FlexControl Gebruikershandleiding
Remote Control Engineering BV Maart 2005 Versie : 1.04e
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
R.C.Engineering © maart 2005
2
OOV FlexControl Gebruikershandleiding R.C. Engineering Zaanweg 119 c2 1521 DS Wormerveer The Netherlands Phone :+31 75 6402665 Fax :+31 75 6402765 Date: January 2003 File: P2000 FlexControl V1.04.doc Revision : May 2003 September 2003 October 2003 November 2003 Januari 2004 March 2005 M & R Projects, R.C.E and R.C.Engineering are registered trademarks of Remote Control Engineering B.V. Note All rights reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a database or retrieval system, or published, in any form or in any way, electronically, mechanically, by print, photoprint, microfilm of any other means without prior written permission from R.C. Engineering. Although every precaution has been taken in the preparation of this book, R.C. Engineering assume no responsibility for errors or omissions. Neither is any liability assumed for damages resulting from the use of information contained herein. R.C.Engineering reserves the right to make any changes in specifications at any time without any notice. The information furnished by R.C. Engineering in this publication is believed to be accurate and reliable. However, no responsibility is assumed by R.C. Engineering for its use, nor for any infringements of patents or other rights of third parties from its use. R.C. Engineering does not take any responsibility for any violation of any (inter)national law regarding the use of monitor receivers, transmitters, de-/encoding software or any other specific hard- or software product. Hereby is abuse of retrieved data included. MS-DOS and Windows are registered trademarks of Microsoft Corporation. OS/2 is a registered trademark of IBM Corporation. Netware is a registered trademark of Novell Corporation. Borland and all Borland products are trademarks or registered trademarks of Borland International. LabVIEW is a registered trademark of National Instrument Corporation. LabVIEW copyright © 1996 National Instruments Corporation. All Rights Reserved. United States Patent Nos. 4,914,568; 5,291,587; 5,301,366; and 5,475,951. Other patents pending. SmartHeap memory manager Copyright © 1991-1994 Arthur D. Applegate. All Rights Reserved. Nantucket and Clipper are registered trademarks of Nantucket Corporation. Other brand and product names are either trademarks or registered trademarks of their respective holders and are uses for identification purposes only.
© Remote Control Engineering B.V. 1991-2005
R.C.Engineering © maart 2005
3
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
1
VOORWOORD ................................................................................................................. 1
2
INSTALLATIE .................................................................................................................. 6
3
INSTALLATIE EN INDIENSTSTELLING................................................................... 7 FLEXCONTROL ......................................................................................................................... 7 NETVOEDING ........................................................................................................................... 9 ANTENNE ............................................................................................................................... 10 PRINTER ................................................................................................................................. 12 DISPLAY / SERIËLE VERBINDING ............................................................................................. 13 RELAIS ................................................................................................................................... 14
4
OVERZICHT ................................................................................................................... 15
5
GEBRUIK ........................................................................................................................ 16 P2000 .................................................................................................................................... 16 SCHAKELEN ........................................................................................................................... 16 PRINTER ................................................................................................................................. 17 SERIËEL.................................................................................................................................. 17
6
STORINGEN ................................................................................................................... 18
7
ONDERHOUD................................................................................................................. 20
8
SPECIFICATIES............................................................................................................. 21
9
UITGEBREIDE AANSLUITGEGEVENS ................................................................... 22
10
AANSLUITBOX........................................................................................................... 23
11
REFERENTIE NUMMERS EN VERKLARINGEN ............................................... 24
12
ADRESSEN................................................................................................................... 25
13
DISCLAIMER .............................................................................................................. 26
R.C.Engineering © maart 2005
4
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
1 Voorwoord De FlexControl is één van de producten uit de FlexFamilie van Remote Control Engineering B.V. De FlexFamilie bestaat uit testapparatuur, software en randapparatuur voor paging en alarmering. De FlexControl is een besturingseenheid welke gebruikt kan worden via het gesloten P2000 netwerk (Flex). Het toepassingsgebied strekt zich uit van schakelen van contacten tot overbrengen van gegevens voor informatiepanelen of lichtkranten. Alvorens tot verdere installatie en gebruik over te gaan dient deze gehele handleiding te worden gelezen. Na inschakeling, montage of andere in gebruik name, wordt ervan uitgegaan dat dit document met zorg is doorgelezen. Voor meer informatie over de optionele lichtkrant, het informatiepaneel of de programmeer software verwijzen wij u naar de betreffende handleiding.
