Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
: Gemeente Rotterdam Ontwikkelingsbedrijf p/a Oostelbos Van den Berg B.V.
Opdrachtgever
Reeuwijkse Poort 103 2811 MX REEUWIJK Projectnummer
: 20100108
Status rapport / versie nr.
: Definitief / D02
Datum
: 8 juni 2010
Opgesteld door
: C. Machielsen
Gecontroleerd door
: drs. ing. M.G.A. van den Brink
Voor akkoord
: drs. ing. M.G.A. van den Brink
Paraaf :
Versie nr.
Datum
Omschrijving
Opgesteld door
Gecontroleerd door
D01
02/06/2010
Risico-inventarisatie Externe Veiligheid
CM
MB
D02
08/06/2010
Tekstuele aanpassingen
CM
MB
Postbus 4156 4900 CD Oosterhout Hoevestein 20b 4903 SC Oosterhout
t.(0162) 456481 f.(0162) 435588
[email protected] www.ageladviseurs.nl
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
INHOUD
20100108 juni 2010 blad 1
blz.
1
INLEIDING
2
2
OMSCHRIJVING ONTWIKKELINGSLOCATIE
3
2.1
Ligging Zorghotel De Slinge
3
2.2
Nieuwe ruimtelijke ontwikkeling
3
4
5
6
3
VEILIGHEIDSBELEID
4
3.1
Algemeen
4
3.2
Plaatsgebonden risico
4
3.3
Groepsrisico
4
3.3.1
De verantwoordingsplicht groepsrisico
5
3.3.2
Verantwoordingsplicht plasbrandaandachtsgebied (PAG)
6
3.3.3
Verantwoordingsplicht zelfredzaamheid
6
3.3.4
Verantwoordingsplicht hulpdiensten
6
3.4
Kwetsbare objecten
6
3.5
Beperkt kwetsbare objecten
6
3.6
Regelgeving
7
INVENTARISATIE AANWEZIGE RISICOBRONNEN
8
4.1
Algemeen
8
4.2
Inventarisatie BEVI inrichtingen
9
4.3
Inventarisatie transportroutes
9
4.4
Inventarisatie buisleiding
12
TOETS VEILIGHEIDSBELEID
13
5.1
Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer
13
5.2
Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRVG)
13
5.3
Huidig beleid buisleidingen
13
SAMENVATTING EN CONCLUSIE
14
© AGEL adviseurs bv 2010 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
1
20100108 juni 2010 blad 2
INLEIDING
In opdracht van de Gemeente Rotterdam Ontwikkelingsbedrijf is door AGEL adviseurs een onderzoek uitgevoerd naar de veiligheidsaspecten van aanwezige risicobronnen in de omgeving van het Zorghotel De Slinge, gevestigd aan de Slinge 5 te Rotterdam. Het Zorghotel betreft een tijdelijke huisvesting voor de opvang van ex dak- en thuislozen waarvoor een tijdelijke bouwvergunning is aangevraagd. De tijdelijke bouwvergunning is tot 31 juli 2010 van kracht. Omdat is besloten het bouwwerk voor een langere periode dan tot en met juli 2010 in stand te houden is een aanvraag voor een permanente bouwvergunning noodzakelijk. Daarnaast heeft de gemeente Rotterdam aangegeven dat ook een Goede Ruimtelijke Onderbouwing (GRO) dient te worden ingediend. In het kader van deze GRO dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de wettelijke normen voor externe veiligheid. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dienen te voldoen aan de grens- en richtwaarde voor externe veiligheid. Het doel van het onderzoek is om op basis van een inventarisatie van de aanwezige risicobronnen te toetsen of de definitieve bestemming van de locatie Slinge 5 kan voldoen aan de grens- en richtwaarde voor externe veiligheid. In hoofdstuk 2 zal ingegaan worden op de ligging van de onderzoekslocatie en het gebruik van zorghotel. Hoofdstuk 3 geeft een omschrijving van het huidige veiligheidsbeleid en in hoofdstuk 4 worden de resultaten gegeven van de inventarisatie van de aanwezige risicobronnen. De beoordeling van de risicobronnen vindt plaats in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 sluit de rapportage af met een samenvatting en conclusie.
