Onderzoek naar inzamelstructuren, ontwikkelingen en innovaties in huishoudelijk afvalbeheer Gebaseerd op consultatie van 15 gemeenten
Resultaten onderzoek 1 Juni 2014 Gemeente Amersfoort
Tabel 1
Overzicht inzamelstrategieën laagbouw per gemeente (huidig en ontwikkelingen)
Strategie
Omgekeerd inzamelen Verlagen service en/of capaciteit restafval (bijv. lagere leegfrequentie, kleinere bak) Verhogen service en/of capaciteit te scheiden stromen (bijv. hoge leegfrequentie)
Diftar
Belonen afvalscheiding
Beïnvloedingsmethode Restafval aanbieden Gescheiden aanbieden Bewoners (financieel) onaantrekkelijk maken aantrekkelijk maken prikkelen Apeldoorn, ArnAlmere, Horst aan de hem, Venlo, Zwolle, Maas, Arnhem, ZwolUtrecht, Almere, Alle, Utrecht, Venlo, phen aan den Rijn Apeldoorn Almere, Emmen Horst aan de Maas, Emmen (“Afval Anders”), Alphen aan den Rijn Maastricht, Deventer, Apeldoorn, SittardGeleen, Horst aan de Maas Pijnacker-Nootdorp (“Afval loont”)
Samenvatting Achtergrond De gemeente Amersfoort streeft ernaar de bronscheiding van huishoudelijk afval te verbeteren. In het vastgestelde raadsvoorstel “Uitgangspunten Grondstoffenplan 2014-2020” zijn hiertoe de uitgangspunten neergelegd. Vervolgens is een raadsvoorstel opgesteld voor een nieuwe inzamelstructuur voor afval en grondstoffen. Hiervoor bleek in de raad onvoldoende draagvlak te zijn. De raad heeft verzocht om een nieuw raadsvoorstel en heeft daarvoor enkele randvoorwaarden aangegeven. Twee daarvan betreffen onderzoek te doen naar de ervaringen met betrekking tot afvalinzameling bij vergelijkbare gemeenten en het in kaart brengen van verwachte innovatie en ontwikkelingen binnen de afval- en grondstoffenketen. De resultaten van het onderzoek hiernaar staan in dit rapport.
De ambities en prestaties van gemeenten Landelijke doelstellingen vormen vaak de basis voor doelstellingen op gemeenteniveau. De landelijke doelstellingen zijn 65% afvalscheiding in 2015, oplopend naar 75% in 2020. In het kader van dit onderzoek zijn vijftien gemeenten uitvoerig geconsulteerd over hun afvalbeheer (referentiegroep). Uit de consultatie blijkt dat veel gemeenten hun eigen doelstellingen hebben voor afvalscheiding en restafvalreductie. De huidige prestaties en ambities verschillen sterk per gemeente. Gemiddeld komen deze in de referentie-groep neer op het verhogen van afvalscheiding met ongeveer 15% en een reductie van de hoeveelheid restafval van 45 kilo, te realiseren in de komende drie jaar.
Figuur 1
Figuur 1 Scheidingsprestaties en scheidingsdoelen van gemeenten in de geconsulteerde groep
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
Inzamelsystemen laagbouw Veel gemeenten hanteren inzamelsystemen die vergelijkbaar zijn met die van Amersfoort. Voor hoogbouw en laagbouw worden in vrijwel alle gemeenten verschillende systemen toegepast. Bij laagbouw is de inzameling aan huis van restafval, GFT en papier gebruikelijk. Veel gemeenten willen toe naar een situatie waarin scheiden aantrekkelijk wordt gemaakt en niet scheiden minder. Een aantal gemeenten heeft deze stap al gemaakt. Veel gemeenten doen hiertoe pilots. De verandering die al enkele jaren gaande is, is dat steeds meer gemeenten naast GFT en papier ook kunststof aan huis willen inzamelen. De ervaringen van gemeenten hiermee zijn overwegend positief: extra scheidingsresultaat, kostenreductie en tevreden bewoners. Tegelijkertijd met het aantrekkelijker maken van scheiding, wordt het aanbieden van restafval vaak onaantrekkelijker gemaakt. Dit wordt meestal gedaan door restafval minder frequent of zelfs helemaal niet meer aan huis in te zamelen. De meeste gemeenten kiezen bij laagbouw voor (een variant op) “omgekeerd inzamelen”. Ook worden enkele bijzondere systemen toegepast, zoals “Afval Anders” in Emmen en zeer intensieve aan huis inzameling in Horst aan de Maas. Alphen aan den Rijn begint binnenkort met een PMD+ systeem waarbij ondermeer plastic, metalen en drankenkartons met één inzamelmiddel ingezameld kunnen worden. Vijf gemeenten uit de referentiegroep hanteren een diftar systeem (Maastricht, Sittard-Geleen, Deventer, Apeldoorn en Horst aan de Maas).
juni 2014
3
Inzamelsystemen hoogbouw In vergelijking met de laagbouw is het aantal inzamelvarianten bij de hoogbouw over het algemeen beperkter. Vrijwel alle gemeenten signaleren dat het realiseren van afvalscheiding in de hoogbouw een complex vraagstuk is. De hoogbouwpercentages van de diverse gemeenten lopen uiteen en liggen (bij de gemeenten met meer dan 100.000 inwoners) tussen de 20% en 60%. Sommige gemeenten hebben vrijwel dezelfde voorzieningen voor de hoogbouw als de laagbouw. De gemeenten zamelen afval bij hoogbouw in met zakken, inpandige containers en vaak ook met (ondergrondse) verzamelcontainers. Bij meerdere gemeenten bestaat de behoefte om (met name voor het restafval) het aantal ondergrondse containers uit te breiden. De focus ligt vooral op de inzameling van restafval. Er zijn verschillende afwegingen genoemd om niet gescheiden in te zamelen bij hoogbouw, vaak praktisch van aard: (inpandig) ruimtegebrek, stank, hoge investeringen en lage kosteneffectiviteit. Naast restafval wordt er vaak slechts één andere stroom nabij om in het complex gescheiden ingezameld. Meestal is dit papier en soms plastic. Met name voor plastic is te zien dat gemeenten in toenemende mate ook inzamelvoorzieningen voor plastic creëren. Veel gemeenten zijn huiverig met de inzameling van GFT bij hoogbouw. Met name de diftar gemeenten bieden deze service wel aan. Ook voeren enkele gemeenten momenteel pilots uit met GFT bij hoogbouw.
Innovaties en ontwikkelingen Op tal van vlakken zijn ontwikkelingen gaande in het afvalbeheer. Van veel ontwikkelingen kan op dit moment nog onvoldoende worden aangegeven in hoeverre deze grote consequenties zullen hebben. Hoogwaardige nascheiding van restafval zal op middellange termijn (tot 2020) niet aan de orde zijn. De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat de kosten van nascheiding hoog zijn in vergelijking met verbranden en dat de kwaliteit van de nagescheiden stromen een stuk lager is dan bij bronscheiding. Wel zijn er ontwikkelingen richting hoogwaardige(r) verwerkingstechnieken voor specifieke stromen als GFT (hoogwaardige toepassingen) en plastic (betere sorteertechnieken). Ook experimenteren gemeenten met “nieuw” te scheiden stromen, zoals drankenkartons en metalen, al dan niet via één inzamelmiddel. Om de vaak aanzienlijke ambities van gemeenten te realiseren, is geconstateerd dat alle gemeenten inzetten op verbetering van het scheidingsgedrag van haar bewoners. Veel ontwikkelingen in het vakgebied spelen hierop in, bijvoorbeeld verschuivingen naar inzamelsystemen die scheiding faciliteren, verleiden van bewoners via prijsprikkels of ondersteuning via ICT. Een andere belangrijke constatering is dat afval steeds meer (bestuurlijke) belangstelling geniet en dat afval niet meer als een alleenstaand maar als een ketenvraagstuk wordt gezien. De ontwikkelingen met betrekking tot de circulaire economie spelen hierin een belangrijke rol, maar ook de sterke verwevenheid met de kwaliteit van de openbare ruimte en sociale werkvoorziening.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
Conclusies De afvalprestaties van de gemeente Amersfoort liggen in lijn met landelijke gemiddelden. Veel gemeenten hebben de afgelopen jaren een eerste slag gemaakt in afvalscheiding. Deze eerste slag is veelal gemaakt door te sleutelen aan inzamelsystemen of de introductie van een prijsprikkel. Methoden als “omgekeerd inzamelen” en diftar laten zien dat met een omslag naar een dergelijk systeem (veelal binnen een jaar) een verhoging van de afvalscheiding van ordegrootte 10 tot 20% goed mogelijk is. Op basis van resultaten van andere gemeenten zou kunnen worden geconcludeerd dat een scheidingsresultaat richting 70% ook voor de gemeente Amersfoort haalbaar zou moeten zijn. Om tot een volgende slag te komen (richting volledig afvalloos), is een veel grotere inzet van en samenwerking met bewoners vereist. Veel gemeenten vragen zich af hoe deze interactie vorm gegeven kan worden. Via aanpassingen in het fysieke afvalbeheersysteem - gecombineerd met communicatie- en participatietrajecten – zoeken gemeenten naar mogelijkheden om bewoners tot de gewenste gedragsverandering aan te zetten en te motiveren tot een zeer hoge afvalscheidingsprestatie. Dit is op dit moment een zoektocht voor bijna alle gemeenten. Dat het mogelijk is laat gemeente Horst aan de Maas zien: daar wordt nu al meer dan 95% van het afval gescheiden ingezameld.
juni 2014
5
Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 9 2. Aanpak onderzoek 11 3. Doelstellingen van gemeenten 13 3.1 Landelijke doelstellingen 13 3.2 Gemeentelijke doelen voor Afvalscheiding 13 3.3 Overige doelen van gemeenten 15 4. Huidige prestaties gemeenten 17 4.1 Prestaties op hoofdlijnen 17 4.2 Prestaties per afvalstroom 19 4.3 Financiële prestaties 23
6. Innovaties en ontwikkelingen 35 6.1 Inzameling 35 6.2 Bewerking 41 6.3 ICT 45 6.4 Prikkels voor bewoners 47 6.5 Marktontwikkelingen 49 6.6 Beleidsontwikkelingen 51 7. Aandachtspunten en aanbevelingen
55
8. Conclusies 57
5. Inzamelsystemen in gemeenten 25 5.1 Huidige situatie 25 5.2 Ontwikkelingen in inzamelstructuur 27 5.3 Uitdagingen afvalbeheer komende jaren 31
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
7
1. Inleiding Achtergrond De gemeente Amersfoort streeft ernaar de bronscheiding van huishoudelijk afval te verbeteren. In het op 24 september 2013 vastgesteld raadsvoorstel “Uitgangspunten Grondstoffenplan 2014-2020” zijn hiertoe de uitgangspunten neergelegd voor het afvalbeheer voor de komende jaren: • inzetten op gedragsverandering bij bewoners, • daarbij een hoge service bieden voor gescheiden stromen en een lage service voor restafval, • dit moet 70% afvalscheiding opleveren in 2020 en Amersfoort moet afvalloos zijn in 2030, • hierbij dient een kostenverlaging van 15% te worden gerealiseerd.
1. Intensivering van voorlichting en bewustwording; 2. Stimuleren van initiatieven voor afvalpreventie; 3. Verzamelen van ervaringen en beweegredenen van bewoners via dialogen; 4. Verzamelen van ervaringen en beweegredenen van bewoners en gemeenten via onderzoek (Amersfoortpanel, aanvullend bewonersonderzoek in Amersfoort, landelijk onderzoek).
Vervolgens is een raadsvoorstel opgesteld voor een nieuwe inzamelstructuur voor afval en grondstoffen voor de gemeente Amersfoort. Op 14 januari 2014 bleek er onvoldoende steun te zijn voor dit raadsvoorstel. In de raadsinformatiebrief van 17 januari 2014 is daarom een aanpak geschetst om, rekening houdend met de wensen van de raad (de dialoog aan te gaan met de stad en investeren in voorlichting), in de zomer van 2014 te komen tot een nieuw raadsvoorstel. Het gesprek met de stad en het vergaren van informatie bestaat uit vier onderdelen:
Onderzoek naar praktijkervaringen en verwachte innovaties Half april 2014 heeft de gemeente Amersfoort Royal HaskoningDHV opdracht gegeven om onderdeel 4 uit te voeren. Royal HaskoningDHV levert de resultaten op in twee rapporten: 1. Rapport 1: resultaten van het onderzoek naar de ervaringen met betrekking tot afvalinzameling bij vergelijkbare gemeenten en verwachte innovatie binnen de afval- en grondstoffenketen. 2. Rapport 2: resultaten consultatie bewoners binnenstad Amersfoort.
In de op 4 maart aangenomen motie “Invulling kaders nieuw systeem afvalinzameling”, en als aanvulling daarop de beantwoording van de feitelijke vraag van GroenLinks, is verder afgekaderd hoe de raadsinformatiebrief geschetste aanpak uitgevoerd dient te worden.
Doelstelling De resultaten van het onderzoek moeten de basis vormen voor de besluitvorming binnen de gemeente Amersfoort rondom een nieuwe inzamelstructuur voor afval en grondstoffen voor de periode 2014 - 2020. Scope Dit rapport behelst een beschrijving van de resultaten van dit onderzoek. Een advies naar hoe de gemeente Amersfoort haar afvalbeheer zou moeten of kunnen inrichten maakt geen deel uit van dit onderzoek. In het kader van het onderzoek ligt de focus op “fijn afval” (afval dat in de stad wordt ingezameld). Grof vuil inzameling maakt slechts beperkt deel uit van dit onderzoek.
