Retabels
Jacob van der Baerze en Melchior
Inleiding
Broederlam (werkzaam einde 14e - beg i n
Onze laat-gotische al taarretabels vormen een ongemeen boeiende wereld. Ze bekoren ons n iet al leen door hun grote artistieke kwaliteit en hun rij ke geestelijke i nhoud, maar zij zij n ook een typisch verschij nsel van één der schitterendste perioden van onze Zui d nederl andse kunst. Vlaanderen speelt i n de 14e en 15e eeuw een bel angri j ke rol i n het Europese kunstgebeuren . Het werk van onze meesters wordt hoog gewaardeerd tot ver buiten onze grenzen om zij n artistieke verfijn dheid en zij n ambachtelij ke degelij khei d . Wij kleuren het 'Herfsttij der Middeleeuwen' op met onze warme mense lij kheid , onze zin voor pitto reske rea l i teit en onze ontroeren de devot ie. Het schilderwerk van onze Vlaamse Pri m itieven, de wandtapijten van onze legwerkers, maar vooral de werken van onze beeld sn ij ders, en hierbij mogen ook onze messi n g g i eters gereken d, vormen voor de Europese mens van de late m i d deleeuwen een gegeerd en gewaardeerd bezit. I n deze enorm uitgebreide kunstproduktie bekleden d e Vlaamse en voor namel i j k Brabantse houtretabels een zeer b ij zondere pl aats. Deze rijk versi erde en opgekleurde kij kkasten , waari n het hei l i ge gebeuren zich ont wi k kelt op een pitto reske en realistische wijze in naast en boven elkaar gepl aatste theatercompart i m enten, zijn bij de laat-m i d deleeuwse gelovigen ten zeerste in de smaak geva l l en . Dat wij het hier i n hoofdzaak hebben over de Bra bantse retabels, betekent n iet dat in andere centra van de Zui del i j ke Nederlan den geen altaarbl aden ontstaan zouden zij n . Zo kan bijvoo rbeel d hier de Dendermondse beeldsnij der Jacob van der Baerze (werkzaam einde 14e - beg i n 15e eeuw) vernoemd worden, d i e op het ein de van de 1 4e eeuw twee retabels vervaard igde voor de Kartuis van Cha mpmol nabij Dij on. On der de v roegste Vlaamse retabels bewaard in Noordwest Duitsland komen exemplaren voor d i e n iet uit Brabant stammen, en een centrum als Oudenaarde heeft i n het beg i n van de 16e eeuw een n iet on belangrij ke activiteit ontw i kkeld op d i t gebied . Maar het is dan toch het
1 5e eeuw). Calvarieretabel. Eik, gepolychromeerd. Bak, 167 x 252 x
10 cm.
Dendermonde - leper, 1392-1399. Musée des Beaux -Arts, Dijon.
Hertog F i l i ps de Stoute van Bourgondië bestelde bij Jacob van eer Baerze i n Den dermonde twee houten retabels bestemd voor het door hem gestichte kartuizer klooster te Champmol. Die twee retabels, n u te D ijon, zijn d e ou dst bekende Vlaam se altaarstu kken die bewaard bleven. Van der Baerze leverde de bak en het snij werk, die vervo lgens van u i t Dijon naar leper werden gestuurd o m daar gepoly c h romeerd te worden door Mel chior B roe derlam, d i e eveneens de gesc h i lderde l u i ken maakte. Behoudens de schu i noplopen de punt aan weerszijden van de bak, ligt dit retabeltype aan de basis van de hele verdere ontw i k kel i n g van d i t soort kunst werken. Dit geldt ook voor de uitbeeld i ng van tafere len i n rel iëfs met verscheidene f i g u ren. Stil istisch is het teg e l i j k een zeldzaam voorbeeld van d e Vlaamse beel d h ouwku nst uit het einde van de 14e eeuw.
• 3
hertogdom Brabant dat bij ons vanaf het beg i n van de 1 5e eeuw het g rote en i nternationaal vermaarde centrum van de Zui d nederl andse retabel i n d ustrie is gewo rden . De Brabantse sculptuur ontw i k kelt z i ch in het kiel zog van de Brabantse architectuur, die vanaf het m i d den van de 1 4e eeuw de overhand krijgt in de Nederlan den en fel bl ijft b l oeien tot ver i n de 1 6e eeuw. De Brabantse steenhouwers en kleinstekers (metsel riesn ijders) vervaa r d i gen de tal rij ke en rijk uitgewerkte sacramentstorens, koord o ksal en en andere scheppin gen van onze l aat-gotische klein architectuur. Brabantse houtbewerkers, schrij nwerkers en beeldsnijders maken in dezelfde geest en even rijk uitgewerkt onze l aat-goti sche koorban ken en de tal rijke a ltaa rretabels waarmee de steeds aan g roeiende hoeveelheid altaren in onze bedehuizen wo rden opgesierd. Daarnaast zijn de Brabantse beeld snij ders ook de g rote producenten gewo rden van het gepolychromeerde devot iebeeld . Het g rote Brabantse centrum was i n de eerste plaats Brussel , dat reeds vanaf het einde van de 1 4e eeuw een i nternati onale bekendheid bezat. De vermaarde Cl aus S l uter (ca. 1 340/50-1 405) was er een tijdje werkzaam. De beel dsnijders z i j n er veren i g d met de kleinstekers, steenhouwers en bouwmeesters in het b l oeiende am bacht der 'steenbickeleren'. Antwerpen , dat omst reeks 1 500 de g rote handelsmetropool van de Neder l a nden wordt, ontwi kkelt vanaf d i e tijd een g rote activiteit op het gebied van de retabelprodukt i e en van de afzet en de verkoop van deze kl ap altaren zowel i n bi n nen- als i n buiten land. De meer com merc i ë l e en i n dustriële tendens d i e overheerste i n de Antwerpse atel iers kwam de artist i eke kwa l iteit van hun produkten n i et altijd ten goede, maar de retabelprodukt i e b l eef in de Scheldestad l evend tot i n het m i dden van de 1 6e eeuw. O nder de andere Brabantse centra d i e retabels hebben vervaard i g d i n de l aat-g otische periode, d i ent ook Mechelen vernoemd te worden. Meer bekend om z i j n kleine gepo l ychro m eerde devotiebeeldjes, zoals Jezus k i n djes, Madonn a's en hei l i genfi guurtjes, heeft Mechelen toch verschei dene retabels voo rtgeb racht d i e een ei gen karakter verto nen en eveneens tot buiten onze landsg renzen afzet hebben gevo nden.
Drie-Maagdenretabel ( d etai l , centraal vak).
Tot het klassieke repertorium van d e vr oeg ste retabels behoort d e u itbeelding van het col leg i u m der apostels. Die staan hier in het bovenste reg ister paarsgewijze opge
•
steld onder een dubbel baldakij n . Die com positie van f i g u ren, a . h.w. i n conversatie, is kenmerkend voor d e tijd waarin gestreefd werd naar een meer natu u r l ij ke en leven d i g e u itbee l d i n g . I n h e t onderste reg ister wordt i n e e n aan tal vee lfig u ri g e taferelen de legendarische geschiedenis van de stichting van d e ker k van Hakendover uitg ebeeld. De stijl van de f i g uren toont de overgang van d e hoofse i nter n ational e stijl van de 14e eeuw naar het realisme van d e 1 5 e eeuw.
•
Drie-Maagdenretabel. Bak, eik, 195
x
295
x
24 cm.
Reliëfs: notelaar, sporen van polychromie. Brabant, ca. 1410-1415. Sint-Salvatorkerk van Hakendover, Tienen.
Ontstaan van het retabel Het a ltaa rretabel i s geen vondst van onze Zui d nederlan dse of Brabantse kunst. Het is een toevoegsel aan het a ltaar, dat z i ch in de Westeuropese christenheid ontwi kkelt vanaf het beg i n van de 1 1 e eeuw. Op de altaar mensa wordt een l aag ruggestuk geplaatst, oorspro n kel i j k retroaltare, retrotabulum, retabulum g enoemd en vandaar de n aam retabel , en bij ons ook altaartafel of eenvoud i g tafe l . Zo lang de priester celebreerde achter het a ltaar staande en met het gelaat naar het vol k, kon er geen sprake zij n van de opstel l i ng van een tafereel tussen hem en de gelovigen, maar ook
De rechthoekige retabel kast vertegenwoor digt het eenvoudigste type, h i e r onderver
deeld in twe� horizontale reg isters d i e zich " u itstrekken over de gebeel d houwde l u i ken . E l k register is voor de helft of meer van de hoogte versierd met een rij hoge bal
•
dakij nen, waaronder zich r ijen van figuren of f i g u rengroepen bevi nden. De baldakij nen verdelen het geheel verticaal i n een aantal tr aveeën, waarbij d e centrale travee benadrukt wor dt.
• 4
•
> � 0
•
nog ger u i m e t i j d nadat de celebrant vóór het a ltaar pl aats had genomen en met de rug naar het vol k gekeerd stond, verscheen er geen retabel op de altaarmensa. Zijn ontstaan schijnt verder verband te hou d en met het plaatsen van rel iekho uders en -busten achter op de altaartafel vanaf de Ka ro l ing i sche t i j d , en met het gebru i k om de wand waa rtegen het a ltaar stond opgesteld, met een rel ig ieus tafereel te versieren als bli kvanger voor priester en gelovigen. In samenhang met het m i soffer dat op de altaarmensa werd opged ragen, verscheen hier in hoofdzaak een kruisi g i ngs-of calvarieg roep, een i conografi sch thema d a t overgaat op d e altaarbl aden, d ie de functi e van deze devote achter-het-a ltaar schi lderingen overnemen. Hoewel nog niet overal verspre i d , vertoont het retabel in de romaanse periode reeds een zekere d i versiteit. Naast het rechthoekig blad afgedekt met een boog of een zadel dak, komt ook het l age type voo r dat zich u i t strekt i n de b reedte, en in het m i dden een verhoging vormt d i e met een rond boog is bekroond (het tVlaaslandse 'Pinksterretabel' u i t Stavelot, thans in het M u sée de Cl uny te Parij s). D i kwij ls maken deze retabels, vooral als ze u i tgevoerd zijn in edelsmeed- en em ailwerk, deel u i t van een g roter ensem b l e dat naast het retabel ook het voo rhangsel (antependium of frontale) van de altaarvoet (stipes) omvat. Naast de hier opgeso mde types komen er in deze periode ook verscheidene vormen voor van reliek retabels (o.a. het verdwenen retabel van de abd ij van Stavelot, bekend door een l atere tekening bewaard i n het Algemeen Rij ksarchief te Brussel). In de 1 4e eeuw geraakt het retabel alom verspreid en in de loop van de 1 5e eeuw kan men zich de opri chting van een altaar niet m eer i ndenken zonder het daarbijho rend altaa rblad. Van de rij kdom aan retabels in onze l aat-g oti sche kerkinteri eu rs krijgt men een i d ee door een bezoek aan de St.-Leona rd uskerk te Zo utleeuw of aan so m m i ge bedehuizen aan de Nederrijn (Xanten en Kal kar). Het u i tvoeren van retabels i n. edel m etaal b l i j ft, alhoewel spo rad i sch, voorkomen in de Zu idel i j ke Nederlanden. Soms werden altaarbladen ook vervaa rd igd in bord u u rwerk, en dan vo rmde d i t onderdeel , zoals o.a. het geval is met de al taarbekled ing van het 'Gulden Vlies' te Wenen, één geheel met het in dezelfde techniek u it gevoerde antepend i u m .
