Thema
Gezondheid
07
Hoe goed is de kwaliteit van onze zwemwateren?
26
Fujifilm over het creëren van een gezond werkklimaat.
RESPONS is een uitgave van RPS 51.93646 I 4.075063
Februari 2015 I Jaargang 4
RESPONS
RPS 4 locaties: Breda Delft Leerdam Zwolle
Geachte relatie, Gezondheid is het grootste goed, hoor je mensen vaak zeggen. Daarom hebben we deze Respons helemaal opgehangen aan de zorg voor onze gezondheid. We merken in bedrijven dat veel van wat we ‘veiligheid’ noemen, gaat over de bescherming van onze gezondheid. Als bedrijf zorg je dat je voldoet aan de wettelijke vereisten voor de gezondheid van je medewerkers. Dat sommige organisaties daarin een stap verder gaan, bewijzen mondiale grootmachten als Total en Fujifilm. In dit nummer laten we zien hoe deze risicovolle industrieën op een proactieve wijze werken aan een optimaal werkklimaat. Een uitdaging waar het Aventurijncollege over kan meepraten. Bij het betrekken van een nieuw gebouw kregen leerlingen en personeel te maken met gezondheidsklachten. Lees hoe deze problemen zijn verholpen dankzij gedegen onderzoek. Als bewaker van de zwemwaterkwaliteit in onze grote wateren wordt 2015 voor Rijkswaterstaat een belangrijk jaar. In 2016 mag Nederland geen slechte locaties meer hebben. In dit magazine volop aandacht voor de wijze waarop zij dat aanpakken. Ook past het thema gezondheid naadloos bij de ambities van het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis. Met een integrale risicobenadering hopen zij de eilandcultuur binnen de organisatie te doorbreken voor een veilige zorg. Tot slot nodig ik u 9 april aanstaande graag uit voor de derde editie van Rotterdams Peil. Op deze bijeenkomst voor klanten en relaties van RPS zal Arjen Littooij, directeur Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond, zijn visie op Rotterdam als veilige haven met ons delen. Op deze wijze hopen we bij te dragen aan een beter onderling begrip van private en publieke partijen in de Rotterdamse haven en industrie. We kijken ernaar uit u te mogen ontvangen in Theater Walhalla, op de kop van Katendrecht.
RPS is een onafhankelijk adviesen ingenieursbureau. Met een team van 400 specialisten werken we dagelijks, vanuit verschillende disciplines, aan een veilige leef-, woon- en werkomgeving. We zijn actief in de werkvelden ‘Gebieden, Gebouwen en Infrastructuur’ en ‘Milieu & Veiligheid en Laboratoria’. Langdurige relaties Onze dienstverlening typeert zich door het bouwen aan langdurige relaties met onze opdrachtgevers. Onze persoonlijke en daadkrachtige aanpak resulteert in pragmatisch advies, dat niet alleen klopt op papier maar vooral toepasbaar is in de praktijk. Geen dikke rapporten maar werkende oplossingen. Rotterdams Peil RPS organiseert donderdag 9 april voor de derde maal Rotterdams Peil. Een ontmoetingsplatform waarbij de groei van de havens, industrie en de stad centraal staat. Details hierover vindt u op rotterdamspeil.nl.
Veel leesplezier! Frank Vrolijks algemeen directeur
02 | 03
03 Voorwoord
06 RIJKSWATERSTAAT OVER DE KWALITEIT VAN ONZE ZWEMWATEREN John Hin
Inhoudsopgave
14 TOTAL GEEFT MENS EN MACHINE GEEN KANS TE VERSLAPPEN Ronny Ali
12 Stedelijk water in beeld
18 Evacuatiesimulatie megaschip
21 RPS zet in op CO2-reductie
22 GEZONDHEIDSKLACHTEN ZETTEN AVENTURIJNCOLLEGE OP SCHERP Ton van Teeffelen
25 Erasmus Universiteit Rotterdam werkt aan moderne huisvesting
26 FUJIFILM ZOEKT DIALOOG BINNEN EN BUITEN DE MUREN René Bekman
29 Nieuw protocol fijn stof in kantoren
30 ADMIRAAL DE RUYTER ZIEKENHUIS WIL EILANDCULTUUR DOORBREKEN Alex Dirks
04 | 05
32 Calamiteitenonderzoek Medisch Centrum Leeuwarden
51.485087 I 3.907689
52.058387 I 5.102205
John Hin, senior adviseur waterkwaliteit van Rijkswaterstaat, bij de zwemplas van natuur- en recreatiegebied De Gravenbol.
HOE GOED IS DE KWALITEIT VAN ONZE ZWEMWATEREN? RIJKSWATERSTAAT OVER POEPBACTERIËN, DE DRUK VAN EUROPA EN NIEUWE DNA-TECHNIEKEN
In de zomermaanden trekken we met miljoenen naar buitenzwemplekken. Dat onze gezondheid daarbij niet in het geding komt, vinden we een vanzelfsprekendheid. Achter de schermen werkt Rijkswaterstaat hard om de zwemwaterkwaliteit op peil te houden. Niks wordt daarbij aan het toeval overgelaten, want Europa kijkt kritisch over de schouder mee.
06 | 07
HOE GOED IS DE KWALITEIT VAN ONZE ZWEMWATEREN?
226 van de in totaal 715 zwemlocaties in Nederland met oppervlaktewater vallen onder verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. Van deze 226 locaties heeft 70% het predicaat ‘uitstekend’, 10% ‘goed’, 5% is ‘aanvaardbaar’ en 5% ‘slecht’.