R.C.Engineering © maart 2005
5
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
2 Installatie De verpakking bevat het volgende: • • • • • • •
FlexControl met montagemateriaal Handleiding Antenne met montagemateriaal Netvoeding Voedings- en antennekabel Twee maal aansluitkabel Relais aansluitbox
Indien een of meerdere onderdelen ontbreken, verzoeken wij u direct contact op te nemen met uw leverancier. Alvorens tot installatie cq. montage over te gaan, dient u te controleren of de geleverde FlexControl juist is geconfigureerd. U dient de volgende gegevens na te kijken en te vergelijken met uw bestelling: • • • • • • •
Frequentie (P2000) Protocol (P2000) CAP Relais controlesignalen Berichtfilter Seriële instellingen Printer instellingen
Indien een of meerdere instellingen niet overeenkomen met het bestelde, dient u direct contact op te nemen met uw leverancier. Het in gebruik nemen van een niet correct ingestelde FlexControl, zal niet het gewenste resultaat geven en kan in voorkomende gevallen ongewenste besturingen veroorzaken. Remote Control Engineering BV en uw leverancier kunnen op geen enkele wijze voor de gevolgen hiervan aansprakelijk worden gesteld.
R.C.Engineering © maart 2005
6
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
3 Installatie en indienststelling Alvorens tot het plaatsen van de FlexControl over te gaan, dienen een aantal overwegingen te worden gedaan: • De FlexControl is uitsluitend bedoeld voor binnen gebruik onder normale condities, bij twijfel dient u contact op te nemen met uw leverancier. • Beschadigingen door passerende voertuigen en/of personeel. • Algemene elektrotechnische richtlijnen. • Bereikbaarheid van de aansluitingen voor montage en onderhoud. FlexControl De FlexControl kan worden opgehangen of worden neergezet. Als de FlexControl niet vast wordt opgehangen dient u rekening te houden met de volgende punten: • Plaats de FlexControl op een stevige vaste ondergrond, vallen kan de FlexControl beschadigen en zal deze zeker ontregelen. • Laat geen losse bedrading slingeren, vallen van personen en/of FlexControl kan het gevolg zijn. • Sluit de FlexControl verder aan zoals omschreven in de verdere handleiding. Na het bepalen waar de FlexControl moet worden opgehangen, worden een tweetal gaten van Ø 6 mm geboord. Deze gaten dienen 240 mm uit elkaar te worden gemaakt en horizontaal ten opzichte van elkaar. Plaats de bijgeleverde pluggen in de gaten. Monteer de bodemplaat van de FlexControl door de twee schroeven uit de bodem van de FlexControl te verwijderen (zie tekening). Plaats de bodemplaat en monteer de schroeven.
Figuur 1 - Schroeven voor bodemplaat
De FlexControl wordt horizontaal met de connectoren aan de onderzijde opgehangen. Als de FlexControl als schakeleenheid wordt gebruikt moet de aansluitbox (FC-JB) naast de FlexControl worden opgehangen met behulp van de bijgeleverde schroeven. Let hierbij op dat de lengte van de bijgeleverde kabels niet wordt overschreden. Indien het strikt noodzakelijk is de aansluitbox op een grotere afstand op te hangen, kan gebruikt worden gemaakt van hoogwaardige netwerkkabels welke 1:1 acht-aderig zijn uitgevoerd. Deze kabel mogen maximaal vijf meter lang zijn. Om de installatie af te maken moeten nu de kabels worden vastgemaakt met bijvoorbeeld kabelbinders of tape. De kabels mogen niet los blijven hangen aan de connectoren, dit kan de levensduur sterk bekorten en fouten introduceren.
R.C.Engineering © maart 2005
7
OOV FlexControl Gebruikershandleiding De volgende richtlijnen gelden voor montage: • • •
• •
Zorg voor voldoende koeling, zowel voor de FlexControl als de netvoeding. Geen metalen delen tegen of nabij de antenne. In afgesloten (metalen)kasten en RF-storingsrijke omgevingen kan het noodzakelijk zijn de antenne niet direct op de FlexControl te monteren, maar deze te verbinden via een coaxkabel (50 ohm) en de antenne op een betere plaats te monteren (zie www.flexalert.nl/support/). Kabels veilig afmonteren en coaxkabels niet knikken. Bij buitenmontage (in afdoende afgesloten kast) of bekabeling naar buiten dient u rekening te houden met bliksembeveiliging.
De verdere installatie is afhankelijk van de configuratie.
