Regionale videoles in opkomst Augmented reality verbreedt je belevingswereld Laptops in de klas VO zomer 2010
Een QR code! Wat is dat? Kijk snel op de achterpagina
VO zomer 2010
Frans Schouwenburg, Sectormanager vo
In deze uitgave 2 Column Frans Schouwenburg 3 Digitaal onderwijs: de waarde van weblectures 4 Architectuurmodel onthult hiaten en helpt bij ict-beleid 5 Leraar presteert beter door ict
6 Zelfstandig leren met ict “Met 3Dprinting maak je abstracte lesstof inzichtelijk”
7 Regionale videoles in opkomst 8 De wereld van morgen / De school van morgen
10 Augmented Reality verbreedt je belevingswereld
11 Van pionier naar ict-innovator: dertig
Inspiratie Pas zag ik twee filmpjes met een prachtige boodschap waarmee ik u net voor de vakantie nog wil inspireren. Het eerste filmpje (www.youtube.com/watch?v=pT4EbM7dCMs) gaat over een meisje van tweeënhalf die een nieuw speeltje in haar handen gedrukt krijgt. Een iPad. Zonder remmingen weet ze binnen anderhalve minuut hoe ze moet bladeren, programma’s starten en weer sluiten, tekenen, typen en is ze bezig met een spelletje waarin ze letters neerlegt die woorden vormen bij plaatjes. Volslagen vanzelfsprekend! Ze heeft er net zoveel lol mee als met haar poppenhuis, waarmee ze ongetwijfeld daarna weer verder gaat spelen. In het tweede filmpje (www.mediawijzer.net/?q=professionals/ nieuws/mediawijze-oma-mimi ) wordt de oma van 100 van de directeur van de bibliotheek in Delft geportretteerd. Inmiddels is ze overleden maar des te krachtiger komt haar boodschap door! Eerst zie je haar met een rollator naar de voordeur sloffen en met de traagheid van die leeftijd wordt ook het gesprek gevoerd. Ze vertelt dat ze in haar leven al verschillende grote innovaties heeft meegemaakt. Eerst de auto en toen een grammofoon die in huis een groot feest veroorzaakte. Het digitale tijdperk vindt ze fantastisch! “Het maakt communiceren zoveel makkelijker en brengt de wereld dichtbij.” Ze vertelt over haar grootmoeder, die alleen maar in de serre zat en handwerkte. Zij had dolgraag meer van de wereld willen weten en zien, maar het ontbrak haar aan de middelen hiertoe. Vol trots laat ze haar laptop zien. “Ik speel vaak spelletjes.” Verder heeft ze al honderden e-mails verstuurd. De belangrijkste boodschap die zij ons geeft is dat we de plicht hebben om te weten en aan onze jongere generatie uit te leggen hoe al die moderne media in elkaar steken. De kans op bewuste en onbewuste beïnvloeding is zo groot.
jaar computers in het onderwijs
12 Uitdagingen onderwijs aangaan met ict tijdens Summer Schools
13 Docenten vertrouwd maken met hun digitale werkplaats
14 Laptops in de klas 14 Nieuws
In uw klas heeft u te maken met de vraag welke mooie gadgets en instrumenten die in hoog tempo geïntroduceerd worden bruikbaar zijn. U zit waarschijnlijk ergens tussen de onbe vangenheid van het meisje van tweeënhalf en de wijsheid van oma Mimi. Hun waarschuwing is om niet te negeren en weg te drukken, maar om te omarmen, met de nodige voorzichtigheid. Dit nummer van inDruk gaat daarover. We wensen u veel inspiratie en een fijne zomer! Frans Schouwenburg Sectormanager vo
inDruk VO zomer 2010
Digitaal onderwijs: de waarde van weblessen Multimedia worden steeds belangrijker in het onderwijs. Eén daarvan is het aanbieden van weblessen: een opname van bijvoorbeeld een college, presentatie, een lezing of een workshop, die bekeken kan worden in een webbrowser. InDruk sprak met Madelief Keyser, programmamanager van het SURFnet/ Kennisnet Innovatieprogramma.
“Multimedia is een verzamelnaam voor audio, video en ander digitaal (presentatie)materiaal dat gecombineerd wordt en gesynchroniseerd afgespeeld kan worden,” vertelt Madelief Keyser. “Een webles is slechts één multimedia-toepassing.”
Didactische meerwaarde Het hoger onderwijs maakt al regelmatig gebruik van weblessen, maar het vo nog niet. Jammer, want de didactische meerwaarde is groot. Zo biedt een webles leerlingen veel flexibiliteit, zowel in tijd als plaats. Leer lingen kunnen een webles op elk gewenst moment en op elke plek bekijken, zo vaak als nodig is om de leerstof te begrijpen. En voor leerlingen die ziek zijn is het ideaal. Met de weblessen kunnen ze voorkomen dat ze achterop raken.
