Results EI
1
RESOURCE REPORT EMOTIONAL INTELLIGENCE QUESTIONNAIRE
PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN Ter Haar
14-4-2013
Results EI
2
Gegevens deelnemer Algemeen Naam
Ter Haar
Leeftijd
23
Geslacht
vrouw
Normtabel
Normgroep vrouwen ouder dan 17 jaar
Afnamedatum
5 maart 2013
14-4-2013
Results EI
3
GRAFISCHE RESULTATEN
14-4-2013
Results EI
4
14-4-2013
I INLEIDING Er zijn verschillende meetinstrumenten die uitgaan van Emotionele Intelligentie als trek van de persoonlijkheid. Deze instrumenten stellen geen beoordeling vast van capaciteiten, vaardigheden of intelligentie, maar geven trekken weer van de Emotionele Intelligentie van een respondent. Binnen het trekkenmodel voor Emotionele Intelligentie is er geen sprake van goed of fout, noch van bepaalde ideaalwaarden. Binnen de EIT kan sprake zijn van lage, gemiddelde en hoge scores. Deze scores zijn afgeleid van de normgroep en zeggen iets over de verhouding tot de gemiddelde bevolking. In hoeverre scores overeenkomen met een gewenste status is een subjectieve kwestie. Zelfrapportage blijft de mogelijkheid in zich houden om positiever te antwoorden dan de werkelijkheid is. Het meetinstrument kan daarom ook niet zonder meer worden ingezet als beoordeling voor geschiktheid, maar wel in het kader van een ontwikkelings- en begeleidingsvraag. Uit een meta-analyse naar de samenhang van Emotionele Intelligentie en gezondheid blijkt een samenhang tussen Emotionele Intelligentie en gezondheid. Het Resource Report geeft, naast een algemene score op Emotionele Intelligentie, een meer gespecificeerd inzicht in vier EI-factoren die op hun beurt weer zijn opgebouwd uit vijftien facetten. De score geeft inzicht in het algemene emotionele functioneren van een persoon. Het belicht de wijze waarop iemand naar eigen inzicht in staat is om, in de dagelijkse praktijk, aan emotie gerelateerde informatie te begrijpen, te filteren en te interpreteren. Het trekkenmodel voor Emotionele Intelligentie beschrijft de Emotionele Intelligentie van een respondent op vijftien facetten, onderverdeeld in vier EI-factoren: • Emotioneel bewustzijn (emotional awareness). De factor Emotioneel Bewustzijn beschrijft het vermogen emoties te begrijpen en te uiten en deze in te zetten om zinvolle relaties met anderen op te bouwen en te onderhouden. Deze factor is onderverdeeld in de facetten Uitdrukken van Gevoelens, Sensitiviteit en Persoonlijke Relaties. • Sociaal bewustzijn (social awareness). De factor Sociaal Bewustzijn omschrijft het vermogen te socialiseren met anderen: omgaan met, invloed uitoefenen op en communiceren met anderen spelen hierbij een rol. Deze factor is onderverdeeld in de facetten Sociale Competentie, Inleving (Empathie), Assertiviteit en Emotioneel Beïnvloeden van Anderen (Influence). • Zelfcontrole. De factor Zelfcontrole omschrijft in hoeverre iemand in staat is externe druk of spanning, stress en impulsen te beheersen. Deze factor is onderverdeeld in de facetten Impulscontrole, Stresstolerantie, Adaptief Vermogen en Intrinsieke Motivatie. • Zelfbewustzijn. De factor Zelfbewustzijn omschrijft het algehele gevoel van welbevinden, de algemene tevredenheid over het leven. Deze factor is onderverdeeld in de facetten Optimisme, Plezier en Zelfbeeld. Deze rapportage bevat informatie en aanwijzingen, die u kunnen helpen uw emotionele intelligentie inzichtelijk te maken. Het kan gezien worden als uitgangspunt voor verdere ontwikkeling en training. Om deze rapportage volledig te kunnen begrijpen en er vervolgens ook mee aan de slag te kunnen gaan, wordt de nodige achtergrondinformatie beschreven.
