Reglement betreffende de Aansluiting op het Distributienet op laagspanning (nominale spanning kleiner dan 1kV) Goedgekeurd op de raad van bestuur van AGEM op 23 oktober 2006 (versie 31 juli 2006)
Artikel 1: Definities en begrippen 1.1.
Voor de uitleg van de definities en begrippen verwijst dit Reglement naar Bijlage I: Begrippenlijst, van het Technisch Reglement.
1.2.
Onder de definities en begrippen die niet in het Technisch Reglement zijn opgenomen wordt verstaan: •
Tarieven: De door de Distributienetbeheerder gepubliceerde en door de CREG aanvaarde of opgelegde tarieven conform de tariefstructuur vastgelegd door de CREG. Bij ontbreken van een of meerdere van voorgaande betreft dit het voorschottarief zoals vastgesteld door de Distributienetbeheerder.
•
Technisch Reglement: het Technisch Reglement Distributie Elektriciteit en de bijlagen zoals vastgesteld en gepubliceerd door de VREG.
•
Indienststelling van de Aansluiting: onder spanning brengen van de installaties van de Distributienetgebruiker en administratieve melding van de actie.
•
Buitendienststelling van de Aansluiting: spanningsloos maken van de installaties van de Distributienetgebruiker en administratieve melding van de actie.
•
Reglement: Het Reglement betreffende de Aansluiting op het Distributienet op laagspanning met een nominale spanning kleiner dan 1kV.
•
Eigenaar: Elke persoon die geniet van een recht van eigendom, opstal of elk ander zakelijk recht op een gebouw dat over een Aansluiting beschikt.
De gebruikte terminologie heeft enkel de bedoeling de leesbaarheid en duidelijkheid van de artikels te vergroten. Alle termen en begrippen die ofwel in de begrippenlijst van het Technisch Reglement ofwel in dit artikel gedefinieerd zijn, worden in onderhavig Reglement met hoofdletter aangeduid.
Artikel 2: Toepassingsgebied Dit Reglement regelt de verhoudingen tussen de Distributienetbeheerder en de Distributienetgebruiker zoals voorzien in het Technisch Reglement. Dit Reglement regelt tevens de verhouding tussen de Distributienetbeheerder en de Eigenaar van het betrokken vastgoed voor die gevallen waar de Distributienetgebruiker niet de Eigenaar is of waar er geen Distributienetgebruiker is. Alle bijlagen bij dit Reglement maken integraal deel uit van het onderhavig Reglement. Het betreft de volgende bijlagen: • •
bijlage 1 : Bepaling van de forfaitaire schadevergoeding bijlage 2 : Contactadressen
Artikel 3: Bekendmaking van het Reglement
Versie van 31 juli 2006
Reglement Aansluiting LS
1/14
De Distributienetbeheerder heeft het recht het Reglement te wijzigen, voor zover als nodig, na goedkeuring door de VREG en daarna kennisgeving aan de Distributienetgebruiker. Bijkomend kan de bekendmaking ook gebeuren op de website van de Distributienetbeheerder: www.Merksplas.be De wijzigingen treden dan in werking één maand na de dag waarop zij aan de Distributienetgebruiker bekend gemaakt worden. De Distributienetgebruiker zal het Reglement toegestuurd krijgen ter gelegenheid van een nieuwe aansluitingsaanvraag.
Artikel 4: Algemene voorschriften voor aansluitingen op laagspanning 4.1.
De Distributienetbeheerder behandelt de aansluitingsaanvraag van de Distributienetgebruiker conform de bepalingen en de procedure zoals omschreven in Deel III, Aansluitingscode van het Technisch Reglement. De aansluitingsaanvraag gebeurt op een speciaal daartoe bestemd aanvraagformulier dat bij de Distributienetbeheerder kan verkregen worden. De Distributienetgebruiker is ertoe gehouden contact op te nemen met de Distributienetbeheerder om uitsluitsel te krijgen over de kenmerken van zijn Aansluiting en de voedingswijze, vóór de aanvang van de bouwwerken. De kenmerken zijn afhankelijk van het type installatie, het Aansluitingsvermogen en het type Distributienet. Het Aansluitingsvermogen wordt bepaald in overleg met de Distributienetbeheerder. De Distributienetbeheerder overhandigt, zoals het Technisch Reglement het voorziet, aan de aanvrager alle documenten die voor het bekomen van een Aansluiting vereist zijn, alsook de te volgen procedure. Deze documenten omvatten onder meer: - de specifieke richtlijnen van de Distributienetbeheerder m.b.t. de levering, de plaatsing en het type van de meterkast(en), eventuele aansluitscheider en de kabels. In de richtlijnen wordt onder meer ook bepaald welke plaats voor de meterkast moet worden vrijgehouden. - een verduidelijkende nota waarin de aanvrager aan zijn verplichting herinnerd wordt om de elektrische installatie door een erkend controleorganisme te laten keuren en verplicht is een leveringscontract af te sluiten.