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
2
20100108 juni 2010 blad 3
OMSCHRIJVING ONTWIKKELINGSLOCATIE
2.1 Ligging Zorghotel De Slinge Het zorghotel is gelegen aan De Slinge 5 in de deelgemeente Charlois, welke onderdeel uitmaakt van de gemeente Rotterdam. De ontsluiting van de locatie vindt plaats via de Slinge. Op het buitenterrein is een parkeervoorziening aanwezig met een capaciteit van 10 parkeerplaatsen voor personenwagens. Het zorghotel is gelegen op een afstand van ca. 15 meter uit de meest nabij gelegen rijlijn van de Slinge. De afstand tot de Vaanweg bedraagt ca. 80 meter. In figuur 2.1 is de ligging van het zorghotel weergegeven. Figuur 2.1 Ligging zorghotel in haar omgeving
Zorghotel De Slinge
2.2 Nieuwe ruimtelijke ontwikkeling In 2005 is een tijdelijke bouwvergunning afgegeven voor de bouw van een semi permanent zorghotel. Voorafgaand aan dit gebruik was een jeugdhonk op het perceel aanwezig. Het tijdelijk gebruik van het perceel wil men omzetten naar permanent gebruik van de locatie ten behoeve van logies doeleinden in de vorm van een zorghotel voor ex dak- en thuislozen. Het aanwezige woon- en verblijfsgebouw heeft een totaal bruto gebruiksoppervlak van 990 m² verdeeld over 2 bouwlagen. Op de begane grond bevinden zich o.a. 3 verblijfsruimten voor mindervalide, de keuken met eetkamer, 2 huiskamers en enkele kantoren ten behoeve van het begeleidend personeel. Op de verdieping zijn de verblijfsruimten aanwezig voor de gasten van het zorghotel. Bij een maximale benutting van alle verblijfsruimten biedt het zorghotel plaats voor 31 personen waarvan 3 mindervalide. Daarnaast zijn 5 medewerkers werkzaam.
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
3
20100108 juni 2010 blad 4
VEILIGHEIDSBELEID
3.1 Algemeen Het veiligheidsbeleid in Nederland is gebaseerd op een tweetal begrippen, het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Daarnaast is voor de beoordeling van belang of er sprake is van een kwetsbaar object dan wel van een beperkt kwetsbaar object. 3.2 Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico is de kans per jaar dat, één persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats langs een transportroute of nabij een inrichting verblijft, komt te overlijden als gevolg van een incident met het vervoer, de opslag en/of de handeling van gevaarlijke stoffen. Daarbij is de omvang van het risico een functie van de afstand waarbij geldt: hoe groter de afstand, des te kleiner het risico. De risico’s worden weergegeven in PRrisicocontouren. De PR contour geldt voor kwetsbare objecten als een grenswaarde en mag niet worden overschreden. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de PR contour van 10-6 als richtwaarde. Van een richtwaarde kan op basis van gewichtige redenen worden afgeweken. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan zwaarwegende maatschappelijke, economische en/of planologische redenen. Figuur 3.1 Gevaarbron met PR contouren 10-5 en 10-6
3.3 Groepsrisico Het groepsrisico is de kans per jaar dat een groep van 10 of meer personen in de omgeving van een transportroute of een inrichting voor handelingen met gevaarlijke stoffen in één keer het (dodelijk) slachtoffer wordt van een ongeval. Het groepsrisico geeft de aandachtspunten aan waar zich mogelijk een ramp met veel slachtoffers kan voordoen en houdt daarmee rekening met de aard en dichtheid van de bebouwing in de nabijheid van de transportroute. Het groepsrisico kan niet in contouren worden vertaald zoals het plaatsgebonden risico, maar wordt weergegeven in een grafiek. In de grafiek word de groepsgrootte van aantallen slachtoffers (x-as) uitgezet tegen de cumulatieve kans dat een dergelijke groep slachtoffer wordt van een ongeval (y-as). In figuur 3.2 is een voorbeeld van een dergelijke grafiek weergegeven.
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
20100108 juni 2010 blad 5
Figuur 3.2 Voorbeeld groepsrisicocurve
De kans dat (een groep) slachtoffers vallen, wordt weergegeven met een curve; de fN-curve. Het verloop van deze curve geeft een beeld van het groepsrisico. In tegenstelling tot het plaatsgebonden risico geldt voor het groepsrisico geen grenswaarde maar een oriëntatiewaarde. Deze oriëntatiewaarde kan gezien worden als een streefwaarde en heeft geen juridische status. Het overschrijden van de oriëntatiewaarde is mogelijk mits dit in de besluitvorming door het bevoegd gezag gemotiveerd wordt middels een verantwoordingsverplichting. Bij deze verantwoordingsplicht moet o.a. aandacht besteed worden aan bronmaatregelen, plasbrandaandachtsgebied, zelfredzaamheid, inzetbaarheid hulpdiensten e.d..