Toekomstige ontwikkelingen Een volgende stap bij weblessen is het gebruik van volgcamera’s. “De docent hoeft dan niet binnen het frame van de camera te blijven en kan dynamischer les geven,” legt Keyser uit. “Ook willen we weblessen gaan inzetten bij leerachterstanden. Leerlingen krijgen dan een webles toegespitst op hun individuele situatie, iets wat de onderwijskwaliteit ten goede komt. En daar is het om te doen: beter onderwijs door het inzetten van de ict-mogelijkheden.”
Een webles is ook uitermate geschikt om specialismen van docenten te benutten
Een webles is ook uitermate geschikt om specialismen van docenten te benutten. “Omdat de webles herbruikbaar is voor meerdere klassen en meerdere jaren, kunnen docenten efficiënter kennis delen en tijdwinst boeken,” aldus Keyser. “Hierdoor houden ze veel meer tijd over voor persoonlijke begeleiding,” Daarnaast kunnen onderwijsinstellingen hun weblessen onderling uit wisselen, waardoor ze van elkaars expertise kunnen leren.
Grammaticales Zeer geschikt voor een webles is basisstof als grammatica. Als een docent één goede webles maakt met grammatica regels, kan hij die breed inzetten, in meerdere klassen en meerdere jaren. Leerlingen leren zo heel efficiënt de basis van een taal. Een ander voorbeeld is het opnemen van praktijkproeven bij de exacte vakken. Door deze op te nemen kan een leerling thuis nog eens rustig nakijken hoe de proef ook al weer in z’n werk ging.
Meer informatie? Wilt u meer informatie over multimedia of weblessen? Surf dan eens naar onderstaande weblinks. www.surfnetkennisnetproject.nl/resultaten/rich_media www.hetlerenvandetoekomst.nl www.hetlerenvandetoekomst.nl/indepraktijk/recording-box
inDruk VO zomer 2010
Architectuurmodel onthult hiaten en helpt bij ict-beleid Het meerjaren ict-beleidsplan 2010-2014 van Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) moet leiden tot meer integratie, koppeling en afstemming van ict-voorzieningen. Een architectuurmodel heeft geholpen om de witte vlekken in het ict-beleid scherper in beeld te krijgen en in te vullen.
“Nog te vaak werd per proces of bij iedere bottleneck niet integraal en ad hoc een beslissing genomen”, zegt Pascal Marcelis, beleidsmedewerker ict bij OMO. Als knelpunten noemt hij ook ‘eilandautomatisering’ en onvoldoende zicht op kosten en opbrengsten.
Bewustwording Het ‘architectuurmodel’ dat OMO gebruikt, maakt een gestructureerde aanpak van ict mogelijk. Het model bestaat uit vier lagen: bovenaan ‘visie/beleid’, met daaronder ‘processen’, ‘informatie’ en ‘techniek’. Dwars erop drie verticale balken: ‘gebruik’, ‘beheer’ en ‘beveiliging’. “Hiermee krijg je bewustwording. Je maakt inzichtelijk welke componenten invloed hebben op beslissingen rond ict, welke processen een rol spelen en hoe ze zich tot elkaar verhouden”, zegt Marcelis. “Te vaak begint het nog onderaan. Dan wordt bij het aflopen van een contract op het laatste moment besloten ‘we moeten dat pakket hebben’. Maar je kunt niet besluiten als je geen zakelijke afweging maakt, kritische succesfactoren vaststelt en die continu evalueert. Een pakket kan op het moment van aanbesteding veel potentie hebben, maar wat als je je doelen niet haalt? Als je heldere borgpunten hebt, kun je op zo’n moment besluiten niet langer te investeren en een andere route kiezen.” Het model kan ook dienen als checklist om ict-activiteiten integraal aan te pakken.
Toegevoegde waarde Om die integrale benadering te borgen, draagvlak te creëren en te voorkomen dat geledingen los van elkaar opereren, stelt OMO een stuurgroep in voor alle activiteiten die een ict-component hebben. “Zo kunnen we bewust kiezen op welk niveau we iets oppakken.” Als adviseur van de raad van bestuur beweegt Marcelis zich vooral op het strategische en tactische niveau, waar hij zoekt naar collectieve voordelen. “Als het om onderwijs gaat zijn de scholen autonoom, daar ligt hun onder scheidend vermogen.” In de praktijk worden met name de processen van de personeels-, salaris- en financiële administratie collectief ondersteund. “Ook de leerlingen administratie wel, al is dat een grijs gebied omdat het dicht tegen het onderwijsproces aan ligt. De collectieve afspraken op het gebied van ict zijn bij ons vastgelegd in ict-standaarden voor beheer, infrastructuur, hardware en software. Wij zoeken altijd naar een toegevoegde waarde, qua kosten of kennis, zodat zoveel mogelijk capaciteit naar het primaire proces gaat.”
inDruk VO zomer 2010
Leraar presteert beter door ict Ict kan in het onderwijs een belangrijke bijdrage leveren aan betere leerresultaten en leraren een aanzienlijke tijdsbesparing opleveren. Dat is de uitkomst van het tweejarig onderzoeksprogramma ‘Leren met meer effect’. Tien middelbare scholen voerden twee jaar lang experimenten met ict uit waarvan zij zelf dachten dat deze een meerwaarde zouden betekenen voor hun onderwijs.