Dit rapport betreft rapport 1.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
9
Tabel 2.1 Overzicht van geconsulteerde gemeenten
Naam gemeente
Argumentatie keuze voor deze gemeente
Maastricht
Best scheidende diftar gemeente (68%) in referentiegroep
Venlo
Best scheidende niet diftar gemeente (65%) in referentiegroep
Sittard-Geleen
Goed scheidende diftar gemeente (64%) in referentiegroep
Apeldoorn
Goed scheidende diftar gemeente (62%) in referentiegroep
Eindhoven
Goed scheidende grote gemeente zonder diftar in referentiegroep
Deventer
Heeft in 2013 scheidingsresultaat met 15% (‘procentpunt’) verbeterd
Almere
Heeft ambitie om in 2020 restafval te beperken tot 50 kg/inw
Zwolle
ROVA gemeente; voert diverse pilots uit met inzamelsystemen
Utrecht
Gemeente in provincie Utrecht; voert diverse pilots uit
Arnhem
Bewoners hebben gekozen voor systeem “omgekeerd inzamelen”
Den Bosch
Zamelt veel tuinafval in, maar geen GFT
Groningen
Veel ervaring met ondergrondse containers en nascheiding restafval
Alphen aan den Rijn
Wil experimenteren met PMD+ systeem
Pijnacker-Nootdorp
Had beloningssysteem voor gescheiden brengen van 4 afvalstromen
Horst aan de Maas
Gemeente in NL met minste restafval (ca 20 kg/inw)
Figuur 2.1 Ontwikkelingen in afvalbeheer
2. Aanpak onderzoek De aanpak van dit onderzoek kent vier stappen: 1. Samenstellen referentiegroep en benchmarken resultaten binnen deze groep; 2. Selecteren van 15 interessante gemeenten en deze nader consulteren; 3. Inzichtelijk maken van trends, ontwikkelingen en innovaties in het afvalbeheer; 4. Rapporteren van de bevindingen. 1. Benchmark met vergelijkbare gemeenten in startdocument Om de huidige inzamelstructuren en ontwikkelingen daarin goed in beeld te brengen, is allereerst een referentiegroep samengesteld met gemeenten die op basis van twee criteria vergelijkbaar zijn met Amersfoort. Van deze gemeenten zijn enkele belangrijke kenmerken met betrekking tot afvalbeheer in beeld gebracht (scheidingsresultaat, inzamelsystemen en ingezamelde hoeveelheden). De twee gebruikte selectiecriteria zijn: 1. Stedelijkheidsklasse: De gemeente Amersfoort heeft stedelijkheidsklasse 2. Om te komen tot een goede referentiegroep worden gemeenten beschouwd uit dezelfde stedelijkheidsklasse en daarnaast één klasse hoger en één lager. 2. Inwoneraantal: De gemeente Amersfoort heeft ruim 150.000 inwoners. Binnen de referentiegroep van gemeenten met stedelijkheidsklasse 1, 2 en 3 worden gemeenten meegenomen die maxi-
maal grofweg 50.000 inwoners meer of minder hebben dan de gemeente Amersfoort. In de referentiegroep zitten dus gemeenten met ongeveer 100.000 tot 200.000 inwoners. De referentiegroep bevat 25 gemeenten. De belangrijkste kenmerken en prestaties van deze groep zijn uitgebreid beschreven in het startdocument dat Royal HaskoningDHV in het kader van deze opdracht eind april heeft opgeleverd. 2. Consultatie 15 interessante gemeenten Uit de hierboven genoemde referentiegroep is een selectie gemaakt van gemeenten die - nog meer dan de andere - interessant zijn om nader te onderzoeken. Gemeenten die interessant zijn, kunnen bijvoorbeeld goed presteren binnen de referentiegroep of bijzondere inzamelsystemen hanteren. Naast de gemeenten uit de referentiegroep zijn ook enkele “bijzondere” gemeenten geselecteerd. De systematiek die deze gemeenten hanteren, zou ook interessant kunnen zijn voor de gemeente Amersfoort. In onderstaande tabel staan de gemeenten waarvan de aanpak voor afvalbeheer nader is onderzocht. Ook is aangegeven waarom voor een specifieke gemeente is gekozen. Van deze groep zijn de afvalprestaties in beeld gebracht (zie hoofdstuk 4). Deze gemeenten zijn uitgebreid telefonisch geconsulteerd (interview van circa één tot anderhalf uur). Ook is van deze gemeenten achtergrondinformatie verzameld.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
3. Overzicht trends, ontwikkelingen en innovaties Om een keuze te kunnen maken voor een inzamelstructuur, moet rekening worden gehouden met waarschijnlijke toekomstige ontwikkelingen. Daarom zijn trends, ontwikkelingen en innovaties in afvalbeheer en inzamelstructuren in kaart gebracht. Hierbij zijn diverse aspecten in kaart gebracht (zie figuur 2.1). Ontwikkelingen in deze aspecten tezamen zullen naar verwachting de komende jaren een grote impact hebben op de wijze waarop het afvalbeheer in gemeenten zal worden ingericht. Trends, ontwikkelingen en innovaties zijn op basis van vier bronnen in kaart gebracht: 1. Informatie verzameld via de consultatie van gemeenten. 2. Achtergrondinformatie (rapporten en andere documenten) van de geconsulteerde gemeenten. 3. Informatie uit eerder door RHDHV uitgevoerde projecten. 4. Aanvullend bureauonderzoek naar trends, ontwikkelingen en innovaties. 4. Bevindingen in dit rapport In dit rapport staan de bevindingen van de hiervoor genoemde onderzoeken. De bevindingen betreffen een (feitelijke) beschrijving van de resultaten en de conclusies die daaruit getrokken kunnen worden.
juni 2014
11
Tabel 3.1 Overzicht prestaties en doelen gemeenten afvalscheiding en restafval
Naam gemeente
Scheidingspercentage 2013/2014
Scheidingspercentage doel
Hoeveelheid 2013/2014 (in kg restafval/inw)
Hoeveelheid doel (in kg restafval/inw)
Jaartal realisatie doel
Maastricht
68%
70%
144
?
?
Venlo
69%
?
148
100
2016
Sittard-Geleen
64%
75%
Landelijk
Landelijk
Landelijk
Apeldoorn
64%
?
145
?
?
Emmen
54%
65%
260
?
2015
Deventer
68%
n.t.b.
114
150
2014
Almere
56%
90%
195
50
2020
Zwolle
45%
60%
230
183
2015
Utrecht
43%
n.t.b.
214
Ntb
Ntb
Arnhem
44%
52%
246
209
2016
Den Bosch
53%
?
215
150
2017
Groningen
53% (nascheiding)
?
219
?
2015
Alphen aan den Rijn
47%
60%
245
190
2015
Pijnacker-Nootdorp
49%
75%
225
100
2020
Horst aan de Maas
90%
100%
22
?
?
Gemiddelde
58%
72%
179
135
2016
Amersfoort
51%
70%
223
Ca 140 kg
2020
3. Doelstellingen van gemeenten 3.1 Landelijke doelstellingen Landelijke doelstellingen vormen vaak de basis voor doelstellingen op gemeenteniveau. De doelstellingen van de Rijksoverheid met betrekking tot afvalbeheer zijn te vinden in het Landelijk AfvalbeheerPlan (LAP2), de Afvalbrief van staatssecretaris Atsma uit 2011 en de VANG-brief van staatssecretaris Mansveld uit 2014. In deze laatste brief staat dat het kabinet de ambitie heeft om te komen tot 75% scheiding van huishoudelijk afval in 2020 (voor alle gemeenten gezamenlijk) en uiteindelijk (op langere termijn) zelfs richting 100%.
Uit het verschil tussen de huidige praktijk (anno 2012 wordt, gemiddeld over alle Nederlandse gemeenten, ruim 50% scheiding gerealiseerd) en de doelstellingen (65% in 2015 en 75% in 2020) blijkt dat er op korte termijn veel moet gebeuren. Uit figuur 3.1 blijkt dat dit geen gemakkelijke opgave zal zijn: De afgelopen jaren ligt het scheidingspercentage zowel gemiddeld in Nederland als in Amersfoort rond de 50%. Er zal een transitie moeten plaatsvinden om de sprong naar 65% te maken in 2015 en naar 75% in 2020. Dit betekent automatisch de introductie van nieuwe innovatieve manieren van inzamelen en een andere benadering van het afvalvraagstuk.
Figuur 3.1
Figuur 3.1 Scheidingspercentages huishoudelijk afval in NL en Amersfoort en doelstellingen 2015 en 2020
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
3.2 Gemeentelijke Doelen voor afvalscheiding Veel gemeenten hebben in hun eigen beleid invulling gegeven aan de landelijke doelstellingen. In tabel 3.1 staat een overzicht van de doelstellingen die de gemeenten hanteren die in het kader van dit onderzoek geconsulteerd zijn. Belangrijke referentiepunten voor de gemeenten om hun doelstellingen te bepalen zijn de landelijk gemiddelden en hoe zij als gemeente presteren ten opzichte van andere gemeenten (in hun stedelijkheidsklasse). De gemeenten Maastricht, Apeldoorn en Venlo presteren zeer goed, met een scheidingspercentage hoger dan 64%. Dit percentage is slechts één benchmark. Deze drie gemeenten geven tegelijkertijd aan dat gemeten hoeveelheid restafval per inwoner per jaar belangrijker is. Hieronder een klein overzicht. Uit de consultatie is gebleken dat sommige gemeenten een scheidingsdoel hebben en andere een doel met betrekking tot de maximale hoeveelheid restafval. Niet van alle gemeenten hebben we de doelstellingen kunnen achterhalen. Uit de tabel kan geconcludeerd worden dat gemeenten de komende jaren een slag willen maken met betrekking tot verhoging van afvalscheiding: van 58% naar 72%. Dit moet gerealiseerd worden in (gemiddeld) 2016. De consequenties voor restafval zijn dat de hoeveelheid per inwoner moet dalen van (gemiddeld) 179 kg in 2013/2014 naar 135 kg in 2016.
juni 2014
13
Tabel 3.2 Doelstellingen per stroom Arnhem
Tabel 3.3 Doelstellingen Alphen aan den Rijn
Arnhem
Realisatie in 2011
Doelstelling 2016
Doelstelling 2020
Restafval
247
209
163
Grofvuil
57
54
49
GFT
60
65
74
Oud papier
42
57
70
Kunststof
5
13
22
Glas
19
21
23
Overige
120
123
130
Hergebruik %
44%
52%
60%
Alphen ad Rijn
Doelstelling 2015
Restafval
daling van 13 % van het restafval
Grofvuil
teruggang van 15 % grof restafval
GFT
inzamelen van 25 % meer GFT-afval
Oud papier
inzamelen van 20 kg meer oud papier
Kunststof
inzamelen van 5 kg per inwoner
Kringloopgoederen
inzamelen van 5 kg per inwoner
3.3 Overige doelen van gemeenten Naast doelen op gebied van scheiding en restafvalhoeveelheid hebben gemeenten ook andere doelen wat afvalbeheer betreft. Uit de consultatie is naar voren gekomen dat deze doelen betrekking hebben op: - Doelstellingen in breder kader - Doelstellingen per specifieke afvalstroom - Financiële doelstellingen - Service doelstellingen - Doelstellingen in relatie tot andere beleidsterreinen Doelstellingen in breder kader Gemeente Zwolle, Apeldoorn en Sittard-Geleen plaatsen expliciet afvalbeheer in een groter kader van circulaire economie en het terugwinnen van grondstoffen. Doelstellingen per specifieke afvalstroom Sommige gemeenten hebben ook doelstellingen per afvalstroom benoemd. De gemeente Venlo wil bijvoorbeeld vanaf 2019 20 kg elektrische apparatuur per huishouden per jaar inzamelen. Dit sluit aan bij landelijke doelstellingen. Ook Arnhem en Alphen aan den Rijn hanteren doelstellingen per afvalstroom. Deze dienen ter ondersteuning van de hoofddoelstellingen. Financiële doelstellingen Gemeenten hebben ook financiële doelstellingen. De gemeente Apeldoorn geeft aan dat voor haar de randvoorwaarde is dat het afvalbeheer niet duurder wordt. De gemeente Maastricht heeft kostenverlaging op de zakken voor restafval kunnen doorvoeren dankzij efficiency-winst. Andere financiële doelstelling is het afsluiten van gunstige contracten met afvalverwerkers. Dit is o.a. belangrijk voor Sittard-Geleen die samen met andere gemeenten in de regio aanbestedingen uitzet.
Service doelstellingen Verder hebben de gemeenten enkele servicegerelateerde doestellingen benoemd. Deze doelstellingen zijn vaak gekoppeld aan het tevredenheidsonderzoek dat (meestal tweejaarlijks) wordt uitgevoerd per gemeente. Apeldoorn heeft als minimum vereiste een rapportcijfer 7 en ook de gemeente Maastricht probeert haar hoge score te handhaven. Gemeente Utrecht wil met het nieuwe inzamelen vooral inzetten op een serviceverbetering tegen gelijke kosten. Door grondstoffen een hoge service te geven moet de inzameling hiervan eenvoudiger en beter gewaardeerd worden door de inwoners. Arnhem heeft de algemene doelstelling om het serviceniveau te verbeteren. Doelstellingen in relatie tot andere beleidsterreinen Tot slot raakt ‘afval’ ook aan andere doelstellingen van de gemeente. Een voorbeeld hiervan is de kwaliteit van de openbare ruimte. Op dit onderwerp komen de gemeentelijke ambities rondom beeldkwaliteit, duurzaamheid, kostenreductie, integraal werken, de rol van de regisserende gemeente en regionale samenwerking samen.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
15
Figuur 4.1 Scheidings-percentage totaal
Figuur 4.3 Scheidings-percentage grof afval
Figuur 4.2 Scheidings-percentage fijn afval
Figuur 4.4 Totale hoeveelheid afval (in kg per inwoner per jaar)
4. Huidige prestaties gemeenten Op basis van CBS gegevens uit 2012 zijn de afvalbeheer prestaties van de gemeenten in de referentiegroep in beeld gebracht. De volgende prestaties worden per paragraaf in dit hoofdstuk beschreven: 4.1 Prestaties van gemeenten op hoofdlijnen 4.2 Prestaties per (gescheiden) afvalstroom 4.3 Financiële prestaties Uit de consultatie is naar voren gekomen dat sommige gemeenten sinds 2013 een behoorlijke slag hebben gemaakt, ondermeer door wijziging van de inzamelstructuur. Dit geldt bijvoorbeeld voor de gemeenten Deventer en Almere.
4.1 Prestaties op hoofdlijnen Scheidingsprestaties In de grafieken op pagina 16 zijn van de referentiegemeenten en van Amersfoort de scheidingsprestaties weergegeven voor het totaal aan afval, fijn afval en grof afval. De cijfers hebben betrekking op 2012. Uit Figuur 4.1 blijkt dat alleen Horst aan de Maas al de doelstellingen haalt die Amersfoort zichzelf stelt (meer dan 70% scheiding in 2020). Ook blijkt uit de figuur dat de gemeenten met een diftar systeem (groene gemeenten) tot de best scheidende gemeenten behoren. Evenzo scoren enkele gemeenten zonder diftar systeem, zoals Venlo en Emmen goed. De slechtst scheidende gemeenten (Utrecht en Groningen) hebben stedelijkheidsklasse 1 en hebben het hoogste hoogbouwpercentage van de referentiegroep. Sommige gemeenten hebben sinds 2012 in één jaar tijd een behoorlijke slag gemaakt naar een hoger scheidingspercentage (Deventer van 53% naar 58% en Almere van 50% naar 56%). Hierop wordt later in het rapport dieper ingegaan. Figuur 4.2 laat zien dat de scheidingspercentages tussen de best (Horst aan de Maas met 91%) en slechtst scheidende gemeente (Utrecht met 27%) meer dan een factor 3 uit elkaar liggen. Amersfoort scoort met 40% scheiding gemiddeld in de referentiegroep. De slechtst scheidende gemeente Utrecht heeft een stedelijkheidsklasse 1 en het hoogste hoogbouwpercentage van de referentiegroep.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
De scheidingspercentages voor grof afval liggen een stuk dichter bij elkaar dan voor fijn afval (zie Figuur 4.3). Dit komt voor een groot deel doordat de gemeenten hier meer grip op hebben, ondermeer via de inrichting van de milieustraat(en). Ook hier is te zien dat gemeenten met diftar beter scoren, al liggen de resultaten erg dicht bij elkaar. Dit komt mogelijk doordat het aanbod kleiner is, omdat voor aanlevering van grof afval op milieustraten betaald moet worden. Amersfoort scoort met 76% scheiding gemiddeld in de referentiegroep. Totale hoeveelheid afval In Figuur 4.4 is de totale hoeveelheid afval per gemeente weergegeven. Deze ligt tussen de circa 400 en 670 kg per inwoner per jaar. De hoeveelheid aangeboden afval in Amersfoort is de op twee na hoogste in de referentiegroep. De hoeveelheid fijn afval per inwoner vertoont tussen de gemeenten relatief weinig verschil. Alleen de gemeente Horst aan de Maas vormt hierop een uitzondering. Amersfoort scoort met 378 kg gemiddeld. De hoeveelheid grof afval verschilt veel meer: van 59 kg (Pijnacker-Nootdorp) tot 159 kg (Amersfoort) en zelfs 444 kg in Horst aan de Maas.
juni 2014
17
Figuur 4.5 Hoeveelheid restafval (in kg per inwoner per jaar)
Figuur 4.6 Hoeveelheid GFT (in kg per inwoner per jaar)
Figuur 4.7 Hoeveelheid oud papier en karton (in kg per inwoner per jaar)
4.2 Prestaties per afvalstroom 4.2.1 Hoeveelheid restafval De hoeveelheid restafval per inwoner in de referentiegroep ligt tussen de 21 en 260 kg per inwoner per jaar. Het enorme verschil wordt vooral veroorzaakt door de zeer goed scheidende gemeente Horst aan de Maas (de gemeente in Nederland met het minste restafval). Vooral de diftar gemeenten scoren alle laag. De gemiddelde hoeveelheid restafval bedraagt 209 kg/ inw. De hoeveelheid in Amersfoort is met 223 kg/inw iets bovengemiddeld.