Results EI
7
14-4-2013
II RESOURCE REPORT Deze rapportage is gebaseerd op de in de vragenlijst gegeven antwoorden. Het is derhalve een reflectie van wat u over uzelf denkt. Uw scores zijn vervolgens vergeleken met een steekproef uit een representatieve populatie en vervolgens beschreven in vier brede hoofdcategorieën. Deze zijn onderverdeeld in 15 specifiekere Facetten. Scores worden in het Resource Report weergegeven als standard nine scores. In het algemeen identificeren hoge scores (scores in stanines 7-8-9) relatief sterke gebieden met een versterkt emotioneel functioneren. Scores in het middenbereik van de schalen (stanine 4-5-6) wijzen op voldoende functioneren in de meeste situaties en worden door de meerderheid van de populatie die de EIQ heeft gemaakt behaald. In een specifieke functie of situatie kan het belangrijk zijn dat een respondent in het bezit is van een versterkt emotioneel functioneren, terwijl voor een andere functie of situatie een hoge score juist minder gewenst is. Lage scores (stanine 1-2-3) geven gebieden aan die verbetering kunnen behoeven om tot toename van het algemeen emotioneel en sociaal functioneren te komen. Als alle scores hoog of laag zijn, is het nuttig om de schalen met de hoogste en laagste scores te identificeren om gebieden met relatieve kracht of zwakte te kunnen benadrukken. Gebruik van het woord "gemiddeld" wil niet zeggen dat de vragenlijst goede of slechte scores op kan leveren. De percentages laten zien hoe u geantwoord heeft, afgezet tegen de andere personen van de normgroep die de vragenlijst hebben ingevuld. Er bestaat geen goede noch foute manier om emotionele intelligentie in te zetten. Uit alle mogelijke scores kunnen zowel positieve als negatieve effecten voortvloeien. Toepassing De Emotionele Intelligentie Questionnaire kent verschillende toepassingsgebieden. Voorbeelden hiervan zijn: persoonlijke of loopbaangerichte coaching, ontwikkeling van potentieel, beoordelingsgesprekken, meetbaar maken van de betrokkenheid bij de organisatie, meetbaar maken van de werkmoraal en teambuilding. De informatie in dit rapport dient gebruikt te worden als middel om hypotheses te genereren en als een richtlijn voor assessment. De rapportage Plaats als u de rapportage leest de scores en opmerkingen binnen de context van uw leven en werk. Stel uzelf vragen als: Wat wil ik bereiken? Op welke punten ondervind ik problemen in contacten of relaties met anderen? Welke elementen van mijn emotionele intelligentie spelen een belangrijke rol in mijn werksituatie of mijn privéleven? Belangrijke gebeurtenissen in de werksituatie of uw persoonlijk leven kunnen echter schommelingen veroorzaken in bepaalde facetten van uw emotionele intelligentie, net zoals deze uw persoonlijkheid kunnen beïnvloeden. De scores in deze rapportage zijn derhalve niet onveranderlijk. Zij kunnen u helpen te bepalen hoe effectief u met anderen omgaat. De rapportage dient gezien te worden als startpunt voor verder zelfonderzoek, wat uiteindelijk kan resulteren in een beter inzicht in hoe om te gaan met anderen.
