Resultaatrapportage Brede School Academie Overvecht 2013 (bijgestelde versie)
Resultaatrapportage Brede School Academie Overvecht 2013 (bijgestelde versie)
Opdrachtgever: BSA Overvecht Utrecht, december 2013 © Oberon Postbus 1423 3500 BK Utrecht tel. 030-2306090 fax 030-2306080 e-mailadres:
[email protected]
Oberon – Resultaatrapportage Brede School Academie Overvecht 2013
3
Inhoudsopgave Samenvatting ......................................................................................................................................... 4 1
Inleiding .......................................................................................................................................... 7
2
Algemene gegevens over BSA-Overvecht leerlingen ................................................................ 8
3
De taalprestaties ............................................................................................................................ 9 3.1 De taalprestaties in groep 6, 7 en 8 ......................................................................................... 9 3.2 De ontwikkeling in taalprestaties ............................................................................................ 11
4
Eindtoetsscores van BSA-leerlingen en plaatsing in het VO .................................................. 16
Oberon – Resultaatrapportage Brede School Academie Overvecht
4
Samenvatting en Beschouwing Inleiding De Brede School Academie Overvecht wil graag zicht hebben en houden op de prestaties van haar leerlingen. Zij heeft daarom Oberon in 2012 gevraagd een resultaatrapportage te leveren en in 2013 opnieuw.1 Voor de voorliggende 2013-rapportage hebben wij gebruik gemaakt van gegevens die door de BSA zijn aangeleverd: een bestand met toetsgegevens en aanvullende informatie over tussentijdse in- en uitstroom van leerlingen. De toetsgegevens zijn oorspronkelijk afkomstig van de 11 basisscholen waarop de kinderen zitten: de toetsen zijn daar afgenomen, nagekeken en ingevoerd. Vervolgens opgevraagd door de BSA , ingevoerd in het eigen administratiesysteem en vervolgens in een exportbestand geleverd aan Oberon. Dit bestand hebben we gecombineerd met gegevens die afkomstig zijn uit de Utrechtse Onderwijsmonitor. We beschikken niet over toetsscores van leerlingen in het VO, dus rapporteren alleen over het BO en over de plaatsing in het VO. De BSA Overvecht is gericht op een selectie van leerlingen uit groep 6, 7 en 8 en leerjaar 1 VO (zgn. onderpresteerders en high-potentials)2. Per groep nemen ca. 30 leerlingen deel. Hoofddoel van de BSA is het verbeteren van het Begrijpend Lezen en de academische werkhouding van leerlingen. 3 Om daarmee een zo hoog mogelijke doorstroom naar VO en Hoger onderwijs te krijgen en leerlingen daar ‘goed geprepareerd’ te laten instromen. We geven kort de belangrijkste bevindingen weer en maken een korte beschouwing op de resultaten.4
Taalprestaties We constateren bij de BSA-leerlingen dat zij gedurende hun deelnameperiode een relatief sterke stijging in de scores op Begrijpend Lezen laten zien (net als we in 2012 constateerden). Zij boeken beduidend meer vooruitgang dan landelijk gemiddeld is in deze periode. Bij aanvang in groep 6 scoorden zij ongeveer op het landelijk gemiddelde (daar werden zij in de loop van groep 5 ook op geselecteerd). In groep 7 scoren zij relatief hoger dan landelijk gemiddeld en in groep 8 weer een slag hoger. In 2012/13 blijken de leerlingen in groep 8, dit is de eerste groep die 3 jaar BSA heeft voltooid, op Begrijpend Lezen gemiddeld een ‘geschatte percentielscore’ van 79% te behalen. Zij behoren daarmee gemiddeld bij de 25% beste lezers van Nederland (het A-niveau in Cito-termen). Voor het scoreverloop op Woordenschat is een dergelijke ontwikkeling niet te zien. We constateren een grillig verloop in de gemiddelde scores, ze schommelen in de loop van de BSA-deelname rond het landelijk gemiddelde. Het (nieuwste) cohort 2012/13 scoort in groep 7 en 8 iets boven het landelijk gemiddelde en de jaren daarvoor iets eronder. De verschillen zijn echter maar klein.
Eindtoetsscores en plaatsing in het VO Van het meest recente cohort leerlingen (de leerlingen in groep 8 in 2012/13) zijn helaas nog geen eind- en doorstroomgegevens beschikbaar. Dit is de eerste groep die de BSA volledig heeft gevolgd, 1 2 3 4
Zie: Resultaatrapportage Brede School Academie, Oberon, 2012. Oberon voerde al een aantal jaren de Utrechtse onderwijsmonitor uit, waarbij toetsresultaten van alle Utrechtse scholen werden verzameld. Geoperationaliseerd als leerlingen met een gemiddelde taalprestatie en een hogere rekenprestatie, goed gemotiveerd en geen gedragsproblemen. Op academische werkhouding wordt (wellicht nog?) niet gemonitord. Voor deze Bijgestelde rapportage is de beschouwing toegevoegd, verder zijn er geen verschillen met de eerdere rapportage.