Samenstelling van een retabel Voo r de verdere ontwi k keling van het Brabantse retabel moet men reke ning ho uden met twee g rondtypes: het ene heeft de vorm van een b reed en horizontaal tafereel, en het andere heeft meer een triptiekvo rm met een verticale of rijzende m i d denpartij en aan weerszij den daarvan lagere en zich meer in de b reedte u i tspreidende vleu gels. Hieru it zijn de typische g rondvormen van het l aat-gotische retabel in Brabant ontstaan. Een houten retabel is samengesteld u i t een bak of kast voo rzien van scu l pt u u r, d i e met deu ren of l u i ken kan worden afgesloten. De b innen rui mte van de bak is ingedeeld in verticale reg isters d i e al dan niet door een zui ltje of een stij l van elkaar zijn gescheiden. Reeds v roeg wordt d i e kast o o k ho rizontaal ingedeeld, zodat twee zones met rel i ëfbeelden of -g roepen boven el kaar zijn geplaatst. In een b ij komend ho rizontaal nissen reg ister aan de benedenkant stonden soms rel iekho u ders. S l echts één voo rbeeld van dat retabeltype is nog in ons l and bewaard, nl. het 'Apostel retabel' u i t de Beg ijnhofkerk van Tongeren, thans i n de Koninkl i j ke M u sea voor Kunst en Geschi edenis te Brussel . Aan d e monu mentale retabels zijn soms deu ren gehecht waarvan d e bin nenkant op dezelfde manier is ingedeeld en d u s ook met sc ulpt u u r ver sierd (afb. b l z. 3, 4 en 25). De b u itenkant van d i e deu ren is steeds geschi l derd . Soms zijn hi eraan nog een tweede paa r geschilderde l u i ken vast gem aakt, zodat wanneer het eerste d u b bele paar deu ren gesl oten is, hun b u i tenkant samen met de b innenkant van het tweede paa r een geschi lderde 7
Passieretabel van Claudio Villa en Gentlne Solaro. Eik, gepolychromeerd. Bak, 260,5 x 252,5 x 30 cm. Brussel, ca. 1 460-70. Koninklijke Musea voor Kunst en Geschie denis, Brussel, inventarisnummer 3006.
In d i t te Turijn i n 1891 verworven retabel zijn in het m i ddenvak de bestellers C l au d io V i l l a en Gentine Solaro, elk met h u n be schermheil ige, afgebee l d . De Piëmontese banki er, wiens fam i l i eleden Iombard waren i n B rabant en Vlaand eren, bestel d e dit re tabel bij een B russels ate l i er. De u itzonderlijk rijke vorm zowel van d e be kroning van het front als van d e gedetail leerde architecturen van d e monumentale baldakijnen is ongetwijfeld te danken aan de prachtlievendheid van de opd racht gever. Het retabel bleef echter niet i n zijn oorspro n kelijke toestand bewaard. Zo ont breken thans de beeldjes die boven elk d e r d rie traveeën op e e n console stonden, en zijn de l u i ken verloren gegaan. Karakteris tiek voor de B russelse retabels uit d i e t i j d i s de achtergrond d e r fig u ren d i e u it gewerkt is als een kerkinterieur met g l as
•
ra men. In de compositie van de taferelen treft het compact naast en boven el kaar staan van d e personages.
•
Passieretabel van Claudio Villa en
De tussenkomst van de schi lders bij het
Gentine Saloro (detail, rechterl u i k : Piëta).
ontwerp van een retabel, zeker zo het een beste l l i n gsretabel betrof, komt h ier d uide l i j k tot u i ting i n de com positie van de on derscheiden taferelen. De pathetiek van deze Bewen ing sluit onmiddellijk aan bij het werk van Rogier van der Weyd en, de g rote B russelse stadssc h i l der, die i n 1464 overleed. D i t retabel moet nog tijdens het leven van Van der Weyden of enkele jaren na d iens dood zijn ontstaan. D it type van Piëta, waarbij de dode Ch ris tus op de schoot van de Heilige Maagd rust, is een constante i n de iconografie van de B russelse ku nst van d e 1 5e eeuw.
8
•
> � 0
• 9
CIJI I I I I IIJJ Fig. 1
rn
lJ�[J_ (
\ Fig. 2
Fig. 3
Fig. 4
0
A0
'--...../
_()_
�
h
polytiek vormt d i e op haar beu rt kan worden gesl oten . Daar de met scu l p t u u r gevulde deu ren door h u n gewicht nogal moei l ij k te hanteren zijn en boven d ien zeer d u u r waren , zij n de l u i ken van de meeste retabels zowel aan de b i n nen- als aan de b u iten kant met gesc h i l derde panelen versierd . De retabelbak is steed s rechthoekig: langwerpi g en plat (fi g . 1 ) met een verh oogd m i d d engedeelte (fi g . 2) , eerder u i tzonderl i j k met verh oogde en afgesc h u i n de zijtraveeën (af b. blz. 3). Het geprofi leerde f ront dat voor de bak is geplaatst, onderg i n g echter een tijdsgebonden evo l utie. Tijdens de 1 5e eeuw is het meestal eenvo u d i g en bestaat het u i t rechtlij n i g e mo ulu res (afb. b l z. 4, 1 7, 21 en 25) , behalve enkele u itzo nderi ngen zoals het bestel l i ngsretabel van Claud i o Villa en Gentine Sol aro (afb. blz. 9), dat versierd is met een accol adevo rmig front boven el ke travee. In de 1 6e eeuw gaat de voo rkeu r naar co m b i n aties van accoladevo rmen (fi g . 3) d i e zich tensl otte i n één golvende l ij n over heel d e b reedte va� d e bakbekro n i n g u i tstrekken (fi g . 4) . Het extrados van d i e accol aden is dan meestal verfraaid met hogels en fleurons en eventueel met consooltjes waarop beel djes staan (afb. blz. 28, 31 en 33). Het spreekt vanzelf dat het profiel van de l u i ken dezelfde vorm moest hebben als dat van de bak. Tot omstreeks 1460-70 overkoepelen hoge baldakij nen, die vaak meer dan de helft van de b i n nenrui mte van de bak i n nemen, de gesneden g roepen en/of beelden (afb. blz. 3, 4 en 9). Over het algemeen is d i e 'metselrie', d . i . na bootsi ng van het l aat-gotische arch itecto n ische metselwerk, bijzonder fijn u i tgesneden. Later worden de baldakij nen boven het hoofdtafereel ver vangen door n i ssen waa r i n klei ne rel i ëfs worden geplaatst; so ms staan d i e g roepjes i n tweel i n g n i ssen onder de hoofdg roep. I n het beg i n van de 1 6e eeuw wordt het retabel hoger u i tgebouwd , en van dan af worden de klei ne g roepen in verticale hol l ij sten of kelen geplaatst (afb. blz. 33 en 41 ) . De h ier gefo rm u l eerde retabelsc hem a's waren n i et en kel v a n toepassing in de g rote retabelcentra Brussel , Antwerpen, Mechelen, maar werden eveneens in de ateliers van andere lo kal iteiten nagevo l g d . Mechelen kende ec hter nog een spec iaal retabeltype. De bi n nen rui mte van de bak i s er i ngedeeld in d ri e kapelletjes of n i ssen , waa rin een beeld staat. Boven el k kapelletje prij kt een kleine o n d i epe beel den n i s en de sc hei d i ng tussen bei de gesc h i edt door m i ddel van een boog en een tegen boog (fi g . 5). In de laat-gotische retabels is de b i n nen rui mte van el k retabelvak opgevat als een kerki nterieu r: de g roepen zij n overh u ifd met gewelven en de wan den bootsen g l asramen na. In de 1 6e eeuw is het deco r van de bi n nen r u i mte ontleend aan de elementen van de profane arch itect u u r u i t de ren aissance. De vaak bijzonder f i j n u i tgesneden friezen aan de retabel basis (afb. blz. 9 en 21 ) worden i n de 1 6e-eeuwse retabels b i j n a n i et meer aanget roffen . Een retabel wordt n i et rechtstreeks op de altaartafel ge pl aatst maar op een tussen l i d dat predella wordt genoem d . D i e heeft de vorm van een i n n i ssen i ngedeelde bak met reli ëfs en wo rdt, zoals het ' eigen l i j ke retabel , eveneens met lui ken gesloten. Het g rootste aantal nog bewaarde retabels rust ec hter op een predella in de vo rm van een naar b i n nen u itgezaagd paneel dat besc h i l derd is.
