Renus
ARCHEOLOGISCHE WERKGEMEENSCHAP NEDERLAND AFDELING RIJNSTREEK VOORJAAR 2014
IN DIT NUMMER: - ALGEMENE LEDENVERGADERING - JAARVERSLAGEN
1
Renus is een uitgave van de afdeling Rijnstreek van de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland (A.W.N.). Redactie: P.J.M. de Baar. Gegevens uit Renus mogen worden overgenomen, mits met voldoende bronvermelding, en er een kopie van het artikel, waarin gegevens uit Renus werden verwerkt, aan de redactie wordt gestuurd. +++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Vondstmeldingen Als u iets gevonden heeft waarvan u denkt dat het van belang kan zijn, of als u weet dat anderen vondsten hebben gedaan, belt u dan a.u.b. met een van de volgende mensen: Dick van der Kooij, Welterdreef 93, 2253 LJ Voorschoten, tel. 071-5764072 Leo den Hollander, Coornhertstraat 55, 2332 AP Leiden, tel. 071-5312172 Suus Sprey, Burg. Visserpark 14, 24-5 GR Alphen a/d Rijn, tel. 0172-494986 Ook houden wij ons aanbevolen voor melding van plaatsen waar graafwerkzaamheden plaats (gaan) vinden. Help mee het bodemarchief te redden: een kleine vondst kan het begin van iets belangrijks zijn! Meehelpen met opgravingen? Heeft u belangstelling om actief deel te nemen aan het veldwerk, dan kunt u bij bovengenoemde personen vernemen welke projecten in uitvoering zijn of binnenkort zullen komen en voor de precieze gegevens over plaats en tijd. Met nadruk wordt erop gewezen dat ervaring absoluut niet vereist is. Restaureren, tekenen en vondstverwerking Deze werkzaamheden vinden plaats in onze werkruimte, Archeologiehuis Zuid-Holland naast Archeon in Alphen aan den Rijn, elke maandagavond en dinsdag (behoudens als er een feestdag of lezing is). Opgave van nieuwe leden Nieuwe leden kunnen zich aanmelden bij het Administratiekantoor AWN, Postbus 714, 3170 AA Poortugaal, tel. 010-5017323,
[email protected]. Het basislidmaatschap kost € 50,-- per jaar. Leden ontvangen zesmaal per jaar het tijdschrift Westerheem. Nieuwe leden worden persoonlijk uitgenodigd voor een eerste kennismaking met de afdeling. AWN afd. Rijnstreek, Archeonlaan 1A, 2408 ZB Alphen aan den Rijn
[email protected] website http://www.awn-archeologie.nl/06/
2
Beste leden van de afdeling Rijnstreek, Voor u ligt de digitale Renus, te beschouwen als een symbool voor de vele veranderingen die er plaats vonden in onze archeologische wereld. Afgelopen jaar was een dramatisch periode voor de archeologie waarin veel commerciële bedrijven het niet konden bolwerken en we archeologische vrienden in een andere omgeving terugvonden. De AWN als de vereniging van vrijwilligers in de archeologie maakt ook flinke veranderingen door. Als afdeling zelf nog opgravingen doen, wordt steeds moeilijker en vraagt om een goede relatie met de gemeenten in onze regio om te weten waar gebieden worden vrijgegeven die archeologisch nog interessant zijn, zoals het geval was in Nieuwveen. Meer en meer wordt van de AWN gevraagd om mee te denken en erop toe te zien dat het archeologiebeleid goed door de gemeenten wordt opgezet en uitgevoerd. We noemen dit belangenbehartiging en in het afgelopen jaar hebben we daar actief aan meegewerkt in onder andere Alphen aan den Rijn. Daarnaast zijn er andere belangrijke taken voor de AWN en die liggen in het vlak van educatie en inspanningen om het draagvlak van de archeologie te vergroten. Op de laatste Reuvensdagen was een belangrijk thema het publieksbereik van de archeologie. Het betekent meer gericht zijn op onze buitenwereld om het belang van het archeologisch erfgoed uit te dragen. Ik was de afgelopen acht jaar met veel plezier de voorzitter van de afdeling Rijnstreek. Het waren woelige tijden met helaas te veel verhuizingen. Uiteindelijk komen we nu in rustiger vaarwater en kunnen met nieuw elan de nieuwe taak opnemen om de AWN-afdeling Rijnstreek in de komende jaren een uitgesproken plaats te geven in onze regio. Pierre van Grinsven Voorzitter AWN-afdeling Rijnstreek
3
UITNODIGING VOOR HET BIJWONEN VAN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING VAN DE AWN-AFDELING RIJNSTREEK MAANDAG 17 MAART 2014 Plaats: Archeologiehuis Alphen aan den Rijn (bij Archeon), aanvang 19.30 uur. Agenda: 1. Opening 2. Vaststelling agenda 3. Mededelingen 4. Notulen van de Algemene Ledenvergaderingen van 25 februari en 17 mei 2013 (zie hieronder) 5. Jaarverslagen (zie elders in deze Renus) 6. Verslag van de kascontrolecommissie 7. Benoeming kascontrolecommissie voor 2014 8. Financiën (zie de stukken elders in deze Renus) 9. Bestuurssamenstelling: Pierre van Grinsven is reglementair aftredend. Voorgesteld wordt om Dé Steures te benoemen tot voorzitter. Tegenkandidaten kunnen gesteld worden volgens art. 3.2.3 van het Huishoudelijk Reglement tot uiterlijk zeven dagen voor 17 maart, schriftelijk ondersteund door tenminste tien leden. Deze kandidaatstelling moet vergezeld gaan van een schriftelijke verklaring van de kandidaat, waarin deze verklaart bereid te zijn in het bestuur zitting te nemen. 10. Stand van zaken beleidsdoelen van het bestuur 11. Rondvraag 12. Sluiting Na afloop zal een koffiepauze worden ingelast, waarna rond 20.30 uur de lezing van Adrie Tol over bewoningsresten in het plangebied Aarle in de gemeente Best. In het najaar van 2011 en het voorjaar van 2012 heeft Archol BV uit Leiden een grootschalig archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied Aarle in de Gemeente Best, waar in de toekomst nieuwbouwwoningen gerealiseerd gaan worden. In totaal is bij het archeologisch onderzoek ongeveer 12 hectare vlakdekkend onderzocht. Hierbij zijn bewoningsresten uit de ijzertijd, Romeinse tijd en middeleeuwen blootgelegd. Tijdens de lezing wordt ingegaan op de bewoningsresten uit de ijzertijd en Romeinse tijd. In totaal zijn uit beide perioden ruim 45 huisplattegronden en bijgebouwen aangetroffen. Daarnaast zijn meer dan 10 waterputten gevonden. Opvallend is de uitstekende conserveringstoestand van de houten putbekistingen en de vondst van een aantal houten voorwerpen in de opgevulde putten. Als laatste bleek in het oosten een klein grafveld uit de midden- of late ijzertijd aanwezig.