4.2.
De Distributienetgebruiker erkent dat hij op de hoogte is van het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties), het van toepassing zijnde Technisch Reglement en de technische voorschriften waarvan sprake in artikel 5 die op dit Reglement integraal van toepassing zijn. Indien aangepaste versies van die documenten of bijkomende procedures en/of richtlijnen door de VREG uitgevaardigd worden, zullen de Distributienetbeheerder en de Distributienetgebruiker zich richten naar de nieuwe voorschriften. Het Technisch Reglement en de technische voorschriften waarvan sprake in artikel 5 zijn terug te vinden op de website van de VREG (www.vreg.be). Bij afwijkingen, tegenstrijdigheden en/of interpretatieproblemen tussen onderhavig Reglement en het Technisch Reglement, hebben de bepalingen van het Vlaams Elektriciteitsdecreet, de Uitvoeringsbesluiten met betrekking tot het Elektriciteitsdecreet en het
Versie van 31 juli 2006
Reglement Aansluiting LS
2/14
Technisch Reglement voorrang.
Artikel 5: Technische voorschriften Er wordt specifiek verwezen naar de volgende Synergrid-documenten. “Algemene technische voorschriften voor de aansluiting van een gebruiker op het LSdistributienet”, Synergrid-document C1/107. “Specifieke technische voorschriften voor de aansluiting op het LS-distributienet van GSMinstallaties geplaatst op masten die deel uitmaken van HS-lijnen van 2de categorie, Synergriddocument C1/115. “Specifieke technische voorschriften voor de aansluiting op het LS-distributienet van tijdelijke installaties voor werven”, Synergrid-document C1/106. “Specifieke technische voorschriften voor de aansluiting op het LS-distributienet van foorinstallaties”, Synergrid-document C1/113. “Specifieke technische voorschriften voor het aansluiten van vaste professionele installaties zonder meter”, Synergrid-document C1/109. “Overeenstemming tussen de stroomsterkte en het vermogen van de automatische laagspanningsschakelaars”, Synergrid-document C1/110. “Specifieke technische aansluitingsvoorschriften voor gedecentraliseerde prodcutie-installaties die in parallel werken met het distributienet”, Synergrid-document C10/11.
Artikel 6: Realisatie van de Aansluiting en wijzigingen ervan 6.1.
Alleen de Distributienetbeheerder heeft het recht de Aansluiting te plaatsen of te laten plaatsen. Alleen de Distributienetbeheerder is gerechtigd de Aansluiting te wijzigen, te versterken, te verplaatsen of weg te nemen en tot het onderhoud of de eventuele herstellingen over te gaan.
6.2.
De Distributienetbeheerder blijft eigenaar van de Aansluiting ongeacht de tussenkomst van de Distributienetgebruiker of de Eigenaar in de kosten of in de uitvoeringswerken.
6.3.
Het tracé van de Aansluiting alsook de opstelling en de karakteristieken van de samenstellende delen worden zodanig bepaald dat de algemene veiligheid, de instandhouding en de normale werking van de deelelementen van de Aansluiting en het toebehoren verzekerd zijn, en dat de verbruiksopnamen, het toezicht, het nazicht en het onderhoud gemakkelijk kunnen gebeuren.
6.4.
De Distributienetbeheerder staat in voor het onderhoud en de goede en veilige werking van de Aansluiting. De onderhouds- en herstellingskosten blijven te zijnen laste.
6.5.
Een Buitendienststelling van de Aansluiting kan enkel gebeuren door een daartoe bevoegd persoon. Indien een afschakelinrichting op privé-eigendom geplaatst is, moet de Distributienetgebruiker voor een gemakkelijke toegang zorgen.
Versie van 31 juli 2006
Reglement Aansluiting LS
3/14
6.6.
Indien de Aansluiting een uitwendige afschakelinrichting of een telegestuurde installatie bevat, kan die slechts door de Distributienetbeheerder bediend worden.
6.7.
De Distributienetgebruiker verbindt zich ertoe de Distributienetbeheerder binnen de kortst mogelijke tijd in te lichten over elke wijziging van de afnamekarakteristieken of over om het even welk ander aan hem toe te schrijven feit, die werken aan de Aansluiting vereisen. De kosten van die werken zijn ten laste van de Distributienetgebruiker of van de Eigenaar.
6.8.
Als bewaarder van de Aansluiting treft de Distributienetgebruiker of de Eigenaar de nodige schikkingen om iedere oorzaak van beschadiging te vermijden. De Distributienetgebruiker of de Eigenaar moet de Distributienetbeheerder onmiddellijk op de hoogte brengen van elke beschadiging, afwijking of elke niet-conformiteit met de wettelijke voorschriften die hij redelijkerwijs kan vaststellen.
6.9.