3.3.1
De verantwoordingsplicht groepsrisico
De verantwoordingsplicht van het groepsrisico houdt o.a. in dat naast een rekenkundige beoordeling van de hoogte van het groepsrisico ook een beoordeling moet plaatsvinden naar de aspecten ‘plasbrandaandachtsgebied’, ‘zelfredzaamheid’ en ‘bestrijdbaarheid’ van het ongeval. Deze beoordeling is noodzakelijk indien sprake is van de ligging van (beperkt) kwetsbare objecten binnen een plasbrandaandachtsgebied, een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico en bij een toename van het groepsrisico indien het totale groepsrisico beneden de oriënterende waarde blijft. De verantwoording van het groepsrisico dient plaats te vinden over het gebied dat aangemerkt wordt als het invloedsgebied dan wel veiligheidsgebied van de gevaarbron. In veel gevallen is voor de omvang van het invloedsgebied de 1% letaliteit van het maatgevend ongevalscenario bepalend. Dit is de afstand waarbij 1% van de slachtoffers van het ongeval komt te overlijden.
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
20100108 juni 2010 blad 6
Vaak wordt uit pragmatische overwegingen een invloedsgebied van 200 meter aangehouden omdat de personendichtheid op een afstand groter dan 200 meter van de risicobron weinig effect geeft op de berekening van het groepsrisico daar deze berekening gebaseerd is op de omvang van het aantal dodelijke slachtoffers als gevolg van het ongeval. Voor de inzetbaarheid van hulpdiensten en de mogelijkheid tot zelfredzaamheid is deze beperking niet gewenst. De capaciteitsbepaling van de hulpdiensten wordt ook mede bepaald door het aantal niet dodelijk gewonden. Voor o.a. LPG tankstations is door het ministerie een invloedsgebied vastgesteld van 150 meter.
3.3.2
Verantwoordingsplicht plasbrandaandachtsgebied (PAG)
Het plasbrandaandachtsgebied is het gebied van 30 meter uit de rechter rand van een rijstrook van een weg dan wel 30 meter uit het midden van de buitenste spoorlijn welke deel uitmaken van de hoofdinfrastructuur van het rijkswegennet en spoornet. Indien kwetsbare objecten zijn gelegen binnen dit gebied dient rekening gehouden te worden met de effecten van een plasbrand. In de verantwoording moet de gemeente bij bouwplannen in deze gebieden motiveren waarom op deze locatie wordt gebouwd.
3.3.3
Verantwoordingsplicht zelfredzaamheid
Zelfredzaamheid is het vermogen van de burger om zichzelf of andere burgers in veiligheid te brengen zonder tussenkomst van professionele hulpverleners bij de dreiging van, of het optreden van, een gevaarlijke situatie. Hierbij spelen o.a. een belangrijke rol de fysieke gesteldheid van de aanwezige personen, de beschikbare vluchtmogelijkheden en de mogelijkheden tot tijdig waarschuwen.
3.3.4
Verantwoordingsplicht hulpdiensten
In de verantwoordingsplicht moet met name aandacht worden besteed aan de benodigde en aanwezige hulpverleningscapaciteit, de inzet van blusmiddelen, bereikbaarheid en dergelijke. Het brandweeradvies is hierbij een belangrijke informatiebron. 3.4 Kwetsbare objecten Onder kwetsbare objecten worden o.a. verstaan: • Woningen, woonschepen, woonwagens, woongebouwen e.d., tenzij verspreid gelegen met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare. • Verblijfsgebouwen zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen, scholen e.d.. • Overige gebouwen waar grote aantallen personen gedurende een groot deel van de dag aanwezig zijn zoals kantoorgebouwen met een bvo van meer dan 1500 m² of winkelcomplexen met meer dan 5 winkels. 3.5 Beperkt kwetsbare objecten Als beperkt kwetsbare objecten worden o.a. aangemerkt: • verspreid gelegen woningen met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare; • dienst- en bedrijfswoningen; • kantoorgebouwen tot 1500 m²; • horeca-inrichtingen; • bedrijfsgebouwen; • recreatie-inrichtingen tot een verblijf van niet meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen; • winkels welke niet aangemerkt worden als kwetsbaar object.