4
Notulen van de Algemene Ledenvergadering van AWN-afdeling Rijnstreek, gehouden op 25 februari 2013 in het Archeologiehuis in Alphen aan den Rijn. De voorzitter opent de vergadering om 19:30 uur; aanwezig zijn 11 leden en het voltallig bestuur: Pierre van Grinsven, voorzitter, Bert Zandbergen, secretaris, Els Koeneman, penningmeester, en Odile Hoogzaad, bestuurslid. Als vertegenwoordiger van het landelijke bestuur is Suzanne Klüver aanwezig, en Marie-France van Oorsouw namens het Erfgoedhuis. In de voorgestelde agenda worden geen wijzigingen aangebracht. Het bestuur heeft geen mededelingen voor de vergadering. De notulen van de Algemene Ledenvergadering van 5 maart 2012 worden ongewijzigd goedgekeurd. Het bestuurlijk jaarverslag wordt ongewijzigd goedgekeurd. Het archeologisch jaarverslag wordt eveneens ongewijzigd goedgekeurd; de voorzitter geeft aan dat de paragraaf over Bodegraven de uitwerking van een waarneming betreft. De voorzitter leest het verslag van de kascommissie voor. Hij geeft aan dat de afname van het eigen vermogen lager is dan eerder voorzien. Verwacht wordt dat in het komende jaar verdere besparingen mogelijk zijn door de Renus alleen in digitale vorm uit te brengen en de opmaak van de Renus-reeks in eigen beheer uit te voeren. De voorzitter stelt dat hiermee het interen op het eigen vermogen van de laatste tien jaar een halt wordt toegeroepen. Wel moeten we bij de betrokken gemeenten proberen subsidie aan te vragen voor een deel van de kosten voor publicaties. De kascommissie en de penningmeester hebben geen oplossing voor een verschil van € 30,--; het is vrijwel zeker dat dit de verkoop betreft van een exemplaar van Renus-Reeks nr. 1, de publicatie over Koudekerk, die niet juist geboekt is. Leo den Hollander vraagt naar de details van de besparingen. De penningmeester geeft aan dat in 2012 € 1000,-- aan de Renus en aan de Renus-reeks is uitgegeven. Voor de komende jaren wordt hiervoor € 500,-- begroot; de Renus-reeks kost ook het in het volgend jaar geld, want de KB, de auteurs en anderen krijgen een gedrukt exemplaar. De voorziene kosten zijn hoger dan de jaarlijkse retributie van de landelijke AWN. Voor C14- of pollenonderzoek is er daarom nooit budget. De voorzitter ziet als ideaal dat de Renus-reeks wordt gefinancierd door gemeenten. Leo den Hollander suggereert om de kleine rapporten on-line te publiceren en alleen de grotere rapporten op papier uit te brengen. Deze suggestie wordt aanvaard door het bestuur. Aleid Muller vraagt naar de € 500,-- die op de begroting staat. De penningmeester geeft aan dat dit een verwachting is, en dat dit bedrag daarom op de begroting staat. Helco Mulder vraagt naar de afschrijvingen. De penningmeester geeft aan dat de nieuwe, uit het Rabobank Rijnstreek Fonds verkregen, laptop in één keer afgeschreven is, en geeft aan dat dit volgend jaar in de boeken zichtbaar zal zijn. Suzanne Klüver suggereert om een donateurschap in te stellen. Het bestuur zal dit overwegen. In de kascommissie voor 2013 worden benoemd: Helco Mulder, Jos de Wit en Dé Steures. Het bestuur wordt gedéchargeerd en de kascommissie wordt bedankt voor de controle van de 5
boeken. Bestuurssamenstelling: Odile Hoogzaad is reglementair aftredend, zij stelt zich verkiesbaar voor een tweede periode van vier jaar. De vergadering gaat hiermee akkoord. Het bestuur stelt voor om Piet de Baar te benoemen tot gewoon bestuurslid, met als taak het redigeren van de digitale Renus, die ook op de website gezet gaat worden. Hij wordt voor vier jaar benoemd als bestuurslid. Statuten: omdat het bij diverse afdelingen van de AWN steeds vaker voorkomt dat grotere bedragen, waaronder subsidies, legaten en schenkingen, niet door de eigen penningmeester aanvaard kunnen worden, is er een ingewikkelde omweg via de penningmeester van het hoofdbestuur nodig. Er is nu de mogelijkheid dat afdelingen omgevormd worden tot aparte verenigingen, met een eigen, juridische rechtspersoonlijkheid. Ook bij het indienen van een bezwaarschrift is dit haast altijd een vereiste. Daarom stelt het bestuur voor om onze afdeling om te vormen tot een zelfstandige vereniging, maar wel in een nauwe relatie tot de landelijke AWN. De statuten van AWN-afdeling 23 (Kempen en Peelland) zijn het voorbeeld voor de onze. De notariskosten van de omzetting zullen ongeveer € 200,-- bedragen. De vergadering kan dit voorstel nu niet goedkeuren omdat hiervoor eerst een gedetailleerd voorstel gedaan moet worden; dit is dan ook een eerste peiling van de meningen. De voorzitter stelt voor om nu een principebesluit te nemen en een uitgewerkt voorstel bij een andere gelegenheid in stemming te brengen. In een later stadium - gedacht wordt aan een vergadering in combinatie met een lezing - kan dan het definitieve besluit genomen worden. Piet de Baar betoogt dat de relatie met de landelijke AWN niet verandert. Leo den Hollander vraagt naar details van de wijzigingen. De nieuwe rechtsvorm wordt een vereniging. Het hoofdbestuur heeft een verzekering die de oude en de nieuwe vorm dekt. Er komt geen persoonlijke verantwoordelijkheid voor de bestuursleden. Jos de Wit vraagt naar de bevoegdheden van de nieuwe vorm vergeleken met overkoepelende organisaties als de landelijke AWN en de Erfgoedkoepel. Het is vooral belangrijk om als belanghebbende bezwaar te kunnen indienen tegen bestemmingsplannen. Dick van der Kooij suggereert om de statuten nog eens na te laten kijken door een jurist uit eigen kring. De voorzitter zegt toe dat de statuten voor de stemming naar de leden worden gestuurd. Het principebesluit wordt aangenomen. Stand van zaken met betrekking tot de beleidsdoelen: Actieve vereniging blijven: opgravingen zijn een „trekker‟, dat wil het bestuur in stand houden. „Nieuwveen‟ trok dit jaar veel mensen. We kunnen ook kleine opgravingen verrichten voor particulieren, die een professionele partij niet kunnen betalen. Er is wel een verschil van opvatting hierover tussen verschillende instanties en regio-archeologen. Dynamische vereniging: er is weinig aanwas van nieuwe leden. Als bestuur moeten we ervoor zorgen dat die er komt. De opkomst bij de lezingen is goed. Mensen willen graag opgraven maar voor de uitwerking - evenals voor digitaliseren - is er minder belangstelling. Het schrijven van rapporten komt op een handvol mensen neer. We moeten die activiteit verbreden. Het vastleggen van gegevens in databases moet ook vaker gebeuren. De belangenbehartiging hebben we altijd veel aandacht gegeven. Belangenbehartiging vraagt een speciale inzet en vaardigheden. De archeologie is gebaat met een goed gemeentelijk beleid. Katwijk is het model voor samenwerking tussen de verschillende partijen. Het animo voor dit soort overleg hiervoor moet opgevijzeld worden. Het aantal overlegorganen is ook toegenomen: we hebben contact met het Erfgoedhuis, de (AWN)Regio-afgevaardigden, de landelijke werkgroep Belangenbehartiging, het Archeologiehuisberaad en de Limes-werkgroep. 6
Met een aantal gemeenten is er ad hoc overleg, met andere in het geheel niet. Educatie: de educatie-afdeling van het Erfgoedhuis is bijna geheel opgeheven, maar toch bestaan er van onze kant verplichtingen. Het initiatief hiervoor ligt niet bij ons. Wij gaan geen scholen langs om belangstelling te werven. We willen een gravende vereniging blijven; op afzienbare termijn komt er een opgraving op het voormalige vliegveld Valkenburg. Maar dat kan alleen als er tegelijk professioneel opgegraven wordt. Wel is er komend jaar in Hazerswoude een booronderzoek voorzien. In de rondvraag stelt mevrouw Van Oorsouw – als tijdelijke vervangster van Janneke van Haver-Plas - zich voor als aanspreekpunt bij het Erfgoedhuis. Chris Zwaan stelt oude boerderijen aan de orde. Gemeenten voeren gebouwen af van de Monumentenlijst. Volgens Suus Sprey blijft in Alphen de lijst intact. Suzan Klüver merkt op dat we het oude logo en de oude naam nog gebruiken. Het hoofdbestuur wil ledenwerving stimuleren. Werkeloze archeologen is een doelgroep; het is voor hen een gelegenheid om ervaring op te doen. Zij roept op om op 16 april aanstaande naar de landelijke ledenvergadering in Rouveen te komen. Dick van der Kooij vraagt naar de landelijke subsidie; de voorzitter antwoordt dat de vierjarige subsidie afloopt, en dit jaar is het overgangsjaar. Digitaal briefpapier en digitale enveloppen zijn de vervanging voor te duur papierwerk. Jos de Wit bedankt de penningmeester voor de gevoerde boekhouding. De voorzitter sluit de vergadering om 20:30 uur.