4.2.2 Hoeveelheid GFT De hoeveelheid gescheiden ingezameld GFT varieert sterk per gemeente: van 32 kg per inwoner in Utrecht tot 145 kg in Emmen. In de gemeente Den Bosch wordt vrijwel nergens GFT aan huis ingezameld (alleen in kleine kernen). Wel wordt daar veel tuinafval ingezameld (77 kg per inwoner). In Horst aan de Maas wordt alleen keukenafval opgehaald (GF-fractie). Het tuinafval (Tfractie) wordt via bladkorven opgehaald (385 kg/inw per jaar). Er zijn verschillende oorzaken die bepalend zijn voor het scheidingsresultaat. Een belangrijke oorzaak is het percentage hoogbouw en de grootte van de tuinen in de laagbouw. In gemeenten met hoge hoogbouwpercentages en hoge stedelijkheidsklasse is het inzamelresultaat over het algemeen lager. Voorbeelden zijn Utrecht en Groningen. Gemeenten met een diftar systeem scoren over het algemeen iets beter op GFT. Een belangrijk onderscheid is echter wel te maken in diftar gemeenten waar GFT gratis kan worden aangeboden (zoals in Apeldoorn) en waarvoor voor het aanbieden van GFT betaald moet worden. De gemeente Amersfoort scoort met 70 kg per inwoner per jaar gemiddeld. Uit de resultaten van de sorteeranalyse blijkt dat er nog 54 kg GFT in het restafval zit. Er is dus nog potentieel voor Amersfoort om de GFT-scheiding te optimaliseren.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
4.2.3 Hoeveelheid oud papier en karton De gemiddelde ingezamelde hoeveelheid papier per inwoner binnen de groep geconsulteerde gemeenten ligt op 64 kg. Vooral de diftar gemeenten scoren goed op de hoeveelheid gescheiden ingezameld oud papier en karton (groen in figuur). Ook is te zien dat in gemeenten waarbij papier bij laagbouw aan huis wordt ingezameld meer per inwoner oplevert dan gemeenten waar alleen met verzamelcontainers wordt ingezameld (Groningen, Arnhem en Utrecht). In Pijnacker-Nootdorp (ook verzamelcontainers) liep in 2012 de proef “Afval loont” waarbij bewoners betaald kregen voor het aanleveren van papier. Dit zorgde voor een toename van ca. 10 kg per inwoner per jaar. De gemeente Amersfoort scoort met 54 kg per inwoner iets onder het groepgemiddelde. Als de diftar gemeenten buiten beschouwing worden gelaten, scoort Amersfoort gemiddeld. Uit de resultaten van de sorteeranalyse blijkt dat er nog 33 kg papier in het restafval zit. Er is dus nog potentieel voor Amersfoort om papierscheiding te verbeteren.
juni 2014
19
Figuur 4.8 Hoeveelheid kunststof (in kg per inwoner)
Figuur 4.9 Hoeveelheid glas (in kg per inwoner)
4.2.4 Hoeveelheid kunststof De kunststofinzameling is in veel gemeenten pas in 2010 opgestart. Het gescheiden inzamelen van kunststof is daarmee een relatief nieuwe ontwikkeling voor burgers en gemeenten. Het belang van het scheiden van kunststof van ander huishoudelijk afval begint door te dringen. Veel gemeenten zijn nog zoekende naar de beste manier van inzamelen van deze soort afval. Hierin zijn veel ontwikkelingen gaande. De meeste gemeenten zijn begonnen met bovenof ondergrondse verzamelcontainers. Resultaten tot op heden hebben uitgewezen dat met huis aan huis inzameling significant betere resultaten worden bereikt. Onder andere de resultaten in Horst aan de Maas (zak), Venlo (duobak voor restafval en plastic), Sittard-Geleen (zak) en Almere (minicontainer) laten dat zien. Ook blijkt kunststofinzameling de hoeveelheid restafval stevig te kunnen verminderen, omdat dit een volumineuze stroom is. Dit maakt dat ook in diftar gemeenten goede resultaten worden geboekt. In Groningen wordt kunststof via nascheiding uit het restafval gesorteerd. Dit levert een nagescheiden hoeveelheid kunststof op van ongeveer 12 kg per inwoner.
4.2.5 Hoeveelheid glas Alle gemeenten maken voor de inzameling van verpakkingsglas gebruik van verzamelcontainers. Gemiddeld wordt 23 kg per inwoner ingezameld. Ten opzichte van de andere stromen is de spreiding in het resultaat relatief beperkt (tussen 14 en 32 kg). De mate van stedelijkheid lijkt relatief weinig invloed te hebben op de grootte van de afvalstroom. De gemeenten met een diftarsysteem zamelen een bovengemiddelde hoeveelheid glas in per inwoner. Veel gemeenten, die door Royal HaskoningDHV in een eerder stadium werden geconsulteerd, hebben aangegeven dat er een mate van vervuiling in de gegevens voor glas zit. Dit komt doordat de horeca ook vaak gebruik maakt van de openbare glas verzamelcontainers. In gemeenten met een relatief sterke horeca sector, kan dit een bovengemiddeld resultaat mede verklaren.
4.2.6 Hoeveelheid textiel De hoeveelheden gescheiden ingezameld textiel verschillen relatief sterk. Dit komt waarschijnlijk mede vanwege de veelheid aan partijen (liefdadigheidsinstellingen) die hierbij betrokken zijn en de wijze van registratie. De absolute hoeveelheid - en daarmee de bijdrage aan de vermindering van het overblijvende restafval - is echter beperkt. Toch is het een soort afval waar vrij veel aandacht aan wordt besteed. Tot nu toe was de gescheiden inzameling sterk gericht op herbruikbare kleding. Naarmate er meer mogelijkheden voor recycling tot op vezelniveau toe ontstaan, en er meer informatie beschikbaar komt over de sociale - en milieueffecten in de textielketen, wordt er meer aandacht aan scheiding besteed. Deze vorm is echter nog niet in de cijfers van 2012 te zien.
Figuur 4.10 Hoeveelheid textiel (in kg per inwoner)
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
21
Figuur 4.12 & 4.13 Gemiddelde afvalstoffenheffing per huishouden en inwoner in 2012 (bron: CBS)
4.3 Financiële prestaties Type afvalstoffenheffing Uit figuur 4.11 blijkt dat de meeste gemeenten in de referentiegroep (59%) de afvalstoffenheffing baseren op het aantal personen waaruit een huishouden bestaat. 27% van de gemeenten uit de referentiegroep hanteert een sterkere mate van kostendifferentiatie: een diftar systeem. Het gaat hierbij om vier type diftar systemen. Het meest toegepaste systeem is het systeem gebaseerd op “volume”. Hierbij gaat het alleen om de grootte van de restafval container: bij een grotere container moet er een hoger tarief worden betaald. Ook combinatiesystemen komen voor. Sinds 2013 past Deventer ook een diftar systeem toe. Dit is nog niet in de bovenstaande figuur verwerkt. Hoogte afvalstoffenheffing In figuren 4.12 en 4.13 is de hoogte van de afvalstoffenheffing weergegeven (peiljaar 2012). Uit figuur 4.12 blijkt dat de hoogte van de afvalstoffenheffing behoorlijk verschilt per gemeente. Bij de meeste gemeenten ligt het tarief per gemiddeld huishouden ordegrootte tussen de € 200,- en € 250,per jaar. Het verschil tussen het laagste tarief (Horst aan de Maas) en het hoogste tarief (Almere) is ongeveer 100%. Het gemiddelde is € 224,-. Het gemiddelde tarief in Amersfoort ligt met € 196,- ruim 10% lager. Per inwoner bezien ligt het tarief gemiddeld op € 107,- per inwoner per jaar. Ook hier zit Amersfoort met € 86,ruim onder.
Figuur 4.11 Type afvalstoffenheffing van gemeenten in referentiegroep in 2013
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
23
5. Inzamelsystemen in gemeenten 5.1 Huidige situatie 5.1.1. Inzamelsystemen laagbouw Omgekeerd inzamelen Meerdere gemeenten hebben gekozen voor inzamelsystemen voor de laagbouw gebaseerd op het principe “omgekeerd inzamelen” en zijn bezig met de implementatie of hebben die inmiddels afgerond. Dit geldt bijvoorbeeld voor de gemeenten Zwolle en Almere. Enkele gemeenten voeren hier op dit moment pilots mee uit, waaronder Utrecht en Apeldoorn. In laatstgenoemde gemeente bleek in de raad onvoldoende draagvlak te zijn om omgekeerd inzamelen direct gemeentebreed in te voeren. Sommige gemeenten proberen hier met hun huidige afvalsysteem op voor te sorteren. Een goed voorbeeld hiervan is de gemeente Zwolle. Zij heeft drie containers aan huis, namelijk een grijze, groene en blauwe. De grijze container wordt in de nieuwe situatie van omgekeerd inzamelen voortaan gebruikt voor het plastic. Venlo wil een soortgelijke overgang maken. Deze gemeente heeft gekozen voor duobakken voor de laagbouw, waarmee sinds 2010 plastic en restafval wordt opgehaald. In 2016 wil zij overgaan op omgekeerd inzamelen. Dit betekent dat de duobak later alleen nog voor plastic en blik wordt ingezet. Hiermee zal in de tweede helft van 2014 een proef worden gedaan.
Inzamelen in het buitengebied De gemeente Venlo bestaat uit meerdere kleine kernen met relatief grote buitengebieden. Het op peil houden van het voorzieningenniveau is hierdoor niet altijd even gemakkelijk. In verband met de loopafstand zullen er in Venlo in totaal 150 extra ondergrondse containers worden bijgeplaatst. De gemeente Pijnacker-Nootdorp ziet ook een probleem ontstaan met omgekeerd inzamelen in haar buitengebied. Een andere oplossing in het buitengebied is een vierde container (voor plastic). Hiervoor heeft o.a. de gemeente Apeldoorn gekozen. De gemeente Zwolle zag hier juist weer van af, omdat de vierde container in haar ogen weer teveel ruimte in beslag nam. De gemeente Den Bosch voert hier op dit moment een pilot mee uit. Afwijkende inzamelsystemen De gemeente Den Bosch kiest voor huis-aan-huis inzameling van papier middels een minicontainer of speciaal papierkratje dat vierwekelijks wordt opgehaald. In Den Bosch wordt met de ‘groene’ minicontainer geen GFT opgehaald, maar slechts de ‘T’: het tuinafval. Het groente- en fruitafval dient gewoon in de minicontainer van het restafval te worden te worden gedeponeerd. Horst aan de Maas is de best scheidende gemeente in Nederland en heeft en uniek inzamelsysteem. Veel te scheiden stromen worden aan huis opgehaald (o.a.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
voedselafval, luiers, plastic, blik, drankenkartons, papier, metalen) Ook Horst aan de Maas zamelt ‘GF’ en ‘T’ niet gezamenlijk in, maar houdt tuinafval en keukenafval apart. Hier mogen ook luiers bij. Tuinafval wordt ingezameld in korven (1.200 stuks in de gemeente) en verwerkt tot groencompost. Keukenafval wordt twee keer per week aan huis ingezameld in kleine emmers (10 of 25 liter). Het keukenafval wordt vergist - wat biogas oplevert – en nagecomposteerd. In Emmen (en Hoogeveen en Coevorden) wordt met de methodiek “Afval Anders” geëxperimenteerd. Bij Afval Anders ontvangen inwoners een derde container voor het aan huis scheiden van plastic verpakkingen. Tevens verandert de inzamelfrequentie voor restafval, GFT-afval en kunststofverpakkingen van eens per twee naar eens per drie weken. Op verzoek wordt gratis een tweede gft-container verstrekt. Ook wordt bij Afval Anders in de winkelcentra een sorteerstraat aangelegd. Deze ‘straat’ bestaat uit ondergrondse containers voor glas, papier, kunststofverpakkingen en textiel. Daarnaast is er een recyclezuil voor batterijen, spaarlampen, inktcartridges, cd’s/dvd’s, kleine elektrische apparaten en (mobiele) telefoons. In Groningen wordt kunststof niet gescheiden ingezameld. Bij Attéro wordt het kunststof nagescheiden uit het Groningse restafval. Het resultaat (2013) bedroeg 12 kg per huishouden.
juni 2014
25
Tabel 5.1
Overzicht inzamelstrategieën in de huidige en toekomstige situatie
Strategie Omgekeerd inzamelen
Verlagen service en/of capaciteit restafval (bijv. lagere leegfrequentie, kleinere bak) Verhogen service en/of capaciteit te scheiden stromen (bijv. hoge leegfrequentie) Diftar
Beïnvloedingsmethode Restafval aanbieden onaan- Gescheiden aanbieden aantrekkelijk maken trekkelijk maken Apeldoorn, Arnhem, Venlo, Almere, Zwolle, Utrecht, Almere, Horst aan de Maas, ArnAlphen aan den Rijn hem, Zwolle, Utrecht, Venlo, Apeldoorn
Bewoners (financieel) prikkelen
Almere, Emmen
Horst aan de Maas, Emmen, Alphen aan den Rijn
Maastricht, Deventer, Apeldoorn, SittardGeleen, Horst aan de Maas
Belonen afvalscheiding
Pijnacker-Nootdorp
5.1.2 Inzamelsystemen hoogbouw In vergelijking met de laagbouw is het aantal inzamelvarianten bij de hoogbouw over het algemeen beperkter. Ook signaleren vrijwel alle gemeenten dat het realiseren van afvalscheiding in de hoogbouw een complex vraagstuk is. Sommige gemeenten, zoals Maastricht, hebben vrijwel dezelfde voorzieningen voor de hoogbouw als de laagbouw. Gescheiden fracties kunnen daar naar de ca 60 milieuperrons worden gebracht. Daar kunnen papier en karton, wit en bont glas, kunststof verpakkingen, blik en drankkartons worden aangeboden. De hoogbouwpercentages van de diverse gemeenten lopen uiteen en liggen (bij de gemeenten met meer dan 100.000 inwoners) tussen de 25% (in Apeldoorn) en 60% (Maastricht). De gemeenten zamelen afval bij hoogbouw in met zakken, inpandige containers en vaak ook met (ondergrondse) verzamelcontainers. Bij meerdere gemeenten bestaat de behoefte om (met name voor het restafval) het aantal ondergrondse containers uit te breiden. Argumentatie om (niet) te scheiden bij hoogbouw De mogelijkheden om verschillende afvalstromen gescheiden aan te bieden zijn vaak beperkt. Naast het restafval lijkt er over het algemeen te worden gekozen voor één andere afvalstroom nabij de hoogbouwwoningen. In Venlo zijn bijvoorbeeld ook ondergrondse containers voor plastic geplaatst en in de gemeente Zwolle is dit gedaan voor papier. Utrecht kiest voor de combinatie van papier en plastic. Andere afwegingen om niet gescheiden in te zamelen zijn vaak praktisch van aard. Er is sprake van inpandig ruimtegebrek, stank, hoge investeringen om de benodigde inzamelvoorzieningen aan te brengen en onvoldoende zicht op kosteneffectiviteit.
