RIS127053a_25-apr-2005
Reactie van het college van burgemeester en wethouders op het advies van de Burgeradvieskring Rustenburg-Oostbroek
April 2005
1
Voorwoord Voor het eerst in Nederland is in de Haagse wijk Rustenburg-Oostbroek een experiment uitgevoerd met een burgeradvieskring. Een aselect samengestelde groep wijkbewoners heeft zich in een intensief proces gebogen over de sterke en zwakke punten van de wijk en heeft op basis daarvan een antwoord gegeven op de vraag waar zij over een paar jaar met hun wijk willen staan, wat bewoners zelf daaraan kunnen bijdragen en wat de gemeente en andere instanties daarvoor zouden moeten doen. Het proces bleek zeer inspirerend en enthousiasmerend te zijn. Het werkmodel burgeradvieskring heeft wat dat betreft zeker aan de verwachtingen voldaan. Ook kwalitatief mag het resultaat er zijn, zeker als we in aanmerking nemen dat verreweg de meeste deelnemers nog niet eerder betrokken waren geweest bij discussies over de toekomst van de wijk. Opmerkelijk is dat de lijn die enkele jaren geleden is ingezet door de bewonersorganisatie BORO en vervolgens zijn neerslag heeft gevonden in het wijkplan door dit advies nog eens extra steun krijgt. We zijn dus goed bezig in Rustenburg-Oostbroek. Op de voorstellen en adviezen van de burgeradvieskring geeft het college van burgemeester en wethouders thans zijn reactie, zoals bij de start van het proces met de deelnemers overeengekomen is. Binnen de gemeentelijke organisatie is, onder leiding van de gemeentesecretaris, intensief aan die reactie gewerkt, vanuit het besef dat de inspanning die door de bewoners is geleverd moet worden beantwoord met een even doorwrocht commentaar. Resultaat is in mijn opvatting een evenwichtige reactie, die voldoende aanknopingspunten biedt om samen met de wijkbewoners de komende periode verder te werken aan een leefbare en veilige wijk met een hoge sociale en woonkwaliteit. Het proces van deze eerste burgeradvieskring ronden we over een paar maanden af met een evaluatie. Daarin proberen we onder meer een antwoord te geven op de vraag wat we van dit proces hebben geleerd en wat de aandachts- en verbeterpunten zijn voor eventuele volgende burgeradvieskringen. De deelnemers van deze burgeradvieskring zullen bij die evaluatie worden betrokken. Namens het college dank ik iedereen die zich heeft ingespannen om deze burgeradvieskring tot een succes te maken. In de eerste plaats natuurlijk de deelnemers. Grote waardering heb ik voor de mensen van BORO, die de burgeradvieskring niet als een bedreiging, maar als een kans hebben opgepakt. Hun zeer actieve en enthousiaste bijdrage aan het voorbereidingsproces is een belangrijke succesfactor gebleken. De deskundige en bezielende procesbegeleiding van het bureau Politiek Online heeft daarbij ook een grote rol gespeeld. Bij de voorbereiding van de burgeradvieskring en van de reactie van het college is tenslotte goed werk gedaan door de ambtenaren van de betrokken gemeentelijke diensten. Ik hoop dat de relaties die hierdoor zijn ontstaan of versterkt tus sen al deze betrokkenen blijven bestaan, in het belang van de wijk Rustenburg-Oostbroek en zijn bewoners. In een ander vorm, want de burgeradvieskring als zodanig is nu af. Maar met hetzelfde doel en met tenminste evenveel inzet en bevlogenheid. M. Smits Wethouder van Nieuwe gebieden en duurzaamheid
2
1. Versterking Bewonersbe trokkenheid 1.1. Inleiding De voorstellen gedaan door de twee BAK-groepen scharnieren om de volgende punten: 1 Een wijkbudget dat door bewoners zelf kan worden ingezet, met name voor het snel inspelen op kleinschalige leefbaarheidsproblemen, maar ook voor activiteiten in de sfeer van de sociale samenhang, zoals buurtfeesten. 2 Een buurtbestuur dat schakelt tussen bewoners en gemeente. 3 Een burgernetwerk met digitale ondersteuning als aanvulling op de formele bewonersorganisatie. 4 Betere inspraak van bewoners over majeure besluiten ten aanzien van de wijk. 5 Verbetering van de dienstverlening van de gemeente (via sneller en beter inspelen op signalen van bewoners). 6 Verbetering van de informatievoorziening over gemeentelijke diensten en producten aan de bewoners. De navolgende reactie spitst zich toe op de punten 1, 4 en 5. Ten aanzien van de andere punten wordt het volgende opgemerkt. Buurtbestuur en burgernetwerk Wij beschouwen BORO als de schakel bij uitstek tussen bewoners en gemeente. De BAK is opgezet, overigens in overleg en samenwerking met BORO, als een experiment met een nieuw instrument van burgerparticipatie, waarbij bewoners die tot dusver nog niet in bestaande participatienetwerken deelnamen worden gestimuleerd om via een bepaald proces mee te denken over de toekomst van de wijk. Een BAK is in principe een eindig proces, dat uitmondt in een advies waarop het gemeentebestuur een reactie geeft. Dat is ook van meet af aan duidelijk ge maakt. Doel van de BAK was en is niet het opzetten en vervolgens instandhouden van een nieuwe bewonersorganisatie naast de BAK. Met genoegen stellen wij vast dat het BAK-proces mensen heeft geënthousiasmeerd om zich ook na afronding van het BAK-proces voor de wijk te blijven inzetten. Daar zijn wij blij mee. Een digitaal bewonersnetwerk kan een goed instrument zijn om meer wijkbewoners te bereiken en te betrekken. Datzelfde geldt in principe ook voor de vier werkgroepen per wijkdeel die door groep B van de BAK zijn voorgesteld. Het staat bewoners vrij om aan hun inzet de vorm te geven die zij zelf willen. Maar het lijkt ons het meest wenselijk en het meest effectief als zij hun toekomstige inzet voor de wijk vorm gaan geven binnen BORO of in een samenwerkingsverband met BORO. Dat is ook ons vertrekpunt in deze reactie. . Informatievoorziening over gemeentelijke diensten en producten Het is een gemeentelijke kerntaak om het publiek juist en volledig te informeren over gemeentelijke diensten en producten. Niet wenselijk is dat anderen deze taak overnemen. Onder meer omdat dan verwarring kan ontstaan over de vraag wie verantwoordelijk kan worden gesteld voor de juistheid en volledigheid van de verstrekte informatie. De diverse gemeentelijke diensten zijn eerstverantwoordelijk voor de informatievoorziening aan burgers over hun diensten en producten. Het gemeentelijk contactcentrum en binnenkort het centrale telefoonnummer zijn goede ingangen voor bewoners als zij op zoek zijn naar gemeentelijke informatie.
3
Het voorstel om het door de BAK voorgestelde wijkinformatiecentrum te laten bemensen door een professionele staf in dienst van de bewoners wijzen we daarom af. Wel staan wij positief tegenover de gedachte van het wijkinformatiecentrum zelf. In het kader van IPSV Woninginnovatie wordt een Serviceorganisatie opgericht, in nauwe samenwerking met BORO. Een kwartiermaker is aangewezen om hieraan vorm te geven. Ten behoeve van laagdrempelige informatievoorziening aan bewoners over zaken als samenvoegen, dakopbouwen, VVE’s enz. wordt een accommodatie voor deze Serviceorganisatie gerealiseerd. Mogelijk kunnen daarnaast nog andere functies in deze accommodatie een plek krijgen, zoals de winkelstraatmanager Dierenselaan-Apeldoornselaan. Het beeld dat ons voor ogen staat is een voorziening vergelijkbaar met het door Wijkbeheer beheerde multifunctionele centrum aan de Steijnlaan. De exacte invulling van de functies die in de accommodatie worden ondergebracht, de locatie en de financiering worden de komende maanden nader uitgewerkt, samen met BORO. Wij vinden het nuttig en wenselijk dat bewoners(organisaties) de gemeente attenderen op tekortkomingen in haar informatievoorziening, zodat zij de nodige maatregelen kan treffen om deze te verbeteren. BORO is daarvoor het meest geschikte doorgeefluik. Een aantal suggesties uit de BAK, zoals het ICT bewonersnetwerk en de “buurtvertegenwoordigers” van de vier kwadranten, kunnen BORO daarbij voeden. 1.2. Een structuur voor grotere bewonersinvloed op leefbaarheid, veiligheid en sociale kwaliteit Het BAK-advies doet diverse suggesties voor vergroting van de invloed en de zeggenschap van bewoners, met name op het gebied van leefbaarheid, veiligheid en sociale samenhang. Kernpunt daarin is instelling van een “wijkbudget” waarbinnen bewoners prioriteiten kunnen aangeven. Wij zijn bereid hiermee een experiment te starten. Belangrijk is dat dat gebeurt binnen een duidelijke en werkbare structuur. Helder moet zijn wie waarvoor verantwoordelijk is. Verder moet de structuur geen belemmering gaan vormen voor de slagvaardigheid, reeds in gang gezette processen in de wijk doorkruisen of leiden tot meer papier. Dat brengt ons tot de volgende randvoorwaarden voor die structuur: 1 2 3 4 5 6 7 8
De betrokkenheid van bewoners beperkt zich niet tot signaleren en adviseren, maar strekt zich tevens uit tot (mee)beslissen over de inzet van een wijkbudget. Bewoners houden zich bezig met de “dagelijkse” leefbaarheidsaangelegenheden. Initiatief en eigen verantwoordelijkheid van bewoners worden gestimuleerd. Zoveel moge lijk bewoners doen mee. BORO blijft het eerste aanspreekpunt van de gemeente. Er wordt zo dicht mogelijk aangesloten bij processen die al lopen in de wijk. Er mag niet meer bureaucratie bijkomen. Bestaande financiële kaders zijn richtinggevend.
Tegen deze achtergrond brengen wij twee varianten in discussie. Beide varianten gaan uit van de introductie van een “wijkbudget”, waarbinnen bewoners prioriteiten kunnen aangeven. Het beheer van dit wijkbudget blijft bij de gemeente. Dat betekent dat bewoners niet worden belast met financiële administratie of financiële verantwoording. De exacte samenstelling van dit wijkbudget kan nader worden bezien en uitonderhandeld.