R.C.Engineering © maart 2005
8
OOV FlexControl Gebruikershandleiding Netvoeding De netvoeding is uitsluitend geschikt voor binnengebruik. Let erop dat er geen vuil, vocht of andere materialen in de voeding kunnen vallen of gestoken kunnen worden. De netvoeding kan worden gemonteerd op een standaard DIN-rail. Op de voeding zijn de volgende aansluitingen aanwezig:
Figuur 2 - Aansluitingen netvoeding
L N -V +V LED ADJ
220VAC fase 220VAC nul GND/aarde nul naar FlexControl plus naar FlexControl indicator voor voeding fijninstelling voedingsspanning
De fijninstelling van de voeding is door de leverancier juist afgesteld. Vervolgens wordt de voedingsspanning aangesloten. Na het aansluiten en inschakelen van de voedingsspanning zal een korte toon hoorbaar zijn. Wijzigingen aan de voeding en/of gebruik van een andere, niet door uw leverancier of RC Engineering goedgekeurde, voeding is niet toegestaan. Het gebruiken hiervan, zal niet het gewenste resultaat geven, kan ernstige schade veroorzaken, zowel aan de FlexControl als aan de omgeving en kan in voorkomende gevallen ongewenste besturingen veroorzaken. Remote Control Engineering BV en uw leverancier kunnen op geen enkele wijze voor de gevolgen hiervan aansprakelijk worden gesteld.
R.C.Engineering © maart 2005
9
OOV FlexControl Gebruikershandleiding Antenne Om een goede ontvangst te waarborgen, is het noodzakelijk dat een ongestoord en krachtig radiosignaal door de FlexControl wordt ontvangen. De bijgeleverde antenne kan hiervoor zorgen. Als eerste moeten de antenne en de beugel geassembleerd worden (zie tekening): 1. Verwijder rubber bovenzijde van de antennevoet door er aan te trekken. 2. Draai moer los. 3. Verwijder beide plastic ringen. 4. Plaats voet van onder af door gat in de antenne beugel (houd van de beugel de montage strip aan de onderzijde). 5. Plaats dikke plastic ring op voet met smalle deel naar boven. 6. Draai moer op voet met ronde deel naar beneden . 7. Draai moer vast met een steeksleutel maat 16 waarbij het onderste deel van de voet naar de montage strip blijft wijzen en niet te vast. 8. Plaats rubberen kap. 9. Schroef de antenne in de voet 10. Schroef voorzichtig de antenne kabel in de voet (kant met rubberen tule om kabel) en draai deze licht aan met steeksleutel maat 8. 11. Schuif de tule over de connector. 12. Schroef de BNC-FME verloopconnector aan de andere zijde van de kabel.
Figuur 3 - Assemblage antenne op beugel
Bevestig de beugel met antenne op een vrije plaats aan een wand met behulp van de bijgevoegde materialen. Na het bepalen waar de antenne moet worden opgehangen, worden een tweetal gaten van Ø 6 mm geboord. Deze gaten dienen 110 mm uit elkaar te worden gemaakt en verticaal ten opzichte van elkaar. Plaats de bijgeleverde pluggen in de gaten en schroef de beugel met antenne vast. Voer bij deze montage de coax kabel door de bijgeleverde kabelklem en zet deze kabelklem met de bovenste schroef van de beugel vast.
R.C.Engineering © maart 2005
10
OOV FlexControl Gebruikershandleiding Bij de plaatsing dient u rekening te houden met een aantal zaken: • Plaats antenne zo mogelijk binnen de afstand die de aangesloten coaxkabel kan overbruggen, extra kabel en connectoren verzwakken het signaal. • Plaats de antenne niet in de directe omgeving van stoorbronnen zoals motoren, computers, zenders etc. • Plaats de antenne bij voorkeur niet aan een metalen wand, deze kan een afscherming geven in de richting van de zender. • Verder dienen alle voorschriften m.b.t. aanraking en bliksembeveiliging te worden opgevolgd. De kabel wordt aangesloten op de BNC connector van de FlexControl. De kabel mag niet worden geknikt en dient met ty-wraps of zadel te worden afgehangen. De kabel mag niet hangen aan de connectoren, daar dit beschadiging kan veroorzaken.
Figuur 4 - Montage van kabels
R.C.Engineering © maart 2005
11
OOV FlexControl Gebruikershandleiding Printer Sluit en printer aan op de 25-polige DB connector. Bij de bestelling dient u op te geven welke printer u wenst te gebruiken. Op dit moment worden de volgende, doch niet uitsluitende, printers ondersteund: • • • • • • • • •
ADP 300 Brother M-1309, M-1409 CITOH 7500 Epson FX-80, FX-850, LX-300, LX-850, T88 HP Deskjet OKI Microline 182T Panasonic KX-P1180 Samsung SP-0912 Star FR-10, LC-20, LC-200, LC24-20, NB24-10, NX-1000
Voor de overige types kunt u proberen de printer in een zgn. emulatie te zetten, een aantal vooral oudere printers kunnen in de FX-80 mode worden gezet. Verder is er een default mode om standaard printers aan te kunnen sturen. In het algemeen zullen printers die niet noodzakelijker wijs Windows nodig hebben (m.a.w. “DOS printers”) correct kunnen werken. De te gebruiken randapparatuur, met bijbehorende instellingen, dient bij bestelling te worden opgegeven. Deze parameters kunnen door uw leverancier worden ingesteld voor de aflevering of door de lokale beheerder, indien deze de beschikking heeft over de programmeertool voor de FlexControl.
