82
Rineke Dijkstra, 1959
is gespannen: de benen stijf tegen elkaar, de linkerschouder
Hilton Head Island, S.C., U.S.A., June 24, 1992
licht opgetrokken en de linkerhand ongemakkelijk rustend
1992
op het bovenbeen. Haar blik in de lens is niet die van een
kleurenfoto
verleidelijk fotomodel, maar die van een onzeker tiener-
61 × 51 cm
meisje. Het is alsof zij zich geen houding weet te geven
aankoop 1998
vanwege haar ontluikende vrouwenlichaam.
inv.nr. 3420 [MK]
Uit de titel blijkt dat de foto werd gemaakt op 24 juni 1992 op het strand van Hilton Head Island aan de Amerikaanse
Een zongebruinde jonge vrouw poseert in haar perzikkleurige westkust. Hij behoort tot een veertiendelige serie strandbikini voor een kalme branding en een helderblauwe lucht.
portretten van kinderen en tieners die Rineke Dijkstra tussen
Haar opgemaakte ogen kijken in de lens, met haar rechter- 1992 en 1996 maakte, zowel in de Verenigde Staten, hand houdt ze de lange blonde krullen uit haar gezicht.
Engeland en België als in de voormalige Oostbloklanden
Doordat zij haar linkerknie licht heeft gebogen, ontstaat
Polen, Oekraïne en Kroatië. Door de kinderen voor de foto
een sierlijke curve in haar lichaam die herinnert aan het
tijdelijk apart te nemen en weg te halen uit hun veilige
schilderij De geboorte van Venus (circa 1483) van Sandro
omgeving van familie en leeftijdsgenoten, brengt Dijkstra
Botticelli of aan klassieke sculpturen. Van een klassieke
de kwetsbaarheid van de fase tussen kindertijd en
schoonheid is hier echter geen sprake. Haar lichaamshouding
volwassenheid in beeld.
83
G.W. van Dokkum, 1828–1903
naar deze grootse internationale manifestatie, allemaal
J.M. van Kempen & Zn.
ontworpen door zijn medewerker G.W. van Dokkum. Behalve
Gotische bokaal
deze bokaal in neogotische stijl, waren ze uitgevoerd in de
1847
renaissance-, de Griekse, de Lodewijk XVI- of de rococostijl.
zilver
Binnen de betrekkelijk povere presentatie van Nederland
49 cm hoog
in Londen sprongen deze kostbare sierstukken er echt uit.
bruikleen Stichting Historische Verzamelingen van het
Zij toonden waartoe de zilversmeden uit Utrecht met de
Huis Oranje-Nassau 1986
toen meest moderne middelen in staat waren. Maar Van
inv.nr. BZ 51 [KN&V]
Kempen had met zijn inzending ook een educatieve missie. Het publiek zou iets moeten kunnen leren van de zo
Deze bokaal, versierd met zeven gegoten beeldjes van
zorgvuldig uitgevoerde en ‘stijlzuiver’ ontworpen producten.
laatmiddeleeuwse voorvaderen uit de Huizen Oranje en
In een speciaal voor de wereldtentoonstelling geschreven
Nassau, werd in 1847 vervaardigd voor koning Willem II,
brochure lichtte hij de kenmerken van de historische stijlen
die een bijzondere voorliefde voor de neogotiek had.
toe. Want hoewel in die tijd alle stijlen mochten worden
In 1851 maakte dit zilveren siervoorwerp deel uit van de
toegepast, werd het onoordeelkundig omspringen daarmee
inzending voor de wereldtentoonstelling in London. De
door de hervormers van de nijverheidskunst streng
destijds in Utrecht gehuisveste zilverfabriek van J.M. van
veroordeeld.