Hogere leerprestaties Het Kohnstamm Instituut onderzocht in opdracht van Kennisnet twee jaar lang de effecten van de inzet van ict op zowel leerlingen, leraren als de scholen in zijn geheel. Tien middelbare scholen kregen onder wijs met behulp van innovatieve onderwijsmethoden waaronder educatieve software, ict middelen, e-coaches, online studiewijzers en digiborden. Een controlegroep ontving het gebruikelijke onderwijs. Een van de experimenten toont aan dat leerlingen die wiskunde met behulp van ict krijgen beter presteren dan wiskundeleerlingen die op de traditionele manier les krijgen. Deze laatste groep raakte naargelang het jaar vorderde minder gemotiveerd en haalde lagere cijfers. Verder blijkt dat het gebruik van een digitaal schoolbord bijdraagt aan het plezier van leerlingen voor het vak wiskunde.
Efficiënter onderwijs Ook werd in het onderzoek de opbrengst van lesuren waarin leerlingen met of zonder computer werkten vergeleken. Uit een van de experimenten blijkt dat de invoering van drie tot zes zogenoemde ‘e-uren’ in het rooster de leerprestaties significant verbetert. Op een andere school oefenden leerlingen spelling en begrijpend lezen op de computer onder begeleiding van een onderwijsassistent. Deze leerlingen scoorden even goed als leerlingen die taalonderwijs van een docent kregen. Herhaling van het onderzoek bevestigde de bevinding dat bij een slimme inzet van ict, leerlingen dezelfde leerresultaten kunnen behalen met de helft van de docentenuren. Dit is een belangrijk inzicht in het licht van het huidige lerarentekort. Leraren zelf gaven aan dat ze in het ict-gesteunde onderwijs de
leerlingen meer op maat konden bedienen en meer aandacht aan de problemen van de individuele leerling konden besteden. Ook namen ze waar dat de leerlingen beter gingen plannen en meer overzicht hielden. Op scholen die werkten met een studieplanner of een ELO, raakten de ouders meer betrokken.
Mensenwerk Het onderzoek toont aan dat ict het onderwijs effectiever, efficiënter en aantrekkelijker kan maken. Toch zijn deze opbrengsten zelden exclusief toe te schrijven aan digitaal leermateriaal en een sterke ict-infrastructuur. Ook ‘menselijke’ randvoorwaarden zijn van invloed, zoals de deskundigheid van de docent en de visie van de school leiding. De gebruikte onderzoeksmethode, waarbij de experimenten door de scholen zelf zijn vormgegeven, blijkt bovendien een positieve uitwerking te hebben op het werkplezier van leraren en op hun onderlinge samenwerking. Het onderwijs kan tegenwoordig gebruik maken van tal van nieuwe technologieën, maar in de praktijk blijkt dat de vernieuwing beperkt blijft tot een selecte groep scholen of in testsettings. Het creëren van goede randvoorwaarden voor effectief ict-gebruik is een complex proces dat hoge eisen stelt aan management, leraren en samen werkingspartners. Samenwerking, tussen de school als lerende organisatie, het management en leraren, levert een zeer belangrijke bijdrage aan professionalisering van ict in het onderwijs. Wilt u meer lezen? Bestel het onderzoek dan via onderzoek.kennisnet.nl.
inDruk VO zomer 2010
Zelfstandig leren met ict “Zo maak je abstracte lesstof inzichtelijk”
E-readers en RFID: technische gadgets en toepassingen overspoelen de markt. Maar zijn deze technieken ook toepasbaar in het onderwijs? Ict-coördinator Jan Koekkoek van de Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen weegt de (on)mogelijkheden van ict in het onderwijs.
Elektronisch studieboek
Moleculen printen
Zelfstandig werken speelt een centrale rol in het onderwijs. Dat betekent dat leerlingen altijd en overal moeten kunnen beschikken over hun studiemateriaal. De e-reader biedt uitkomst. Dit draagbare apparaat is speciaal ontwikkeld voor het lezen van digitale boeken. Het maakt gebruik van een scherm met elektronische inkt, waardoor het geen licht geeft en rustig is voor de ogen. Leerlingen kunnen op de e-reader hun studieboeken downloaden. En ook docenten profiteren, meent Koekkoek. “Waar leerkrachten voorheen gebonden waren aan complete lesmethoden, kunnen ze nu zelf hoofdstukken uit verschillende boeken samenvoegen tot een nieuwe lesmethode.”
Naast het stimuleren van zelfstandig werken kan ict docenten helpen om abstracte lesstof inzichtelijk te maken, bijvoorbeeld met 3D-printing. Koekkoek: “Voor docenten is het vaak een hele opgave om ongrijpbare zaken als een molecuul uit te leggen. Bij 3D-printing bouwen leerlingen zelf digitaal een molecuul na. Vervolgens bouwt de 3D-printer het ontwerp laag voor laag op tot een ruimtelijke vorm. Daardoor wordt de molecuul letterlijk tastbaar en daarmee begrijpelijker.”