Op een koude herfstdag in oktober wekt een man van middelbare leeftijd de aandacht van John Hin, senior adviseur waterkwaliteit bij Rijkswaterstaat. De regen daalt neer op de zwemplas van natuur- en recreatiegebied De Gravenbol in Wijk bij Duurstede. Het deert de man niet. Hij legt een handdoek op het strandje en neemt een duik in het frisse water. Over de kwaliteit van het water hoeft de zwemmer zich waarschijnlijk geen zorgen te maken. De plas valt evenals 225 andere zwemlocaties onder de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat en bezit het kwaliteitsoordeel ‘Uitstekend’. Rijkswaterstaat bewaakt de zwemwaterkwaliteit tijdens het badseizoen in de grote wateren (Noordzee, Waddenzee, grote rivieren, kanalen en meren). De druk vanuit Europa wordt daarbij nadrukkelijk opgevoerd. Na 2015 mag Nederland geen slechte locaties meer hebben. Fecale bacteriën Dat devies komt voort uit een doelstelling van de Europese Zwemwaterrichtlijn die Rijkswaterstaat op scherp zet. “Het badseizoen loopt van 1 mei tot 1 oktober. Dan onderzoeken we de officieel aangewezen zwemplekken stelselmatig op verontreinigingen”, duidt John de aanpak. Belangrijke graadmeter vormt de concentratie van de fecale bacteriën E.coli en enterococcen. Deze bacteriën komen voor in de ontlasting van mensen en dieren en zijn een goede aanwijzing voor de zwemwaterkwaliteit. Na afloop van het badseizoen maakt Rijkswaterstaat een beoordeling van de zwemwaterkwaliteit op basis van metingen van de laatste vier badseizoenen. Elke locatie krijgt dan een label, variërend van de kwaliteitsklassen ‘Uitstekend’, ‘Goed’, ‘Aanvaardbaar’ tot ‘Slecht’. De huidige cijfers bewijzen dat ruim 95% van de 226 zwemwaterlocaties momenteel aan de goede kant van de medaille zit (zie kader). Zwemwaterprofielen Wil je als burger weten hoe het er met de zwemwaterkwaliteit in een regio voorstaat, dan volstaat een bezoek aan zwemwater.nl. Een site die beheerd wordt door de provincies. Met een druk op de knop is alle relevante informatie over de aangewezen zwemlocaties beschikbaar, waaronder de zwemwaterprofielen (zie kader pagina 11). Kort gezegd geven deze profielen inzicht in de feiten van de locatie die invloed kunnen hebben op de gezondheidsrisico’s. Niet alleen nuttige informatie voor de burger en de dagelijks beheerder, maar ook voor Rijkswaterstaat die verantwoordelijk is voor het opstellen en actueel houden van de zwemwaterprofielen. RPS actualiseert dit jaar weer een deel van de zwemwaterprofielen. Ook heeft RPS gewerkt aan een beknopter format. “Daardoor sluit het profiel nog beter aan bij de behoefte aan de communicatie met de provincie, gemeente, locatiebeheerder en geïnteresseerde burger”, legt John uit.
08 | 09
51.972225 I 5.376014
52.018897 I 5.106991
Concentratie van cellen uit het water door filtratie voor het gebruik van moleculaire methoden.
HOE GOED IS DE KWALITEIT VAN ONZE ZWEMWATEREN?
“Als er problemen zijn, zien we in het zwemwaterprofiel waar potentiële verontreinigingsbronnen zich bevinden. Ook geeft het een beeld van de waterhuishouding en van de historie van de meetgegevens. Aan de hand van deze data gaan we met de provincie en locatiebeheerder over tot een plan van aanpak voor het verbeteren van de zwemwaterkwaliteit.” DNA-technieken Om de zwemwaterkwaliteit te kunnen verbeteren, is het achterhalen van de bron van de fecale bacteriën een must. Nieuwe technieken van KWR Watercycle Research Institute helpen bij het vinden van antwoorden. Met zogenaamde PCR-technieken** kan de DNA-samenstelling van de bacteriën worden bepaald. “Daarmee identificeren we of het om vogels, honden, herkauwers of mensen gaat”, legt John uit. Laatst wees een PCR-analyse bij een locatie in Delfzijl nog uit dat het om herkauwers ging. “Die conclusie lag in lijn met het zwemwaterprofiel dat spreekt over begrazing door schapen van de dijk langs de locatie. Ook de beheerder erkende dat schapen de bron kunnen zijn. Op basis van deze feiten leidt het weren van de schapen waarschijnlijk tot verbetering van de zwemwaterkwaliteit.”
In het zwemwaterprofiel staat onder meer een korte beschrijving van de locatie, de geografische ligging, waterhuishouding, potentiële verontreinigings bronnen, gevoeligheid voor blauwalgen en de kwaliteitsklasse.
Kweken Behalve voor het identificeren van de bron van fecale bacteriën is ook een PCR-techniek in ontwikkeling voor het bepalen van de concentraties E. coli en enterococcen. “De analist stelt de concentratie nu op basis van kweken vast. Dat duurt een aantal dagen, waardoor je de zwemmer in de tussentijd niet kan waarschuwen voor eventuele gezondheidsrisico’s. Met de nieuwe techniek hebben we eerder resultaat en kan de provincie de zwemmer sneller informeren.” Hoewel men in Nederland met deze snellere techniek al volop aan het experimenteren is, kan deze methode nog niet worden ingezet voor het reguliere onderzoek. “Er moet eerst nog een validatie plaatsvinden om aan de Europese maatstaven te voldoen. Daar gaat nog een paar jaar overheen”, verwacht John. Blauwalg De Europese Zwemwaterrichtlijn vraagt ook nadrukkelijk aandacht voor de risico’s van blauwalgen. Deze micro-organismen kunnen giftige stoffen afscheiden. Voor blauwalgen schrijft de Zwemwaterrichtlijn geen specifieke meetmethode voor. Dat geeft ruimte om een PCR-techniek voor blauwalgen in te zetten. John: “We verwachten met deze nieuwe techniek sneller en objectiever te meten. Het resultaat hangt niet meer af van interpretatie door de analist.” ** Vaak bevatten monsters te kleine hoeveelheden DNA om direct mee te werken. Dankzij de PCR-techniek kunnen stukjes van het DNA van het doelorganisme in een monster gekopieerd worden via kunstmatige DNA-replicatie. PCR staat voor Polymerase Chain Reaction (polymerase kettingreactie).
10 | 11
HOE GOED IS DE KWALITEIT VAN ONZE ZWEMWATEREN?
Van de in totaal 715 zwemlocaties met oppervlaktewater in Nederland heeft circa tien procent nog problemen met de zwemwaterkwaliteit.