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
5
vanaf groep 6, dus het is zeker relevant om hun instroom in het VO en de loopbanen in het VO te volgen. Immers de BSA beoogt leerlingen goed geprepareerd aan te leveren aan te leveren (een aanbeveling aan het BSA). We hebben wel informatie van de twee jaargangen daarvoor, van leerlingen die twee, resp. één jaar BSA volgden. De Cito-eindtoetsscore lag in beide jaren gemiddeld op HAVO-niveau. Bij de meeste leerlingen past het VO-advies goed bij de Cito-eindtoetsscore, naar schatting een kwart kreeg een hoger VO-advies dan op grond van hun Cito-score verwacht mocht worden. De meeste leerlingen met een HAVO-advies zijn doorgestroomd naar een HAVO/VWO-brugklas. De leerlingen met een VMBOTL-advies naar een VMBO-TL/HAVO-brugklas. De kleinere groep leerlingen met een VWO- of Gymnasiumadvies stroomt in op dat niveau.
Conclusie In 2012 constateerden we dat BSA-leerlingen na enkele jaren BSA-deelname beduidend meer vooruitgang op Begrijpend Lezen boekten dan de landelijk gemiddelde stijging. In 2013 wordt dit beeld bevestigd. De groep 8-leerlingen, de eerste groep leerlingen die drie jaar lang BSA volgden, scoren een ‘geschatte percentielscore’ van 79%. Daarmee behoren ze gemiddeld tot de 25% hoogst scorende leerlingen in Nederland (het A-niveau in Cito-termen). De scores op Woordenschat zijn veel grilliger en kennen geen duidelijke progressie. Het nieuwste cohort haalt iets hogere scores, maar de verschillen zijn erg klein. De eerste BSA-groepen die doorstroomden naar het VO, behaalden een gemiddelde Citoeindtoetsscore op HAVO-niveau. Van het meest recente cohort, dat drie jaar lang BSA heeft gevolgd, zijn deze gegevens nog niet binnen. We adviseren de BSA om deze gegevens te verzamelen en te volgen, evenals de verdere loopbaan in het VO. Dit is belangrijke informatie om één van de BSAdoelstellingen, het goed prepareren van leerlingen voor het VO, te kunnen volgen.
Beschouwing Er is sprake van een o.i. opmerkelijk forse vooruitgang op Begrijpend Lezen in 3 jaar tijd en geen/nauwelijks vooruitgang op Woordenschat. Het verschil in ontwikkeling tussen de scores op Begrijpend Lezen en die op Woordenschat is moeilijk te verklaren. Evenals de grillige ontwikkelingen in de scores Woordenschat. We zien dat vaker terug bij taalonderzoeken en ook landelijk wordt discussie gevoerd over de constatering dat inspanningen op het gebied van woordenschatontwikkeling vaak niet direct zichtbaar worden in de resultaten op woordenschattoetsen.5 Waar kan de opmerkelijke vooruitgang in de scores op Begrijpend Lezen door worden verklaard? We kunnen hier geen exacte uitspraken over doen. In voorliggende rapportage is uitsluitend een (relatief eenvoudige) beschrijving gemaakt van de ontwikkeling in toetsscores van BSA-leerlingen, het betreft geen effectevaluatie met bv. controlegroepen. We kunnen wel op een rij zetten welke factoren mogelijk een rol kunnen spelen en onze professionele opinie/inschatting daarbij vermelden: 1. De specifieke selectie van leerlingen: in groep 5 bovengemiddeld scorend op rekenen, ondergemiddeld op taal, niet teveel gedragsproblemen en gemotiveerd om de BSA te volgen. De vraag is hoe de toetsscores van deze leerlingen zich zonder BSA zouden ontwikkelen. Dat kunnen we niet exact vaststellen. We hebben wel een vergelijkende analyse kunnen uitvoeren ten aanzien van de selectiecriteria op toetsprestaties. We selecteerden een grote groep onderpresteerders uit een databestand van een andere gemeente, met dezelfde toetscriteria als 5
Zie voor een toelichting bijvoorbeeld het artikel ‘Werken aan woordenschat’ (M.Hilte, S.van Berkel en I.Groenen, maart 2012).
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
6
de BSA. Deze leerlingen bleken in groep 8 iets hoger te scoren op Begrijpend Lezen dan in groep 6, maar zij scoorden nog altijd ondergemiddeld. 6 2. Het ‘pygmalion-effect’. In de BSA-aanpak zijn leerlingen geselecteerd –gemiddeld twee per klasen benoemd als ‘bijzonder’, ‘meer in hun mars hebbend’. Dit kan hebben doorgewerkt in een intensievere en positievere interactie van de leerkracht met het kind op de reguliere scholen, dus in het ‘normale’ onderwijs dat de kinderen volgden, waardoor uiteindelijk de prestaties daadwerkelijk beter werden. 3. Een ‘pygmalion-variant’ in de thuissituatie. Ook ouders hebben in de BSA-aanpak te horen gekregen dat hun kind ‘bijzonder’ was, ‘getalenteerd’ en wellicht is dit van invloed geweest op hun interactie ten aanzien van het kind: meer motiverend en meer ondersteunend (vanuit de BSA is overigens geen specifiek ondersteunend materiaal of instructies aan ouders verstrekt). 4. Het BSA-onderwijs zelf tot slot. BSA-leerlingen volgden iedere week 3 jaar lang 2 namiddagen extra onderwijs op de BSA-voorziening. Een voorziening waar een soort van ‘rigoreus kwaliteitsbeleid’ is ingevoerd: zeer hoge eisen aan het instructiegedrag van de leerkrachten, een sterk doordacht professioneel curriculum, zeer efficiënte omgang met onderwijstijd, sterk leiderschap e.a. We zien vele kenmerken uit schooleffectiviteitsonderzoek daadwerkelijk gerealiseerd in de praktijk.7 Of, en in welke mate, het BSA-onderwijs zelf en/of de uit de BSA-aanpak voortvloeiende (pygmalion)effecten op het reguliere onderwijs en op de thuissituatie, bijdragen aan de opmerkelijke stijging in de leesprestaties kunnen we, nogmaals, niet exact vaststellen. Op basis van onze expertise schatten wij wel in dat een groot deel van de stijging in prestaties kan worden verklaard door het BSAonderwijs zelf.