Elke Aansluiting kan worden weggenomen ingevolge een schriftelijke vraag en op kosten van de Eigenaar, op voorwaarde dat geen enkele Distributienetgebruiker er nog gebruik van maakt. Zo ook heeft de Distributienetbeheerder om veiligheidsredenen of wegens gevaar van fraude en op voorwaarde dat hij de Eigenaar vooraf verwittigt, het recht op zijn kosten elke Aansluiting die niet meer gebruikt wordt, weg te nemen of af te koppelen.
6.10.
De Aansluiting moet altijd gemakkelijk toegankelijk blijven voor de Distributienetbeheerder. Zij mag niet ingewerkt worden zonder de toestemming van de laatste en in dat geval moet zij doeltreffend beschermd worden. Toezicht moet altijd mogelijk zijn. Zij mag niet onder de invloed van een schadelijke kracht staan en ook niet in aanraking komen met een metaal of een product dat haar zou kunnen schaden. Zij mag niet gebruikt worden als aarding van een elektrische installatie. De doorsteek en de afdichting van de muur van het gebouw kunnen door de Distributienetgebruiker of de Eigenaar volgens de aanwijzingen van de Distributienetbeheerder uitgevoerd worden. De doorsteekopening voor de Aansluiting mag niet voor andere leidingen gebruikt worden. De Distributienetgebruiker of de Eigenaar zorgt ervoor dat de betrokken muren water- en gasdicht blijven.
Artikel 7: Kwaliteit van de spanning 7.1.
De Distributienetbeheerder verbindt zich ertoe om alle redelijke middelen die van hem verwacht kunnen worden ter beschikking te stellen opdat de geleverde spanning op een aansluitingspunt voldoet aan de bepalingen van de norm NBN EN 50160 “Spanningskarakteristieken in openbare elektriciteitsnetten”.
7.2.
De Distributienetgebruiker verbindt zich ertoe de elektromagnetische compatibiliteit van zijn aangesloten installaties te garanderen. Voor wat de immuniteitsvoorwaarden betreft, zal de aangesloten apparatuur voldoen aan de norm EN 50082-2. Bovendien houdt de Distributienetgebruiker zich aan de emissielimieten van de verschillende stoorfenomenen (harmonische stromen, flicker, onevenwicht) zoals beschreven in het document C10/17 van Synergrid. Daarbij dient het lokaal kortsluitvermogen als referentiewaarde. Deze waarde kan opgevraagd worden bij de Distributienetbeheerder.
Versie van 31 juli 2006
Reglement Aansluiting LS
4/14
Indien de Distributienetgebruiker belastingen wenst te installeren die deze limieten niet kunnen respecteren, dient hij de Distributienetbeheerder hiervan op voorhand te verwittigen, zodat deze op kosten van de Distributienetgebruiker een studie kan laten uitvoeren naar de aanvaardbaarheid van deze belastingen in functie van de karakteristieken van de belastingen, de lokale netsituatie en de planningsniveaus. Indien de studie uitwijst dat de belastingen niet zonder wijziging van de Aansluiting kunnen aangesloten worden, zal de Distributienetgebruiker, wil hij toch de betreffende installaties kunnen aansluiten, bijkomende apparatuur moeten installeren of moet op kosten van de Distributienetgebruiker de Aansluiting gewijzigd worden. De Distributienetgebruiker kan de resultaten van de studie opvragen bij de Distributienetbeheerder. Ingeval er aanwijzingen bestaan dat de installaties van de Distributienetgebruiker de opgelegde storingslimieten overschrijden, heeft de Distributienetbeheerder het recht de installaties van de Distributienetgebruiker te onderzoeken en de conformiteit ervan na te gaan. Indien aangetoond wordt dat de installaties van de Distributienetgebruiker de limieten niet respecteren, draagt deze de kosten van het onderzoek, en dient deze de nodige correctieve maatregelen te nemen. Indien de Distributienetgebruiker in gebreke blijft kan de Distributienetbeheerder de Aansluiting op kosten van de Distributienetgebruiker wijzigen.
Artikel 8 : Meting van de elektrische energie 8.1.
De meteropname wordt uitgevoerd door de Distributienetbeheerder of eventueel door de Distributienetgebruiker zelf op de door de Distributienetbeheerder vastgestelde wijze. De Distributienetgebruiker moet aan de Distributienetbeheerder steeds een gemakkelijke toegang verlenen die hem toelaat de meter periodiek op te nemen. De Distributienetbeheerder kan op elk ogenblik tot een meteropname overgaan.
8.2.
Elke meter kan ter plaatse of in een laboratorium nagezien worden, wanneer de Distributienetgebruiker of de Distributienetbeheerder dat wenselijk achten. De kosten van het onderzoek zijn ten laste van de Distributienetbeheerder indien de meetnauwkeurigheid van de meter afwijkt van de bij wet of reglement bepaalde grenzen. In het tegenovergestelde geval zijn de kosten ten laste van wie het onderzoek gevraagd heeft.
8.3.