R.C.Engineering © maart 2005
12
OOV FlexControl Gebruikershandleiding Display / seriële verbinding Sluit het display of een terminal aan op de 9-polige DB connector. De kabel welke hiervoor geschikt is wordt door uw leverancier geleverd (FC-PP). De parameters voor deze verbinding en de overgestuurde informatie met bijbehorend formaat, zijn bij aflevering ingesteld. De bijgeleverde (bij FlexMessage lichtkrant) kabel mag worden verlengd tot maximaal 15 meter. Gebruik hiervoor standaard 1:1 volledig bedrade hoogwaardige RS-232 verlengkabels. Bij te lange kabels, bij gebruikmaking van lage kwaliteit kabels en/of connectoren kan de informatieoverdracht verslechteren. In dit geval is er geen garantie op correcte werking. De te gebruiken randapparatuur, met bijbehorende instellingen, dient bij bestelling te worden opgegeven. Deze parameters kunnen door uw leverancier worden ingesteld voor de aflevering of door de gebruikers zelf indien deze de beschikking heeft over de programmeertool voor de FlexControl.
R.C.Engineering © maart 2005
13
OOV FlexControl Gebruikershandleiding Relais De relais zijn doorverbonden met de RJ-45 connectoren voor externe aansluitingen. De bijgeleverde kabeltjes worden in de FlexControl gestoken en aan de andere zijde in de aansluitbox. Deze aansluitbox kan worden geopend en op de schroeven kunnen de externe te schakelen apparaten worden aangesloten. Houdt er rekening mee dat per relaiscontact maximaal 100mA geschakeld mag worden, overschrijding kan schade tot gevolg hebben. Indien de bijgeleverde kabels te kort zijn kan gebruik worden gemaakt van standaard netwerkkabels (8-aderig 1:1). Vermijd het gebruik van kabel koppelstukjes in verband met storingsgevoeligheid. Voor de nummering van de connectorpennen wordt uitgegaan dat u er aan de achterzijde in kijkt met de vergrendelclip aan de onderzijde.
RA1
RA2
RJ45
Pen 1
Pen 2
Pen 3
Pen 4
Pen 5
Pen 6
Pen 7
Pen 8
RA1 RA2
NC1 NC3
COM1 COM3
NO1 NO3
NC2 NC4
COM2 COM4
NO2 NO4
X X
X X
Figuur 5 - Aansluitingen RJ45 connectoren
NCx NOx COMx X
normal closed normal open common niet gebruikt
Voor een uitgebreide uitleg van de aansluitingen wordt verwezen naar bijlage B en bijlage C.
R.C.Engineering © maart 2005
14
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
4 Overzicht De volgende tekening geeft een systeem weer dat is opgebouwd rond een FlexControl. Niet alle onderdelen zijn voor elke toepassing noodzakelijk.
Figuur 6 - Overzicht FlexControl
Voor de nummers verwijzen wij graag naar bijlage D met de referenties en verklaringen.
R.C.Engineering © maart 2005
15
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
5 Gebruik Het gebruik van de FlexControl hangt af van de uitvoering, configuratie en toepassing. P2000 In het gesloten P2000 netwerk is het niet mogelijk een oproep te plaatsen via een publieke ingang. Om de FlexControl te testen en te gebruiken dient er toegang (direct of indirect) te zijn tot een invoerterminal (PED-client of GMS in meldkamer). Op deze terminal dient een gebruiker aangemaakt te worden met als CAP-code(s), die van de FlexControl. Schakelen De meeste elementaire toepassing van de FlexControl is het schakelen op afstand. Om deze functie te gebruiken zijn een aantal zaken essentieel voor een goede werking. • • •
De FlexControl moet af leverancier geprogrammeerd zijn hoe de relais te schakelen. De CAP-codes welke gebruikt moeten worden zijn door uw leverancier ingeprogrammeerd. De triggerteksten moeten door uw leverancier zijn ingeprogrammeerd (optioneel).