4
Daarbij kunnen ook begrenzingen en randvoorwaarden worden afgesproken. Het wijkbudget kan behalve met (vrij dan wel binnen voldoende ruime kaders besteedbaar) geld voor onder meer regulier en additioneel onderhoud en beheer, veiligheid en wijkwelzijn, ook worden gevoed met “trekkingsrechten” op b.v. het Haags Werkbedrijf, een welzijnsinstelling, het opbouwwerk en –afhankelijk van de uitkomsten van de discussie die thans daarover binnen de gemeente wordt gevoerd- wellicht het buurtbeheerbedrijf. Gedachte is dat deze partijen een bepaald aantal uren in het kader van dit experiment beschikbaar stellen, waarvan de exacte inzet op basis van door de wijk aan te geven prioriteiten wordt bepaald. In de gevallen waarin voor een trekkingsrecht wordt gekozen, maken de betrokken “leverende” partijen duidelijk welke kosten verbonden zijn aan gevraagde inspanningen van hun kant, zodat bewoners een afweging kunnen maken of het dat waard is. Variant A: Verstevigen van het bestaande contact tussen de stadsdeelorganisatie en BORO In deze variant wordt uitgegaan van de bestaande contacten tussen bewoners en geme ente en zijn de inspanningen erop gericht de kwaliteit daarvan verder te verbeteren. Uit het Stadsdeel Management Team (SMT) Escamp is al een delegatie samengesteld die bijzondere aandacht geeft aan Rustenburg-Oostbroek. In dit “afstemmingsoverleg” zijn alle relevante diensten betrokken. Waar nodig voert het afstemmingsoverleg incidenteel overleg met BORO. In variant A krijgt dit afstemmingsoverleg meer status en structuur. Het ontwikkelt zich door tot een “wijk-MT” dat periodiek en gestructureerd overleg voert met BORO. Met inachtneming van door de “investerende partijen” aan te geven voorwaarden kan BORO zich uitspreken over prioritering binnen het kader van het wijkbudget. BORO draagt er zorg voor dat zij zich op een adequate wijze laat voeden door bewoners. Voorstellen vanuit de BAK, zoals digitale bewonersraadpleging of doorsluizing van wensen, behoeften en plannen via wijkdeelwerkgroepen, kunnen daaraan een zinvolle bijdrage geven. Het is aan de bewoners om te beslissen of zij een digitaal bewonersnetwerk en/of een netwerk van wijkdeelvertegenwoordigers willen opzetten. Wij bevelen de BAK-deelnemers die zich hiervoor willen inspannen aan om contact op te nemen met BORO en de stadsdeelcoördinator. Wij stellen ons voor dat de stadsdeelcoördinatot te zijner tijd aan ons terugmeldt of het nodig en wenselijk is aan het realiseren van deze netwerken gemeentelijke steun te verlenen. Belangrijk punt van overweging is daarbij wat ons betreft de toegevoegde waarde van deze netwerken voor de bestaande structuur van bewonersparticipatie in Rustenburg-Oostbroek. De middelen blijven in handen van de onderscheiden diensten en instellingen, met instandhouding van alle huidige verantwoordelijkheden en afbakeningen. Er ontstaat geen extra bureaucratie. Bewoners worden niet met middelenbeheer en de daaraan verbonden administratie opgezadeld. Ambtelijke en bestuurlijke verantwoordelijkheden voor de budgetten die samen het “wijkbudget”vormen blijven duidelijk van elkaar ge- en onderscheiden.
5
Met andere woorden: er kan wel worden geprioriteerd binnen de budgetten en de uren die samen het wijkbud get vormen, maar niet geschoven. Er kan dus bijvoorbeeld niet worden gekozen om minder te besteden aan veiligheid en meer aan wijkwelzijn, of om uren opbouwwerk in te leveren voor uren buurtbeheer. De stadsdeelcoördinator voert in nauw overleg met het Stadsdeel Management Team het overleg met BORO over het wijkbudget en verzorgt de communicatie met het college. De meerwaarde van dit model zit in het proces waarin tot bestemming wordt besloten van de middelen die samen het wijkbudget vormen: in samenspraak met de bewonersvertegenwoordiger BORO en in samenhang met de inzet vanuit andere diensten, zodat synergievoordeel kan worden behaald. De bewoners geven via BORO door wat hun prioriteiten zijn. Ook kunnen zij eigen plannen naar voren brengen. De prioriteiten van de bewoners worden gevolgd, tenzij er klemmende redenen zijn om dat niet te doen. Te overwegen valt om voor dit soort situaties een conflictprocedure op te stellen, waarbij de stadsdeelwethouder in voorkomende gevallen de knoop doorhakt. Signalen over snel aan te pakken leefbaarheidsproblemen worden door bewoners, eventueel met gebruikmaking van hulpstructuren als de door BAK-groep B voorgestelde digitale bewonersnetwerken en buurtvertegenwoordigers, via BORO naar het wijk-MT gesluisd. De dienst die het gesignaleerde probleem betreft zorgt ervoor dat het snel wordt opgelost. BORO en de bewoner die het probleem onder de aandacht heeft gebracht krijgen van die dienst daarover bericht. In dit model blijft BORO als vanouds de belangrijkste partner van de gemeente in de wijk. Dat sluit niet uit dat andere bewonersgroepen, zoals de BAK-groepen, zich met BORO kunnen verbinden om ervoor te zorgen dat deze (nog) beter wordt gevoed met wat er in de wijk leeft. Deze voeding, via ICT en/of via een netwerk van straat/buurtvertegenwoordigers, zoals voorgesteld door BAK-groep B, biedt meer ruimte aan bewoners om zelf te bepalen wanneer en hoe zij actief zijn en is derhalve minder knellend en verplichtend dan een meer geformaliseerde structuur. Het verdient aanbeveling dat BORO hierover afspraken maakt met de BAK-groepen en dat deze ook schriftelijk worden vastgelegd. Getoetst aan de criteria: Criterium nummer 1
Waardering +
2 3
+ +
Toelichting Formeel behoudt de gemeente beschikkingsrecht over het eigen budget, met een zwaar advies van de bewoners, eventueel aan te vullen met een conflictprocedure voor situaties waarin de gemeente van dit advies wil afwijken. Via BORO Bewoners kunnen eigen
6
4
+
5 6 7 8
++ ++ ++ ++
plannen en voorstellen via BORO inbrengen in de discussie over de besteding van het wijkbudget. BORO wordt door bewoners gevoed, onder meer via digitale wijknetwerken en wijkdeelvertegenwoordigers
Bestaande budgetten zijn het uitgangspunt, er is geen extra geld nodig voor de overlegstructuur met de bewoners, behalve wellicht een eenmalige impuls voor de opzet van een digitaal bewonersnetwerk
Deze variant is praktisch en sluit goed aan bij lopende processen in de wijk. Het implementeren ervan kost relatief weinig inspanning. Ook blijven de (extra) eisen aan de inspanningen van bewoners overzichtelijk. We vinden dat we niet kunnen volstaan met maar één model. Daarom presenteren we ook nog een variant B. Dat is vernieuwender, maar stelt ook hogere eisen aan de inzet van bewoners en ambtenaren. Van onze kant gaan wij die inzet niet uit de weg: als de bewoners hieraan willen meedoen en energie willen steken in de uitwerking ervan zijn wij bereid om samen met hen het onderstaande model in de komende maanden nader uit te werken, in een interactief proces. Variant B: een nieuw model “experiment bewonersparticipatie Rustenburg-Oostbroek” De essentie van deze variant kan als volgt worden samengevat: 1
Bewoners krijgen de gelegenheid om binnen door de gemeente geformuleerde kaders prioriteiten te stellen of voorkeuren aan te geven. Daarbij kan het gaan om richtinggevende beslissingen over de ontwikkeling van de wijk, maar ook om de besteding van een uit reguliere budgetten te voeden wijkbudget. De prioriteiten worden bepaald door de algemene wijkvergadering, bestaande uit alle wijkbewoners vanaf een bepaalde leeftijd. Een dergelijk besluit van de algemene wijkvergadering is voor de gemeente bindend als het past in de vooraf meegegeven kaders en als tenminste x % van de wijkbewoners aan de stemming heeft deelgenomen en daarbij een meerderheid van tenminste y is bereikt. De hoogte van x en y moeten nader worden bepaald.
2
Het dagelijkse contact tussen gemeente en bewoners vindt plaats via BORO. BORO laat zich voeden door bewoners en neemt daartoe ook de noodzakelijke acties. Daarbij kan eventueel gebruik worden gemaakt van het door groep B voorgestelde digitale burgernetwerk en/of van de “wijkdeelvertegenwoordigers” uit het voorstel
7
van groep B. Voor de aanpak van kleinschalige leefbaarheidsproblemen met gebruikmaking van middelen uit het wijkbudget (waarvan de bestemming op hoofdlijnen door de algemene wijkvergadering is vastgesteld ) treedt BORO op als “dagelijks wijkbestuur” c.q. aanspreekpunt van de stadsdeelcoördinator en het Stadsdeel Management Team. 3
Binnen het wijkbudget wordt ruimte geboden aan bewoners om zelf plannen in te dienen. Deze plannen worden door de algemene wijkvergadering in volgorde van prioriteit geplaatst. Uitvoering vindt plaats in die volgorde, tot het budget is uitgeput. Bewoners worden over de voortgang van de uitvoering geinformeerd. Als de doelmatigheid zich daar niet tegen verzet en als zij dat zelf willen kunnen de indieners van een plan worden betrokken bij de uitvoering van hun eigen plan.
Drie tot vier maal per jaar komt de wijkvergadering Rustenburg-Oostbroek bij elkaar. BORO en wijk-SMT zijn daarbij standaard aanwezig. Een maal per jaar wordt de stadsdeelcommissie uitgenodigd om aan dit overleg deel te nemen. Het overleg tussen wijkvergadering en wijk-SMT is gericht op: •
Het formuleren van de prioriteiten van bewoners in de sfeer van openbare ruimte, leefbaarheid, veiligheid, jeugd enz. De geformuleerde prioriteiten (hoofdlijnen !) worden op een transparante manier meegenomen in de besteding van een wijkbudget, samengesteld uit (delen van) de vrij besteedbare ruimte in de budgetten van de gemeentelijke diensten die in de wijk actief zijn, dan wel in de opdrachtverlening aan bijvoorbeeld het buurtbeheerbedrijf, het welzijnswerk en het opbouwwerk. Het wijkbudget blijft administratief in handen van de gemeente, maar de invulling wordt bepaald door de algemene wijkvergadering, met inachtneming van vooraf door de gemeente aangegeven randvoorwaarden en spelregels (bijvoorbeeld op het gebied van vrije dan wel beperkte inzetbaarheid van middelen).
•
Het uitspreken van voorkeuren ten aanzien van door de gemeente gepresenteerde keuzemodellen, bijvoorbeeld op het gebied van herinrichting openbare ruimte, parkeren enz., in de gevallen dat er voor bewoners nog echt iets te kiezen valt.
