Reisverslag zeil- en duiktrip Molukken en West Papua Deel 1 Ambon - Misool Het is 03:30 in de ochtend. Voor me in de verte bliksemt het af en toe. De pikdonkere zee licht op en ik zie een hele grote wolk aan de horizon die in zee lijkt te verdwijnen. Een mooi contrast met de heldere sterrenhemel boven me. Anders dan in het lichtvervuilde Nederland zijn de witte strepen van de Melkweg hier goed te zien. Komt hier oorspronkelijk het geloof in engelen vandaan? Door de beweging van de boot zie ik de fytoplankton oplichten in het water. Alle lampen zijn uit behalve die in de mast. De wind waait 5 knopen en wij varen met dezelfde snelheid. Op de Ipad zie ik de lijn die we moeten volgen. We varen op de automatische piloot, maar moeten af en toe een graadje bijsturen. De motor bromt en de zeilen zijn gestreken. Met daglicht hadden we nu vast de zeilen gehesen, maar in het donker is dit een gevaarlijke onderneming. Om 5 uur begint het licht te regenen. Ik controleer de luiken en de patrijspoorten maar het buitje drijft al snel over. Ik heb net de wacht van Mathijs overgenomen en ben nog wat slaperig. We varen nu in een gebied waar we geen scheepvaart verwachten. Maar je weet maar nooit. Terwijl ik een film kijk, tuur ik elke minuut in de verte om te kijken of er gevaar dreigt.
Klaarmaken voor vertrek Op 1 januari vliegen Ben en ik van Amsterdam via Kuala Lumpur en Jakarta naar Ambon. Een eiland dat iedere Nederlander kent, maar waar nauwelijks toeristen komen. We komen aan om 19:00 en de zon is net onder. Hans van Rijn, schipper van het zeilschip Alk, haalt ons op van de luchthaven en brengt ons naar de Lunterse Boer, een rustig gelegen sober guest house van een Nederlandse/Molukse familie. Tien broers en zussen wonen in Nederland en nummer 11, Willem, zit sinds een maand op Ambon. Hij wil er iets van maken, maar weet nog niet wat dat 'iets' is. Wij denken dat het 'niets' gaat worden. Zijn leven is getekend door een leven van hard drugs, alcohol en
1
criminaliteit wat hij niet onder stoelen of banken steekt. Hij zegt zelf niets te kunnen en ook niets te weten. En wij vermoeden dat het personeel er ook zo over denkt. Behalve een warme douche en een redelijk schoon bed is er niets te beleven bij de Lunterse Boer. Daarom voor Ben en mij een prima plek om te acclimatiseren. Mathijs, onze vierde zeilmaat, komt een biertje drinken en geeft te kennen graag zo snel mogelijk weg te varen uit Ambon. Hans en Mathijs zeilden in een acht dagen van Bali naar Ambon en zijn al dagen op het eiland. We treffen elkaar de volgende dag op Alk. Die ligt voor anker in een prachtige, maar zeer vervuilde baai. Via de veranda van een Indonesische familie kunnen we met de bijboot naar het schip varen. En dan komt het moment; we stappen aan boord van Alk waar Ben en ik respectievelijk 6 weken en 3 maanden op zullen verblijven. Het is een robuust stalen schip. We krijgen een rondleiding waarbij Hans ons de bruidssuite laat zien voorin het schip.
De rest van de dag besteden we aan boodschappen. De eerste inkopen bij een supermarkt en de rest kopen we 's avonds op de versmarkt in het stadscentrum. Ik heb zelden zoveel kakkerlakken en ratten gezien en we hopen maar dat deze niet aan boord komen. Niet lang geleden hebben Hans en Mathijs het hele schip grondig ontsmet. In een vrij aardig restaurant eten we Makasan Padang; een soort rijsttafel waarbij we alleen de schaaltjes betalen die we leeg eten.
2
De volgende dag zijn we nog een halve dag bezig met geld wisselen bij de bank en het proeven van een rujak; een salade van hard fruit met een pinda/tamarindesaus. We worden vergezeld door Willem en Tom (de manager van de Lunterse Boer). De belangrijkste reden van het gezelschap is dat Ben en ik geen Indonesisch geld meer hebben om onze overnachtingen te betalen en het vervoer. Willem heeft de dag van zijn leven. Het lijkt alsof hij voor het eerst sinds zijn jeugd in de stad komt en nog niet verder is geweest dan het guest house.
Maandagmiddag lichten we het anker en varen we op de motor onder een brug door die in aanbouw is. De brug moet het centrum met de luchthaven gaan verbinden. Aan het begin van de baai is nog een klein baaitje waar we drie uur later weer voor anker gaan om de eerste nacht door te brengen. 3
We springen direct het water in om af te koelen en de ankerplaats te verkennen. Mathijs en ik maken een duik in de schemering. Onder water is het donker. Sommige dieren beginnen te jagen. Anderen slapen. Ik volg ze met de camera. Mathijs maakt zijn eerste nachtduik en is verbaasd over de zee van licht die ik met mijn lampen creëer. Miljoenen kleine diertjes verzamelen zich voor mijn lampen.
Ik maak kip pesto met Indonesische spinazie, knoflook en tomaten. Kokkerellen in de kombuis is wel op mijn lijf geschreven en al snel krijg ik het vertrouwen van de mannen om de dagelijkse kost te bepalen.
Duikvaker 2015 In februari 2015 ontmoet ik Hans van Rijn op de duikbeurs. Hij loopt met het WNF boek 'The coral triangle' onder zijn arm onze stand binnen. Trots laat hij mij een mooie foto zien met zijn zeilschip Alk. Hij vertelt dat hij in december vertrekt uit Bali en in zes maanden naar Solomon eilanden wil varen. Hij is op zoek naar ervaren duikers die minimaal 6 weken mee willen varen. Ik ben ervan overtuigd dat het geen toeval kan zijn dat onze wegen elkaar kruisen. Een week later zit ik in Amsterdam bij hem, zijn vouw Marijke en Mathijs aan de keukentafel. Met een goed gevoel mail ik Ben die op dat moment met Koos door Chili reist. In eerste instantie overweeg ik een half jaar mee te gaan, maar Ben plaatst terecht kanttekeningen. En je bedrijf dan? En als je het niet goed kan vinden met Hans? En misschien vind je het zeilen helemaal niet leuk!? Terechte vragen natuurlijk. In de 4
zomer besluit ik om 6 weken mee te gaan. Ben wil er 3 maanden voor uittrekken. Mathijs en Hans vertrekken uit Bali. Daar ligt het schip van Hans en daar woont Mathijs. Ben en ik stappen in Ambon op. Mathijs stapt in Sorong af en ik in Biak. Koos en Sjors, ex-collega's, komen aan boord om de laatste etappe van 6 weken mee te varen. Drie maanden voordat Hans vertrekt, zijn de kaarten geschut en de pionnetjes geplaatst. Van Ambon naar Banda Vanaf de ankerplaats net buiten Ambon, varen we een dag en een nacht door naar de Banda eilanden. Het wordt mijn eerste wacht op zee. Ik begin om 3:00 en ben verbaasd over de heldere sterrenhemel. Om 6 uur zie ik in 5 minuten het kleine oranje streepje aan de horizon veranderen in een halve oranje bol. De Banda eilanden zijn nog zeker 25 mijl varen, maar ik zie de contouren van de vulkanen voor de zon verschijnen. Als de zon helemaal op is, zijn de contouren verdwenen en duurt het nog zeker een uur voordat ik dezelfde vulkanen bij echt daglicht terug zie. Pulau Suanggi 15 mijl van Bandaneira steekt een rots uit zee. Grote fregatvogels en jan van genten cirkelen in het rond. Dive time! Ik duik met Hans. We dalen af naar 40 meter op zoek naar de hamerhaai die Ben net heeft gespot. We zien haar niet, maar het rif is wonderschoon. We zien enorm veel vissen. Ik film, maar mijn handmatige witbalans is helemaal van slag. Bovendien geeft mijn monitor alles wat rood is aan als vies bruin/groen. Ik stel mezelf een beetje gerust met de gedachte dat ik nog 6 weken voor de boeg heb en het eerste probleem vast kan oplossen. We besluiten nog een tweede duik te maken op deze plaats.
5
Hans heeft een lijn om een koraalblok gelegd. Het ziet er stevig uit. Maar, midden in de nacht raken we toch op drift. Vreemd om te dobberen op zee met hier een daar een eiland. De wekker wordt gezet en elke twee uur kijkt iemand even naar buiten. Ik word gespaard en heb een heerlijke nacht gehad. 's Ochtends maken we nog één mooie duik. Aan het einde van de middag komen we aan in Bandaneira. Het ankeren duurt een kwartier. De bodem is diep waardoor het anker niet goed pakt. Een paar eilanders staan aan wal om ons aanwijzingen te geven. Hans laat zich er niet door afleiden en parkeert de boot op zijn manier. We liggen uiteindelijk mooi voor anker met twee lijnen gespannen naar de wal in de tuin van het eens zo glorieuze, maar nu bijna uitgestorven Maulana hotel. Er zijn twee gasten: Nederlandse dames die hier zijn gekomen om een graf van een familielid te bezoeken. We verkennen het leuke dorp, Fort Belgica, de Chinese en Nederlandse begraafplaats.
6
De winkeltjes, groente- en fruitstalletjes en restaurants zijn heel authentiek. Er komen niet veel toeristen. Ik heb het gevoel dat ik door het Tropenmuseum wandel. We komen terug bij het hotel en er wordt voor ons gekookt. Er wordt een tafel neergezet op de steiger en terwijl de zon langzaam ondergaat hebben we een prachtig uitzicht op de baai, de vulkaan en het schip.
7
Vulkaanbeklimming Als we wakker worden drijft er enorm veel vuilnis langs ons schip. Een uur geleden om 6 uur is onder luid getoeter een ferryboot weggevaren met duizenden Indonesische passagiers. Ze hebben maar een paar mensen opgepikt op het kleine, idyllische eiland, maar het lijkt alsof ze allemaal na het ontbijt (chips, koekjes en zoete drankjes in plastic flesjes) de restanten en verpakkingen in de baai hebben gegooid. Zo te zien, zijn er ook nog wat poepluiers vervangen.