6
7
Er is een analyses gemaakt op 10 jaargangen leerlingen, waaruit 642 leerlingen zijn geselecteerd met in groep 5 op Begrijpend Lezen een C- of D-score en op rekenen een A- of B-score (de toetscriteria van een BSA-leerling). Deze leerlingen scoorden in groep 6 op Begrijpend Lezen gemiddeld op percentielscore 38% en in groep 8 42%. Een stijging dus met 4 percentielpunten. Vanuit de landelijke begeleidingstaken vanuit OTV hebben de onderzoekers diverse malen lessen bezocht en geobserveerd, leerkrachten en leerlingen geïnterviewd, de coördinator gesproken en het curriculum geanalyseerd.
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
1
7
Inleiding
In de wijk Overvecht in Utrecht staan 11 basisscholen die gezamenlijk de Brede School Overvecht vormen. De coördinatoren hiervan besloten in de zomer van 2009 om deel te gaan nemen aan de subsidieregeling Onderwijstijdverlenging van het ministerie van OCW (vgl. www.onderwijstijdverlenging.nl).8 Zij wilden extra aandacht gaan geven aan de mogelijke onderpresteerders en high-potentials op de 11 scholen. Leerlingen met een havo- of vwo-potentie, maar die nog wel moeite hadden met de Nederlandse taal. Zij ontwikkelden daarvoor het concept van de Brede School Academie (BSA) en ontvingen voor vier jaar subsidie van OCW. Voorwaarde van de subsidieregeling was dat er ook aandacht moest zijn voor de PO-VO-overgang en dat het VO moest participeren. De betreffende coördinatoren ondersteunden dit idee en trokken het concept van de BSA door naar het VO: het Gerrit Rietveld College (tl/havo/vwo) is gaan deelnemen met o.a. een speciale BSA-klas en later zijn ook de gymnasia bij de samenwerking betrokken. Ook werd in het tweede jaar aanvullend een zomerschool taal ontwikkeld voor groep 6 en 7 en een zomerschool POVO voor groep 8. Aan de BSA neemt een selectie van kinderen deel uit de groepen 6, 7 en 8 van het basisonderwijs en een selectie van brugklasleerlingen op de vo-scholen. De selectie betrof potentiële onderpresteerders en highpotentials (ca. 2 leerlingenn per klas). Zij zijn geselecteerd op grond van prestaties (een hoge rekenprestatie en een gemiddelde taalprestatie), gedrag en motivatie. Qua taalprestaties scoorden deze jongeren dus op ongeveer landelijk gemiddelde niveau , vergelijkbaar met theoretische leerweg/havo (mavo/havo). Doelstelling van de BSA was om zoveel mogelijk van deze jongeren op het HAVO, VWO en Gymnasium te krijgen en ze daar ‘goed geprepareerd’ af te leveren. De focus van de Brede School Academie ligt daarom sterk op bevordering van het begrijpend Lezen en op het bevorderen van een academische werkhouding. De deelnemende basisschoolkinderen volgen twee maal per week in de namiddag de BSA op een aparte centrale lokatie in de wijk. Binnen het Gerrit Rietveld College is een apart BSA-lokaal ingericht waarin kinderen extra onderwijs volgen. Vanaf 2010 is aanvullend een extra week zomerschool (taal voor groep 6/7 en POVO voor groep 8) aangeboden aan BSA-leerlingen, ongeveer de helft van hen neemt daaraan deel. De BSA wil graag zicht hebben en houden op de prestaties van haar leerlingen. Zij heeft daarom Oberon in 2012 gevraagd een resultaatrapportage te leveren en in 2013 opnieuw.9 Voor de voorliggende 2013-rapportage hebben wij weer gebruik gemaakt van gegevens die door de BSA zijn aangeleverd: een bestand met toetsgegevens en aanvullende informatie over tussentijdse in- en uitstroom van leerlingen. De toetsgegevens zijn oorspronkelijk afkomstig van de 11 basisscholen waarop de kinderen zitten: de toetsen zijn daar afgenomen, nagekeken en ingevoerd. Vervolgens opgevraagd door de BSA , ingevoerd in het eigen administratiesysteem en vervolgens in een exportbestand geleverd aan Oberon. Dit bestand hebben we gecombineerd met gegevens die afkomstig zijn uit de Utrechtse Onderwijsmonitor. We beschikken niet over toetsscores van leerlingen in het VO, dus rapporteren alleen over het BO en over de plaatsing in het VO. Achtereenvolgens komen aan bod: algemene gegevens over BSA-leerlingen; de taalprestaties in groep 6, 7 en 8; eindtoetsscores van BSA-leerlingen en plaatsing in het VO.
8 9
Een regeling voor extra uren taal- en rekenonderwijs voor achterstandsleerlingen. Zie: Resultaatrapportage Brede School Academie, Oberon, 2012. Oberon voerde al een aantal jaren de Utrechtse onderwijsmonitor uit, waarbij toetsresultaten van alle Utrechtse scholen werden verzameld.