Cloud computing Steeds meer vakken vereisen het gebruik van computersoftware, zoals rekenprogramma’s voor wiskunde of natuurkunde. “Vaak kunnen leerlingen alleen op school met deze programma’s werken en dan ook nog op een beperkt aantal computers in verband met dure licenties”, legt Koekkoek uit. Bij cloud computing plaatst de school alle benodigde computerprogramma’s op een centrale server. Leerlingen kunnen via een internet verbinding inloggen en op de server werken. “Handig, want ze kunnen dus ook thuis opdrachten maken. En omdat er maar één licentie nodig is, krijgen docenten eerder toestemming om software aan te schaffen.”
Toekomstmuziek Hoewel deze technieken stuk voor stuk een toegevoegde waarde hebben voor het onderwijs, duurt het volgens Koekkoek nog wel even voor ze overal geïmplementeerd zijn. “Deze technieken zijn vooralsnog vrij kostbaar. Zodra die horde genomen is, ben ik ervan overtuigd dat iedere school er gebruik van zal maken.”
Leren met ‘tags’ Ook in het taalonderwijs kan ict het zelfstandig leren bevorderen. Radio Frequency Identification (RFID) is volgens Koekkoek een goede methode om leerlingen woordjes te laten oefenen. “Bij RFID geeft de docent voorwerpen een ‘informatietag’. Dit is een digitaal label met bijvoorbeeld het Franse woord voor schaar: ciseaux. Leerlingen schrijven uit hun hoofd het woord op en controleren hun antwoord door met een scanner de RFIDgegevens van de schaar uit te lezen. Deze leermethode scheelt docenten veel tijd en is voor leerlingen een stuk interessanter dan bijvoorbeeld een dictee.”
Bartiméus, een organisatie voor mensen met een visuele beperking gebruikt RFID-tags in de biologieles. Alle organen in het menselijk lichaam hebben een tag, met audioinformatie over het betreffende orgaan. Dick Lunenborg: “Eerder waren de organen in braille genummerd. Leerlingen moesten de informatie die bij dat nummer hoorde, opzoeken in een brailleboek. Met RFIDtags leren ze veel sneller én zelfstandiger.”
inDruk VO zomer 2010
“Hoe kunnen we de problematiek van onder meer het lerarentekort oplossen? En dit in goede samenwerking met de concurrent?” Dat vroeg Benno Hams, docent aan het Bataafs Lyceum in Hengelo, zich af. Hij ontdekte dat interactieve videolessen daarvoor een uitstekend middel zijn. Dat vond ook de jury van de InnovatieImpuls Onderwijs, die het concept tot winnaar uitriep.
Regionale videoles in opkomst Tien kilometer verderop je vinger opsteken Knelpuntvakken “Ik hoorde steeds vaker dat scholen in de omgeving moeite hadden met de invulling van bepaalde vakken, zoals wiskunde D”, constateert Hams. “Sommige scholen hebben er niet de geschikte docent voor en andere hebben te weinig deelnemende leerlingen. We zijn toen gezamenlijk gaan nadenken hoe we dit regionaal kunnen oplossen. Videolessen bleken hiervoor een goede oplossing te zijn.”
Digitale interactie “Het gebeurt bijvoorbeeld dat twee scholen ieder maar vijf deelnemers hebben voor een bepaald vak. Videolessen helpen ons om deze lessen toch te kunnen geven, zonder dat leerlingen of docenten hiervoor hoeven te reizen”, zegt Hams. “De docent staat op de ene school fysiek voor de klas en via videobeelden kunnen leerlingen op andere scholen de les ook volgen. Als er vragen zijn? Dan steekt de leerling gewoon zijn vinger op. Via interactieve computerbeelden kan de leraar de leerling dan zijn vraag laten stellen.”
Benodigdheden “Het inrichten van videolessen is niet moeilijk”, vindt Hams. “Op het moment dat de les begint, zet de docent de camera aan en de beelden worden direct op de server opgeslagen. Zo hoeft de docent naderhand de opname ook niet meer te bewerken. Het enige dat geregeld moet worden, zijn smart boards en camera’s voor de lokalen waarin videolessen worden gegeven. En omdat we regionaal samenwerken, is het natuurlijk verstandig om het schoolexamen en de lesmethoden op elkaar af te stemmen.”