Getoetst aan de criteria: Criterium nummer 1 2 3 4
Waardering + +/+ +
5
+
Toelichting Via BORO Iedere bewoner kan deelnemen aan de wijkvergadering zonder zich vooraf als lid te hebben aangemeld Rol BORO verandert wel: wijkvergadering gaat over het wat, BORO over het hoe
8
6
+
7
+
8
+
Informeel wijk-SMT is er in potentie al (afstemmingsoverleg); werkwijze sluit aan bij gedachtengoed OCW en DSB Blijft beperkt tot periodiek uitschrijven wijkvergadering en verslaglegging van wat daar is afgesproken Vergaderkosten wijkvergadering. Ondersteuning en notulering kan uit stadsdeelorganisatie komen. Beperkte meerkosten kunnen nodig zijn om BORO in staat te stellen zijn vertakkingen naar andere wijkgroepen nog beter te regelen en om bewoners te begeleiden bij het formuleren van eigen plannen en voorstellen.
Graag horen wij van BORO en van de BAK-groepen of er animo bestaat om energie te steken in een verdere uitwerking van dit model B. Indien dit niet zo is, stellen wij uitvoering van model A voor. Kiezen de bewoners voor een gezamenlijke uitwerking van model B door bewoners en ambtenaren dan geven wij daaraan alle noodzakelijke (facilitaire) steun. Wel behouden wij ons het recht voor om op basis van die uitwerking en de daaraan verbonden financiële en procedurele/organisatorische consequenties een definitief “go or no go” besluit te nemen.
9
2. Parkeren De BAK heeft vijftien voorstellen gedaan op het onderwerp parkeren. Deels in dezelfde tijd waarin het BAK-advies tot stand kwam, hebben wij een voorstel ontwikkeld voor een parkeerregeling voor Rustenburg-Oostbroek. Wij starten onze reactie met een korte schets van de totstandkomingsgeschiedenis en de inhoud van dit voorstel. Vervolgens geven we tegen die achtergrond een reactie op de verschillende voorstellen en aanbevelingen van de BAK. Het is verheugend te constateren dat de gemeentelijke voorstellen en het advies van de BAK op cruciale punten overeenstemmen. Met name de onderdelen 9, 10 en 12 uit paragraaf 2.2. van dit hoofdstuk, waarin de BAK-aanbevelingen achtereenvolgens langsgelopen worden, zijn hierbij onderscheidend. Uitvoering van de daarin genoemde maatregelen zal tot een structurele verlichting van de parkeerdruk leiden. 2.1. Achtergrond en inhoud van ons voorstel voor een parkeerregeling In 1999 is de nota “Parkeren en wonen” uitgebracht. Daarin hebben wij aangegeven dat in Rustenburg-Oostbroek oplossingen op maat worden ontwikkeld om het ruimtebeslag van geparkeerde auto’s op de openbare ruimte terug te dringen. In het wijkplan Rustenburg-Oostbroek (2001) is de noodzaak daarvan nog eens onderstreept. In het kader van de uitvoering van dit wijkplan hebben wij in 2004 een voorstel ontwikkeld voor een parkeerregeling, met als kernpunten de introductie van betaald parkeren en een restrictief vergunningensysteem. Doel van de parkeerregeling is de leefbaarheid te vergroten door het verminderen van de parkeerdruk en door een betere en eerlijker verdeling van de parkeerplaatsen onder bewoners, werknemers en bezoekers van de wijk. Op bepaalde tijden kan in de hele wijk alleen tegen betaling worden geparkeerd. Bewoners en werknemers kunnen een parkeervergunning aanvragen, waarbij bewoners ook een parkeervergunning voor hun bezoek kunnen aanvragen. Incidentele bezoekers parkeren betaald via de parkeermeter. Aan het aantal uit te geven vergunningen wordt een maximum gesteld. Elk huishouden dat in het bezit is van een auto kan een eerste bewonersvergunning aanvragen. Voor tweede en volgende auto’s worden vergunningen verstrekt tot het maximum bereikt is. Overige aanvragen komen op een wachtlijst. Uitgebreider informatie over dit voorstel en over de actuele stand van zaken is te vinden op www.denhaag.nl/parkereninRO. Het voorstel is in het eerste kwartaal van 2005 bekend gemaakt aan de wijkbewoners. Begin maart zijn drie informatiebijeenkomsten gehouden. Daarmee is een start gemaakt met een samenspraaktraject. Belanghebbenden kunnen reageren via reactieformulieren, door deel te nemen aan een klankbordgroep en door mee te werken aan een grootschalig uitgevoerde enquête. De resultaten van dit traject worden betrokken bij de bestuurlijke standpuntbepaling door ons college. Dat geldt ook voor de BAK-aanbevelingen. 2.2. Reactie op de BAK-aanbevelingen 1. Start onderzoek om zo het parkeeraanbod te laten aansluiten op de parkeervraag. Er zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd om vast te stellen wat de parkeervraag is, hoe het huidige aanbod er uit ziet en hoe dit aanbod zich met de vraag verhoudt: •
Uit parkeertellingen in oktober 2004 blijkt dat er momenteel 5.689 parkeerplaatsen in de wijk zijn (inclusief 171 bijzondere parkeerplaatsen, zoals
10
•
• •
gehandicaptenparkeerplaatsen). Op dat moment stonden er 5.956 voertuigen in de wijk geparkeerd, waaronder 531 foutgeparkeerde voertuigen. In 2004 is onderzoek gedaan naar parkeerplaatsen op eigen terrein. Van de 199 parkeerplaatsen die bekend zijn bij de gemeente, zijn 81 in gebruik als parkeerplaats voor bewoners (59) of bedrijven (22). Van de overige 118 parkeerplaatsen was het gebruik gedeeltelijk niet te traceren (36) of werd de ruimte gebruikt voor andere doelen dan parkeren, bijvoorbeeld als opslagruimte (82). Uit gegevens va n het CBS en DSO/Beleid/Onderzoek blijkt dat de wijk bestaat uit 8.762 huishoudens, 17.390 inwoners en 8.146 woningen/adressen (2004). Volgens opga ve van de Rijksdienst voor het Wegverkeer zijn er in de wijk 3.600 adressen met 1 auto, 755 adressen met 2 auto’s, 166 adressen met 3 auto’s en 76 adressen met meer dan 3 auto’s. In totaal zijn er 6.109 auto’s in de wijk geregistreerd. Met lease-auto’s en kleine bedrijfsauto’s erbij (een aanname op basis van het landelijke gemiddelde) komt de parkeervraag uit op ruim 6.700 auto’s. Wanneer alleen particuliere auto’s in ogenschouw worden genomen, zijn er ruim 6.200 auto’s in de wijk geregistreerd.
Dit betekent dat er minimaal 550 extra parkeerplaatsen nodig zijn om het aanbod te laten aansluiten bij de vraag. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat gaat uit van een groei van het autobezit met ruim 1 % per jaar, ofwel ruim 50 extra auto’s per jaar. De ruimte om parkeerplaatsen te creëren is in Rustenburg-Oostbroek echter beperkt. Eens temeer omdat de openbare ruimte in de wijk al beperkt is ten opzichte van het Haags gemiddelde (23 m2 per inwoner versus 41 m2). Met het oog op het groeiende autobezit zal een sluitende oplossing van de parkeerproblematiek breder moeten zijn dan uitsluitend het uitbreiden van het aantal parkeerplaatsen. De gemeente streeft daarom in haar beleid naar een oplossing die bestaat uit een combinatie van uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen (parkeergarage onder de Apeldoornselaan), investeringen in openbaar vervoer (RandstadRail) en fietspaden en het voorstel voor een parkeerregeling om de beschikbare parkeerplaatsen beter en eerlijker te verdelen. 2. Gezamenlijk oplossingen zoeken voor het parkeerprobleem. Dat willen wij ook. Juist daarom maakt een samenspraaktraject deel uit van het proces van totstandkoming van een parkeerregeling voor de wijk. Bewoners, ondernemers en overige belanghebbenden worden uitgenodigd om hun mening te geven over het gemeentelijke voorstel, maar kunnen ook hun eigen ideeën en meningen inbrengen. De uitkomsten van het samenspraaktraject worden betrokken bij de opstelling van een definitief voorstel. Daarnaast is parkeren een vast aandachtspunt in het overleg met de werkgroep Verkeer, Veiligheid en Leefbaarheid van BORO. Deze werkgroep telt jaarlijks alle bedrij fsbusjes, aanhangwagens en caravans in de wijk. Deze telgegevens worden vervolgens aan de gemeente gestuurd ter onderbouwing van de parkeeroverlast die men in de wijk ervaart. 3. Aan de parkeerregels houden, sociale controle op dubbel parkeren door o.a. bewonerscomité (ook school en ouders van schoolkinderen) met officieel mandaat / politie handhavingsbeleid. De hoge parkeerdruk werkt overtredingen van de parkeerregels in de hand. De politie controle ert hierop, maar heeft ook veel andere taken te vervullen. Daarom is in het gemeentelijk voorstel voor een parkeerregeling opgenomen dat de parkeercontroleurs die moeten controleren of mensen een geldig parkeerkaartje of een geldige parkeervergunning
11
hebben, ook boetes kunnen uitschrijven als wordt geparkeerd in strijd met de Wegenverkeerswet, bijvoorbeeld op een straathoek of in het openbaar groen. Het is niet mogelijk om taken van de politie of de parkeercontroleurs over te dragen aan burgers. Burgers kunnen wel optreden als “extra ogen en oren”, door verkeersproblemen te melden bij het Stadsdeelkantoor. Sociale controle (elkaar aanspreken op bijvoorbeeld foutparkeren) heeft zeker een toegevoegde waarde, in aanvulling op controle en handhaving door de politie of parkeercontroleurs. Handhaving op foutparkeren is geen afdoende oplossing voor het parkeerprobleem in de wijk. Weliswaar neemt het ruimtebeslag van de auto op de openbare ruimte af, maar handhaving alleen biedt geen oplossing voor het probleem van een oneerlijke verdeling van de beschikbare parkeerruimte. In het gemeentelijke voorstel voor een parkeerregeling in de wijk is daarom een restrictief parkeervergunningstelsel opgenomen. 4. Verkeersluw maken van de omgeving van scholen /Schooltijden aanpassen (09.00 – 15.00 uur). Dit moet besproken worden met de schoolleiding en men moet rekening houden met de kinderopvang ’s middags na 15.00 uur. Verbetering van de verkeersveiligheid van de omgeving van scholen is een speerpunt in het Verkeersveiligheidsplan. Bij klachten wordt gekeken welke infrastructurele maatregelen (zoals het plaatsen van paaltjes, het aanleggen van een zebrapad of het uitbreiden van de parkeerplaatsen) een oplossing zouden kunnen bieden. Daarnaast spannen wij ons in voor het terugbrengen van de zogenaamde ‘schoolspits’. Daarbij kunnen de volgende maatregelen een rol spelen: • Vroegtijdige toetsing van bouwplannen op het aspect verkeersveiligheid voor scholieren; • Bij de school moeten voldoende fietsbeugels voor halende en brengende ouders en voldoende fietsenstallingen voor de leerlingen zijn; • Een Kiss & Ridestrook kan in sommige gevallen de (verkeers)veiligheid vergroten. Daarnaast wordt samen met scholen gewerkt aan gedragsverandering bij de ouders (Kinderen Anders Naar School - K.A.N.S. project onder leiding van een 3VO-coach). De ouders worden gewezen op de gevaren van het foutparkeren bij de school en er wordt geprobeerd het aantal auto’s waarmee kinderen worden gehaald en gebracht terug te brengen. Hierdoor wordt de schoolomgeving veiliger, waardoor meer kinderen lopend of met de fiets naar school komen. Maatregelen om de schoolomgeving veiliger te maken, kunnen direct worden voorgelegd aan het betreffende schoolbestuur. De gemeente kan hierbij wellicht een bemiddelende rol spelen. 5. Herinrichting parkeerhavens (insteekhavens), in de lengte parkeren in plaats van in de breedte (bijv. Heelsumstraat), ook beter markeren, La Reyweg /Soestdijksekade insteekhavens, Larensestraat carports, parkeergarage’s, parkeervergunning, aparte plekken voor bedrijfsauto’s (vrachtwagens, campers, caravans, grijskenteken), buiten/aan de rand van de wijk, lage kosten, vergroten woningen is verkleinen van parkeerprobleem, wisselend parkeerverbod Hulhorststraat, stoepen verkleinen t.b.v. parkeerruimte, onder hoogbouw van PC Hooftschool, parkeerplaatsen, parkeergarage onder sportveld of nieuwbouwcomplex. Een aantal van de genoemde punten komt elders in deze paragraaf aan de orde. Wij lopen de andere hieronder na.