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
2
8
Algemene gegevens over BSA-Overvecht leerlingen
Aan de BSA nemen leerlingen deel uit groep 6, 7 en 8 en uit de brugklas van het VO. De BSA omvat klasjes van 15 leerlingen die twee maal per week extra onderwijs ontvangen van één leerkracht. Voor iedere groep zijn 2 klasjes gevormd. In tabel 1 staan de aantallen betrokken basisschoolleerlingen vermeld. Tabel 1
Aantal deelnemende leerlingen aan de BSA, 2011/2012 en 2012/2013
groep/klas
2011/2012
2012/2013
aantal
aantal
groep 6
32
29
groep 7
31
30
groep 8 totaal
31 94
30 89
Naast deze leerlingen nemen ook ieder jaar ca. 10-15 leerlingen uit de brugklas VO deel aan de BSA. In totaal zijn er dus jaarlijks zo’n 100 a 110 leerlingen aan de BSA-Overvecht.10 In principe kunnen leerlingen de BSA volgen vanaf groep 6 t/m leerjaar 1 VO. Omdat de BSA (na enig proefdraaien in 2009/2010) in 2010/11 is gestart, heeft in 2012/13 de eerste groep leerlingen daadwerkelijk drie jaar lang BSA gevolgd: de leerlingen in groep 8. Er is sprake van een heel geringe uitval: jaarlijks vallen 1 a 2 leerlingen per groep af, die meestal tussentijds worden vervangen door nieuwe leerlingen (er is een wachtlijst gevormd). Zeker voor een stad als Utrecht en een wijk als Overvecht ligt dit laag, omdat er relatief veel verhuizingen plaatsvinden. De uitvalreden betrof in een grote meerderheid van de gevallen ook een ‘verhuizing’, aldus de in- en uitstroominfo van de BSA zelf. De leerlingen zijn ongeveer evenredig verdeeld naar sekse: evenveel jongens als meisjes. Alle leerlingen zijn van allochtone origine. Qua gewichtenverdeling (het landelijke achterstandscriterium gebruikt in het onderwijs, gebaseerd op het opleidingsniveau van de ouders) heeft ongeveer de helft van de kinderen een gewicht (in Tabel 2 staan de exacte gegevens). Tabel 2
Verdeling leerlinggewichten in de BSA groep 6, 7 en 8, 2011/2012 en 2012/2013 2011/2012
gewicht
2012/2013 11
aantal
percentage
aantal
percentage
0,0
44
47
51
57
0,30
4
4
4
4
1,20 totaal
46 94
49 100
34 89
38 101
*
Bron: monitor Utrecht en gegevens BSA. Aantallen zijn inclusief leerlingen die in een schooljaar tussentijds zijn in- of uitgestroomd en exclusief leerlingen op het Gerrit Rietveld.
10
In 2012/13 is de BSA ook in een aantal andere wijken in Utrecht opgestart. Vanwege afrondingsverschillen kan het voorkomen dat percentages niet altijd optellen tot 100 procent.
11
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
3
9
De taalprestaties
De BSA is voornamelijk gericht op bevordering van het begrijpend lezen en van een academische werkhouding. Wat de laatste betreft beschikken we niet over monitorgegevens, wat begrijpend lezen betreft wel. De 11 basissscholen waarvan de leerlingen afkomstig zijn, nemen jaarlijks toetsen uit het Cito-Volgsysteem af en de BSA heeft de toetsgegevens van de BSA-deelnemers opgevraagd bij deze scholen. In dit hoofdstuk presenteren we de scores op de toetsen Begrijpend Lezen en op Woordenschat. Ook op Woordenschat omdat de ontwikkeling van een ruime woordenschat van belang is. Nadruk van de BSA, ook in het curriculum, ligt echter op bevordering van het Begrijpend Lezen, dat door de betrokkenen als cruciaal wordt beschouwd voor een succesvolle schoolloopbaan in het VO en het Hoger onderwijs. We presenteren in dit hoofdstuk eerst de scores van alle BSA-Overvecht-kinderen in 2012/13 en in 2011/12 (par. 2.1). Vervolgens presenteren we cohortgegevens: hoe ontwikkelden zich de scores van de BSA-deelnemers in de loop der jaren (par. 2.2).
3.1
De taalprestaties in groep 6, 7 en 8
We beginnen met een presentatie van de scores op Begrijpend Lezen en vervolgens Woordenschat. Een deel van de leerlingen nam de oude toetsen van het Cito-volgsysteem af, een ander deel de nieuwe. Lastig is dat de uitkomsten hiervan, die worden vertaald in vaardigheidsscores, op verschillende schalen liggen, dus onderling niet vergelijkbaar zijn. Wat wel vergelijkbaar is, is de percentielscore: hoe scoort een leerling t.o.v. andere leerlingen in dat jaar (een schaal van 0-100%). We nemen de percentielscores van de leerlingen die de oude toets scoorden en die de nieuwe toets scoorden tezamen en geven zo een totale percentielscore van de gehele groep. Om vaardigheidsscores om te zetten naar deze percentielscores zouden we idealiter over een exacte omzettabel per score moeten beschikken, maar dergelijke tabellen zijn niet beschikbaar (worden door het Cito ook niet vrijgegeven). Een deel van de omzetgegevens is wel beschikbaar (voor de kenners: de A t/m E en I t/m V-grenzen) en die hebben we gebruikt om zo nauwkeurig mogelijk de juiste percentielscore in te schatten. We noemen het dan ook ‘geschatte percentielscores’ (de foutmarge schatten we in op 1% eronder of erboven). Begrijpend Lezen We presenteren in Tabel 3 de scores op Begrijpend Lezen van groep 6, 7 en 8. Zowel voor het meest recente jaar waarover we beschikken, 2012/13, als voor het jaar daarvoor. Ter verheldering: voor groep 6 presenteren we de aantallen leerlingen waarover we een toetsgegeven hebben (‘N’), vervolgens de gemiddelde score die deze leerlingen behaalden (‘Vaardigheidsscore’) en vervolgens de bijbehorende percentielscore (‘Geschatte percentielscore’). In de kolom van groep 8 zien we terug dat een deel van de leerlingen in 2011/12 de oude toets maakte (9 leerlingen) en de anderen de nieuwe toetsen (11 leerlingen). Tabel 3.