8
Mathijs, Ben en ik besluiten de vulkaan van Banda te beklimmen. Het gebied ligt in de ring of fire. Er zijn regelmatig aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. De laatste grote uitbarsting was in 1998. Hans vaart ons met de bijboot naar de voet van de vulkaan aan de overkant van de baai. Wat is het hier ontzettend smerig! Het is 10 uur en eigenlijk al veel te warm om de zware klim naar boven te trotseren.
9
De top ligt 650 meter hoger. De route is heel steil en we zweten liters water uit ons lichaam. Met telkens twee stappen omhoog en eentje naar beneden door het mulle terrein staan we iets over twaalven op de top. Mathijs is trots. Hij heeft vorig jaar een nieuwe heup gekregen en dit is de zwaarste inspanning tot nu toe. Complimenten voor de dokter. We kijken uit over de Banda eilanden en vanaf hier valt me pas echt goed op hoe strategisch de eilanden liggen ten opzichte van elkaar. Dit gebied kent dan ook een rijke geschiedenis. Mathijs en Ben willen een andere afdaalroute proberen. Ik ben er een beetje huiverig voor omdat er geen pad loopt. Aangezien de meeste stemmen gelden, ploeter ik achter de mannen aan. Uiteindelijk blijkt het een prima keus. Deze afdaalroute is minder steil, veiliger en afwisselender. We eindigen op een andere plaats aan de baai bij een nootmuskaaten kokosplantage en sturen Hans de locatie met de telefoon. Het is even zoeken, maar hij weet ons te vinden. We zijn vies, bezweet en oververhit en nemen een 'frisse' duik in de baai tussen de poepluiers en plastic flessen.
10
We besluiten te gaan eten bij een goed aangeschreven hotel, maar ik moet eerst nog wat stoeien met mijn camerahuis en wordt door Mathijs met een geleende brommer opgehaald. Het hotel is een replica van een oude koloniaal hotel. Het ziet er stijlvol uit en we verbazen ons erover dat het maar € 18,- per kamer per nacht kost. Het buffet is heerlijk en we brengen de avond gezellig door aan een grote tafel die we delen met twee Nederlandse stellen. Pulau Ai De compressor heeft kuren. Hij rammelt en de brandstoftank is lek. We maken het onszelf gemakkelijk door mee te gaan met een duikorganisatie naar Ai, een eilandje verderop. We duiken naar 50 meter en zien een paar grote hamerhaaien. Lunch wordt op het eiland geserveerd.
Vertrek uit Banda We staan vroeg op. Ben zorgt voor een nieuwe voorraad water en brandstof. Mathijs en ik doen de 'verse' boodschappen. Een eilander helpt ons daarbij. Een klein, snel, handig mannetje. Mathijs babbelt een beetje in het Bahasa en probeert te vertellen dat er rook uit de vulkaan komt. De Indonesiër moet erg lachen en vertelt het tegen een paar bekenden die hij tegenkomt die ook in de lach schieten. Blijkbaar heeft Mathijs gezegd: 'de vulkaan rookt een sigaret'. Zijn Bahasa is nog niet 11
vloeiend, maar we hebben er tijdens de reis al veel aan gehad. Hij weet ook veel gewassen net als Hans. Zo eten we bijv. verse laos, zuurzak en doen we geelwortel door de rijst. Onze hulp weet ook een nieuwe brandstoftank voor ons te ritselen die we nodig hebben voor de compressor. Het is lastig om eten goed te houden aan boord. Vanochtend hebben we rotte eieren weggegooid. Het is even wennen, maar het hoort erbij. Door de warmte en de beperkte koeling aan boord is eten hier snel bedorven. Om 12 uur zijn we klaar en varen we weg. Ik film nog even om de hoek waar lava ligt van de vulkaanuitbarsting in 1998. Bijzonder koraal hier. Om 14:00 duiken we een eindje verderop bij een soort rotspaddenstoelen. Hans en ik maken een paar rondjes om prachtig begroeide rotspunten met enorm veel scholen vissen. Ik word bijna duizelig van de hoeveelheid vlindervisjes. Jammer genoeg zien we ook een groot net liggen, gedrapeerd over een groot stuk koraal. De tweede duik maken we later op de middag. Tegen de tijd dat Hans en ik het water uitkomen en Ben en Mathijs het water ingaan, begint het hard te stromen. Ben en Mathijs maken een duik van slechts 30 minuten en toch kunnen wij hen ternauwernood terugvinden. Ze zijn zeker een kilometer gedrift in een richting die niet echt voor de hand ligt. Hans hoort Ben gelukkig schreeuwen. We besluiten na deze duik de radio's niet alleen mee te nemen, maar aan boord bij aanvang van de duik ook direct aan te zetten.
12
Pulau Koon We varen de nacht en een deel van de ochtend door naar Pulau Koon aan de oostpunt van Ceram. We zien iedere dag vliegende vissen en grote groepen dolfijnen. Omdat het zo heet is, nemen we af en toe een frisse duik. Mathijs en Ben hangen zelfs een tijdje met een lijn achter het schip.
We zijn in de 'middle of nowhere' en toch zien we in de verte op een eiland een paar hutjes. We maken een middagduik, maar de stroming is eruit en het zicht is daardoor minder. We zijn natuurlijk verwend door de duiken tot nu toe waarbij we soms 40 meter ver konden kijken. Wonderwel vinden we bij de duikplaats in de buurt de boeilijn terug die Hans op de kaart had gemarkeerd. Er zit geen boei meer aan en de lijn drijft onderwater. Ben ziet hem al snorkelend. Er is weer stroming opgekomen en daardoor heel lastig om onze lijn aan de boeilijn vast te knopen. Gelukkig is dit wel aan Ben besteed. We raken steeds beter op elkaar ingespeeld met dit soort lastige manoeuvres.
13
Eind van de middag maak ik een maaltijd klaar. Ben ligt op bed en heeft maagkrampen. Vermoedelijk door het water wat we in Bandaneira hebben ingeslagen. De normaal zo energieke, vrolijke Mathijs verandert van het één op andere moment. Hij klaagt over enorme spierpijn en geeft de vulkaan de schuld. Hij heeft weinig energie en vindt nog net de kracht om een beetje te eten. Een visser in de buurt komt aan boord en eet met groot genoegen de maaltijd van Ben op. Mathijs heeft 's nachts akelige dromen en slaapt heel onrustig.
Noodlot Het is 16:00 en ik lig in mijn kooi. Enorme pijn in mijn hele lichaam. Voeten, knieën, handen en rug. Alsof alles ontstoken is. Sinds een half uur heb ik ook overal tintelingen alsof mijn lichaam slaapt. En het voelt alsof ik mijn buff nog om mijn hoofd heb. Mathijs had vanochtend geen kracht om zijn bed uit te komen. Hij heeft koorts en pijn over zijn hele lichaam en hij rilt. Malaria? We besluiten dat hij beter meteen aan een Maleronekuur kan beginnen. Vanochtend hebben Ben en ik samen een duik gemaakt. Het was een prachtig rif en helder water door hele harde stroming, maar ik was niet in vorm. Ik werd zo hard naar beneden gezogen langs het 14
rif met een grote camera voor mijn buik, dat ik vergat om lucht in mijn vest te doen. Hoe kan dat nou gebeuren na 1100 duiken? Mijn hersenen waren ervan overtuigd dat de stroming naar beneden stond in plaats van horizontaal. Ik raakte een beetje in paniek waardoor ik snel door mijn lucht heen ging. En toen we weer opstegen, had ik niet de kracht om bij het rif te blijven. Ik had heel veel pijn in mijn voeten en benen waardoor ik nauwelijks meer kon vinnen. Op 25 meter diepte moest ik het rif verlaten met 9 minuten deco aan mijn broek. Ben ging gelukkig mee en moest mij op 6 meter voorzien van lucht. Bovengekomen zag we de Alk alleen nog als een klein wit stipje en wij waren vanaf de boot onzichtbaar. We dreven nog een kwartier verder weg voordat Hans onze oproep op de radio ontving. We lagen toen al meer dan 1 zeemijl van het schip. Ben kon over de radio aangeven waar we dreven maar Hans moest eerst nog een flink eind varen voor hij ons midden in de zeestraat zag drijven. Lang leve onze radio's! Anders had Hans had ons vermoedelijk niet teruggevonden. Hans vertelde later dat tijdens onze duik kwam een visser langszij kwam die om water vroeg, maar niet opdronk. Hij maakte een onvriendelijke indruk. Met argusogen keek hij wat Hans aan boord had. Er kwam nog een tweede visser mee kijken. Hans is de laatste die zich zorgen maakt over dit soort zaken, maar dit voelde zelfs voor hem niet echt OK en toen hij er genoeg van had, is hij bij ze weggevaren. Hans maakte daarna op dezelfde plaats een prachtige duik in zijn eentje en Ben sprong een uurtje later ook weer overboord. Ik vertrouwde mijn lichaam niet en voelde dat ik energie moest sparen. Nu ik in bed lig, snap ik waarom. Zou ik ook Malaria hebben? Mathijs ligt af en toe te rillen en heeft nare dromen. We maken handdoeken voor hem koud in de koeling en hij eet 4x per dag een banaan met een pil. Beetje melk en zoete thee erbij. We varen nu naar Misool. Nog 20 uur en dan komen we bij het luxe Misool Eco Resort. Ik ga even een dutje doen.
15
Best swim ever We zijn drie dagen verder en kom net het water uit. Het regent even heel hard en ik was mijn haren op het voordek. Nog geen kilometer verderop is de lucht blauw. De regen valt alleen in onze baai. Ik voel me heerlijk! Wat kan een beetje lichaamsbeweging en een stortbui een mens goed doen. We liggen in een unieke baai. Acht voetbalvelden groot omringd door steile begroeide rotswanden van vijf eilandjes. Hans en Ben sleutelen aan de v-snaar. Ze zijn al tien minuten geduldig bezig met het terugvinden van een schroefje dat onder het motorblok is gevallen. De afgelopen dagen zijn voor mij 'niet om naar huis te schrijven' geweest. Mathijs is inmiddels van boord en ik ben herrezen. Wat is er allemaal gebeurd?