Kempen stuurde achttien vergelijkbare pronkobjecten
84
Kees van Dongen, 1877–1968
Zijn vrouwenportretten hebben vaak iets te grote, zwart
De vinger aan de wang
omrande ogen en groene schaduwen in de huid, wat het
circa 1910
exotische karakter van zijn modellen benadrukt. Dat is
olieverf op doek
ook het geval in dit schilderij, een portret van een jonge,
65 × 54 cm
anonieme Spaanse vrouw. Het oranjegeel van de omgeving
bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen
contrasteert met de diepblauwe bloemen op de peignoir,
1950
haar blanke huid steekt af tegen het zwarte haar en de
inv.nr. St 78
opgemaakte ogen. Van Dongen schilderde haar waarschijnlijk in de zomer van 1910, toen hij een reis naar Spanje en
In 1899 vestigde de van oorsprong Rotterdamse schilder
Marokko maakte. De schilderijen uit dat jaar laten een
Kees van Dongen zich in Parijs. Daar kwam hij in aanraking bijzondere mix van fauvisme en exotisme zien. De belangmet de fauvisten, een groep vooruitstrevende kunstenaars stelling voor oriëntaalse onderwerpen was in die tijd bij die schilderden met felle, ongemengde kleuren. Zij bouwden
meer West-Europese kunstenaars aanwezig. Van Dongen,
hun schilderijen op uit grote vlakken en pasten niet of
die de vrouw kenschetste als ‘het mooiste landschap’, raakte
nauwelijks perspectief toe. Van Dongen liet zich sterk door
tijdens zijn reis geïntrigeerd door zuidelijke types. Met
hen inspireren. Hij schilderde figuren uit het café, het circus
veel enthousiasme schilderde hij flamencodanseressen,
en van de straat in heldere, ongemengde kleuren.
bohémiennes en andere Spaanse schonen.
85
Herman Doomer, werkzaam 1620–1650
Achter de twee deurtjes blijken twaalf rijk versierde laatjes
Kunstkabinet
en een tweede deurtje schuil te gaan. Hierachter zijn op-
1640–1650
nieuw achttien nog veel kleinere laatjes verstopt. De fijne
ebben fineer op eikenhout, belegging van verschillende
rankenversiering op de laatjes wordt ook wel cosses-de-pois
houtsoorten, geperst en gekleurd walvisbalein, zilver
genoemd: ‘peulvruchtenornament’. Dat was in de zeven-
(beslag sloten)
tiende eeuw populair als decoratiemotief. Aan de binnen-
168 × 105 × 54 cm
zijde van de deuren en laatjes zijn uiterst vakkundige
aankoop met steun van Vereniging Rembrandt en Stichting
geometrische patronen van verschillende tropische hout-
Bevordering van Volkskracht 2009
soorten aangebracht.
inv.nr. Div. M. 90 [KN&V]
De allergrootste verrassing van het kabinet is echter het materiaal waarvan de laatjes gemaakt zijn: balein of walvis-
Dit bijzondere kabinetje werd vermoedelijk gemaakt door
baard. Herman Doomer ontwikkelde zelf het procédé om
Herman Doomer. Deze uit Duitsland afkomstige en sinds
van dit bijproduct van de toentertijd bloeiende walvisvangst
1613 in Amsterdam werkzame meubelmaker maakte ook
decoratieve details voor zijn meubels te maken. Hij vroeg
het zogenaamde tulpenkabinet van het museum. Het op het in 1641 patent aan op zijn ontdekking om de baleinen te eerste gezicht heel eenvoudige, met ebbenhout gefineerde kastje herbergt diverse verrassingen.
kleuren en te persen in een metalen mal.
86
Gerard Dou, 1613–1675
figuren. Met dit werk week hij van deze gewoonte af. Het
De kwakzalver
is verreweg zijn grootste schilderij en er komen maar liefst
1652
vijftien mensen op voor. Onder hen een jager, een boer met
olieverf op paneel
een kruiwagen vol groente, een pannenkoekenbakster die
112,5 × 83,5 cm
de billen van haar kind afveegt en een visverkoopster die
bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen 1939
niet merkt dat haar beurs juist wordt gestolen. Het tafereel
inv.nr. St 4
speelt zich af buiten de stadsmuren van Leiden, de woonplaats van de schilder. Dou schilderde ook zichzelf, hangend
Gerard Dou behoorde in zijn tijd tot de meest geliefde en
uit een raam met een palet in de hand. Vermoedelijk plaatste
best betaalde schilders. Men koesterde diepe bewondering hij zich niet zonder reden naast de kwakzalver. Beiden zijn voor de gedetailleerdheid van zijn werk. Een tijdgenoot
immers meesters van de illusie: de nepdokter bedriegt zijn
beweert dat hij meer dan drie dagen deed over het schilderen publiek met ondeugdelijke drankjes en de kunstenaar van een vingernagel. Een bezoeker aan zijn atelier zag hem suggereert een werkelijkheid die uiteindelijk slechts uit verf werken met drie brillen op zijn neus. De kunstenaar specialiseerde zich in kleine werken met hooguit enkele
op een stuk hout bestaat.