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
20100108 juni 2010 blad 7
3.6 Regelgeving Het overheidsbeleid betreffende externe veiligheid is nog in ontwikkeling en inmiddels voor bepaalde onderdelen in wettelijke besluiten en circulairs vastgelegd. Het onderzoek is gebaseerd op de navolgende besluiten/circulaires: • Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) • Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) • Vuurwerkbesluit • Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRVG) • Concept Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) • Concept Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) • RIVM memo d.d. 30 maart 2009 ‘Veiligheidsafstanden voor hogedruk aardgasleidingen’ • Brief Ministerie van VROM d.d. 5 augustus 2008 ‘Externe veiligheid en transportleidingen met brandbare vloeistoffen K1K2K3 in de interim-periode’. Naast bovenstaande besluiten en circulaires, welke met name gericht zijn op grotere risicobronnen, zijn in het Besluit algemene regels voor inrichtingen ook veiligheidsvoorschriften opgenomen voor o.a. de opslag van vuurwerk tot een maximale hoeveelheid van 1.000 kg, de opslag van propaan in tanks tot een maximale hoeveelheid van 13.000 kg en de opstelling van aardgasmeet- of regelstation.
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
4
20100108 juni 2010 blad 8
INVENTARISATIE AANWEZIGE RISICOBRONNEN
4.1 Algemeen Voor de risico-inventarisatie is uitgegaan van de navolgende informatiebronnen: • Risicokaart provincie Zuid Holland; • Informatie DCMR Milieudienst Rijnmond. Bij • • •
de inventarisatie is uitgegaan van de navolgende verdeling in risicobronnen: BEVI-inrichtingen Transportroutes vervoer gevaarlijke stoffen Buisleidingen
Voor de inventarisatie van de risicobronnen is voor de BEVI-inrichtingen uitgegaan van een onderzoeksgebied met een straal van 1000 meter rond de locatie van het zorghotel. Voor de overige risicobronnen is de afstand bepaald tot de meest nabijgelegen risicobron. Het zorghotel kan gezien het gebruik als een woongebouw aangemerkt worden als een kwetsbaar object. In figuur 4.1 is een deel van de risicokaart weergegeven voor de woonplaats Rotterdam. De ligging van het Zorghotel “De Slinge” is rood omkadert aangegeven. Figuur 4.1 Risicokaart Rotterdam
7
2
3 1
Zorghotel “De Slinge”
4
5
6
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Vaanweg 85 Vaanweg 40 Spoorlijn R’dam-D’drecht Havenspoorlijn Rijksweg A15 Buisleiding BEVI-inrichting
tankstation zonder LPG tankstation zonder LPG transportroute transportroute transportroute NAM buisleiding LPG tankstation
20100108 juni 2010 blad 9
250 meter 1.000 meter 1.700 meter 1.000 meter 1.250 meter 1.500 meter 1.650 meter
4.2 Inventarisatie BEVI inrichtingen Binnen een straal van 1.000 meter van het plangebied komen geen BEVI inrichtingen voor. Een tankstation zonder de opslag en verkoop van LPG valt niet onder de werkingssfeer van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI). Wel kunnen deze van belang zijn voor de beoordeling van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (zie 4.3). De meest nabij gelegen inrichting die valt onder de werkingssfeer van het Besluit externe veiligheid inrichtingen is gelegen ten noordoosten van het plangebied en betreft een LPG tankstation aan de Colosseumweg 470. De afstand tot het plangebied bedraagt ca. 1.650 meter. De aanwezige risicobronnen zijn in figuur 4.1 weergegeven. 