Results EI
8
14-4-2013
EI-TOTAAL EN EI-FACTOREN
EI Totaal Globale indruk van emotioneel functioneren: het vermogen om in het dagelijks leven informatie omtrent de gevoelens van anderen te begrijpen, verwerken en benutten. laag
Emotioneel bewustzijn Het vermogen om emoties te begrijpen en te uiten en deze in te zetten om zinvolle relaties met anderen op te bouwen en te onderhouden.
laag
Zelfbewustzijn Alg. Tevredenheid Het vermogen om In hoeverre Geeft een indicatie te socialiseren met iemand in staat is van hoe gelukkig, anderen: omgaan externe druk of positief en met, invloed spanning, stress tevreden een uitoefenen op en en impulsen te persoon is: communiceren met beheersen. algehele gevoel anderen spelen van welbevinden. hierbij een rol. Sociaal bewustzijn
Zelfmanagement
laag
gemiddeld
laag
Het is van belang op te merken dat de Totale score minder specifieke informatie weergeeft. Deze score is opgebouwd uit de 4 factor-scores, die een duidelijkere focus aanbrengen en de nog gedetailleerdere facet-scores. Het meetniveau voor de 4 hoofdcategorieën is algemener dan bij de afzonderlijke facetten, maar gedetailleerder dan de totaal gemeten globale Emotionele Intelligentie. De verhouding tussen de verschillende meetniveau's (Totaal-Factor-Facet) kan gezien worden als een algemene indruk versus een diepgaande analyse. Een facet wordt gedetailleerd en derhalve enigszins eenzijdig beschreven. Op Totaal niveau is een beschrijving daarentegen globaal, maar vanuit een breder perspectief gezien.
Results EI
14
14-4-2013
IV Zelfbewustzijn/algemene tevredenheid over het leven. Hoogscoorders denken positief over hun eigen mogelijkheden en laten zich niet snel uit het veld slaan.
Optimisme
Plezier
Zelfbeeld
laag
laag
benedengemidd.
13. Optimisme Het vermogen om naar de zonnige kanten van het leven te kijken en een optimistische positieve houding te houden, volharding in het nastreven van doelen ondanks hindernissen en tegenvallers. Emoties kan men positief inzetten om de eigen capaciteiten te verwezenlijken. Door emoties kan men opgezweept worden tot bijzondere prestaties. Mensen die hoopvol en optimistisch zijn, overwinnen makkelijker emoties als angst en depressiviteit. Met een goed humeur is het denken en voelen positiever. Het leven kent vele obstakels en vaak is er weer een nieuwe heuvel achter de berg die net is beklommen. Als we denken dat de berg niet te beklimmen is, dan draaien we om en gaan we naar huis. Een optimistische blik houdt ons in beweging als een falen en een groot probleem voor de deur staat. Een lage score in optimisme kan een reden zijn om te onderzoeken of u gebeurtenissen door een negatieve bril filtert. Optimisme is niet hetzelfde als positief denken. Optimisme is het geloof dat u zal - of moet - slagen. Terwijl positief denken vaak een techniek is om negatieve gedachten van u weg te houden, zelfs als die gedachten op de realiteit zijn gebaseerd. Optimisme is naast zelfmotivatie de sterkste voorspeller van succes in een zakelijke omgeving en in verkoopcarrières. En het is ook een belangrijk element van charismatisch leiderschap. Echter wishful thinking kan gemakkelijk leiden tot het over het hoofd zien van gevaar en noodsignalen. Mensen met deze vaardigheid stevenen vastberaden op hun doelen af ondanks obstakels en tegenslagen; opereren vanuit hoop op succes en niet vanuit faalangst; beschouwen tegenslagen als het gevolg van hanteerbare omstandigheden en niet als een persoonlijke tekortkoming. Terwijl bij het facet Plezier gemeten wordt in hoeverre een aangename gemoedstoestand op dit moment ervaren wordt, meet Optimisme in hoeverre de toekomst positief tegemoet gezien wordt. Optimisme geeft inzicht in toekomstgerichtheid. Dit facet zien we terug in het dagelijks leven, wanneer gesproken wordt over een persoon die het glas voortdurend ziet als half leeg of juist als half vol. Bij een goede leider