Begrijpend lezen: gemiddelde vaardigheidsscore en geschatte percentielscore per Groep. Groep 6
jaar
toets
N
Vaardigheids score
2011/ oud 2012 nieuw
-
-
28
31.1
2012/ oud 2013 nieuw
-
-
26
35.5
Groep 7 Geschatte percentiel score
44 58
N
Vaardigheids score
-
-
26
48.7
-
-
28
50.4
Groep 8 Geschatte percentiel score
60 65
N
Vaardigheids score
9
62.6
11
62.5
-
-
26
65.2
Geschatte percentiel score
72 79
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
10
We trekken enkele conclusies: Uit de aantallen (de N) zien we terug dat in elke groep de scores van 2 a 3 leerlingen ontbreken (vgl . met Tabel 1). Dit hangt vermoedelijk samen met de tussentijdse in- en uitstroom van zo’n 1 a 2 leerlingen per groep waardoor scores ontbreken in het bestand en daarnaast de nonrespons/niet-levering van een school van de toetsscore van een enkele BSA-deelnemer. De BSA-leerlingen in groep 6 scoren rond het landelijk gemiddelde op Begrijpend Lezen (percentielscores 44 en 58). Dat is logisch, want daar zijn ze in de loop van groep 5 ook op geselecteerd en na enkele maanden BSA-onderwijs is daar geen verandering in te verwachten. De BSA-leerlingen in groep 7 scoren relatief hoger dan de leerlingen in groep 6: 60 en 65%. De BSA-leerlingen in groep 8 scoren relatief weer hoger dan die in groep 7: 72 en 79%. Ofwel zij behoren gemiddeld genomen bij de betere lezers in Nederland. In termen van de Cito-indeling A t/m E scoren de leerlingen in groep 8 in 2012/13 op het hoogste niveau: A (de 25% hoogst scorende leerlingen). In termen van de Cito-indeling I t/m V scoren zij precies tussen I en II in (I zijn de 20% hoogst scorende leerlingen). Woordenschat De scores voor Woordenschat hebben we op dezelfde wijze op een rij gezet. In Tabel 4 presenteren we de scores van leerlingen in groep 6, 7 en 8, in het afgelopen schooljaar 2012/13 en in het jaar daarvoor. Zie voor meer uitleg over de tabel de toelichting bij Tabel 3. We zien in de Tabel terug dat de oude toetsen (Leeswoordenschat) nog relatief wat vaker zijn afgenomen. Tabel 4.
Woordenschat gemiddelde vaardigheidsscore en geschatte percentielscore per Groep Groep 6
jaar
toets
2011/ oud 2012 nieuw 2012/ oud 2013 nieuw
N
Vaardigheids score
-
-
27
72.2
-
-
26
71.7
Groep 7 Geschatte percentiel score
49 48
N
Vaardigheids score
10
108.3
16
84.6
-
-
28
85.9
Groep 8 Geschatte percentiel score
49 48
N
Vaardigheids score
25
112.9
-
-
9
113.1
14
97.9
Geschatte percentiel score
40 47
Onze conclusies wat betreft de Woordenschat-prestaties zijn de volgende: De BSA-leerlingen in groep 6 scoren ongeveer rond het landelijk gemiddelde (net als hun scores voor Begrijpend Lezen, vgl. Tabel 3); De BSA-leerlingen in groep 7 scoren ook ongeveer op het landelijk gemiddelde. De BSA-leerlingen in groep 8 scoren in 2012/13 ook ongeveer op het landelijk gemiddelde, in 2011/12 lag de score nog wat daaronder (40%). In tegenstelling tot het scorebeeld bij Begrijpend Lezen (vgl. tabel 3), zien we voor Woordenschat dus niet in iedere hogere groep ook relatief hogere scores worden behaald. Eenzelfde conclusie trokken we overigens ook al in de Resultaatrapportage BSA Overvecht uit 2012. Deze resultaten zijn conform de verwachtingen van de medewerkers van de BSA, die van de resultaten op de Woordenschattoetsen niet veel verwachtten, i.t.t. die op de toetsen Begrijpend Lezen.12
12
Deze bevinding is in lijn met de (landelijk gevoerde) discussie over de constateringen dat inspanningen op het gebied van woordenschatontwikkeling vaak niet direct zichtbaar worden in de resultaten op woordenschattoetsen. Zie voor een toelichting bijvoorbeeld het artikel ‘Werken aan woordenschat’ (M.Hilte, S.van Berkel en I.Groenen, maart 2012). Zie bv. cito.nl -> Primair en speciaal onderwijs -> Cito volgsysteem primair onderwijs -> achtergrondinformatie. Ook zien wij zelf in veel van onze lokale taal- en rekenmonitors of landelijke onderzoeken de nodige grilligheid terug in de ontwikkeling van scores op de Woordenschattoetsen, veel meer dan op de toetsen voor bijvoorbeeld Begrijpend Lezen en Rekenen.