Polychromie Fig. 5
De g i ldemeesters waren u iterst streng bij het keu ren van het materiaal van de kunstwerken en d i t n iet en kel voor de gebru i kte houtsoo rten - eik en notelaar -, maar ook voor de produ kten verwerkt bij de stofferi ng of poly chromie van een retabel . De goede . kwaliteit van het geb r u i kte m ateriaal waarbo rgde de roem d i e dergel ij ke kunstwerken uit onze gewesten had den verworven . Doch mede aan de g rondslag van d i e faam ligt de g rote tech n i sche bed revenheid van onze beel dsnij ders en stoffeerders. In h u n pogen om de fi g u ren zo real i stisch mogel ij k weer t e geven, vervol led i gen de stoffeerders de gesneden co mposities. De fysi onom i sche details zij n 11
n i et altijd n auwke u r i g u itgesn eden, e n worden met het penseel bijge werkt. De stoffee rde rs sch i l de ren rozige i nkarnate n , haartjes van sno rren en baarden, verleve n d i gen d e ogen, o m randen de nagels enz. De hoofd k l e u r van het retabel is g o u d , n iet enkel voo r d e architecto n i sche d e l e n , doch ook voo r d e gewade n , waarvan d e voeringen meestal gekle u rd zij n . D o o r het cisele re n , g raveren en pointi l l e ren van h e t g o u d b lad als echt I metaal, wo rdt aan d i e kostbare k l e u r meer rel iëf geschonken. Een speciale tech n i ek om I ta l i aans b rokaat na te bootsen bestaat erin gekl e u rd e en geg raveerde vel l etjes van bij enwas o p d e te ve rsieren delen te l ij me n . M e t e e n andere tech n iek, de zgn. sg raffito- o f afhaaltech n i ek, sch i l dert men een l aag rode of b l auwe verf op de met goud- of zi lverblad bedekte plaatsen en ve rvo lgens haalt men d i e er met een stift gedeeltel ijk af, zodat het goud� of z i l verblad weer g edeeltel ijk zichtbaar wordt. A l d u s werden al lerlei f l o rale en geo metrische textiel patronen n agebootst. Vaak·vi ndt men o p d e zomen van d e g ewaden l ette rs, die soms een i nscri ptie vo rmen. D i e tech n iek b l ijft tot i n het h e rfsttij van d e retabelku nst van toepass i n g , zelfs o p d i e altaartafels waar d e g eest der gotiek i n meerd ere o f m i n d e re mate is u i tgeleefd, want zo de 1 6e-eeuwse retabels n iet altijd als werke l i j k stichten d e devot i estukken k u n n e n wo rden aangezien, dan bl ijven zij d e toeschouwer toch verbl uffen door d e tech n i sche vaard i g he i d van d i egenen die ze hebben g estoffeerd (afb. blz. 33). Tot de stofferi ngsm i d d e l e n behoren eveneens echte boomtakjes en touwe n , bijv. in de passi etafe rel e n , en geperste loden b l aadjes. In de loop der tijden werden de retabels en and e re scu l pt u ren herhaal d e l ijk ge restau reerd . Vaak worden e r tijdens d e restau raties h e d e n t e n d a g e acht tot tien oversch i l d e ringen aangetroffen . Meestal is d e oorspronke l ijke stofferi ng onder al d i e ve rflagen gedeeltel ij k of in m i n d e re mate bewaard. De o peenvolgende lagen worden e r dan met een bened ictijnenged u l d heel voo rzichtig tot op d e oorspronkel ijke polych ro m i e afgehaald . Van veel nog bewaarde retabels en ande re m i d d el eeuwse scu l pt u ren werd de polych rom ie , voo ra l tijdens de 1 9e eeuw en tot vóór een tiental jaren, o p een o n h e rroe pel ijke wijze weggenomen. Ve rmits d e polych rom i e, zoa ls gezeg d , het snijwe rk e i g e n l i j k vo ltoo it, b i eden die 'naakte' e i ke- of note houten scu lpturen een vermi nkt beeld van h u n oorspronke l ijke toestand . Al hoewe l er i n ons l a n d wel retabels zijn gem aakt volgens het and e re type, d .w.z. m et beelden i n n issen (afb. b l z. 3, 4 en 21 ), werd i n onze g e westen bl ijkbaar eerder de voorke u r geg even aan de 'na rrat i eve' a ltaartafel , waari n een ve rhaal wordt u i tgebe e l d . Zo het retabel o p een p redel l a rust, beg i nt het ve rhaal o p de b i n n e n l u iken van d e l i nke rd e u re n , loopt voort over d e scu l ptu u r van d e bak naar d e b i n ne nkant van d e rechte r l u i ken, en verder v.l . n . r. ove r d e versch i l l e n d e zones van het e i g e n l ijke retabe l . O p de b u ite nkant der l u iken zijn m eestal t rad itio nete fig u ren g esch i l d erd , zoals d e ke rkvaders, de evangel i sten of patroo n h e i l i g e n , of tafe relen die be paalde gel oofswaarheden sym bolise ren. In dit ve rband geldt dezelfde bemerking als d i e betreffende d e verminking van d e polych rom i e: aan tal l oze altaartafels ontb reken thans d e gesch i l derde l u iken . Dit h eeft tot · gevo l g dat de oorspronke l ijke iconografie n iet meer vo l l e d i g is, zodat het geheel der voorste l l i ngen van de gesneden g roepen we l eens een hetero cl i et en onvo l l e d i g beeld g eeft.
Stijl Het f i g u rati ef bee l d h ouwwerk waarmee d eze kleu rige kijkkasten p rop pens vol gevu l d z i j n , is n i et altijd van even hoogstaan d e artisti eke kwal iteit en d eze kwal iteit neemt al lesz i n s g evoel i g af bij d e l atere Antwe rpse retabels. Maar onder d eze g roepjes en f i g u ren ko men ook heel wat verwezen l ijkin gen voo r die behoren tot de beste en sappi gste creaties die onze Bra bantse beeldsnijders op het hoogtepunt van h u n schepp i n gskracht hebben voo rtgeb racht. 12
Slnt-Leonardusretabel (detail, l i n kerlui k). Bak, eik, 1 40
x
229
x
27 cm.
Figuren: notelaar, verguld. Brussel, 1476-1478. Sint-Leonarduskerk, Zoutleeuw.
•
Vaak werden retabels besteld waar i n de legende van de patroonheilige van een kerk werd u itgebee ld. De dr ie episodes u i t hèf leven van S i nt-Leonardus op de l i n ker travee van dit retabel, stellen voor: de doop van Leonar d us door Sint-Remigi us; Leonardus wordt door zijn ouders aan d e bisschop v a n Reims toevertrouwd ; Leonar d u s verzoekt zijn peter, kon ing Clovis, een gevangene vrij te laten. U it kwijtschriften blij kt dat de Leuvense schilder, Aert de Maelder (werkzaam i n de 2e helft van de 1 5e eeuw) onder h ande l i n gen deed te B russel i .v.m. de bestel l ing en het ontwerp van d i t retabe l . De stij l van de r e l i ëfs leunt d u idelij k aan bij de sch i l der kunst van Dirk Bouts. De rijzige gestalte van de figuren en hun de vote en onbewogen u i tdru kking zijn ster k verwant met de behee rste personages van deze Leuvense schi lder. B russelse elementen i n d e opbouw van d i t retabel komen tot uiting i n de torenachtige vorm van de baldakijnen, waarvan het d iep te-effect ten dienste staat van d e r u i mte schepping rond dé f i g u ren.
•
•
• 13
•
•
Stil isti sch kan men doorheen de reeks van deze retabels de ontwikke l i n g vo lgen d i e de laat-gotische beeldhouwkunst i n Brabant en i n d e Zuide l ijke Nede rlanden heeft doorgem aakt: van de gemaniëree rde en weke sti j l die, n i ettegenstaande het S l u te r-offensief, nog een tijdlang b l ijft voo rtbestaan, tot het ontstaan van de eigen Brabantse l aat-g otiek omst reeks de j aren 1 440-50, g eken merkt o.a. door een n i euwe plasticiteit in de fig u re n , doo r een fors en krachtig real isme en door een zwaardere m aar g ebroken behandeli ng van gewaden en drape ringen. Een g elijkaardig versch ij nsel doet z i ch ook voo r in de toenmalige Vlaamse sch i lderku nst. De Brusselse ateli e rs bere iken h u n hoogtepunt in de tweede he lft van de 1 5e eeuw. I n verscheidene scheppingen kl i nkt de echo van de pathetische kunst van Rog i e r van der Weyden (1 399/1 400-1 464), de Brusselse stads sch i lder, die tro uwens in zijn eigen werk de i nvloed van de retabelsculp t u u r heeft onderg aan. Achter het 'Leonardusretabe/' van Zo utl eew ver moedt men de i n vloed va n Di rk Bo uts (ca. 1 41 5-1 475). Een ander hoogte punt, ei nde 1 5e - beg i n 1 6e eeuw, is g ekoppeld aan de acti vite it van de fam i l i e Borre man, wier meesterwerk ongetwijfeld het 'St.-Jorisretabe/' is, één van de mooiste scheppi ngen van de Brabantse laat-gotiek. Na 1 500 treedt er i n die scu l ptuur een ve rsoepeli ng op, en een zekere ontspan n i ng ten o pzi chte van het goti sch vertical isme in de f i g u ren en i n het gebroke n karakter van het plooi enspeL I n het Antwerpse m i l i e u voelt men vanaf ca. 1 520 de i n vloed van de gelijktijdige maniëristische sch i l derku nst. De rust en d e kl are opbouw van d e taferele n , zoals w e d i e kenden i n d e Brusse lse retabels, make n meer en meer plaats voo r heftige beweg i n gen, gewrongen l i chamen en on rustige co mpositi es. Tegelijkertijd verschraalt ook de arch itecto n i sche versiering: naast de metselriesn ijder ko mt n u ook de 'antycksnyder' aan bod die zich o p Italiaanse voorbeelden i n spi ree rt. Het l aat-gotische retabel bedrijf te Antwerpen is evenwel krach tig ge noeg om nog versche idene dece n n i a het hoofd te b i eden aan de opkomende renai ssance. De l aatste retabels die te Antwerpen het l icht zagen in de j a ren 1 550-60 blijven nog altijd trouw aan de t raditionele kast vorm met de i ndeli ng i n kle i n e theatercom parti menten. Alleen de archi tec tonische en decoratieve vers i eri ng van de kast verraadt, doo r de versch i l le nde ren aissancemotieven die eri n opgenomen zij n , d e t i j d van h u n ont staan (retabels te Bo uvi gnes, Gedin ne, Roskilde (Den .). Vitoria en Log rono (Sp.)). Dat reeds twi ntig jaar vroeger doo r de te Antwerpen gevesti gde beeld houwer Jan Mone (ca. 1 485-1 550), een n i euw en i n de geest van de renais sance herdacht altaarretabel was verwezenlijkt voo r de St.-Mart i n u skerk te Ha l le, kon deze kringen b l ijkbaar n i et beroeren.