GFT bij hoogbouw In Nijmegen, Maastricht, Apeldoorn en Deventer is ook gekozen om GFT bij hoogbouw in te zamelen. In Apeldoorn en Deventer kunnen hoogbouwbewoners met voldoende ruimte een GFT minicontainer krijgen. Ook kan daar een GFT container in een gezamenlijke ruimte worden geplaatst. In Maastricht hebben hoogbouwbewoners een 25 liter GFT-emmer die wekelijks wordt geleegd. In Nijmegen staan verzamelcontainers. Vanwege diftar hebben bewoners in deze gemeenten ook een financiële prikkel om te scheiden (GFT aanbieden is gratis). De andere gemeenten hebben juist afgezien van GFT inzameling bij de hoogbouw, vaak omdat de verwachte opbrengst en kwaliteit van het GFT niet opweegt tegen de benodigde investeringen of exploitatiekosten. Omdat GFT in vrijwel alle gemeenten een groot aandeel in het restafval vormt, zal op termijn gescheiden GFT inzameling wel noodzakelijk zijn om de doelstellingen (zie H3) te halen. Enkele gemeenten (waaronder Almere) denken daarom na hoe GFT inzameling wel gebruiksvriendelijk en kosteneffectief in de hoogbouw kan plaatsvinden.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
5.2 Ontwikkelingen in inzamelstructuur 5.2.1 Inzet en strategieën van gemeenten Vrijwel alle Nederlandse gemeenten streven naar verbetering van afvalscheiding door de bewoners en naar vermindering van de hoeveelheid restafval. Om deze doelstellingen te realiseren tekenen zich enkele strategieën af. Tabel 5.1 geeft een overzicht van de strategieën met betrekking tot inzamelsystemen die de geconsulteerde gemeenten op dit moment toepassen of in de toekomst willen gaan toepassen om afvalscheiding te verbeteren c.q. de hoeveelheid restafval te beperken. Veel gemeenten passen een combinatie van systemen toe. Er zijn ook gemeenten die op dit moment nog geen strategie toepassen of aangegeven hebben plannen daartoe te hebben. Niet alle gemeenten zijn al zover dat ze een bepaalde strategie hanteren om de hoeveelheid restafval te verminderen c.q. scheiding te verhogen. Dat geldt op dit moment bijvoorbeeld ook voor de gemeente Amersfoort. Voor de gemeenten Pijnacker Nootdorp (belonen afvalscheiding is inmiddels gestopt), Utrecht, Den Bosch en Groningen is dat eveneens het geval. 5.2.2 Pilot projecten GFT inzameling hoogbouw Keukenafval (GFT) in de hoogbouw krijgt zowel in Venlo als Den Bosch momenteel veel aandacht. Beide gemeenten voeren op dit moment een proef uit met biologisch afbreekbare zakjes. Venlo doet deze proef in het kader van een eerdere Green Deal in samenwerking met Attéro. Hiervoor zal ook een verwerkingsinstallatie gebouwd worden in het eerste kwartaal van 2015, zodat gestart kan worden in het tweede kwartaal van 2015. In de pilot van de gemeente Den Bosch wordt het GFT afval in principe in de zomermaanden vaker geleegd.
juni 2014
27
Inwoners krijgen echter de keuze om gebruik te maken van deze extra inzamelrondes (tweewekelijks), of het gebruik van biologisch afbreekbare zakjes (driewekelijks). De inwoners krijgen de beschikking over een klein GFT-emmertje voor in de keuken. Hierbij worden biologisch afbreekbare zakjes beschikbaar gesteld, en deze kunnen vervolgens in de groene minicontainer. Bij de afsluitende enquête wordt hier speciaal aandacht aan besteed en zal de vraag worden gesteld of men gebruik wil maken van de biologisch afbreekbare zakjes in combinatie met driewekelijkse GFT inzameling danwel een tweewekelijkse inzameling, zonder de afbreekbare zakjes. Omgekeerd inzamelen Veel gemeenten zijn bezig met pilots omgekeerd inzamelen (Utrecht, Apeldoorn, Arnhem en Venlo) of zullen daar op korte termijn mee starten (Almere). In paragraaf 5.1.1 is hierover ook informatie te vinden. In Apeldoorn is een pilot uitgevoerd in een laagbouwwijk in de binnenstad. De ervaringen zijn erg positief. Voordeel hier was dat er weinig investeringen voor ondergrondse containers benodigd waren, omdat die al aanwezig waren. In Arnhem loopt in drie wijken een proef gericht op omgekeerd inzamelen. Het betreft drie verschillende soorten wijken: een zogenaamde achterstandswijk (relatief veel hoogbouw), een gemiddelde wijk (zowel laag als hoogbouw) en een wijk met uitsluitend laagbouw. Bij woningen met een tuin wordt GFT, oud papier en kunststof aan huis ingezameld door middel van drie minicontainers. De huidige minicontainer voor restafval gaat gebruikt worden voor de inzameling van kunststof. Bewoners kunnen het oud papier (op vrijwillige basis) aanbieden via een minicontainer. Het restafval moet worden gebracht naar ondergrondse containers op logische locaties in de wijk of naar de al
aanwezige ondergrondse container bij hoogbouwlocaties.
algemene kosten voor de afvalheffing met € 15 lag gevoelig. Om politieke redenen is destijds besloten niet door te gaan met deze pilot.
PMD (plastic, metaal en drankenkartons) PMD inzameling is nu al gebruikelijk in Vlaanderen en Duitsland. Alphen aan den Rijn is van plan om op grote schaal PMD+ inzameling te introduceren. Dit betekent dat plastic, metaal en drankenkartons in één zak of container aan huis worden opgehaald. Bij de hoogbouw zal dit gebeuren door de inzet van verzamelcontainers. In de fusiegemeenten zal in eerste instantie nog met zakken worden ingezameld maar de doelstelling is overal mincontainers te gaan gebruiken. Ook Horst aan de Maas wil PMD in de toekomst invoeren. De plasticcontainer wordt dan een ‘verpakkingencontainer’ en de aparte zak voor metaal- en drankpakken wordt dan afgeschaft. Dit is gemakkelijker voor bewoners, omdat die dan een zak minder hebben. Bovendien hebben bewoners aangegeven liever een bak te hebben voor het afval dan een plastic zak. Verder scheelt het voor de gemeente een ‘ophaalronde’ en het maakt daarmee de inzameling efficiënter en goedkoper. Afval loont Pijnacker-Nootdorp heeft in 2011 en 2012 geëxperimenteerd met het systeem “Afval loont” waarbij bewoners betaald werden als ze papier, plastic, textiel of (kleine) elektronische apparaten inleverden op speciale inzamelpunten. Deze vorm van afvalinzameling werd buiten de reguliere dienstverlening aangeboden. Uiteindelijk deed bijna de helft van de bewoners mee aan het systeem. De inwoners konden met dit systeem per huishouden gemiddeld tot € 50 verdienen. De algemene kosten zouden dan wel met € 15 toenemen, maar het nettoresultaat zou een lastenverlichting van ongeveer € 35 kunnen opleveren. De verhoging van de
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
29
Tabel 5.2 Overzicht Uitdagingen afvalbeheer in geconsulteerde gemeenten
Naam gemeente
Belangrijkste uitdaging
Specifieke stroom?
Maastricht
Ondergronds inzamelen specifiek voor restafval en sluiten van contracten (zie 1, 6)
Textiel
Venlo
Interactie met bewoners in de hoogbouw en bestuurlijk draagvlak (zie 1, 3, 5)
Textiel/GFT/frituurvet & elektrisch
Sittard-Geleen
Monitoring van containersysteem en het afsluiten van nieuwe contracten (zie 2 en 6)
Restafval
Apeldoorn
Toenemend belang van het sociale domein en de interactie met bewoners (zie 1 en 4)
Emmen
Geen gegevens
Deventer
Het illegaal of onjuist aanbieden (zie 1)
Almere
Het betrekken van bewoners bij afvalbeheer (zie 1)
Zwolle
Optimalisering van systeem kan botsen met bestuurlijk draagvlak (zie 5)
Papier, (glas) en plastic
Utrecht
Grote schaal van aansluitingen en diversiteit van reacties en sociaal domein (zie 4)
GFT/plastic/textiel
Arnhem
Ondergronds inzamelen (zie 2)
Den Bosch
GFT in de hoogbouw (zie 3)
Groningen
Het illegaal of onjuist aanbieden (zie 1)
Alphen aan den Rijn
Het afsluiten van nieuwe contracten (zie 6)
Pijnacker-Nootdorp
De juiste communicatiemethode (zie 1)
Restafval
Horst aan de Maas
Het afsluiten van nieuwe contracten (zie 6)
GFT/PMD
Plastic
Restafval, GFT
Papier/kunststof/restafval GFT/restafval Restafval/plastic Papier/Metaal/Drankkartons
5.3 Uitdagingen afvalbeheer komende jaren In onderstaande tabel schetsen we de belangrijkste uitdagingen die de geconsulteerde gemeenten hebben genoemd. Zes uitdagingen worden in deze paragraaf nader toegelicht. In tabel 5.2 is dit aangegeven door middel van een nummer in de kolom “belangrijkste uitdaging”. Uitdaging 1: De zoektocht naar een volwaardige dialoog met bewoners Veel gemeenten hebben de afgelopen jaren een slag gemaakt in afvalscheiding. Deze slag is veelal gemaakt door te sleutelen aan inzamelsystemen. Om tot een volgende slag te komen, is een veel grotere inzet van - en samenwerking met bewoners vereist. Veel gemeenten vragen zich af hoe deze interactie vorm gegeven kan worden. Via aanpassingen in het fysieke afvalbeheersysteem - gecombineerd met communicatie- en participatietrajecten – zoeken gemeenten naar mogelijkheden om bewoners tot de gewenste gedragsverandering aan te zetten en te motiveren tot een zeer hoge afvalscheidingsprestatie. Dit is op dit moment een zoektocht voor bijna alle gemeenten. Uitdaging 2: Zoveel mogelijk ondergronds inzamelen en verbeteren containermanagementsysteem Meerdere gemeenten willen graag zoveel mogelijk ondergrondse containers in plaats van bovengrondse containers in de gemeente. Bij hoogbouw wordt ook voor plastic en papier steeds sneller gekozen voor ondergronds inzamelen. Arnhem is hier een goed voorbeeld van. Maastricht zamelt ook meerdere afvalstromen ondergronds in, maar het restafval wordt op dit moment nog aan huis opgehaald met restzakken
(diftar zakken). De gemeente werkt momenteel aan een uitvoeringsplan voor 300 ondergrondse restafvalcontainers nabij hoogbouw. Deze investering zal Maastricht nog moeten doen. Er zijn ook meerdere gemeenten die hun huidige systeem van ondergrondse containers willen optimaliseren. Een voorbeeld hiervan is de gemeente Sittard-Geleen. Zij monitort de containers nauwlettend en probeert te achterhalen welke containers vaker geleegd dienen te worden. Een andere gemeente die dit doet, is Utrecht. Zij verbetert het pasjessysteem. Zo wordt het tarief verlaagd en gaan de pasjes werken voor meerdere ondergrondse containers, zodat bewoners bij een defecte container nog een alternatief hebben. De pasjes worden vooral ingezet om de belading van ondergrondse containers op basis van tellingen te monitoren. De inzet van ondergrondse containers vraagt om grote investeringen. Deze maken van ondergrondse containers een duur inzamelsysteem. Van belang is om voldoende huishoudens op een container aan te sluiten, om de kosten per aansluiting niet te hoog te laten oplopen. Gemeenten hanteren een gemiddelde van 30 tot ruim 100 huishoudens per container. Ondergrondse containers kunnen volgens meerdere gemeenten zorgen voor een fraaier staatbeeld. Enerzijds doordat de vervuiling op straat afneemt en anderzijds doordat er minder inzamelmiddelen in de openbare ruimte staan. De gemeente Zwolle ziet dit zelfs als een belangrijke doelstelling van haar integrale beleid voor de openbare ruimte. De uitrol van ondergrondse containers gaat in de praktijk echter soms ook anders dan op voorhand gedacht.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
Een voorbeeld hiervan is Pijnacker-Nootdorp. In de buurt van de containers is vaak erg veel zwerfvuil, het scheiden van het afval is beperkt en er is vaak sprake van veel grof huisvuil in de containers. Dit heeft vooral te maken met de anonimiteit bij het storten in dergelijke containers. Het eerder genoemde pasjessysteem kan dit wel helpen te voorkomen, zo blijkt uit de ervaringen van de gemeente Den Bosch. Uitdaging 3: Afweging tussen investeringen en opbrengsten voor GFT in de hoogbouw De ervaringen met GFT inzameling bij hoogbouw zijn in veel gemeenten slecht. De ingezamelde hoeveelheden waren vaak laag en de kwaliteit was vaak slecht door sterke mate van vervuiling met andere afvalstromen. Daarom hebben veel gemeenten jaren geleden besloten om te stoppen met GFT inzameling in de hoogbouw. Vanwege de aangescherpte ambitieuze afvalscheidingsdoelstellingen staat herintroductie van de gescheiden GFT inzameling sinds kort bij veel gemeenten weer op de agenda. Via andere methodieken dan voorheen proberen gemeenten hoogbouwbewoners ertoe te bewegen nu wel GFT in voldoende hoeveelheden en kwaliteit gescheiden te laten inzamelen. De gemeente Utrecht is van mening dat het nog ontbreekt aan een goed concept om afval bij de hoogbouw gescheiden in te zamelen. Utrecht zamelt al wel GFT in, maar met onvoldoende resultaat. Er is interesse om ervaringen te delen en te leren van de pilots van andere gemeenten. In de gemeente Sittard-Geleen is te weinig GFT-afval voor handen bij hoogbouw, waardoor containers slechts halfvol raken. Dit maakt gescheiden inzameling erg duur. Ook de gemeente Maastricht vindt de opbrengsten niet opwegen tegen de kosten die gemaakt moeten worden.
juni 2014
31
Andere gemeenten zijn juist weer enthousiaster, waaronder de gemeente Venlo en Den Bosch. Volgens deze gemeenten ligt de uitdaging de komende tijd juist in de gescheiden inzameling van afvalstromen (waaronder ook juist GFT) in de hoogbouw. Hiervoor zijn zij bezig met een innovatieve pilot waarbij gebruik gemaakt wordt van biologisch afbreekbare zakjes. In Almere mag GFT ook in niet-afbreekbare zakjes worden aangeboden. Dit is zo afgesproken met de verwerker (Orgaworld). Uitdaging 4: Professionaliseren van textiel én ruimte voor het sociale domein Apeldoorn ziet een verschuiving in het afvalbeheer van gemeenten ontstaan. Sociale aspecten zullen een grotere rol krijgen in het afvalbeheer. Enerzijds doordat er goede mogelijkheden liggen om mensen vanuit sociale werkvoorziening in te zetten in het afvalbeheer en anderzijds doordat gemeenten vanaf 2015 veel sociale taken overgeheveld krijgen vanuit de Rijksoverheid. Binnen het afvalbeheer zou mogelijkerwijs hierbinnen een brug geslagen worden. Hierdoor ontstaan naar verwachting ook andere discussies, zoals die over de circulaire economie. Deze twee domeinen komen elkaar overigens ook sterk tegen bij de inzamelingen van stromen als papier en textiel, waarbij vaak charitatieve instellingen en sociale werkplaatsen betrokken zijn. Textiel kan bijvoorbeeld in Utrecht apart worden ingezameld, maar dan moeten de baten wel opwegen tegen de kosten en de mogelijke charitatieve waarde. Venlo heeft onlangs samen met de sociale werkplaats een kringloopbedrijf voor textiel opgezet. Uitdaging 5: Bestuurlijk draagvlak Gemeenten Zwolle en Groningen geven aan dat het gratis aanbieden van herbruikbare stromen bij
ondergrondse containers (voor herbruikbare stromen) ook door bedrijven gebeurt, maar dat dit vaak wordt getolereerd. Hetzelfde gebeurt bij verschillende gemeenten in de binnenstad, waar lokale bedrijven hun afval storten in de verzamelcontainers of hun zakken aan de straat zetten tussen zakken huishoudelijk afval, die bedoeld zijn voor huishoudelijk afval. In Zwolle kunnen bedrijven tegen betaling een pasje krijgen waarmee toegang wordt verkregen tot ondergrondse restafval containers. De gemeente Venlo heeft na meerdere pilots veel ervaring opgedaan met het bereiken van bestuurlijk draagvlak.
gemeente van Nederland een nieuw systeem uit te rollen. Bij Alphen is bijvoorbeeld de contractering van het gewenste PMD+ een behoorlijke uitdaging.