De adviseur geeft aan dat veertig zwemlocaties in Nederlandse rijkswateren gevoelig zijn voor blauwalgen op basis van nutriënten in het oppervlaktewater en overige omstandigheden. “De belangrijkste bronnen van deze nutriënten zijn de rioolwaterzuiverings installaties en de landbouw. Door verbetering van de zuivering bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties en door de actieprogramma’s voor de Nitraatrichtlijn nemen de problemen met blauwalg geleidelijk af.” Nederlandse kust Terug naar de fecale bacteriën. Als je de resultaten van de zwemwaterkwaliteit over heel Europa ziet, blijkt volgens de adviseur dat Nederland onderin de middenmoot zit. De hoge bevolkingsdichtheid, het grote aantal locaties en de veestapel zorgen voor grote uitdagingen. “We hebben veel binnenwateren en dat is lastiger op orde te
Stedelijk water in beeld
12 | 13
RPS heeft voor Waterschap Vallei en Veluwe de methodiek beschreven voor het analyseren van de waterkwaliteit en water- en oeverbeelden in het stedelijk gebied. Een processchema ondersteunt het waterschap en de gemeenten bij het gezamenlijk oppakken van de toekomstige inrichting, het onderhoud en beheer. Belangrijk onderdeel binnen de methodiek vormt het Kwaliteitsbeeldenboek Stedelijk water 2.0 dat RPS heeft opgesteld. In dit boek zijn alle
houden dan landen die het merendeel van hun zwemlocaties aan zee hebben. De zee verdunt de verontreinigingsbronnen snel”, weet John, die de zwemwaterkwaliteit aan de Nederlandse kust als uitstekend bestempelt. “Uiteraard komen er bacteriën mee uit de buitenlandse rivieren, maar die sterven snel af.” De grootste problemen zijn lokaal op diverse zwemlocaties te vinden. Vooral vogels blijven prominente verontreinigingsbronnen. “Het is lastig vogels van zwemlocaties te weren, zeker als de locatie in een natuurgebied ligt.” Er blijft voor de toekomst dus nog genoeg werk aan de winkel. “Je bent nooit klaar”, concludeert de adviseur. “Altijd duiken er nieuwe probleemlocaties op en de wens om in het oppervlaktewater te zwemmen neemt toe. Gelukkig traceren we met de nieuwste technieken steeds sneller wat er aan de hand is.”
water- en oeverbeelden gedefinieerd. In één oogopslag zien partijen hoe de kwaliteit en beleving van water en oever ervoor staan en wat gewenst is. Deze beelden geven de basis voor het beheer, onderhoud en inrichting van de wateren. Daarmee vormen ze een belangrijke schakel tussen strategisch niveau (waterbeheerprogramma, stedelijk waterplan) en operationeel beheer.
52.018897 I 5.106991
Verzameling van micro-organismen die afstammen van één enkele cel van een cyanobacterie (blauwalg).
52.948799 I 4.771893
Quality coördinator Ronny Ali van Total E&P Nederland.
TOTAL GEEFT MENS EN MACHINE GEEN KANS TE VERSLAPPEN GASPRODUCENT ZET VOL IN OP GEÏNTEGREERD GEZONDHEIDS- EN VEILIGHEIDSBELEID Total is alweer vijftig jaar actief in de Nederlandse olie- en gasindustrie. In die periode zijn de gezondheids- en veiligheidsnormen fors aangescherpt. Toch voelt het werken binnen een risicovolle industrie voor de medewerkers van Total als een warm bad. Corporate Quality Coördinator Ronny Ali legt uit hoe zijn organisatie dat realiseert.
De handdruk is ferm. Ronny Ali oogt als een afgetrainde atleet. Brede schouders, smal gezicht, strakke blik. Zijn postuur heeft hij deels te danken aan het beoefenen en doceren van Krav Maga. Een zelfverdedigingssport die wereldwijd bekend staat als het meest realistische zelfverdedigings systeem dat er is, en uitgaat van het proactieve principe dat aanval de beste verdediging is. Als Quality coördinator bij Total E&P Nederland staat dit credo ook symbool voor zijn basistaak. Ronny werkt voor Total Exploration & Production in Den Haag. Een divisie van de Franse
energiereus die zich bezighoudt met het opsporen en produceren van aardgas (koolwaterstoffen) in het Nederlandse gedeelte van de Noordzee. Dit gebeurt vanaf 22 productieplatforms en vier onderzeese productiefaciliteiten. Een risicovolle onderneming die vraagt om een proactief gezondheids- en veiligheidsbeleid. Mandarijnen “De richtlijnen op het gebied van veiligheid en gezondheid zijn niet meer te vergelijken met dertig jaar geleden”, begint de Quality coördinator.
14 | 15
TOTAL GEEFT MENS EN MACHINE GEEN KANS TE VERSLAPPEN
Total is een Franse energie maatschappij. Het behoort tot de zes grootste staatsonafhankelijke oliemaatschappijen ter wereld. Het hoofdkantoor is gevestigd in Parijs.
“Je kunt je nu toch niet meer voorstellen dat olie ooit door het rioleringsstelsel werd afgevoerd? Een onveilige werkplek kan effect hebben op je gezondheid. En als je niet gezond bent, kan dat weer invloed hebben op een veilige werkomgeving. Daarom benaderen wij veiligheid en gezondheid geïntegreerd met elkaar.” Total moedigt medewerkers nadrukkelijk aan een gezonde levensstijl aan te houden. Zo heeft het bedrijf eigen
fitnessfaciliteiten en krijgt het personeel hulp bij het stoppen met roken en de aanpak van overgewicht. Terwijl een cateringmedewerker mandarijnen in een fruitmand gooit, wijst Ronny op het belang van goede voeding. “Het fruit is gratis en met bewustwordingscampagnes onderstrepen we dat.” Een aanpak die loont. “We hebben een laag ziekteverzuim in vergelijking met andere industrieën. De mensen voelen zich hier thuis en willen verantwoordelijkheid dragen.”