Economische aspecten - Werkverdeling
•
Uit arch i efstukken bl ijkt dat de oorspronkelijke p roduktie van retabels zeer g root moet zijn geweest. De vraag rijst dan hoe dat m aterieel mogelijk was, daar deze kunstwerken in geheel hun omvang met de hand werden ver vaardigd. De kunsthistorici spreken wel eens van een 'retabe l i ndustrie' op het ei nde van de 1 5e en i n het beg i n van de 1 6e eeuw, maar zo i ndustri eel als vandaag g i n g het er toen natu urlijk nog n i et aan toe. Wel was er een hele organi satie voor nodi g , waarover we, ten m i nste wat de twee g r?otste centra Bru ssel en Antwerpen betreft, tamelijk goed zij n i n gelicht. Het loont de moe ite even i n te gaan o p de meer economische aspecten zoals we rk ve rdeling, aan n e m i ngsverantwoordel ijkheid en kwal iteitscontro l e , die aan de vervaard i g i n g van onze retabels verbonden ware n . Z ij b i eden een moge lijke verklaring voor de u itzonderlijke bloei die deze ku nst kende, en vormen een o n m isbare achtergrond voor de i nterp retati e van elk retabel afzonderl ij k . D i e economische aspecten waren g ereglem enteerd door de ambachts vere n i g i ngen of g i lden, waartoe de ku nsten aars behoorden. I n i edere stad 15
waren d i e ambachten anders gestructureerd, zodat de organisati e van d e retabelp rod u kt i e o o k van stad tot stad g ro n d i g kon versch i lle n . Een derge l ij k versch i l was al zeer concreet voe l baar tussen Antwerpen en Brussel. In beide sted en waren het n atuu rlijk d ezelfde am bachts l i eden op wie een beroep moest worden gedaan wanneer men een retabel wilde bestellen: een beeldsnijder, een sch i l d e r en een sch rijnwerke r. Deze l aatste maakte de kast of bak, eventueel ook de lui ken. De sch i l d e r besch i l derd e d e l u iken, en voorzag h e t geh eel, met i n beg ri p van d e gesneden beelden d i e de beel dsnijder moest l eve ren, van e e n polych rom i e m e t k l e u r en ver g u l d i n g . Sch i lder en beel dsnijder waren in d i t p roces natuu rlijk de voor naamste fi guren. In Antwerpen waren d i e twee beroepen in hetze lfde am bacht ve re n i g d , i n Brussel echter vo rmden ze twee versch i l lende a m bach ten. Conflicten bl even dan ook n i et u it, want d e beeldsnijders vo nden dat het retabel eerst en voo ra l hun werk was, terwij l d e sch i lders te recht opmerkten dat zij er de laatste hand aan legden, en er vaak het meest i n i nvestee rde n . D e ve rgul d i n g was namelijk een lan gd u ri g werk, e n ve rei ste een hoeveelheid blad goud waard oor de kosten voo r de polych ro m i e vaak hoger lagen dan d i e voo r de vervaard i g i ng van heel het sn ijwerk. Elk van bei d e partijen eiste dus het recht op een opd racht voo r een retabel te mogen aannemen, en het retabel daarna ook te ve rkopen, maar ieder van beide had de ander nod i g . Dergelijke conflicten werden te Antwerpen b i n nen h e t am bacht opgelost; h ie r besto nd t rouwens d e mogelijkheid dat iemand tegelijk sch i lder en beeldsnijder was. In Brussel ve rliep al les m i nd e r soepel , en moest het stadsbestuur tensl otte ve rord e n i ngen te rzake u i tvaard i gen om een e i n d e te maken aan de klachten en de p rocessen d i e men elkaar aandeed, en waarbij de ene partij aan de andere het recht w i l d e ontzeggen retabels te verkopen. I n de 1 5e eeuw was het name l ijk zo, dat wie iets vervaard i g d e ook zelf zijn p rod ukt aan de man b racht! Een en ander l e i d d e om streeks het m i d d e n van de 1 5e eeuw te Brussel tot een wettelijke regeli ng tussen d r i e partijen: d e bee l d s n i j d e rs, de sch i l ders en de sch rijnwerkers. Wat de vervaard i g i n g van retabels bet reft, werden alle partijen verplicht op elkaar een beroep te doen, voo r zover ieders ambachtel ijke bevoegd heid reikte. Een vo rm van onderaan n e m i n g d us. De bedoe l i n g was n i et alleen dat elke 'schoen maker b ij zijn leest' zou blijve n , maar ook dat men geen onderaan n e m i n g e n zou afsluiten met am bachtsl ieden van bu iten de stad of d i e n iet bij een Brussels ambacht aangesloten ware n . De aannem i n g zelf was voo rbehouden aan d e beeldsnijde rs en d e sch i l ders, d i e op gelijke voet werden behand eld als het g i n g om het u i tvoe ren van bestellingen. Wat de verkoop op de markt betrof, mochten alleen de sch i lders voll ed i g afgewerkte, d .w.z. gepo lych romeerde retabels te koop aanbi eden, en d e beel dsnijders enkel ongepo l ychromeerd we rk. Wanneer d it l aatste langer dan een maand onve rkocht bl eef, mochten de beeld snijders het werk laten polych rom eren en het o p n i euw te koop stel le n . D i e bevoegd h e i d om retabe ls t e verkopen was n u p recies e rg be langrijk geworden: i n d e tweede helft van d e 1 5e eeuw was d e verkoop op d e markt i m m e rs d e g rootste afzetmogel ijkheid gewo rde n , wegens d e steeds st ijgende vraag, zodat d e kunstenaars al lang n i et meer op een beste lling wachtten o m retabels te r:naken. En d e meeste kopers, voo ral d e buiten landers, w i l d e n hun retabels het li efst kant en klaar meenemen. De sch i l ders bezaten h i e r dus d u i d elijk een meer bevoorrechte positie dan de beeldsnijders, d i e g rote n d eels afhankel ijk werden van het i n itiatief van de sch i lders of van beste l li n gen bij sch i lders geplaatst. Het waren dan ook d e Brusselse sch i l d ers d i e te Antwe rpen een cont ract sl oten met h e t Si nt Lukasgild om e r h u n retabels en sch i l d erijen te mogen ve rkopen. In het predikherenpand en het 0.-L.-Vrouwpand ald aar was e r i m mers een gespecialiseerde markt voo r kunstwerke n, die d ruk werd bezocht door koo p l i epen uit b i n n en- en buiten land, waar de ku nstenaars hun waren 16
Klein Mariaretabel. Eik, gepolychromeerd, Bak, 1 10 x
104 x 16,5 cm.
Brussel, ca. 1 490. Broodhuismuseum, Brussel.
•
D it kleine h u i s retabel is een goed voor beeld van een commercieel devotiest u k vervaardigd voor d e mar ktver koop. Sti l istisch en iconografisch bieden derge l i j ke werken geen vern ieuwende aspecten. De h i er behandelde iconografie is dan ook zeer klass iek. Het thema van d e Kindsheid van Jezus wordt geï l l ustreerd i n vijf tafe r elen. Beginnend met het 'Huwelijk van Ma ria en Jozef' op het l i n kerluik, vervolgt het verhaal i n d e gesneden taferelen met d e 'Boodschap van d e engel', d e 'Geboorte van Jezus'
-
Herders'
met bovenaan de 'Aanbidding der
en de 'Besnijdenis'. Op het recht terl u i k is de 'Aanbidding der Wijzen' u it gebeeld. Op de bovenste l u i kjes heeft Ma ria een erepl aats gekregen als middel ares tussen de mensheid en h aar goddelijke Zoon. Op de bu itenzijden der l u i ken zij n tr aditie getrouw h e i l igenfiguren gesc h i l d erd. -,
•
•
•
6L6� A>lO
Jan Borreman de Oude (ca. 1450-ca. 1 520). Sint-Jorisretabel (deta i l , centraal vak ) .
•
Eik, bak, 1 63,5
x
284,5
x
30,5 c m.
Brussel, 1493. Koninklijke Musea voor Kunst en Geschie denis, Brussel, inventarisnummer 362.
Door een kwijtschrift van 1493 weten we dat d it merkwaard i g retabel ge maakt werd in opdracht van de k ru isboog g i l de, genaamd de 'Zestige', voor haar kapel van O nze-L ieve Vrouw van G i nderbuyten in de 'Hoelstraete', thans Tie nsestraat te Leuven; ook dat het retabel oorspronkel ijk van een d u bbel paar l u iken was voorzien, dat het de legende van S i nt-Joris voorstelt en bovendien dat het retabel door Jan Barreman gesneden werd. Die 'beste beltsnyder' van B russel sneed zij n naam 'Jan' op de schede van het k romzwaard van de ruggelings geziene man i n het centrale paneel en het jaartal MCCCCXCIII op de gordel van een andere f i g u u r.
•
H e i l igen legenden en gruwel ijke marte l i ngs taferelen waren stichtende onderwerpen om d e meestal ongeletterde m i ddeleeuwer tot godsvrucht aan te zetten. Zelden werden zij met zoveel rea l isme en bravoure weer gegeven. De vern ieuwing d i e Barreman met dit retabel i n de stijlevo l utie bracht, l i gt i n de rui mtelijke en concentrische orde ning der f i g u ren rondom het hoofdper sonage. De enkele ruggel i n gs geziene fi g u ren op het voorplan en de sterke indi vidualisering d e r personages vormen even eens vern ieuwende el ementen . De renais sancistische composities zijn nog van laat gotisch schrijnwerk omgeven. Dit retabel werd nooit gepolyc h romeerd .
• 19
konden tentoonstell e n . Zo ko mt het, dat een n iet onaanzi e n l ij k deel Brus selse retabels i n het b u i tenland, te Antwerpen werden aangekocht. De Antwe rpse kunstenaars kenden, als leden van hetzelfde Si nt-Lukasg i l d , m i n der onderlinge moeil ijkheden. De ma rkt stond e r open voo r sch i l ders zowel als voo r beeldsnijders. De onderaa n n e m i n g was natu u rlijk ook te Antwerpen verplicht, om de co ncu rrentie tussen g i l d eleden onderling te ve rmijden, maar verd e r kreeg ieder h i e r gelijke kansen. Typisch voo r d i e ste rke positie is d e afloop van e e n proces, i n gespannen door de Ant werpse schrij nwerkers, d i e eisten dat de sch i l d e rs en beel dsnijders d e retabelkasten bij hen i n onderaan n e m i n g moesten geven, zoals d a t i n Brussel het geval was. D i e e i s werd o n m i d dellijk verworpen: het stads best u u r oordeelde dat de beeldsnijders de bevoeg d h e i d bezaten ook d e bak van h u n retabels te vervaard igen, en bevestigden met d i e u itspraak de bestaande toesta n d . De hele prod uktie ve rl i ep te Antwerpen dan ook zeer soepe l : hier was het mogelijk dat beel dsnijder en sch ilder in hetzelfde atelier werkten, de een als meester, d e ander als knecht b ijvoorbeeld . Naarmate de prod uktie steeg, t reffen wij i n d i e ateli e rs trouwens steeds meer g especi aliseerde kunstenaars aan: bak makers, ve rg ulders, stoffeer ders, en de zogenaam d e metselarijsnijd ers, dat zijn beeldsnijd ers d i e zich u itslu itend toe legden op de vervaard i g i n g van de arch itect u rale ve rsiering van d e retabe ls. Het organisato ri sch onderscheid tussen d e ambachten i n de twee g rote ce ntra we rkte tenslotte d u i d elijke versch i llen in de hand wat het u i tzicht van d e Brusselse en Antwe rpse retabels betreft. De speciali satie in de Antwerpse ateli e rs le idde tot het vasthouden aan ve rtrouwde schema's en vo rmen. De reta belkasten bijvoorbeeld werden e r steeds vo lgens dezelfd e, tamel ijk eenvo u d i g e schema's opgebouwd, en d e thematiek beperkte zich b ij voor keu r tot het meest gevraagde: passie- en Mariaretabels. I n Brussel bestond e r een g rotere vari atie, zowel i n d e vo rm als i n d e thematiek, daar e r vee l o p bestell i ng van klanten m e t specifieke eisen werd g ewerkt, o f o p bestel l i n g van de schilders, d i e d i kwij ls zelf ontwerpen l everden. Wilde men d u s i ets speciaals, d a n ko n men beter i n Brussel terecht, waar nauwer d e mode werd gevolg d .