Na de duik bij oost Ceram zijn we 20 uur gaan varen. Ik heb ondanks mijn zere ledematen toch de hondenwacht gelopen van 00:00 tot 03:00. Ik had vreselijke pijnen en kon bijna niet meer in mijn kooi klimmen. Mathijs en ik hebben beide koortsaanvallen die 40 graden aantikken, maar omdat we bijna bij het resort zijn en het uitzicht hier wonderschoon is, hijsen we onszelf met veel moeite de kooi uit en gaan (buiten) in de kuip zitten. Hans is een zeiler met kennis van zaken. In 1986 is Alk met de 37-jarige Hans uit Nederland vertrokken. In 34 jaar heeft hij zijn schip steeds een stuk verder van huis gevaren. In die tijd heeft hij veel boeken verzameld en het lijkt alsof hij de helft van zijn opslagruimte gevuld heeft met boeken. Op de afdeling 'tropische ziektes' staat een encyclopedie die Hans grondig doorspit. Hij vermoedt dat wij symptomen hebben van dengue, oftewel knokkelkoorts, en niet van malaria. Ook dengue wordt veroorzaakt door een rotklein mugje. Bij het resort wordt dit vermoeden bevestigd. 16
Mark, een aardige Nieuw Zeelander en manager van het resort, komt even aan boord. Hij heeft veel ervaring met dengue en vertelt ons dat wij als volwassenen er niet dood aan gaan, maar dat bijna iedereen in het ziekenhuis belandt met name door dehydratie. Er zijn geen medicijnen voor en het gaat na 6 tot 8 dagen vanzelf over. Mark biedt aan dat wij de volgende ochtend om 6 uur geëvacueerd kunnen worden. Met een klein bootje worden we dan in twee uur naar een ferry gebracht die in 8 uur naar Sorong vaart. Daar kunnen we een taxi nemen naar een militair hospitaal. Mathijs heeft al twee dagen koorts en pijn achter de ogen en besluit van deze gelegenheid gebruik te maken. Zijn plan was toch al om 20 januari terug te vliegen naar zijn huis in Bali. Het is nu de 13de. Veel tijd om te duiken nadat hij is hersteld heeft hij niet meer. Hij doet zijn snorkelspullen aan en steekt 's middags met veel inspanning één keer zijn hoofd onderwater om een stuk rif te zien van Irian Jaya, het gebied waar hij tenslotte voor is meegegaan. Ik twijfel. Moet ik naar Sorong of herstel ik goed aan boord? Hoe erg gaat het nog worden? Mathijs heeft alles een graadje erger en loopt een dag voor in het ziekteproces. Ik zie enorm op tegen de lange bootreis en stel je voor dat ik heel snel herstel, dan moet ik misschien wel een week op Hans en Ben in Sorong wachten. Bovendien zijn we nu in één van de mooiste duikgebieden ter wereld, is het weer prachtig en heel goed toeven aan boord. Maar Mark heeft mij ook uitgelegd dat het nog heel erg kan worden. Echt 'horrible' met ups en downs.... Ik besluit om te blijven. Ik vertrouw op mijn conditie en de goede zorgen van Ben en Hans. Er zijn geen medicijnen tegen deze ziekte en ik moet mezelf dwingen om heel veel te drinken zodat ik niet uitdroog. That's it. Achteraf gezien was het een goed besluit. De volgende dag knapte ik al op, maar was ik nog heel zwak. En vandaag heb ik met trillende beentjes een eindje gesnorkeld en weer heerlijk gekokkereld. Nog een klein kansje dat dit de 'up' is na de 'down', maar ik denk het niet. Ik voel me nu ieder uur sterker worden. Time to start diving again -:)!
17
Misool ´Hello, mister.´ Het is maandagochtend 5:30 en we liggen langszij een houten vrachtschip. De imam is al een half uur bezig met zijn gebed en ik doezel nog wat weg. Even later hoor ik weer iemand vriendelijk zeggen: `Hello, mister!´ Ik steek mijn hoofd uit het luik en tientallen eilanders kijken me nieuwsgierig en geamuseerd aan. De vrachtboot blijkt ook een ferry te zijn en wil vertrekken. Natuurlijk! Mensen moet naar hun werk of naar school op andere eilanden en daar moeten ze voor varen. We gooien los en ankeren 'Alk' iets verderop in de baai. Gisteravond kwamen we tegen het donker aan in Yellu en lukte het niet meer om goed te ankeren. We waren blij dat we er waren, want het laatste uur leverde wat stress op. We voeren door een doolhof van Japanse parelkwekerijen met onafzienbare rijen boeien en koraal en zaten zelfs met de kiel even vast op het rif. We werden enthousiast verwelkomd door een groep mannen en jongens die zich hadden verzameld op het vrachtschip waar we langzij konden afmeren. En terwijl wij ons maaltje klaarmaakten, bleven zij ongegeneerd naar ons staren. We hebben een paar goede dagen achter de rug. De duikplaatsen (Boo Rock, Tank Rock en Magic Rock) in Misool zijn heel mooi. Het water is superhelder en het koraal schitterend. Bij Magic Rock zien we manta's. Hans en ik één en Ben vier bij elkaar. Prachtige grote exemplaren elk met een unieke tekening op de rug.
18
19
De baai van het eiland Kalig waar we twee nachten hebben gelegen, is goed beschut. Een prachtige kraamkamer vol met tientallen jonge bumpheads, sepia's en ander klein spul. Het lijkt alsof er twee grote openingen zijn waar we makkelijk doorheen kunnen varen, maar de riffen zijn verraderlijk ondiep en er is precies één hele smalle doorgang waar we naar binnen kunnen. We krijgen bezoek van de ober Ali van het restaurant van het Misool Eco Resort en zijn familie die op weg zijn naar hun werk. Hij neemt via kanaal 16 contact op met z'n manager om te vragen of wij vanavond kunnen komen eten. We zijn welkom .
Het diner is prima bij het resort. Ik verbaas me erover dat ooit iemand heeft besloten hier een onderkomen te gaan bouwen. Er zijn precies twee vlakke stukjes waarop de duikschool en het restaurant zijn gebouwd. Voor de rest zijn hier alleen steile rotsen die eindigen in zee. De huisjes voor de gasten staan op palen en er is met planken een hele lange steiger gebouwd. Er kunnen 42 gasten verblijven. We kunnen hier onze mails en appjes binnenhalen. Mark, de manager eet met ons mee. Hij heeft Mathijs tijdens de overtocht naar Sorong vergezeld toen hij te kampen had met dengue en ze hebben samen nog wat gedronken aan de bar het hotel daar. Zo weten we dat Mathijs de overtocht goed heeft overleefd
Om in Yellu te komen, varen we door een prachtig eilandenrijk. Allemaal onbewoond op de Japanse parelkwekerijen na dan. Hans gooit op goed geluk een vislijntje uit en na 10 minuten horen we een hoop geratel. We hebben een prachtige Tingiri (Spaanse makreel) gevangen waar we drie dagen van eten. Eerst in de vorm van shashimi, daarna als curry en tot slot gebakken met spinazie en aardappels. 20
In Yellu zijn we dus al vroeg uit de veren. Als de ferry is vertrokken, ankeren we in de baai en varen met de bijboot naar de steiger. We hopen dat we in de kampong proviand kunnen vinden. We worden geholpen door een man die een beetje Engels spreekt. We weten brandstof , drinkwater en mango's te scoren.
21
De volwassenen zijn heel vriendelijk en de kinderen enthousiast en nieuwsgierig. Een vrouw haalt in haar pyjama water uit de dorpsput. Andere vrouwen doen de was.
De boeien van de parelkwekerijen in de omgeving dienen in dit dorp als handige waterbakken.
Hans heeft sjans van een lief moslimjongetje die hem met zijn stralende lach inpakt.
22
De meeste huizen staan op palen en zijn met elkaar verbonden door steigers gemaakt van loopplanken. In het centrum van het dorp staan de moskee en de school. De kinderen spreken een paar woorden Engels en ik kan eruit opmaken dat de school een regionale functie heeft. De kinderen komen uit de wijde omtrek hier naar school. Ze zien er prachtig uit in hun schooluniformen.
23
Aan huisdieren geen gebrek in dit dorp. Geiten, papagaaien en veel jonge katten. Het ziet er idyllisch uit. Iedereen heeft alle tijd van de wereld. De kinderen helpen ons met het dragen van de boodschappen tot aan de steiger. Het is onduidelijk of ze echt vrij hebben omdat een deel van de kinderen in de klas blijft zitten. Veel kinderen in het dorp hebben geen uniform aan en gaan blijkbaar niet naar school. Een uitvoerig gesprek is niet mogelijk en we blijven met veel vragen zitten.
24
25
Terug aan boord bakt Hans bakt nog even snel een broodje voordat we gaan varen. We hebben nog een eind te gaan tot Sorong. De eerstvolgende stop is Balbulol. Het ankeren is weer een lastige klus. We willen niet in het koraal ankeren, maar de zandbodem is erg diep. Met een ankerketting van 80 meter, lukt het net om in 37 meter diep water te ankeren. Spannend voor de nacht, want overal steken de rotswanden van eilanden gevaarlijk uit.
De eerste duik hier is niet zo bijzonder. Het zicht is niet geweldig, dus beproeven we ons geluk de volgende ochtend aan de noordkant van de eilandengroep. Er moeten hier volgens onze duikgids enkele onderwatertunnels zijn. Ben gaat op zoek, maar vindt ze in eerste instantie niet. Bij zijn tweede duik lukt het om de tunnels te vinden en hij komt enthousiast aan de andere kant van de rotsen boven. Hans en ik duiken bij de Three Rocks. We springen het water in en ik klip snel de 26
karabiner los van de lijn die aan het schip vast zit. Ik daal direct 10 meter af om mezelf in veiligheid te brengen. Hans heeft een kleinere karabiner en heeft de grootste moeite om zijn camera op tijd los te klikken. Het gaat ternauwernood goed. Ben moet 'Alk' heel hard achteruit varen om niet door de sterke stroming in het kanaaltje te worden gezogen. Hans wordt direct door het kanaal gezogen en moet zijn rifhaak gebruiken om zijn grote camera met flitsarmen onder controle te krijgen. Daarna is het genieten! De duikstek is prachtig. Heel veel zachte koralen in pastelachtige tinten. Raja Ampat West Papua Eind van de middag varen we richting noorden. De wind trekt aan en wij hijsen het grootzeil. We moeten weer een nachtje doorvaren richting een inmiddels verlaten MPA station van WNF op Batanta. Het is van 00:00 tot 03:00 weer mijn beurt om wacht te lopen. Twee afleveringen van Twin Peaks slepen me er door. Als we de volgende middag aankomen bij het MPA station zit ik achter het roer en mag ik de manoeuvres doen om goed te ankeren. Hans geeft mij nauwkeurige aanwijzingen en het lukt wonderwel om een degelijke plaats voor de nacht te creëren. Voor het anker en achter met een lijn vastgelegd aan een vaste boei. Het schip ligt slechts 30 meter van het strand.