7
Notulen van de algemene ledenvergadering van de AWN-afdeling Rijnstreek, gehouden op 27 mei 2013.
De voorzitter opent de vergadering om 19:35. Aanwezig zijn het bestuur en een tiental leden. Er is slechts één agendapunt; de nieuwe statuten van de afdeling. De voorzitter geeft aan dat het huidige huishoudelijk reglement vervangen wordt door de voorgestelde statuten, maar dat deze hierin niet in detail zijn opgenomen. De voorgestelde statuten zijn al in twee andere AWN-afdelingen van kracht. We verwachten daarom geen fouten hierin. De vergadering wordt gevraagd om een reactie op de statuten -Hans Postma vraagt waarom Leiden is gekozen als vestigingsplaats. De voorzitter geeft aan dat er een vestigingsplaats nodig is. Maar deze hoeft niet noodzakelijk de plaats te zijn van onze activiteiten. -Ab van Grol vraagt naar het voordeel van de nieuwe rechtsvorm. De voorzitter zet uiteen dat we op dit moment als niet-zelfstandige afdeling geen giften, legaten of subsidies kunnen verwerven, en dat we geen bezwaarschriften kunnen indienen wanneer we geen juridische basis hebben. -Theo Broekhof vraagt of we wel afdeling blijven van de landelijke AWN. De voorzitter geeft aan dat de relatie met de landelijke AWN in de praktijk niet verandert. -Hans Postma vraagt naar de aansprakelijkheid van de afdeling. De voorzitter geeft aan dat het bestuur nu en straks niet hoofdelijk aansprakelijk is. Voorzitter deelt mee dat de zittingstermijn in de voorgestelde statuten gewijzigd wordt: bestuursleden worden voor vier jaar benoemd, een verlenging met eenzelfde termijn is mogelijk. In het geval geen opvolger gevonden kan worden kan het bestuurslid aanblijven totdat er een opvolger gevonden wordt. Er komt een verzoek uit de vergadering (Hans Postma en Ab van Grol) om de notulen van de bestuursvergaderingen via de mail toegestuurd te krijgen. De voorzitter zegt dit toe. Bij acclamatie worden de voorgestelde statuten aanvaard. Tevens wordt machtiging verleend om kleine wijzigingen van taalkundige aard en voorstellen van de notaris in de tekst te mogen aanbrengen. Geen andere zaken aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de vergadering om 19:45.
8
Bestuurlijk jaarverslag over 2013 van AWN-afdeling Rijnstreek. Bestuur Het bestuur kende in 2013 de volgende samenstelling: Pierre van Grinsven voorzitter Bert Zandbergen secretaris Els Koeneman penningmeester Odile Hoogzaad lid Piet de Baar lid
gekozen: 13 febr. 2006 18 febr. 2008 5 mrt. 2012 23 febr. 2009 25 febr. 2013
aftredend: 2014 2016 2016 2017 2017
Algemeen Zelfstandige opgravingen door amateurs vinden onder de huidige omstandigheden vrijwel niet meer plaats. Archeologische bedrijven doen al het bureau- en veldwerk. Voor de amateur die het veld in wil, staan er twee wegen open: assisteren bij opgravingen door archeologische bedrijven en het doen van opgravingen in de marge, in gebieden die te klein zijn voor bedrijfsmatig onderzoek. Toenemend verschuift het werkgebied naar de vergadertafel en de publieksarcheologie. De bewaking van de processen rond het archeologisch erfgoed is een taak die overheden van ons verwachten. Actueel is ook de educatieve functie. In het verslagjaar werden geen stappen gezet om dat vorm te geven. Archeon heeft het programma voor basisscholen zelf ingevuld. Voor 2014 worden wel nieuwe activiteiten in dezen van de afdeling verwacht. In 2013 heeft het bestuur viermaal vergaderd in de werkruimte in het Archeologiehuis. Belangrijke onderwerpen die het afgelopen jaar op de agenda stonden, zijn de financiering van de publicaties, de uitwerking van vroegere opgravingen van onze afdeling, huisvesting en de relatie met de gemeenten binnen ons werkgebied. Daarnaast werd door bestuursleden deelgenomen aan de Afgevaardigdendag in november te Amersfoort. Onze afdeling was present bij het jaarlijkse regio-overleg met de Provincie en de AWN-afdelingen Haaglanden, Helinium en Lek- en Merwestreek. Ook een afgevaardigde van het Hoofdbestuur was daarbij aanwezig. In het Erfgoedhuis in Delft vond ieder kwartaal een bespreking plaats waarbij dezelfde partijen aanwezig zijn. Regelmatig waren bestuursleden present bij overleg over ontwikkelingen in het Limes-bereik. De secretaris heeft met Tom Hazenberg overleg gehad met overheden om te komen tot vernieuwde aandacht voor de in de jaren ‟70 opgegraven Romeinse schepen uit Zwammerdam. Het haalbaarheidsonderzoek is inmiddels voltooid en wordt op afzienbare termijn aangeboden aan de betrokkenen. Huisvesting We beginnen gewend te raken aan ons onderkomen in het Archeologiehuis. Nog niet alles heeft zijn definitieve plek gevonden. De ruimte is beperkt en dat vraagt de discipline om dat deel dat niet meer, of nog niet, nodig is bij de actuele werkzaamheden naar het depot over te brengen. Het is een taak van het bestuur om te inventariseren wat er in het depot ligt. Over praktische zaken vindt er regelmatig overleg plaats tussen de verschillende partijen die bij het Provinciaal Archeologisch Centrum betrokken zijn. Onze voorzitter behartigt daar onze belangen. We hebben gastvrijheid geboden aan een grote groep leden van de Historische Kring Nieuwveen voor een bezoek aan het Archeologiehuis. Werkruimte 9
De werkruimte functioneert naar omstandigheden voldoende. Een deel van het materiaal ligt nog verspreid over de ruimte; dit is onwenselijk en vraagt om aanpak. Zo moeten bijvoorbeeld veel van de nu nog opgerolde tekeningen nog in de GABS-kast gehangen worden. Zaken als vondstadministratie en plaatsing van onder meer gereedschappen zijn nog niet ideaal. De ruimte op de begane grond wordt ook gebruikt door medewerkers van het Archeon. AWNmateriaal raakt daardoor soms verspreid over andere locaties op het Archeon-terrein. Door een goede verbinding met het Internet is veel gewonnen; veel verenigingszaken kunnen nu vanuit de werkruimte gerealiseerd worden. Ook is het nu mogelijk om met eigen laptop/smartphone middels de Archeon-wifi in te loggen op het Internet Omgang met Archeon en Provincie Wij delen het Archeologiehuis met de Provincie Zuid-Holland (waarbij Frits Kleinhuis ons aanspreekpunt is) en het Erfgoedhuis Zuid-Holland (met als aanspreekpunten Janneke van Haver-Plas en Marie-France van Oorsouw), terwijl onze „huisbaas‟ Archeon in de persoon van Jack Veldman een grote rol speelt waar het het gebouw betreft. We zijn alle partijen erkentelijk voor hun gastvrijheid en zijn prijzen ons gelukkig met ons onderkomen. Tot nu toe hebben wij op het gebied van de educatie in dit verslagjaar weinig tegenprestaties kunnen leveren. Maar dit is voor de toekomst wel een verplichting. Waar wij de begane grond en de bovenste verdieping onder de kap als ons „eigen‟ territorium mogen beschouwen, is de tussenverdieping niet uitsluitend voor de AWN bedoeld. Dat samenwonen en –werken vergt enige inschikkelijkheid. Incidenteel is er irritatie over zoekgeraakte of niet op de juiste plek staande inventaris. Onze ruimte op de tweede verdieping staat in principe open voor gebruik door de Provincie. Werkzaamheden Er is in het verslagjaar