Beelden retabel. Bak, eik, verguld, 98,2
x
57
x
14 cm.
Beelden: notelaar, gepolychromeerd. Mechelen, ca. 1500. Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen.
Alhoewel enkele retabels met narratieve voorste l l ingen eveneens te Mechelen wer den ge maakt, zijn u it de D ij l estad vooral k l eine h u isretabels bewaard gebleven met een zeer karakteristieke vormgeving. Zo b.v. de indeling van de kast i n d ri e kapel letjes, met i n elk kapel letje een ty pisch Mechels h e i l igenbee l d . De metselrijversie ring met boog en contraboog vormt een eerder zeldzaam laat-gotisch schema, dat slechts te Mechelen werd toegepast. Boven de contraboog treft men telkens een kleine n i s met een beeldje aan. D e vraag naar deze soort van devotiestuk ken, waarin l ieflijkheid primeert op het d i dactische, g i n g i n de 1 5e eeuw vooral u i t van vrouwenkloosters. E e n niet onaanzien l ijk deel van de k u nstproduktie i n onze stre ken werd specifiek door d i e vraag gesti mu leerd. Mechelen groe i d e uit tot een cen trum van dergel ijke devote k u n stwerken. De tal loze Mechelse beeldjes, i nzonder heid van vrouwelijke h e i l igen, en de be
•
sloten hofjes, behoren tot de bekendste voorbeelden. De polychromie van de beeldjes van d it retabel is bijzonder fijn. Zowel de delicate i nkarnaten als de versiering der gewaden met goudbrokaat tonen de bed reven heid aan van de k u nstenaar d i e deze f i g u ren stoffeerde.
Merken In ve rband met de o rga n i satie van de we rkve rdeli ng d i ent h i e r ook iets gezegd ove r de m e rken d ie men op beeldsn ijwerk en op retabels aantreft. Het is namelijk zo, dat de retabels u i t Brusse l , Antwerpen en Mechelen op bepaalde plaatsen voo rzien zijn van m e rktekens, en dat is een veel merk waard i g e r iets dan men zou denken. Het i n s l aan van merken op ku nst werken van edel en onedel m etaal, d i e de koper een waarborg bieden voo r d e kwal iteit van d e legeri n g , is s i nds lang voo r de 1 5e eeuw gebru ike l ijk in de meeste landen. Het i n s l aan of i n b randen van me rken op houten beeldsn ijwerk is echter een fenomeen dat nergens ter were l d ooit bestaan heeft, beh alve precies in deze d rie Brabantse sted e n . Zoals bij metalen voorwerpen waarborgen d i e me rken d e kwal iteit van het mate riaal. Bij d e sch rij nwe rker en d e beeldsnijder slaat dat op d e ho ut soo rt d ie mocht gebruikt worden - e i k en notelaar - en op de kwaliteit en d e d i kte daarvan , die nauwkeurig waren voo rgesch reven . Bij d e sch i lder ging het om d e kwal iteit van d e k l e u re n , en voo ra l van het bladgoud voor de ve rg u l d i n g . Elk ambacht ste l d e jaarlijks een aantal 'vi nders' of 'waardeerders' aan, contro l e u rs d i e overal i n d e ateli e rs ro n d g i ngen om er d e afgewerkte stukken te keu ren. Pas n a d eze keu ri ng mocht een meester zij n werk te koop aan b i e d e n . Als het om een beste l l i n g g i n g , dan gesch ied d e d e keu ring gewoon l ij k n a d e l eve r i n g ter pl aatse, i n het bijzijn van d e beste l l e r. Werd en e r fouten bevonden, d a n werd d e co ntractprijs i n ver h o u d i n g ve rlaagd , of moesten ve rbete ringen worden aangebracht. Was het 20
•
•
•
0) ,.._ 0) ,....
> ::.::: 0
21
Enkele voorbeelden van merken
Drijfhamer:
Passer en schaaf:
keurmerk van het ambacht der B russelse beeld snijders, i ngeslagen op h et hoofd, op d e rug of aan de onderkant van de figuren ; soms ook op de stij len van de bak.
keurmerk van het ambacht d e r B russelse sch rij nwerkers, i ngeslagen op h et kopshout van de vergari ngen van de retabelk ast
Mechels stadswapen:
keu rmerk voor h et hout, i n gebrand of i n g e slagen in het blote hout van figuren en retabelkasten .
•
De burcht met twee handjes:
het Antwerpse stadswapen, i ngebrand als keurmerk voor d e polychromie, op de zij wand van d e ret abelkast en op de luiken.
23
werk echter beter, g roter of rijker u i tg evoe rd dan h et model of het voor beeld d at i n het contract was opgeg even , dan werd de p rijs in d ezelfde m ate ve rhoogd. Het i nvoeren van die me rken , als bewijs d at het we rk door de waardeer ders was gecontro l eerd, werd door de ambachten voorgesch reven tegel ijk met d e ve rord e n i n g die d e aan n e m i n gs- en verkoopsbevoegdheden rege l d e tussen d e am bachten onderl i n g . E l k van de d ri e partijen, - sch rij nwe rkers, sch ilders en beeldsnijders -, kreeg een m e rk toegeweze n . Bij de onder aan n e m i n g besch ikte men ald us ove r een wederzijdse garantie voo r h et aandeel dat door de ander was geleverd, en tegel ijk kon gem akkel ij k worden nagegaan o f d e ve rplicht i n g tot u i tbeste d i n g b i nnen d ezelfde stad i n d e rdaad was nagekomen. Bij Brusselse retabels vindt men dus drie versch illende merken, één voo r elk a m bacht d a t b ij d e vervaard i g i n g was betrokke n . I n Antwerpen waren er s l echts twee merken , aangezien alleen sch ilders en beeldsnijders tussenkwamen; het reg lement voorzag e r wel iswaar nog een d erd e me rk teke n , namel ijk een jaarl etter, d i e aangaf i n welk jaar de keu ring was gebeurd. Tot nu toe heeft men echter nog m aar één dergel ijke jaarletter kun nen identificere n , en wel een l etter A. Het lijkt e r dus op, dat men zich sl echts zee r korte tijd aan d i t l aatste voorschrift heeft gehouden. Te M eche len was d e regeling zoals te Antwerpen: twee merken, respectieve l ijk voo r het hout en voo r d e ve rg uld i n g . Naast deze am bachtsmerken, d i e vaak toelaten e e n bepaald stuk met zekerheid aan één van d eze d ri e centra toe te sch rijve n , t reft men h i e r en daar nog andere m e rktekens aan , waa rove r d e arch i even n i et spreken. Waarsch ij nlijk betreft het een meestermerk, i n geslagen door d e ambachts man zelf, als een soort si gnatuur of atel i e rstem peL
Iconografie Het l aat-gotische retabel d i ent ook i n ho u d e l ij k bekeken , i n ve rband met zijn reli g i eu ze beteke n i s en fu nct ie en op de achte rg rond van de geeste l ijke bekom mern issen en i dealen van de tijd en de gemeenschap d i e het tot stand b racht. Het ontl eent zijn weze n h e i d aan het altaar, waarvan het een com p l ement is. Op het altaar word en tijdens de vieri ng van de He ilige Mis het lij den en de dood van Ch ristus h e rdacht en d i t ve rklaart waarom het m i d d e nvak van zoveel van deze altaren gewijd is aan het Calvarie gebeuren en waarom ook het l ijden van Ch ristus zo d ikw ijls in deze altaar bladen voorko mt. Altaren zijn d ikwijls gewijd aan een h e i l i g e patroon of patrones, aan d e Moeder Gods of aan één van d e talrijke in d e l ate m i dd el eeuwen veree rde h e i l igen en nood hel pers, en het is dan ook begrijpelijk dat hun leven wo rdt u itgebee l d op het hun toegewijde altaar. Dit alles wo rdt voo rg este ld o p een wijze waarin d u i del ijk d e eigen re l i g i eu ze gevoeligheid van d e Vlaamse mens u i t het h e rfsttij der m iddel eeuwen tot u it i n g ko mt. God en zijn h e i l igen zijn zeer d i cht bij d e mens g ekomen. Tro uw aan zijn i n g eboren z i n voo r d e werkel ijkhe i d , weet h ij het h e i l i g e en abstracte reëel en mense l ijk vatbaar te m aken . Hij geeft h ierbij b l ijk van een o n u itputtelijke verbeeld i n gskracht en een sterk narratieve i n gesteld h e i d . Opmerkenswaa rd i g is d e d i d actische, d e belerende beko m mernis van d i e scu l pt u re n , d i e een beeld rijk en verstaanbaar onderricht pogen te zijn voo r d e ongel etterde en gewone gelovigen, en daarn aast ook h u n pogen om de gelovigen te ontroere n , felle senti menten op te wekken en te stichten . De laat-m i d d e l ee uwse mens houdt van fe l le ont roeri ngen. Lij den en fo lteringen worden dan ook, zoals i n de gel ijktijdige d evot i e l i te ratu u r en i n de m yste rie- en passi espele n , d i k i n d e verf gezet. M et d i e reli g i eu ze to neelvoorstellingen, d i e op dat ogen b l ik een zo g rote b ijval genoten bij de volksmensen, vertonen de laat-gotische retabels een d u i d elijke ve rwantsch ap. Typisch volks en l aat-m i d d e l ee uws is ook het n aïeve en kritiekl oze geloof in d e talloze legendarische episoden van het 24
Retabel van Saluzzo (deta i l , rechter l u ik). Eik, gepolychromeerd. Bak, 212
x
221
x
12 cm.