Grenzeloze mogelijkheden “Het gebruik van videolessen maakt het voor leerlingen gemakkelijker om lessen naar keuze te volgen”, vertelt Hams. Een bijkomend voordeel is dat docenten gemakkelijker van elkaar leren. “Ze kunnen aansluiten bij een videoles van een andere docent. Zo vergroten ook zij hun kennis”, legt Hams uit. “Maar wat misschien wel het grootste voordeel is: de samenwerking tussen rivaliserende scholen om samen problemen in het onderwijs op te lossen!”
inDruk VO zomer 2010
De wereld van morgen Trendwatcher Rob Creemers
“Over tien jaar is de wereld vergeven van de computers, die niet meer als zodanig herkenbaar zijn. Chips zijn dan ongelimiteerd krachtig. En alles wat via een breedbandverbinding kan worden gedaan, wordt naar Azië geoutsourcet.” Trendwatcher Rob Creemers windt er geen doekjes om; de wereld waarin de leerlingen van nu na school carrière maken, ziet er heel anders uit dan de wereld van vandaag. Een ontwikkeling waarop het onderwijs van nú moet inspelen, zegt Creemers. Bijblijven “Veel mensen denken dat het zo’n vaart niet loopt met de technologische ontwikkelingen”, zegt Creemers. “Maar ze vergeten dat bijvoorbeeld de capaciteit van microchips elke achttien maanden verdubbelt. En dat al zo’n veertig, vijftig jaar lang. Twaalf jaar geleden is een beroemd filmpje gemaakt van oud premier Wim Kok, die niet wist hoe hij een muis moest gebruiken. Hij richtte die als een afstandsbediening op de computer. Dat zegt iets over de plek die ict toen innam in de samenleving. De huidige premier gaat niet op stap zonder zijn BlackBerry.”
van de samenleving zich via softwareontwikkeling met het onderwijs gaat bezighouden. Maar het geeft ook allerlei nieuwe mogelijkheden voor slimme programmeurs binnen het onderwijs zelf.”
Any place any time “De volgende stap zijn volledig geïntegreerde multimediaapparaten, zoals de opvolgers van de iPad-achtigen”, vervolgt Creemers. “Die kunnen het onderwijs enorm verrijken. Dat zien uitgevers ook; die duiken erop. Een
Ict op zak Apparaten als de BlackBerry en de iPhone beginnen nu al gemeengoed te worden. “Dat zijn eigenlijk de eerste echte zakcomputers”, zegt Creemers. “Nu al heeft iedere leerling zo’n ding op zak. Bovendien wordt de groep mensen die zelf software ontwikkelt voor deze devices steeds groter. Ik kan me voorstellen dat een breder deel
“Nu al heeft iedere leerling een zakcomputer.”
inDruk VO zomer 2010
andere ontwikkeling is dat apparaten steeds interactiever worden. Bijvoorbeeld flatscreentelevisies met een breedbandaansluiting. Zo wordt videocommunicatie via de televisie heel normaal. Het is dan veel minder noodzakelijk om allemaal tegelijk in een klaslokaal te zijn, hoewel het sociale aspect van naar school gaan belangrijk zal blijven.”
Anders opgeleid Niet alleen de soft- en hardwareontwikkeling bepalen de trends, weet Creemers. De maatschappij van morgen vraagt ook om andere burgers. “We moeten in Nederland
doen waar we goed in zijn. Wat heeft het nog voor zin om computerprogrammeur te worden als in India een leger programmeurs voor een veel lager salaris in de startblokken staat? Wij moeten ons richten op innovatie, op het vinden van slimme verbanden tussen bestaande technologieën. En áls je iets met computers wilt doen, train dan je communicatievaardigheden, zodat je die programmeurs in Azië kunt vertellen wat onze behoeften zijn. Maar ik verwacht ook een herwaardering van het ambachtelijke handwerk. Onze fietsen worden weliswaar in China gemaakt, maar als er iets misgaat, heb ik híer een fietsenmaker nodig.”
De school van morgen Rector Lou Brouwers van het IJburg College
Het Amsterdamse IJburg College is klaar voor de toekomst. Met een laptop per twee leerlingen en een centrale plaats voor digitale leermiddelen in het onderwijsconcept. En natuurlijk leerkrachten die weten hoe ze innovaties kunnen gebruiken om hun onderwijs te versterken. “Want je ziet te vaak dat scholen de prachtigste ict-middelen binnenhalen, zonder dat de gebruikers weten hoe ze ermee moeten omgaan”, zegt rector Lou Brouwers.
Bijblijven “Technologische ontwikkelingen gaan razendsnel”, beseft Brouwers. “Als docent moet je voortdurend blijven innoveren, want je redt het niet meer op je routine. En dan heb ik het niet eens over de ict-middelen zelf, maar vooral over hoe je ze een plek geeft in het onderwijs. Het is nu bijvoorbeeld de trend om scholen vol te hangen met smartboards, maar in de praktijk zie ik dat docenten die gebruiken als een klassiek schoolbord. Daar zullen we beter mee moeten omgaan.”