Indien deze bovenstaande parameters niet (correct) zijn ingeprogrammeerd, zal de FlexControl niet het beoogde resultaat kunnen behalen. Neemt u dan contact op met uw leverancier of met de lokale beheerder, indien deze in het bezit is van een programmeertool voor de FlexControl. De bovenstaande voorwaarden geven de randvoorwaarden welke kunnen resulteren in een FlexControl welke: • • •
Een puls geeft met een of meerdere relais als een willekeurig bericht wordt ontvangen voor een bepaalde CAP-code. Een relais aanschakelt bij ontvangst van een willekeurig bericht op CAP-code A en weer uitschakelt bij ontvangst van een willekeurig bericht op CAP-code B. Een relais schakelt als er op een van de ingevoerde CAP-codes een tekst wordt ontvangen waarin een bijzonder (trigger) woord staat, zoals bijvoorbeeld ‘SPOED’.
Welke van de bovenstaande (of verder mogelijke) configuraties ook wordt toegepast, het blijft van belang het bericht op de juiste wijze wordt aangeboden aan de centrale.
R.C.Engineering © maart 2005
16
OOV FlexControl Gebruikershandleiding Printer Om een logging systeem op te zetten kan een printer kan worden aangesloten op de FlexControl. Voor de ingeprogrammeerde CAP-codes worden de ontvangen berichten op een printer getoond. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de CAP codes bij bestelling bij uw leverancier moeten zijn opgegeven of deze moeten door de lokale beheerder, die een programmeertool heeft, worden ingevoerd. De CAP codes welke voor een logging systeem gebruikt mogen worden, dienen vrij te zijn gegeven door de overheid. Een voorbeeld van printer uitvoer: Algemene code 09:10 09/10 Dit is het bericht dat wordt geprint De eerste regel bevat de referentie voor de CAP-code, de datum en de tijd. Deze referentie is een voor mensen herkenbare tekst (‘Algemene code’) welke wordt gekoppeld aan een CAP code. De tweede regel laat het ontvangen bericht voor deze code zien. Door in de FlexControl alle mogelijke gebruikers, waarvoor u bent geautoriseerd en met een maximum van 16 stuks per unit, in te voeren ontstaat een historisch overzicht van alle oproepen. Het woord gebruikers dient in de ruimste zin des woords te worden gebruikt. Dit kunnen zowel oproepen aan een persoon zijn als informatie op een paneel en besturingen voor wegafsluitingen. Seriëel Op de seriële uitgangen komt informatie naar buiten die bijvoorbeeld naar een seriële printer kan worden gestuurd. Een optie die meer automatiseringsmogelijkheden biedt is het sturen naar een computersysteem dat alle berichten opslaat in een database voor latere bewerking. Buiten deze gebruiksmogelijkheden voor historisch overzichten is het sturen van deze data naar een informatie paneel (lichtkrant of LED paneel). Een voorbeeld van seriële uitvoer bij de instelling “plain text”: 000001234 3 FLEX 1600 Alpha Alphanumeric pager test In dit voorbeeld staan bijvoorbeeld de CAP-code, type oproep en het bericht. De instellingen voor de seriële kanalen worden door uw leverancier of door een lokale beheerder met een programmeertool ingevoerd.
R.C.Engineering © maart 2005
17
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
6 Storingen FlexControl geeft geen signaal bij starten • Voeding niet aangesloten op 220 VAC – Controleer bedrading. • Voeding(sconnector) niet volgens specificaties – Gebruik andere correcte voeding (*). • Kortsluiting of breuk in voedingslijn – Controleer voeding op connector met universeelmeter. FlexControl geeft geen signaal als bericht ontvangen zou moeten worden • Antenne niet aangesloten – Sluit antenne aan. • Antenne niet volgens specificaties – Gebruik andere correcte antenne (*). • Programmering niet in overeenstemming met bestelling – Controleer afleverspecificaties en bestelformulier. • Foutief gebruik van opoepcommando’s – Pas oproepprocedure en/of inhoud aan (*). • Verkeerde CAP-code – Roep aan met andere (juiste volgens afleverspecificaties) CAPcode. • FlexControl is op ongunstige plaats gemonteerd – Wijzig montage plaats of indien dit niet mogelijk is pas een externe antenne toe (*). • Voeding voert stoorsignalen mee – Zorg voor voldoende afscherming en ontkoppeling van de voedingslijnen (*). Wel alert signaal hoorbaar maar geen bericht op printer • Printer niet aangesloten – Sluit printer aan. • Printer niet ingeschakeld – Schakel printer aan. • Verkeerde of defecte kabel – Vervang printerkabel (let op: geen zgn. Fastwire of andere parallelle kabel gebruiken die gebruikt wordt om computers aan elkaar te koppelen). • Te lange kabel – Gebruik kortere kabel of een speciale printer line-driver. • Programmering niet in overeenstemming met bestelling – Controleer afleverspecificaties en bestelformulier. Wel alert signaal hoorbaar maar geen bericht op paneel • Paneel niet aangesloten – Sluit paneel aan. • Paneel niet ingeschakeld – Schakel paneel aan. • Verkeerde of defecte kabel – Vervang seriële kabel (let op: geen zgn. Fastwire of andere seriële kabel gebruiken die gebruikt wordt om computers aan elkaar te koppelen). • Te lange kabel – Gebruik kortere kabel of een speciale seriële line-driver. • Programmering niet in overeenstemming met bestelling – Controleer afleverspecificaties en bestelformulier. • Onduidelijke fout – Sluit een PC aan via een nul-modem op een seriële poort, start een communicatiepakket als HyperTerminal, stel de juiste communicatie parameters in en maak een oproep. Sla de ontvangen gegevens op en lever deze af bij uw leverancier (*).