Brussel, ca. 1 510-1 520. Broodhuismuseum, Brussel.
•
Dit monumentale retabel met d u bbele l u i ken werd besteld d oor de adel l i j ke fam i l ie Pensa di Marsag l i a eertijds Mondovi, voor de kapel van h u n kasteel in Noor d-Italië . I n de 1 8 e eeuw werd h e t overgebracht naar het s l ot van Saluzzo en i n 1894 door de stad Bruss e l aang e kocht. Het is éé n der grootste en kostbaarste Brusselse altaar tafels u it het beg i n van de 1 6e eeuw. De vern ieuwende i nvloed van Jan Borre man d i e tot uiting kwam i n het 'Sint-Joris retabel' (afb. blz. 19), heeft een stijlevo lutie
teweegg ebracht waarvan d it retabel een mooie i l l ustratie biedt. De opste l l i ng van de figuren in g roepen is zo ruimte l i j k mog e l i j k opgevat, h e t vijftiend e-eeuwse re l iëfaspect is voor goed verdwenen om d i epte en be weg i ng te s uggereren met beh u l p van s c h i j n baar d riedi mens ionele figuren d ie a.h .w. elk afzonderlijk g es neden zijn. Het streven naar rea l is m e u i t zich zowel in de doorged reven i nd ividualisering der fys io nom ieën en houdingen als i n d e zin voor details bij de u i twerki ng van het decor. De plooien van de gewaden bezitten een opval lende plastic iteit, d i e geheel in functie bl ijft van de real istis che weergave. N i ets is hoekig of gekunstel d . Het zijn d i e eigen schappen d i e aan d e g rondslag l iggen van de algemene bewondering en waardering voor d e 'Br abantse beeld houwkunst i n d ie tijd. De tor envorm van de vijftiende-eeuwse baldakijnen is vervangen d oor een gecom p l i ceerd s pel van fialen en l u c htbogen d i e n i et meer z o zeer d e r o l s pelen van be kroning van de tafe re len, dan wel van een q u as i onei n d ige arch itectonische omgeving waarin het gehele meubel is opgenomen.
•
••
> :.:: 0
•
•
•
leven der gel i efde vol ksheiligen en i n de vel e won d e re n en m i rakelen die h u n zo kwistig worden toegesch reven . O nze l aat-goti sche retabels vo rmen één g rootse 'Gulden Legende' zoals de titel l u idt van d e 1 3e-eeuwse ver zame l i n g h e i l igenlevens gesch reven door Jacob van Vo rag i n e . Hoe echt en d i ep het godsdi enstig gevoel ook is dat u i t die d evote voorstel l i n gen opkl i nkt, toch blijkt die reli g iosite it te l ijden aan een d u idelijke overspan n i n g , aan een b reed sprakige versnippe r i n g , aan h et ve rleggen van de kern van de ch ristelijke hei l sboodschap naar d e pe riferie. En ook h ie r i n zij n d i e retabels e e n typische u i t i n g van d e geestesgeste lten is van e e n u itbloeiende cultu u rpe riode. Th emati sch kunnen d e onderwerpen die het reperto ri u m vo rmen van d eze beeld enwereld als vo lgt worden samengevat. D e f i g u u r van Ch ristus wordt benaderd i n zij n menselijkh eid: zij n geboorte en jeugd - er komen i n d e Brabantse retabels on gemeen bevallige Kerstvoorstell i n g e n voo r - en verd e r zij n b itter lij d e n . Beide cycl ussen kun nen afzonderlijk bestaan, m a a r d i kwijls zij n z e met elkaar ve rbo nden in eenzelfde altaarblad . Devoties verbo nden met de Passie van Ch ristus, zoa ls d e miracu l e uze m is van St.-Gregorius, ko men o.a. op de Antwe rpse altaren vee lvuld i g voor. D i t l aatste thema houdt n i et al leen ve rband met de mis, en meer bepaald met de Grego riaanse m i ssen voo r d e overledene n , maar het l aat d e gelovigen ook toe, m its zij het voo rgesch reven gebed opzeggen, een omvangrijk aantal jaren aflaat te w i n n e n . Bij na even centraal als Ch ristus staat zij n m o e d e r Maria. Zij wordt ver heerlijkt als de mensel ijke en beva l l ige moeder in de tafe relen gewijd aan de jeugd van Ch ristus; als d e t ro uwe moeder d i e i ntens mee l i j dt met haar Zoon, d e Piëta of 0.-L.-Vrouw der Nood Gods; 11ls d e door God van alle eeuwig heid begenadigde en on bevl ekt ontvangen vrouw die verschij n t op de stralen van de zo n en wier voeten rusten op de maansikkel ; als de poëtische rozenkranspri nses om geven door een krans van vijftig rozen, d i e d e vijfti g Ave M aria's symboliseren d i e haar door d e devote leden van de b l oeiende b roede rschappen van de Rozenkrans worden aangeboden; en tenslotte als de na haar d ood met l ichaam en ziel ten hemel opgenomen sch utsvro uw van het ch ristenvolk. Het legendarische ve rhaal van d e dood en d e ve rheff i n g van Maria vo rmt een bij zondere i nspi ratiebron voo r heel wat Mariaretabels. In ve rband met Maria en haar O n bevlekte Ontvangenis weze ook het thema vermeld van d e Boom van Jesse, die i n d e l atere Antwe rpse retabels op een zee r o rig i ne l e wijze wo rdt i n g ewe rkt i n d e g rote keellijsten van het m i d d envak va n de a ltaarkast, en ve rde r ook de fig u ren van St.-Anna, d e moeder van Maria en o.m. d e pat rones van d e moede rs. Veelvu ldig ko mt ook het apostelenco l l ege voor, d i kwijls twee aan twee g eseliaard zoals ze door Christus werden u i tgezonden en met een sch rift rol in de hand waarop het artikel van het Credo prijkt dat zij ieder voo r h u n u iteengaan zo uden g eform uleerd hebben. Een g root aantal retabels is gewijd aan het l even van d e talrijke h e i l igen, noodhelpers, pestheiligen en d e geliefde volkspat ro nen d i e aange roepen werden in ziekte en nood. De paroch iegemeenschappen wensten het l even van h u n patroon of patro nes afg ebeeld te zien op het hoogaltaar van h u n kerk of op het altaar van zij n of haar kape l . Gilden en ambachten l i eten het leven van h u n beschermheiligen afbeelden in g e u ren en kleu ren op d e altaren van h u n eigen kape l l en . .Sche nkers, of d onateurs, stonden e rop dat h u n gel iefde patronen zo uden worden afgebeeld op d e altaarb laden die zij i n d e door hen g estichte b i d rui mten lieten aanbrengen. Hei l ig e n retabels kwamen op het e i n d e van d e m i d d el eeuwen i n elk kerkgebouw voor. Andere onderwerpen die samen hangen met d evotionele en catech etische stro m i n gen in d e Zuidelijke Nederlanden zij n de Zeven Sacramenten en ook de typolo g i sche voorstel l i ngen uit h et O u d e Testament. De Zeven Sacramenten worden bij ons 27
Mariaretabel. Eik, vernieuwde polychromie. Bak, 276
x
246 x 36 cm.
Antwerpen, ca. 1510-1 520. Sint-Laurentiuskerk, Bocholt.
•
Dit herhaaldelij k gerestaureerde retabel is toch g rotendeels in zijn oorspronkelijke toestand bewaard gebleven . De struct u u r van de altaartafel beantwoordt aan een retabeltype dat typisch Antwerps mag wo rden genoemd, en waarvan de ka rakteristi eken z ij n : het s i l houet zoveel mo gelijk verticaal u itgewerkt met een i n d e l i n g i n d rie traveeë n , e l k bekroond m e t een reeks accoladen. In e l ke travee bevinden zich twee vakken boven el kaar, waarbij het mid denste bovenvak iets hoger is gepl aatst dan dat van de zijvakken. D e baldakijnen, opgevat als hangende ge welven, benadru kken tevens het streven naar vertical iteit. Terwijl de architectonische decoratie nog geheel laat-gotisch is, vertonen de fig uren i n hun houding en voorkomen reeds de sporen van d e aanbrekende renaiss ance. Dit retabel is aan het leven van Maria ge
•
wijd, met een d u i d e l i j ke nadru k op het mysterie van de Onbevlekte Ontvangenis, u itgebeeld door de Boom van Jesse i n het hoofdvak. De tronende Jesse s l aapt en u i t z i j n borst onts p ruit e e n boom waarop d e koni ngen van Is raë l hebben pl aatsgeno men. Volgens het bijbelwoord die haar de bloem noemt onts p roten aan d e tak van Jesse, prijkt de H . Maagd bovenaan met het Kind Jezus op de arm. Vier profeten rond Jesse d ragen banderollen met h u n
Retabel met de Zeven Smarten van Maria. Eik, oorspronkelijke polychromie. Bak, 310
x
228
x
30 cm.
Brabant, Leuven (? ), ca. 1520. Sint-Leonarduskerk, Zoutleeuw.
Dit retabel mag als voorbeeld gelden van een uit een kleiner centrum dan Bruss e l , Antwerpen of Mechelen ontstaan kunst werk. Mogelijk is het uit Leuven. Zowel de struct u u r van de kast als d e com pos itie van d e reliëfgroepen leunen aan bij d e trad itionele voorbeelden uit d e g rote centra. De compos itie van de bewening, on deraan het kruis rechts, sluit nauw aan bij de Antwerpse s c hema's, waarbij het
voors pe l l i ngen over de komst v a n Gods Zoo n, d i e u i t de Maagd zal worden geboren. De ges c h i l derde l u i ken stel len tafere len u i t de legende van Si nt-Laurentius, patroon van de kerk, voor.
•
Corpus Christi op de g rond is neergelegd.
De g rote ru i mten d i e de taferelen krijgen toegemeten en de zeer vo l krijke voorstel l i ngen zijn hier opmerkelijk. Kleinere tafe reeltjes opgenomen tussen de baldakijnen komen eveneens voor i n laat-1 5e-eeuwse Brusselse retabels. Het thans ontbrekende middentafereel stel de zeer waars c h i j n l i j k de Calvarieberg voor. Het met hogels vers ierde bovenprofiel van de kast wordt bekroond door een breed u i t gewerkte so kkel waarop oors p ro n ke l i j k een figurengroep moet hebben gestaan. Op de bu iten kant van de l u i ken is de Boom van Jesse ges c h i l derd.