Ict op zak “We nemen nu al steeds meer afstand van het naampje ‘computer’”, zegt Brouwers. “Ict in de school, dat zijn leerlingen die een iPhone of BlackBerry in hun zak hebben. Daarmee staan ze continu in verbinding met elkaar en de wereld. Aan ons de taak om uit te vinden hoe we dat gegeven kunnen inzetten in ons onderwijs proces. Dat betekent dat we flexibelere werkvormen moeten ontwikkelen. Het fenomeen ‘het staat in een boek en daar doen we vier jaar mee, totdat het is afgeschreven’
is echt voorbij. Leerlingen krijgen 24 uur per dag informatie binnen. Onze focus is erop gericht hoe ze ook echt iets leren van die informatie.”
Any place any time “Over een paar jaar schaffen wij iPads aan voor onze leerlingen”, vertelt Brouwers. “Met dat soort draagbare multimedia-apparaten worden leerlingen veel mobieler. In onze nieuwbouw maken de klassieke leslokalen plaats voor veel flexibelere werkplekken voor leerlingen. Om een simpel voorbeeld te geven: leerlingen nemen hun laptop nu al gewoon op schoot. Waarom zouden we dan overal nog tafels voor ze neerzetten?”
“Onze klassieke leslokalen maken plaats voor flexibelere werkplekken.” Anders opgeleid De nieuwe tijd vraagt ook om een andere vorm van burgerschap. Brouwers: “Leerlingen krijgen te maken met vergaande mondialisering. Daarom geven we versterkt talenonderwijs en leggen we heel veel contacten met buitenlandse scholen. Leerlingen uit verschillende landen werken virtueel samen. We werken ook vanaf de eerste klas met leren in de werkelijkheid, bijvoorbeeld door leerlingen te laten solliciteren bij een Engels bedrijf. Als afsluiting van dat project komen hier een dag lang medewerkers van een Engels bedrijf om sollicitatie gesprekken met hen te voeren. Zo realiseren leerlingen zich dat de arbeidsmarkt er straks heel anders uitziet.”
10
inDruk VO zomer 2010
Augmented Reality verbreedt je belevingswereld Onderwijs dáár waar het gebeurt Augmented reality: een techniek die de digitale wereld laat samensmelten met de realiteit. Deze jonge technologische ontwikkeling brengt online informatie dichterbij, waar je maar wilt. Met online applicaties als Wikitude is het bijvoorbeeld gemakkelijk om voor het buitenonderwijs speurtochten uit te zetten.
Wat is augmented reality? Augmented reality is een innovatieve technologie die het mogelijk maakt om extra informatie op te roepen over de plaats waar je de camera van je mobiele telefoon op richt. Een voorbeeld: een leerling is op zoek naar informatie over het oude stadhuis. Hij richt zijn camera op de plek waar dat stadhuis vroeger stond. Speciale software herkent de gpscoördinaten, die als trigger dienen voor extra informatie. Binnen enkele seconden wordt het oude stadhuis - op het scherm van de mobiel - virtueel in de omgeving geprojecteerd. Inclusief gegevens over de architectuurstijl en de geschiedenis van het gebouw.
Nieuwe onderwijswereld Deze technologie biedt allerlei interessante mogelijkheden voor het omgevingsonderwijs. Leerlingen kunnen óp locatie alles leren óver die locatie. De docent zet met behulp van een online applicatie boeiende en interactieve speurtochten uit. Met een mobiele telefoon met gps op zak gaan de leerlingen vervolgens op pad. De mogelijkheden zijn grenzeloos; voor alle lessen zijn creatieve opdrachten te bedenken. Over historische gebeurtenissen bij geschiedenis of over plantenweetjes bij biologie. Leerlingen ontdekken via hun mobiel een nieuwe wereld terwijl zij lesopdrachten uitvoeren.
downloaden vervolgens via een code de opdracht op hun gsm, gaan naar de locatie en voeren de opdracht uit. Na afloop versturen de leerlingen de resultaten met hun telefoon naar de docent. Probeer het zelf In het project ARena onderzoekt het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma in hoeverre buitenonderwijs met behulp van augmented reality een meerwaarde oplevert. De eerste pilots zijn opgezet en de mogelijkheden zijn veelbelovend. Augmented reality vult het ‘klassieke’ lesmateriaal aan en zorgt zo voor een verrijking van het lesaanbod. Probeer het zelf en ontdek hoe deze techniek bijna letterlijk de wereld van leerlingen én docenten verbreedt.
“Leerlingen kunnen óp locatie alles leren óver die locatie.”
Opdracht maken Een speurtocht uitzetten is heel gemakkelijk via online augmented reality designers, zoals Wikitude. Je kiest op een digitale kaart de locatie waar de opdracht zich afspeelt. De vragen, teksten en afbeeldingen voeg je toe aan deze locatie. Opslaan als pdf en de opdracht is klaar. De leerlingen
Meer weten? Surf naar de augmented reality designer op www.wikitude.org. Of lees meer op www.surfnetkennisnetproject.nl/innovatie/augmentedreality.
inDruk VO zomer 2010
11
Van pionier naar ict-innovator; dertig jaar computers in het onderwijs Tom Berends (57) werkt als docent op de Jan Ligthartafdeling van het Beekdal Lyceum in Arnhem, een kleinschalige havo/vwoschool. Dertig jaar geleden begon hij met een eenvoudige automatisering van de schooladministratie. Tegenwoordig adviseert hij het MT over ictmogelijkheden binnen het onderwijs. Een gesprek met een bevlogen ict-innovator.