87
Marcel Duchamp, 1887–1968
Zijn bekendste readymade is het urinoir dat hij in 1917 sig-
De ou par Marcel Duchamp ou Rrose Sélavy
neerde met de valse naam ‘R. Mutt’ en de titel Fountain gaf.
(La boîte-en-valise)
Zo veranderde Duchamp voor altijd de definitie van kunst
1952
en legde hij de basis voor de conceptuele kunst in de jaren
gemengde techniek
zestig en zeventig van de twintigste eeuw.
41 × 38 × 10,5 cm
Later in zijn leven, toen hij geen kunstwerken meer maakte
aankoop Fonds W. van Rede 1990
maar zich geheel op het schaken had toegelegd, liet
inv.nr. MB 1990/3 [MK]
Duchamp verschillende series dozen vervaardigen met facsimile’s van bijna alle werken uit zijn oeuvre. Deze
Aanvankelijk was Marcel Duchamp actief als kubistisch
dozen, Boîtes-en-valises (ofwel Dozen in koffers) genoemd,
schilder. Hij begon echter steeds meer te twijfelen aan het
zag de kunstenaar als ‘draagbare musea’. De doos bevat
belang van de schilderkunst als medium. Hij kwam tot de
niet alleen kopieën van Duchamps laatste kubistische
conclusie dat een kunstenaar een kunstwerk niet zelf hoefde
schetsen en schilderijen, maar ook kleine replica’s van
te creëren, maar een alledaags voorwerp eenvoudigweg
belangrijke werken als de Fountain. Zo kon Duchamp zijn
kon benoemen tot kunst. Zo ontstond de zogenaamde
oeuvre toch verder uitbreiden op zijn geheel eigen manier.
‘readymade’, een term die door Duchamp is gemunt.
88
Albrecht Dürer, 1471–1528
In de jaren 1507–1509 schilderde hij een groot paneel met
Studie van twee voeten
voorstellingen van Maria Hemelvaart en de Kroning van
circa 1508
Maria, een opdracht van de rijke lakenhandelaar Jacob Heller.
penseel in grijze inkt, grijs gewassen, wit gehoogd,
Dit paneel was bedoeld als onderdeel van een altaarstuk
op groen geprepareerd papier
voor een Dominicaner kerk in Frankfurt, dat helaas verloren
17,5 × 21,5 cm
is gegaan. Uit een briefwisseling met de opdrachtgever blijkt
verworven met de verzameling van D.G. van Beuningen 1958
dat Dürer meer dan een jaar bezig was met de voorbereiding.
inv.nr. MB 1958/T 24 [PK]
Hij maakte verschillende voorstudies voor onderdelen van het schilderij. Deze zijn steeds op dezelfde manier getekend,
Net als zijn Italiaanse tijdgenoten Michelangelo en Leonardo
met het penseel in zwarte inkt en witte hoogsels op papier
da Vinci was Albrecht Dürer een veelzijdige en zeer invloed-
met een gekleurde grondering. Twintig van deze voor-
rijke renaissancekunstenaar. Tijdens verschillende lange
studies zijn bewaard gebleven, waaronder deze beroemde
reizen, waaronder in de Nederlanden en Noord-Italië, leerde
tekening. Daarop zijn twee voeten te zien, die als voorbeeld
hij de humanistische denkbeelden en de innovatieve
dienden voor de voeten van de knielende apostel Paulus
vormentaal van de vroege renaissance kennen. Dürer is
rechtsonder op het centrale paneel van het Heller-altaarstuk.
vooral bekend door zijn houtsneden en gravures. Door de
Behalve de beide voeten is ook de onderrand van de mantel
wijde verspreiding van zijn prenten heeft hij een grote invloed
op de rechtervoet getekend.
gehad op andere kunstenaars.