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
11
Samenvatting De BSA-leerlingen in groep 6 scoren halverwege het jaar op Begrijpend Lezen en op Woordenschat ongeveer op het landelijk gemiddelde. Dat is ‘logisch’ omdat zij daar in de loop van groep 5 op geselecteerd werden (hoge rekenprestaties en gemiddelde taalprestaties). De BSA-leerlingen in groep 7 scoren op Woordenschat gemiddeld en op Begrijpend Lezen relatief hoger dan gemiddeld. De BSA-leerlingen in groep 8 scoren op Woordenschat gemiddeld en op Begrijpend Lezen relatief weer hoger dan in groep 7. In 2012/13 blijken de leerlingen in groep 8, dit is de eerste groep die 3 jaar BSA heeft voltooid, op Begrijpend Lezen gemiddeld een ‘geschatte percentielscore’ van 79% te behalen. Zij behoren daarmee gemiddeld bij de 25% beste lezers van Nederland (het A-niveau in Cito-termen).
3.2
De ontwikkeling in taalprestaties
In de vorige paragraaf presenteerden we de scores van de verschillende BSA-groepen. In deze paragraaf brengen we de ontwikkelingen in taalprestaties van BSA-leerlingen in beeld. De BSA is in feite een 4-jarige opleiding of bijscholing, aldus de coördinator: deze begint in groep 6 en eindigt na leerjaar 1 in het VO. Over de ontwikkelingen in het VO hebben we geen gegevens, dus we beperken ons tot de groepen 6 t/m 8. Het overgrote deel van de leerlingen in groep 8 (in 2012/13) heeft drie jaar BSA achter de rug. We rapporteren in deze paragraaf hoe hun scores zich over de tijd hebben ontwikkeld: vanaf groep 5 in 2009/10 t/m groep 8 in 2012/13. We selecteerden die kinderen waarvan we zowel een Medio 5 als een Medio 8 toetsscore hadden. Er is immers ook sprake van een kleine tussentijdse in- en uitstroom: die hebben we niet meegerekend. De aantallen betrokken leerlingen liggen daarom ook iets lager dan die in de voorgaande paragraaf, waar we over alle leerlingen in de groep (voor zover die een toetsscore hadden) rapporteerden. Naast het cohort groep 8 in 2012/13 presenteren we ook groep 8 in 2011/12: zij namen 2 jaar deel aan de BSA (zie ook tabel 5). Tabel 5.
De deelname aan de BSA van de twee gevolgde BSA=cohorten Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep 8
Cohort groep 8 (2011/12)
Niet-BSA
Niet-BSA
BSA
BSA
Cohort groep 8 (2012/13)
Niet-BSA
BSA
BSA
BSA
Begrijpend Lezen In de volgende drie Grafieken presenteren we de ontwikkeling in scores van groep 8-leerlingen van de BSA op Begrijpend Lezen. Eerst de ontwikkeling in vaardigheidssscores (voor de oude toets en voor de nieuwe toets) en vervolgens de ontwikkeling in ‘geschatte percentielscores’. Zie voor een uitleg van de begrippen de toelichting bij tabel 3. Met een zwarte stippelijn wordt het landelijk gemiddelde weergegeven.
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
12
Grafiek 1. Ontwikkeling in toetsscores voor Begrijpend lezen voor cohort groep 8 (Oude toets))
70 60 50 40
groep 8 11/12 (N=9)
30
landelijk gemiddelde
20 10 0 M5
M6
M7
M8
Grafiek 2. Ontwikkeling in toetsscores voor Begrijpend lezen voor cohort groep 8 (Nieuwe toets))
70 60 50
groep 8 11/12 (N=9)
40
groep 8 12/13 (N=23)
30
landelijk gemiddelde
20 10 0 M5
M6
M7
M8
Bij de oude en de nieuwe toets zien we ongeveer een zelfde beeld: in groep 5 en groep 6 scoorden de leerlingen ongeveer op het landelijk gemiddelde. Dat was ook logisch want daar zijn ze in de loop van groep 5 op geselecteerd. In groep 7 zien we het 2012/13-cohort wat hoger scoren en in groep 8 scoren beide cohorten beduidend hoger dan het landelijk gemiddelde. Dit betekent dus dat deze leerlingen tussen groep 6 en 8 beduidend meer vooruitgang hebben geboekt dan landelijk gemiddeld is. We hebben de gegevens uit Grafiek 1 en 2 nog eens bijeengebracht, door ze uit te drukken in e ‘Geschatte percentielscores’ (zie de toelichting bij Tabel 3 voor uitleg over dit type scores). Het 50 percentiel (de zwarte stippellijn) betreft de landelijk gemiddelde score.