‘Mijn vader was een van de eerste computerpioniers in Nederland. Bij ons thuis stonden begin jaren tachtig een aantal enorme computerkasten waarin je 8inch floppy’s deed. Bijna zo groot als een singletje. Toen hij in 1984 overleed nam ik een computer over. Gefascineerd zat ik uren te prutsen achter een groen fosforscherm. Ik ontdekte steeds nieuwe mogelijkheden. Toen ik merkte dat de administratrice ellenlange lijsten typte, ging ik thuis aan de slag. In een Dbase 2, een database programmeertaal, konden de lijsten heel eenvoudig aangepast worden. Dat scheelde enorm veel tijd. Nu klinkt dit allemaal erg verouderd, maar destijds was het een enorme vooruitgang.’
pionieren in de fietsenkelder ‘Er zijn de afgelopen twintig jaar enorm veel overheidsprojecten geweest om het ict-gebruik te stimuleren. De ene pakte beter uit dan de ander. Veel projecten waren van korte duur en er was veel hapsnapwerk. Iedereen, inclusief de overheid was zoekende naar de mogelijkheden. Scholen kregen te maken met verschillende projecten. Denk bijvoorbeeld aan het nivoproject, nieuwe informatie technologie voor het vo, het POCO project, programatuurontwikkeling Onderwijs en het Print-Comeniusproject begin jaren negentig. Eind
‘Uren prutsen achter een groen fosforscherm’
jaren tachtig kwamen er computers voor leerlingen. Philips leverde de software. Ik werd aangesteld als systeembeheerder, maar had geen eigen stek. De fietsen kelder werd gedeeltelijk omgebouwd tot computerruimte. Daar zat ik hele middagen te pionieren. In mijn eentje. Die tijd is gelukkig voorbij. Tegenwoordig zoek je samen werkingsverbanden en via allerlei netwerken, zoals bijvoorbeeld Kennisnet, is het eenvoudig om contact met anderen te maken.’
benut de kansen! ‘Ik kan me nog herinneringen dat ik jaren geleden heel enthousiast door de school rende. Ik had verbinding met een computer uit een andere stad! Ik had toegang tot het SLO-Bulletin-board! Inmiddels heeft de school vele ictmogelijkheden; van digiborden tot laptops en beheer op afstand. Tegenwoordig adviseer ik het MT op ict-gebied. En draag ik mijn kennis over aan de collega’s. Daar geniet ik echt van! Leerlingen van tegenwoordig moeten niet teveel uit boeken leren. Zij moeten van de wereld leren! Er liggen geweldige kansen om onderwijs meer van deze en komende tijd te maken. Die kans moeten we voluit benutten.’
12
inDruk VO zomer 2010
Samen met toonaangevende ict-bedrijven organiseert Kennisnet de komende augustusmaand weer een inspirerend en innovatief programma voor professionals in het onderwijs. Tijdens deze Summer Schools doen docenten, managers en bestuurders uit primair, voortgezet en beroepsonderwijs veel ict-inspiratie op. Ze leren van bedrijven en elkaar over de onderwijsmogelijkheden van innovaties met ict. Jan Floris volgde met twee collega’s de Summer School 2009 bij Microsoft in Brussel.
Uitdagingen onderwijs aangaan met ict tijdens Summer Schools Let IT shine! Waardevolle suggesties Jan Floris is senior beleidsmedewerker van de Dienst ICT van het ROC Amsterdam. Floris en zijn collega’s bezochten de Summer School 2009 om te onderzoeken of en hoe zij technologische innovaties toe kunnen passen in onderwijsconcepten als afstandsleren en competentiegericht onderwijs. Floris: “Het sterke van Summer Schools is dat je in gemengde groepen van verschillende onderwijs typen en –organisaties aan de slag gaat. Je spiegelt je eigen situatie en problemen aan die van anderen. Als deelnemer heb je ook een actieve rol door een presentatie te houden. Het is alleen al goed om in de voorbereiding je eigen ict-visie weer scherp te krijgen. Ten tweede levert zo’n presentatie praktische suggesties op. Zo hebben wij de groep ons probleem voorgelegd: hoe organiseer je in zo’n enorme school je onderwijsapplicaties effectief en selecteer je beter op kwaliteit?”
Summer Schools voor het vo Vergezichten vernemen van ict-ontwikkelingen, zo vat Floris de Summer Schools samen. Hij vindt deelname voor elk onderwijstype inspirerend. “In het vo spelen weer andere kwesties. Je ziet bijvoorbeeld dat docenten
veel met foto’s en filmpjes werken om leerlingen bij het onderwijs te betrekken. Een vraag die daar rijst is het omgaan met privacy en auteurswetgeving.” Po, vo, mbo of hbo, de gemeenschappelijke deler is ‘back to the basics’, vindt Floris. “Stel eerst vast wat je wilt bereiken met je onderwijs. Maak pas daarna de keuze voor de apparatuur en programmatuur, hoe aantrekkelijk deze er ook uitzien.”