12
Meer parkeerplaatsen door herinrichting (bijvoorbeeld insteekhavens). Bij herinrichting kan globaal onderscheid gemaakt worden naar herinrichting van de bestaande verkeersruimte en herinrichting van de ove rige (openbare) ruimte. Voorbeelden van herinrichting van de bestaande verkeersruimte zijn het versmallen van stoepen en het invoeren van eenrichtingsverkeer. Indien er op bepaalde locaties mogelijkheden zijn om op een redelijk eenvoudige wijze extra parkeercapaciteit te realiseren, staan wij daar in beginsel positief tegenover. Wij merken echter op dat herprofilering niet overal mogelijk is en dat de extra parkeercapaciteit die daarmee wordt gerealiseerd in veel gevallen beperkt is. Bij de herinrichting van de overige (openbare) ruimte zal steeds een afweging moeten worden gemaakt tussen het parkeerbelang en het leefbaarheidsbelang. Het realiseren van extra parkeercapaciteit mag in principe niet ten koste gaan van het in de wijk toch al zo schaarse openbare groen. De gemeente zal de mogelijkheden van geval tot geval moeten bekijken. Parkeren van bedrijfsauto’s, campers, caravans etc. In de APV zijn beperkingen opgenomen voor het parkeren van vrachtwagens, caravans, aanhangwagens en dergelijke (artikel 37 en 42 APV Den Haag; een caravan mag bijvoorbeeld maximaal drie dagen aaneengesloten geparkeerd staan). Bij overtreding van deze regels kan een boete worden opgelegd. De aanpak van de overlast van bijvoorbeeld bedrijfsbusjes (niet zijnde lease-auto’s) is gecompliceerder, omdat hiervoor geen sluitende regelgeving opgesteld kan worden zonder anderen te duperen, maar ook omdat een deel van deze bedrijfswagens door de bewoners tevens gebruikt wordt als privé-auto. Het gemeentelijke voorstel voor de parkeerregeling is erop gericht het naar huis meenemen van bedrijfswagens terug te dringen door alleen onder bepaalde voorwaarden een parkeervergunning te verle nen. De voorgestelde regeling maakt het mogelijk wijkvreemde busjes uit de wijk te weren. Aparte plekken voor bedrijfsauto’s. Dit is een suggestie waarnaar gekeken zal worden, net als naar de andere suggesties en oplossingen die in het kader van het same nspraaktraject zijn ingediend. Carports, parkeergarages. Het komt voor dat mensen de parkeergelegenheid die zij op hun eigen grond hebben voor een ander doel gebruiken, bijvoorbeeld als klusruimte. Het kan niet worden afgedwongen dat men daar ook parkeert. In het gemeentelijke voorstel voor een parkeerregeling wordt het gebruik van parkeergelegenheid op eigen grond gestimuleerd: huishoudens die de beschikking hebben over eigen parkeergelegenheid komen niet in aanmerking voor een (eerste) bewonersve rgunning. Vergroten woningen is verkleinen parkeerprobleem. Samenvoegen van woningen kan tot gevolg hebben dat het aantal auto’s in de wijk afneemt, maar dat hoeft niet, aangezien bij grotere woningen het autobezit over het algemeen hoger is. Een voorstel om woningen in de wijk te slopen om daardoor meer openbare ruimte te realiseren en tevens de vraag naar parkeerplaatsen te verminderen is indertijd door de wijkbewoners afgewezen. 6. Herijken verkeersinfrastructuur. Het herijken van de verkeersinfrastructuur zal in Rustenburg-Oostbroek weinig nieuwe inzichten opleveren. De wegen rondom de wijk (Loosduinsekade, Soestdijksekade en De la
13
Reyweg) vormen de hoofdontsluiting van de wijk en worden aangevuld met een doorkruisend netwerk dat gevormd wordt door de Zuiderparklaan, Apeldoornselaan, Escamplaan en ook de Dierenselaan. Dit leidt tot een duidelijke wegenstructuur voor de ontsluiting van de wijk, die herkenbaar is in het straatbeeld. Alle overige straten hebben een verblijfskarakter, met weinig of geen doorgaand verkeer. Naar aanleiding van suggesties van bewoners zal zorgvuldig worden gekeken naar mogelijkheden voor profielaanpassingen die meer parkeercapaciteit opleveren. 7. Betere belijning van parkeervakken in de straten. Deze suggestie zullen wij meenemen in het gemeentelijk voorstel voor een parkeerregeling, aangezien het als voordeel heeft dat elke onduidelijkheid over waar wel en niet geparkeerd mag worden, weggenomen wordt. Gesteld wordt dat op sommige plaatsen ‘asociaal’ geparkeerd wordt: daar staan bijvoorbeeld 2 auto’s, waar er 3 kunnen staan. Belijning kan ook hier een oplossing bieden. Hierbij dient echter wel te worden opgemerkt dat er ook nadelen aan zitten. Parkeervakken in een straat dienen minimaal 5,5 meter lang te zijn. In wijken met een hoge parkeerdruk wordt vaak dichter op elkaar geparkeerd dan volgens deze standaardmaat. Belijning zou hier geen parkeerplaatsen opleveren, maar juist kosten. De wegbeheerder levert in RustenburgOostbroek maatwerk om de beperkte capaciteit niet te zeer aan te tasten, maar wel duidelijkheid te bieden over waar parkeren wel en niet is toegestaan. 8. Inwoners- aantal parkeerplaatsen (huizen). Kengetallen over de parkeerproblematiek zijn opgenomen onder de beantwoording van aanbeveling 1. 9. Vergunning per auto/huis (1ste gratis, 2de 35 euro, 3de 60 euro) Het gemeentelijk voorstel voor een parkeerregeling gaat uit van betaald parkeren met een restrictief vergunningensysteem. Het aantal uit te geven bewonersvergunningen wordt gelimiteerd. Elk huishouden dat een auto heeft en geen parkeerruimte op eigen grond ontvangt een eerste bewonersvergunning. Indien het aantal uitgegeven eerste bewonersvergunningen lager is dan het totale aantal beschikbare bewonersvergunningen, worden ook zolang de voorraad strekt tweede bewonersvergunningen uitgegeven. Zodra het maximale aantal beschikbare bewonersvergunningen is bereikt, worden nog resterende en nieuwe aanvragen op een wachtlijst geplaatst. De plaats op de wachtlijst wordt bepaald via loting, door een notaris. De tarieven voor een bewonersvergunning zijn nog niet bepaald. Zij zullen in ieder geval niet meer gaan kosten dan € 15 per maand. Het is niet gebruikelijk verschillende tarieven te hanteren voor eerste, tweede en volgende bewonersve rgunningen. Bij het opstellen van het definitieve voorstel voor de parkeerregeling willen we die mogelijkheid wel nader onderzoeken. De kosten van de parkeerregeling (de controle, de uitgifte van vergunningen, de parkeerautomaten, etc.) moeten betaald worden uit de opbrengsten van het parkeren (verkoop parkeervergunningen en parkeerkaartjes). Daarom is in het gemeentelijk voorstel voor een parkeerregeling uitgegaan van betaalde vergunningen.