• 28
•
•
•
6L6� i\>lO
•
•
•
Passier Borreman (werkzaam 1 e helft
Dit retabel is één van de wei nige ge
van Si nt-Crispien en Si nt-Crispi n iaan,
1 6e eeuw).
sig neerde altaarstukken. Passier Barreman sneed zijn naam op twee f i g u ren. Die kunstenaar was de zoon van de beroemde
bescherm heil igen van de h u i devetters en de platijn makers. De zeer u itgewerkte vorm van de bekroning
Jan Barreman d e Oude, die het S i nt-Joris retabel (afb. blz. 19) maakte, en d e broer van Jan Barreman de Jonge, de auteur van het 'Passieretabel van Güstrow' ( D . D . R. ) . Het betreft h i e r d u idelijk e e n bestel l i ngs retabel, wat reeds b l ij kt uit de eerder zeld zame iconografie gewijd aan de legende
laat vermoeden dat een schilder het ent werk van het retabel leverde. Het ontbreken van d e polychromie kan te wijten zijn aan 1° een onverantwoorde ' rei n i g i n g ' ; 2° geldgebrek van de beste l l e r ; 3 ° h e t zeer gedeta i l l eerde snijwerk, dat d e stoffering overbod i g maakte.
Retabel van Sint-Crispien en Sint-Cris piniaan. Eik, niet gepolychromeerd,
40,5 cm. Brussel, ca. 1520.
215
x
207
x
Sint-Waltrudiskerk, Herentals.
•
31
Passieretabel va n Oplinter. Eik, gepolychromeerd. Bak, 290
252 x 30 cm. x 252 x 30 cm. Antwerpen, ca. 1530. x
Predella, 81
•
Koninklijke Musea voor Kuns f en Geschiedenis, Brussel, inventarisnummer 3196.
Ca. 1 530 ondergaat het retabel te Antwerpen een evo l utie d ie zich uit i n een n i euwe stru ctu u r en een karakteristiek s i l h ouet. De afsl u i ting van d e traveeën aan de bovenzijde verloopt met een vloeiende accolade over de ganse breedte van de kast, met i n het m i dden een verhoogde rondboog. E l ke travee wordt geflan keerd door kelen waarin k l e i n e g roepjes op eensooitjes opgesteld staan. Deze opbouw bl ijft te Antwerpen bestaan tot op het einde van de retabel p ro d u ktie. Aan dit retabel werden i n d e 1 7e eeuw enkele decoratieve ele menten toegevoegd , zoals de twee engelenfig u ren bovenop en de met akantbladeren versierde voluten aan weerszijden van de pred e l l a . De iconografie omvat op de predella taferelen uit de K i n dsheid van Jezu s ; op het geopend retabel, het passieverhaal ; op de bu itenzijde
•
d e r l u i ken d e wonderen van Christus. De g roepjes van de kelen stellen o.m. de Zeven Sacramenten voor. De iconografie bestemt d it retabel tot een typisch devotiestuk voor het hoofdaltaar van een kerk omwi l l e van de d i d actische inhoud die ged urend!) heel het l iturg i sche j aar van toepassi n g is. De i nscriptie MOREA op de mantelboord van enkele fi g u ren wordt weleens i n verband gebracht met d e te Antwerpen gevestigde Parijse beeld h ouwer Robert Moreau (werkzaam 1 e helft 1 6e eeuw). Of d i e k u nstenaar wer kel ijk de maker is van d i t retabel is n i et zeker. De stijl van het retabel beantwoordt Retabel van Sint-Jan de Doper (detai l ,
theatervormige achtergrond die geflan keerd is door twee naakte putti met plantensl in gers op bal usterzuilen, overal komt een be heerste el egantie tot u iting, d i e verwant is
in elk geval aan d i e van het of de ate l i er(s) d ie het g rootste aandeel hebben ge had i n de latere retabe l p ro d u ktie te Antwerpen.
met de n i euwe renaissancistisch-human is tische geest. De kleine borstbeelden die de onderste
De figurenstijl van die ateli ers onderscheidt zich door de relatief kleine hoofde n , de vaak zwaarl ijvige personages, met een voor
vakken bekronen, stellen o.m. vorstenpor tretten voo r : Max i m i l iaan van Oostenrijk, Maria van Bourgo n d ië , Fil ips d e Schone en keizer Kare l . Omdat Karel V boven zijn hoed met doorregen l i nt een keizerskroon
keur voor d raaiende en sch roefvormige beweg i ngen, de stand van de voeten als i n e e n dans pas. De fysionomieën z i j n , i n te genste l l i ng tot de serene u i tdrukkingen van de 1 5e eeuw, vaak karikaturaal i n zoverre dat h e1 geheel van het retabel niet meer stichtend tot devotie oproept, maar integen
episodes voor u it het leven van S i nt-Jan de Doper en d e m i rakuleuze ontdekking van zijn hoofd door de bened ictijnen. Van daar d e veronderste l l i n g dat in d e thans leegstaande. m i ddennis een rel i ekb uste van
d raagt, kan d it retabel n i et vóór 1 520 wor den gedateerd. Bovendien d raagt de jonge Karel nog geen baard, zodat d i t retabel ook n i et veel later kan gemaakt zijn. De aanwezigheid van die vorsten laat vermoe den dat dit retabel besteld werd door i e mand van het hof en /of voor een door de
deel een gemaniëreerd scho uwspel vol anekdoten weergeeft. Men heeft de indruk dat de taferelen bevolkt zijn met acteurs bekommerd o m hun effect op de toeschou wer dit i n tegenste l l ing tot de 1 5e-eeuwse
Si nt-Jan of een Sint-Jan in disco zou heb ben gestaan. N i ettegenstaande d e laat-gotische vormen
Keizer beschermde kerk. Werd dit retabel oorspron kel ijk besteld voor de S i nt-Jans kerk van Hemelveerdegem, die afhing van
veri nnerlijking der fi g u ren. De nagestreefde effecten worden tech n isch gesproken i n hoofd z aak bereikt door de
taa l , vooral i n de arch itectonische achter grond, is d e geest van de renaissance h i e r overal aanwezig. De ru i mtelijkheid der ta
de benedictijnenabdij S i nt-Adriaan van Ge raardsbergen ? Waarsc h i j n l i j k stond de kunstenaar i n nauwe betrekking met de hofkri ngen.
vol maakte afwerking van de polychromie, zowel i n d e bijwerking van de gelaatsuit d ru k ki ngen als i n de sch ittering van de zeer gevarieerde tech n i eken d i e op het goudblad zijn toegepast.
middenvak) . Eik, bak, 140
x
181 cm.
Oudenaarde ( ?}, ca. 1520. Kerk van Sint-Jan de Doper van Hemel veerdegem, Lierde.
Al hebben klei nere centra n i et zoveel reta bels geprod u ceerd, de k u nstenaars d i e er bedrijvig waren, moesten in tec h n i sche en artistieke vaard i g h e i d niet onderdoen voor hun collega's i n Brussel, Antwerpen of Mechelen. Het retabel van Hemelveerdegem is voorzeker in een klei ner centrum ont staan, waarschij n l ij k Oud enaarde. Het stelt
ferelen, de bijna kl ass ieke h o u d i ngen der f i g u ren, het tafereel met de dans van Sa lome bovenaan in het m id den, voor een 32
•
•
(") (")
•
6L6 � A>IO
•
Marlaretabel (deta i l , centraal vlak: Aan bidding der Wijzen). Eik, niet gepolychromeerd. Bak, 241,5 x 264,5 cm. Brussel, ca. 1 520. Kerk van Onze-Lieve-Vrouw te Lombeek, Roosdaal.
Van omstreeks 1 520 af wordt de i nvloed van d e renaissance i n de laat-gotische kunst steeds duidel ijker merkbaar. I n de retabels uit zich dat vooral i n de fantasie rijke kosturneringen en kapsels, die vooral bij d e vrouwenfiguren zeer modieuze vor men kunnen aannemen. I n d e architectu u r van de decors treft nu d e voorkeur voor ruïnes en rondbogen, waarvan de inspi ratie uit Italië is gekomen. De 'Aanbidding der Wijzen', waarin de H . Maagd centraal neerzit op een troon,
beantwoordt aan een compositie die heel vaak i n de Brusselse altaartafels wordt aan getroffen.
35
Retabel met de Maagschap van Sint-Anna
(detai l : Zacharias, Elisabeth en Sint-Jan). De beeldengroepen van een retabel be staan vaak u i t versch i l lende rel i ëfs d i e bo ven en achter el kaar zijn gepl aatst. Dit rel i ëf vormt de g roep l i nks op het twee de plan van het retabe l . Omdat de figu rengroep niet hel emaai wordt gezien, is hij van op een zekere hoogte van het houtblok u itgesneden. De l i chaams delen die verstopt zijn door de figuren die er voor staan zijn niet u itgestoken. Omdat het goudblad zeer d u u r was, werd het slechts op de pl aatsen gelegd d ie zic ht baar zijn. D i e werden vooraf met een tra cering afgebakend. De niet zichtbare par tijen zijn slechts met een gekleurd e krijtof g rondlaag bedekt. D e gewaden zijn ver sierd met brokaatve l l e n en de haarpartijen en vingernagels met het penseel b ijge werkt. Passieretabel van Oplinter (deta i l , centraal vak: Figuur uit het Ecce Homotafereel) . Omstreeks 1 530 zijn de f i g u ren niet meer zo hoofs en devoot voorgesteld ais in de 1 5e
eeuw. H u n voorkomen is volkser en .zelfs karikaturaler. Zo d e retabels n i et meer als oprechte stichtende devotiestukken kunnen aanzien worden, b l ijven zij de toeschouwer tot heden ten dage boeien door d e tech n i sche vol maaktheid van de stoffering. Deze f i g u u r u i t het 'Passieretabel van Oplinter' (afb. blz. 33) toont d u idelij k hoe
het bladgoud als echt metaai is geciseleerd en gepointil leerd en hoe het florale textiel van weleer bij m i ddel van de afhaaltechniek werd nagebootst.