Behoudens bijzondere omstandigheden en om een referentieperiode te waarborgen, wordt de meter jaarlijks in dezelfde door de Distributienetbeheerder bepaalde periode opgenomen. Gedurende het eerste jaar vanaf de realisatie van de Aansluiting kan de Distributienetgebruiker vragen om op zijn kosten de meteropname meermaals per jaar uit te voeren.
8.4.
In geval de Distributienetbeheerder bevestigt dat het gaat om een defect aan de Meetinrichting wordt de afname geraamd op basis van objectieve elementen, zoals bijvoorbeeld de afname die tijdens dezelfde periode van het vorige jaar geregistreerd werd, de temperatuur, alsook wijzigingen in de afnamekarakteristieken bij de Distributienetgebruiker.
Artikel 9: Eenmalige en periodieke vergoedingen 9.1.
Vergoedingen voor het gebruik van de Aansluiting bestaan uit een eenmalige vergoeding en periodieke vergoedingen. Iedere wijziging van de Aansluiting aangevraagd door de Distributienetgebruiker en goedgekeurd door de Distributienetbeheerder kan leiden
Versie van 31 juli 2006
Reglement Aansluiting LS
5/14
tot het verschuldigd zijn van een bijkomende eenmalige vergoeding en/of een aanpassing van de periodieke vergoedingen. 9.2.
De vergoedingen zullen voldoen aan het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven voor de Aansluiting op de Distributienetten en het gebruik ervan, de ondersteunende diensten geleverd door de beheerders van de netten en inzake de boekhouding van de beheerders van de Distributienetten voor elektriciteit.
9.3.
De Distributienetbeheerder heeft het recht de eenmalige vergoeding op te vragen vóór de realisatie van de Aansluiting. Het betaald zijn van die eenmalige vergoeding is een noodzakelijke maar géén voldoende voorwaarde voor de Indienststelling van de Aansluiting.
9.4.
Het betalen van de eenmalige vergoeding geeft de Distributienetgebruiker een gebruiksrecht op de Aansluiting conform het Technisch Reglement, maar heeft niet tot gevolg dat hij hierdoor de eigendom verwerft op het gedeelte van de Aansluiting waarop de vergoeding betrekking heeft.
9.5.
De periodieke vergoedingen zijn (maandelijks/trimestrieel/halfjaarlijks) betaalbaar volgens de betalingsvoorwaarden van de Distributienetbeheerder en worden ofwel door de Distributienetbeheerder aangerekend ofwel via de Leverancier van de Distributienetgebruiker.
9.6.
De bedragen van de vergoedingen kunnen op eenvoudige vraag bij de Distributienetbeheerder bekomen worden of geconsulteerd worden op de website van de Distributienetbeheerder.
9.7.
De eenmalige kosten blijven verschuldigd, ongeacht de Distributienetgebruiker eenzijdig beslist af te zien van de Aansluiting tijdens de uitvoeringsfase. Die kosten staan los van eventuele bijkomende schadevergoedingen.
Artikel 10: Betalingen 10.1.
De facturen zijn betaalbaar binnen de 15 kalenderdagen na ontvangst. De ontvangstdatum wordt verondersteld 3 kalenderdagen te zijn na de verzenddatum. De financiële rekening van de Distributienetbeheerder moet binnen deze termijn gecrediteerd zijn en dit in de munt van rekening, onafhankelijk van de munt waarin de betalingsopdracht werd gegeven.
10.2.
Indien de financiële rekening van de Distributienetbeheerder niet binnen de termijn gesteld in punt 1 gecrediteerd is, kan de Distributienetbeheerder de Distributienetgebruiker met een aangetekende brief in gebreke stellen. Is de financiële rekening van de Distributienetbeheerder niet gecrediteerd binnen de 14 dagen na de postdatum (poststempel geldt als bewijs) van de aangetekende ingebrekestelling, dan heeft de Distributienetbeheerder het recht om tot Buitendienststelling van de Aansluiting over te gaan, behalve indien voldaan is aan de voorwaarden voorzien in het Besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 2003 en de aanpassingen van dit Besluit met betrekking tot de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteitsmarkt. De kosten voor het buiten dienst stellen en het opnieuw in dienst stellen van de Aansluiting alsook de administratieve kosten hiermee verbonden (zoals onder andere de kosten van ingebrekestelling) vallen ten laste van de Distributienetgebruiker.
Versie van 31 juli 2006
Reglement Aansluiting LS
6/14
10.3.
De Distributienetbeheerder heeft het recht nalatigheidsinteresten te vorderen berekend op EURIBOR op één jaar verhoogd met 2 % die pro rata temporis betaalbaar zullen zijn voor het aantal dagen gelegen vanaf de uiterste betaaldatum van de factuur tot het tijdstip waarop de volledige betaling is uitgevoerd. Het aanrekenen van verwijlinteresten gebeurt zonder verdere verwittiging en eenvoudig op grond van niet-betaling.
10.4.