52.943262 I 4.803972
Het productieplatform L7CC bestaat uit vier eilanden die onderling met bruggen aan elkaar zijn verbonden: de accommodatie voor de bemanning, een gasbehandelingsinstallatie, een puttenplatform en een compressieplatform.
Strandzand Met het veiligheidsontwerp van de gasproductieplatformen, persoonlijke beschermingsmiddelen en strenge veiligheidsvoorschriften voorkomt Total dat medewerkers worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Dat risico doet zich voor bij het openen van gasbewerkingssystemen voor inspectie of onderhoud. Daarbij kunnen stoffen als benzeen, kwik en van nature voorkomend radioactief materiaal vrijkomen.
Total E&P Nederland is sinds 1964 actief in Nederland en behoort met een jaarlijkse productie van circa 4 miljard m3 tot de vier grootste gasproducenten van ons land. In 1971 produceerde Total gas op het vasteland (onshore), maar tegenwoordig is het bedrijf alleen op de Noordzee actief, met 22 offshore platforms en vier onderzeese productiefaciliteiten.
16 | 17
TOTAL GEEFT MENS EN MACHINE GEEN KANS TE VERSLAPPEN
“Onze reservoirs gaan tot zo’n vier kilometer diep de bodem onder de Noordzee in. Tijdens de productie van aardgas kunnen natuurlijk aanwezige radioactieve stoffen, zoals lood, meekomen. Die blijven als residu achter in de leidingen”, legt Ronny uit. Wettelijke grens Werknemers mogen worden blootgesteld aan een bepaalde geringe hoeveelheid straling per jaar. Met een persoonlijke Dosimeter houdt Total dat nauwlettend in de gaten. Ook is bij Total iemand aangesteld die verantwoordelijk is voor hoe om te gaan met radioactief materiaal en het naleven van de Kernenergiewet. “Radioactiviteit maakt mensen angstig”, stelt Ronny. “Beelden van Tsjernobyl en Fukushima staan ons nog helder op het netvlies. Maar dan heb je het over kerncentrales waar je te maken hebt met extreem hoge radioactiviteit.” De Quality coördinator merkt op dat de benzeen die bij gaswinning vrijkomt gevaarlijker voor de gezondheid kan zijn dan de radioactieve lading. Hij wijst op plekken in de wereld waar de natuurlijke straling op basis van de bodemsamenstelling zelfs hoger is dan onze wettelijke grens. “Als wij het strandzand van sommige plekken in Brazilië hier in een potje zouden stoppen moet er een veiligheidssticker op.”
Evacuatiesimulatie megaschip
18 | 19
Asbest Total onderwerpt de 22 gasproductie platformen jaarlijks aan strenge inspecties. RPS heeft ze vanaf 2005 allemaal onderzocht op asbest. Op dit moment vindt een asbestsanering plaats op één van platformen. Ronny: “We hebben geïnventariseerd of er asbest zit en wat de blootstelling is. Hiervoor heeft RPS metingen uitgevoerd in de lucht en op oppervlakten, zoals stof en materiaal. Op basis van de resultaten heeft RPS een plan van aanpak voor de asbestsanering geschreven en de projectbegeleiding gedaan.” Alle hoog risicogebieden zijn aangepakt. Niet alleen op de platformen, maar bijvoorbeeld ook bij het warehouse en de reddingsboten. “Als er materiaal wordt gevonden waarin asbest verwerkt is, ondernemen we direct actie door het asbest te laten verwijderen of veilig te stellen”, legt de veiligheidsexpert uit. Naast asbest blijven de legionellabacterie en geluidsoverlast punten van aandacht voor Total. Drinkwatersystemen worden op gezette tijden gecontroleerd op legionella en chemische vervuiling. Apparatuur dat veel lawaai maakt, wordt uitgerust met geluidsbehuizing en/of geluiddempers. Daar waar dit niet mogelijk is, is het dragen van gehoorbescherming verplicht.
RPS heeft voor Allseas gewerkt aan een virtuele evacuatiesimulatie voor de Pieter Schelte. Het megaschip van 382 m lang en 124 m breed, is specifiek ontworpen voor installatie en verwijdering van grote offshore olie- en gasplatforms, en de installatie van onderzeese olie- en gaspijpleidingen. In de ontwerpfase hebben risicomanagementspecialisten van RPS op basis van tekeningen met een computermodel de evacuatie van het personeel gesimuleerd. Uit de resultaten van de evacuatiesimulatie bleek dat de evacuatie mogelijk is binnen de geldende normen. De Pieter Schelte kwam vanaf de werf in Zuid-Korea begin januari 2015 aan in de haven van Rotterdam.
52.943262 I 4.803972
52.948799 I 4.771893
TOTAL GEEFT MENS EN MACHINE GEEN KANS TE VERSLAPPEN
RPS zet in op CO2-reductie
Helikopters Verder zijn er externe factoren die impact kunnen hebben op de veiligheid van personeelsleden. Een productieplatform staat te boek als een EX-zone. Dat heeft te maken met het ontploffingsgevaar. Medewerkers mogen bijvoorbeeld geen mobiele telefoon of fotocamera gebruiken op het platform. Schepen en helikopters worden volgens Ronny als belangrijke risicofactoren gezien. “Er is een veiligheidszone van vijfhonderd meter om het platform heen waarbinnen geen schepen mogen varen. We hebben een systeem om dat te monitoren. Helikopterbewegingen vormen ook een groot risico, omdat ze op een relatief klein dek landen en geregeld te maken krijgen met forse windstoten.” De grootste risicofactoren op een platform zijn dus niet aan de blootstelling aan gevaarlijke stoffen toe te schrijven? “Klopt. Offshore werkzaamheden brengen risico’s met zich mee, omdat we in een kleine en compacte omgeving met gas en hoge druk werken. Alle veiligheid- en gezondheidsmaatregelen zijn erop ingericht om die risico’s zoveel mogelijk te beperken. Onze industrie heeft ondanks de risico’s lage ongevallenstatistieken. Dat heeft te maken met het hoge veiligheidsbewustzijn bij onze medewerkers.