89
Anthonie van Dyck, 1599–1641
het oppervlak van zijn schilderijen emailachtig aandoet,
De heilige Hieronymus
schilderde Van Dyck met brede, grove toetsen. Vol bravoure
1618–1620
zette hij met enkele streken een arm of een been neer alsof
olieverf op doek
het een olieverfschets betrof. Het rode doorgroefde hoofd,
165 × 130 cm
dat sterk contrasteert met het witte lichaam van de heilige,
bruikleen Stichting Willem van der Vorm 1972
doet vermoeden dat de schilder naar een model werkte.
inv.nr. VdV 22
Rond 1615–1618 maakte Van Dyck verschillende schilderijen waarop Hieronymus is te zien. De heilige, een van de vier
Anthonie van Dyck was nog een tiener toen hij deze levens- kerkvaders, gold als een groot geleerde en was vooral grote Hieronymus schilderde. De compositie ontleende hij
beroemd om zijn Latijnse vertaling van de Bijbel. Door de
voor een groot deel aan een werk van zijn leermeester Peter toevoeging van een engel die een pen aanreikt, wordt Paul Rubens. Ook bepaalde details, zoals de leeuw, nam
duidelijk dat zijn werken goddelijk geïnspireerd waren.
hij bijna letterlijk van hem over. In stijl en penseelvoering
Ooit verloste de kerkvader een leeuw van een doorn in
probeerde hij zich echter juist van zijn meester te onder-
zijn poot. Sindsdien was het dier zijn trouwe metgezel.
scheiden. Terwijl Rubens in deze tijd glad werkte zodat
90
Olafur Eliasson, 1967
door de installatie. Elke voetstap veroorzaakt trillingen in
Notion Motion
de waterbassins die zich vertalen in reflecties van het licht
2005
op het water. Wie het ene moment verwonderd is over de
hout, rubber, lampen, water
beelden die zo ontstaan, wordt een moment later
onderdeel 1: 3240 × 1034 cm; onderdeel 2: 3240 × 2587 cm;
gefascineerd door de aanblik van de reusachtige bassins
onderdeel 3: 3240 × 923 cm
en de felle lampen die eraan ten grondslag liggen. Voor
schenking H+F Mecenaat 2005
Eliasson zijn het effect van de beelden en het mechaniek
inv.nr. BEK 1742 [MK]
waarmee hij natuurlijke processen nabootst gelijkwaardige elementen in zijn werk. Toen hij in de Turbine Hall van Tate
Het samenspel tussen licht, water en de aanwezigheid van
Modern in Londen een gigantische zonsopkomst nabootste,
de bezoeker staat centraal in Olafur Eliassons Notion
liet hij ook de halve transparante cirkel, de honderden
Motion, een installatie die eens in de vijf jaar wordt getoond lampen, spiegels en nevelmachines zien waarmee hij de in de drie grote tentoonstellingszalen van het museum.
illusie creëerde. De beleving van zijn werk bestaat niet
De drie bassins met water, drie lampen van 6000 watt en
alleen uit verwondering en overgave, maar ook uit een
een eenvoudig mechaniek om het water in beroering te
bewustwording van waar je eigenlijk naar kijkt. ‘Jezelf zien
brengen, beslaan samen een oppervlak van circa 1500 m².
waarnemen’, zoals Eliasson het noemt.
Wie het werk wil bekijken loopt over een recht pad dwars
91
James Ensor, 1860–1949
verkocht, zoals de maskers die rechts aan de deurpost
Interieur van de kunstenaar
hangen. Hij gebruikte ze in zijn werk om de medemens, die
1930
volgens hem onwetend was, te bespotten. Hij deed dit in
olieverf op doek
reactie op de hevige kritiek die zijn werk aanvankelijk
84 × 66 cm
kreeg van de kunstwereld en waardoor hij zich miskend
verworven met de verzameling van D.G. van Beuningen 1958
en onbegrepen voelde.
inv.nr. 1203 [MK]
Een ander motief dat Ensor veel gebruikte is het skelet. Ook hiervan bewaarde hij voorbeelden in zijn atelier. In
In dit schilderij gunt de Belgische kunstenaar James Ensor
het schilderij staat er een op het kastje achter de stoel.
de toeschouwer een blik in zijn atelier in Oostende. Er
Ensor was gefascineerd door de dood en vereenzelvigde
hangen verscheidene werken van zijn hand. Rechts is een
zich hier vaak mee in zijn werk. In de jaren rond 1880
fragment van De intrede van Christus in Brussel te zien,
portretteerde hij zichzelf meermalen met een doodshoofd.
zijn meest befaamde werk uit 1888. Het grootste schilderij
Op de achtergrond van het schilderij is een zelfportret van
links naast de deur toont een oude vrouw, omringd door
de schilder op zeventigjarige leeftijd te zien. Zijn situatie was
grijnzende maskers. Dergelijke carnavaleske figuren bevolken toen heel anders dan vijftig jaar eerder: hij was in 1929 in de een groot deel van zijn oeuvre. Ensor vond zijn inspiratie in de winkel van zijn grootmoeder waar feestartikelen werden
adelstand verheven en inmiddels een beroemd kunstenaar.