R.C.Engineering © maart 2005
18
OOV FlexControl Gebruikershandleiding Wel alert signaal hoorbaar maar relais schakelt niet • Bedrading niet correct – Controleer en wijzig aansluitingen op RJ connector. • Bedrading niet correct – Controleer of de NC contacten wel gesloten zijn. Is dit niet het geval dan zal waarschijnlijk de connector in spiegelbeeld zijn aangesloten. • Foutief gebruik van opoepcommando’s – Pas oproepprocedure en/of inhoud aan (*). • Verkeerde CAP-code – Roep aan met andere (juiste volgens afleverspecificaties) CAPcode. • Programmering niet in overeenstemming met bestelling – Controleer afleverspecificaties en bestelformulier. Berichten worden verminkt weergegeven en/of niet ontvangen • Verkeerde of defecte kabel – Vervang kabel (let op: geen zgn. Fastwire of andere kabel gebruiken die gebruikt wordt om computers aan elkaar te koppelen). • Te lange kabel – Gebruik kortere kabel of een speciale line-driver. • Programmering niet in overeenstemming met bestelling – Controleer afleverspecificaties en bestelformulier. • Onduidelijke fout – Sluit een PC aan via een nul-modem op een seriële poort, start een communicatiepakket als HyperTerminal, stel de juiste communicatie parameters in en maak een oproep. Sla de ontvangen gegevens op en lever deze af bij uw leverancier (*). • Antenne niet aangesloten – Sluit antenne aan. • Antenne niet volgens specificaties – Gebruik andere correcte antenne (*). • FlexControl is op ongunstige plaats gemonteerd – Wijzig montage plaats of indien dit niet mogelijk is pas een externe antenne toe (*). • Voeding voert stoorsignalen mee – Zorg voor voldoende afscherming en ontkoppeling van de voedingslijnen (*). De bovenstaande symptomen zijn slechts een deel van de mogelijkheden en sluiten elkaar niet uit, soms is een combinatie van verschijnselen aanwezig. Bij voortdurende problemen dient u contact op te nemen met uw leverancier. (*) neemt u voor support contact op met RC Engineering, www.flexalert.nl.
R.C.Engineering © maart 2005
19
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
7 Onderhoud De FlexControl heeft geen bijzonder onderhoud nodig. Aan de binnenzijde van het apparaat bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker benaderd of onderhouden behoeven te worden. Het openen van de apparatuur kan gevaar opleveren, ernstige schade toebrengen en laat garantie vervallen. Open de apparatuur NOOIT. • • • • • •
De buitenzijde afnemen met een met water bevochtigde doek. Nooit de FlexControl onderdompelen in een vloeistof. Eventueel kan een verdunde zeepoplossing worden toegepast. Nooit organische middelen, als alcohol of benzine gebruiken. Indien de FlexControl dermate vervuild is dat verdere reiniging noodzakelijk is neemt u dan contact op met uw leverancier. De FlexControl dient periodiek te worden gecontroleerd, neemt u voor de mogelijkheden contact op met uw leverancier.
Let op: ook als de FlexControl nog naar behoren werkt, dient deze minimaal één maal per jaar preventief te worden gecontroleerd.