Uitdaging 6: Het regelen van goede contracten voor verwerking van afvalstromen De verwerkingsmarkt, met name voor restafval en GFT, is de afgelopen jaren sterk veranderd (zie o.a. paragraaf 6.5.3). Laatste ontwikkeling hierin is de boete van ca € 7 miljoen die restafvalverwerker Attéro 18 Brabantse gemeenten wil opleggen, omdat ze door verbeterde afvalscheiding minder restafval aanbieden dan contractueel afgesproken vele jaren geleden. Met name voor de gemeenten in Limburg (waaronder Maastricht en Sittard-Geleen) is het verkrijgen van gunstige verwerkingscontracten een actueel onderwerp. Voor Amersfoort is dit niet van toepassing. Een nadeel van de op dit moment lage verbrandingstarieven, is dat de “business case” voor verbeterde afvalscheiding slechter wordt. Door het lage verbrandingstarief is de winst per ton extra gescheiden afval lager dan voorheen. Wanneer het tarief bijvoorbeeld is gewijzigd van € 100,- naar € 50,per ton, is de winst voor afvalscheiding € 50,- lager. Tot slot geeft Alphen aan den Rijn aan dat het contractueel (prijstechnisch) lastig is om als eerste
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
33
6. Innovaties en ontwikkelingen Het afvalbeheer is momenteel volop in ontwikkeling. Nieuwe technieken en methodes leiden ertoe dat vergaande scheiding en hoogwaardige verwerking mogelijk worden. In dit hoofdstuk worden een overzicht gegeven van innovaties en ontwikkelingen die momenteel in de breedte van het vakgebied plaatsvinden. De uitwerking van de volgende aspecten is per paragraaf opgesplitst: • Inzamelsystemen; • Verwerkingstechnieken; • ICT; • Prikkels voor bewoners; • Marktontwikkelingen; • Beleidsontwikkelingen. 6.1 Inzamelsystemen 6.1.1 Voorgeschiedenis Voor inzameling is de minicontainer in diverse kleuren of met deksels in verschillende kleuren het meest gebruikte middel. Allereerst werd deze gebruikt voor al het afval van huishoudens en de containers werden geleegd in kraakperswagens die een systeem hadden dat de container - als deze er goed achter werd gerold - optilde en leeggooide. In de 90-er jaren werd aparte GFT inzameling geïntroduceerd. Gemeenten gaven huishoudens een tweede container of een container met twee vakken, zodat beide soorten afval op dezelfde manier apart konden worden ingezameld. De ontwikkeling in dit deel van de inzameling bestaat uit het
gebruik van meer containers voor de inzameling aan huis. Daarnaast is er een ontwikkeling in het voertuig: de containers hoeven niet meer achter het voertuig gemanoeuvreerd te worden: zij worden door een grijpsysteem aan de zijkant van de wagen opgetild en leeg gekiept. Naast de container (een vormvast en blijvend systeem om afval tijdelijk in te verpakken) wordt de afvalzak veel gebruikt. Ook deze is een oudgediende die vooral in zijn toepassing is vernieuwd. Groot voordeel is dat de zak alleen ruimte vraagt als hij gevuld is. Nadeel is dat de zak bij gebruik afval wordt. Traditioneel werd de zak gebruikt voor huishoudelijk afval vóór scheiding werd geïntroduceerd. Recenter is het gebruik van de zak waar in de prijs kosten voor inzameling en verwerking zijn opgenomen. Alleen de herkenbare, ‘dure’ zakken worden ingezameld. Naast deze veelgebruikte middelen voor huis-aan-huis inzameling wordt al lang gebruik gemaakt van ‘groepscontainers’. In flats stonden deze lang geleden al onder de stortkokers: zo kwam al het afval van de hogere verdiepingen op de begane grond in een container, die in een inzamelwagen werd geleegd. De groepscontainer werd ook bij winkelcentra geplaatst voor lege flessen en potten en, in een eigen vorm, voor de inzameling van gebruikte kleding. Inmiddels worden groepscontainers ook veelvuldig
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
in wijken geplaatst, bijvoorbeeld waar de straten of percelen niet geschikt zijn voor huis-aan-huis inzameling van diverse minicontainers. Zeker sinds de introductie van de ondergrondse containers (waarvan bovengronds alleen een inwerpzuil te zien is die deel kan uitmaken van het straatmeubilair en waarvan het volume aanzienlijk groter kan zijn dan van een bovengronds exemplaar) wordt dit inzamelmiddel steeds vaker toegepast, zowel voor gescheiden ingezamelde afvalsoorten als voor restafval. 6.1.2 Inzameling in huis Scheiden van huishoudelijk afval begint in huis bij de bewoners: wat weggegooid moet worden moet in een (prullen)bak of zak. Om te scheiden moet er gekozen kunnen worden tussen verschillende bakken/zakken. Daarnaast zijn de benodigde ruimte en het gedrag van de bewoner belangrijk. De simpele beslissing dat iets afval is en of het gescheiden wordt gehouden of niet is een heel bepalende voor het uiteindelijke recyclingdoel. Informeren en motiveren zijn de instrumenten die hierop ingrijpen. Hiervoor zijn steeds meer mogelijkheden (zie ook paragraaf 6.3). De laatste jaren zijn er steeds meer hulpmiddelen te krijgen om in huis afval te scheiden: van de gratis Jekko voor batterijen en kleine elektrische en elektronische apparaten tot allerlei speciale bakken en bakjes, zoals bijvoorbeeld IKEA die aanbiedt voor keuken en bijkeuken.
juni 2014
35
6.1.3 Nieuwe inzamelsystemen en -concepten Omgekeerd inzamelen Omgekeerd inzamelen legt bij de inzameling van huishoudelijk afval de nadruk herbruikbare grondstoffen. Bij omgekeerd inzamelen wordt het de bewoner gemakkelijk gemaakt om herbruikbare grondstoffen te scheiden. De volumineuze herbruikbare grondstoffen worden daarom aan huis opgehaald. Meestal zijn dit kunststoffen, papier en GFT. De inzameling van niet gescheiden afval (restafval) wordt juist moeilijker gemaakt. Dit wordt niet meer aan huis opgehaald (zoals voorheen gebruikelijk was), maar moet naar een verzamelcontainer in de wijk worden gebracht. De term is door ROVA in 2009 in het leven geroepen. ROVA heeft inmiddels in veel van haar gemeenten proeven gedaan met omgekeerd inzamelen en in enkele gemeenten inmiddels ook geïmplementeerd. Veel gemeenten hebben goede ervaringen opgedaan met omgekeerd inzamelen en dit heeft geleid tot een grote toename van de hoeveelheid afvalscheiding: • Dalfsen (ROVA): van 61% naar 73% scheiding • Staphorst (ROVA): van 52% naar 79% scheiding • Steenwijkerland (ROVA): van 52% naar 71% scheiding • Hattem (ROVA): van 56% naar 72% • Pilot Utrecht Lunetten: van 43% naar 51% scheiding (52 kg minder restafval) • Pilots Arnhem: ca 70 kg minder restafval per jaar • Pilot Zwolle Stadshagen: van 45% naar 55-60% scheiding (45 kg minder restafval) Veel andere gemeenten zijn ook bezig met pilots of hebben plannen daartoe. Het gaat ondermeer om Alkmaar, Almere, Woerden, Schagen, Wageningen, Almelo, Ommen en Sliedrecht.
Vrijwel alle resultaten van omgekeerd inzamelen laten een flinke sprong in afvalscheiding zien. Het gaat hierbij om ordegrootte 10 tot 20%. Veel gemeenten geven aan de pilots te willen uitrollen over de hele gemeente. Utrecht wil bijvoorbeeld vanaf 2014 het systeem uitrollen naar andere geschikte laagbouw-wijken in Utrecht. In Arnhem konden bewoners zelf kiezen welk nieuw afvalsysteem zij graag wilden hebben. Bewoners hebben na massale stemming gekozen voor omgekeerd inzamelen. In Arnhem worden daar momenteel onder 8.000 huishoudens in drie wijken proeven mee gedaan. Naast een flinke toename aan afvalscheiding, leidt omgekeerd inzamelen vaak ook tot lagere afvalbeheerkosten. De afvalstoffenheffing in Dalfsen is bijvoorbeeld gemiddeld met 41 euro omlaag gegaan. Afval Anders In Emmen (en Hoogeveen en Coevorden) wordt de methodiek “Afval Anders” gehanteerd. Dit is een concept van Area Reiniging NV (Overheidsbedrijf afvalinzameling). Bij Afval Anders ontvangen inwoners een derde container voor het aan huis scheiden van plastic verpakkingen. Tevens verandert de inzamelfrequentie voor restafval, GFT-afval en kunststofverpakkingen van eens per twee naar eens per drie weken. Op verzoek wordt gratis een tweede gft-container verstrekt. Ook wordt bij Afval Anders in de winkelcentra een sorteerstraat aangelegd. Deze ‘straat’ bestaat uit ondergrondse containers voor glas, papier, kunststofverpakkingen en textiel. Daarnaast is er een recyclezuil voor batterijen, spaarlampen, inktcartridges. cd’s/dvd’s, kleine elektrische apparaten en (mobiele) telefoons. Het concept is inmiddels beproefd in twee wijken in Emmen en Hoogeveen. De resultaten: • 25% minder restafval
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
• • •
10 kg/inw extra plastic Concept leidt tot lagere afvalbeheerkosten Bewoners waarderen de extra plastic minicontainer
PMD+ inzameling PMD staat voor plastic, metalen en drankenkartons. In ondermeer Vlaanderen en Duitsland wordt al jaren PMD gezamenlijk via één inzamelmiddel ingezameld, namelijk de PMD zak. Na inzameling vindt sorteren plaats in plastic, metalen en drankenkartons. Dit kan (vanwege de verschillen van de materialen) vrij eenvoudig met behulp van installaties. In Nederland overwegen steeds meer gemeenten om ook PMD (en eventueel enkele andere stromen) te introduceren. Het gaat hierbij ondermeer om gemeenten in het Gooi , Almere en Alphen aan den Rijn. In Huizen en Bussum zijn onlangs proeven gestart bij laagbouwwoningen. Bij de proef in Bussum komt een andere wijze van inzameling voor het plastic afval en voor het restafval. Bewoners krijgen een minicontainer aangeboden voor het PMD. Deze container wordt eens in de vier weken geleegd. De grijze container voor het restafval komt te vervallen. Gedurende de pilot kunnen de inwoners het restafval naar een daarvoor bestemde ondergrondse verzamelcontainer in de wijk brengen. Bewoners hebben net als voorheen drie minicontainers. In Huizen wordt een vierde container uitgereikt voor PMD en kleine elektrische apparaten. Deze container wordt een keer per twee weken geleegd. De deelnemers houden de grijze container, maar deze wordt nog maar eens per vier weken geleegd. De meetresultaten en bevindingen van de bewoners worden mede gebruikt om de beste inzamelmethode voor de komende jaren vast te stellen.
juni 2014
37
Figuur 6.3 Recyclelocaties drankenkartons Europa
Figuur 6.1 Kleurenzakkensysteem
Figuur 6.2 KlimM systeem
Figuur 6.4 Inzameling recyclezak
Kleurenzakkensysteem voor hoogbouw De TU Delft zet momenteel in samenwerking met de vier grote steden een inzamelconcept op speciaal voor de hoogbouw: het kleurenzakken-systeem. Zakken van verschillende kleuren kunnen allemaal in één container worden gegooid en later (automatisch) gescheiden worden. Er kan bijvoorbeeld gewerkt worden met blauw (papier), oranje (kunststof ), groen (GFT) en grijs (restafval). In Zweden en Noorwegen zamelen ze al in met gekleurde zakken, die in installaties automatisch van elkaar worden gescheiden. Optibag is het bedrijf dat de scheidingsinstallatie op de markt brengt.. In steden als Oslo worden sinds 2011 goede resultaten geboekt. Stockholm liet in 2013 een proef uitvoeren. Na een vier maanden durende test werd besloten om het systeem in te voeren. In sommige gemeenten in Noorwegen en Zweden worden zes verschillende fracties ingezameld. Droge componenten inzameling In de gemeenten Sliedrecht en Noordoostpolder worden sinds 2011 in samenwerking met HVC proeven gedaan met de inzameling van ´droge componenten´. In deze gemeenten worden drie stromen ingezameld: restafval, GFT-afval en de droge componenten. In de container voor droge componenten kunnen alle “schone” herbruikbare stromen worden gedaan, zoals papier, textiel, elektrische apparaten, hout, glas, etc. Achteraf worden de herbruikbare stromen uitgesorteerd. Deze methode wordt gezien als een gebruiksvriendelijke methode die ook het aantal benodigde containers bij bewoners beperkt. In Sliedrecht nam de hoeveelheid restafval (in één jaar) af met 48 kg en in de Noordoostpolder met 35 kg.