92
Max Ernst, 1891–1976
hoofd dat gevormd is uit iets wat op een hoed lijkt. In de
Het paar
schaduwen tekenen zich de vormen van gelaatstrekken af.
1923
Max Ernsts interesse in de collagetechniek ontstond in 1919
olieverf op doek
toen hij in Keulen met het dadaïsme in aanraking kwam.
101,5 × 142 cm
Hij typeerde de collage als de ‘uitbuiting van de toevallige
bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen
samenkomst van twee verschillende werkelijkheden op een
1966
onbekend oppervlak’. Waar hij aanvankelijk verschillende
inv.nr. 2708 [MK]
materialen daadwerkelijk op papier plakte, gebruikte hij de beeldtaal van collages ook steeds vaker in zijn geschilderde
In een vrijwel lege ruimte zitten een man en vrouw naast
composities. Zo is in Het paar alles minutieus met olieverf
elkaar. De vrouw links heeft haar benen over elkaar geslagen
geschilderd. Ernst maakte dit schilderij in 1923, een jaar
en wendt zich tot de man. Hij maakt met zijn rechterarm
nadat hij in Parijs was gaan wonen. Hier raakte hij nauw
een gebaar naar de vrouw. De voorstelling is als een collage
betrokken bij de surrealistische beweging. Met zijn collage-
opgebouwd uit losse onderdelen: stroken kant, randen
techniek oefende hij veel invloed uit op zijn collega’s.
van een gordijn, puntige voetjes, een blauwe romp en een
93
Barthélemy d’Eyck, werkzaam circa 1440–circa 1470
uit van een groot drieluik in de Saint-Sauveur kathedraal
De profeet Jesaja / Stilleven met boeken
in Aix-en-Provence. Het altaarstuk werd vermoedelijk tijdens
circa 1442–1445
de Franse revolutie uit elkaar gehaald. Het middenluik met
olieverf op paneel
een Annunciatie hangt nog steeds in de Zuid-Franse stad.
101,5 × 67,5 cm / 30 × 56 cm
Het rechterluik met de profeet Jeremia is in de Koninklijke
respectievelijk verworven met de verzameling van
Musea voor Schone Kunsten te Brussel. Nog weer later
D.G. van Beuningen 1958; en bruikleen van Rijksmuseum
heeft een onverlaat het prachtige boekenstilleven, dat
Amsterdam 1989
oorspronkelijk in een nis boven Jesaja was geschilderd, er
inv.nr. 2463 [OK] / inv.nr. 3311 [OK]
afgezaagd en afzonderlijk verkocht. Het stilleven kwam uiteindelijk in het Rijksmuseum terecht, dat het in langdurig
Schilderijen zijn in de loop der eeuwen vaak weinig zorg-
bruikleen aan Museum Boijmans Van Beuningen gaf, zodat
vuldig behandeld. Beeldenstormen, revoluties, maar ook
onder- en bovenkant van het linkerpaneel nu weer samen
de steeds veranderende smaak of stomweg nonchalance
zijn. De schilder was mogelijk familie van Jan van Eyck.
lieten hun sporen na. Deze twee panelen van Barthélemy
Voor René d’Anjou, koning van Napels en graaf van de
d’Eyck, nu beschouwd als een van de hoogtepunten van de
Provence, maakte hij een aantal verluchte handschriften.
vijftiende-eeuwse Franse schilderkunst, zijn hier een goed
Het drieluik is het enige schilderij dat met zekerheid aan
voorbeeld van. Ze werden tussen 1442 en 1445 geschilderd
hem kan worden toegeschreven.