14
10. Parkeergarage op grote oppervlakten (Reddy/Quick Steps) (nieuwbouw). Het is op zich mogelijk om 100 tot 150 parkeerplaatsen te realiseren onder of nabij het terrein van de voetbalvereniging Quick Steps. Of dat ook gebeurt hangt onder meer af van de besluitvorming over het gemeentelijk voorstel voor een parkeerregeling. Het zorgcentrum Zuiderpark aan de Harderwijkstraat, dat grenst aan deze voetbalvelden, ontwerpt nieuwbouw met een ondergrondse parkeergarage. Als beide initiatieven gecombineerd worden tot één parkeergarage met circa 200 parkeerplaatsen, kan zowel in de behoefte van het zorgcentrum als van belanghebbenden uit de wijk voorzien worden. Bij dit aantal te realiseren parkeerplaatsen zijn, afhankelijk van de parkeerplaatsverplichting van het zorgcentrum, rond de 100 plaatsen beschikbaar voor belanghebbenden uit de wijk. Als de nieuwbouw van het zorgcentrum onverhoopt niet door gaat, wordt als alternatief een garage onder het verharde speelveld / de uitstulping van het carré aanbevolen. Voor informatie over het onderzoek naar een parkeergarage onder Ready zie de reactie bij paragraaf 5.3.1 Wonen. 11. Blauwe zones Dierenselaan. Blauwe zones zijn alleen effectief bij voldoende controle. Daaraan zijn hoge kosten verbonden. Daar staan geen opbrengsten tegenover, omdat voor het parkeren in een blauwe zone niet betaald hoeft te worden en boetes ten goede komen aan het Ministerie van Justitie. Daarom wordt niet gekozen voor een blauwe zone. Winkeliers op de Dierense- en Apeldooornselaan kunnen wel een winkelstraatregeling aanvragen. Gedurende de openingstijden van de winkels moet dan betaald worden om te parkeren. Vergunninghouders mogen tijdens de tijden van de winkelstraatregeling niet op deze parkeerplaatsen parkeren. Indien wenselijk kan deze regeling uitgebreid worden met een invoering van een maximum parkeerduur, zoals bij een blauwe zone. Momenteel wordt hierover gesproken met de ondernemersvereninging van de Dierense- en Apeldoornselaan. De uitkomsten worden meegenomen in het gemeentelijke voorstel voor een parkeerregeling. 12. Belanghebbendenparkeren voor bewoners/ontheffingsregeling voor bewoners. Bij belanghebbendenparkeren, ofwel een gebied waar alleen met een parkeervergunning geparkeerd kan worden, geldt, net als bij een blauwe zone, dat de gemeente wel ho ge (personeels)kosten voor controle moet maken, maar dat hier slechts beperkte inkomsten tegenover staan (inkomsten uit de verkoop van vergunningen; de inkomsten van boetes gaan naar het ministerie van Justitie). Daarom is in het gemeentelijk voorstel voor een parkeerregeling gekozen voor een ontheffingsregeling, waarbij bewoners ontheven worden van de plicht om een parkeerkaartje te kopen. 13. Relatie met burgernetwerk. Inventariseren per straat-plein. Let op voor verplaatsing probleem. De gemeente onderhoudt hierover contacten met BORO. Zie onze reactie op aanbeveling 2. In het kader van het samenspraaktraject over het gemeentelijke voorstel voor een parkeerregeling heeft een ieder de mogelijkheid om suggesties en voorstellen in te dienen. Wij beseffen dat een effect van invoering van een parkeerregeling zal zijn dat bewoners auto’s waarvoor zij geen parkeervergunning krijgen buiten de wijk parkeren. Daarom zal na invoering van een parkeerrege ling in Rustenburg-Oostbroek de parkeersituatie in de wijk zelf,
15
maar ook in de omliggende wijken worden gemonitord. Zo nodig kan ook in die wijken invoering van een parkeerregeling worden overwogen. 14. Sociale controle op fout parkeren. Mensen aanspreken, iedereen is verantwoordelijk. Beleefd briefje onder de ruitenwisser werkt ook. Meer sociale controle, in de zin van elkaar aanspreken op ongewenst gedrag, juichen wij toe. Zie overigens onze reactie op aanbeveling 3. 15. Straten waar eenzijdig een parkeerverbod geldt even en oneven maanden. Een parkeerregeling moet eenvoudig en duidelijk zijn. Een parkeerverbod voor even en oneven maanden voldoet niet aan deze voorwaarden. Deze optie is bovendien niet aantrekkelijk omdat ook hiervoor geldt dat hoge (controle )kosten moeten worden gemaakt waar geen opbrengsten tegenover staan, omdat boetes ten goede komen aan het ministerie van Justitie.
16
3. Veiligheid en handhaving 3.1. Veiligheid 1. Huis beter beveiligen conform Politiekeurmerk (bijv. verlichting), is dit niet het geval, dan krijgt de bewoner een boete. Het beveiligen van woningen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar. De politie kan de eigenaar van advies dienen met betrekking tot verbetering van die beveiliging. Het is wettelijk niet mogelijk om eigenaren te beboeten als hun woning niet aan het Politiekeurmerk voldoet. 2. Klachten van burgers serieus nemen en (tijdig) terug koppelen Elke klacht is een gratis advies, waarmee wij ons voordeel kunnen en moeten doen. Wij hechten veel waarde aan een goede en tijdige behandeling van klachten van burgers. Dat is een wezenlijk onderdeel van onze inspanningen om van Den Haag de meest klantvriendelijke stad van Nederland te maken. Klachten van bewoners van Escamp over zaken die specifiek dit stadsdeel betreffen en die bij de stadsdeelcoördinator zijn aangekaart worden geregistreerd door of via de stadsdeelcoördinator. Deze draagt er zorg voor dat de klacht binnen de daarvoor geldende termijn wordt afgedaan. In elke wijk in Escamp is er een ambtelijk Afstemmingsoverleg. Zo nodig vindt via dit Afstemmingsoverleg terugkoppeling plaats. Ondanks deze heldere procedure gaan er nog steeds dingen mis bij de behandeling van klachten. Wij zijn ons daarvan bewust en nemen de nodige maatregelen om problemen te voorkomen. Wij stellen het op prijs als u problemen met klachtenbehandeling onder onze aandacht blijft brengen. Dat houdt ons scherp. 3. Jeugd betrekken in projecten Zie de paragraaf Welzijn/jeugd, par. 6.1. Jeugdparticipatie 4. Autochtonen begeleiden in aanpak over multiculturele samenleving Welzijnsactiviteiten zijn van oudsher al gericht op participatie in de samenleving. Participatie tussen bevolkingsgroepen met een verschillende achtergrond krijgt daarbinnen steeds nadrukkelijker aandacht. Naast de professionele organisaties worden met ingang van 2006 ook vrijwilligersorganisaties nadrukkelijk getoetst op het integrale karakter van hun activiteiten. Autochtonen én allochtonen worden op deze wijze meer betrokken bij elkaar. 5. Meer doelgerichte informatie aanbieden Op diverse wijzen worden burgers in het stadsdeel Escamp door de gemeente geinformeerd over zaken die hen aangaan. Daarvoor worden de bestaande media (dagbladen, huis-aanhuiskranten, website van de gemeente Den Haag, e.d.) gebruikt. Ook worden de in de wijken functionerende bewonersorganisaties regelmatig door de stadsdeelcoördinator geinformeerd over zaken die voor hen van belang worden geacht. Deze doen hiervan melding in hun periodiek verschijnende wijkkranten. Ook maakt de gemeente geregeld gebruik van de door de bewonersorganisaties geboden mogelijkheden om kopij, van welke aard dan ook, aan te leveren voor publicatie in die wijkkranten. Gaat het om gerichte informatie die slechts van
17
belang is voor bepaalde bewonersgroepen in een wijk , dan vindt die informatievoorziening altijd plaats door het gericht (d.w.z. op naam en adres) aanschrijven van de betrokkenen. 6. Gas- en stroomvoorzieningen controleren De eigenaar van een gebouw is verantwoordelijk voor de kwaliteit (veiligheid) van de gas- en elektra installatie in zijn pand. Dit geldt ook voor de beluchting en ventilatievoorzieningen in het pand. De verantwoordelijkheid voor een veilige aansluiting van de gebruikstoestellen, alsmede de (veilige) staat van de gebruikstoestellen ligt bij de eigenaar c.q. de gebruiker van het pand, afhankelijk van wat daarover in het huurcontract is geregeld. Bij signalen van (mogelijk) gevaarlijke situaties wordt direct opgetreden. Bij de opsporing van de illegale kamerverhuur worden altijd de genoemde installaties, gebruikstoestellen en ventilatievoorzieningen gecontroleerd. Momenteel onderzoekt VROM op welke wijze het toezicht op de elektra- en gasinstallaties door de gemeenten verder kan worden versterkt. 7. Betere coördinatie gemeentelijke diensten In de maandelijkse vergaderingen van het Stadsdeel Management Team Escamp worden afspraken gemaakt over allerlei zaken die op stadsdeelniveau integraal moeten worden aangepakt. Daarnaast is de instelling van een (ambtelijk) Afstemmingsoverleg in elke wijk in het stadsdeel Escamp een goed instrument gebleken om een gedegen afstemming te krijgen tussen de werkzaamheden van de verschillende gemeentelijke diensten, woningcorporaties, (welzijns)instellingen en de Politie in die wijk. 8. Illegale bewoning tegengaan Als een burger weet of vermoedt dat sprake is van illegale bewoning kan hij dit melden bij het Meldpunt Onrechtmatig Wonen (070-3534065). Via maandelijkse advertenties in de lokale pers worden burgers regelmatig geattendeerd op het bestaan van dit Meldpunt en op de wijze waarop het kan worden bereikt. Elke melding wordt nagetrokken. Als sprake is van (een redelijk vermoeden van) een gevaarlijke situatie gebeurt dat direct. Andere meldingen komen later aan de beurt, soms ook in het kader van een integrale actie, waarbij meerdere instanties betrokken zijn, bijvoorbeeld de vreemdelingenpolitie. Als mensen die het Meldpunt bellen aangeven dat zij daar prijs op stellen krijgen zij te zijner tijd bericht over wat er met hun melding is gedaan. Veel mensen geven er echter de voorkeur aan anoniem te blijven. Behalve op basis van een melding worden ook buurtgerichte en eigenaar gerichte onderzoeken naar onrechtmatige bewoning uitgevoerd. Woningcorporaties controleren hun eigen woningen op illegale bewoning. Indien zij die ook aantreffen zorgen zij zelf voor ontruiming. Zij kunnen gebruik maken van informatie verkregen uit meldingen bij het Meldpunt Onrechtmatig Wonen. 9. In overleg met wijkagent en gemeente veiligheid verhogen Er vindt structureel overleg plaats tussen politie en gemeente. De wijkteamchef, de wijkagenten en de coördinator veiligheid van de gemeente den Haag voeren regelmatig gesprekken over het item “veiligheid” en stemmen voorstellen en maatregelen op elkaar af. 10. Bouwen van penthouse appartementen op hoeken van Zuiderpark, om het sociale toezicht op het park te vergroten. (Vrouwen lopen ’s avonds niet graag door het park)
18
In het kader van het vertrek van ADO naar het Forepark is de vraag hoe wordt omgegaan met het gebied nadat het oude stadion in het Zuiderpark is gesloopt. Hiertoe wordt een startnotitie opgesteld. Deze is in mei gereed. Hierin zullen diverse opties ter discussie worden gesteld. Verder is voor het Zuiderpark een aanwijzing als Beschermd Stadsgezicht in voorbereiding. Daarin past geen woningbouw. Overigens zien wij de bouw van woningen niet als een zinnige oplossing voor het probleem sociale onveiligheid (met name ’s-avonds). Wij zullen de mogelijkheden onderzoeken om het toezicht in het park uit te breiden. Of dit haalbaar is betwijfelen wij overigens, gezien de hoge kosten die hiermee gepaard gaan. 3.2. Verkeersveiligheid 1. Verkeerssnelheid op Dierenselaan en Zuiderparklaan aanpakken Op de Zuiderparklaan zijn de mogelijkheden tot beperking van de snelheid beperkt. Aangezien deze weg de functie van gebiedsontsluitingsweg heeft, is in het kader van het Verkeersveiligheidsplan 2003-2006 besloten dat op deze weg een maximum snelheid geldt van 50 km/u. Op de Dierenselaan zorgt het smalle profiel op zich al voor een beperking van de rijsnelheid. Beide wegen zijn belangrijk voor de ontsluiting van de wijk. Snelheidsbeperking leidt tot verminderde bereikbaarheid. Daarom zijn verkeersremmende maatregelen op dit moment niet aan de orde. Op het moment dat de situatie gestabiliseerd is (aan het einde van de diverse werkzaamheden in het kader van RandstadRail) zal worden bezien of vorm, functie en gebruik in harmonie zijn en er zich geen onveilige situaties voordoen. Wel kan tot die tijd handhaving (door de politie ) worden ingezet om excessen te voorkomen. Overigens komen uitsluitend die locaties waar ongevallen gebeuren in aanmerking voor flitspalen of camerakasten. 2. Hoofdassen autovrij De hoofdassen die door de wijk lopen hebben een belangrijke functie voor de ontsluiting van de woonstraten. Als deze autovrij zouden worden gemaakt, wordt het onmogelijk om de wijk door te rijden en ontstaat er een woud aan omrijbewegingen. Door woonstraten ontstaan stromen van doorgaand verkeer en de wegen rondom de wijk worden zwaarder belast. Met het autovrij maken verdwijnen tevens enkele honderden parkeerplaatsen. Dat betekent dat het autovrij maken van de hoofdasssen geen optie kan zijn. 3. Winkelstraten verkeersluw (zaterdag autovrij) De Apeldoornselaan is en blijft een gebiedsontsluitingsweg die nodig is voor een goede bereikbaarheid van de wijk. Daarnaast is het voor de locale economie van belang dat winkelstraten goed bereikbaar zijn, ook voor auto’s. De Dierenselaan is krapper bemeten. In zijn huidige vo rm is de straat met trambaan een barrière tussen de beide zijden van de winkelstraat. In het kader van de aanpak Dierenselaan wordt bezien of deze barrièrewerking door ingrepen in de inrichting kan worden teruggedrongen. Maatregelen die de toegankelijkheid voor nood- en hulpdiensten kunnen verminderen (bijvoorbeeld drempels) zijn hier niet toegestaan, aangezien de Dierenselaan onderdeel uitmaakt van de het hoofdroutenet voor deze diensten.