KlikM’s gescheiden ingezameld. Het EU gemiddelde is 33%. Er Veel gemeenten willen geen zakkeninzameling meer. zijn verschillende inzamelvarianten. Drankenkartons Redenen zijn onder andere vervuiling van de openbare kunnen als monostroom worden ingezameld of samen ruimte, illegaal aanbod dat wordt bijgeplaatst door met andere fracties. In Vlaanderen en Duitsland is het bedrijven, en arbeidsomstandig-heden. Voor kunstgebruikelijk om drankenkartons samen met plastic en stof verpakkingsafval zijn zakken op dit moment wel metalen in te zamelen (PMD). De totale kosten voor een veel toegepast inzamelmiddel. Ook bij hoogbouw PMD inzameling (inzameling, transport, sortering en en in dicht bebouwde wijken zoals binnensteden kan verwerking) bedragen ongeveer € 400,- per ton in kunst-stof op deze wijze aan huis worden ingezameld. België. Uit onderzoek van KIDV uit 2013 naar draagvlak Om wegwaaien en vervuiling te voorkomen is er een onder burgers voor het gescheiden inzamelen van ophangsysteem voor plastic zakken, de KlikM, ontwordrankenkartons blijkt dat de houding en gedrag van de pen. respondenten positief is ten opzichte van het scheiden van drankenkartons. In Amstelveen is dit systeem goed ontvangen. Door dit systeem liggen er geen zakken met plastic afval meer Drankenkartons bestaan voor 75% tot 90% uit op straat, maar worden ze opgehangen aan haken die papiervezels. De teruggewonnen papiervezels aan lichtmasten hangen. In 2013 zijn de KlikM’s op alle blijken van goede kwaliteit te zijn. Nu nog moeten de doorgaande wegen geplaatst. In 2014 worden nog ingezamelde verpakkingen naar Duitsland worden meer KlikM’s geplaatst nabij de aanbiedplekken voor afgevoerd voor recycling, maar verwacht mag de minicontainers in woonwijken en binnenstraten. worden dat ook in Nederland capaciteit zal worden gerealiseerd als gescheiden inzameling op grote schaal 6.1.4 Nieuw in te zamelen stromen wordt ingevoerd. In Europa zijn meerdere verwerkers (zie figuur 6.3). Drankenkartons Drankenkartons vormen met circa 3,5% aandeel in Herbruikbare spullen het restafval een grote en in veel gemeenten nog niet Er komen diverse (private) initiatieven op om gescheiden afvalstroom. Stichting Hedra schat in dat herbruikbare spullen gescheiden in te zamelen. jaarlijks circa 70 miljoen kg aan drankenkartons op de Kringloopzaken en “Marktplaats” krijgen concurrentie Nederlandse markt wordt gebracht. Vanaf 2015 komen van vooral “zakken” voor herbruikbare spullen die aan er voorlopige vergoedingen voor de gescheiden inzahuis ingezameld kunnen worden. Voorbeelden: meling van drankenkartons (zie paragraaf 6.6). • Recyclezak: Twence en de gemeente Rijssen-Holten beproeven het komende jaar de afvalinzameling Enkele gemeenten in Nederland scheiden al jaren met een speciale Recyclezak. Kunststof afval, drankenkartons. Ook in onder andere Noorwegen, drankenkartons, blik en kleine elektronica worden Zwitserland, België en Duitsland is gescheiden samen ingezameld in de Recyclezak, die eens in de inzameling gebruikelijk. In België wordt gemiddeld twee weken aan huis wordt opgehaald. 77% van de op de markt gebrachte drankenkartons • Best-tas: Circulus en Berkel Milieu starten proeven
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
39
• •
met de Best-tas voor boeken, kleine elektrische apparaten, speelgoed en textiel. De proeven vinden plaats in geselecteerde wijken in de gemeenten Deventer, Apeldoorn, Bronckhorst en Zutphen. De tassen worden in het kader van de proef opgehaald en uitgesorteerd door medewerkers van sociaal werkvoorzieningsschap Delta uit Zutphen. Alle ingeleverde spullen worden zo goed mogelijk hergebruikt en krijgen bijvoorbeeld via de kringloopwinkel en gespecialiseerde verwerkers een nieuwe bestemming. Goedzak Zak van Max
Luiers Luiers vormen met circa 5% aandeel in het restafval de grootste nog niet gescheiden afvalstroom (ca 10-15 kg/ inw en ca. 200.000.000 kg voor heel Nederland). In het verleden is er in Nederland een speciale verwerkingsinstallatie voor luiers geweest, maar die is vanwege faillissement gesloten (Knowaste in Arnhem). Gesteld kan worden dat de luierrecycling in Nederland in een neerwaartse spiraal zit. Er zijn nog enkele gemeenten die luiers gescheiden inzamelen of samen met GFT. Momenteel verwerkt alleen Orgaworld in Lelystad nog luiers. Het gaat dan zowel om luiers die apart zijn ingezameld, als luiers die met het GFT worden ingezameld. Vanwege het streven om de hoeveelheid restafval verregaand terug te brengen de komen jaren, komen luiers nadrukkelijker in beeld om ook gescheiden in te zamelen. Aan een nieuwe recyclingfabriek wordt momenteel gewerkt (Attéro). Technisch is het mogelijk, de uitdaging ligt nu in het rondkrijgen van de financiën. De focus bij deze installatie ligt op het terugwinnen van kunststoffen en cellulosevezels.
6.2 Afvalverwerking Na inzameling wordt het afval bewerkt of verwerkt. Verwerken is de ‘definitieve’ oplossing: storten of verbranden (zie 6.1). De meeste ontwikkelingen in de afvalketen vinden in de schakel bewerking plaats. Dit komt enerzijds omdat door gescheiden inzameling de voor recycling aangeboden hoeveelheden toenemen, en anderzijds omdat bronscheiding grenzen kent: huishoudens zijn tot op een bepaald punt te motiveren om afval gescheiden voor inzameling aan te bieden en de fysieke mogelijkheden voor het beschikbaar stellen en ledigen van inzamelmiddelen zijn beperkt. In de bewerking kan onderscheid gemaakt worden tussen voorbewerking en recycling. De voorbewerking bestaat uit (na)scheiden en sorteren. 6.2.1 Nascheiden en sorteren Nascheiden Integraal ingezameld huishoudelijk afval kan fabrieksmatig worden gescheiden. Installaties hiervoor zijn erg robuust uitgevoerd en zijn in het verleden in Nederland vooral ontwikkeld om de te verbranden stroom te verminderen en te optimaliseren. Waardevolle componenten zonder verbrandingswaarde (metalen!) werden in het proces dan ook afgescheiden. Omdat met bronscheiding de kwaliteit van de afvalcomponenten aanzienlijk beter is dan bij nascheiding van integraal ingezameld afval, zien we in Nederland geen ontwikkeling richting integraal inzamelen en fabrieksmatig scheiden. Wel zijn twee installaties gebouwd (of aangepast) gericht op het (na) scheiden van restafval: één van OMRIN in Oudehaske en één van Attéro in Groningen. De installatie van Attéro heeft een capaciteit van ca. 170 kton en die
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
van OMRIN een van ca. 230 kton restafval per jaar (Ter vergelijking: de AVI van AEB in Amsterdam heeft een capaciteit van 1.400 kton per jaar). Naast de installatie in Groningen heeft Attéro ook een installatie voor het nascheiden van vormvaste kunststoffen uit restafval als onderdeel van de voorscheidingsinstallatie bij de afvalverbrandingsinstallatie in Wijster. Hoofdstappen in het nascheidingsproces zijn: 1. Scheiding in een organisch natte fractie (ONF), een metaalfractie, een gemengde kunststoffractie en een restfractie (RDF ofwel refuse derived fuel, een brandstof uit afval); 2. Sorteren van de gemengde kunststoffractie met als resulterende output een folie kunststoffractie en een vormvaste kunststoffractie. De RDF wordt ingezet als brandstof in verbrandingsinstallaties. Het ONF wordt naar een vergistingsinstallatie gevoerd en vergist nadat de inerte fractie, zoals zand en grind is afgescheiden. Deze inerte fractie kan voor een deel worden hergebruikt als ophoopmateriaal in de wegenbouw. Bij de ONF vergisting ontstaat biogas (ca 5% van het ONF). Uitgegist ONF blijft over. Dit wordt vervolgens deels ontwaterd en daarna verbrand in een verbrandingsinstallatie. De installatie van Attéro haalt uit 170 kton restafval: 6 kton ijzer en non-ferrometalen 27 kton papier en kunststof 70 kton RDF 67 kton ONF Door overcapaciteit in de markt voor verwerking van restafval, en omdat de verwerkingstarieven voor verbranding van restafval minder dan de helft bedragen dan de kosten van nascheiding, is het niet waarschijnlijk dat er op korte termijn nieuwe
juni 2014
41
grootschalige nascheidingsinstallaties gebouwd zullen worden. Voor meer informatie over de markt voor restafvalverwerking zie paragraaf 6.5.1. Nascheiding is sinds 2010 weer nadrukkelijk in beeld gekomen vanwege de in januari 2010 ingegane verplichting om kunststof uit het huishoudelijk afval te scheiden. Enkele tientallen gemeenten in Nederland kiezen ervoor om kunststof door middel van nascheiding bij OMRIN en Attero uit het restafval te halen. OMRIN heeft in 2013 ruim 13,5 kton kunststof afval via nascheiding uit het restafval gehaald. Dat is 40,3 kilo per huishouden. In 2012 was dat nog 26,8 kilo per huishouden. De groei is het gevolg van optimalisatie van de scheidingsinstallatie. Attéro haalde in 2013 37,9 kg per huishouden op. Hiervan voldeed 21,4 kg aan de DKR kwaliteitseisen. De kwaliteit van de nagescheiden kunststof is echter lager dan die van brongescheiden kunststof vanwege vervuiling door vermenging met restafval. Sorteren Ook op andere bewerkingsinstallaties zien we scheiding terug: het primaire doel is verwijdering van stoorstoffen, die ongewenst zijn in het verdere proces. Ook hier worden waardevolle stromen dan ook afgescheiden. In opkomst is sorteren. Dit is het verder in deelstromen scheiden van reeds gescheiden ingezameld afval. Zo wordt gescheiden ingezameld plastic verpakkingsafval op plasticsoort gesorteerd (zoals PET, PE-flessen, PE-folies en PP) om zo de afzonderlijke plasticsoorten hoogwaardig te kunnen recyclen.
6.2.2 Recycletechnieken Voorgeschiedenis Steeds meer wordt afval gezien als bron voor (secundaire) grondstoffen. Het recyclen van metalen en papier bestaat al sinds mensenheugenis. De hoeveelheid papier die we in het westen gebruiken zou zonder recycling waarschijnlijk niet eens geproduceerd kunnen worden. Van oudsher werd dit ingezameld door scholen en verenigingen of door scholieren. Een veel grotere hoeveelheid blijkt te kunnen worden ingezameld als gemeenten huis-aan-huis inzameling met minicontainers organiseren. Wat later werd glas interessant voor aparte inzameling en recycling, eerst gemengd en later in drie hoofdkleuren gescheiden. Een doorbraak was de recycling van GFT. Toen storten onwenselijk bleek door ruimtebeslag en de milieurisico’s, en toen verbranden door de hoge kosten onaantrekkelijk werd, bleek dat de totale afvalverwerkingskosten flink verlaagd konden worden door GFT (bijna de helft van alle huishoudelijk afval) apart in te zamelen en om te zetten in als bodemverbeteraar bruikbare compost. De meerkosten van de gescheiden inzameling bleken ruimschoots terugverdiend te kunnen worden door het relatief goedkope composteringsproces. Recente ontwikkelingen De laatste jaren neemt het aantal gescheiden soorten afval vooral toe door de invoering van producentenverantwoordelijkheid: Europese en nationale regelgeving maakt producenten en importeurs verantwoordelijk voor het afval dat hun producten na gebruik opleveren. Autowrakken, ‘wit- en bruingoed’ (elektrische en elektronische apparaten), accu’s en batterijen en zeker verpakkingen
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
zijn bekende voorbeelden. De regels van de Europese Unie leggen verplichtingen op voor de hoeveelheden die jaarlijks moeten worden ingezameld en gerecycled of nuttig toegepast. Waar de producten op de consumentenmarkt belanden, verzorgen de gemeentes vaak de gescheiden inzameling. Zij krijgen voor de verleende diensten dan een vergoeding van de producenten en importeurs. Zo is de gemeentelijke inzameling afgestemd geraakt op de inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparaten en is de gescheiden inzameling van glazen verpakkingen en oud papier en karton geïntensiveerd. De recent begonnen gescheiden inzameling van plastic verpakkingen is helemaal een gevolg van deze regelgeving. Het beleid van de gemeenten zelf, het beleid van de nationale en Europese overheid en de (door regelgeving ontstane) druk van de producerende bedrijven zijn allemaal gericht op het vergroten van het aandeel van het afval dat gerecycled wordt. Steeds grotere hoeveelheden afval komen zo op de recyclemarkt. Dit biedt kansen voor ondernemingen die zich richten op recycling. Er tekenen zich voorzichtig enkele tendensen af: • De toenemende hoeveelheid kan schaalvoordeel opleveren, waardoor de secundaire grondstof goedkoper wordt en beter met nieuwe grondstoffen kan concurreren, • De kwaliteit van de output kan verbeterd worden omdat de grotere hoeveelheden ruimte bieden voor optimalisatie van de technologie, • Niches in de recyclemarkt kunnen ontwikkeld worden. Ontwikkelingen organisch afval In het kader van de biobased economy, worden mo-
juni 2014
43
Figuur 6.5 Onderdeel sorteerinstallatie Sita
menteel tal van onderzoeken gedaan om organische (rest-)stromen op een zo hoogwaardig mogelijke wijze te benutten. Ook binnen GFT zijn hierbij diverse ontwikkelingen. Zo is voor GFT verwerking de afgelopen jaren het zwaartepunt verschoven van compostering naar vergisting. Naast compost wordt ook biogas geproduceerd. Met betrekking tot GFT verwerking zijn er verschillende technologieën in ontwikkeling. Hieronder worden er drie nader toegelicht: 1. GF voor insectenkweek: Er wordt al pilot onderzoek gedaan om de GF fractie ‘hoogwaardiger’ in te zetten dan de T fractie. Door insecten te kweken op de GF fractie kunnen eiwitten en vetten voor de veevoedersector worden geproduceerd. Het AEB in Amsterdam test het proces uit en het is bedoeling dat in 2015 de eerste ‘GFT-larven’ fabriek van Nederland wordt geopend. 2. Thuiscomposteren (wormerie): Nieuwe initiatieven met betrekking tot thuiscomposteren zijn recent getoond zoals de ‘wormerie’. De GFT productie van een woning wordt ‘gevoerd’ aan speciale wormen in een speciale bak. Het resultaat is dat de GFT verdwijnt en er wormencompost overblijft die in de tuin of plantenbakken kan worden gebruikt. Amersfoort voert hiermee een kleinschalige proef van een jaar uit. Ook grootschalig zijn hiermee proeven gedaan waarbij de wormen en de wormencompost als product konden worden verkocht. 3. GFT verwerking op wijkniveau: Ook de Swillgasser op wijkniveau is gericht op kleinschalige GFT verwerking. In dit geval is sprake van een biogasinstallatie in containerformaat waarin GFT omgezet wordt in biogas.