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
13
Grafiek 3. Ontwikkeling in toetsscores voor Begrijpend lezen voor cohorten groep 8 (Geschatte percentielscores)
85 80 75 groep 8 11/12 (N=18)
70 65
groep 8 12/13 (N=23)
60 55
landelijk gemiddelde
50 45 40 M5
M6
M7
M8
In deze grafiek zien we terug dat bij beide groep 8-cohorten de percentielscores vanaf groep 6 zijn gaan stijgen. Aanvankelijk scoorden de leerlingen rond het landelijk gemiddelde, in groep 8 scoren zij veel hoger. De leerlingen uit cohort 2012/13 zijn (met hun percentielscore van 79%) gemiddeld tot de 25% hoogst scorende leerlingen van het land gaan behoren (A-niveau). Woordenschat We presenteren de ontwikkelingen in de resultaten op Woordenschat op eenzelfde manier. De Grafieken 4 en 5 tonen de ontwikkeling in gemiddelde vaardigheidsscores van de twee cohorten groep 8-leerlingen. In Grafiek 4 tonen we de scores op de oude toets woordenschat (Leeswoordenschat), in Grafiek 5 die van de nieuwe woordenschattoets. Opnieuw geeft de zwarte lijn het landelijk gemiddelde weer. De Woordenschattoets kent twee toetsmomenten per jaar: E is de einde jaar toets en M de medio-toets. Grafiek 4. Ontwikkeling in toetsscores voor Woordenschat voor cohort groep 8 (Oude toets))
140 120 100
groep 8 11/12 (N=24)
80 60
groep 8 12/13(N=6)
40
landelijk gemiddelde
20 0 E5
M6
E6
M7
E7
M8
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
14
Grafiek 5. Ontwikkeling in toetsscores voor Woordenschat voor cohort groep 8 (Nieuwe toets))
120 100 80 60
groep 8 12/13 (N=12)
40
landelijk gemiddelde
20 0 M5
E5
M6
E6
M7
E7
M8
We constateren dat de gemiddelde scores op Woordenschat veelal net onder het landelijk gemiddelde blijven en dat daar nauwelijks ontwikkeling in zit. Alleen bij het meest recente cohort zien we dat de scores in de bovenbouw in groep 7 en 8 net iets boven het landelijk gemiddelde gaan uitkomen voor de nieuwe toets, de oude toets blijft eronder. Deze variaties zijn echter klein. Zie verder ook de opmerkingen t.o.v. de woordenschattoetsen in paragraaf 3.1. In Grafiek 6 presenteren we de samengevoegde scores uit Grafiek 4 en 5, de scores op de oude en de nieuwe toets, vertaald in ‘Geschatte percentielscores’ (zie par. 3.1. voor een toelichting hierop). Grafiek 6. Ontwikkeling in toetsscores voor Woordenschat voor cohorten groep 8 (Geschatte percentielscores)
75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
groep 8 11/12 groep 8 12/13(N=18) landelijk gemiddelde
M5
E5
M6
E6
M7
E7
M8
Deze samengevoegde percentielscores bevestigen het eerdere beeld: er is een vrij grillig patroon in het verloop van de Woordenschatscores. De scores liggen veelal onder het landelijk gemiddelde. Alleen voor het nieuwste cohort komen ze vanaf medio groep 7 net iets boven het landelijk gemiddelde uit. Deze variaties en verschillen zijn echter maar klein.
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
15
Samenvatting We hebben de ontwikkeling in taalprestaties van de BSA-leerlingen in groep 8 in beeld gebracht, terugkijkend tot hun scores in groep 5. Zowel voor de groep 8-leerlingen in 2012/13, zij volgden drie jaar lang BSA, als voor de groep 8-leerlingen in 2011/12, die twee jaar BSA hebben gevolgd (de BSA is namelijk ‘volwaardig’ begonnen in 2010/11). We constateren bij deze BSA-leerlingen dat zij vanaf het jaar dat zij destijds met de BSA begonnen een relatief sterke stijging in de scores op Begrijpend Lezen laten zien. Zij boeken beduidend meer vooruitgang dan landelijk gemiddeld is in deze periode. Voor woordenschat constateren we een grillig verloop, de scores schommelen in de loop der jaren rond het landelijk gemiddelde. Het cohort 2012/13 scoort in groep 7 en 8 iets boven het landelijk gemiddelde en de jaren daarvoor iets eronder. De verschillen zijn echter maar klein.
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
4
16
Eindtoetsscores van BSA-leerlingen en plaatsing in het VO
De BSA richt zich op leerlingen die na het verlaten van de basisschool in principe door zouden moeten kunnen stromen naar havo of vwo. In deze paragraaf presenteren we gegevens over deze doorstroom, die ook wel aangeduid wordt als de POVO-overgang. We gaan in op vragen als blijven leerlingen na het basisonderwijs op de BSA, welke adviezen en Cito-eindtoetsscores halen leerlingen en welk onderwijstype volgen leerlingen in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs. Van belang daarbij is te vermelden dat de gegevens van het laatste jaar, 2012/13, nog niet bekend zijn. De gepresenteerde gegevens zijn afkomstig uit de Utrechtse onderwijsmonitor van de gemeente en de meest recente gegevens worden nog ingevoerd, daar gaat enige tijd overheen. De gegevens van de eerste groep leerlingen die de volle drie jaar BSA in het basisonderwijs heeft doorlopen zijn dus nog niet bekend. De hier gepresenteerde gegevens hebben betrekking op 2010/11 (1 jaar BSA gevolgd) en 2011/12 (2 jaar BSA gevolgd). Cito-eindtoetsscores We presenteren in Tabel 6 de Cito-eindtoetsscores van de leerlingen in groep 8. Zowel de gemiddelde score van de gehele groep, als de (indicatieve) indeling naar schooltype zoals het Cito die maakt. Tabel 6.
Cito-eindtoetsscores BSA-leerlingen 2010/2011 en 2011/2012. 2010/2011
Cito-eindtoets 13 score
aantal
2011/2012
percentage
aantal
percentage
501-523 bbl
-
-
-
-
524-528 kbl
1
3
-
-
6
19
10
40
20
65
13
52
529-536 tl 537-544 havo 545-550 vwo
4
13
2
8
Totaal
31
100
25
100
Gemiddelde score
31
539,4
25
14
538,2
De meeste BSA-leerlingen die de Cito-eindtoets deden scoorden tussen de 537 en 544, volgens de Cito-referentiegegevens is dit op havo-niveau. Ook de gemiddelde score ligt hierop. In 2010/11 stroomden relatief wat meer leerlingen door naar het vwo-niveau, dan in 2011/12. In Tabel 7 staan de VO-adviezen van de eerdere twee schooljaren vermeld.