gewerkt aan de uitwerking van: Romeins Bodegraven 1995-1996, 2002. Dit project is bijna voltooid; het is de bedoeling om in 2014 een rapport in de Renus-Reeks uit te brengen. Op de maandagavonden is gewerkt aan de uitwerking van kleinere opgravingen, zoals van Nieuwveen, Alphen-Burgemeester Visserpark en Alphen-Steekterweg; voorzien wordt dat deze publicaties worden gebundeld en/of op de website geplaatst. Op dinsdag werd gewerkt aan de rapportage over de waterput in Oegstgeest-Rijnfront, Bodegraven en Alphen-De Hoorn, naast tal van zaken van meer huishoudelijke aard. De restauratieploeg was zeer actief en heeft ook dit jaar een aantal bijzondere stukken aardewerk geassembleerd. Tentoonstellingen Ook dit jaar waren er presentaties van „ons‟ materiaal in de permanente opstelling in het Katwijks Museum en de Oudheidkamer in Koudekerk. Ook werden enkele zaken waardig bevonden om in de expositie in het Archeologiehuis getoond te worden. Website en mailinglist De website van de Rijnstreek is te vinden op: http://www.awn-archeologie.nl/06/. Odile Hoogzaad beheert de website. Kopij voor de website kan gericht worden aan het algemene emailadres:
[email protected] De website is ook via de AWN-website (www.awnarcheologie.nl) gelinkt. Het belang van de website wordt groter, ook voor publicatie van onze rapporten. Voor actuele informatie kan op de website gekeken worden. Regelmatig worden er ook emails rondgestuurd met betrekking tot veldwerk en andere zaken. Niet van alle leden zijn e10
mailadressen aanwezig; ondanks herhaalde verzoeken daartoe in de „Renus‟ missen we nog een twintigtal adressen. Hebt u tot nog toe geen e-mail ontvangen, maar stelt u daar wel prijs op, dan graag even een bericht naar
[email protected].
Leden Het officiële ledental van de afdeling Rijnstreek bedroeg op de lijst van de AWNledenadministratie van 1 januari 2013 116 leden. Dit is ten opzichte van een jaar geleden een netto afname met 1 lid. In totaal kregen ruim 230 personen en instanties de Renus toegezonden. Naast de leden zijn dit een aantal buitenleden en heel wat instanties, bestaande uit overige AWN-organen, evenals gemeenten en historische verenigingen die binnen onze afdeling vallen, maar waardoor onze activiteiten beter zichtbaar worden voor overheden en zusterverenigingen. Lezingen In 2013 zijn de volgende lezingen gehouden: - 25 februari, Julia Chorus: Zwerftocht door het Utrechtse castellum op het Domplein - 8 april, Roos van Oosten: Het vuil, de stad en de beerput - 27 mei, Richard Jansen: Het archeologisch Landschap van Allure: de Maashorst - 23 september, Rien Polak: Het castellum Albaniana en het ontstaan van de Romeinse rijksgrens in ons land - 25 november: Boudewijn Voormolen: Slachtsporen op botmateriaal in Schöningen. Bij de lezingen zijn steeds zo'n 25-35 toehoorders aanwezig. Een uitzondering was bij de lezing van Rien Polak; daar werd "Gered uit de grond" gepresenteerd en daar waren zo'n 70 toehoorders. De organisatie van de lezingen was in handen van Pierre van Grinsven. De plaats was steeds het atrium in het Archeologiehuis. De ruimte is goed, alleen het „traplopen‟ naar beneden vereist voorzichtigheid en wordt ontraden. De belangstelling voor de lezingen is stabiel. De Vereniging van Vrienden van het Archeon houdt haar lezingen ook in deze ruimte. AWNleden zijn daarbij welkom, en andersom geldt hetzelfde. Lezingen worden op de website aangekondigd. Leden en belangstellenden ontvangen ook via e-mail een uitnodiging. Krijgt u geen e-mails, maar stelt u daar wel prijs op, dan graag even een bericht naar
[email protected]. Dit is vooral van belang omdat de papieren uitgave van de Renus is vervallen.
Publicaties door leden van Rijnstreek of over gegevens van de Rijnstreek In 2013 is één nummer van ons afdelingsblad verschenen, het laatste in papieren editie. De eindredactie, productie en verzending werden verzorgd door Piet de Baar. Een publicatie die op grote schaal aandacht trok is „Gered uit de grond‟ over de metaalvondsten van het Alphens Castellum. Het fraaie boek is in eigen beheer uitgegeven door Peter Bakker en Jan-Willem Bron. Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van onze afdeling werd ons de gelegenheid geboden om een „Westerheem‟-nummer te vullen met artikelen over opgravingen van „Rijnstreek‟. Het heeft veel tijd en energie gekost, maar over het resultaat kunnen we tevreden zijn. De artikelen waren van de hand van Pierre van Grinsven, Piet de Baar, Els Koeneman, Jasper de 11
Bruin, Leo den Hollander, Wim Kuijper, Odile Hoogzaad, Bert Zandbergen en Tom Hazenberg. Pierre van Grinsven, Cees Doedeijns en Dick van der Kooij zijn de auteurs van “Het Wapen van Voorschoten”, een verslag van een opgraving van het erf van een woonboerderij uit de 12e of 13e eeuw. Het verslag is uitgegeven als Renus-reeks nummer5.
Archeologische contacten Sinds de invoering van de nieuwe wet op de archeologische monumentenzorg in september 2007 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het uitvoeren en handhaven van het archeologisch beleid. In september 2009 zouden de gemeenten een archeologie-nota hebben moeten goedkeuren waarin staat hoe zij het beleid denken te gaan uitvoeren. In de praktijk komt dit neer op het hebben van een verwachtingskaart en een beschrijving wat te doen bij bodemverstoringen in een gebied met hoge archeologische verwachtingen. Ook in 2013 hadden nog niet alle gemeenten een door de raad goedgekeurd archeologisch beleid. Waar mogelijk biedt het bestuur suggesties bij het tot stand komen van een goed beleid en de daartoe benodigde nota. In 2008 zijn we begonnen met het invoeren van AWN-correspondenten, leden van de AWN of van een historische vereniging, die in hun (deel van een) gemeente mede toekijken of de gemeente wel in overeenstemming met de nieuwe wet handelt. Deze correspondenten blijken in de praktijk naar tevredenheid te functioneren, zij het vaak in een signalerende functie, waardoor het bestuur toch nog veel hulp bij het zetten van verdere stappen moet bieden. Een wettelijke basis, waarbij de afdeling als verzelfstandigd rechtspersoon binnen de landelijke AWN kan optreden werd goedgekeurd in een tweede Algemene Ledenvergadering. Overleg over de statuten vindt nog plaats en de ondertekening wordt in 2014 verwacht. De AWN neemt deel aan het overleg in het kader van de Erfgoedkoepel, een orgaan waarin alle Leidse historische verenigingen deelnemen en dat weer nieuw leven is ingeblazen. Er is een open overleg met de gemeente Leiden, dat een informatief karakter heeft. Contacten met archeologische bedrijven. We prijzen ons gelukkig over de goede kontakten met de Milieudiensten in Zuid-Holland; daardoor zijn we in staat geweest te assisteren bij een aantal (nood)opgravingen in Alphen aan den Rijn. Tevens verleende de betreffende dienst toestemming tot een kleine opgraving aan de Steekterweg in Alphen. Diachron bood interessante graafmogelijkheden aan bij een grote en langlopende opgraving in Leiderdorp aan de Hoogmadese weg. Daar hebben een aantal leden meegeholpen.