4.3 Inventarisatie transportroutes Op basis van het toekomstige Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) wordt thans gewerkt aan het opstellen van een Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, spoor en water. In het Basisnet wordt voor alle rijkswegen, hoofdvaarwegen en spoorwegen een risicoplafond, dus hoeveel risico er maximaal mag zijn, vastgesteld voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Daarnaast wordt beschreven welke ruimtelijke ontwikkelingen wel en niet zijn toegestaan in het gebied tot 200 meter vanaf de infrastructuur. Transportbedrijven weten hierdoor hoeveel gevaarlijke stoffen ze maximaal kunnen vervoeren over welke route. Gemeenten weten zo of gebouwen wel of niet in een gebied mogen worden gebouwd en aan welke eisen die gebouwen moeten voldoen. Zo zijn er meerdere partijen die hier baat bij hebben. De definitieve ontwerpen voor Basisnet Water en Weg en een stand van zaken Basisnet Spoor zijn inmiddels aan de Tweede Kamer aangeboden. Naar verwachting zal het definitieve ontwerp voor Basisnet spoor medio 2010 aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Op basis van het ontwerp basisnet zijn in de omgeving van Rotterdam de navolgende transportroutes aangewezen: • Voor het wegverkeer de rijkswegen rond Rotterdam bestaande uit de A4, A15, A16 en de A20; • Voor het railverkeer de spoorlijn Rotterdam –Breda en de Havenspoorlijn; • Voor de vaarwegen de Oude en de Nieuwe Maas. In figuur 4.2 is de ligging van de transportroutes aangegeven. Uit de beoordeling van de ligging van het plangebied tot deze transportroutes blijkt dat de afstand tot de meest nabij gelegen rijksweg de A15 betreft met een afstand van ten minste 1.250 meter. De afstand van het plangebied tot de Havenspoorlijn bedraagt ca. 1.000 meter. Ten aanzien van de vaarwegen is sprake van een afstand van respectievelijk 3,5 km tot de Nieuwe Maas en 4,5 km tot de Oude Maas. Op basis van deze ruime afstanden kan gesteld worden dat het plangebied gelegen is buiten de PR 10-6 contour voor deze transportroutes. Daarnaast is de ontwikkelingslocatie eveneens
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
20100108 juni 2010 blad 10
gelegen buiten het invloedsgebied voor de ongevalscenario’s brand en explosie van brandbare vloeistoffen en/of brandbare gassen over de weg en spoor. Deze ongevalscenario’s worden in het toekomstige basisnet als maatgevend aangemerkt. Het maximale invloedsgebied van een explosie (warme BLEVE) bedraagt circa 300 meter. Figuur 4.2 Ligging transportroutes
1
4
1
1 2
1 3 Zorghotel “De Slinge”
5
1. 2. 3. 4. 5.
Rijkswegen rond Rotterdam Spoorlijn Rotterdam - Breda Havenspoorlijn Vaarweg Nieuwe Maas Vaarweg Oude Maas
Provinciale wegen en gemeentelijke wegen maken geen onderdeel uit van het Basisnet. In specifieke situaties, zoals de aanwezigheid van LPG tankstations of risicovolle inrichtingen, kan sprake zijn van een verhoogd vervoer van gevaarlijke stoffen. In verband met de aanwezigheid van 2 tankstations langs de Vaanweg, 1 tankstation aan de Slingen en de mogelijke bevoorrading van andere locaties met gevaarlijke stoffen binnen het gebied gelegen tussen de A15 en de Nieuwe Maas is het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg niet uit te sluiten. Bij de DCMR milieudienst Rijnmond is navraag gedaan naar de mogelijke omvang van de transporten met gevaarlijke stoffen over de Slinge en de Vaanweg. Door de milieudienst is
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
20100108 juni 2010 blad 11
aangegeven dat hier geen informatie over beschikbaar is. Binnen Rotterdam is geen routering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen vastgesteld. Op basis van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen geldt dan de verplichting dat het vervoer met gevaarlijke stoffen afkomstig van het hoofdwegennet de kortste route moet nemen naar het te bezoeken object en daarbij de woongebieden zoveel mogelijk moet vermijden. Uit de beoordeling van de risicokaart blijkt dat binnen het gebied tussen de Nieuwe Maas en de A15 in totaal 8 tankstations aanwezig zijn waarvan 2 met de verkoop van LPG. Daarnaast is nog een gemeentelijk zwembad aanwezig aan de Gooilandsingel. De Vaanweg kan hierbij aangemerkt worden als de belangrijkste aansluitingsroute op het hoofdwegennet (A15). Voor een prognose van het aantal transportbewegingen is gebruik gemaakt van de navolgende kengetallen: • Bevoorrading LPG, 1 vulling per week • Bevoorrading benzine, 1,5 vulling per week • Bevoorrading diesel, 1,5 vulling per