R.C.Engineering © maart 2005
20
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
Bijlage A 8 Specificaties Afmetingen Gewicht Behuizing
220*90*35 mm (incl. BNC connector) ca. 530 gram (excl. antenne en bekabeling) metaal, niet (spat)water- en stofdicht
Aansluitingen
Voedingsconnector DB25 female connector voor printer DB9 male connector RS-232 Één maal RJ10 connector driedraads RS-232 Twee maal RJ45 connector voor relaisuitgang BNC coax connector voor antenne 50ohm
Schakelspecificatie
0,1 A bij 24 Volt, per relais contact, potentiaal vrij
Voedingsspanning nominaal Werkspanning Verbruik
12~24 V DC of AC 10.5~28V V DC of AC 37mA@12VDC 27mA@18VDC 22mA@24VDC
Paging protocol Max. aantal CAP-codes Max. aantal schakelfuncties
Flex G1.9b 16 8
Frequentie Modulatie type Deviatie
169.650 MHz NRZ-FSK 4.5 kHz
Kanaalafstand Gevoeligheid Selectiviteit Spurious rejection Spiegel onderdrukking
25 kHz <-120 dBm voor 99.9% CSR >60 dB bij 25 kHz >50 dB >50 dB
MTBF Werkomgeving
40.000 uur 0~50ºC, tot 90% RH non-condensing
De FlexControl is door ITO Driebergen getest op conformiteit op het C2000 pagingnetwerk en toegelaten per 12 september 2003.
R.C.Engineering © maart 2005
21
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
Bijlage B 9 Uitgebreide aansluitgegevens De FlexControl heeft 7 connectoren op de achterzijde. De 25 pins DB25 (P1) connector is een standaard parallelle printer aansluiting om een printer aan te sluiten op de FlexControl. De 9 pins DB9 (S1) connector is een standaard seriële poort die gebruikt wordt voor het programmeren van de FlexControl en voor verschillende data in- / outputs (zie de tabel hieronder). De BNC connector is voor de aansluiting van de externe antenne. De FlexControl wordt gevoed met 12~24 V AC of DC via de Power connector. De RJ10 4 pins aansluiting (S2) is een 2e seriële poort aansluiting (zie de tabel hieronder). De RJ45 8 pins aansluiting (R1) is de aansluiting voor relais 1&2, deze connector kan ook als alternatieve power input gebruikt worden (zie de tabel hieronder). De 2e RJ45 8 pins aansluiting (R2) is de aansluiting voor de volgende 2 relais (3&4). Ook deze aansluiting kan gebruikt worden als alternatieve power input (zie de tabel hieronder).
S1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
IN2
RXD
TXD
OUT
Gnd
IN1
RTS
CLK
IN3
Alt +12v Alt +12v Wit/ Bruin
Alt Gnd Alt Gnd Bruin
GND TXD RXD Rly1 Rly1 Rly1 Rly2 Rly2 Rly2 RA1 NC Com NO NC Com NO Rly3 Rly3 Rly4 Rly4 Rly3 Rly4 NC NO Com Com Com NC RA2 Wit/ Wit/ Wit/ Groen Oranje Blauw Oranje Groen Blauw S2
Figuur 7 - Aansluitingen FlexControl
De kleuren zoals vermeld in de tabel komen overeen met een standaard netwerk kabel.
R.C.Engineering © maart 2005
22
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
Bijlage C 10 Aansluitbox De aansluitbox kan in twee uitvoeringen worden geleverd. Beide types worden met behulp van een 8-aderige kabel met een RJ-45 connector aangesloten. Een standaard netwerk kabel is hiervoor geschikt.
Figuur 8 - RJ connectoren
Als referentie voor de nummering van een RJ connector kan de bovenstaande tekening worden gebruikt. Bij een standaard netwerk kabel komen de nummers overeen met de tabellen. Nummering is gezien vanaf bovenzijde bij geopende box. Aansluitingen enkelvoudige aansluitbox
1
8
2
7
3
6
4
5
Pen 1 2 3 4 5 6 7 8
Functie Relais 1 NC Relais 1 COM Relais 1 NO Relais 2 NC Relais 2 COM Relais 2 NO +12/24 V GND
Figuur 9 - Enkele aansluitbox
Aansluitingen dubbele aansluitbox
8 7 6 5
8 1
1
2
2
3
3
4
4
7 6 5
Pen 1 2 3 4 5 6 7 8
Functie links Relais 1 NC Relais 1 COM Relais 1 NO Relais 2 NC Relais 2 COM Relais 2 NO +12/24 V GND
Functie rechts Relais 3 NC Relais 3 COM Relais 3 NO Relais 4 NC Relais 4 COM Relais 4 NO +12/24 V GND
Figuur 10 - Dubbele aansluitbox
De aansluiting 7 en 8 kunnen als alternatieve voedingsaansluiting worden gebruikt (zie tabellen). R.C.Engineering © maart 2005
23
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