Indien de Distributienetgebruiker van mening is dat door een vergissing één of meerdere verbeteringen aan de factuur moeten aangebracht worden, moet hij met de Distributienetbeheerder contact opnemen vóór de uiterste betaaldatum van de factuur, waarna de Distributienetbeheerder en de Distributienetgebruiker tot een vergelijk zullen komen. Indien een vergissing in de facturering ontdekt wordt na de betaling van een factuur, zullen de Distributienetbeheerder en de Distributienetgebruiker overleg plegen om tot een vergelijk te komen. De rechtzetting is mogelijk tot 12 (twaalf) maanden na de uiterste betalingsdatum van de te verbeteren factuur.
10.5.
In geval van bedrog of fraude en onrechtmatig afgenomen energie door de Distributienetgebruiker, alsook in de gevallen waarbij gedurende beperkte duur een afname gebeurt zonder geldig leveringscontract, zal de Distributienetbeheerder aan de Distributienetgebruiker of in voorkomend geval aan de Eigenaar de energie aanrekenen en het distributienettarief evenals de vergoeding bij eventuele schade aan de meetinstallatie en/of de Aansluiting. Bovendien zal een forfaitair bedrag aangerekend worden voor de administratieve inningskosten en voor de herindienststelling. De Indienststelling van de Aansluiting zal slechts gebeuren indien aan alle voorwaarden voldaan is (zoals onder meer de aanduiding van een Leverancier).
Artikel 11: Bekendmakingswijze Alle correspondentie en uitwisseling van gegevens tussen de Distributienetbeheerder en de Distributienetgebruiker en/of de Eigenaar in uitvoering van onderhavig Reglement, geschieden conform de bepalingen van het Technisch Reglement.
Artikel 12: Contactadressen Zie bijlage 2 aan het onderhavig Reglement.
Artikel 13: Confidentialiteit De bepalingen in het Technisch Reglement inzake confidentialiteit zijn mede van toepassing op de gegevens die de Distributienetbeheerder en de Distributienetgebruiker uit hoofde van onderhavig Reglement onderling uitwisselen.
Artikel 14: Aansprakelijkheid 14.1.
Variaties in spanning en frequentie
Versie van 31 juli 2006
Reglement Aansluiting LS
7/14
Variaties in spanning en frequentie kunnen niet worden voorkomen, evenmin als storingen die onvermijdelijk zijn (zoals micro-onderbrekingen en spanningsdips) gegeven de structuur van het elektriciteitsnet, de stand van de techniek en wat men redelijkerwijze van de Distributienetbeheerder mag verwachten met verwijzing naar de norm NBN EN 50160 (spanningskarakteristieken van de openbare elektriciteitsnetten), zoals voorzien in het Technisch Reglement. De Distributienetbeheerder kan dan ook niet instaan voor schade als gevolg van dergelijke verschijnselen, wanneer deze zich voordoen zonder overschrijding van de norm NBN EN 50160, en dit ongeacht de oorzaak ervan. Wanneer bij variaties in spanning en frequentie en/of storingen de norm NBN EN 50160 zou worden overschreden, heeft de Distributienetgebruiker recht op schadevergoeding als deze het rechtstreekse gevolg zijn van een fout van de Distributienetbeheerder, en dit overeenkomstig de hiernavolgende bepalingen. De Distributienetgebruiker die gebruik maakt van installaties en/of toestellen die gevoelig zijn voor storingen en variaties in spanning en frequentie, zoals hierboven bepaald, zorgt ervoor dat zijn installaties hiertegen beveiligd worden. Teneinde zijn recht op schadevergoeding te vrijwaren, zal de Distributienetgebruiker uitsluitend installaties en/of toestellen gebruiken overeenkomstig de geldende Europese normering. 14.2.
Aansprakelijkheidsregeling
14.2.1. Schade aan zaken gebruikt voor privé-doeleinden De Distributienetbeheerder is uitsluitend aansprakelijk voor de door de Distributienetgebruiker geleden rechtstreekse materiële schade aan zaken gebruikt voor privédoeleinden, wanneer is aangetoond dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van een aan de Distributienetbeheerder toerekenbare fout. Bijgevolg is de Distributienetbeheerder niet aansprakelijk voor schade als gevolg van een gebrek in de zaak tenzij wordt aangetoond dat het gebrek te wijten is aan een fout van de Distributienetbeheerder. Met betrekking tot het verzegelde gedeelte van de aansluiting dat zich bevindt in het betrokken vastgoed van de Distributienetgebruiker, draagt de Distributienetbeheerder evenwel de bewijslast om aan te tonen dat het gebrek, het defect of de storing buiten zijn fout/ nalatigheid werd veroorzaakt. Met betrekking tot schade als gevolg van een gebrek, defect of storing aan de nulgeleider, draagt de Distributienetbeheerder eveneens de bewijslast om aan te tonen dat dit gebrek, defect of storing buiten zijn fout/nalatigheid werd veroorzaakt. Voor schade aan zaken gebruikt voor privé-doeleinden is de aansprakelijkheid van de Distributienetbeheerder als volgt geregeld: a) in geval van bedrog, opzet of zware fout/nalatigheid, stelt de Distributienetbeheerder de Distributienetgebruiker volledig (niet-forfaitair) schadeloos; b) In geval van gewone fout/nalatigheid stelt de Distributienetbeheerder de Distributienetgebruiker volledig schadeloos onder aftrek van een vrijstelling van 250€ per benadeelde Distributienetgebruiker.
