljeugd onoverzichtelijk wordt. Parkeer uw auto op het parkeerterrein en niet langs het trottoir voor het schoolhek. Veel zal een kwestie van wennen zijn, maar verkeersopvoeding vindt niet alleen op school plaats, maar ook in het gezin en tijdens de gang naar en van school. Uw goede voorbeeld doet ongetwijfeld goed volgen. Het goede voorbeeld geldt ook voor het gebruik van het zebrapad aan de Meerkreuk. Toegegeven dat het wel wat uit de loop is komen te liggen voor sommige kinderen, zullen we er met elkaar toch voor moeten zorgen dat de kinderen die oversteken, zoveel mogelijk van de zebra gebruik maken.


35

11.2 Fruit eten/10-uurtje

11.5 Leesateliers

's Morgens kunt u uw kinderen schoongemaakt fruit, een liga of iets dergelijks meegeven. Geef niet teveel mee. Geen snoepgoed om de welbekende reden. Op school mag onder de lessen niet gesnoept worden. Voor alle groepen geldt: wees voorzichtig met het meebrengen van drinken. Het komt nogal eens voor dat gymen schoolspullen onder de melk en/of drinkyoghurt zitten.

Er zijn 2 leesateliers ingericht. We proberen daar veel verschillende leesmaterialen zoals boeken, strips en informatiemateriaal te verzamelen. Tijdens het lezen mogen kinderen in de ateliers werken. Er zijn regels hoe te werken in de leesateliers. Ieder kind kan daar zo vaak een boek lenen als het wil. De kinderen mogen de boeken niet mee naar huis nemen om te lezen. We adviseren om alle kinderen een abonnement op de openbare bibliotheek te laten nemen. Dat kost niets.

11.3 Verloren en gevonden voorwerpen

Als kinderen opzettelijk schade aan de schoolmaterialen toebrengen moeten ze helaas door u vergoed worden.

Het komt nogal eens voor dat kinderen allerlei spullen op school kwijtraken. Enkele raadgevingen om dit te voorkomen: Oorbellen, sieraden, kettingen, horloges, ringen en dergelijke: het dragen of meebrengen is voor eigen risico. Laat ze liever thuis. Mobiele telefoons mogen niet aan in de klas. De telefoons gaan uit en worden door de leerkracht bewaard. Wij zien ze liever niet op school! Speelgoed mag niet meegebracht worden, alleen bij verjaardagen van kinderen uit groep 1 t/m 4 en na Sinterklaas. Ook dan voor eigen risico.  Zet de naam in jassen, laarzen en sportkleding.  Maak wanten aan een koord vast.  Controleer geregeld of uw kind iets kwijt is. Indien er toch spullen vermist worden, bel dan meteen naar school. Als we iets vinden, houden we het apart. Na verloop van tijd kan in de bak gevonden voorwerpen gekeken worden of er spullen van uw kind tussen liggen. Deze bak staat naast de ladekast bij de ingang op de grote speelplaats. Voor de zomervakantie doen we alles weg!!!!!

11.4 Rookverbod Op school geldt ten alle tijden een rookverbod in het hele schoolgebouw.

11.6 Fietsen Jonge kinderen, vooral beneden de 8 jaar, zijn nog niet gewend aan de drukte van het verkeer. Zij onderkennen, wanneer zij alleen naar school fietsen, soms niet de gevaren van het verkeer. Daarom vragen wij u jonge kinderen (tenzij het om welke reden dan ook niet anders kan) niet zonder begeleiding naar school te laten fietsen. Fietsen horen in de stalling of fietsenrekken te staan Wanneer blijkt dat er teveel kinderen op de fiets komen, zullen we opnieuw moeten gaan werken met zÔnes en fietskaartjes, om zo het parkeerprobleem in de fietsenstalling op te lossen.


36

Augustus Kleur begint hier!!!