Ontwikkelingen textiel In de gescheiden textielinzameling heeft in Nederland altijd de nadruk op kleding gelegen. De beste kwaliteit werd verkocht in bijvoorbeeld kringloopwinkels. Iets minder, maar goed draagbaar werd uitgevoerd naar minder ontwikkelde landen en de laagste kwaliteit werd voor een groot deel verwerkt tot poetslappen. Nu textielrecycling technisch ook op vezelniveau mogelijk is worden de kansen aanzienlijk groter. Ook niet-kleding kan worden ingezameld en gerecycled en mindere kwaliteiten kunnen na teruggebracht te zijn naar vezelniveau weer hoogwaardig worden ingezet. Ontwikkelingen kunststof Nadat het verpakkingenakkoord in 2013 is ondertekent door alle relevante partijen, is er tot 2022 zekerheid gekomen voor (financiering van) de gescheiden inzameling en verwerking van kunststof verpakkingsafval. Deze zekerheid heeft ervoor gezorgd dat steeds meer partijen bereid zijn om te investeren in de sorteerinstallaties voor brongescheiden kunststof. Op dit moment is Sita met haar installatie in Rotterdam nog het enige bedrijf in Nederland dat kunststof kan sorteren. Het grootste deel van het in Nederland gescheiden kunststof verpakkingsafval gaat nu nog naar het buitenland. Daar zullen de komende jaren nieuwe partijen bijkomen. Zo gaat Inverko in Friesland een recyclingfabriek bouwen die de door Omrin uit restafval gescheiden kunststoffen als input gebruikt en kunststof producten, zoals afvalcontainers, als output levert. De nieuwe installaties zijn over het algemeen geavanceerder dan de bestaande installaties en beter geënt op Nederlandse verpakkingen. Dit zal ertoe leiden dat de verschillende kunststofsoorten in het verpakkingsafval hoogwaardiger hergebruikt kunnen worden.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
6.3 ICT Volmeldsystemen De introductie van volmeldsystemen op (ondergrondse) containers is momenteel gaande. Enkele gemeenten hebben al containers met volmeldsystemen. In plaats van op frequentie wordt een container dan op basis van volmelding geleegd. Dit heeft diverse voordelen: • Het aantal huishoudens dat op een restafval container kan worden aangesloten kan omhoog (lagere investering in ondergrondse restafval containers); • Het aantal transportbewegingen daalt; • Kans op vervuiling door overloop van ondergrondse containers (bijplaatsingen) neemt af. De investeringen in volmeldsystemen zijn over het algemeen fors. Containermanagementsystemen Het wordt in toenemende mate gebruikelijk dat minicontainers worden voorzien van een identificatiechip (of barcode). Hierdoor is containermanagement mogelijk en ook kan worden gemonitord wanneer de container wordt geleegd. In diverse verrekensystemen kan deze informatie worden gebruikt voor de verrekening van de kosten (bijvoorbeeld bij volume-frequentiesystemen of bij weegsystemen, waarbij het inzamelvoertuig is uitgerust met een systeem dat het verschil in gewicht van de volle en de geleegde container bepaalt). Ook is dit een uitstekende methode gebleken om “illegale” containers op te sporen en uit het systeem te halen. Ook groepscontainers kunnen worden voorzien van ICT toepassingen die bijvoorbeeld de toegang regelen (de gebruiker moet dan een pas aanbieden voordat de
juni 2014
45
Figuur 6.6 Schoonsupporters in Almere
Figuur 6.8 Gemeenten met diftar (paars)
Figuur 6.7 Afval loont filiaal in Hoogvliet
container gebruikt kan worden) of melden wanneer een bepaalde vulgraad wordt bereikt (zie bovenstaand kopje). Afval app Steeds meer gemeenten hebben een “Afval app” die door bewoners kan worden gedownload.. Over het algemeen biedt de app informatie rondom het inzamelschema van de verschillende afvalstromen. Ook geeft het een signaal wanneer er bijvoorbeeld een zak of container aan de straat gezet moet worden. De mogelijkheden van de app nemen toe. Zo kan ook via de app interactie kunnen ontstaan tussen de inzamelaar en de bewoner. Vragen, meldingen en tips kunnen worden doorgegeven en op termijn is ook een meer op maat dienstverlening mogelijk. Tot slot zou de app op termijn ook alle individuele afvalgegevens van een huishouden inzichtelijk kunnen maken. Bewoners krijgen dan in detail inzicht in hun afvalprestaties. Dit betekent wel registratie van al het aangeboden afval. Communities De gemeente Almere is voornemens een (online) community te starten waarbij bewoners de strijd aangaan om de Almeerse doelstelling (50 kg restafval in 2020) nu reeds te halen. Via de online community kunnen bewoners hun prestaties met die van anderen vergelijken, tips uitwisselen en buurtgerichte activiteiten organiseren. Almere heeft reeds 3.400 “Schoon supporters”. Eerst draaide dit vooral om de eigen buurt schoon te houden, maar inmiddels zijn de activiteiten veel breder uitgegroeid.
6.4 Prikkels voor bewoners Afval loont In 2011 en 2012 is in de gemeente Pijnacker Nootdorp een radicale innovatie geïntroduceerd om bewoners te prikkelen vier stromen (kunststof, papier, textiel en kleine elektrische apparaten) zoveel mogelijk gescheiden in te zamelen. Voor het gescheiden aanbieden van deze stromen ontvingen bewoners tussen de 5 en 25 cent per aangeleverde kg. Na een jaar deed ongeveer de helft van de bevolking mee met het concept. De ingezamelde hoeveelheden van de vier stromen zijn gemiddeld met 31% gestegen, wat neerkwam op 6% extra afvalscheiding. In 2012 is besloten om de proef niet te verlengen. Sindsdien worden vergelijkbare proeven wel voortgezet in andere gemeenten. In Etten-Leur is in april 2014 de proef gestart “Afval verdient beter”. Tijdens de proefperiode, die tot half oktober duurt, worden vier inzamelplaats-en ingericht bij supermarkten. Hier kunnen plastic verpakkings-afval en huishoudelijk blik worden ingeleverd. Twee medewerkers nemen het afval in en wegen het. De statiegeldbon kan daarna worden ingeleverd bij een van de deelnemende supermarkten. In Hoogvliet (deelgemeente Rotterdam) wordt het concept “Afval loont” voortgezet in samenwerking met Van Gansewinkel. Voor het inleveren van oud papier en karton, kleine elektrische apparaten, kunststof verpakkingen, textiel en frituurvet kunnen bewoners tussen 4 en 15 cent per kilo in ontvangst nemen. Er staan twee filialen waar het afval kan worden ingeleverd. Vanaf de start (september 2013) tot heden (begin juni 2014) is er 420 ton afval bij de filialen ingeleverd.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
Ontwikkelingen Diftar Diftar staat voor gedifferentieerde tarieven. Inmiddels brengt 40% van de Nederlandse gemeenten een afvalstoffenheffing in rekening die afhankelijk is van het afvalaanbod van een huishouden. Deze vorm van tariefdifferentiatie is door de gemeenten vooral ingevoerd om burgers financieel te prikkelen afval te voorkomen en meer afval te scheiden. Meestal wordt bij de introductie van diftar direct een grote slag gemaakt naar extra afvalscheiding (circa 15 tot 20% gemid-deld). Sinds diftar bij AVRI (gemeenten regio Rivierenland) is ingevoerd in januari 2014 is de hoeveelheid restafval direct met 37% gedaald. In 2013 is bij de introductie van diftar in Deventer de hoeveelheid restafval met 30% gedaald en de afvalstoffenheffing met € 24,-. Ook steeds meer grotere gemeenten gaan over tot de invoering van diftar. Zie op pagina 49 Deventer als voorbeeld.
juni 2014
47
Invoering Diftar in Deventer In Deventer is in 2013 diftar ingevoerd. Dit was een intensief en uitgebreid traject wat samen met afval inzamelbedrijf Circulus goed doorlopen is. Door veel communicatie met bewoners en uitleg op informatieavonden over de (financiële) consequenties aan de hand van rekenmodellen is er relatief weinig weerstand opgetreden. Niet iedereen was echter tevreden: vooral bij de gescheiden inzameling van GFT in de binnenstad en bij hoogbouw was er ontevredenheid. Dit kwam door de keuze om hiervoor alleen met minicontainers te werken, waardoor wegbrengen van GFT naar een ondergrondse container niet mogelijk is. De gemeente heeft wel veel ruimte geboden aan de bewoners om zelf met initiatieven te komen zolang de minicontainers per woning geregistreerd konden worden. Dit is goed opgepakt via diverse bewonersinitiatieven.
6.5 Marktontwikkelingen
Deventer heeft in het jaar van invoering een gemiddelde besparing van circa 25 euro per persoon gerealiseerd en een restafval reductie van 30%. Deventer kijkt tevreden op dit resultaat terug. Deventer wil nu vooral toewerken naar een hoger service niveau voor de grondstoffen.
Door de import van brandbaar afval uit het buitenland is vraag en aanbod momenteel meer in evenwicht en is prijsstabilisatie in de verwerkingstarieven opgetreden. Een verdere prijsdaling wordt nu niet meer door de markt verwacht. Hoe de verwerkingsprijs zich op langere termijn gaat ontwikkelen, is moeilijk te voorspellen. Naar verwachting zal op langere termijn overcapaciteit buiten werking wordt gesteld, wat kan leiden tot opwaartse prijsdruk. Van de andere kant moet de hoeveelheid restafval tussen nu en 2020 met 50% afnemen (VANG doel is 75% afvalscheiding). Wanneer deze doelstelling (deels) wordt gehaald, zal de bestaande overcapaciteit alleen maar toenemen.
Keuze in dienstverlening Op dit moment kiest de gemeente het inzamelsysteem voor haar bewoners. De gemeente Almere wil dit omdraaien en experimenteren met het omgekeerde: bewoners kunnen zelf een inzamelsysteem kiezen. Bij nieuwbouw gaat de gemeente hierover al in overleg met de (toekomstige) bewoners. In bestaande bouw wil de gemeente een proef uitvoeren waarbij bewoners zelf kunnen aangeven welke inzamelmiddelen zij willen. Hier staat dan wel een prestatieafspraak tegenover. Bewoners kunnen ook kiezen om geen afval te scheiden, maar daar hoort dan een prijskaartje en een speciaal gekleurde container bij.
6.5.1 Restafval In Nederland is in de afgelopen jaren als gevolg van de bouw van nieuwe afvalverbrandingsinstallaties en vermindering van het aanbod overcapaciteit in de restafvalverwerkingsmarkt ontstaan. Dit was voor gemeenten een gunstige ontwikkeling vanwege de sterke daling die is opgetreden in de verwerkingstarieven (daling van ca € 100,-/ton in 2008 naar ca € 50,-/ton nu). Het tarief in Amersfoort ligt met € 40,- per ton zelfs nog onder het marktgemiddelde. Dit tarief is vastgelegd tot 2018/2019. In veel nieuwe aanbestedingen wordt momenteel een prijsplafond van ca € 55,- per ton voor restafvalverwerking gehanteerd om een aantrekkelijk verbrandingstarief veilig te stellen.
De huidige overcapaciteit en lage tarieven hebben ook ongewenste neveneffecten: • door verminderde aanlevering van restafval komen sommige gemeenten in de knoei met hun leveringsverplichting. Onlangs heeft Attéro
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
•
enkele Brabantse gemeenten een miljoenenboete opgelegd vanwege een te lage geleverde hoeveelheid; duurzamere initiatieven (zoals nascheidingsinstallaties) komen voorlopig niet van de grond, omdat de verwerkingskosten (kosten voor sorteren e.d.) hoger liggen dan verbranding van afval. Dit scheelt momenteel (minimaal) een factor 2.
Het businessmodel van afvalverbrandingsinstallaties is mede door bovengenoemde ontwikkelingen aan het veranderen. Eerder vormden de verwerkingstarieven de primaire inkomstenbron. Nu is meer aandacht voor het terugwinnen van energie en materialen en vormen inkomsten hieruit een steeds belangrijkere bron van inkomsten. Het energetisch rendement van AVI’s wordt steeds hoger (ca. 30%) en metalen kunnen voor ca. 90% uit het restafval worden teruggewonnen. Veel AVI’s bekijken momenteel de mogelijkheden om ook andere materialen via voorscheiding terug te winnen. 6.5.2 GFT De totale hoeveelheid GFT-afval van huishoudens bedroeg in 2010 ongeveer 1,3 miljoen ton. Daarnaast produceerden bedrijven zo’n 0,3 miljoen ton vergelijkbaar organisch afval. Deze in totaal 1,6 miljoen ton wordt verwerkt in 22 inrichtingen in Nederland. Het merendeel van het GFT-afval wordt momenteel nog gecomposteerd. Recent heeft het ontwikkelen van vergistingsinstallaties voor GFT-afval een grote vlucht genomen. De huidige operationele vergistingscapaciteit in Nederland bedraagt in totaal ongeveer 400 kton. Verwacht wordt dat op termijn (na 2015) de GFT-vergistingscapaciteit zal toenemen tot in totaal ongeveer 1 miljoen ton. Op dit moment is er al sprake van een behoorlijke over-
juni 2014
49
Figuur 6.9 Verloop van de papierprijs 1999-2014
Figuur 6.10 Transitie van een lineaire naar een circulaire economie
capaciteit met betrekking tot GFT-compostering. De huidige overcapaciteit ten aanzien van composteren wordt in de nabije toekomst waarschijnlijk nog groter door de bouw van nieuwe GFT-vergistingsinstallaties, omdat er tegelijkertijd vaak ook een nacompostering (voor het digestaat) wordt gerealiseerd. In de markt wordt er momenteel gewaarschuwd voor een overcapaciteit aan GFT-vergistingsinstallaties. Het effect hiervan is de afgelopen jaren sterk zichtbaar geweest in de verwerkingstarieven: deze zijn meer dan gehalveerd waar de tarieven voor compostering voorheen tussen de € 50 en € 100,- per ton lagen, liggen deze momenteel rond de € 30,- per ton. Marktprijzen voor vergisting liggen iets hoger: tussen de € 30 en € 45,- per ton. Het verwerkingstarief van Amersfoort bevindt zich (tot en met 2019) met € 35,- per ton aan de onderkant van de bandbreedte. 6.5.3 Papier De hoeveelheid papier is de afgelopen jaren ten gevolge van de crisis en digitalisering afgenomen. In Nederland is dit de hoeveelheid sinds 2008 met 10 kg per inwoner afgenomen (van 69 naar 59 kg/inw). In Amersfoort is een daling van 11 kg opgetreden (van 65 naar 54 kg/inw). Deze trend kan zich de komende jaren voortzetten. Daarnaast is te zien dat de prijzen van papier, mede als gevolg van onzekerheden in de vraag, de afgelopen jaren behoorlijk heeft fluctueert. In 2009 lag de papierprijs kortstondig onder € 0,- per ton (kosten in plaats van opbrengsten) terwijl krap twee jaar later de papierprijs piekte op ruim € 150,- per ton. Dit maakt voor gemeenten een business case voor duurzaam afvalbeheer risicovol. Trend is dan ook dat gemeenten in aanbestedingen een garantieprijs vragen voor de
opbrengst van papier per ton.
6.6 Beleidsontwikkelingen
Kunststoffen De toepassing van (verpakkings-)kunststoffen en daarmee het afvalaanbod neemt nog altijd toe. Per jaar neemt de totale hoeveelheid kunststofverpakkingen met 1 tot 2% toe. Positieve producteigenschappen zoals recyclebaarheid, licht gewicht en vormgevingsmogelijkheden maken van kunststof een aantrekkelijk verpakkingsmateriaal. In Nederland ligt het gebruik van kunststof (waaronder kunststof voor verpakkingen) per hoofd van de bevolking op circa 110 kg per inwoner.
Circulaire economie Vanuit de Rijksoverheid wordt ingezet een brede en integrale aanpak waarbij de transitie naar een circulaire economie centraal staat. Dit is uitgewerkt in het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG). De ambitie is dat Nederland in 2020 een “hotspot van de circulaire economie” in de wereld is.