is het glas altijd halfvol. Een leider heeft een visie voor de toekomst en heeft ook nagedacht over hoe de visie te realiseren. Een leider scoort hier bovengemiddeld. Toch zal een goede leider zich in zijn optimistische beeld duidelijk baseren op en resoneren met de positieve bijdrage van zijn team. De leider is optimistisch omdat hij vertrouwen heeft in zijn team. 14. Plezier Het vermogen om tevreden te zijn met je leven, om van jezelf en anderen te genieten en plezier te hebben. Plezier geeft inzicht in positieve emotionele toestanden en is gericht op het heden (nu) in plaats van op het verleden of de toekomst. Plezier meet welke gemoedstoestand u momenteel gewoonlijk ervaart. Natuurlijk kunnen er gebeurtenissen zijn die uw geluksgevoel tijdelijk verstoren, maar de vraag is of u van nature vrolijk en tevreden bent of juist meestal een ontevreden en ongelukkig gevoel heeft. Dit wijkt af van Optimisme, waarbij het gaat om uw verwachtingen over de toekomst. Een bovengemiddelde score voor plezier bij een leider kan mogelijk worden uitgelegd als oppervlakkig. Een ondergemiddelde score kan mogelijk als te serieus en te zwaar op de hand
Results EI
16
14-4-2013
III Emotionele Intelligentie (EI) als afzonderlijk construct
Hoewel EI weliswaar is te zien als een stabiel kenmerk, dient het toch los gezien te worden van de persoonlijkheidskenmerken en dient het opgevat te worden als een ’stabiele capaciteit’ in de betekenis van ‘inzicht’. EI kan vergeleken worden met een begrip als ruimtelijk inzicht, waarbij het dan gaat om een stabiele predispositie, vanaf welke basis weliswaar verdere vaardigheidsontwikkeling mogelijk is, maar die toch vooral in aanleg aanwezig is. Voor veel mensen is het mogelijk op grond van cognitieve vaardigheden het ruimtelijk begrip te verhogen, maar mensen die door redeneren ruimtelijk inzicht creëren zijn duidelijk te onderscheiden van hen die een ruimtelijke situatie meteen doorzien. Eerder onderzoek heeft inmiddels voldoende aangetoond dat er in geval van cognitieve capaciteiten (IQ) versus EQ sprake is van verschillende constructen. EI is ook te onderscheiden van het gebied van persoonlijkheidskenmerken en vormt een zelfstandig construct. De correlaties in diverse onderzoeken tussen de gemeten EI en de persoonlijkheidskenmerken (bijvoorbeeld extraversie en neuroticisme, Petrides, 2004) zijn laag genoeg gebleken om de zelfstandigheid van het construct EI ten aanzien van persoonlijkheidskenmerken aan te nemen. Daar staat tegenover dat de correlaties wel dermate hoog zijn dat er enige samenhang tussen de constructen vermoed zou kunnen worden. De samenhang valt echter te verwachten aangezien het construct EI, gemeten als inzicht, een stabiele predispositie bevat. EI is wel een noodzakelijke, maar niet een voldoende voorwaarde voor sociaal succes en welbevinden. Iemand zonder inzicht in emoties van zichzelf en anderen zal nauwelijks sociaal succesvol kunnen zijn of tevreden zijn in hun sociale omgeving. Omgekeerd geldt dat emotioneel intelligent zijn, dus emotioneel inzicht bezitten (het goed in staat zijn om emoties te herkennen, te benoemen en uitdrukking aan te geven) niet er toe hoeft te leiden dat men sociaal succesvol is of tevreden in zijn sociale omgeving. Er zijn kennelijk nog andere vaardigheden nodig om deze predispositie bruikbaar te maken. Uit onderzoeken onder adolescenten blijkt dat EI een opwaartse tendens vertoont met de leeftijd doch de mate van sociaal succes en welbevinden blijkt gelijk. Een toename van EI leidt niet automatisch tot een toename van sociaal succes en welbevinden. Hoewel er wel een verband is tussen emotionele intelligentie als inzicht en sociaal succes en welbevinden is er nog veel onduidelijk. EI is een zeer beperkte voorspeller van sociaal succes. Evenzo twijfelachtig is het of EI valt te verbeteren, wel kan men wellicht leren het steeds beter in te zetten.