Retabel met de Maagschap van Sint-Anna,
Het merendeel der retabels bracht een
uit de Sint-Annakerk van Oudergem.
i l l ustratie van het passieverhaal of van het
Eik, gepolychromeerd.
leven van Maria en de Kind sheid van Je zus. Daarn aast vormde bij het einde .van de
Bak, 1 1 7,6 x 93,7 x 22,a · cm . Brussel, 1500-1510. Koninklijke Musea voor Kunst en Geschie denis, Brussel, inventarisnummer 327.
1 5e en i n het beg i n van d e 1 6e eeuw d e cycl u s met d e legende van Si nt-Anna een u itverkoren thema aanslu itend bij een bij zondere verering voor d e moeder van de Heilige Maag d . Centraal i n d i e cyclus staan de hoofdfigu ren, nl. Jezus, Maria en S i nt-Anna. H i e r zijn zij o m r i n g d d o o r al de fam i l i eleden d ie, volgens d e middeleeuwse mystiek, recht streeks of o n rechtstreeks bij het verlos s i ngswerk betrokken waren. Die famil ie g roep, d e Maagschap van S i nt-Anna ge noemd, wordt als een sy mbolische u itbeel d i n g van d e O n bevlekte Ontvangenis van · Maria aanzien en vindt een parallel in de z.g. Boom van Jesse. De beide thema's zijn opgevat als een genealogische stam boom d i e de h i storische u itverko renheid van Maria beklemtoont.
36
•
•
•
•
> :.::: 0
• 37
omt rent het m i d d e n van de 1 5e eeuw afgebeeld i n kerkbesch i l deringen, g esch i l derd e tafe rel e n , liturg ische paramenten en gewade n , en in wand tap i jten. In d e Brabantse retabels versch ijnen ze als kl e i n e g roepjes in de keel l ijsten van de com part i m enten en een renai ssancisti sch beel d houwer als Jan Mone heeft ze als thema g ekozen voo r het reeds g eciteerde altaar van de St.-Mart i n u skerk te Hal l e. Op d ezelfde p l aats worden ook voo rstel l i ngen i ng evoe rd van gebeurten issen u i t h e t O u d e Testament d i e als voor afbee l d i ng (prefig u u r of type) moeten d i enen voo r de gebeu rten issen u i t het Nieuwe Testament (a nti-type) voorgesteld i n d e g rotere tafe rel e n van het bewust retabel. I n andere g eva llen zij n ze op de l u iken of soms ook o p d e predella g esch i l derd . Het gaat h i e r bl ijkbaar o m e e n i nvloed van d e g eïl l ust reerd e blokboeken van het type 'Bijbel der armen' of 'Spiegel van de menselijke behoudenis', waarvan door de bee l dsnijders en h u n op d rachtgevers i n de tweede helft van d e 1 5e en ve rde r nog in de 1 6e eeuw gebruik werd g e maakt. Ve rmelden we nog dat voo r het bee l d p rog ramma van een retabel ook d e concrete wijze waarop d i t l aatste ontsto n d , van i nvloed was. Bij retabels d i e gem aakt werden op bestel l i ng, moesten beeldsnijders en sch i l de rs zich richten naar de o pgave, de wensen en d e desiderata van h u n cli ënt. B i j h e t vervaard igen van retabels d i e kant en klaar o p d e markt of aan koo p l u stigen konden worden aangeboden, moes ten zij zich richten naar de vraag van het p u b l i ek, naar de re l i g i euze noden en d e d evot i o n e l e belangste l l ing van hun tijd. Dit b racht met zich mee dat er, vooral i n d e sterk geco m m e rci a l i seerde Antwerpse retabelwe re l d , bepaalde types ontstonden d i e met enkele va rianten toch stereoti e p het zelfde p rog ram m a herhaalden. Typ isch in dit verband zij n de l ate passi e en Mari aretabels u i t d i t centru m . Te nsl otte was het ook mogelijk een reta belkast of -bak i n eigen stad of g emee nte te laten vervaard i g e n , en de gebee l d houwde g roepj es bij d e Antwerpse houtsnijders of o p d e Ant werpse kunstmarkten aan te ko pen. Dat de iconografische samenhang tussen die versch i l lende g roepjes n i et altijd j u i st u itvalt, is dan zee r g oed te beg rijpen.
Verspreiding Het merendeel van de bewaarde Vlaamse retabels vindt men vandaag i n het b u ite n l a n d . Dat i s n i et het g evol g van d e kunsthandel van onze eeuw, maar va n het feit dat die werken van bij de aanvang reeds naar and e re streken werden g eëxporteerd . Hetze lfde is i n de 1 5e en 1 6e eeuw g e b e u rd met andere produkten van Vlaamse ku nstenaars: sch i l d erijen, wand tapijte n , m i n i at u re n , bord u u rwerk, beeldhouwwerk, g ee lkoper enz. vo rm den een gegeerde retou rvracht voo r de vreemde koop l ieden d i e d e g rote handelsce ntra van d i e tijd aandeden, en dat was eerst Bru gge, en l ater Antwerpen . De ku nstzin en de vaard i g h e i d van onze ambachtsl ieden genoten toe n , vooral wat kunstwerken van rel i g i e uze aard betrof, e e n bewondering zon d e r weerga. En, o mg ekeerd, ko nden onze kunstenaars daardoor o p e e n cl iënteel rekenen d a t veel u itgebreider was dan h u n o n m i d d e l l ijke omg evi n g , zodat de p rod uktie h i e r ook veel hoger lag dan el d ers. Retabels, hoe omvan g rijk ook, maakten op d eze gang van zaken geen u i tzo ndering. Nog worden geregeld voo rheen on beke n d e Vlaamse retabels ontdekt i n kleine, afgelegen kerkjes ve r bu iten onze g renze n . In e i gen land zijn e r slechts enkele tiental len ontsnapt aan de 'tand d es tijds' : aan oorlog, ke rkb rand en verwoest i n g , maar voo ral aan de aan pass i n g van het kerkm e u b i l a i r onder i n vloed van de ve randerende kunstsm aak. In D u its land vindt men er echter meer dan honderd , en in Zweden zijn bijna veer tig Vlaamse retabels beke n d , g rotendeels vol le d i g en nog bewaard i n d e kerken waarvoor z i j van bij d e aanvang waren bestemd. I n Frankrijk t reft men een veerti gtal Vlaamse retabels aan in kerken en m u sea, en in Dene m a rke n , Po l e n , Oost-Duits l a n d , Nederlan d , Spanje, Portugal met Madei ra, 39
E ngeland en Oosten rij k el k een tiental. E n ke l e meer geïso l ee rd e werken z i j n bekend in F i n l a n d , h et voorma l i g e Estland en. Rusland. De k u nsthandel b racht e r i n onze tijd nog een aantal naar de Verenigde Staten en één naar A ustra l ië, terw i j l een moe i l i j k te schatten aantal z i c h nog i n p rivé bezit versc h u i lt. I n totaal meer dan d riehonderd retabels d i e ongeveer volledig bewaard bleven. H et aantal losse g roepen of frag menten uit verdwenen retabels overtreft zeker de d u izenden. 1 Men mag aan n emen, dat het bewaarde aantal nauwe l i j ks e n ke l e p rocenten vertegenwoo rd igt van d e oorspronkelij ke p ro d u ktie. Met dit bewaard bezit kan men j a m m e r genoeg slechts een zee r onvol komen idee krijgen van de c h ronologische en sti l i stische evo l utie, want vooral d e o ud ste Vlaamse retabels, uit het e i n d e van d e 1 4e eeuw en d e ee rste helft van d e 1 5e eeuw, zijn g rotendeels ve rdwe n e n . O n geveer 80% van d e bewaa rde werken dateert uit d e periode 1 490-1 530, en 1 0% van l ater, ca. 1 530 tot 1 560. Dat betekent dat s l ec hts een handvol voorbee l d en besc h i kbaar zijn om de geschiedenis van onze retabels te i l l u st re ren vanaf d e aanvang, omstreeks 1 390, tot zowat 1 00 jaar l ater. Onder d e in ons l and bewaarde retabels tellen we gel u k k i g enkele van de mooiste en waardevolste exem plaren in onze m u sea. Een aan z i e n l i j k aantal bev i n d t z i c h nog i n o n z e kerken waar h u n b e h o u d g rote probl emen stelt. D i e zijn n i et a l l een van tec h n i sch-materiële aard, m aar hebben o p d e ee rste p l aats t e maken met d e beve i l i g i n g v a n d eze ku nstwerke n . H et teloorgaan v a n d e fu nctie v a n d eze kerkmeubels i n de h u i d i ge tijd heeft m eestal tot gevo l g dat d e gevaren van beschad i g i n g en d i efstal waaraan d it artistieke en cu ltu re l e e rfgoed bloot staat, nog toenemen. De besc h e r m i n g van de retabels in onze kerken zou even red i g moeten zijn met d e bewonderi n g die zij verd ienen . Al te vaak staat echter de onver sc h i l l i g h e i d van de verantwoo rde l i j ken i . v . m . de te nemen maatregelen voor beve i l i g i n g i n schril contrast met d e eerbied die d eze artistieke scheppingen u iteraard afdwingen. Gh. Derveaux-Van Usse/, H . Nieuwdorp e n J . Steppe
40
PassieretabeL Eik, gepolychromeerd. Bak, 148 x 245 cm. Antwerpen, ca. 1 530-1540. Sint-Trudokerk te Opitter, Bree.
Het laat-middeleeuwse retabel vormt in d ub bel opzicht een synthese van de kerk ru i m te waarin het is opgestel d . Formeel biedt het een weerspiegeling en samenvatting van de kleurri j ke g l asramen en de rijzige architect u u r van die omgeving. I n houdelijk is het een devotiestuk van d i dactische aard, dat gel oofswaarheden veraanschou we l i j kt op de plaats waar de rel i g ieuze aandacht tijdens de l i t u rg i eviering geves tigd is. Aanvankel i j k werden d e l u i ken van een retabel slechts op kerke l i j ke hoogda gen geopend o m d e l u ister van de gele genheid te benadrukken door het ontvou wen van de kleur- en beeldpracht boven het altaar. Omstreeks 1 500 was het echter reeds ge woonte geworden o m het retabel bij e l ke hoog mis open te ste l len. Slechts in boete tijden, zoa ls vasten en advent, bleef het retabel steeds gesloten, zoals ook het orgel - dat eveneens met l u i ken kon ge sloten worden - in die periodes niet werd bespeel d . M e t het vorderen van de 1 6e eeuw werd dit gebru i k steeds minder in acht geno men, i n zover zelfs dat d e retabels ten sl otte niet meer van l u i ken werden voor zien.
•
•
• 41