Binnen de Europese kunststoffenindustrie vormen biokunststoffen de snelst groeiende productgroep. De groeicijfers bedragen 10% of meer per jaar. Sommige biokunststoffen zijn composteerbaar en zouden bij het GFT afval kunnen. Andere biokunststoffen zijn niet composteerbaar. Op dit moment is het aandeel biokunststofverpakkingen nog gering (ca 1%). Wanneer het aandeel significant groter wordt, moet het afvalbeheer hierop inspelen. In Nederland gooien we per jaar ongeveer 26 miljoen kilo aan plastic tasjes weg. Per Nederlander is dat 1,6 kilo. Het Rijk en de EU zoeken naar maatregelen om deze hoeveelheid terug te brengen, zoals een verbod op gratis plastic tassen of de introductie van tassen van biokunststoffen. Glas Glasrecycling loopt in Nederland de laatste jaren terug. In 2012 werd nog 71 procent van de glasverpakkingen gerecycled. In 2011 was dat nog 82,75 procent en in 2010 zelfs 91,27 procent. Nedvang heeft nog geen adequate verklaring voor de daling gevonden
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
De circulaire economie is een economisch systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het behoud van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt en waardecreatie in iedere schakel van het systeem nastreeft. Waardevernietiging in het systeem – zowel economisch als ecologisch – wordt hiermee zoveel mogelijk voorkomen. De transitie naar een circulaire economie is een systeeminnovatie. Dit proces staat nog in de kinderschoenen. Bedrijven en overheden experimenteren momenteel met nieuwe business modellen (bijvoorbeeld gebaseerd op gebruik in plaats van op bezit) en inkoopprocessen (‘circulair inkopen’). Ook de gemeente Amersfoort doet met betrek-king tot het laatste hieraan mee: via de ondertekende Green Deal committeert de gemeente zich aan het uitvoeren van enkele pilot projecten op basis van circulair inkopen. Wanneer de transitie naar een circulaire economie daadwerkelijk vorm begint te krijgen, zal dat grote gevolgen hebben voor (huishoudelijk) afvalbeheer. Afvalbeheer is immers een schakel in de circulaire economie en een keten is zo sterk als de zwakste schakel. De gemeente Amersfoort (en ROVA) zullen de ontwikkelingen hierin daarom nauwgezet moeten volgen. Op dit moment zijn de consequenties echter nog onvoldoende te overzien.
juni 2014
51
Het Utrecht Sustainability Institute heeft een stappenplan ontwikkeld voor een circulaire stad. Uitgangspunt van een circulaire stad is dat alle grondstofstromen na gebruik opnieuw gebruikt worden voor nieuwe producten en diensten. Het gaat daarbij niet alleen om huidige afvalstromen zo goed mogelijk in de kringloop terug te brengen, maar ook om het herontwerpen van materiaalen productketens om volledige kringloopsluiting mogelijk te maken. Voor steden levert dit zowel directe voordelen op, zoals: milieuwinst, kostenbesparing en extra waardecreatie, alsook indirecte baten in de vorm van extra werkgelegenheid, nieuwe bedrijvigheid en innovatie. Afschaffing statiegeld per 2015 Waarschijnlijk zal de statiegeldverplichting voor grote PET-flessen komen te vervallen. Hierover loopt een vrijwel permanente discussie over de voor- en nadelen van het statiegeldsysteem. Op 11 juni 2014 heeft de staatssecretaris aangegeven dan in 2015 statiegeld op PET-flessen nog niet wordt afgeschaft, omdat nog niet aan alle voorwaarden is voldaan. In 2015 bekijkt de staatssecretaris het dossier opnieuw en wordt duidelijk of statiegeld vanaf 2016 wordt afgeschaft. Vanaf het moment van afschaffing, zullen gemeenten de inzameling van deze afvalstroom op zich moeten nemen. Dit kan met aparte PET-bakken of samen met de andere kunststofstromen. Voor Amersfoort gaat het naar schatting om ruim 6 miljoen flessen. Qua tonnage is dit iets minder dan de huidige hoeveelheid kunststof verpakkingsafval die in 2012 in Amersfoort werd ingezameld. Qua volume is dit bijna een twee keer zo grote hoeveelheid. Afschaffing van het statiegeld heeft dus grote gevolgen (voor de benodigde capaciteit) voor de gescheiden kunststof-inzameling. Omdat PET een hoge waarde heeft (statiegeld PET ca € 700,- per
ton) en PET-flessen makkelijk te sorteren is, zouden de financiële implicaties positief kunnen zijn. Vergoeding drankenkartons Op basis van de resultaten van de pilots met drankenkartons die in 2013 in enkele tientallen gemeenten zijn uitgevoerd, gaat de Staatsecretaris van I&M in overleg met de gemeenten en het verpakkende bedrijfsleven om te bepalen of en hoe gescheiden inzameling uitgevoerd kan worden. In de voorbereiding van dit overleg heeft het verpakkende bedrijfsleven een aanbod gedaan om vanaf januari 2015 de gemeenten voor het gescheiden inzamelen van drankenkartons een vergoeding te betalen. Door dit te doen op een redelijk niveau, voor een periode van drie jaar, ontstaat er duidelijkheid in de markt over de mogelijkheden voor deze stroom. De voorwaarden voor het vergoeden, de hoogte van de vergoeding en de ambitie worden met de partijen die de raamovereenkomst hebben ondertekend nader uitgewerkt. Gemeenten krijgen ketenverantwoordelijkheid kunststofafval In het kader van de producentenverantwoordelijkheid regisseert de stichting Nedvang nu nog de gescheiden inzameling en de verwerking van verpakkingsafval waaronder kunststof, papier en glas. Vanaf 2015 hebben gemeenten zelf de verantwoordelijkheid om de hele keten voor inzameling, transport en verwerking van kunststof verpakkingsafval te regelen. Hier staat wel een vergoeding tegenover. Om dit te regelen, werkt de gemeente Amersfoort momenteel samen in AVU-verband met zeven andere samenwerkingsverbanden aan een aanbesteding voor de sortering en vermarkting van het kunststof verpakkingsafval.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
Belasten restafval Op dit moment wordt nagedacht over de herintroductie van een afvalstoffenbelasting (ministerie van Financiën). Er is een sterke lobby gaande onder verschillende partijen in de afvalbranche om geen algemene afvalstoffen-belasting, maar een restafvalbelasting in te voeren. Een dergelijke ‘restafvaltaks’ stimuleert bedrijven, burgers en gemeenten om afval beter te scheiden, zodat het hergebruikt kan worden. Het kabinet wil met een afvalstoffenbelasting dit jaar 25 miljoen euro ophalen en vanaf 2015 100 miljoen euro per jaar. Omgerekend naar de totale hoeveelheid restafval in Nederland komt dit op een bedrag van € 20,- per ton restafval. Op basis van de huidige hoeveelheid restafval van de gemeente Amersfoort zou het op jaarbasis in totaal om een bedrag van zes tot zeven ton gaan. Voedselverspilling Voedselverspilling kan de laatste tijd rekenen op toenemende aandacht. Ongeveer 14% van de boodschappen in Nederland belandt ongebruikt in de vuilnisbak. De jaarlijkse voedselverspilling per Nederlandse consument ligt op ongeveer 47 kilo. Nederlandse consumenten gooien ieder jaar voor zo’n € 2,5 miljard aan voedsel weg. Dat is ruim € 150 per persoon. Omgerekend gaat het ook voor Amersfoort om grote hoeveelheden (ca 7 miljoen kilo en € 22 miljoen). De overheid wil onnodige verspilling van voedsel verminderen. Hierbij heeft de Rijksoverheid als doel gesteld om de voedselverspilling in 2015 met 20% te verminderen (t.o.v. 2013). Gemeenten kunnen hierin ook een rol spelen.
juni 2014
53
7. Aandachtspunten en aanbevelingen In onderstaande tabel staat een overzicht van aanbevelingen die de geconsulteerde gemeenten hebben gedaan aan de gemeente Amersfoort. Technisch
Organisatorisch/proces
Diftar invoeren, maar liever met OGC i.p.v. zakken (Maastricht)
Lid zijn van de NVRD (Sittard-Geleen)
Financieel
Hoe om te gaan met het MKB in de binnenstad? Kunnen Regionale opschaling (Sittard-Geleen) deze gebruik maken van dezelfde inzamel-voorzieningen als bewoner?
Schaalvoordelen van regionaal oppakken (gezamenlijke contracten zoals in Limburg met de ASL)
Eerst voorzieningen op peil, daarna pas communiceren met bewoners of grote wijzigingen doorvoeren (Apeldoorn)
Je moet alle stappen doorlopen, incl. vallen en opstaan (Maastricht)
Denk goed na over de presentatie van de financiële gevolgen aan de bewoners (Deventer)
Vervlechten van publiek en privaat afval inzamelen. Koppeling tussen deze twee stromen is beter, twee afzonderlijke systemen leiden tot geen optimale situatie (gelet op circulaire economie)
Zet niet allemaal verschillende afval-bedrijven (Sita, ROVA, etc) in die op verschillende tijden komen ophalen. ROVA heeft andere contracten overgenomen (Zwolle)
Het lijkt een open deur, maar heldere financiële afspraken maken, vastleggen van rolverdeling is hierin fundamenteel. Belangen van gemeente en publieke organisatie zijn niet per definitie gelijk
Hou beeldkwaliteit in relatie tot afvalinzameling in de gaten (Venlo)
Heb het lef om veranderingen door te voeren, bijvoorbeeld Diftar (Apeldoorn en Utrecht)
Pas op met de anonimiteit van verzamelcontainers (Pijnacker-Nootdorp) en verstrek pasjes om onterecht gebruik te voorkomen (Arnhem, Groningen)
Doe mee aan benchmark (Apeldoorn)
Staar je niet blind op stedelijkheids-klasse bij benchmarking (Utrecht)
Realiseer bestuurlijk draagvlak, inclusief tips en ervaringen beschreven (Venlo)
Hou rekening met loopafstanden bij OGC’s want die hebben mogelijk hoge impact op kosten en inzamelfrequenties (Utrecht)
Koopavonden voor milieustraten georganiseerd maar dit werkte niet, dus ook niet teveel luisteren naar de burger (Den Bosch)
Pas op met investeringen in OGC als je met omgekeerd inzamelen (en dus beter scheiden van afval) wellicht een overcapaciteit op de lange termijn creëert (Alphen)
Timing van heroverwegen (bij milieupark, restafvalcontainers, nieuw contract)
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
55
8. Conclusies Prestatie afvalscheiding Vergelijking van de scheidingsprestaties van de gemeente Amersfoort en die van de geconsulteerde gemeenten laten zien dat de prestaties van Amersfoort min of meer in lijn zijn met die van gemeenten met vergelijkbare kenmerken. Wel zijn er enkele gemeenten die aanzienlijk hogere scheidingsprestaties realiseren. Deze gemeenten hebben een keuze gemaakt voor een specifieke inzamelstructuur welke bronscheiding bij bewoners stimuleert of faciliteert. Uit de consultatie blijkt dus dat er voor de gemeente Amersfoort voldoende mogelijkheden zijn om de doelstelling voor 2020 (75% afvalscheiding) te realiseren. Eerste slag: meer afvalscheiding door inzamelsysteem Vrijwel alle geconsulteerde gemeenten geven aan te werken aan verbetering van afvalscheiding. Enkele hebben de afgelopen jaren al een flinke slag gemaakt, terwijl anderen aan de vooravond staan om deze slag te maken. De geconsulteerde gemeenten hanteren verschillende strategieën om een slag te realiseren. Het inzamelsysteem speelt hierin een centrale rol. De strategieën hebben als belangrijkste kenmerken bronscheiding aantrekkelijker en het aanbieden van restafval juist onaantrekkelijker. Door deze eerste slag zijn scheidingspercentages tot circa 70% realiseerbaar.
Resultaten van inzamelstrategieën voor verhoging afvalscheiding Meest voorkomende inzamelstrategieën om scheiding te bevorderen zijn “diftar” en “omgekeerd inzamelen”. Vijf van de geconsulteerde gemeenten werken momenteel met een diftar systeem. Deze gemeenten halen een circa 10 tot 20% hogere scheidingsprestatie. Dit resultaat kan vaak al binnen een jaar worden behaald (voorbeeld is Deventer). Zeven gemeenten zijn bezig met pilots of de invoering van omgeveerd inzamelen. Uit de (voorlopige) resultaten blijkt dat via omgekeerd inzamelen eveneens een circa 10 tot 20% betere scheidingsprestatie behaald kan worden. Er wordt door individuele gemeenten ook geëxperimenteerd met andere inzamelstrategieën, zoals Afval Anders of Afval Loont. Ook hiermee worden goede resultaten geboekt in de ordegrootte van 5 tot 10% extra afvalscheiding. Innovaties en ontwikkelingen Het afvalbeheer is momenteel volop in ontwikkeling. Op diverse fronten wordt gewerkt aan innovaties. Deze zijn bijvoorbeeld gericht op hoogwaardigere verwerking van afvalstromen. Ontwikkelingen met betrekking tot nascheidingstechnieken zijn zodanig dat gemeenten in ieder geval op de middellange termijn (tot 2020) grotendeels aangewezen zullen zijn op bronscheiding om de doelen met betrekking tot afvalscheiding te realiseren. Ook op beleidsmatig vlak zijn er diverse ontwikkelingen die implicaties
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
zullen hebben op het gemeentelijk afvalbeheer. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de mogelijke afschaffing van statiegeld, introductie van bronscheiding van drankenkartons, transitie naar een circulaire economie, het belasten van de verwerking van restafval of maatregelen om voedselverspilling tegen te gaan. Tweede slag: meer afvalscheiding door intensieve samenwerking met bewoners Op de lange termijn is de landelijke doelstelling (en ook die van enkele gemeenten) om “afvalloos” te worden. Dit houdt is dat al het afval opnieuw als grondstof kan worden ingezet en niet meer verbrand hoeft te worden. De geconsulteerde gemeenten geven aan om tot deze volgende slag te komen (richting afvalloos), wijzigingen in het inzamelsysteem alleen onvoldoende zijn. Hiervoor is een veel grotere inzet van en samenwerking met bewoners vereist. Veel gemeenten vragen zich af hoe deze interactie vormgegeven kan worden. Via aanpassingen in het fysieke afvalbeheersysteem - gecombineerd met communicatie- en participatietrajecten – zoeken gemeenten naar mogelijkheden om bewoners tot de gewenste gedragsverandering aan te zetten en te motiveren tot een zeer hoge afvalscheidingsprestatie. Dit is op dit moment een zoektocht voor bijna alle gemeenten. Gemeente Horst aan de Maas (haalt nu al >95% scheiding) laat zien dat dit wel mogelijk is)!
juni 2014
57
Laan 1914 nr. 35 Postbus 1132 3818 EX Amersfoort
www.rhdhv.com Gemeente Amersfoort BD1607-101-100/ MD-AF20140728
internet
client
number
definitief
versie
juni 2014
datum
Paul Mul, Jantine Zwinkels, Wim van Lierop Cees Riksen, Lars van Doremalen Ir. P. (Paul) Mul
auteurs bijdragen projectleider
+31 88 348 30 61
telefoon
+31 6 29 09 83 18
mobiel
[email protected]
e-mail
Paraaf projectmanager
© HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
Ir. W. (Wim) van Lierop 18 juni 2014
naam datum
juni 2014
59