in opdracht van een rijke lakenhandelaar en maakten deel
94
Hubert en/of Jan van Eyck (?), ?–1426 / circa 1390–1441
hemelse boodschapper. De bewakers zijn in slaap gevallen
De drie Maria’s aan het graf
en hebben niets door. De scène is uiterst gedetailleerd in
circa 1425–1435
beeld gebracht. Op de voorgrond is een grote variatie aan
olieverf op paneel
planten geschilderd, het glinsterende harnas van een van de
71,5 × 90 cm
wachters weerspiegelt de omgeving en door Jeruzalem,
verworven met de verzameling van D.G. van Beuningen 1958
de stad in de achtergrond, lopen minuscule figuurtjes, die
inv.nr. 2449 [OK]
slechts met een loep te zien zijn. De toeschrijving van het schilderij is omstreden. Lange tijd stond het op naam van
Nadat Christus aan het kruis was gestorven werd hij in een Hubert van Eyck, de mysterieuze oudere broer van Jan. graf gelegd, dat met een steen werd afgedekt. Een dag later
Maar er is ook gesuggereerd dat het van de hand van Jan
wilden drie vrouwelijke volgelingen, allen met de naam
zelf is, of een samenwerking tussen de gebroeders.
Maria, zijn lichaam met specerijen zalven. Tot hun
Anderen menen dat het werk pas na hun dood kan zijn
verwondering was de steen verwijderd en het graf leeg.
ontstaan. Het lijkt echter waarschijnlijk dat het schilderij
Een engel vertelde hun dat Jezus was opgestaan. Op het
rond 1425–1435 is geschilderd. Of de gebroeders er zelf aan
schilderij kijken de drie Maria’s met verbazing naar de
werkten zal wel altijd een raadsel blijven.
95
Carel Fabritius, 1622–1654
schilderkonst (1678) van Samuel van Hoogstraten, eveneens
Zelfportret
een leerling van Rembrandt. Fabritius’ vroegst bekende
circa 1645
schilderijen zijn volledig in de stijl van zijn leermeester,
olieverf op paneel
zowel wat betreft de compositie als in de weergave van
65 × 49 cm
de figuren. Net als bij Rembrandt zijn deze krachtig
legaat F.J.O. Boijmans 1847
geschilderd, in een sterk licht-donkercontrast. Vanaf 1650
inv.nr. 1205 [OK]
vestigde Fabritius zich in Delft, waar hij een kleuriger stijl ontwikkelde. Het schilderij laat Rembrandts invloed zien
Op dit Zelfportret toont de kunstenaar zichzelf met een
in de brede manier van schilderen. De achtergrond heeft
wilde bos krullen en een open hemd, waardoor zijn
echter een lichte kleur. Dit wijst op een datering van
borsthaar te zien is. Als achtergrond schilderde hij een
omstreeks of na 1645. Er is een tweede zelfportret van
brokkelige muur, waarop hij zijn signatuur in de natte verf
Fabritius bekend uit 1654, dat zich in de National Gallery
kraste. Fabritius werd geboren in het Noord-Hollandse dorp in Londen bevindt. Daarin heeft de schilder meer afstand Middenbeemster en ging bij Rembrandt in de leer. Dit is bekend uit het boek Inleyding tot de hooge schoole der
genomen van de stijl van zijn leermeester.
96
Piero Fornasetti en Gio Ponti, 1913–1988 / 1891–1979
achttiende-eeuwse tekeningen van renaissancepaleizen.
Trumeau Architettura
In het onderstel is het ontwerp van Galeazzo Alessi voor een
1951–1960
Palazzo in Genua te herkennen. De uiterst gedetailleerd
gelakt en lithografisch bedrukt hout
uitgewerkte grafische voorstellingen sluiten perfect aan
217 × 80 × 40,5 cm
bij de vormgeving en maatvoering van de combinatiekast.
aankoop Fonds W. van Rede 2006
Een duizelingwekkend illusionistisch perspectief is hiervan
inv.nr. V 2433 [KN&V]
het gevolg. Het meubelstuk balanceert op de grens van de toegepaste en de autonome kunst en sluit op een bijzondere
Kunstenaar en ontwerper Piero Fornasetti werkte vanaf 1940 manier aan bij de vele surrealistische kunstwerken in het samen met de twintig jaar oudere Milanese architect Gio
museum.
Ponti aan een serie bijzondere, gedecoreerde meubelen en Het eerste exemplaar uit 1951 van deze trumeau bevindt zich interieurs. Ponti ontwierp de producten en Fornasetti tekende
in het Victoria & Albert-museum in Londen. Nadien werd tot
de decoraties.