13 14
De indeling is afkomstig van het Cito. Zie hiervoor: http://cito.nl/po/lovs/eb/bestanden/Cito_Leerlingrapport_Eindtoets.pdf. De aantallen liggen hier iets lager, omdat tussentijds ingestroomde leerlingen niet zijn meegenomen in de telling. Uitsluitend leerlingen die een volledig BSA-programma vanaf groep 7 volgden, zijn door ons meegeteld.
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
Tabel 7.
17
Vo-adviezen BSA-leerlingen 2010/2011 en 2011/2012 2010/2011
vo-adviezen
2011/2012
aantal
percentage
aantal
percentage
Kopklas
1
3
-
-
praktijkonderwijs
-
-
-
-
Lwoo
1
3
-
-
vmbo bbl
-
-
-
-
vmbo bbl/tl
-
-
-
-
vmbo tl
1
3
10
40
vmbo tl/havo
1
3
-
-
Havo
12
39
10
40
havo/vwo
7
23
-
-
Vwo
6
19
-
-
2 31
7 100
5 25
20 100
vwo/gymnasium Totaal *
Bron: monitor Utrecht.
In 2011/12 is de Utrechtse POVO-procedure aangepast en is overgestapt naar enkelvoudige VOadviezen, dus adviezen voor 1 schooltype. Dat zien we terug in de Tabel. Ten opzichte van de vorige Tabel met de Cito-indeling naar schooltype zien we een lichte verschuiving in beide jaren: wat meer kinderen ontvingen een VWO- of Gymnasiumadvies. In 2011/12 zien we ook meer VMBO-TLadviezen terug dan een jaar eerder. Plaatsing in het VO We presenteren de daadwerkelijke plaatsing in het VO, zowel naar schooltype (Tabel 8), als naar school (Tabel 9). Tabel 8.
VO-plaatsing BSA-leerlingen 2011/2012 en 2012/2013 2011/2012
VO-plaatsing
2012/2013
aantal
percentage
aantal
percentage
praktijkonderwijs
-
-
-
-
lwoo
-
-
-
-
vmbo
-
-
1
4
vmbo tl/havo
4
14
12
50
vmbo tl/havo/vwo
-
-
-
-
havo
-
-
-
-
20
69
10
42
1
3
-
-
3 29
10 100
1 24
4 100
havo/vwo vwo gymnasium totaal *
Bron: monitor Utrecht.
We zien vrijwel alle kinderen in een combinatie-brugklas terecht komen. Leerlingen met een VMBOTL- advies belanden in een brugklas met ook HAVO erbij. En veel leerlingen met een HAVO-advies of VWO-advies zijn in een HAVO/VWO-brugklas beland. In het kader van een BSA-monitoring zou het relevant zijn om de schoolloopbaan van deze kinderen te blijven volgen gedurende het VO. Naar welk schooltype stromen zij door na het eerste jaar en zetten zij dat succesvol voort? Een doel van de BSA is om leerlingen beter geëquipeerd te laten instromen in het VO, dus met dergelijke monitorgegevens kan het behalen van deze doelstelling in beeld worden gebracht.
Oberon – Resultaatrapportage BSA Overvecht 2013
18
In Tabel 9 tot slot presenteren we hoeveel leerlingen doorstroomden naar het Gerrit Rietveld College. Het Gerrit Rietveld College (een school voor VMBO-TL/HAVO en VWO) is aangesloten bij de BSA: de leerlingen kunnen in het eerste jaar daar extra BSA-lessen volgen. Tabel 9.
Doorstroom bij de overgang van het po (2010/2011) naar het vo (2011/2012) en van het po (2011/2012) naar het vo (2012/2013) Groep 8 2010/2011
vo-school Gerrit Rietveld
aantal
percentage
Groep 8 2011/2012 aantal
percentage
9
29
6
25
overige vo-scholen (inclusief kopklas)
20
65
18
75
kopklas totaal
2 31
6 100
0 24
0 100
*
Bron: gegevens BSA.
We zien terug dat ongeveer een kwart van de BSA-uitstromers uit groep 8 doorstroomden naar het Gerrit Rietveld College. Samenvatting De Cito-eindtoetsgegevens en de doorstroom naar het VO zijn van het meest recente cohort (de BSAgroep 8 leerlingen in 2012/13, die drie jaar BSA volgden) nog niet bekend. We presenteerden de gegevens van de twee jaargangen daarvoor: groep 8 in 2011/12, die twee jaar lang BSA volgde en groep 8 in 2010/11 die één jaar lang BSA volgde. De Cito-eindtoetsscore lag in beide jaren gemiddeld op HAVO-niveau (539, resp. 538). Bij de meeste leerlingen past het VO-advies goed bij de Cito-eindtoetsscore, naar schatting een kwart kreeg een hoger VO-advies dan op grond van hun Cito-score verwacht mocht worden. De meeste leerlingen met een HAVO-advies zijn doorgestroomd naar een HAVO/VWO-brugklas. De leerlingen met een VMBO-TL-advies naar een VMBO-TL/HAVO-brugklas. De kleinere groep leerlingen met een VWO- of Gymnasiumadvies stroomt in op dat niveau.