Bert Zandbergen, secretaris.
12
Archeologisch jaarverslag 2013. Algemeen Alles in het archeologische veld is nog lang niet koek en ei. De in het kader van de Maltawetgeving opgetuigde monumentencyclus met de KNA-regeling blijkt in de praktijk gaten te vertonen en per ongeluk of misschien soms expres vallen er slachtoffers. Een sprekend voorbeeld in ons werkgebied is het geval van het kasteel Alkemade in Warmond. Het (verplichte) onderzoek van het ingeschakelde bedrijf gaf geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een kasteel. Grondig historisch- en archiefonderzoek van de locale historische vereniging “Warmelda” toonde aan dat ter plaatse een kasteel had gestaan, waarvan in het begin van de negentiende eeuw nog funderingen waren blootgegraven. Een tersluikse verkenning van Warmelda-leden bij het inmiddels begonnen graafwerk van de aannemer leverde het vermoeden op dat nog wel degelijk sporen in situ aanwezig waren. Een interventie van de Bond “Heemschut” gaf de RCE aanleiding een onderzoek te doen instellen door de velddienst. Het verslag van deze waarnemingen in het najaar 2012 is inmiddels uitgebracht in de RAM-reeks van de RCE (nr. 220, 2013): Wallen en Grachten aan de Wasbeeklaan, te raadplegen via de webstek van de RCE. Het resultaat: een burcht van het type “Ouden Hof” (Oegstgeest), een rond eilandje omgeven door meerdere concentrische grachten. Onder het hoofdje Alphen aan den Rijn hieronder is het wedervaren van enige Alphense leden beschreven, die hebben moeten ingrijpen op projecten, waarvoor de gemeente onderzoek had moeten laten verrichten. In twee gevallen was men aan het werk op locaties waar pal naast opgravingen naar het Romeins verleden hadden plaatsgevonden. In het derde geval was het een terrein van een verdwenen buitenplaats. Het excuus was dat Alphen aan den Rijn nog geen goedgekeurde archeologische verwachtingskaart had. Maar dat is helemaal niet nodig: Alphen heeft twee rapporten, samengesteld door R. Kok (1999 en 2001), met kaartbijlagen, waarin alle terreinen, waarop onderzoek is gedaan of vondsten zijn aangetroffen, zijn geïnventariseerd. In deze inventarisatie is veel werk door de AWN gestoken. Dit gaat al terug op een archeologische commissie uit de jaren „80, gevormd door o.m. archeologen van de universitaire instituten en enige leden van de AWN onder leiding van de directeur Openbare Werken, die het materiaal verzameld hebben voor een archeologische kaart in drie perioden, die keurig op Openbare Werken is getekend. Als er al een voorbeeld is van de wet van de remmende voorsprong in het archeologisch beleidsveld, dan is er niet snel een duidelijkere te vinden. Alphen was een van de eerste gemeenten met een archeologische kaart, maar nu ziet het er naar uit dat Alphen één van de laatste is met een goedgekeurde kaart. Het archeologisch administratieve regelcircus maakt rare slachtoffers. De gemeente Alphen aan den Rijn gaat de komende tijd een primair aandachtsveld voor de “Rijnstreek” vormen, zeker na de gemeentelijke herindeling, waarbij twee gemeenten zijn toegevoegd. Het derde fenomeen dat de archeologische wereld op vele punten pijnlijk treft, is de alomtegenwoordige economische crisis. In een artikel in de laatste Archeobrief (17/4 2013, pp 2-8) wordt dit aan de hand van de antwoorden van een aantal archeologen uit de hoek van de archeologische bedrijven en de gemeenten uit de doeken gedaan. Geschat wordt dat reeds een vierde van de werkzame beroepsbeoefenaars uit het vak verdwenen is; van de overigen zijn velen nu werkzaam als parttimer of zzp‟er. Ook in onze regio is het evident: het verscheiden van “Hazenberg Archeologie” is niet onopgemerkt voorbijgegaan. In het artikel worden vele punten behandeld, die daar na te lezen zijn. Op één aspect, waar de aandacht van de AWN met name vereist is, is het nuttig hier de aandacht te richten. De tendens bestaat bij het locaal bestuur, meestal het bevoegd gezag dus, de normen op te rekken, zowel wat betreft oppervlakte als verstoringdiepte in het terrein, maar ook in het schrijven van de pve‟s. Eisen voor specialistisch onderzoek of de mate van uitwerking worden niet meer of oppervlakkig 13
gesteld. Ook blijkt de handhaving van de monumentenwet aan erosie onderhevig. In de regio zijn er gemeenten die hun archeologische nota van een paar jaar geleden herijken. In de tekst van de nieuwe nota staan formuleringen die niet zozeer de geest van de wet op een betrouwbare manier lijken te implementeren, maar eerder te omzeilen en tegelijk de regels op te rekken. D. van der Kooij
Alphen aan den Rijn Archeologische hoogte- en dieptepunten in Alphen aan den Rijn In 2013 kwamen bij bouwprojecten in Alphen aan den Rijn veel archeologische sporen bloot te liggen. Leden van de AWN wisten deze soms ternauwernood in beeld te brengen. Helaas bleek dat archeologisch onderzoek voor de lokale overheid vaak een sluitpost is. Aan de andere kant kreeg de AWN van diezelfde overheid ook meestal wel weer medewerking om te redden wat er te redden viel. Burgemeester Visserpark – februari en maart 2013 De eerste keer dat de AWN aan de bel moest trekken, was tijdens rioleringswerkzaamheden in het Burgemeester Visserpark in het centrum van Alphen aan den Rijn. De gemeente was daar sinds half februari 2013 bezig met de aanleg van een nieuwe hoofdriolering tot zo‟n drie meter diep. Deze riolering werd in de lengterichting door het midden van het park aangelegd. Er was geen enkel archeologisch vooronderzoek geweest ondanks dat het om een locatie gaat op circa 120 meter ten noorden van het Romeinse fort en zo‟n 100 meter ten westen van de Oude Rijn. Crematieresten Eind februari ontdekten de AWN-leden Ab van Grol, Gabor Mooij en Suus Sprey dat bij de aanleg van de riolering grote hoeveelheden Romeinse dakpannen en scherven aan de oppervlakte waren gekomen. Het Burgemeester Visserpark werd ook opnieuw bestraat en vlak onder het wegdek aan de noordoostkant van het park bleek zich onverstoorde blauwgrijze rivierklei te bevinden met daarin sterk verspoeld Romeins aardewerk. De aangrenzende rand van de middenberm van het park bleek uit onverstoorde bruine klei van een oeverafzetting uit de Romeinse tijd te bestaan. Deze verrassend goed geconserveerde Romeinse lagen (zeker voor een locatie bij een stadscentrum) bevonden zich slechts zo‟n halve meter onder het maaiveld. Toevallig zag de heer Journee, een geïnteresseerde buurtbewoner, uit de bruine oeverklei een hals van een Romeinse kruik steken (zie afbeelding 1).