1960 – onder het streng toeziend oog van Fornasetti – nog een
Deze Trumeau Architettura, feitelijk een schrijfbureau
twintigtal vergelijkbare kasten geproduceerd. Hiervoor
(secretaire) met daar bovenop geplaatst een boekenkast,
ontwikkelde hij een speciale lithografische druktechniek.
is van buiten en van binnen beplakt met de architectuur-
Dit is een van deze exemplaren.
tekeningen die Fornasetti maakte op basis van
97
Jean Honoré Fragonard, 1732–1806
de donker aangezette hoofdtooi van de linker- en de
Het vertrouwelijke gesprek (La Confidence)
bovenkleding van de rechtervrouw. De handen zijn slechts
circa 1778–1780
globaal aangeduid, net als de achtergrond. Hierdoor gaat
potlood, pen en penseel in bruine en zwarte inkt op papier
de volle aandacht uit naar de kleding en de gezichten. De
28 × 21 cm
alerte rechterdame fluistert de dromerig kijkende linkerdame
bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen 1940
iets in het oor, vandaar de titel La Confidence. Het directe
(collectie Koenigs)
oogcontact met beide dames roept een intieme sfeer op
inv.nr. F I 228 [PK]
en zorgt voor een interactie met de toeschouwer. Het is alsof over hem of haar wordt gefluisterd. De voorgestelde
Deze tekening is een kenmerkend voorbeeld van de virtuoze vrouwen zijn waarschijnlijk Marie-Anne Gérard, die met tekentechniek van Fragonard. Hij suggereerde schaduwen
Fragonard trouwde in 1769, en haar jongere zus Marguerite,
en lichteffecten door met het penseel subtiele nuances in
een leerlinge van de schilder. Zij woonde bij haar zus en
de wassingen aan te brengen. Daardoor is bijvoorbeeld de
zwager in het Louvre, waar Fragonard een atelier had en
kleding van de linkerdame bijna tastbaar geworden.
een appartement voor zijn familie. Deze tekening is
Fragonard spaarde bepaalde plekken in de tekening uit,
waarschijnlijk daar ontstaan. Het object op de tafel zou een
waardoor de kleur van het papier zichtbaar bleef. Op deze
tekenplank kunnen zijn, die Marguerite gebruikte tijdens
wijze creëerde hij hooglichten. Een contrast daarmee vormen de lessen van Fragonard.
98
Frankrijk, anoniem
de hertogen van Bourgondië. In 1430 werd door Filips de
Bergkist
Goede de exclusieve orde van het Gulden Vlies gesticht om
1500–1525
zijn dynastie meer aanzien te verlenen. Enkele symbolen
smeedijzer en leer
van deze orde zijn het Bourgondische kruis en de vuurslag
21 × 14 × 11,5 cm
die vervolgens ook als staatkundige symbolen van de
schenking collectie mr. J.W. Frederiks 1994
Bourgondische en later Habsburgse Nederlanden zijn
inv.nr. M 1 [KN&V]
gebruikt. Een vuurslag is een klein ijzeren voorwerp waarmee tegen een vuursteen werd geslagen om vonken en vuur te
Het smeedijzeren koffertje is geheel bekleed met zwart
kunnen maken. Bovendien lijkt de vorm van de vuurslag
leer met een rijke geciseleerde decoratie van bladranken.
op een gekrulde letter B die dan ook staat voor het
Aan de voorzijde is een embleem te zien: een met pijlen
Bourgondische rijk. Dergelijke kistjes werden gebruikt voor
doorkruiste Bourgondische vuurslag. Op de deksel staat
het bewaren van juwelen en waardevolle documenten.
het opschrift OY PARUT. Gedurende de periode 1348–1482
Waarschijnlijk zijn ze ook als bruidskistjes cadeau gedaan.
werd een groot deel van de Lage Landen geregeerd door
99
Paul Joseph Constantin Gabriël, 1828–1903
basis van schetsen en studies. Dat geldt ook voor dit doek.
Polderlandschap bij Overschie
Gabriël – een van de minder bekende meesters van de
1898
Haagse School – componeerde zijn schilderijen zorgvuldig,
olieverf op doek
zoals ook dit weidse polderlandschap laat zien. Boven een
66 × 102 cm
rij strak in het gelid geplaatste molens hangt een zwaar
schenking Vereniging van Voorstanders der Kunst 1898
bewolkte lucht waaruit de regen ieder moment lijkt te
inv.nr. 1222 [MK]
kunnen neervallen. Hoewel Gabriël het landschap in gedempte kleuren schilderde, is het palet dat hij hanteerde
Nadat in 1841 in Engeland de verftube was uitgevonden,
rijk aan grijs- en groenschakeringen. Volgens de schilder
konden schilders hun verf meenemen zonder dat deze
was ieder landschap vol kleur: ‘Hoe meer ik observeer hoe
uitdroogde. Het in de open lucht ter plaatse schilderen werd gekleurder en transparanter de natuur wordt en dan de hierdoor een stuk makkelijker en nam een hoge vlucht.