Kijk eens naar de bouwwereld. Daar gebeuren dagelijks ongelukken, terwijl bij ons de omstandigheden gevaarlijker zijn.”
RPS wil in 2015 het CO2-gebruik van haar gebouwen, wagenpark en binnen projecten met 5% verminderen ten opzichte van 2011. RPS is hiervoor gecertificeerd volgens de CO2prestatieladder. De grootste besparing ligt in het wagenpark. Alle leaseauto’s zijn voorzien van een energielabel A of B. Daarmee moet een afname van 5% CO2 per gereden kilometer worden gerealiseerd. Daarnaast zijn de bestelauto’s uitgerust met een track & tracesysteem om efficiënter te plannen en te rijden. Verder heeft RPS in de huisvesting belangrijke verbeteringen doorgevoerd.
Zo is de pand in Leerdam ingrijpend verbouwd en zijn op de vestiging in Breda alle cv-leidingen geïsoleerd. De medewerkers van Zwolle zijn verhuisd naar een moderne bedrijfsunit met betere isolatie. Het pand in Rotterdam is opgeheven. De medewerkers werken voortaan vanuit het hoofdkantoor in Delft, wat een besparing van 10% op het warmteverbruik oplevert. Het doel voor CO2-reductie door inkoop van (gecertificeerde) groene stroom is door de huidige energietarieven niet haalbaar gebleken.
Milieuramp Ondanks alle voorzorgsmaatregelen, is een ongeval nooit uit te sluiten. In de week van het interview kwam naar buiten dat de federale rechter in de Verenigde Staten een energieleverancier veroordeelde voor grove nalatigheid bij de milieuramp op hun boorplatform in de Golf van Mexico in 2010. Heeft deze uitspraak invloed op het handelen van Total? “Zeker!”, zegt Ronny stellig. “Al zijn de omstandigheden wel anders. Bij dit ongeval ging het om olieproductie in diep water op drijvende platforms. Bij onze gaswinning werken we met vaste platforms die op de zeebodem staan. Toch hebben we de case bestudeerd en gereflecteerd aan onze eigen situatie.” Conclusie? “Ons boor- en veiligheidsprogramma zit goed in elkaar. Wel moeten we meer aandacht geven aan het reactieve deel van een ongeval. Met andere woorden: als er iets gebeurt, hoe ga je daar dan mee om? Wie zijn de actoren en welke interactie is vereist? We zijn dat meer gaan oefenen door het simuleren van vergelijkbare incidenten. Mocht er iets gebeuren, dan zijn we er optimaal op voorbereid.”
20 | 21
GEZONDHEIDS KLACHTEN ZETTEN AVENTURIJNCOLLEGE OP SCHERP DAADKRACHTIG OPTREDEN GEEFT LEERLINGEN AANGENAAM BINNENKLIMAAT TERUG Het is een schrikbeeld van elke school. Hoofdpijn, prikkelende ogen en rode uitslag bij leerlingen en personeel door een onaangenaam binnenklimaat. Het Aventurijncollege kreeg ermee te maken toen zij een nieuw gebouw betrok. Dankzij kordaat ingrijpen en gedegen onderzoek is de rust wedergekeerd. Een oorverdovend en indringend geluid klinkt door de verlaten gangen van Het Aventurijncollege. De schoolbel brengt ruim tweehonderd tieners voor even een euforisch momentje. Een lange lesdag zit erop. Uitbundig lopen de scholieren via de aula naar buiten. Ton van Teeffelen glimlacht. De stafmedewerker Facilitaire Zaken en Onderwijs van Stichting Het Driespan, waar ook Het Aventurijncollege onder valt, is blij dat de school weer in rustiger vaarwater is gekomen. Hoofdpijn Terug naar begin 2014. Een leerling meldt zich bij de schoolleiding met rode uitslag aan gezicht en handen. Snel volgen er meer klachten. Irritatie aan de ogen en luchtwegen. Droge ogen en hoofdpijn. Op het hoogtepunt kampt één op de twee leerlingen en docenten met gezondheidsklachten. Het Aventurijncollege zit met de handen in het haar. Waar komen de klachten vandaan? Het pand is pas anderhalf jaar geleden in gebruik genomen. Is het te wijten aan de nieuwbouw? Of zijn er andere oorzaken?
22 | 23
Wettelijke normen Ton licht HumanCapitalCare in. De arbo- en gezondheidsdienst wil de klachten vanuit verschillende invalshoeken bekijken en schakelt RPS in voor nader onderzoek naar het binnenklimaat. Specialisten van RPS voeren een week lang metingen uit; in de aula, lerarenkamer en leslokaal. Alles komt aan bod: temperatuur, luchtvochtigheid, kooldioxideconcentratie, respirabele vezels (vezels die ingeademd kunnen worden) en vluchtige organische stoffen. Zelfs de aanwezigheid van schadelijke gisten en schimmels wordt onder de loep genomen. “Uit het onderzoek kwam geen directe oorzaak naar voren. Alles viel binnen de wettelijke normen”, blikt Ton terug. “Dat was een hele geruststelling. Na doorzoeken merkten de specialisten van RPS dat op sommige plekken de temperatuur niet goed was afgesteld. Op basis van die informatie kwamen we erachter dat de kleppen in het systeem niet goed functioneerden. Na aanpassing ging het beter en verdwenen de klachten.”
51.482764 I 4.291359
Stafmedewerker Facilitaire Zaken en Onderwijs Ton van Teeffelen.
51.482764 I 4.291359
GEZONDHEIDSKLACHTEN ZETTEN AVENTURIJNCOLLEGE OP SCHERP
Het Driespan, onderdeel van Koraal Groep, verzorgt in de regio West-Brabant speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen met een ernstige gedragsstoornis en/ of psychiatrische stoornis. Het onderwijs wordt gegeven op elf scholen in Oosterhout, Breda, Rijsbergen, Roosendaal en Bergen op Zoom.