Bijlage D 11 Referentie nummers en verklaringen De volgende referentie nummers worden gebruikt en kunnen ter verduidelijking dienen bij bestellingen en contact met de servicedesk. FlexControl met montageplaat en montage middelen Netvoeding voor FlexControl, 220VAC – 12VDC Voedingskabel netvoeding naar FlexControl Antenne voor FlexControl, met beugel en montagemiddelen Antenne aansluitkabel met FME-BNC verloop Programmeer tool end-user Aansluitkabel PC naar FlexControl FlexMessage lichtkrant, enkel lijns rood Aansluitkabel FlexMessage naar FlexControl FlexInformer paneel, vier lijnen rood Aansluitbox twee maal RJ45 naar schroefklem Aansluitkabel aansluitbox naar FlexControl Aansluitkabel parallel printer naar FlexControl Verloopkabel RJ10 naar DB9 voor tweede seriële poort Programmeren FlexControl door uw leverancier of RC Engineering
R.C.Engineering © maart 2005
FC FC-PS FC-PC FC-AN FC-AC FC-ET FC-PP FC-LD FC-DC FC-DP FC-JB FC-JC FC-HC FC-RR FC-PR
24
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
Bijlage E 12 Adressen Remote Control Engineering BV Telefoon 075 – 640 2665 Telefax 075 – 640 2765 www.flexalert.nl
R.C.Engineering © maart 2005
25
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
Bijlage F 13 Disclaimer Hoewel de informatie in dit document uiterst zorgvuldig is samengesteld, zijn wijzigingen in modellen, uitvoeringen, technische specificaties, afbeeldingen, of andere informatie in dit document te allen tijde voorbehouden. RC Engineering BV behoudt zich het recht voor zonder nadere kennisgeving dergelijke wijzingen aan te brengen. Aan de inhoud van dit document kunnen derhalve op geen enkele wijze rechten worden ontleend. De FlexControl is met uiterste zorg opgebouwd naar de huidige stand van de techniek. De volgende punten dienen hierbij in aanmerking genomen te worden: •
• • • • • • • • •
Niet opvolgen van de adviezen en richtlijnen in dit document en het negeren van waarschuwingen kan schade tot gevolg hebben. Remote Control Engineering BV noch uw leverancier zijn verantwoordelijk voor deze schade. Deze schade, door oneigelijk gebruik, valt niet onder garantie bepalingen. Alle elektronica, ook de FlexControl, dient met zorg aangesloten, behandeld en bediend te worden. Volg hierbij altijd de richtlijnen voor installatie van elektrotechnische apparatuur, beveiliging tegen ontladingen en aanraking door mens of dier. Gebruik de FlexControl alleen voor de geschetste toepassingen of win advies in bij uw leverancier of Remote Control Engineering BV. Laat nooit het welzijn van levende have afhangen van de werking van de FlexControl, gebruik als niet-cruciaal hulpmiddel wordt wel aanbevolen. Remote Control Engineering BV noch uw leverancier zijn verantwoordelijk voor de werking en gevolgen van niet-werking van de FlexControl, hierbij inbegrepen doch niet uitsluitend de directe, indirecte en vervolgschade. Maak de FlexControl niet open. Garantie vervalt dan onmiddellijk en alle te maken kosten komen voor rekening van gebruiker. Probeer nooit de werking van de FlexControl te veranderen of te overrulen, schade aan de FlexControl of aangesloten apparatuur kunnen het gevolg zijn. Schakel geen relaiscontacten parallel om het vermogen te vergroten. Oneigenlijk gebruik van de FlexControl kan een overtreding van de Nederlandse of een internationale wetgeving tot gevolg hebben. De FlexControl heeft geen E-markering voor gebruik in voertuigen.
R.C.Engineering © maart 2005
26
OOV FlexControl Gebruikershandleiding
Copyright Dit is een uitgave van Remote Control Engineering BV, oktober 2003, © Remote Control Engineering B.V. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd zonder toestemming van Remote Control Engineering B.V. Remote Control Engineering B.V. behoudt zich het recht voor wijzigingen en verbeteringen aan te brengen zonder voorafgaand bericht. De FlexControl voldoet aan de eisen gesteld door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Goedgekeurd onder nummer CTK-200322. Deze eisen zijn vastgelegd in het document : C2000-toelatingskeuring (CTK) randapparatuur Versie 5.3 van 22 augustus 2003, aangevuld met memo “ITO interpretatie ETS 300 133-5” van 27 mei 2003.
De FlexControl voldoet aan de bepalingen van de EG-richtlijnen: Electro-Magnetische Compatibiliteit richtlijn (89/336/EEG) Laagspanningsrichtlijn (73/23/EEG)
R.C.Engineering © maart 2005
27