37

11.7 Leefregels Leefregels: 1. Iedereen hoort erbij  troost, help en zorg voor elkaar, dan voelt niemand zich naar  iedereen mag meedoen  ook al zijn we verschillend van aard, we zijn evenveel waard  als we aardig zijn voor elkaar, voelt niemand zich hier naar  laat iedereen in zijn waarde  wij beoordelen elkaar niet, op hoe de ander er uit ziet  de een heeft dit, de ander dat, aan iedereen mankeert wel wat respecteren van elkaars mening 2. Pas op je woorden  niet schelden  elkaar noemen bij de voornaam  er is er maar één die praat, zodat het beter gaat  roddelen en klikken, zullen wij niet pikken  met twee woorden spreken 3. Handen en voeten thuis  schoppen en slaan wordt bij ons niet gedaan  wil je iets van elkaar, vraag het maar  we raken elkaar alleen aan als we dat beide goed vinden

11.8 Diversen Tenslotte nog deze afspraken:  De kinderen mogen onder de les niet snoepen.  Kauwgom en lolly's zijn altijd verboden.  De kinderen mogen het speelterrein tijdens de pauzes en tijdens het overblijven niet verlaten.  De kinderen mogen geen petten op tijdens de lesuren. Het kan zijn dat regels gedurende het schooljaar moeten worden gewijzigd. Dit vindt u meteen in de weekbrief.

4. Wees zuinig en netjes  als we goed voor alle spullen zorgen kan iedereen er weer van genieten morgen 5. Eerlijk duurt het langst  eerlijk zijn, dat vinden wij fijn 6.    

Gaat er iets mis, praat er over zit je niet lekker in je vel, kom naar ons, wij luisteren wel voelt iets naar, praat het uit en vergeef elkaar kom voor jezelf en anderen op durf te zeggen: STOP


38

september


39

11.9 Schorsing en verwijdering

12.

11.9.1 Schorsen Schorsen is een ordemaatregel die de directeur een leerling kan opleggen op basis van zijn gedag in de school. De toegang tot de school wordt de leerling dan tijdelijk ontzegd.

12.1 Peuterspeelzaal

11.9.2 Verwijdering Onder verwijderen wordt verstaan het ontzeggen van de toegang tot de school en het volgen van onderwijs, met uitschrijving tot gevolg. Tot verwijdering kan worden overgegaan: a. op basis van gesignaleerde leer- en/of gedragsproblemen Binnen het onderwijsleerproces kunnen door de school problemen in de voortgang van de ontwikkeling, dan wel in het gedrag van de leerling gesignaleerd worden. De school zal vanuit zijn professionaliteit de gesignaleerde problematiek in eerste instantie bespreken met de ouders en zijn inspanningen ter zake aan de ouders uiteenzetten. Binnen de samenwerkingsverbanden WSNS zijn eveneens door basisscholen afspraken gemaakt hoe in voorkomende gevallen te handelen. Er is een zorgstructuur opgezet waarbij de extra hulp aan het kind in eerste instantie op schoolniveau verzorgd wordt. Wanneer echter blijkt dat ondanks de geboden hulp de gesignaleerde problematiek manifest blijft, zal de school in het voortgangstraject de ondersteuning van een externe instantie (schoolbegeleidingsdienst, VIA -Leiden, ZAT, PCL) nodig hebben. Van de ouders is hiervoor toestemming vereist. Wanneer de ouders onverhoopt geen medewerking wensen te verlenen aan nader onderzoek, dan kan het College van Bestuur de procedure tot verwijdering en uitschrijving van de leerling starten nadat de ouders door de directeur schriftelijk zijn geïnformeerd over de consequenties van het uitblijven van aanvullend onderzoek. b. op basis van niet te tolereren gedrag van de leerling Indien het gedrag van de leerling aanleiding geeft tot ernstige ordeverstoring in de klas/ groep en/of de school en indien genomen maatregelen geen of weinig effect sorteren (dit ter beoordeling aan de directeur), dan zal overgegaan kunnen worden tot een tijdelijke maatregel (leerling buiten de groep, (in overleg met het College van Bestuur) een of enkele dagen schorsing) en uiteindelijk eventueel verwijdering door het College van Bestuur. c. op basis van niet te tolereren gedrag van de ouders/verzorgers Indien sprake is van onbehoorlijk en/of intimiderend gedrag van de ouders ten overstaan van leerlingen en/of medewerkers van de school, (waaronder begrepen het niet langer voldoen aan de onder “Toelating, algemeen ” onder 1. gestelde regels) kan de directeur besluiten het College van Bestuur voor te stellen de ouders de toegang tot de school en/of het schoolterrein te ontzeggen. De ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld van deze consequentie van hun gedrag. Wanneer de school door blijvend bedoeld gedrag van de ouders de leerling niet meer adequaat kan begeleiden, of gevreesd moet worden voor meer dan incidentele verstoring van het onderwijs aan de overige leerlingen, dan kan de school zijn onderwijskundige verantwoordelijkheid niet meer ten volle dragen en kan de directeur het College van Bestuur voorstellen tot verwijdering van de leerling over te gaan.