Ventilatoren Het is niet de eerste keer dat Het Driespan problemen heeft met het binnenklimaat. Twee jaar geleden voerde RPS een onderzoek uit bij Het Berkenhofcollege in Breda, een meer gedateerd gebouw. “Daar kwam naar voren dat het CO2gehalte te hoog was door slechte ventilatie. We hebben dat op kunnen lossen met extra ventilatoren op het dak. Ook bleek dat er formaldehydedampen uit de wanden kwamen. We hebben alle wanden met luchtdichte verf dichtgesmeerd. Op basis van de juiste conclusies hebben we gelukkig de juiste maatregelen kunnen treffen”, verklaart Ton. Extra alert De stafmedewerker heeft ooit zelf voor de klas gestaan en weet hoe belangrijk een goed binnenklimaat is. “We werken met leerlingen met een gedrags- en psychiatrische stoornis. Dat vereist voor leraren elke dag honderd procent focus. Als je even verzwakt neemt de onrust in zo’n groep meteen toe.” Voor de leerlingen van speciaal onderwijs kan de impact van een onaangenaam binnenklimaat groot zijn. “Onze kinderen zijn extra gevoelig voor inbreuk op een vaste structuur. Als ze in een onaangenaam klimaat verblijven, werkt dat sterker door dan bij scholieren in het regulier onderwijs. Daar zijn we extra alert op.” Stringente normering Het Aventurijncollege is naast gezondheidsklachten ook scherp op
Erasmus Universiteit Rotterdam werkt aan moderne huisvesting
De Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC) van de Erasmus Universiteit Rotterdam beschikt vanaf oktober 2014 over een gloednieuw onderkomen. De meerwaarde van de renovatie zit vooral in het gebruikerscomfort. (Bouwtechnische) aanpassingen zorgen voor betere klimaat beheersing en meer daglicht in het gebouw. Ook zijn er plekken gecreëerd die informele ontmoetingen stimuleren.
andere prikkels die een nadelige invloed kunnen hebben op het welzijn van de kinderen. Ton wijst naar het plafond. Zacht klinkt het geluid van het inblazen van het ventilatiesysteem. “Onze leerlingen kunnen daar al op reageren.” Toch is er voor gekozen dat geluid voor lief te nemen. “Een goed ventilatiesysteem is het belangrijkst. Die is gebouwd vanuit categorie B, een vrij strenge normering waar ook een geluidsnorm aan hangt. Daarnaast willen we dat kinderen met dit geluid leren omgaan, omdat ze er in de maatschappij ook mee te maken krijgen.” Transparant Ton is van mening dat het binnenklimaat in scholen tegenwoordig een steeds belangrijkere rol speelt. Met name door de aandacht van de media. “Een te hoog CO2gehalte en slechte ventilatie komt vaak voor. Bij nieuwbouw loop je vooral het eerste jaar tegen problemen aan met de juiste instelling van het ventilatiesysteem. Zeker in een groot gebouw met een oppervlakte van 3000 m² blijft het een uitdaging continu een optimaal binnenklimaat te realiseren. Dat heeft tijd nodig.” Het Aventurijncollege heeft naar de ouders altijd heel open gecommuniceerd over de problemen. “Het werd gewaardeerd dat wij alles goed uitleggen en er direct serieus werk van maken. Al vind ik dat zelf niet meer dan normaal. Het gaat toch om de gezondheid van leerlingen. Daarover moet je helder communiceren en meteen maatregelen voor nemen.”
RPS is vanaf de initiatieffase tot en met de oplevering betrokken geweest bij dit project en heeft de gebruikers van de faculteit begeleid in het (verander)proces. Adviseurs van RPS voerden een haalbaarheidsstudie uit (inclusief bezettingsgraadonderzoek), stelden een Programma van Eisen op en begeleidden het proces bij de introductie van een nieuw kantoorconcept.
24 | 25
FUJIFILM ZOEKT DIALOOG BINNEN EN BUITEN DE MUREN PARTICIPATIE TOVERWOORD BIJ CREËREN GEZOND WERKKLIMAAT Een veilig en gezond werkklimaat is niet iets wat je vanuit een afdeling kan opdringen. Dat beseft arbeidshygiënist en veiligheidskundige René Bekman van Fujifilm maar al te goed. Het fotografie- en beeldvormingsbedrijf maakt de grootste stappen door in gesprek te gaan met de werkvloer en externe partijen. Bij een wandeling naar de productieafdeling houdt René Bekman zijn pas in. Hij merkt een collega op die bezig is met het aftappen van een gevaarlijke stof in jerrycans. De arbeidshygiënist stelt tevreden vast dat hij handschoenen draagt, maar wijst hem tegelijktijdig op het ontbreken van de veiligheidsbril. “De impact van chemicaliën is niet voor iedereen helder. Daar moet je ze in begeleiden”, verklaart René zijn ‘ingreep’. Hij doet dat liever direct dan achteraf. En altijd met dezelfde boodschap: “Jullie willen gezond blijven. Hoe kunnen we daar samen het beste invulling aan geven?” Poedersuiker Veel mensen kennen Fujifilm als ‘dat bedrijf van de fotorolletjes’. Een product dat bij de jonge generatie de wenkbrauwen doet fronzen. De onstuitbare opkomst van digitale fotografie heeft immers alles veranderd. Al anticipeert de Japanse fabrikant daarop met het ontwikkelen van nieuwe technologieën en producten (zie kader). Feit blijft dat de markt voor fotopapier inkrimpt. Gevolgen voor het gezondheidsbeleid heeft dat niet, beweert René stellig. “Wij streven naar geen blootstelling op de werkplek door
26 | 27
kritisch te kijken naar de noodzaak van elke stof. En door het nemen van strenge voorzorgsmaatregelen. Soms misschien overdreven, maar het voorkomt potentiële risico’s voor de langere termijn.” Bij de productieafdeling wordt niks aan het toeval overgelaten. Daar werken medewerkers met Coupler-poeder. Het goedje dat lijkt op wit poedersuiker is een belangrijk basisproduct voor fotopapier, maar kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Met maskers, beschermende kleding, kortdurende shifts en afgesloten ruimten bant FujiFilm elk risico uit. “We staan nog maar aan het begin van wat we weten over chemicaliën”, uit René zijn zorgen. “Dat heeft te maken met de hele BV Nederland. We zijn nog te veel gericht op het hier en nu. Over de chronische effecten weten we nog te weinig. Hoe kunnen we voorkomen dat we over 20 jaar ziek worden? En wat zijn de gevolgen als we chemicaliën mengen?” Dialoog Het invoeren van de REACH Verordening is een stap in de goede richting. Bedrijven weten waar ze zich aan moeten houden bij het omgaan met chemische stoffen. René wil dat breder trekken. Arbeidshygiënist en veiligheidskundige René Bekman.