19
4. Meer woonerven en 30 km zones Uit onderzoek is gebleken dat het mengen van verkeerssoorten in één ruimte, het basisbeginsel van woonerven, onvoldoende veilig is voor kwetsbare verkeersdeelnemers. Daarom worden stadsbreed 30-km zones ingevoerd in woongebieden. Dit betreft in principe alle straten waar geen ontsluitende, maar een verblijfsfunctie overheerst. Voor Rustenburg Oostbroek betekent dit alle straten, met uitzondering van de eerder genoemde gebiedsontsluitingswegen. 5. Tram in open straat Met betrekking tot de vrij liggende trambaan in het winkelgebied Dierenselaan/Apeldoornselaan zijn verschillende mogelijkheden verkend. De belangrijkste keuze daarin is het al dan niet handhaven van de “vrije trambaan”. Belangrijk is dat de oversteekbaarheid voor voetgangers en fietsers in de Dierenselaan wordt geoptimaliseerd door middel van verbetering van de huidige oversteekplaatsen en door toevoeging van twee nieuwe oversteekplaatsen. In de bestrating bij oversteekplaatsen komt de nadruk te liggen op voetgangers. De openbare ruimte in het winkelgebied ter hoogte van de Dierenselaan wordt meer een geheel doordat het gras wordt vervangen door plaveisel in combinatie met bomen. De hekken worden verwijderd. Het profiel dat ontstaat is te vergelijken met dat van het Spui ter hoogte van de Nieuwe Kerk. Voor verbetering van de openbare ruimte op het gedeelte Apeldoornselaan wordt aangesloten bij het profiel van RandstadRail. 3.3. Handhaving 1. Scherper optreden bij niet naleven van de regels (bijv. voor huis-, grof- en zwerfvuil afdwingen Met hulp van het Handhavingsteam wordt al geruime tijd privaatrechtelijk gehandhaafd op overtredingen m.b.t. het foutief aanbieden van huisvuil en/of grofvuil. Bij constateren van overtredingen wordt altijd getracht de overtreder te achterhalen en de kosten van het verwijderen op hem/haar te verhalen. 2. Burgerparticipatie in controle op naleving: bij overlast moeten bewoners eerst zelf maatregelen nemen (invoering sociale controle), klachten moeten serieus worden genomen. Het aantal wijkagenten moet worden vergroot en een efficiëntere taakverdeling van en tussen agenten zodat niet iedere agent verantwoordelijk is voor alles, intensievere samenwerking met bewoners. Klachten van de burger moeten serieus worden genomen. 3. Meer geld vrijmaken voor meer capaciteit. Wijkagenten inzetten, gerelateerd aan bewonersaantal tussen nu en 1 jaar. Betere verdeling van taken van wijkagenten beter bereikbaar en bekendheid vergroten, benaderen agent wordt dan laagdrempelig Meer sociale controle juichen wij toe. Initiatieven op dit gebied van bewonersgroepen kunnen rekenen op onze steun. De politie neemt alle klachten serieus. Op dit moment zijn twee wijkagenten werkzaam in de wijk Rustenburg-Oostbroek met elk een eigen gebiedsverantwoordelijkheid binnen de wijk. Uitbreiding van het aantal wijkagenten is thans niet mogelijk. Dat zou ten koste gaan van
20
andere functionaliteiten, als bijvoorbeeld de surveillanten en rechercheurs. Gezien de taken die moeten worden verricht op de terreinen noodhulp en opsporing is dat geen optie. Bij de gebiedsverdeling en de verdeling van de taken is een maximale efficiency het uitgangspunt. Het rooster van de wijkagenten is gericht op een optimale beschikbaarheid en bereikbaarheid. Waar nodig vervangen de beide wijkagenten elkaar. Indien de wijkagenten niet aanwezig zijn, kunnen de bewone rs terecht op het telefonisch wijkagentenspreekuur op werkdagen van 09.00 uur tot 11.00 uur. De samenwerking tussen de wijkagenten en de bewoners(organisatie) is intensief. Dat blijkt onder meer uit het grote aantal overleggen waarbij steeds vaker een beroep wordt gedaan op de aanwezigheid van een of meer wijkagenten of andere politiefunctionarissen. 4. Wijk informatie punt/ wanneer is de wijkagent in de wijk? Wijkinformatiepunt en handhavingsteam bij elkaar in een gebouw (bijv. in Kerk Apeldoornselaan De wijkagenten zijn op verschillende momenten van de dag/week aanwezig in de wijk. Zij zijn dan uiteraard voor een ieder aanspreekbaar. De mogelijkheid om een wijkinformatiepunt en het Handhavingsteam in één gebouw onder te brengen (b.v. in de kerk aan de Apeldoornselaan), behoort helaas niet tot de mogelijkheden, eenvoudigweg omdat dit gebouw geen eigendom is van de gemeente of de politie. Overigens is er onlangs voor gekozen om het Handhavingsteam Escamp I onder te brengen in het voormalig politiebureau aan de Soesterbergstraat, direct grenzend aan de wijk Rustenburg-Oostbroek. Van hieruit kan het betreffende verzorgingsgebied op de meest efficiënte wijze worden bediend 5. Betere communicatie over de effecten van het politiewerk. Als de politie en politiek structurele criminaliteit gedoogd, dan melden bij een centraal meldpunt voor wijk belangen. Het verbeteren van de communicatie in het algemeen, maar zeker ook over de effecten van het politiewerk heeft bij voortduring aandacht van de politie Haaglanden én van de korpsbeheerder. Er vinden dan ook geregeld cijfermatige rapportages aan hem plaats. Door de politie Haaglanden zijn in overleg met de korpsbeheerder, afspraken gemaakt en verwoord in het beleidsplan “ Hart voor de burger en Hard tegen criminaliteit” . Alhoewel er bij de vele politiële taken met betrekking tot toezicht, handhaving en opsporing prioriteiten gesteld worden, is er naar onze mening geen sprake van het gedogen van structurele criminaliteit. 6. Inrichten buurtpreventieteam, handhavingsteams, interventieteams In Rustenburg-Oostbroek is reeds een Handhavingsteam werkzaam. Dit team wordt bijgestaan door een Jongeren Toezicht Team (JTT). Dit team surveilleert – onder aansturing van politiefunctionarissen - met name in winkelgebieden (bv. Dierenselaan en Leyweg ) en spreekt zo nodig mensen aan bij overtredingen of bij wangedrag. De Stichting BOOG onderzoekt in overleg met BORO de mogelijkheden van het oprichten van een zgn. Buurtinterventieteam (BIT). Zodra er voldoende vrijwilligers zijn geworven kan een dergelijk team – na het volgen van een speciale cursus – in nauwe samenwerking met de politie van start gaan.
21
4.Winkelen. Wij geven een algemene reactie op onderstaande punten. Winkelstraten verbeteren en op centraal punt in de wijk Diversiteit winkelstand vergroten Verpaupering van de winkelstraten tegengaan Betere controle op plannen van potentiële winkeliers De bewoners moeten weer kopen bij de winkels in eigen wijk Niet te lang leegstand van winkels in een winkelstraat Winkelstand meer belasting op hoge huren, minder op lage huren Hoe komt het dat bepaalde winkels er niet meer zijn? Wat voor winkels willen de buurtbewoners ? (enquête) Centrale punten (winkeltjes) die over alle aspecten (bouwkundig, financieel) informatie/advies kunnen geven en die geen belangen hebben bij bank/aannemers Bestemmingsplan Huidige plan afmaken door uitvoering Betere uitstraling naar buiten De gemeente heeft met het vaststellen van het wijkplan Rustenburg Oostbroek gekozen voor het versterken van het winkelgebied Dierenselaan-Apeldoornselaan. In 2004 is in samenspraak met BORO en de ondernemers uit het winkelgebied een Plan van Aanpak opgesteld, dat ten doel heeft dit winkelgebied te revitaliseren. Het Plan van Aanpak bevat maatregelen op het gebied van economische structuur, openbare ruimte, gevels, leefbaarheid en veiligheid. Ook de versterking van de organisatie van de ondernemers maakt deel uit van dit Plan van Aanpak. De uitvoering, gestart in 2004, loopt tot medio 2008. Basis voor het Plan van Aanpak is onderzoek onder bezoekers en ondernemers van het winkelgebied. Gevraagd is hoe men het winkelgebied ervaart, wat men goed en minder goed vindt. Tevens is gevraagd welke winkels er ontbreken. Aan de ondernemers zijn min of meer dezelfde vragen gesteld. Tevens is gevraagd naar hun toekomstplannen en –verwachtingen. Het Plan van Aanpak kiest voor verdere versterking van de diversiteit in het winkelaanbod door actief te zoeken naar ondernemers/branches die nog ontbreken in het winkelgebied. Winkels die het meest gemist worden zijn: schoenenwinkels, kledingzaken van diverse soort en prijzen en de Doe het Zelfbranche. Eventueel kunnen winkels tijdelijk gehuurd worden in afwachting van een geschikte ondernemer. Verder zijn maatregelen opgenomen om verpaupering van het winkelgebied tegen te gaan. In het kader van “Schoon en heel” zijn de stoepen gerepareerd en worden vuilnisbakken geplaatst. Leegstand van winkels wordt aangepakt door nieuwe winkeliers te zoeken. Een belangrijke succesfactor is de aanwezigheid van een sterke winkeliersvereniging. Mede als gevolg van de inspanningen van de in 2004 aangestelde winkelstraatmanager is recent een Ondernemersvereniging opgericht. De Ondernemersvereniging zal met hulp van de winkelstraatmanager de promotie van het winkelgebied oppakken. Daarnaast is de Ondernemersvereniging een belangrijke gesprekspartner van de gemeente bij het maken en uitvoeren van plannen in de fysieke sfeer: herinrichting openbare ruimte, parkeerregulering, aanpak gevels en reclame uitingen. In het winkelgebied (cluster dienstverlening) wordt een servicepunt gerealiseerd waar woningeigenaren die hun woning willen vergroten door middel van samenvoeging, aanbouw of dakopbouw adviezen kunnen krijgen op technisch en financieel gebied.