Versie van 31 juli 2006
Reglement Aansluiting LS
8/14
c) De maximale vergoeding van de door de Distributienetgebruiker geleden rechtstreekse materiële schade aan zaken gebruikt voor privé-doeleinden, wordt in ieder geval beperkt tot het bedrag van maximum € 625.000 en dit voor het geheel van de vorderingen van de Distributienetgebruiker en derden die in hun geheel of hoofdzakelijk gesteund zijn op een zelfde vastgestelde oorzaak. In voorkomend geval zullen de vorderingen van de Distributienetgebruiker naar evenredigheid worden voldaan.
De Distributienetbeheerder is volledig aansprakelijk voor lichamelijke schade en/of overlijden, waarvan is aangetoond dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van een aan de Distributienetbeheerder toerekenbare fout.
14.2.2. Schade aan zaken gebruikt voor andere dan privé-doeleinden Met inachtneming van de hierna genoemde regels, is de Distributienetbeheerder aansprakelijk voor de door de Distributienetgebruiker geleden schade aan zaken gebruikt voor andere dan privé-doeleinden wanneer is aangetoond dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van een aan de Distributienetbeheerder toerekenbare fout. Bijgevolg is de Distributienetbeheerder niet aansprakelijk voor schade als gevolg van een gebrek in de zaak tenzij wordt aangetoond dat het gebrek te wijten is aan een fout van de Distributienetbeheerder. Met betrekking tot het verzegelde gedeelte van de aansluiting dat zich bevindt in het betrokken vastgoed van de Distributienetgebruiker, draagt de Distributienetbeheerder evenwel de bewijslast om aan te tonen dat het gebrek, het defect of de storing buiten zijn fout/ nalatigheid werd veroorzaakt. Met betrekking tot schade als gevolg van een gebrek, defect of storing aan de nulgeleider, draagt de Distributienetbeheerder eveneens de bewijslast om aan te tonen dat dit gebrek, defect of storing buiten zijn fout/nalatigheid werd veroorzaakt. Voor de rechtstreekse materiële schade aan zaken gebruikt voor andere dan privédoeleinden, wordt de vergoeding van de schade als volgt voorzien: a) In geval van bedrog, opzet, zware fout/nalatigheid, stelt de Distributienetbeheerder de Distributienetgebruiker volledig (niet-forfaitair) schadeloos; b) In geval van gewone fout/nalatigheid is de aansprakelijkheid van de Distributienetbeheerder beperkt tot het forfaitair bedrag zoals nader bepaald in Bijlage 1, en dit onder aftrek van een vrijstelling van 250€ per benadeelde Distributienetgebruiker. Voor alle andere door de Distributienetgebruiker aangetoonde schade in het kader van activiteiten andere dan privé (onrechtstreekse of immateriële schade) en behoudens in geval van bedrog of opzet, gaat de Distributienetbeheerder uitsluitend over tot betaling van een schadevergoeding wanneer zich een stroomonderbreking voordoet die meer dan vier uren bedraagt en die het rechtstreeks gevolg is van een aan de Distributienetbeheerder toerekenbare fout. In voorkomend geval is het bedrag van de schadevergoeding in ieder geval beperkt tot het forfaitair bedrag van 100 € per benadeelde Distributienetgebruiker. De maximale vergoeding van de door de Distributienetgebruiker geleden schade (rechtstreekse materiële, onrechtstreekse of immateriële schade) aan zaken gebruikt voor andere dan privé-doeleinden, wordt in ieder geval beperkt tot het bedrag van maximum €
Versie van 31 juli 2006
Reglement Aansluiting LS
9/14
625.000 en dit voor het geheel van de vorderingen van de Distributienetgebruiker en derden die in hun geheel of hoofdzakelijk gesteund zijn op een zelfde vastgestelde oorzaak. In voorkomend geval zullen de vorderingen van de Distributienetgebruiker naar evenredigheid worden voldaan. De Distributienetbeheerder is volledig aansprakelijk voor lichamelijke schade en/of overlijden, waarvan is aangetoond dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van een aan de Distributienetbeheerder toerekenbare fout. 14.3.