51.596888 I 5.019463
52º34’34.28 51.596888|I05º63’52.89 5.019463
Werkzaamheden met het gevaarlijke Coupler-poeder, een belangrijk basisproduct voor fotopapier.
FUJIFILM ZOEKT DIALOOG BINNEN EN BUITEN DE MUREN
Fujifilm Manufacturing Europe B.V. is één van de grootste productievestigingen van Fujifilm buiten Japan. Het bedrijf produceert fotopapier en offsetplaten. Sinds kort heeft Fujifilm de productie van membranen, een zeer fijn natuurlijk filter om gas of water te zuiveren, in productie genomen. Deze nieuwe producten zijn in het Tilburg Research Laboratory in ontwikkeling.
“De producent is verplicht met berekeningen te onderbouwen hoe schadelijk een stof is, zodat de afnemer daar in zijn toepassing rekening mee kan houden. Maar wij gaan anders met de stof om. Vaak mengen we de substantie met andere chemicaliën. Dan krijg je dus een andere samenstelling waarvan de impact nog nooit onderzocht is.” René pleit ervoor dat producenten, afnemers en adviesbureaus met elkaar in dialoog gaan. “RPS heeft veel expertise van chemische stoffen die we kunnen afstemmen met de kennis van producenten en behoeften van afnemers. Met geavanceerde apparatuur weten we eerder hoe we blootgesteld worden aan chemicaliën en hoeveel metingen nodig zijn om een verantwoord beeld te krijgen.” Waarschuwingsstickers Hij trekt een parallel met asbest, waarbij het lang heeft geduurd voordat de impact op de gezondheid duidelijk was. “Dat moeten we bij chemicaliën voorkomen”, waarschuwt de arbeidshygiënist, die met de opgedane kennis over asbest betere voorzorgsmaatregelen heeft kunnen nemen. Zoals bij de vestiging in Tilburg waar de productie van fotopapier en offsetplaten plaatsvindt. Fujifilm heeft bij de bouw in de jaren tachtig asbest aangebracht in de proces- en stoomleidingen, omdat het een ideale pakking vormde om de flensen aan elkaar te krijgen. Saneren was geen optie. Het vergt een aanzienlijke investering en legt het productieproces voor langere tijd stil. “We hebben gekeken
Nieuw protocol fijn stof in kantoren
TNO heeft samen met de Vereniging Lucht technische Apparaten (VLA) een meetprotocol opgesteld voor het bepalen van fijn stof (PM2,5) in kantoren. Voorheen waren er alleen wettelijke grenswaarden voor het buitenmilieu beschikbaar. RPS is één van de zes partijen die heeft meegewerkt aan dit protocol dat in 2014 uitvoerig getest is. Het protocol beschrijft
hoe we het goed kunnen beheren. RPS heeft hiervoor een analyse uitgevoerd. De risicogebieden hebben we gemerkt met waarschuwingsstickers en de mensen zijn geïnformeerd. Zolang asbest ingekapseld zit, kan het geen kwaad”, weet de gezondheidsexpert, die zitting heeft in de Commissie Vereniging Industrieel Asbest (VIA). “Je merkt dat asbest binnen de industrie een issue is, omdat de normering sterk verlaagd wordt. Er is veel overleg hoe daar pragmatisch mee om te gaan met de gezondheid van medewerkers als centraal middelpunt.” Zwart-wit Fujifilm betrekt haar medewerkers nauwlettend bij het formuleren van het gezondheidsbeleid. René laat mensen meedenken door hierover met ze in dialoog te gaan. “Zo probeer ik de mensen arbeidshygiënisch op te voeden.“ Een motto dat hij indirect ook doorvoert bij de inspecteurs die een stuk rechtlijniger opereren. “Ze strepen voor het hele spectrum een vinklijstje af. Ik focus liever op de grootste risico’s. Beheers ik die goed, waarom zou ik dat voor die andere stoffen dan niet goed beheersen. Je kunt alles op papier helemaal aftimmeren, maar de basis is belangrijker. Hoe kan ik het met minimale metingen verantwoorden? Daar heb ik regelmatig discussies over gehad. Al merk ik dat de inspectie daar steeds meer in meegaat. Het is niet zwart-wit. Blootstelling betekent niet direct dat je kanker krijgt. Die nuance moeten we wel kunnen maken.”
hoe met behulp van optische deeltjestellers een schatting kan worden gemaakt voor de concentratie van fijn stof in kantoorruimtes (jaargemiddelde). De uitkomst van zo’n meting ondersteunt bedrijven bij de keuze voor wel of niet installeren van filters en/of luchtbehandelingsinstallaties.
28 | 29
EILANDCULTUUR DOORBREKEN VOOR VEILIGE ZORG ADMIRAAL DE RUYTER ZIEKENHUIS KIEST VOOR INTEGRALE RISICOBENADERING In de zorg neemt de belangstelling voor risicomanagement toe. Een calamiteit of incident kan immers grote impact hebben. Manager Kwaliteit en Veiligheid Alex Dirks van het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (ADRZ) pleit daarom voor een integrale risicobenadering waarin de dialoog centraal staat. “Aangenaam. Ik ben Alex en hier sinds kort werkzaam als manager Kwaliteit en Veiligheid. Hoe gaat het?” Een rondje met Alex Dirks door het ADRZ in Goes staat symbool voor oprechte interesse in collega’s en het schudden van handjes. Hij vindt het belangrijk om zichtbaar te zijn. De dialoog aan te gaan. “Vaak zijn bestuurders zo druk bezig met vergaderen dat het primaire proces minder aandacht krijgt. Ik wil korte lijnen hebben met de werkvloer om de veiligheid en kwaliteit van dat proces te bewaken.” Stroomstoring In het Havenziekenhuis Rotterdam hebben ze dat principe volgens Alex goed begrepen met het lanceren van een ‘sirene-actie’. “Als elke eerste maandag van de maand om twaalf uur de sirenes afgaan, loopt de Raad van Bestuur het pand in om met medewerkers in gesprek te gaan over veiligheid. Ik geloof dat deze aanpak eerder leidt tot verbetering, dan het uitbreiden van regels en procedures. Kwaliteit en veiligheid moet in de genen van elke medewerker zitten.”