22
Deze zogenoemde “Service organisatie” krijgt de vorm van een stichting. In de adviesraad zullen onder meer makelaars en bankiers worden opgenomen, vanwege hun kennis van zaken op het gebied van wonen, eigen woningbezit en financiële producten.
5. Wonen 5.1. Bestaande plannen uitvoeren Bestemmingsplan Huidige plan afmaken door uitvoering Kerk Apeldoornselaan gebruiken voor winkelpromenade en woningen In 2005 wordt gestart met het opstellen van een bestemmingsplan voor Rustenburg Oostbroek. Een eventuele herbestemming van de huidige kerk aan de Apeldoornselaan is niet in het plan betrokken. Overigens is deze kerk geen eigendom van de gemeente. 5.2. VVE’s Eigenaren en VVE’s moeten eigen verantwoordelijkheid nemen Aanscherpen van het bestaande plan “hebben is onderhouden” Onderhoudskennis in huis halen, sluitende afspraken maken Eigenaren moeten bewust worden van het VVE lidmaatschap VVE’s beter activeren door betere informatie te geven over de voordelen, rechten en plichten Kleine VVE’s zijn doeltreffender dan grote VVE’s per woonblok in elkaar laten opgaan VVE’s per blok laten vergaderen Samen sterk voor VVE Procedure van afdwingen onderhoud verkorten Wij clusteren de beantwoording van deze voorstellen en opmerkingen en betrekken daarbij tevens de opmerkingen die onder het kopje “Maatregelen” zijn gemaakt over de rol van Woningbeheer in het kader van IBG. Rustenburg Oostbroek is in 1998 aangewezen als Intensief Beheer Gebied (IBG). Alle panden in de wijk zijn (aan de buitenkant) bekeken op de staat van onderhoud. Alle VVE’s worden benaderd met een Bouw Onderhoudsplan en aangespoord dit uit te voeren. Achterstallig onderhoud dient binnen twee jaar na het uitbrengen van het Onderhoudsplan te worden aangepakt. In het kader van de IBG aanpak wordt VVE’s de mogelijkheid geboden het uitgevoerde werk te laten controleren door een medewerker van Woningbeheer. Woningbeheer meldt VVE’s aan die het achterstalling onderhoud niet binnen de gestelde termijn aanpakken. De gemeente start daarna zo nodig een aanschrijvingsprocedure. Er is een nota in voorbereiding waarin voorstellen worden ontwikkeld waarmee de bouwtechnische kwaliteit van de woningen, die in Rustenburg-Oostbroek de laatste jaren sterk is verbeterd, duurzaam kan worden geborgd. De verbetering van de VVE-structruren wordt aangepakt in het kader van de “56 wijken aanpak” van het Ministerie van VROM. Een “proefproject herstructurering VVE-structuren” moet ervoor zorgen dat gemeente, ministerie en eigenaar-bewoners expertise ontwikkelen op het gebied van onder meer samenvoeging van VVE’s, het benutten van de mogelijkheden van
23
het vernieuwde appartementsrecht en het instellen van een onderhoudsfonds voor de lange termijn (minimaal 15 jaar). VVE’s kunnen in aanmerking komen voor een subsidie voor juridische en organisatorische kosten. Voor structuurverbeteringstrajecten van VVE’s kan gebruik worden gemaakt van begeleiding/expertise van gemeente en ministerie. Het proefproject wordt uitgevoerd in een nader te bepalen deel van Rustenburg-Oostbroek In het IBG traject wordt tevens aandacht besteed aan het (re)activeren van “slapende” VVE’s. VVE’s kunnen bijvoorbeeld een cursus “Bestuur van een VVE” volgen. Kleinere VVE’s hebben als probleem dat het financieel niet aantrekkelijk is om een professioneel bestuurder in de hand te nemen. Meestal wordt er dan ook matig tot slecht toegezien op het hebben van een onderhoudsfonds. In het kader van op handen zijnde landelijke wetgeving m.b.t. het appartementsrecht wordt in het kader van de Innovatieve Projecten Rustenburg Oostbroek onderzocht hoe en in hoeverre schaalvergroting kan leiden tot slagvaardiger handelen van VVE’s. Behalve via gemeentelijke inspanningen (in het kader van IBG) worden bewoners ook door BORO regelmatig geïnformeerd over de rechten en plichten van VVE’s, via de wijkkrant en door middel van informatiebijeenkomsten. Wij juichen dit bijzonder toe. 5.3. Maatregelen De opmerkingen en voorstellen met betrekking tot Woningbeheer in relatie tot IBG zijn betrokkken bij onze reactie op het onderdeel VVE’s. De overige punten beantwoorden wij als volgt. 1. Nieuwbouw in de wijk op peil houden. Op verschillende locaties worden met de initiatiefnemers c.q. eigenaren van de huidige gebouwen stedenbouwkundige, programmatische en financiële uitgangspunten opgesteld voor nieuwbouw. Dit zijn: Harderwijkstraat Zorgcentrum Zuiderpark (eventueel in combinatie met een parkeergarage voor de buurt aan de rand van het Quick Stepsterrein); scholen, voorzieningen, woningen en ondergronds parkeren aan de carré Escamplaan-Naarderstraat en de plannen voor nieuwbouw na de sloop van de 106 woningen van Woningstichting Vestia aan de Vlasakkersstraat en Kortenhoefsestraat . 2. Subsidieregelgeving marktconform De subsidieregelingen waarvan eigenaren gebruik kunnen maken zijn bedoeld voor stimulering. Het gaat om een bijdrage: de totale kosten kunnen hoger zijn. De regelingen worden periodiek herijkt, waarbij punt van aandacht is of het gewenste (stimulerende) effect voldoende wordt bereikt. 3. Buurtbeheer Wij zullen in overleg met het buurtbeheerbedrijf BOBOR en de bewoners bezien wat buurtbeheer voor Rustenburg-Oostbroek kan betekenen. Daarbij kan worden gedacht aan de inzet van buurtconciërges, de uitvoering van maatregelen in het kader van het Politiekeurmerk Veilig Wonen, het geven van adviezen over energiebesparing, het opzetten van een uitleenvoorziening voor gereedschap voor verbouwingen in het kader van woninginnovatie en samenvoegen en het geven van daadwerkelijke ondersteuning bij de uitvoering van zulke verbouwingen. Momenteel wordt binnen de gemeente en met de buurtbeheerbedrijven discussie gevoerd over het toekomstige takenpakket en over de opdrachtverlening aan c.q. aansturing van de buurtbeheerbedrijven. Mogelijk heeft deze discussie gevolgen voor de inhoud en de
24
reikwijdte van de inzet van BOBOR in Rustenburg-Oostbroek. Dit betekent dat wij nu hierover geen definitief uitsluitsel kunnen geven, maar op dit onderwerp terugkomen nadat de bovenvermelde discussie is afgerond en tot besluitvorming heeft geleid. 4. Bij verhuur wettelijke verplichtingen GBA Wij nemen aan dat hiermee wordt bedoeld dat behalve door corporaties ook door (kleine) particuliere verhuurders gecheckt moet worden of een huurder wel is ingeschreven in het GBA. Wij vinden dat inderdaad wenselijk. We zullen dit aan de orde stellen in het overleg met de organisaties van verhuurders. 5. Strenger optreden tegen illegale onderhuur enz Zie de reactie op punt 8 van de paragraaf Veiligheid 6. Samenvoegen van woningen In juni 2004 hebben wij de beleidsnotitie ‘Samenvoegen doe je niet alleen’ vastgesteld. Daarin wordt vastgesteld dat het gemeentelijk stimuleringsbeleid gericht op het samenvoegen van kleine woningen nog niet effectief genoeg is. De resultaten vallen tegen, ook in Rustenburg-Oostbroek. In de beleidsnotitie worden maatregelen aangekondigd die moeten leiden tot meer samenvoegingen in de zogenaamde pionierswijken, waarvan RustenburgOostbroek er één is: 1. verruimen en indexeren van de subsidie faciliteiten; 2. doen verbeteren van de VVE structuren; 3. gericht benaderen van eigenaren van boven- en benedenwoningen: het samenvoegen van deze woningen tot eengezinswoningen blijkt immers het meest kansrijk; 4. benaderen van eigenaren-verhuurders o.a. in relatie tot het splitsingsbeleid, Deze maatregelen zijn inmiddels in gang gezet. Van de maatregelen 1, 3 en 4 wordt voor de zomer 2005 resultaat verwacht. Ten aanzien van maatregel 2 wordt verwezen naar onze reactie op het onderdeel “VVE’s” van deze paragraaf. 7. Portieken Voorgesteld is VVE’s te verplichten om hun portieken af te sluiten en portiekverlichting aan te brengen. Voor het opleggen van zo’n verplichting bestaat geen wettelijke basis. In Laak is een “welstands proof”model ontwikkeld voor het afsluiten van de (ook in Rustenburg Oostbroek veel voorkomende) “Haagse Portieken”. Voor he t verlichten van de portieken zijn mogelijkheden in het kader van de zogenaamde Lampionnenaanpak (herstel van glas- in-lood ramen in portieken in combinatie met portiekverlichting). Gelet op het beperkte budget en de aard van de subsidie (kleine monumentenzorg) worden vooralsnog alleen middelen beschikbaar gesteld voor portieken waarin nog glas- in-lood voorkomt. Wij vinden het wenselijk dat ook in andere portieken verlichting wordt aangebracht, omdat dat de veiligheid ten goede komt. Wij laten onderzoeken om hoeveel portieken het gaat en welke kosten hiermee verbonden zijn. Aan de hand daarvan onderzoeken wij de haalbaarheid van verruiming van de aanpak naar portieken zonder glas- in- lood.