Na een ochtendduik varen we door naar Manta Sandy. Hans en ik springen het water in en blijven hangen bij een paar prachtige koraalhoofden vol kleine visjes. De dieren zijn hier niet schuw. Eén visje kijkt zelfs continue met mij mee op de monitor. Na 20 minuten komen er vier manta's vanuit dieper water naar onze plek toe gezwommen . Twee gaan er snel vandoor, maar de twee anderen blijven 10 minuten om ons heen zweven. Mijn hart klopt sneller als ze rakelings over me heen scheren. De remora's (pilotvissen) vinden met moeite houvast op en onder de manta's. Ben gaat na ons het water in, maar de manta's laten zich niet meer zien. Gelukkig is deze duikstek echter ook zonder manta's zeer de moeite waard.
27
We varen naar het dorp Yenwaupnur en meren af langs de steiger. Terwijl de avond valt, verkennen Ben en ik het dorp. Er wonen misschien 100 mensen en het ziet er heerlijk vredig uit. Er wordt gevoetbald en gevist. We zien enkele vuurtjes branden waar de visjes op worden geroosterd. De Papua's zijn heel vriendelijk en hebben een heel ander uiterlijk dan de Indonesiërs in Yellu. Het lijkt ook alsof ze een andere taal spreken dan Bahasa. 's Nachts staat een aardige stroming en deining. De steiger kraakt en piept en we raken jammer genoeg een stootwil kwijt.
De volgende ochtend horen we om 06:30 'Hello, hello'. Er staat een man op de steiger en als hij Ben's slaperige hoofd ziet, zegt ie 'sorry'. Het is niet duidelijk waarom hij ons wakker maakt. Zo gaat dat hier gewoon.
28
We ontbijten en algauw zitten er 6 jongens van een jaar of 15 op de steiger. Ze lachen en kijken. Hans probeert ze wat knopen en steken te leren en Ben vermaakt ze met het blad Duiken. Dan valt hun oog plotseling op de grote harpoen. Ze onderzoeken het wapen en één van de jongens probeert de speer te spannen. Dat lijkt ons niet zo'n goed idee en voorzichtig halen we het uit de handen van de jongen.
Als we de motor starten, ontdekt Hans dat de dynamo niet meer werkt. De accu is niet bijgeladen. Samen met Ben sleutelt hij de dynamo los en ontdekt waar het probleem door wordt veroorzaakt. In twee uurtjes is het gefikst en ik ga ondertussen naar het dorp om een winkeltje te zoeken. Niet zo moeilijk, want de jongens gidsen me. Met wat frisdrank en 10 eieren kom ik terug. Verder kan ik niets doen dan buiten mijn boek uit lezen en geduldig wachten tot de mannen klaar zijn met sleutelen. Het was een serieus probleem en je moet behoorlijk wat kennis van zaken hebben om het op te lossen. Gelukkig kent Hans ieder moertje en boutje in dit schip en lukt het hem om het euvel te verhelpen. Om 11:30 varen we weer naar Manta Sandy. Ben en ik maken de eerste duik en we ontdekken nog een ander mooi koraalblok waar het krioelt van de vis. Na 20 minuten komt er weer een manta. Dit is een jong exemplaar die bijna helemaal zwart is. We varen verder naar het Wai Eco Resort. Het regent hard en we vullen onze watertanks bij. Om in de baai van het resort te komen, varen we door een hele nauwe doorgang in het rif die zonder zonlicht niet gemakkelijk is te zien. Maar op de laptop hebben we Google Earth satellietkaarten waarop de ingang goed is te zien. Ik zoom helemaal in en geef Hans die achter het stuurwiel zit aanwijzingen. Ben kijkt met zijn polaroid bril, waarmee je contrasten het beste ziet, op de boeg uit 29
voor onverwachte koraalhoofden en we varen zo veilig de kleine lagune in. Het weer klaart een beetje op en we krijgen een goede indruk van dit privé eiland. Een paradijselijke plek. We zien honderden vliegende honden overvliegen, een grote vleermuizensoort. Ze hangen op dit eiland overdag ondersteboven in bomen en vliegen 's nachts naar Batanta om zich te kunnen voeden met fruit. Verder zien we een prachtige ijsvogel, een zwarte loopvogel en zeearenden. We maken aan land kennis met een aardige Italiaanse die uitlegt dat het eiland en baai privéterrein zijn. Dit fenomeen heeft Hans nog nooit meegemaakt in Indonesië. De Papua mede-eigenaar heeft 20 jaar voor de Nederlander Max Ammer gewerkt aan de overkant op het eiland Kri en is twee jaar geleden zelf een resort begonnen. Ben heeft 30 jaar geleden bij Max gedoken. Hij startte toen net op en had een paar rieten hutjes voor de gasten laten bouwen. Ze doken met een lange smalle wankele kano. Dat was in die tijd een groot avontuur. Ben werd gestoken door een schorpioenvis en liep malaria op.
Aan het eind van de ochtend varen we in druilerige regen voorzichtig de baai uit en zoeken op het buitenrif naar een vliegtuigwrak, neergehaald in de Tweede Wereldoorlog. We hebben geen precieze coördinaten, maar krijgen bij het resort een paar goede aanwijzingen. Ben gaat als eerste en vind het wrak op 25 meter diepte. Hij schiet een boeitje naar het oppervlak aan een lange haspel zodat Hans en ik weten dat Ben het wrak heeft gevonden en wij ons klaar kunnen maken voor de duik. De haspel maakt Ben vast aan het wrak.
30
31
's Middags varen we naar een smalle, diepe, goed beschutte baai op Batanta. Vanaf zee is de doorgang pas op het allerlaatst te zien. We liggen hier perfect voor de nacht. Met de verrekijker speuren we de volgende ochtend de prachtige jungle om ons heen af, in de hoop een paar mooie vogels te zien. Het geluid is veelbelovend. Overal gezang en gekwetter. Typische geluiden van een tropisch regenwoud. We zien hornbills, een witte cockatoo en een Australische koel. Hans heeft een complete afdeling 'Vogels' in zijn bibliotheek. Het is leuk om zelf te ervaren dat de vogelsoorten die we zien typisch zijn voor de oostelijke kant van de Wallacelijn. Wallace is een onderzoeker uit de 19de eeuw die zich bezighield met biogeografica. Hij ontdekte dat oost en west Indonesië qua vogelsoorten meer van elkaar verschillen dan bijv. Zuid-Amerika van Afrika. Hans heeft moeite om in deze prachtige stille baai de motor weer aan te zetten. Maar, onze proviand en de brandstof zijn bijna op en we moeten het schip weer gaan bevoorraden. De plicht roept en ik kijk eerlijk gezegd ook weer uit naar contact met familie en vrienden.
Sorong We hebben 6 uur gevaren en komen op een late zondagmiddag aan in Sorong,een vieze stad met riviertjes met plastic afval, gele taxibusjes en brommers. Het is niet zo'n grote stad, maar ik ervaar het toch als een kleine cultuur shock. De motorvoertuigen gaan me allemaal iets te snel, zeker omdat men in Indonesië links rijdt. Even weer goed rechts, links, rechts kijken als we de weg oversteken. De hoogste prioriteit nu is een nieuwe telefoonkaart. Twee gigabyte data voelt als een soort primaire levensbehoefte tegenwoordig. Er is geen Wifi in dit land, dus we moeten data kopen. Dan hebben we wel 3G, wat het communiceren een klein beetje mogelijk maakt. We worden goed geholpen door een aardige mevrouw die ons naar een klein winkeltje leidt. Het is al 20:00 en in Indonesië houdt de middenstand gelukkig van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat de economie draaiende. 32
We eten in een restaurant aan het water. Hans heeft ondertussen kennis gemaakt met Downey, een Indonesische jongen die hem door een andere wereldzeiler was aanbevolen en die goed Engels spreekt. Hij kan de komende dagen helpen om de juiste schroefjes, stootwil, brandblusser, freon voor de haperende koelkast en brandstof te vinden in Sorong. We moeten lang op ons eten wachten, maar het is lekker. Het gaat allemaal weer net anders dan we gewend zijn. Als Ben meeloopt met de bediende om een ijsje uit te zoeken, vraagt zij aan Ben of zij ook een ijsje mag. Haha...
33
Uitstapje naar Waigeo Een paar dagen later zit ik als een prinses in het Raja Ampat Dive Resort na te genieten van een prachtige duik bij Blue Magic. Het is inmiddels donderdag en Ben en ik zijn maandag vertrokken uit Sorong. Hans heeft onze hulp niet nodig om zijn visum te verlengen en kan met Downey bootboodschappen doen en wat reparaties aan de motor uitvoeren. Met een veerboot zijn we in twee uurtjes van Sorong naar Waisai op het eiland Waigeo gevaren. Dit eiland is één van de vier eilanden die gezamenlijk Raja Ampat heten (vertaling: vier koningen). Het is een prachtig (duik)gebied.