lucht erbij gezien een heel ander iets en toch zoo in harmonie,
Toch maakten schilders als Gabriël een onderscheid tussen
het is verrukkelijk wanneer men heeft leren zien, want
ter plekke ontstane kleine, vlot geschilderde studies en
ook dat moet geleerd worden, ik herhaal het ons land is
meer doorwerkte doeken op groter formaat. Grote
niet grijs, zelfs niet bij grijs weer.’
schilderijen kwamen meestal in het atelier tot stand, op
100
Emile Gallé, 1846–1904
beroemd om haar Place Stanislas, met zijn ongeëvenaarde,
Driedelig pendulestel
vergulde rococohekken.
circa 1875
Diverse kleine details van het stel verwijzen naar de
aardewerk en koper
gespannen politieke omstandigheden waarin het werk
92 cm hoog
ontstond. Om Elzas-Lotharingen werd immers voortdurend
aankoop met steun van BankGiro Loterij 2011
tussen Frankrijk en Duitsland oorlog gevoerd. Op de pendule
inv.nr. V 2710 a-c [KN&V]
is bijvoorbeeld een paraplu met een zonnetje geschilderd, een pseudo-wapen met de boodschap: na regen komt
Dit vroege werk van de beroemde Franse art-nouveau-
zonneschijn. De Franse familie Gallé gaf hiermee aan dat zij
glaskunstenaar Emile Gallé illustreert hoezeer zijn latere,
hoopte dat de toenmalige Duitse overheersing van Elzas-
vernieuwende ontwerpen schatplichtig zijn aan de neorococo
Lotharingen spoedig voorbij zou zijn. Het wapen van Nancy
en het japonisme. Het pendulestel werd in opdracht van
(de distel) en dat van Lotharingen (drie adelaars) zijn in de
het in Nancy, in Elzas-Lotharingen gevestigde bedrijf van
kandelabers verwerkt. Het is niet uitgesloten dat het
zijn vader omstreeks 1875 gegoten uit achttiende-eeuwse
imposante schoorsteenstel werd gepresenteerd op een van
mallen en door Emile beschilderd met imari-motieven. Dat de vele (internationale) nijverheidstentoonstellingen in die de herwaardering van de rococo juist in Nancy in vruchtbare bodem viel is niet zo verwonderlijk. De stad was ook toen al
jaren.
101
Geertgen tot Sint Jans, circa 1465–circa 1495
Christus bevindt zich in de National Gallery of Scotland in
De verheerlijking van Maria
Edinburgh. Het tweeluik werd vermoedelijk besteld door
1490–1495
een monnik van de Dominicaner orde. Dagelijks zal hij er
olieverf op paneel
in zijn cel biddend voor geknield hebben, vermoedelijk met
24,5 × 20,5 cm
een rozenkrans in zijn handen. Allerlei details verwijzen naar
verworven met de verzameling van D.G. van Beuningen 1958
deze gebedsketting. Zo draagt Maria onder haar kroon
inv.nr. 2450 [OK]
een krans van afwisselend vijf witte rozen en één rode en hebben twee van de engelen die haar omcirkelen een
Geertgen tot Sint Jans werkte aan het einde van de vijftiende rozenkrans in hun hand. Het schilderij verbeeldt een visioen. eeuw voor de Johannieter orde in Haarlem. Er is slechts een
De maagd zit op de maan terwijl een duiveltje haar tever-
tiental werken van hem bekend. Dit paneeltje is mogelijk
geefs probeert aan te vallen. Om haar heen zweven engelen
van zijn hand, maar het kan ook van een kunstenaar uit zijn
met muziekinstrumenten en de werktuigen die gebruikt
directe omgeving zijn. Oorspronkelijk was het de rechterhelft
werden bij het martelen van haar zoon. Het paneel is een
van een tweeluik, dat in de negentiende eeuw uit elkaar
klein wonder, een onvergetelijke evocatie van een andere,
werd gehaald. Het andere paneeltje met de kruisiging van
hogere wereld.