Instellingen die bij de school betrokken zijn

Het peuterspeelzaalwerk in Kaag en Braassem wordt uitgevoerd door de stichting Kindkracht 0/12, die in diverse kernen van de gemeente actief is. De peuterspeelzaal voor onze omgeving is Zonnewijzer aan het Pastoor Onelplein. Als uw kind tussen de 2 en 4 jaar is, kan hij/zij op de peuterspeelzaal geplaatst worden. Daar kan uw kind op jonge leeftijd al veel plezier beleven aan het contact met andere kinderen. Ook het leren samenspelen en omgaan met nieuwe materialen komt in de peuterspeelzalen aan de orde. U kunt uw kind vanaf 1 jaar inschrijven. Het komt dan al vast op de wachtlijst te staan. Neem voor nadere informatie, bijvoorbeeld over de kosten, contact op met de peuterspeelzaal (www.kindkracht.nl).

12.2 Inspectie voor primair onderwijs De inspectie houdt toezicht op het onderwijs en de kwaliteit van ons onderwijs. Jaarlijks is er overleg met de inspectie en de directie van de school. U kunt de inspectie bereiken: Inspectie van het onderwijs Email: [email protected] Website: www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief) Kantoor Zoetermeer Postbus 501, 2700 AM Zoetermeer 079-3203333

De procedure die bij schorsen en verwijderen gevolgd wordt is op de website van de school gepubliceerd en op te vragen bij de directeur.


40

oktober


41

De GGD en uw kind Jeugdgezondheidszorg op school De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) begeleidt de groei en ontwikkeling van jeugdigen van 0 tot 19 jaar. Dat doen we op de basisscholen onder andere door alle kinderen van groep 2 en 7 te onderzoeken. U kunt ook zelf contact met ons opnemen als u vragen of zorgen hebt over de gezondheid, ontwikkeling of opvoeding van uw kind. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Ouders, kinderen en jongeren kunnen terecht op de CJG’s met al hun vragen over opgroeien en opvoeden. In het CJG werken meerdere organisaties samen zoals de GGD Hollands Midden en Kwadraad (algemeen maatschappelijk werk) Het is de bedoeling dat eind 2011 alle gemeenten één of meerdere CJG’s hebben. Voor meer informatie: CJG advies: (088) 254 23 84 Virtueel CJG Online is informatie te vinden en te krijgen via het virtuele CJG: www.cjg(naamgemeente).nl Het is ook mogelijk online vragen te stellen. Zorg voor leerlingen De jeugdarts of jeugd verpleegkundige neemt deel aan het Zorgadviesteams. Indien nodig overleggen zij met de leerkracht, huisarts of andere instanties.

Meer informatie? Meer informatie kunt u vinden op de website www.ggdzhn.nl of bij het JGZ-team van onze school: Werkadres:

telefoon E-mail locatie: Werkdagen:

Hof van Alkemade Schoolbaan 2b 2371 VJ Roelofarendsveen Tel: (071) 5730291 [email protected] maandag en donderdag (oneven weken)

Jeugdarts: E-mail arts: Werkdagen:

mevrouw Patricia Wassink [email protected] maandag en donderdag (oneven weken)

Assistente: mevrouw Coby Bouwmeester-van der Wilk E-mail assistente: [email protected] Werkdagen: maandag en donderdag (oneven weken) Sociaal-verpleegkundige: mevrouw Caroline van Zoolingen telefoon: (071) 405 66 17 Mobiel: (06) 137 84 571 E-mail: [email protected] Werkdagen: maandag tot 14.30 uur, dinsdag en donderdag