Schade t.g.v. werkzaamheden aan de Aansluiting of schade aan de Aansluiting door de Distributienetgebruiker Aangezien de Distributienetbeheerder zich dient te gedragen als zorgvuldig exploitant bij het uitvoeren van werkzaamheden, is de Distributienetbeheerder ten opzichte van de Distributienetgebruiker of van de Eigenaar van het betrokken vastgoed aansprakelijk voor de rechtstreekse materiële en/of lichamelijke schade veroorzaakt door zijn fout ter gelegenheid van werken aan de aansluiting, en dit ongeacht de overige bepalingen van dit artikel 14. De Distributienetgebruiker of de Eigenaar van het vastgoed, als bewaarder van de installaties, is ten overstaan van de Distributienetbeheerder gehouden tot vergoeding van alle rechtstreekse materiële schade aan enige voorziening aangebracht door de Distributienetbeheerder in, aan, op, onder of boven het perceel ten behoeve van de Aansluiting of het Distributienet, tenzij de schade hem dan wel de personen voor wie hij aansprakelijk is niet kan worden aangerekend. Voor schade die door middel van de installaties van de Distributienetgebruiker of de Eigenaar van het vastgoed wordt aangericht t.a.v. derden draagt enkel deze Distributienetgebruiker of Eigenaar van het vastgoed de volledige verantwoordelijkheid, tenzij de schade hem dan wel de personen voor wie hij aansprakelijk is niet kan worden aangerekend.
14.4.
Kennisgeving van aanspraak op schadevergoeding Indien de Distributienetgebruiker of de Eigenaar van het gebouw een vordering tot schadevergoeding wil indienen, is deze gehouden de schade en de motivatie ervan bij middel van een (aangetekende) brief ter kennis te brengen aan de Distributienetbeheerder, binnen de 90 kalenderdagen volgend op het zich voordoen van de feiten die eraan ten grondslag liggen, behalve indien de Distributienetgebruiker of de Eigenaar van het gebouw zich in de onmogelijkheid bevindt zijn vordering binnen deze termijn voor te leggen. Omgekeerd heeft de Distributienetbeheerder eveneens 90 kalenderdagen, te rekenen vanaf kennisname van de schade en de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon, om een vordering tot schadevergoeding in te dienen. De Distributienetbeheerder maakt een objectief verslag op van de feiten. Op eenvoudig verzoek wordt dit verslag toegestuurd aan de Distributienetgebruiker. Indien de Distributienetbeheerder op basis hiervan vaststelt dat de aansprakelijkheid van de Distributienetbeheerder in het gedrang komt, verzoekt hij de Distributienetgebruiker naar een kostenraming van zijn schade. Op basis hiervan en rekening houdend met het bedrag van de eventuele schadevergoeding voorzien in onderhavig Reglement, zal de Distributienetbeheerder het dossier al dan niet overmaken aan zijn verzekeraar. De Distributienetbeheerder of zijn verzekeraar informeert de Distributienetgebruiker. Indien de Distributienetbeheerder vaststelt dat de schade van de Distributienetgebruiker werd veroorzaakt door de Leverancier of Evenwichtsverantwoordelijke of door een andere netbeheerder, dan zal de Distributienetbeheerder de Distributienetgebruiker in de
Versie van 31 juli 2006
Reglement Aansluiting LS
10/14
eerste twee gevallen doorverwijzen naar de Leverancier, en in het laatste geval de zaak zelf afhandelen met de Distributienetgebruiker. 14.5.
Verzekeringen Met uitzondering van de residentiële Distributienetgebruiker verbindt de Distributienetgebruiker zich ertoe de aansprakelijkheidsbeperkingen ter kennis te geven aan zijn verzekeraar, en voor al zijn risico’s de nodige verzekeringen te voorzien. Bijgevolg zal (zullen) de verzekering(en) afgesloten door de Distributienetgebruiker uitdrukkelijk vermelden dat de verzekeraar afziet van alle aanspraken of vorderingen tot vergoeding van schade tegenover de Distributienetbeheerder die de in dit artikel 14 voorziene aansprakelijkheidsregeling overschrijden.
14.6.
Relatie Distributienetbeheerder – Leverancier De aansprakelijkheden ten opzichte van de Leverancier worden geregeld in het toegangsreglement.
14.7.