25
8. Gemeente moet bij in gebreke blijven eigenaren sancties nemen, woningbeheer aansturen, wijkbreed onderhoudsplan maken en richtlijnen vaststellen voor woningbeheer, bemiddeling van gemeente bij problemen tussen deelnemers VVE, betere richtlijnen voor materiaalgebruik. . Er is een wijkbreed onderhoudsplan, nl. de IBG regeling. Essentie is dat eigenaren zelf moeten opknappen en hun woning moeten onderhouden. 9. Hoogbouw Escamplaan, appartementenbouw bij Ellekomstraat/De La Reyweg, Hoeken Zuiderpark Wonen-Winkelen, hoogbouw op plek PC Hooftschool, eronder parkeerplaatsen, boven sociale huurwoningen. De gemeente heeft geen plannen voor sloop-nieuwbouw bij de Ellekomstraat-De LaReyweg. Voor het onderwerp bebouwing op hoeken Zuiderpark wordt verwezen naar paragraaf 3.4.3. (Veiligheid). Om tegemoet te komen aan de wensen voor nieuwbouw van zowel de PC Hooftschool en de Ds. Karresschool heeft de Woningstichting Vestia Zuid Oost in overleg met de schoolbesturen en de gemeente een studie verricht naar de mogelijkheden voor nieuwbouw van de scholen in combinatie met woningen, welzijnsvoorzieningen en ondergronds parkeren. Deze studie heeft geleid tot een plandocument met daarin de stedenbouwkundige, programmatische en financiële uitgangspunten voor nieuwbouw aan de Escamplaan van de beide genoemde scholen, het multifunctioneel centrum Escampade en een kinderdagverblijf, in combinatie met woningen en parkeren. De nieuwe scholen komen in één gebouw, met daarnaast de welzijnsvoorzieningen met sociale huurappartementen in twee gebouwen van 5 á 6 lagen gecombineerd met een parkeergarage. Op het vrijkomende terrein aan de Naarderstraat komen 16 eengezinswoningen met parkeren op eigen terrein. Ons college neemt eind april een besluit op dit document. 10. Door woningsloop aantal woningen verhogen, gedifferentieerde woningbouw, meer woonboten. Kernpunt van het wijkplan is dat geen particuliere woningen aangekocht worden om te worden gesloopt. Dat besluit is genomen op de uitdrukkelijke wens van de wijk. De noodzakelijke veranderingen in de woningvoorraad worden gerealiseerd door vergroting van bestaande woningen via samenvoeging en dakopbouwen. Belangrijk is in het oog te houden dat de gemeente niet de eigenaar van de woningen is. Dat betekent dat woningeigenaren zelf voor samenvoeging of dakopbouwen moeten kiezen. Wij stimuleren samenvoeging door het verstrekken van subsidie. Ook onderzoeken wij de mogelijkheden om de regelgeving met betrekking tot samenvoeging te vereenvoudigen. In de nota: “Dakopbouwen in Rustenburg Oostbroek” , die op 7 april j.l. is vastgesteld door de gemeenteraad, zijn de welstandskaders vastgesteld voor dakopbouwen in de wijk. Met geldelijke steun van het rijk is een samenwerkingsverband opgezet tussen architecten, woningeigenaren en vertegenwoordigers van de industrie, om onderzoek te doen naar industriële toepassingen van dakopbouwen. Op basis van vragen van woningeigenaren zijn met het oog hierop op verschillende plekken in de wijk pilotstudies in gang gezet. De resultaten daarvan komen nog dit jaar beschikbaar. Alle ligplaatsen voor woonboten zijn momenteel bezet. Het beleid is er niet op gericht het aantal ligplaatsen uit te breiden, maar veeleer om dit aantal terug te brengen.
26
11. Groenbeleid. Wijk opsplitsen in vier delen en kijk daar met bewoners wat ze willen doen. Bijvoorbeeld d.m.v. een enquete. Meer groen, gezamenlijk oplossingen zoeken voor zwerfvuil (bijv. meer prullenbakken) In het kader van een eerder verzoek van bewoners van Rustenburg-Oostbroek om een kleinschalig (pilot) project om burgers meer te betrekken bij het onderhouden van de directe woonomgeving, waaronder het groen, is door de Dienst Stadsbeheer Escamp een pakketkeuze gemaakt uit onder andere (groen) beheerwerkzaamheden in de openbare ruimte, die uit een oogpunt van adequaat beheer op verantwoorde wijze door bewoners kunnen worden uitgevoerd. Via de bewonersorganisatie BORO zal worden geïnventariseerd in welke delen van Rustenburg-Oostbroek bij burgers belangstelling bestaat voor de uitvoering van dit pakket van werkzaamheden. Indien uit deze inventarisatie blijkt dat de bewoners bereid zijn tot zelfwerkzaamheid in dit kader, kunnen met DSB Escamp afspraken worden gemaakt, vast te leggen in een convenant. In het verlengde hiervan past tevens een gedachtenwisseling met de bewoners over hun wensen met betrekking tot hun directe (groene) leefomgeving. 6. Welzijn en jeugd Wij clusteren de opmerkingen en voorstellen rondom de volgende thema’s: • Jeugdparticipatie • Voorzieningen • Straatconsulenten 6.1. Jeugdparticipatie - In het algemeen, jeugd (10 t/m 17 jr.) zelf laten meedenken en inspraak geven; - Bewustwording van veiligheid en sociaal samenleven uit laten werken door de jeugd, jongeren belonen voor hun activiteiten; - Wijkevenementen organiseren (jeugdbarbecue, sportdag), communicatie met behulp van jeugdkrant, internetcafé, website. Samenwerken met school (vak maatschappijleer) en ouders In het kader van de subsidie verlening aan de decentrale welzijnsorganisaties worden voorwaarden gesteld aan de aard en inhoud van de door hen uit te voeren activiteiten. Sinds september 2004 werkt de Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn (OCW) in twee stadsdelen, waaronder Escamp, decentraal. Hiermee wordt een betere aansluiting van het welzijnsaanbod op de vraag vanuit de bewoners beoogd. Vanwege de omvang van het stadsdeel Escamp is gekozen voor een verdere decentralisatie op wijkniveau. Door deze aanpak is het mogelijk de welzijnsorganisaties richtlijnen per wijk mee te geven. Daarbij maken wij gebruik van de suggesties die de BAK heeft gedaan met betrekking tot jeugdparticipatie. De twee BAK-groepen hebben waarschijnlijk een scala van problemen voor ogen gehad toen zij “participatie” als advies formuleerden. Dat valt ook af te leiden uit de context van de punten. Enerzijds gaat het om het mogelijk maken van meer bezigheden voor jeugd en jongeren, anderzijds om “bewustwording”. Achter deze laatste term ligt de doelstelling verscholen dat jongeren socialer gedrag gaan vertonen –lees: minder overlastgevend. Jeugdparticipatie staat of valt met de wijze van organisatie. Professionele jongerenwerkers zijn bij uitstek degenen die weten hoe jongeren( groepen) te bereiken zijn en op welke wijze ze kunnen worden betrokken. Daarnaast zijn er verschillende voorbeelden van specifieke projecten gericht op jongerenparticipatie, zoals “Jouw idee, doe er wat mee”, “Door andere
27
ogen”, Jongeren en verkiezingen, Kinderrechtenfestival, Week van de liefde en het Groot overleg scholieren uit Den Haag (GOUD). Thans is een voorstel in ontwikkeling voor een nieuwe aanpak van de jongerenparticipatie. Kern van die aanpak zijn jongerenpanels op stadsdeelniveau, als platform voor gedachtenwisseling met de gemeente. Wij nemen de voorstellen en adviezen van de BAK over. In onze opdrachtverlening aan de stichting Welzijn Escamp en de stichting BOOG zullen wij een versterkte inzet op he t gebied van jongerenparticipatie en –bewustwording verlangen. In aansluiting daarop zullen wij erop toezien dat het aanbod dat deze instellingen op de genoemde onderwerpen doen aansluit bij de behoeften in de wijk en effectief is. Juist dankzij de decent rale organisatie van OCW is dit goed op wijkniveau te doen en kunnen wij ook rapporteren over de bereikte resultaten. 6.2. Voorzieningen Zowel binnen (jeugdwerkplaats/internetcafé/clubhuis) als buiten in de openbare ruimte (Escamp-carre/Ready terrein). Aan de Escamplaan heeft de stichting Welzijn Escamp een multifunctioneel centrum, “Escampade”. Het terrein waarop dit centrum is gelegen wordt heringericht. Escampade wordt uitgebreid, waardoor meer ruimte beschikbaar komt. Deze extra ruimte is speciaal bedoeld voor jongerenactiviteiten. Bij deze herinrichting zijn ook twee basisscholen, een kindercentrum en een sportvereniging betrokken. Bedoeling is dat de voorzieningen op het terrein, waaronder een gymzaal en twee sportvelden, zoveel mogelijk gezamenlijk worden gebruikt. De herinrichting is klaar in 2007. Er is dan ruimte voor een aanzienlijke uitbreiding van het jongerenaanbod. Deze BAK-aanbeveling is derhalve al in uitvoering, al brengt de lange looptijd van stedenbouwkundige projecten met zich mee dat de concrete resultaten nog even op zich laten wachten. 6.3. Straatconsulenten Straatconsulenten inzetten (ouders uit de straat) die vanuit hun directe contacten de jeugd in hun straat benaderen In diverse wijken van de stad wordt momenteel geëxperimenteerd met straatcontactpersonen. Dit zijn bewoners die als aanspreekpunt en communicatiekanaal dienen tussen bewoners en gemeente, op het gebied van leefbaarheid en samenlevingsopbouw. In een enkel geval begeleidt de stichting BOOG dit experiment. Elders is het een initiatief dat door de bewonersorganisatie wordt uitgevoerd. Op dit moment willen wij, waar het gaat om professionele ondersteuning, de resultaten van de lopende experimenten afwachten. Bij gebleken succes zijn wij in beginsel bereid het experiment uit te breiden naar RustenburgOostbroek. Natuurlijk kan BORO zelf in deze initiatief ontplooien.
28