14
Afbeelding 1. Romeinse kruik in situ. Toen Mooij en Van Grol hier groeven, troffen ze meer aardewerk aan, waaronder Terra Sigillata en geheel onverwacht crematieresten. Het ging om kleine fragmenten witverbrand (gecalcineerd) bot, omringd door de scherven van een als urn gebruikte grijze kookpot. Mooij en Van Grol besloten dit materiaal vanwege de kwetsbaarheid met grond en al in een vondstenzak te scheppen en zo te bewaren. Hoogstwaarschijnlijk gaat het hier om een crematiegraf met grafgiften. Redding De vondst werd gemeld bij de gemeente en er werd afgesproken de vondstlocatie verder met rust te laten. Toch werd over de vindplaats van de urn tegen het midden van maart 2013 een nieuwe sleuf gegraven door de aannemer. Mooij ontdekte in deze sleuf nog meer scherven en veel gecalcineerd bot met houtskoolsporen. Hij trok hierover (nogmaals) aan de bel bij de gemeente en de Omgevingsdienst West-Holland die de gemeente adviseert betreffende archeologie. Dit leverde op dat moment niets op en Mooij en Van Grol besloten te redden wat er nog te redden viel. Ze verzamelden op 14 maart 2013 alle crematieresten en de Romeinse scherven die in de sleuf aan de oppervlakte waren gekomen. Daarbij vonden ze onder andere een rond spoor van gecalcineerd bot omringd door houtskool, wat waarschijnlijk een crematiekuiltje is geweest. Het was jammer dat een spoor als dit niet volgens alle regelen der 15
kunst opgegraven kon worden. De „redding‟ bleek net op tijd. De volgende dag lag er een berg zand in de sleuf. RAAP Als het kalf verdronken is, dempt men de put, want enkele dagen later besloot de gemeente voor de resterende werkzaamheden in het Burgemeester Visserpark en met name bij het oude raadhuis (westkant park) alsnog archeologisch bureau RAAP in te schakelen. RAAP heeft hier enkele weken de werkzaamheden begeleid, maar vond verder weinig. Het interessante deel van de locatie was toch vooral de oostelijke helft van het Burgemeester Visserpark (zie afbeelding 2).
Afbeelding 2. Situatie Burgemeester Visserpark met in een rood kader de vondslocatie. Na overleg met RAAP besloot de AWN de crematieresten tijdelijk over te dragen aan de Stichting LAB (Leids Archeospecialistisch Bureau) voor onderzoek. Dit onderzoek is nu (januari 2014) nog niet helemaal afgerond. 28 vondstenzakken In totaal heeft de AWN-Rijnstreek in het Burgemeester Visserpark maar liefst 28 zakken met Romeins vondstmateriaal verzameld. Dat materiaal bestaat uit dakpanfragmenten, aardewerk en (gecalcineerd) bot. Uit onderzoek met een metaaldetector kwam naar voren dat zich nauwelijks metaal op de locatie bevond. Oever met grafveldje Een voorlopige conclusie van Gabor Mooij is dat er sprake is geweest van een aantal crematiegraven op een oeverafzetting van de Rijn. Deze afzetting grensde aan een Rijntak met mogelijk (vrij) snel stromend water, gezien de in de klei ervan gevonden sterk verspoelde Romeinse scherven. Verder kunnen de crematiesporen en de aanwezigheid van veel 16
bouwmateriaal (dakpan) en kiezels betekenen dat een Limesweg door de oostkant of het midden van het Burgemeester Visserpark heen liep. Dit wordt ondersteund door een melding uit 1991 van de archeoloog G. IJzereef die in de tuin van Burgemeester Visserpark 4 een puinlaag van Romeinse dakpannen, aardewerk en glas vond. De aanwezigheid van veel Romeinse dakpannen en scherven kan echter ook wijzen op een afvallaag van het Castellum of de aanwezigheid van Romeinse barakken of andere bouwwerken op de plaats van het huidige Burgemeester Visserpark. Rijnoord – eind oktober en begin november 2013 Op 20 oktober ontdekte AWN-lid Gabor Mooij een grote bouwput naast de kerk van Oudshoorn. In de metersdiepe put zag hij veel grote afgebroken houten heipalen staan. Op de stort naast de put vond hij muurresten van een aanzienlijke dikte, meer palen en balken en stukken vloer/wand met geglazuurde tegels. Ook zag hij in de wanden van de put muurresten. Dit riep bij hem de vraag op wat op de plaats van de bouwput gestaan kon hebben. Onderzoek leerde dat het om het buiten Rijnoord moest gaan. De hofstede Rijnoord werd in 1631 gebouwd in opdracht van Willem Boreel. Op de plaats van een boerderij kwam toen een buitenhuis met bijgebouwen. Later in de 17e eeuw werd Rijnoord eigendom van Cornelis de Vlaming, veelvuldig burgemeester van Amsterdam en ambachtsheer van Oudshoorn en de Gnephoek. Deze invloedrijke regent in de Republiek van de Verenigde Nederlanden liet in 1665 de kerk van Oudshoorn bouwen naar ontwerp van de Amsterdamse stadsarchitect en bouwmeester Daniël Stalpaert. In de 18e eeuw stond Rijnoord bekend als een van de mooiste landgoederen langs de Oude Rijn. Helaas onderging het landgoed in de eeuw daarop een droevig lot. Een molen aan de nabije Molenvliet kreeg onvoldoende wind door de steeds hoger groeiende bomen in de landschapstuin van het buiten. De poldermeesters van de Groote-, Kleine- en Kalkovense polder eisten dat de bomen werden gekapt. De eigenares Adriana van Poeliën deed toen de gemeente Oudshoorn het aanbod om de gehele buitenplaats gratis van haar over te nemen, mits deze in ongeschonden toestand zou worden onderhouden. De gemeente weigerde dit en de woedende mevrouw Van Poeliën liet het hele park in 1837 met de grond gelijk maken en vertrok naar Dordrecht. In 1844 werden alle nog overeind staande panden afgebroken en er kwam een nieuw huis dat ook de naam Rijnoord kreeg. Vanaf 1883 werd deze Villa Rijnoord een doktershuis. Uiteindelijk werd ook dit laatste Rijnoord in 1964 afgebroken om plaats te maken voor een ziekenhuis. Vijver De bouwput bleek een nieuwe vijver te zijn die werd aangelegd bij de dependance van het Rijnland Ziekenhuis in Alphen. In het bestemmingsplan Nieuwe Sloot voor het gebied stond dat lokale amateurarcheologen grondwerkzaamheden in het gebied moesten begeleiden. Dat was duidelijk niet gebeurd. Mooij nam hierover contact op met de gemeente Alphen aan den Rijn en de Omgevingsdienst West-Holland en kreeg bevestiging dat het (ook) hier niet goed was gegaan met de archeologie. Toen Mooij muurresten in de zuidwand van de vijverput onderzocht, ontdekte hij een gewelfde ingang van een afvoerkanaal en ook de bovenkant van een mogelijk vierkante, stenen constructie. Hij bekeek deze daarna samen met Janneke van Zwienen van de Omgevingsdienst. Een dag later bezocht hij met AWN-collega‟s Ab van Grol en Bert Zandbergen de plek en zij deelden de conclusie dat er meer archeologisch onderzoek nodig was. Van Zwienen vroeg archeologisch bureau RAAP naar de sporen te kijken. RAAP concludeerde dat er nog de nodige resten van het buitenhuis Rijnoord in de grond zaten. Besloten werd dat RAAP de verdere werkzaamheden in de put archeologisch zou begeleiden.