Een gezond schoolleven De afdeling JGZ geeft de school adviezen over veiligheid, hygiëne, infectieziekten, omgaan met elkaar, pesten, voeding en beweging en dergelijke. De GGD steunt de school bij het uitvoeren van gezondheidsprojecten. Meer informatie Kunt u vinden op onze website www.ggdhm.nl. Contact De school kan u informeren over de naam en bereikbaarheid van de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Op onze website staat vermeld welke JGZ medewerkers aan de school van uw kind verbonden zijn. U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met het secretariaat JGZ van de GGD Hollands Midden. Tel. : 071 – 516 33 42 of mailen naar [email protected].


42

november


43

12.4 MHR architecten in leren Ontwerpers van een leeromgeving met kracht, kleur en inspiratie. Dat is de missie waar MHR voor staat. MHR is een onderwijsorganisatie. Onze kracht ligt in het bevorderen van kwaliteit van het onderwijs op een persoonlijke en vraaggerichte wijze. Wij geven kleur aan innovatief onderwijs. Het begeleiden en inspireren van leerlingen en leraren is één van onze speerpunten. Dat betekent dat wij ons richten op onder meer:  het onderzoeken van kinderen (denk daarbij aan dyslexie, hoogbegaafdheid, adhd, leer –, gedrags– en sociaal emotionele problemen)  het invoeren van nieuwe methodieken en onderwijsconcepten  het coachen van leraren  het geven van trainingen, ook voor ouders  een veilig schoolklimaat  de zorg rond Passend Onderwijs Het kind staat daarbij centraal.

12.6 Schoolmaatschappelijk werk SMW Het school maatschappelijk werk maakt samen met leerlingen, hun ouders en leerkrachten problemen inzichtelijk en bespreekbaar. Indien nodig legt SMW contact met gespecialiseerde zorg buiten school. Hélène Sitanala is als maatschappelijk werkster verbonden aan onze school. Geheimhouding: U kunt er op rekenen dat alle informatie die het schoolmaatschappelijk werk van u ontvangt vertrouwelijk wordt behandeld. De schoolmaatschappelijk werkster is gebonden aan een beroepsgeheim. Contact: Als u vragen of zorgen heeft over uw kind, dan kunt u contact opnemen met de schoolmaatschappelijk werker. U kunt haar bereiken via de groepsleerkracht of de intern begeleider van de school. Wilt u zelf contact opnemen, dan kunt u elke dag een afspraak maken op telefoonnummer 0172 460560, bereikbaar via kantoor Alphen aan den Rijn of via mail: [email protected]

Onze schoolbegeleider voor de leerling-zorg is: Erica Jongenburger Onze partners zijn schoolteams en individuele leraren in basis– en voortgezet onderwijs, peuterspeelzalen, leerlingen en hun ouders, schooldirecties en schoolbesturen/ gemeenten. Schoolbegeleidingsdienst MHR-architecten in leren Antwerpseweg 2 2803 PB Gouda www.mhr.nl

12. 5 Het Centrum Jeugd en Gezin Wat doet het centrum en voor wie? Het centrum is er voor ouders die vragen of zorgen hebben op het gebied van opvoeden, ontwikkeling of ouderschap. Het adres is: Schoolbaan 2b 2371 VJ Roelofarendsveen Of u kunt bellen met CJG ADVIES 088 - 254 23 84


44

december


45

Plattegrond


46

januari


47

Linda Mooijekind 2/3

Sandy van der Meer 1/2

Hanneke Pakkert 4 Bouwcoördinator BB

Adri van der Meer Intern Begeleider Bouwcoördinator OB Marry Loekenbach 1/2

Marlies Mul 7/8

Karin Dol directeur

Conny Tersteeg 5/6

Corine de Groot 1/2

Angelie Glansbeek 5/6

Leonie Kuiper 4 en 7/8


48

februari


49

Groep 1 en 2


50

maart


51

Groep 3-4


52

april


53

Groep 5-6


54

mei


55

Groep 7-8


56

juni


57

juli


58


59

RK Gerardusschool Teamonderwijs Op Maat - Oude Wetering - Telefoon

Recommend Documents