week • Bevoorrading zwembad, 1 vulling per maand Uitgaande van de genoemde tankstations en het zwembad is er per week sprake van 26,25 vullingen. Dit komt overeen met ca. 52 transportbewegingen per week dan wel ca. 10 transporten per weekdag verdeeld over 2 transporten met LPG en 8 transporten met benzine en andere gevaarlijke stoffen. Op jaarbasis is sprake van ca. 500 transporten met LPG en 2.000 transporten met benzine en andere gevaarlijke stoffen. Op basis van de vuistregels uit de Handreiking externe veiligheid vervoer (VNG 1998) kan gesteld worden dat bij dit aantal transporten voldaan wordt aan de wettelijke normen voor externe veiligheid. Voor wegen binnen de bebouwde kom (50 km/uur) zijn voor het plaatsgebonden risico (PR) de volgende vuistregels vastgesteld: • Vuistregel 1: Een 50 km/uur-weg heeft geen 10-5 contour. • Vuistregel 2: Wanneer het aantal LPG-tankwagens per jaar lager is dan 8.000, heeft een 50 km/uur-weg geen 10-6 contour. • Vuistregel 3: Wanneer de vervoerstroom gevaarlijke stoffen in tankwagens per jaar kleiner is dan 22.000 heeft een 50 km/uur-weg geen 10-6 contour. Aan deze vuistregels wordt ruim voldaan. Voor het toetsen van het groepsrisico (GR) zijn de volgende vuistregels vastgesteld: • Vuistregel 1: Wanneer vervoersstromen met gevaarlijke stoffen toxische stoffen bevatten pas dan RBMII toe. • Vuistregel 2: Wanneer de combinatie van het aantal LPG tankwagens per jaar en de personendichtheid lager is dan die in tabel 4.1, wordt de oriënterende waarde voor het groepsrisico niet overschreden. • Vuistregel 3: Wanneer de combinatie van het aantal tankwagens per jaar met gevaarlijke stoffen en de inwonerdichtheid lager is dan die in tabel 4.2, wordt de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico niet overschreden. Tabel 4.1 Drempelwaarden LPG tankwagens en personendichtheid voor 50 km/uur wegen Aantal LPG tankwagens per jaar Personendichtheid (inw./ha) Eenzijdige bebouwing Tweezijdige bebouwing 100 90 80 70 60
500 700 800 1100 1500
100 100 200 200 300
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
Personendichtheid (inw./ha) 50 40 30 20 10
20100108 juni 2010 blad 12
Aantal LPG tankwagens per jaar Eenzijdige bebouwing Tweezijdige bebouwing 2000 3500 6000 13500 53000
500 700 1500 3000 11500
Tabel 4.2 Drempelwaarden tankwagens voor 50 km/uur wegen Aantal tankwagens per jaar Personendichtheid (inw./ha) Eenzijdige bebouwing Tweezijdige bebouwing 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10
3500 4000 5000 6500 9000 13000 20500 36500 82000 326000
700 900 1100 1500 2000 3000 4500 8000 17500 71000
Op basis van een toetsing aan bovengenoemde vuistregels kan gesteld worden dat mogelijk voor het gemeentelijk zwembad sprake is van de levering van chloor. Dit vindt echter in dermate kleine transporthoeveelheden plaats dat deze transportrisico’s als niet relevant beschouwd kan worden. Ten aanzien van het aantal LPG tankwagens en overige tankwagens kan gesteld worden dat gelet op de eenzijdige bebouwing ter plaatse van het plangebied in combinatie met de lage personendichtheid geen sprake zal zijn van een overschrijding van de oriëntatiewaarde. 4.4 Inventarisatie buisleiding Uit de beoordeling van de risicokaart blijkt dat er in de directe omgeving van het plangebied geen ondergrondse buisleidingen aanwezig zijn die relevant zijn voor de beoordeling van het aspect externe veiligheid. Voor externe veiligheid gaat het hierbij om buisleidingtransport van gevaarlijke stoffen onder hoge druk voor aardgas, olieproducten, chemicaliën en CO2. Het betreft hier buisleidingen die onderdeel uitmaken van hoofdtransportnet binnen Nederland. Het distributienetwerk van de energiebedrijven maakt hier geen onderdeel van uit. De meest nabij gelegen buisleiding betreft een leiding van de Nederlandse Aardolie Maatschappij. Deze is gelegen ten zuiden van het plangebied op een afstand van 1.500 meter. Op basis van deze afstand kan het veiligheidsaspect als niet relevant aangemerkt worden.