Overmacht 1. In gevallen van overmacht en noodsituatie zoals omschreven in het Technisch Reglement en onderhavig Reglement zal de Distributienetbeheerder ingrijpen zoals voorzien in het Technisch Reglement. De opschorting van verplichtingen geschiedt conform het Technisch Reglement. 2. Aanvullend bij de gevallen gedefinieerd in het Technisch Reglement als noodsituatie en overmacht en onverminderd de bepalingen van artikel 14.7 worden ondermeer als gevallen van overmacht beschouwd: • • • • • • •
• •
•
een al dan niet verklaarde staat van oorlog, een oorlogsdreiging, een invasie, een gewapend conflict, een blokkade; een revolutie, een opstand, een oproer, een manifestatie of elke andere volksbeweging; een radioactieve of chemische besmetting of ioniserende stralingen en de gevolgen ervan; wind, droogte, regens van ongewone intensiteit of duur, de ophoping van sneeuw of ijs, of andere uitzonderlijke klimatologische omstandigheden, of het gebrek aan water ten gevolge van meteorologische of milieuproblemen; stakingen, lock-outs, walk-outs of elk ander arbeidsconflict; beperkingen opgelegd door een overheid, andere dan de Distributienetbeheerder of wetgeving; onvoorzienbare onbeschikbaarheden van de uitrustingen of installaties die eigendom zijn of onder het beheer staan van één van de betrokken partijen voor zover deze gebeurtenissen niet konden vermeden worden door toepassing van de regels van de kunst; onderbrekingen veroorzaakt door derden; de periodieke of permanente onmogelijkheid voor het Distributienet om de geproduceerde of op het Distributienet te brengen elektriciteit te ontvangen of de onmogelijkheid om via het Distributienet elektriciteit te leveren voor zover deze omstandigheid niet kon vermeden worden door toepassing van de regels van de kunst; ernstige ongevallen van personen.
3. Niettegenstaande wat voorafgaat,
Versie van 31 juli 2006
Reglement Aansluiting LS
11/14
• •
•
14.8.
zal de niet-uitvoering van een verplichting die had moeten uitgevoerd worden vóór het geval van overmacht niet worden verontschuldigd; brengt, van zodra dit redelijkerwijze mogelijk is, de in gebreke blijvende betrokken partij de andere betrokken partijen op de hoogte over de redenen voor de niet-uitvoering van haar verplichting en de verwachte duur van de overmacht; levert de in gebreke blijvende betrokken partij alle redelijke inspanningen om zo snel mogelijk een einde te maken aan de onmogelijkheid om haar verplichtingen uit te voeren.
Onvoorziene omstandigheden In omstandigheden die niet door dit Reglement voorzien zijn of in situaties van hoogdringendheid, beslist de Distributienetbeheerder over de te volgen gedragslijn en onderneemt zij desnoods de nodige stappen om deze omstandigheden en situaties te verhelpen. Deze beslissingen verbinden alle betrokken partijen.
Artikel 15: Toepasselijk recht 15.1.
Onderhavig Reglement wordt beheerst door het Belgische recht.
15.2.
Zonder afbreuk te doen aan artikel 731 lid 2 van het Gerechtelijk Wetboek, doen de Distributienetbeheerder en de Distributienetgebruiker tussen wie een geschil of conflict bestaat met betrekking tot onderhavig Reglement alles wat redelijkerwijze in hun macht ligt om dit geschil of conflict, binnen een termijn van 14 dagen, op minnelijke wijze te regelen.
15.3.
In geval het geschil niet op minnelijke wijze wordt geregeld binnen een termijn van 14 dagen, zijn de rechtbanken van de plaats waar de zetel van de Distributienetbeheerder gevestigd is bevoegd.
Versie van 31 juli 2006
Reglement Aansluiting LS
12/14
Bijlage 1 : Bepaling van de forfaitaire schadevergoeding •
De forfaitaire vergoeding voor de rechtstreekse materiële schade (aan zaken gebruikt voor andere dan privé-doeleinden) van de Distributienetgebruiker ingevolge een gewone fout of nalatigheid van de Distributienetbeheerder wordt als volgt berekend ingeval er zich een stroomonderbreking voordoet: V = a1 x P x t waarbij :
V a1 P
t
•
= vergoeding in € (Vmin = € 250,00 en Vmax = € 625.000,00) = vergoedingscoëfficiënt = 1,40 €/kWh = ingeval van piekmeting, het piekvermogen in kW = ingeval geen piekmeting, fictief vermogen in kW = SJV (standaard jaarverbruik in kWh) / (benuttiging) = aantal uren onderbreking, in h
De forfaitaire vergoeding voor de rechtstreekse materiële schade (aan zaken gebruikt voor andere dan privé-doeleinden) van de Distributienetgebruiker ingevolge een gewone fout of nalatigheid van de Distributienetbeheerder wordt als volgt berekend ingeval er zich geen stroomonderbreking voordoet: V = a2 x P waarbij :
Versie van 31 juli 2006
V a2 P
= vergoeding, in € (Vmin = € 250,00 en Vmax = € 625.000,00) = vergoedingscoëfficiënt = 2,80 €/kW = ingeval van piekmeting, het piekvermogen, in kW = ingeval geen piekmeting, fictief vermogen, in kW = SJV (standaard jaarverbruik in kWh) / (benuttiging)
Reglement Aansluiting LS
13/14
Bijlage 2 : Contactadressen AGEM Markt 1 (tot 20 november 2006) Industrieweg 3 (vanaf 20 november 2006) 2330 Merksplas Tijdens kantooruren AGEM: T.: 014 63 94 60 F.: 014 63 94 61 Na kantooruren: Storingsnummer T.: 014 63 50 20
Versie van 31 juli 2006
Reglement Aansluiting LS
14/14