17
Tandenborstels Van Grol was de eerste dag (31/10/2013) van de opgraving door RAAP aanwezig en toen bleek de eerdergenoemde vierkante constructie de bovenkant te zijn van een koepelgewelfje. Dat gewelfje hoorde bij een bakstenen beerput. In een andere vierkante beerput deden RAAP en Mooij op 1 november 2013 mooie vondsten, zoals versierde metalen kaarsendovers, benen haar- en tandenborstels, parfumflesjes en roemers en goed bewaarde faience zalfpotjes. Zandbergen en Mooij hielpen RAAP de week erop bij het blootleggen van fundamenten. Het ging onder andere om meerdere afvoergoten op het zuidtalud van de vijver. Aan de noordkant van de vijver kwam een fundament van een muur vrij met in het midden sporen van een ingang. Dit was mogelijk de noordkant met poort van het hoofdgebouw van Rijnoord (zie voor de ligging van Rijnoord afbeelding 1).
Afbeelding 1. Vijver met in oranje contouren Rijnoord. Op de bodem van de vijverput legde RAAP een deel van de kelder van Rijnoord bloot. Eerder had RAAP aan de noordkant van de vijver al een houten beerbak gevonden waarin zich onder andere resten van een schoen bleken te bevinden. Zowel op het noord- als het zuidtalud van de vijver was het uiteinde van een houten goot zichtbaar. Volgens RAAP hadden deze uiteinden met elkaar in verbinding gestaan en eindigde de afvoer waarschijnlijk in de Oude Rijn. Dit geldt mogelijk ook voor (een deel van) de hiervoor genoemde stenen afvoergoten. Buitenplaats Mooij ontdekte verder na wat archiefonderzoek dat er een uitgebreide landschapstuin bij de buitenplaats Rijnoord had gelegen en dat daar aan de kant van de Oudshoornseweg nog een stukje van bewaard was gebleven. Hij verzocht de gemeente en Omgevingsdienst erop te letten dat dit stukje niet verwoest zou worden. Het is erg jammer dat een groot deel van de fundamenten van dit ooit belangrijke buiten vanwege de aanleg van een vijver is vernietigd. 18
Gelukkig is dankzij onze inspanningen nog een belangrijk deel van de noordkant en zuidkant van het buitenhuis in kaart gebracht. Binnen enkele maanden zal het onderzoeksrapport van RAAP over deze restanten verschijnen.
19
Afbeelding 2. Foto van de funderingen van Rijnoord.
Afbeelding 3. Tekening uit de Atlas Schoemaker van het buitenhuis Rijnoort by outshoorn, 1730. Leidse Schouw – juni 2013 Begin juni 2013 ontdekte de AWN-Rijnstreek in Alphen aan den Rijn opnieuw Romeinse sporen. Het ging om het cunet voor een nieuwe afrit vanaf het kruispunt De Hoorn/Leidse Schouw naar een bedrijvenpark (voormalige terrein van kwekerij Lemkes) aan de westkant van Alphen. Dit is een gebied waar de AWN-Rijnstreek al eerder vondsten deed die wezen op bewoning in de Romeinse tijd. AWN-lid Ab van Grol trof op 5 juni 2013 in het cunet aardewerk aan, waaronder een groot fragment Terra Sigillata. Op 11 juni deed Gabor Mooij aanvullend onderzoek. In het deel van de sleuf dat het dichtst bij het kruispunt Leidse Schouw/De Hoorn en dus bij de Oude Rijn lag, vond hij onder andere een groot deel van een goed bewaard gebleven Romeinse pot van grijs gesmoord aardewerk en daarnaast de bodem van een inheems-Romeinse pot. Bij deze potten bevond zich nog meer aardewerk, waaronder een wand van een jachtbeker, en stukken dakpan en botmateriaal. De vondsten lijken te wijzen op afvalkuilen uit de Romeinse tijd. Ook hier bleken de vondsten nog net op tijd gedaan, want op 12 juni was het cunet opgevuld met piepschuim (tegenwoordig gebruikt als onderdeel van weglichamen). 20
Afbeelding 4. Vondst van een Romeinse pot van grijs gesmoord aardewerk, Leidse Schouw.
Steekterweg – juli tot en met september 2013 Aan de rand van de bouwlocatie van het nieuwe afvalbrengstation van de gemeente Alphen aan den Rijn zag Gabor Mooij begin juli 2013 onder in het talud van een drooggevallen sloot (ruim een meter onder het maaiveld) een verzameling scherven aan de oppervlakte liggen. Het ging om een sloot die bij het erf hoorde van een boerderij (Steekterweg 75) die vanwege het nieuwe afvalstation gesloopt was. De scherven bleken middeleeuws te zijn met vele grote fragmenten steengoed en grijsbakkend aardewerk, soms ook handgevormd. Samen met Ab van Grol deed hij hier nader onderzoek, waarbij nog veel meer aardewerk uit de grond kwam. Ook vond hij een zwart, hardgebakken spinsteentje van aardewerk. Kammetje Op de kaart van Floris Balthasars uit 1611 staan in het gebied twee boerderijen aangegeven. De vraag was of er op de vondstlocatie mogelijk nog resten van deze boerderijen te vinden zouden zijn. Op de plaats van het afvalstation was archeologisch onderzoek gedaan door een archeologisch bureau en daarbij waren geen middeleeuwse sporen gevonden. De Omgevingsdienst West-Holland en de gemeente Alphen aan den Rijn vonden het goed dat de AWN-Rijnstreek een opgraving op de locatie bij de sloot ging doen. Na goedkeuring van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed konden we hier op 7 september 2013 met tien 21
AWN‟ers aan de slag. We groeven beide slootwanden over enkele meters uit. Dit leverde nog meer scherfmateriaal op, botmateriaal en een benen Middeleeuws kammetje. We wilden ook boren, maar verder dan een boring die weinig opleverde, kwamen we niet vanwege de toen keiharde grond. Afvalkuil Het scherfmateriaal lijkt vooral 13e- en 14e-eeuws te zijn en een eerste voorzichtige conclusie is dat hier sprake is van een middeleeuwse afvalkuil behorende bij een boerenerf. Opvallend zijn de grote aardewerkfragmenten die gevonden zijn, waarbij mogelijk een aantal potten grotendeels te restaureren is. De AWN gaat de vondsten in 2014 verder onderzoeken.
Afbeelding 5. De AWN in vol bedrijf, Steekterweg.
22
Afbeelding 6. Het spinsteentje, gevonden op het terrein aan de Steekterweg.