30 | 31
Alex haalt een voorbeeld aan om dat te illustreren. “Op een doordeweekse avond zag een schoonmaakster op de OK een lampje knipperen op een anesthesieapparaat. Hoewel het niet tot haar taak behoort, heeft ze daar direct melding van gemaakt. Er bleek een stroomstoring in dat blok te zijn. Als ze geen actie had ondernomen, was de volgende ochtend geen operatie mogelijk. Dan denk ik: Wow, die dame verdient een bloemetje.” Brug slaan De waakzaamheid van de schoonmaakster laat treffend zien dat een veilige zorginstelling vraagt om een integrale benadering. Over de grenzen heen durven kijken. Dat kan beter in ziekenhuizen, vindt Alex. “Mensen hebben vooral binding met de eigen werkplek”, duidt hij de eilandcultuur. “Je kan het zelf wel goed regelen, maar dan kan de andere divisie er last van hebben. Ik wil die brug slaan, want het gaat om de totale keten.” De term integraal risicomanagement komt voorbij. ADRZ is er druk mee bezig.
51.485087 I 3.907689
Manager Kwaliteit en Veiligheid Alex Dirks.
EILANDCULTUUR DOORBREKEN VOOR VEILIGE ZORG
Elke afdeling heeft weliswaar zijn eigen bedrijfskritische processen in beeld, maar de kracht zit in de verbindende factor. Een regieraad, waarin de top van de organisatie vanuit allerlei geledingen vertegenwoordigd is, moet daarvoor zorgen. “We zijn bezig met integrale risicoinventarisaties. Patiëntveiligheid, financiën, ICT, personeelszaken, ze komen allemaal ter sprake. We analyseren de klachten, incidenten en calamiteiten van elke afdeling en proberen die met elkaar te verbinden. Zo weten we waar de grootste risico’s zitten om daar gerichter op sturen.” Dashboardfetisjisme Om informatie op een effectieve en efficiënte wijze te verzamelen en presenteren, oriënteert het ADRZ zich op een risicoscan. Dat is een zelfdiagnoseinstrument waarmee bestuurders, managers en toezichthouders in één oogopslag de bedrijfskritische processen van het ziekenhuis in beeld krijgen. “Ik vind het een positieve ontwikkeling dat partijen als RPS zo’n instrument ontwikkelen. Daarmee leer je niet alleen van incidenten, maar kun je ook preventief inschatten wat er kan gebeuren. Al moet je waken voor dashboardfetisjisme, want het blijft slechts een weergave van kritische variabelen die je gekozen hebt. Ze mogen nooit de verantwoordelijkheid overnemen van de mensen aan tafel.” Top 100 Alex vindt het lastig een rode lijn te ontdekken in hoe zorginstellingen omgaan met integraal risicomanagement. “De één doet het zelf, de ander huurt expertise
Calamiteitenonderzoek Medisch Centrum Leeuwarden
RPS ondersteunt het Medisch Centrum Leeuwarden met het onderzoeken en analyseren van calamiteiten met patiënten. Het ziekenhuis wil met een goede analyse de juiste verbetermaatregelen nemen om de kans op herhaling zo klein mogelijk te maken.
32 | 33
in. Elke organisatie heeft zijn eigen cultuur en historie. Blader maar eens door de AD ziekenhuistop 100. Hoewel de kwaliteitssystemen en normen universeel zijn, blijft het opmerkelijk dat er onderling aanzienlijke prestatieverschillen zijn.” Is het dan niet wenselijk elkaar eens nadrukkelijker op te zoeken? “Zeker. Je concurreert immers niet op veiligheid, maar op verkorting van de doorlooptijden en service. Met het Erasmus MC in Rotterdam en Amphia Ziekenhuis in Breda hebben we eens in de zoveel tijd een kruisbestuiving waarin we van elkaar leren op het gebied van veiligheid en kwaliteit.” Angst Geen overbodige luxe. Want voor bestuurders en toezichthouders van zorginstellingen wordt het er door de vele stelselwijzigingen niet makkelijker op. En intussen draait de regering de duimschroeven aan. Voortaan vallen alle bestuurders en toezichthouders onder een nieuwe wettelijke regeling voor bestuurdersaansprakelijkheid. De aansprakelijkheid gaat ver en kan ook het privévermogen van bestuurders raken. Alex fronst zijn wenkbrauwen. “Wat lost het op? Het wekt defensieve geneeskunde in de hand, omdat je gaat regeren op basis van angst en dat is de slechtste raadgever. Het is typisch Nederlands dat men na een calamiteit direct een schuldige wil aanwijzen. In negenennegentig procent van de gevallen ligt het niet aan één persoon, maar aan de omstandigheden waarin het heeft plaatsgevonden. Daarom vind ik de vraag hoe het heeft kunnen gebeuren veel relevanter.”
Naast de zorgsector voert RPS soortgelijke projecten ook uit in de industriële en publieke sector. Door ervaringen uit deze sectoren te combineren, kunnen methodes en ‘best practices’ worden uitgewisseld.
51.485087 I 3.907689
COLOFON RPS Elektronicaweg 2 2628 XG Delft T +31 15 750 16 00
[email protected]
TEKST
www.rps.nl
Jeroen Wolbers
REDACTIE Jeroen Wolbers Liza Bakker
FOTOGRAFIE Paulien de Gaaij Total E&P Nederland VORMGEVING Grafisch Ontwerpbureau Onze Jongens DRUK Grafisch Bedrijf Crezée Oplage 5.000 exemplaren