In de haven staat een heel groot gebouw, het toeristenkantoor. Ergens in een hoekje in de grote hal vinden we een kleine balie met vier meisjes en een stapel folders. Zij vertellen ons dat er 30 'homestays' zijn op Waigeo en een paar resorts. We willen duiken en een beetje luxe, dus kiezen op goed geluk voor het Raja Ampat Dive Resort. Er worden wat telefoontjes gepleegd en ik krijg de Spaanse manager Martin Gonzalez Sanchez aan de telefoon. Hij biedt aan om ons met een bootje te komen halen. Bij de toeristenbalie rekenen we € 60,- p.p. om te mogen duiken in dit gebied. Het is buiten benauwd en bloedheet en we zijn blij dat we kunnen uitwaaien op de snelle boot. Bij het resort worden we verwelkomd door de crew op de steiger. Martin geeft ons een snelle rondleiding en we krijgen een heerlijke hut, hoog boven de grond met een warme douche toegewezen. Zelfs als we naakt op de veranda lopen, kan niemand ons zien. Vrijheid, privacy en ruimte. Daar hadden we even behoefte aan nadat we drie weken non-stop op elkaars lip hebben geleefd aan boord van de 12 meter lange ALK. Ook Hans vindt het heerlijk om even alleen aan boord te zijn van z'n schip. 34
Het eten is hier uitstekend en we nemen het er goed van. We maken kennis met wat duikers en de Duitse dive master Daniel. Ik val heerlijk in slaap in het grote bed onder het genot van geluiden uit het tropisch regenwoud en de golven in de branding. We zitten in een bosrijke omgeving, maar hebben gelukkig toch weinig last van muggen.
35
De volgende ochtend staan we vroeg op voor drie duiken. We halen eerst twee Amerikaanse jongens op die in een 'Homestay' zitten en hebben een leuk gesprek met een oudere man met baard over de ontwikkeling en geschiedenis van het land. De Nederlanders hebben volgens hem goede en slechte dingen gebracht. Van de Nederlanders zijn 5 % 'slecht' zijn en '95%' van de Indonesiërs. Als papua heeft dus geen hoge pet op van de Indonesiërs die hier na de inlijving door Indonesië zijn komen wonen.
Bij de 'Homestay' wordt een tweeling in een grote teil gewassen. Ze hebben rood haar omdat hun oma blank is en rood haar heeft. Heel schattig. Het doet mij denken aan foto's van mijn zus Vera en mij van vroeger.
36
We maken in totaal zes duiken in drie dagen. Stuk voor stuk prachtig! We zien enorme scholen verschillende soorten vis, tientallen vleermuisvissen, haaien en grote tonijnen, makrelen en manta's. We duiken zonder camera's. Die hebben we achtergelaten op ALK omdat we lekker licht wilden reizen. Maar, we hebben nu wel een beetje spijt. We hadden prachtige beelden kunnen maken. Aan de andere kant geniet ik er stiekem wel meer van omdat we vaak een behoorlijke stroming hebben en heel laag over het rif moeten zwemmen. Tussen de duiken door varen we naar prachtige eilandjes met witte stranden voor de lunch. Daniel raapt iedere keer een zak met afval en Ben helpt natuurlijk enthousiast mee.
Naast het duiken peddelen we een middag met een kayak naar een dorp verderop waar we weer hartelijk worden ontvangen.
37
38
39
Het verblijf in Waigeo is een fijne onderbreking van onze zeiltrip. De duik bij Blue Magic doet zijn naam eer aan. Een duikplaats om niet meer te vergeten. We gaan te water met een dive master, zijn assistent, Ben en ik. In het begin van de duik zien we een grote manta. We zwemmen vervolgens tegen de harde stroming in. Het water is helder. De assistent kan ons al snel niet meer bijhouden. Hij blijft achter bij een koraalblok. Wij zwemmen door en worden beloond met een school jacks, een enorme tandbaars, grote jagende tonijnen en een zwartpunt rifhaai. Als we ons weer laten meevoeren door te stroom komen we aan het einde van de duik weer terug bij de assistent. Onze divemaster is door zijn lucht heen, maar wat doe je als er net weer twee grote manta's aan komen zwemmen? Juist, gewoon even gebruik maken van onze reserveautomaten. Na de duiklaten Ben en ik de boei op. Teamwork en allemaal blije gezichten -:)!
Tijdens één van duiken vissen we een wobbegong haai uit zee. Maar in levensloze staat!
40
Raja Ampat met icoon Max Ammer Donderdag nemen we afscheid van de crew en gaan met frisse energie terug naar Sorong waar Hans inmiddels de motorklussen heeft geklaard en met hulp van Downey de brandstoftank heeft gevuld met 14 jerrycans diesel! En de compressor is gerepareerd en duikflessen getest. We kunnen weer met een gerust hart duiken. Ben en ik doen de boodschappen. Ik verbaas me erover dat alle transport van en naar de tientallen duik live-aboards die voor anker liggen, via een piepklein steigertje gaat. Het is de enige in de haven en gedoneerd door een resort.
Het is voor ons al een heel gedoe om een boodschappentas in de bijboot te krijgen en zelf veilig van en aan boord te stappen, laat staan voor schepen die grote voorraden nodig hebben. Hans heeft er uren over gedaan om 420 liter diesel en 50ltr benzine naar de ALK te vervoeren. Hij heeft nog nergens in Indonesië een haven getroffen waar je brandstof of water via een pomp kunt krijgen. Werkverschaffing is hier een groot goed. Vlak voordat we gaan eten, vult Ben nog even de duikflessen. Als hij de compressor uit wil doen, komt zijn vinger in de ventilator. Hij is misselijk van de pijn, maar het valt gelukkig mee. De volgende ochtend vertrekken we vroeg opnieuw richting Waigeo, waar Ben en ik zijn geweest. Er staat een mooie zeilwind en we kunnen het grootzeil en de fok hijsen. Met 6 knopen schieten we lekker op.
41
Ben heeft mailcontact met Max Ammer die ons heeft uitgenodigd om een bezoek te brengen aan zijn resort. Zij hebben hier 30 jaar geleden samen gedoken. Toen allemaal nog met houten kano's en overnachtingen in kleine hutjes. Inmiddels heeft Max in Papua veel op de rit gezet. Twee prachtige resorts op het eiland Kri, een boten- en kayak bouwbedrijf en hij bouwt ultra light vliegtuigjes. Zijn nieuwste project is het geheel assembleren van een Bell 47 helikopter. De laatste is onder andere bedoeld om wetenschappers in de jungle van Papua te kunnen droppen en natuurbeschermingsprojecten te kunnen doen. Er zijn naar schatting nog 150 stammen die geïsoleerd leven en er geheel eigen gewoontes op na houden. Zo vertelt Max over een stam is waarbij het een deugd is om elkaar te verraden.
42
Op weg naar Kri hebben we nog tijd om een duik te maken voor we bij het resort voor de nacht aan een mooring kunnen afmeren. Dat lukt helaas niet, de mooring is nog niet gelegd, en we worden door het personeel naar een plaats geloodst midden op open zee achter een rif. Als dat maar goed gaat vannacht. Maar het anker houdt meteen goed en dat geeft Hans het vertrouwen om ons met de boot van Max naar het resort te laten varen. Max geeft ons een rondleiding op het resort en nodigt ons uit voor zondag - niet op zaterdag, want dan is het sabbat - om de helikopter hangar te zien. We worden niet alleen op lekker eten getrakteerd, maar ook op mooie verhalen. Max is een bijzonder iemand die ons alle drie inspireert. Hij brengt ons in het aardedonker over allerlei riffen terug naar ons schip op 2 km van zijn resort. We hebben een heel klein lampje opgehangen en het is lastig om de ALK terug te vinden. Max stapt nog even bij ons aan boord, maar één van de twee lijnen schiet los en de boot wordt een speelbal in de stroming. Hij vertrekt snel weer. 'Tot zondag!', zegt hij nog. Die kans laten we natuurlijk niet lopen. Hoe kan iemand midden in de jungle in een uithoek van één van de minst efficiënte landen ter wereld boten en vliegtuigjes bouwen? En dan nog te bedenken dat zijn resort alleen te bereiken is met kleine bootjes bij hoog water; hoe krijgt hij alles aan land? We duiken een aantal dagen op dezelfde plaatsen als vorige week. Blue Magic, Mike's Point (genoemd naar de zoon van Max), Sardine en Chicken reef. Maar het grote verschil is dat we nu onze camera's bij ons hebben -:). Ik blijf me verbazen over de hoeveelheid vissen en de biodiversiteit.
43
Max ontvangt ons zondag weer hartelijk in zijn kantoor en we lopen direct de berg op naar zijn helikopter hangar. Zelfs voor een niet-technische vrouw zoals ik, is het indrukwekkend wat daar staat. Een prachtige hangar, met een casco van een helikopter. Als een bouwpakket zet hij samen met een paar papua jongens die hij opleidt de heli zelf onderdeel voor onderdeel in elkaar. Het is inmiddels donker en we eten anders dan de eerste keer in het eco-resort. Om daar te komen vanaf de helikopter hangar moeten we in het donker over een junglepad lopen en nog een stukje abseilen langs een touw dat al klaar hangt. Een avontuurlijke avondwandeling! Het etentje is weer erg gezellig. Max vertelt gepassioneerd over de bijbel en gek genoeg kan ik het van hem goed hebben. We spreken ook nog even een Canadees filmteam en hun 'fixer' die tevens Indonesië correspondent is van het VPRO programma Metropolitan.
44
45
Van Sorong, via Amsterdam en Middelburg naar Manokwari We kunnen niet genoeg krijgen van dit duikgebied en blijven tot dinsdagochtend. Dan moeten we echt weer koers zetten naar Sorong waar we om 20:00 's avonds in het pikdonker aankomen. Het is nieuwe maan. Ik zit achter het stuurwiel, maar vanuit de kuip kun je niet goed voor je kijken. Dichtbij de ankerplaats zie ik plotseling aan stuurboordzijde een onverlicht klein vissersbootje met netten waar we rakelings langs varen. Ik heb het niet zien aankomen. Het gaat gelukkig goed en misschien hebben die jongens ons wel zien aankomen en zijn ze zelf uitgeweken. Ze maken dit misschien wel dagelijks mee. In Sorong worden we op de hielen gezeten door een grote ferry waarvoor we moeten uitwijken om niet overvaren te worden. Op een bepaalde manier voelt het hier in de bewoonde wereld een stuk onveiliger dan in de afgelegen gebieden. De dag in Sorong besteden we nuttig. Hans kan zijn visum zonder vertraging bij Imigrasi ophalen, daar kun je nooit helemaal op vertrouwen in Indonesië. De ALK wordt tot de nok toe gevuld met brandstof, water en proviand, we zijn klaar voor de volgende etappe naar Manokwari!
Het is vrijdagavond en en we liggen voor anker bij een klein onbewoond eiland Pulau Amsterdam. Drie km verderop ligt Pulau Middelburg. Hier moeten volgens Max landingsvaartuigen uit de Tweede Wereldoorlog liggen. Hoe spannend is dat?! Aan Ben de eer om de boel te verkennen. Na 20 minuten komt hij 50 meter van ALK bovenwater en roept: 'Hier liggen ze en ik word duizelig van de hoeveelheid vissen!' Hans en ik maken een prachtige duik op deze schroothoop. Grote scholen gele fuseliers, snappers, vleermuisvissen, barbelen, diklipvissen, tonijnen en blauw gestippelde roggen. Ben maakt na ons een tweede duik en Hans moet helaas weer sleutelen aan de motor. 46
47
Dit keer lekt er wat olie en dat moet worden opgelost. De compressor heeft ook zo zijn nukken. Door vibratie draaien er iedere keer nieuwe bouten los of breken af. Ik realiseer me voor de zoveelste keer dat het hebben van een schip een grote verantwoordelijkheid is en veel werk met zich mee brengt. En ik ben blij dat Hans veel ervaring heeft met dit schip en tot nu toe alles kan oplossen. Het is 16 uur en ik maak in mijn eentje nog een tweede duik. Ik spring overboord, klik mijn camera onderwater los van de lijn waarmee hij aan de ALK vastzit en zwem naar de schroothoop. Ik voel dat de stroming toeneemt. Als ik 30 minuten onderwater ben, stroomt het hard. Heel laag over het zand probeer ik terug te komen bij Alk. Ik heb last van mijn camera die veel weerstand geeft in de stroming. Ik lig op 12 meter, heb nog 100 bar in de fles als het volgende dilemmazich aandient. Normaal duik ik een klein uurtje. Ik kan er niet op rekenen dat Hans en Ben mij zien als ik veel eerder dan gepland driftend achter het schip boven kom. Ze hebben vast niet door dat er inmiddels heel veel stroming staat. Ik blaas mijn decoboei op om mezelf zichtbaar te maken aan het oppervlak. Hopelijk letten de mannen op. Maar, dan voel ik dat er iets mis gaat. De boei gaat niet omhoog, maar wordt door de stroming horizontaal getrokken. Ik word erdoor meegetrokken. Lichte paniek. Wat nu??! Ik graaf mijn vingers in het zand als een soort anker en kijk om mee heen. Daar zie ik een vage schaduwplek van de ankerketting van ALK. Ik moet daarheen zien te klunen. Het lukt! Ik sla mijn arm om de ankerketting heen en ga rustig naar boven. De boei is nu niet meer te houden en als ik bijna aan de oppervlakte ben, moet ik hem loslaten. Ik kom boven en roep naar Ben dat ze de boei in de gaten moeten houden. in de stroming lukt het bijna niet om de camera van mijn vest los te klikken. Ben geeft me aanwijzingen en dan lukt het. Vervolgens snel mijn duikset af en aan de lijn hangen. Hans is inmiddels standby in de bijboot. Ik klim erin en klauter aan boord. Alles bij elkaar duurt dat nog geen 5 minuten, maar de decoboei is al meer dan 200 meter afgedreven. Hans pikt hem snel op 48
met de bijboot. De boei zit helemaal vol met water in plaats van lucht. Vandaar dat ie niet omhoog ging. Ik begrijp nog steeds niet goed hoe dat is gekomen. Bizar hoe zo'n ogenschijnlijke eenvoudige duik kan veranderen in een onveilige situatie. Ik schrik er 's nachts een paar keer wakker van en zie mezelf dan moederziel alleen in de Pacific dobberen...
Het is zaterdagochtend 9 uur. Ik duik met Ben weer op de schroothoop. Het stroomt nu niet, maar de schrik zit nog steeds een beetje in de benen. Hans maakt een duik alleen en mijn ogen zijn continu op zijn bellen gericht. Na gisteren ben ik superalert. Na de duik varen we langs het eiland Middelburg naar Werur, een dorpje op het vaste land. Hier beuken de de golven op het strand. Iets verder richting Manokwari zijn er stranden waar 's nachts leatherback schildpadden hun eieren komen leggen. Max heeft ons verteld dat we in het dorp moeten vragen naar Apollus, een man die Engels spreekt en ons misschien verder kan helpen. We varen richting strand waar we hoge golven op zien spatten. Kunnen we hier wel aan land? Hoe komen we nu aan wal? Hans en ik besluiten met de bijboot te gaan en Ben blijft aan boord van de ALK. Het eerste stukje gaat nog goed en vanaf het strand krijgen we aanwijzingen waar we het beste kunnen landen. Maar dan komt er een enorme golf en we maken te weinig snelheid. Er is geen houden meer aan en met een flinke klap worden we gelanceerd en slaat de boot om. Hans maakt zich onderwater zorgen om de draaiende schroef, maar gelukkig houdt ie er meteen mee op. Als we weer boven zijn, zwemt Willem, de papau man van de aanwijzingen, al naast me en met z'n drieën lukt het om de boot te keren en het strand op te komen.
49
Goeiedag, wat een binnenkomer daar in het dorp! Iedereen schiet direct te hulp. De kap van de motor wordt opengemaakt en de motor wordt gespoeld met regenwater uit een vissersboot op het strand. Het is gruwelijk heet op het strand - ik verbrand mijn voeten - maar, voor de motor wel fijn omdat ie snel droogt. Terwijl de papua mannen Hans helpen sleutelen, maak ik contact met de vrouwen en kinderen.
Ik spreek geen Bahasa, maar ik kom er door gebarentaal achter dat Apollus niet meer leeft. Niemand in dorp spreekt Engels. Wonderlijk dat de non-verbale communicatie op dat moment genoeg is. Ik krijg een rondleiding door het dorp en heb de indruk dat hier zelden vreemdelingen komen. Er komt een lachende vrouw aan met een groot kapmes en even denk ik aan de verhalen van Max over Papua stammen waarbij mensen elkaar regelmatig onthoofden. Maar, deze mensen maken zo'n lieve indruk, dat ik me niet kan voorstellen dat ze kwade bedoelingen hebben. Een papua klimt behendig de boom in en haalt er voor mij twee kokosnoten uit. Eentje wordt er klaar gemaakt. De andere mag ik meenemen. Er komen zeven vrouwen naar mij toelopen en ze geven mij allemaal een mango cadeau.
50
51
Ik vind het zeer ontroerend en ik krijg tranen in mijn ogen. Mijn gevoel wordt versterkt door wat we net in de branding hebben meegemaakt. Ik sta nog een beetje te trillen op mijn benen. De vrouwen en kinderen maken grapjes. We gaan knikkeren en ik mag de regels bepalen. Wat later op het strand doe ik met de kinderen allemaal gekke spelletjes. We hebben veel plezier en het helpt me om nog niet te denken aan het moment dat we straks weer de branding door moeten varen terug naar de ALK...... mits, we de motor aan de praat krijgen die natuurlijk door het zoute water een flinke opdonder heeft gehad. Terwijl ik met de kinderen speel, zie ik de ALK met Ben erop gevaarlijk schommelen. Hopelijk houdt hij de zaak daar onder controle.
Na twee uur horen we het geluid van een draaiende motor. De mannen hebben hem aan de praat gekregen, al gaat het nog niet van harte. We dragen de bijboot met z'n allen naar het water.
52
De motor slaat nog één keer af maar Hans krijgt hem nu gelukkig met één slinger weer gestart. Ik spring de boot in en Hans volgt mij. Ik roep tegen Hans: 'Recht tegen de golf in!'. Hans roept naar mij: 'Verder achterin zitten!' Bij elke grote golf geeft hij gas en zo ´klimmen´ we één, twee, drie, vier grote schuimende golven over. Pffff, we zijn nu weer in veilig vaarwater. De adrenaline giert door mijn lijf. We stappen aan boord van de ALK en lichten het anker. Snel varen we terug naar onze veilige overnachtingsplaats bij Amsterdam. Eén ding is zeker. We laten de schildpadden maar voor wat ze zijn en varen morgen in één rechte lijn naar Manokwari.
53
Ik zit in de kuip. Het is 3:30 uur 's nachts. De tocht naar Manokwari verloopt rustig. Er is weinig wind. Je zou kunnen denken 'niet handig als je zeilt', maar de wind komt vanuit het noord-oosten oftewel we hebben 'm pal tegen. Iedere golf kan dan met veel wind een grote hindernis worden zeker ook omdat we nu op de Pacific varen en er geen beschutting meer is van eilanden. Gisterochtend hebben we na onze laatste duik op de schroothoop om 9:30 het anker gelicht. Aan stuurboordkant zagen we in de verte een dunne witte streep van de stranden waarop de schildpadden nesten. We zijn nu 18 uur onderweg en hebben vijf schepen gezien, scholen dolfijnen en een merlijn die twee keer uit het water sprong. Voor de rest een eindeloze zee en donkere regenwolken boven land. We lezen, sporten op het voordek en werken de dag- en logboeken bij. We komen om 12 uur in Manokwari aan. Het is een kleine stad met 10 zendmasten, veel kerken en moskeeën. Het is zondag en we stappen zo van boord om de stad te verkennen en wat te gaan eten.
Manokwari We liggen voor anker in het zuiden van de Cenderawasih Bay. De enige geluiden die ik hoor zijn de vogels en het ronddraaien van onze ventilator die de pannenkoekenlucht uit de kombuis blaast. De stilte is een verademing na de heftige storm- en regenachtige dagen die we achter de rug hebben. Ik ben gesloopt. Een dag of vijf geleden kwamen we in de loop van de dag aan in Manokwari. De stad ligt in een goed beschutte baai.
54
We gaan aan wal en worden weer warm onthaald. 'Mister! Mister! Iedereen wil ons de hand schudden en een praatje maken. De jongeren met mobieltjes willen foto's van ons maken. De wereld verandert. Kinderen vinden het prachtig om de blonde haren op de armen van Ben aan te raken. Terwijl Hans een brommertaxi neemt naar een kantoor om de 100ste poging te ondernemen om zijn in Hongkong bestelde zeilen te laten versturen, wandelen Ben en ik door een woonwijk die deels op palen boven het water is gebouwd. De sfeer is gemoedelijk, vrolijk en sfeervol. Varkens en kippen scharrelen rond tussen de bergen afval.
55
Hans 'appt' dat hij bij de Kentucky Fried Chicken zit. Dit wordt mijn debuut. Ik ben er nog nooit geweest - ook niet in Nederland - maar patat met kip gaat er nu wel in. 'Niks lekkerder dan een vette hap', zou onze vriend Koos zeggen. Hans is in de supermarkt aangesproken door Yoris; een Papua die goed Nederlands spreekt. Zijn ouders spreken het een beetje en hij heeft het zichzelf met behulp van woordenboeken verder eigen gemaakt. Hij kent niet alleen de taal (inclusief gezegden en spreekwoorden), maar ook Nederlandse liedjes, gebruiken en gewoonten en de politieke ontwikkelingen die bij ons spelen. Wij moeten lachen als hij begint over 'het gras is groener bij de buren' en 'goed gereedschap zit onder een dakje'. Als zijn uitspraken nog schunniger worden, besluit ik de mannen alleen te laten en een paar boodschappen te doen in de supermarkt. Ik word door iedereen aangegaapt en men probeert zo onopvallend mogelijk te spieken wat ik in mijn winkelwagen heb liggen. Het is duidelijk, in deze stad komen weinig blanken.
56
Het regent als we buiten komen en we worden ieder op een brommertaxi teruggebracht naar de jetty waar onze bijboot ligt. We vallen als een blok in slaap en worden om 04:30 gewekt door de imams van vijf verschillende moskeeën. Ik kan me niet herinneren dat ik eerder een reis heb gemaakt waarbij mijn bioritme telkens zo op hol slaat. Dat hoort kennelijk bij een avontuurlijke private zeiltocht. Vandaag blijkt het Chinees Nieuwjaar te zijn. Hans kan niets regelen met de nieuwe zeilen. We varen daarom de haven uit om te duiken op twee verschillende wrakken die in een straal van 1,5 mijl van de stad liggen. De eerste, Shinwa Maru, ligt op 30 meter diepte. Ben duikt als eerste en markeert het wrak met een decoboei. Als hij boven komt en ik mezelf al in mijn duikpak heb gehesen, hoor ik Hans vloeken. Dat gebeurt niet vaak. Hij heeft een onderdeel van de 'verdronken' buitenboordmotor uit elkaar gehaald, krijgt het niet gerepareerd en is niet in de stemming om te duiken. Eerst moet de boel op orde. We zijn met z'n drieën twee uur geduldig bezig om de veer van de startkabel op de goede plaats in de houder te krijgen. Het lukt wonder boven wonder! Nu heeft Hans zijn hoofd leeg om de duik te maken. Het zicht is matig en het wrak is behoorlijk kaal.
Het 'Cross Wreck' waar we later die middag op duiken een mijl verderop, is een heel andere beleving. Dit wrak is genoemd naar het witte kruis dat ter plaatse op het eiland staat als gedenkteken dat hier de eerste Duitse missionarissen in Vogelkop voet aan land hebben gezet. Het wrak ligt pal voor het kruis op 20 meter diepte. Het zicht is goed en het stroomt heel hard. Ben is altijd goed in het opsporen van objecten onder water en maakt een korte verkenningsduik om het wrak te lokaliseren. Als hij het heeft gevonden, spring ik het water in. Ben helpt mij mijn grote camera tegen de stroming in naar het wrak te zeulen. Het wrak is mooi begroeid, maar klein waardoor er geen luwte is. Op de rotsen naast het wrak ontdekken we een prachtige wobbegonghaai waar we heel dichtbij kunnen 57
komen. Het levert mooie foto- en filmbeelden op. Het is een stevige duik en ik vind het extra spannend omdat de bijboot nog niet helemaal operationeel is. Doordat we zijn omgeslagen een paar dagen geleden zijn er nog steeds problemen met de motor en Hans is alleen aan boord. Ben zorgt ervoor dat ik en mijn spullen heelhuids weer aan boord komen. Ik merk toch een lichte stress bij stromingsduiken tijdens deze reis. Ik voel me toch wel kwetsbaar, omdat we maar met drie personen zijn en al twee keer de speciale waterdichte radio hebben moeten gebruiken toen we uit zicht van de ALK bovenwater kwamen. Deze nemen we voor de veiligheid nu iedere duik mee in ons jacket en heeft ons goede diensten bewezen.
's Avonds eten we met Yoris in een hotel dat old style Amerikaans is ingericht. Als ik mijn eerste hap neem, wijst Ben naar een rat die over het verlaagde plafond loopt van de receptie. Ik wil niet overdrijven, maar het beest is zo groot als een volwassen kat.
58
De volgende dag staan we al om 8:00 met Yoris op de groentemarkt. Het marktmoment is een genot op dit soort reizen. Het ziet er allemaal prima vers uit en we slaan ruim in voor een week. Bananen, mango's, rambutans, zuurzak, sinaasappels, appels, ananas, kangkung (Indo equivalent van onze spinazie), prei, paksoi, Chinese kool, penen, uien, knoflook en witte kool.
Hans bespreekt met Yoris de mogelijkheid om de zeilen naar een collega reisleider van Yoris in Biak te laten versturen en Ben en ik brengen de boodschappen aan boord. We maken nog een duik op het 'Cross Wreck' - wederom met een serieuze stroming - en varen daarna richting zuiden. We zullen waarschijnlijk ruim een week niet meer aan land komen.
59
Cenderawasih Bay Er staat bij vertrek meteen een stevige noordenwind en we hijsen de zeilen. Zelfs alleen met het grootzeil varen we hard maar voor de wind en de 'ALK' schommelt behoorlijk heen en weer. Ik heb de grootste moeite om een maaltijd klaar te maken. Alles beweegt in de kombuis behalve het gasfornuis. Dat is zo gemaakt dat de pannen altijd recht blijven staan. Ik duik om 21:00 mijn kooi in. De zee gaat tekeer en op het tweepersoonsmatras in de voorpunt is er weinig om tegenaan te liggen. Ik probeer alle mogelijke manieren. Hoofd naar de boeg gericht, hoofd naar de romp gericht, overdwars beide kanten op, maar niets helpt. Tijdens het varen moeten de luiken en patrijspoorten dicht waardoor het binnen erg benauwd wordt. Ik kan de slaap amper vatten en ben voor het eerst opgelucht dat Hans mij om 01:00 komt wekken om de wacht over te nemen. We komen in de loop van de ochtend aan bij de eilandengroep Roon en zien van grote afstand dat er een dorp ligt. Er staat namelijk een zeer opvallende witgroene kerk. Jammer genoeg is er door het koraal nergens een goede ankerplaats. Vanwege stroming en golven vertrouwt Hans het niet om de 'ALK' aan een steiger af te meren. We zwaaien vanaf een afstand naar de kinderen die zich op de steiger hebben verzameld en varen door naar de duikstek.
We droppen Ben op een duikplaats waar een vliegtuigwrak moet liggen en voor het eerst maak ik mee dat hij een object niet kan vinden. Hoe kan dat nou? We kijken nog even goed in ons boek en het blijkt dat we 5 mijl van de juiste locatie af liggen. Zelfs voor Ben een beetje te gek om dat hele eind te zwemmen. We varen nog een uurtje en duiken dan om de beurt bij het wrak en het rif eromheen. Hans is helemaal in zijn nopjes. We zijn de Wallacelijn (zie voor uitleg verslag deel 2) gepasseerd en hij ziet en fotografeert hier soorten die hij hoopte te zien. Het onderwaterleven is hier anders dan in Raja Ampat met verschillende vissoorten die alleen in Cenderawasih voorkomen.
60
We zitten aan de westkant van de eilandengroep. De zee is kalm. Fijn! Dan kunnen we nog een nachtje doorvaren voor een meet and greet met walvishaaien -:). We varen tussen de eilanden door in oostelijke richting en als we het ruime sop hebben gekozen, blijkt het tegen de verwachting in een behoorlijk ruige sop te zijn. Combinatie wind en luwte van de eilanden heeft ons op het verkeerde been gezet. De omstandigheden 's nachts zijn nog heftiger dan de nacht hiervoor. Tijdens mijn wacht (van 1:00 tot 4:00) heb ik continue genavigeerd in de stromende regen. Hans blijft in staat van paraatheid en moet twee keer 's nachts ingrijpen. Ik begin het zeilen een beetje onder de knie te krijgen, maar onder wat extremere omstandigheden slaat de onzekerheid toe. Ben neemt mijn wacht over. Nog steeds komt de regen met bakken uit de hemel en we hebben bijna geen zicht. Bij de walvishaaien locatie zien we niets. Dan ziet Ben in de verte een schim. Hij vaart er tussen de ondiepe riffen naar toe en het blijkt een groot platform te zijn waar vissers in de stromende regen bezig zijn.
61
We zien drie vinnen van walvishaaien. Zij komen op de netten af waar de vissers hun vangst in bewaren. Jammer genoeg is dit geen weer om het water in te gaan. Zelfs Ben vindt het te gortig. We moeten een ankerplaats zien te vinden om bij te komen van de onstuimige nacht. Maar waar?! We zien een kleine baai op de kaart en varen erheen. Maar het ondiepe rif blokkeert de ingang. Het is natuurlijk prachtig die weelde hier aan koraalgroei, maar voor het veilig ankeren is het gecompliceerd. Omdat we heel moe zijn en even geen andere mogelijkheid zien, ankeren we aan lagerwal vlak voor het verraderlijke koraal dat de ingang van de baai blokkeert. De stroming neemt na een half uurtje toe en we moeten toch weer verkassen. Vijf mijl verder naar het zuiden ligt nog een baai waar we beschutting moeten kunnen vinden. Op de kaart is deze heel smal, maar als we aankomen valt het mee. We kunnen naar binnen varen. Als we de hoek om zijn, vallen direct stroming en wind weg. We gooien het anker moeiteloos in de modderbodem en kunnen na 50 uur in de weer te zijn geweest eindelijk ontspannen. Ik ben zo moe, dat ik de rest van de dag slaap en 's nachts zonder moeite 10 uur non-stop lig te knorren.
62
Om 7:00 springen we onze kooi uit. De lucht is opgeklaard en we willen graag vroeg in de ochtend terug naar de vissers. Als we richting het platform varen, zien we een stuk of vijftien van deze platforms liggen ongeveer een halve mijl uit elkaar. We worden hartelijk ontvangen en mogen ons schip aan het platform vastleggen. Al snel zien we drie walvishaaien aan het oppervlakte. We onderhandelen met de jongens en komen een bedrag van 3 x 30 euro overeen voor een uur duiken. Voor het eerst in Indonesië ontmoeten we zakenlieden. Aan hun uiterlijk te zien, zijn het geen Papua's. We weten dat het over-priced is, maar voor minder lijken ze het niet te willen doen. Niet te moeilijk doen nu, hup het water in! Dit is waar we de laatste dagen zoveel ontberingen voor over hebben gehad en het ochtendzonnetje ziet er voor het camerawerk veelbelovend uit. En het is 63
inderdaad een waanzinnig mooie ervaring -:). De grootste walvishaai is naar schatting 10 meter lang. Ze komen heel dichtbij en eentje raakt mij zelfs aan met zijn staart. Een geruststellend idee dat deze reuzen alleen maar plankton en kleine vissen eten, maar toch sensationeel. Walvishaaien kijken je lang en doordringend aan. Waanzinnig! Weer een momentje waarop ik wat tranen moet wegpinken al is dat lastig met een duikbril.
64
Als we weer aan boord zijn vragen de vissers of Hans even naar een radio wil kijken. Die krijgen ze niet aan de praat. Hij stapt aan boord en nog geen 5 minuten later lijkt de radio plotseling niet meer belangrijk. Er komen uit het niets 4 bootjes aanvaren vol met toeristen en autoriteiten met uniformen. Waar komen zij in één keer vandaan ?! Het is een kleine cultuurshock omdat de plek zo 65
afgelegen is en wij al dagen bijna geen levend wezen hebben gezien. Ze verdringen elkaar op de vlonder en we horen tientallen camera's klikken. Snel weg hier!
Laat in de middag komen we aan bij Tanjung Mangguar, onze volgende duikstek. Als we alle drie uit het water zijn is het al 18:00. Over een klein uurtje is het donker. We moeten nog 5 mijl varen naar de dichtstbijzijnde baai waar we vannacht hopelijk kunnen liggen. Het is een race tegen de klok. Als het niet lukt om de baai in te varen, moeten we de nacht weer doorvaren en dat zou jammer zijn omdat we dan een paar mooie duikplaatsen moeten overslaan .... en ook voor ons bioritme. We komen eigenlijk net niet op tijd aan maar de baai is gelukkig diep en breed genoeg. Er staat geen stroming. Na een uurtje begint het te waaien en te regenen en ik ben opgelucht dat we een schuilplaats hebben en deze onstuimige nacht niet op open zee hoeven door te brengen. De volgende ochtend is het nog steeds regenachtig. In het licht kan ik nu pas zien waar we liggen. Tot mijn verrassing zie ik 200 meter verderop een klein dorp met een mooie steiger. Terwijl we de ochtendrituelen doen - ontbijtje maken, drinkflessen bijvullen met regenwater - komt een oudere Papua naar ons toe varen en vraagt om een jerrycan brandstof. Waarom ook niet? Wij hebben op dit moment genoeg aan boord en kunnen het missen. We geven hem ook nog een flesje frisdrank, iets wat hier niet te krijgen is.
66
We varen in zes uur tijd naar onze volgende duikplaats: een rif bij het eiland Rorebo. Over een afstand van minder dan 100 meter loopt het rif op van honderden meters diepte naar één meter onder het wateroppervlakte. En dat midden in een grote zee zonder land in de buurt. Wat een bizarre natuur heb je hier toch! Het is al 15:00 en iemand moet zichzelf opofferen om deze duik over te slaan want we moeten tijd overhouden om een ankerplaats bij een eiland in de buurt te verkennen en dat moeten we in het licht doen. Ik bied mezelf aan. Als Ben en Hans overboord zijn, kan ik me goed oriënteren aan de hand van twee eilandjes en het turkoois gekleurde ondiepe rif. De zon schijnt, maar ik zie in de verte donkere wolken. Na een half uurtje loopt het zicht terug en krijg ik een stevige bui over me heen. Ik kan de eilanden niet meer zien en door de golven het rif ook niet meer. Even ben ik overgeleverd aan de instrumenten. De iPad, dieptemeter en display van de autopilot.
Gelukkig trekt de bui snel over en krijg ik weer zicht op de omgeving. Ben roept mij op met de radio. Hij ligt 500 meter verderop en seint met zijn lampje. Ik zie een heel klein stipje in de verte en moet nog een stuk om het rif heen varen. Omdat Ben, Hans en de 'ALK' naar het rif worden getrokken door de stroming moet ik goed sturen en timen om hen veilig aan boord te krijgen. Gelukkig lukt dat na 6 weken oefenen goed. We varen naar Rorebo midden in de Cenderawasih Bay dichtbij de duikstek. De zee is kalm. Het eiland is het zoveelste natuurwonder wat we op onze reis tegenkomen. Het is ongerept maar onmogelijk voor een schip als 'ALK' om te ankeren. Het hele eiland met prachtige witte strandjes ligt
67
volledig omringd door een rif dat net bovenwater uitsteekt. Vanaf een afstand zijn we nog in de waan dat het mogelijk een natuurlijke haven is, maar er is nergens een doorgang en het rif i is te ondiep.
Biak Voor het donker wordt, maken we ALK zeilklaar, hijsen met pijn in ons hart de zeilen en zetten koers naar onze eindbestemming Biak. We beginnen met een rustig windje en hebben zelfs nog tijd over voor ons rituele biertje maar in de verte zie ik opnieuw een gitzwarte lucht. Ik besluit snel het eten klaar te maken in de hoop dat ik de ellendige schommelingen voor ben. Het lukt. Als het eten op is en Ben de bordjes binnen heeft gezet, begint het te stormen en te regenen. Gelukkig staat alles zeevast behalve een bakje pinda's dat op de grond valt. We hellen zwaar naar stuurboordzijde en Ben en ik laten het gevorderde zeilwerk over aan Hans die kalm op de situatie reageert. Binnen zie ik op de kaart dat we recht op een rif afvaren dat gemarkeerd staat als één meter diep. Hans stuurt bij en het is ook net nog licht genoeg om het rif te kunnen zien. Na een half uurtje liggen we weer op koers. Het blijft hard waaien tot na middernacht en Hans moet af en toe te hulp schieten. Ben is zo aardig mijn wacht twee uur eerder over te nemen. Als ik in mijn kooi ligt, neemt de wind af en val ik als een blok in slaap. Tijdens de wacht van Ben kalmeert de wind enigszins maar de regen blijft met bakken uit de hemel komen. In de vroege ochtend, als we de westkaap van het eiland Yapen hebben gerond, valt de wind weg en moet de motor erbij. Biak is nog 40 mijl te gaan en daar moeten we ruim voor donker aankomen want we hebben geen enkele gegevens van de haven. De zon breekt voorzichtig door de grijze bewolking en de stroming is ons gunstig gezind waardoor we de haven al om drie uur 68
aanlopen. Haven is een groot woord voor een lange kade zonder enige beschutting van een pier. Maar er ligt wel een groot rif voor, wat enige bescherming biedt. Eromheen varen is een flinke omweg en voorzichtig proberen we eroverheen te varen. Het getij is niet ongunstig precies tussen hoog en laagwater en het past net. De laatste hindernis naar onze eindbestemming is genomen. Voor een kampong van huisjes op palen en een grote betonnen pier laten we het anker vallen in 14 meter water.
Ik voel de ontlading. Dit is het einde van onze bewogen reis. Gemengde gevoelens van opluchting vanwege alle gevaren. Overgeleverd aan de elementen vaak zonder nooduitgang. Maar ook spijt omdat we afscheid moeten nemen van een uniek deel van de wereld. Ik ben nergens ter wereld zo lang in zo'n dunbevolkt gebied geweest. We hadden vaak geen telefonisch bereik en waren op elkaar aangewezen wat we nauwelijks nog gewend zijn in onze moderne wereld. Ik ben Hans dankbaar. Hij heeft onze reis vol zelfvertrouwen geleid en mij met veel geduld leren varen, navigeren en zeilen. En natuurlijk ben ik Ben ook dankbaar die altijd een helpende hand biedt en meedenkt over de veiligheid aan boord en tijdens het duiken. We ruimen op, pakken in, stofzuigen, boenen en schrobben tot het schip weer glimt. Ben en ik vertrekken voor de laatste nachten met onze bagage naar een hotel met natuurlijk nog even .... ocean view -:).
69
Ongemakken aan boord (de andere kant van de medaille...) Algehele stijfheid Veel pijn in handen en voeten (geldt alleen voor mij, nog van de dengue misschien of omdat we heel weinig bewegen, hopelijk gaat het in NL weer over....) Conditie raakt op (weinig tegen te doen, in NL weer snel gaan sporten -:)) Krap, benauwd, kleine leefruimte (gelukkig goede ventilatie aan boord en schip is heel praktisch ingericht) Weinig privacy (gelukkig een mooie hut in de voorpunt met Ben samen) Bijna altijd lawaai van de motor, compressor en ventilatoren Beperkte was- en douchegelegenheid Vaak in de wijde omtrek geen hulp voorhanden (gelukkig weet Hans alle technische problemen op te lossen en denkt Ben heel goed mee over de veiligheid). Veel respect voor de mensen die alleen de wereld over zeilen...
Maaltijden aan boord De eerste dagen na verse inkopen: Babi ketjap met kangkung Kip met gebakken aardappels en verse groente Curry met kip en verse groentes Casinobrood van de bakker We hebben een kleine koelkast en het is erg warm waardoor vers spul snel bederft. Na een paar dagen eten we:
Zelfgebakken brood Pannenkoeken Pasta met tonijn Pasta pesto met champignons (Vaak!) curry's Avocado of guacomole met krab uit blik Zelfgemaakte pompoensoep Tomaten / komkommersalade Witte kool / wortel / rozijnensalade Zelf gevangen vis
Verder: mango's, bananen, sinasappels, rambutans
70