23
Afbeelding 7. Benen kam. Kleinschalig onderzoek werd door Gabor Mooij ook gedaan in Zwammerdam op het terrein van de Hooge Burch, waar Romeinse resten aangetroffen werden, en op het parkeerterrein van Avifauna, waar een droogoven voor een steenbakkerij heeft gestaan. Gabor Mooij
Voorschoten Ambachtspad 4 Op dit kleine, ondiepe perceel is een werkplaats afgebroken. Het gebouw was moeilijk precies te dateren. Het sluit direct aan tegen de achtergevel van het hoekhuis Voorstraat 15, een gevel in neorenaissancestijl met een stichtingssteentje uit 1899. Of beide gebouwen oorspronkelijk op één kavel stonden, is niet uitgezocht, maar niet onwaarschijnlijk. Voorstraat 15 zou ooit een (paarden)tuigmakerij geweest zijn; een werkplaats is dan aannemelijk. Op het blote oog leek een schatting van het bouwjaar van de werkplaats in de periode 1910/20 uit te komen, al is eerder ook mogelijk. In ieder geval waren beide gebouwen niet uit dezelfde baksteen opgetrokken. Op verzoek van de gemeente en in overleg met de aannemer is besloten het funderingsproces te begeleiden. Hierbij is van goede samenwerking met de uitvoerder sprake geweest. De sloop is niet begeleid. Het is niet bekend of er diepere funderingen of putten verwijderd of afgetopt zijn. Volgens mededeling van de aannemer niet, en bij de werkzaamheden zijn ook geen 24
aanwijzingen voor het tegendeel gezien. Voor de fundering werden slechts twee diepere sleuven gegraven parallel aan het Ambachtspad t.b.v. voor- en achtergevel en hiertussen twee ondiepe sleuven voor de zijgevels. De nieuwbouw is gefundeerd op 18 buispalen met een beperkte diameter. Uit het betreffende bouwblok langs de Voorstraat zijn geen archeologische gegevens bekend. Bij bestudering van 18e eeuwse tekeningen valt te veronderstellen dat aan deze (oost)zijde in die tijd een paar gebouwen stonden met een hogere noklijn dan de overige dorpsbebouwing, dus met een volledige verdieping en een mogelijk boven het dorpsgemiddelde uitstekende status. Precieze details en locatie zijn uit de tekeningen niet op te maken. De huizen staan voor zover de gegevens strekken in ieder geval met het voorhuis op de strandwal; daarachter duikt de strandwal scherp en is het veen tegen de strandwal opgegroeid. In de gevel van de werkplaats was een duidelijke zettingsscheur zichtbaar, die oplijnt met een niveauverschil in de vloer van Voorstraat 17, Museum Voorschoten; een hoogte van twee treedjes. Uit onderzoek in de tuin van “Koopmans Welvaren”, een blok noordelijker aan dezelfde zijde van de Voorstraat, is bekend dat de helling van de strandwal sterk is aangevuld met ophogingsmateriaal. Op basis van deze gegevens was de vraagstelling: zijn op het strandwalgedeelte van het perceel nog sporen zichtbaar, zoals bijvoorbeeld putten, gelegen achter de achtergevel van de Voorstraatbebouwing en wat is de datering? Zijn ook hier op de oosthelling van de strandwal ophogingen aanwezig en zijn die te dateren? Beide vraagstellingen zijn niet beantwoord. De diepste sleuven reikten tot een diepte van ca. 0,70 m onder straatniveau en daardoor niet tot het leesbare, ongestoorde strandwalzand. In het algemeen kan in het centrum een diepte van -1,00 m tot 1,20 m aangehouden worden voor de sloop- en funderingslaag, die in de loop der eeuwen steeds is omgezet en behalve voor gebouwde, harde sporen archeologisch onleesbaar is en de periode sinds de verstening van de huizen in de 16e eeuw vertegenwoordigd. Alle uitgegraven grond was sterk zandig en puinhoudend. Slechts op een paar kleine plekken was de grondslag compacter, dus waarschijnlijk langer niet geroerd, maar bestond niettemin wel uit verstoorde grond. Uit deze slooplaag werden 21 fragmenten aardewerk verzameld, lopend in datering van een steengoed fragment Wellenfuss van een Langerwehe kan, XIV, tot roodbakkende delen van een melkteil en een kachelpan uit XVIII/XIXA. Een tweetal pijpenkoppen en een fragment glas vallen binnen dezelfde datering. Van het verzamelde bouwmateriaal is een kloostermop, maat ?(22)x14,5x7,5 (ca. XIII) met duidelijke roetaanslag vermeldenswaard. Het zou van een middeleeuws huis kunnen zijn, waarvan alleen de haardplaats versteend was, maar hergebruik van deze stenen is ook frequent. D. van der Kooij
Veldwerk in samenwerking met derden. Noordwijk Op zaterdag 29 juni hebben twee AWN'ers geassisteerd bij het booronderzoek van Antoine Wilbers naar de ontwikkeling van de uitmonding van de Oude Rijn in de Noordzee. De oeverzone kon door aanvullende boringen aan 't Laantje beter in kaart gebracht worden. Aan de hand van de boorkernen werd de opbouw van de oever duidelijk aan de afwisselende lagen klei en zand. Met behulp van verdund zoutzuur kon de aanwezigheid van kalk - een aanwijzing voor mariene invloed - worden vastgesteld.
25
AFDELING RIJNSTREEK - UITGAVEN EN INKOMSTEN 2013 Kosten A B C D E F G
Begroot
Lezingen € 428,36 Renus Reeks € 1.234,58 Bestuurskosten € 981,98 Kosten huisvesting,computer etc. € 3.536,99 Deskundigheidsbevordering € 103,50 Kosten opgravingen € 0,00 Kosten Uitwerkingen € 141,14
Totaal kosten
Opbrengsten/ontvangsten
€ 450,00 € 500,00 € 100,00 € 350,00 € 100,00 € 100,00 € 250,00
1 2 3 4 5 6 7
€ 6.426,55
Begroot
AWN retributie Rente spaarrekening Vergoeding opgravingen Subsidies Verkoop Renus Reeks Overige inkomsten Uit reserve
€ 947,50 € 71,85 € 1.650,00 € 100,00 € 26,75 € 3.630,45
Totaal opbrengsten
€ 6.426,55
€ 1.850,00
7
Subsidies: Prins Bernard Cultuurfonds t.b.v "Gered uit de Grond" : € 850 Shell Nederland bv : € 300 Stichting Historische Kring Bodegraven t.b.v Rapport Bodegraven: € 500 (uitgaven t.b.v. Rapport Bodegraven komen in 2014) "Uit reserve" bestaat uit de € 3208,50 RABO subsidie + € 421,95 uit de werkelijke reserve
AFDELING RIJNSTREEK - BALANS 2013 Voorraad Renus Reeks € Liquide middelen bank Betaalrekening € 1.287,34 Spaarrekening € 3.408,86
Eigen vermogen Reserveringen : Rapport Bodegraven Afschrijving hardware Overige rapporten Afboeking waarde Renus Reeks
€ 4.696,20
€ 1.104,62 € 1.000,00 € 500,00 € 2.000,00 € 91,58 € 4.696,20
AFDELING RIJNSTREEK - BEGROTING 2014 kosten A B C D E F G
Lezingen Renus Reeks Bestuurskosten Huisvesting/facilitair/diversen Deskundigheidsbevordering Kosten opgravingen Kosten uitwerkingen
opbrengsten/ontvangsten € 450,00 € 850,00 € 600,00 € 350,00 € 100,00 € 100,00 € 250,00
1 2 3 4 5 6
€ 2.700,00
Retributie AWN Rente plusrekening Vergoeding opgravingen Subsidies Inkomsten Renus Reeks Uit de reserve tbv publicaties
€ 950,00 € 75,00 € 100,00 € 1.000,00 € 75,00 € 500,00
€ 2.700,00
26
€ 100,00
€ 1.850,00
uitleg B Meerkosten gevolg van : kosten voor de opmaak en de druk van Renus Reeks 5 C Meerkosten gevolg van : bijdrage aan de publicatie "Gered uit de grond", € 855 (subsidie) D In 2013 is voor de computer betaald: € 3321,45. De RABO subsidie van € 3208,50 hebben we in 2012 ontvangen zit in post 7 Opbrengsten (Wapen van Voorschoten) (uit reserve+subsidie) 4
€ 950,00 € 75,00 € 175,00 € 500,00 € 50,00