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
5
20100108 juni 2010 blad 13
TOETS VEILIGHEIDSBELEID
5.1 Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer Gezien het gebruik van het zorghotel als een logiesgebouw kan het niet aangemerkt worden als een kwetsbaar object. Uit de inventarisatie blijkt dat er in de directe omgeving van het Zorghotel “De Slinge” geen Bevi-inrichtingen aanwezig zijn. De meest nabij gelegen inrichting is gelegen op een afstand van circa 1.650 meter ten noordoosten van het zorghotel. De inrichting betreft een LPG tankstation. Op basis van de inventarisatie kan gesteld worden dat het zorghotel niet is gelegen binnen de PR 10-6 contour voor het plaatsgebonden risico. Ook is de locatie niet gelegen binnen het invloedsgebied van het groepsrisico. Het besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer geeft geen beperkingen voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. 5.2 Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRVG) Uit de inventarisatie blijkt dat de meest nabij gelegen transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen die voorkomen in het ontwerp basisnet vervoer gevaarlijke stoffen gelegen is op een afstand van 1.000 meter van het zorghotel. Dit betreft de Havenspoorlijn welke gelegen is aan de zuidzijde van het zorghotel. Alle overige transportroutes zijn gelegen op een grotere afstand. Op basis van de informatie uit de ontwerpteksten voor het basisnet kan gesteld worden dat de locatie van het zorghotel niet is gelegen binnen een PR contour, invloedsgebied groepsrisico alsmede een plasbrandaandachtsgebied van een transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen over gemeentelijke wegen is vanwege het beperkte aantal risicovolle inrichtingen in de omgeving van het plangebied sprake van een gering aantal transporten met gevaarlijke stoffen. De totale omvang op jaarbasis wordt geraamd op 2.500 transporten per jaar waarvan 500 bestemd voor LPG transport. Op basis van deze aantallen kan met zekerheid gesteld worden dat geen sprake zal zijn van een overschrijding of benadering van het plaatsgebonden risico. Ten aanzien van het groepsrisico kan gesteld worden dat ter plaatse van het plangebied sprake is van een eenzijdige bebouwing en een lage personendichtheid. Vanwege de aanwezige personen in het zorghotel zal er sprake zijn van een toename van het groepsrisico. Gelet op het geringe aantal transporten met gevaarlijke stoffen in combinatie met de lage personendichtheid in de omgeving van het zorghotel is het aannemelijk dat de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico niet wordt overschreden. De Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen geeft geen beperkingen voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. 5.3 Huidig beleid buisleidingen Uit de inventarisatie blijkt dat de meest nabij gelegen buisleiding voor het vervoer van gevaarlijke stoffen die deel uitmaakt van het hoofdtransportnet gelegen is op een afstand van circa 1.500 meter van het zorghotel. Op basis van deze afstand kan met zekerheid gesteld worden dat het zorghotel niet gelegen is binnen de veiligheidscontouren van buisleidingen. Het huidige veiligheidsbeleid ten aanzien van buisleidingen geeft geen beperkingen voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling.
AGEL adviseurs D02 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Zorghotel “De Slinge” Slinge 5 te Rotterdam
6
20100108 juni 2010 blad 14
SAMENVATTING EN CONCLUSIE
In opdracht van de Gemeente Rotterdam Ontwikkelingsbedrijf is door AGEL adviseurs een onderzoek uitgevoerd naar de veiligheidsaspecten van aanwezige risicobronnen in de omgeving van het Zorghotel De Slinge, gevestigd aan de Slinge 5 te Rotterdam. Het zorghotel is gelegen aan De Slinge 5 in de deelgemeente Charlois, welke onderdeel uitmaakt van de gemeente Rotterdam. Het zorghotel is gelegen op een afstand van ca. 15 meter uit de meest nabij gelegen rijlijn van de Slinge. De afstand tot de Vaanweg bedraagt ca. 80 meter. Het doel van het onderzoek is om op basis van een inventarisatie van de aanwezige risicobronnen te toetsen of de beoogde nieuwe ontwikkelingen kunnen voldoen aan deze grensen richtwaarde voor externe veiligheid. Voor de risico-inventarisatie is uitgegaan van de navolgende informatiebronnen: • Risicokaart Zuid Holland; • Informatie van DCMR milieudienst Rijnmond. Uit de risico-inventarisatie blijkt dat er binnen de directe omgeving van het zorghotel geen relevante risicobronnen aanwezig zijn. Het huidig veiligheidsbeleid geeft dan ook geen beperkingen voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling.