Reglement Schoolexamen Havo Vwo 2015-2016 Comenius Lyceum Amsterdam.
Voorwoord Dit Reglement Schoolexamen is, samen met de PTA's, een uitwerking van het 'Examenreglement Cursusjaar 2015-2016 van Stichting ZAAM. Het ZAAM-reglement vind je op www.comeniuslyceum.nl
Artikel 1: Schoolexamen en Centraal Examen; zak/slaagregeling 1.1
1.2
1.3
1.3a
In alle vakken die je in de Tweede Fase volgt doe je examen. In sommige vakken doe je alleen schoolexamen, in de meeste vakken zowel schoolexamen als centraal examen. De examinator van een vak (dat is de vakdocent) deelt mee of je in dat vak alleen schoolexamen doet of beide examens. De examenprogramma's van de vakken vind je op het internet: www.eindexamen.nl. Het eindcijfer ... • voor een vak met alleen een schoolexamen is het eindcijfer voor het schoolexamen, rekenkundig afgerond op een geheel getal; • voor een vak met na het schoolexamen nog een centraal examen is het gemiddelde van het eindcijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen, rekenkundig afgerond op een geheel getal. Het eindoordeel voor de vakken CKV-1 en LO-1 kan ‘goed’, ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ zijn. Je bent geslaagd als: • al je eindcijfers 6 of hoger zijn, óf • je één 5 hebt en de rest 6 of hoger is, óf • je één 4 hebt, de rest 6 of hoger is en je eindcijfers gemiddeld 6,0 of hoger zijn, óf • je twee keer 5 hebt of één 5 en één 4, de rest 6 of hoger is en je eindcijfers gemiddeld 6,0 of hoger zijn. en bovendien de vakken CKV en LO met een V of G afgesloten zijn en Daarnaast gelden de volgende voorwaarden: Je moet gemiddeld een voldoende hebben voor het Centraal Schriftelijk Examen.(je bent dus gezakt als het gemiddelde cijfer voor het CE lager is dan een 5,5) Je mag maximaal één 5 als eindcijfer hebben voor de kernvakken Nederland, Engels en Wiskunde Voor een profiel zónder wiskunde gelden alleen de vakken Nederlands en Engels Voor de rekentoets geldt dat hij meetelt voor de zak/slaagregeling alleen op het VWO. De leerling moet minimaal een afgeronde 5 behalen. Op de Havo telt de toets nog niet mee voor de zak/slaagregeling
Je mag van het Centraal Examen één vak herkansen.
Artikel 2: Schoolexamen, examendossier, Programma van Toetsing en Afsluiting 2.1
2.2
2.3
Je begint met het schoolexamen in klas 4 en je sluit het af in 5 havo of 6 vwo. Het schoolexamen bestaat uit: • theoretische toetsen, ook wel semestertoetsen genoemd, • praktische opdrachten, • deeltoetsen en –opdrachten, • een profielwerkstuk, • andere activiteiten, zoals de leerlingenraad, medewerking aan schoolfeesten, stages. De cijfers en andere beoordelingen worden bijgehouden in een examendossier, dat je in de loop van de Tweede Fase vult. Elk vak heeft een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Daarin staat per leerjaar precies wat je voor het schoolexamen moet doen en wanneer je dat moet doen. Ook is vermeld hoe uit alle cijfers en andere beoordelingen het eindcijfer voor het schoolexamen wordt bepaald. Je krijgt aan het begin van elk schooljaar een boekje met daarin voor elk vak het PTA. Je hebt het schoolexamen afgesloten als je: • De vakken CKV-1 en LO-1 hebt afgesloten met de beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’, én • voor alle andere vakken die je volgt het examendossier gevuld hebt volgens het PTA én • een profielwerkstuk gemaakt hebt . 1
2.4
Je kunt alleen dan deelnemen aan het Centraal Schriftelijk Examen als het Schoolexamen geheel afgesloten is.
Artikel 3: Cijfers en andere beoordelingen 3.1
3.2 3.3 3.4
3.5 3.6
3.7
De examinator becijfert of beoordeelt alle examenonderdelen. • Dossiertoetsen, praktische opdrachten, deeltoetsen en –opdrachten becijfert hij/zij tussen de 1,0 en 10, op één decimaal nauwkeurig. Het gewogen gemiddelde van deeltoetsen en –opdrachten berekent hij/zij op één decimaal nauwkeurig. • Alleen bij CKV en LO kan examenwerk beoordeeld worden met 'onvoldoende', 'voldoende of 'goed'. De normering van praktische opdrachten en het profielwerkstuk deelt de examinator vooraf mee. De manier waarop je het werk hebt aangepakt (het proces) speelt in deze normeringen een belangrijke rol. De examinator rapporteert alle cijfers en andere beoordelingen aan de schoolleiding. Je krijgt ten minste één keer per schooljaar een schriftelijk overzicht van je cijfers en andere beoordelingen voor het schoolexamen. Het gemiddelde van de cijfers voor de vakken Algemene Natuurwetenschappen (VWO), Levensbeschouwing, Maatschappijleer en het cijfer voor het profielwerkstuk heet het 'combinatiecijfer' en telt als één cijfer mee voor je schoolexamen. Het cijfer voor Literatuur maakt deel uit van het cijfer van de betreffende taal. Elk eindcijfer voor het schoolexamen is een gewogen gemiddelde. Zie voor de gewichten het PTA. • Voor een vak met alleen een schoolexamen wordt het gewogen gemiddelde rekenkundig afgerond op een geheel getal. • Voor een vak met na het schoolexamen nog een centraal examen wordt het gewogen gemiddelde rekenkundig afgerond op één decimaal. Minstens één week voor de aanvang van het centraal examen krijg je ter controle en ondertekening een schriftelijk overzicht van je eindcijfers en andere beoordelingen voor het schoolexamen. Voor bezwaren tegen een eindcijfer of een andere beoordeling heb je drie dagen de tijd. Je legt bezwaren schriftelijk voor aan de voorzitter van de examencommissie, dat is de afdelingsleider bovenbouw.
Artikel 4: Inzage, bewaren 4.1 4.2 4.3
4.4
Zo snel mogelijk nadat een examenonderdeel is nagekeken bespreekt de examinator het met de leerling(en). Je krijgt dan je werk ter inzage. Daarna bewaart de examinator van al zijn/haar leerlingen het examenonderdeel, inclusief het correctiemodel, drie schooldagen. Het profielwerkstuk bewaart hij/zij tot en met de diplomering. In die drie schooldagen heb je, mits je daar een goede reden voor hebt, het recht om je werk onder toezicht van de examinator nogmaals in te zien. Je maakt daartoe met de examinator een afspraak. Bezwaren tegen een cijfer of beoordeling kun je in die drie dagen schriftelijk voorleggen aan de voorzitter van de examencommissie, dat is de afdelingsleider bovenbouw. Ziekte of overmacht schort deze termijn op. Na die drie schooldagen is je cijfer of andere beoordeling definitief en vervalt het in artikel 4.3 genoemde recht. Daarna kan de examinator het schoolexamenwerk vernietigen, behalve werk dat je een volgend schooljaar weer nodig hebt en het profielwerkstuk.
Artikel 5: Herkansen 5.1
Herkansbaar zijn alleen semestertoetsen in 5 havo en 6 vwo Na een herkansing geldt voor een toets het hoogste van de twee cijfers. 5.2 Niet herkansbaar zijn: - deeltoetsen, - ingehaalde toetsen, - mondelinge toetsen - kijk/luistertoetsen - praktische opdrachten, - het profielwerkstuk. 5.3 Fraude bij een dossiertoets kost een leerling het recht op herkansing van die toets (zie 9.11, 9.12 en 9.13). 5.4 Al bij één ongeoorloofde absentie bij een vak vervalt het recht op herkansing van de semestertoets van dat vak in de betreffende periode. 5.5 In een vak met alleen een schoolexamen kun je geen herexamen doen. 5.6 Het inhalen van een toets wegens ziekte of andere geldige reden, geldt als herkansing.
2
Artikel 6: Organisatie 6.1
6.2 6.3
Er zijn toetsweken: in 4 havo, 4 en 5 vwo twee keer per schooljaar, in 5 havo en 6 vwo drie keer per schooljaar. In zo’n toetsweek heb je geen lessen maar wel semestertoetsen. Dat kunnen er maximaal drie per dag zijn. In de examenklas is er na elke toetsweek een herkansings-middag, waarop één toets van de toetsweek herkanst mag worden. Praktische opdrachten en het profielwerkstuk doe je buiten de toetsweken. Je bepaalt in overleg met de examinator een tijdstip of periode.
Artikel 7: Ziekte en absentie; inhalen 7.1
7.3 7.4 7.5
Ben je ziek en dus afwezig tijdens ... • een toetsweek, of een toets i.h.a. of • een periode waarin je één of meer andere examenonderdelen moet doen, dan moeten je ouders of verzorgers dit onmiddellijk telefonisch aan de schoolleiding melden. Een mondelinge melding moeten zij onmiddellijk bij terugkomst van de leerling op school schriftelijk bevestigen. Gemiste toetsen kunnen, met een maximum-aantal van 3 per periode, ingehaald worden mits er geen ongeoorloofde absenties geregistreerd staan in Magister in de betreffende periode. Ziekmelding of afmelding achteraf is niet mogelijk. Is je afwezigheid niet gemeld volgens 7.1 of 7.2, of is de onder 7.2 genoemde reden volgens de schoolleiding niet geldig, dan heb je onwettig verzuimd. Zie verder artikel 9.5, 9.6 en 9.7. Voor leerlingen die langdurig ziek zijn treft de schoolleiding zo mogelijk een aangepaste regeling.
Artikel 8: Gedrag Je gedraagt je tijdens de afname van een examenonderdeel zoals redelijkerwijs van je verwacht kan worden. Je werkt rustig en geconcentreerd. Je verstoort op geen enkele manier de rust tijdens de examenzitting en de concentratie van je medeleerlingen. Artikel 9: Onregelmatigheden Te laat komen 9.1 Je bent bij elk examenonderdeel 15 minuten voor aanvang aanwezig. 9.2 Bij luistertoetsen en mondelinge toetsen word je na aanvang niet meer toegelaten. Je afwezigheid geldt dan als onwettig verzuim. Zie artikel 9.5, 9.6 en 9.7. 9.3 Bij schriftelijke toetsen ... • word je tot maximaal 15 minuten na aanvang nog toegelaten maar krijg je geen compensatietijd; • word je meer dan 15 minuten na aanvang niet meer toegelaten. Je afwezigheid geldt dan als onwettig verzuim. Zie artikel 9.5, 9.6 en 9.7. 9.4 De school registreert en behandelt laatkomers verder op de gebruikelijke manier. Onwettig verzuim 9.5 Begripsbepaling: onwettig verzuim (spijbelen) is verzuim zonder een volgens de schoolleiding geldige reden. 9.6 Als je een examenonderdeel onwettig hebt verzuimd krijg je het cijfer 1,0 of de beoordeling ‘onvoldoende’. Inhalen van een onwettig verzuimd examenonderdeel is niet mogelijk, herkansen ook niet. Zie artikel 10.1. 9.7 De school registreert en behandelt verzuimers verder op de gebruikelijke manier. Wangedrag 9.8 Begripsbepaling: wangedrag is elke vorm van gedrag anders dan bedoeld in artikel 8. 9.9 Als je, tijdens de afname van een examenonderdeel, je volgens de surveillant schuldig maakt aan wangedrag, dan krijg je een waarschuwing. Als daarna je gedrag volgens de surveillant niet voldoende verbetert, dan kan hij/zij je verplichten de examenzitting te verlaten. De surveillant rapporteert dit zo snel mogelijk aan de schoolleiding. 9.10 De schoolleiding kan dan besluiten één of meer van de volgende maatregelen te nemen: • Je krijgt voor een examenonderdeel het cijfer 1,0 of de beoordeling ‘onvoldoende’. • Je mag niet meedoen aan bepaalde onderdelen van het schoolexamen. • Eerdere resultaten voor het schoolexamen worden ongeldig verklaard. • Je moet bepaalde onderdelen van het schoolexamen overdoen. Zie artikel 10.1.
3
Fraude 9.11 Begripsbepaling: fraude (of bedrog) bij een examenonderdeel is elke vorm van gedrag die erop gericht is op een oneerlijke of oneigenlijke manier de beoordeling van dat onderdeel gunstig te beïnvloeden. Bijvoorbeeld: spieken, dingen gebruiken die niet zijn toegestaan, werken op een manier die niet is toegestaan, plagiëren (dat is: andermans werk vrijwel letterlijk en zonder bronvermelding overnemen en presenteren als eigen werk; knip- en plakwerk van internet). 9.12 Als je bij een examenonderdeel fraudeert dan: • maakt de surveillant een aantekening op je werk, en • kan de surveillant je verplichten de examenzitting te verlaten, en • rapporteert de surveillant of de examinator alles zo snel mogelijk aan de schoolleiding. 9.12a Bij vermoeden van fraude kan de schoolleiding besluiten een toets opnieuw te laten maken 9.13 De schoolleiding kan bij fraude besluiten één of meer van de maatregelen uit artikel 9.10 te nemen. Dat kan ook als de fraude pas na afloop van het examenonderdeel wordt ontdekt. Zie ook artikel 10.1 Overige onregelmatigheden 9.14 Als je een (onderdeel van) een praktische opdracht of het profielwerkstuk niet op tijd inlevert, kan de examinator dat aan de afdelingsleider bovenbouw melden. Uiteindelijk kan de schoolleiding dan besluiten om voor dat onderdeel of voor het hele werk het cijfer 1,0 te geven. Zie artikel 10.1. 9.15 Als je in 6 vwo of 5 havo volgens één of meer examinatoren een te grote achterstand met je schoolexamen hebt, dan kan de schoolleiding dit per (aangetekende) brief aan je ouders of verzorgers meedelen. 9.16 Bij alle overige, niet in dit reglement omschreven onregelmatigheden handelt de schoolleiding, in overleg met de betrokken docent en surveillant, naar bevind van zaken en in de geest van dit reglement, ook als de onregelmatigheid pas na afloop van het betreffende onderdeel van het schoolexamen wordt ontdekt. Zie artikel 10.1. Artikel 10: Beroep 10.1 Voor de schoolleiding een beslissing neemt volgens artikel 9.2, 9.3, 9.6, 9.10, 9.13 of 9.14, bespreekt de schoolleiding de onregelmatigheid met je. Je kunt een meerderjarige aanwijzen die je bij dat gesprek helpt. De schoolleiding deelt je daarna de beslissing misschien mondeling, maar in elk geval schriftelijk mee, en wijst je dan ook op artikel 10.2. De inspectie krijgt een afschrift van deze mededeling, en als je minderjarig bent krijgen je ouders of verzorgers ook een afschrift. 10.2 Je kunt tegen een beslissing van de schoolleiding in beroep gaan. Je moet dan binnen drie dagen nadat de beslissing je schriftelijk is meegedeeld, schriftelijk beroep instellen bij de commissie van beroep. De commissie onderzoekt de zaak en beslist binnen twee weken. De commissie kan deze periode, mits daar een goede reden voor is, met nog eens twee weken verlengen. De commissie deelt je daarna de beslissing schriftelijk mee. De inspectie en de schoolleiding krijgen een afschrift van deze mededeling, en als je minderjarig bent je ouders of verzorgers ook. De commissie stelt zo nodig vast op welke manier je het schoolexamen kunt afronden. Het postadres van de commissie is: Commissie van beroep Stichting ZAAM, Postbus 12426, 1100 AK Amsterdam.
Artikel 11: Bevorderingsnorm 11.1 Je wordt bevorderd naar het volgende leerjaar als je voldoet aan de normen die ook gelden voor de zakslaagregeling. Zie artikel 1.3 (dus niet 1.3a) 11.2 Bovendien mag je slechts één onvoldoende hebben voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. Voor de leerlingen zonder wiskunde geldt dan slechts één onvoldoende voor Nederlands en Engels. 11.2a Daarnaast moet je voor rekenen tenminste een 5 als eindcijfer hebt behaald. Rekenen is een zelfstandig onderdeel van de bevorderingsnormen en telt derhalve niet mee voor de overige overgangseisen.( rekenen levert bv geen compensatiepunten op) 11.3 In alle overige gevallen wordt je niet bevorderd 11.4 Slechts op grond van bijzondere omstandigheden kan de eindrapportvergadering een besluit nemen dat afwijkt van artikel 11.1, 11.2, 11.3. 11.5 Slechts op advies van of met toestemming van de overgangsvergadering kan in een individueel geval besloten worden dat een leerling die doubleert in Vwo 5 overgeplaatst wordt naar Havo 5. In dat geval gelden de onveranderde eindcijfers van Vwo 4 als eindcijfer voorexamenklas in het PTA Havo 5. Bij het besluit tot deze overstap kunnen geen rechten ontleend worden aan precedenten.
4
Artikel 12: Doubleren, gezakt voor het eindexamen 12.1 Als je een klas moet overdoen of als je gezakt bent voor het eindexamen dan doe je in principe het hele programma van die (eindexamen)klas over.
Artikel 13: Handicap Als je gehandicapt bent kun je de schoolleiding vragen of er bij het schoolexamen met je handicap rekening gehouden kan worden. Op jouw verzoek bepaalt de directeur havo-vwo van de Het Bevoegd Gezag Onderwijsgroep hoe je examen kunt doen.
Artikel 14: Slot 14.1 De directeur havo-vwo van Stichting ZAAM beslist in alle gevallen waarin het Examenreglement van de Stichting ZAAM en het Programma van Toetsing en Afsluiting niet voorzien. 14.2 Dit reglement is vastgesteld door de schoolleiding van het Comenius Lyceum Amsterdam, onderdeel van de Stichting ZAAM op 1 juli 2015
5