Summer Schools 2010: meld u nu aan! Geef uw zomervakantie een extra dimensie en doe mee aan de Summer Schools 2010. In het programma ‘Let IT shine’ nemen ict-bedrijven u mee in de technologische mogelijkheden uw onderwijs effectiever, efficiënter en motiverender te maken. Twee dagen lang (dag 1: visie-ontwikkeling, dag 2: implementatie) neemt u een kijkje bij innovatieve bedrijven. Wordt u geprikkeld en geïnspireerd met ict de uitdagingen aan te gaan waar uw schoolorganisatie voor staat. Data: 16 en 17 augustus 2010, 23 en 24 augustus 2010, 30 en 31 augustus 2010 Deelnemende bedrijven: IBM, Microsoft, Dactique, Three Ships, Adobe, G-Company, HP, SMART en anderen. Inschrijven: tot 30 juni 2010. Er is per twee dagen plaats voor maximaal 30 onderwijsinstellingen die elk door een koppel worden vertegenwoordigd. Meer informatie via www.summerschool2010.nl
inDruk VO zomer 2010
13
Docenten vertrouwd maken met hun digitale werkplaats Waarom mobieltjes en iPods angstvallig uit de lessen weren? De ‘social media’ die ze ontsluiten, zullen het onderwijs juist verrijken, denkt Harald Wiggers. In zijn ideale ‘school’ kunnen leerlingen 24 uur per dag formeel en informeel leren. Docenten en leerlingen delen en construeren kennis via digitale platforms. Zo’n innovatie vraagt om te beginnen een grote professionaliseringsslag van docenten.
Harald Wiggers, voorzitter centrale directie Liemers College in Zevenaar, is de eerste om het toe te geven: het feitelijk gebruik van ict door docenten blijft nogal achter bij zijn toekomstdroom. Maar met de koers die Quadraam, de stichting waartoe het Liemers College behoort, heeft uitgezet, kan dat snel veranderen.
open leermiddelenbank van Innovatie platform VO. “Teletop moet de digitale werkplaats voor docenten en leerlingen worden”, zegt Wiggers. Daarnaast is EduQuat ontwikkeld, een catalogus voor de Quadraam-scholen, die bestaat uit een etalage met ‘de pareltjes van de stichting’, een magazijn, een ontmoetingsplaats en een vraagbaak.
als: leerlingen toevoegen aan de vaksite, een studiewijzer inrichten en gewenste leermiddelen toevoegen. Wie fase 2 heeft doorlopen, kan het leerproces adequaat ondersteunen door bijvoorbeeld opdrachten in Teletop te maken en te koppelen aan de vakplanner. In fase 3 kunnen gebruikers een verdiepingsslag maken. Voorlopers coachen collega’s die minder handig zijn met ict.
3-fasenmodel
Belangrijk voor verdere integratie van ict in het onderwijs is vooral ook het delen met elkaar. Secties of docenten die al ver zijn in het gebruik van ict geven daarom workshops aan collega’s. Daarnaast organiseren ictinnovatoren en afdelingsleiders van alle scholen activiteiten onder het motto ‘meet2share’. Wiggers: “Want een voor waarde voor delen, is elkaar fysiek treffen.”
Expertisebank Van de elektronische leeromgeving (elo) Teletop wil Quadraam een echt educatie platform maken, dat niet alleen het primaire proces ondersteunt maar ook de onderlinge communicatie. Daarom heeft de stichting zes functionaliteiten aan Teletop laten toevoegen, waaronder een expertisebank en een forum. Zo weten docenten wie wat kan en kunnen zij elkaar raadplegen over leermiddelen, toetsen en bijvoorbeeld het arrangeren van les materiaal. Via de elo komt toegang tot de
Teletop en EduQuat krijgen pas inhoud en betekenis als docenten beschikken over genoeg vaardigheden en inzicht. Vandaar dat flink wordt ingezet op scholing, gezamenlijk en individueel, want niet iedere docent is en kan hetzelfde. Wiggers: “We hanteren een 3-fasenmodel waarmee docenten en teams gemakkelijk kunnen bepalen waar ze staan en wat ze nodig hebben om zich te ont wikkelen.” In fase 1 gaat het om basale zaken
14
inDruk VO zomer 2010
Laptops in de klas Steeds meer scholen experimenteren met laptops in de klas. Dit biedt grote voordelen voor leerlingen en docenten. Plaatsvervangd rector Germien Kamphorst vertelt hoe het Ichthus College in Kampen en IJsselmuiden gebruik maakt van laptops in de klas. Op het Ichthus College in Kampen en IJsselmuiden nemen 325 leerlingen dagelijks hun laptop mee naar school. “Een kwestie van kwaliteit,” meent Germien Kamphorst. “Door leerlingen met laptops te laten werken, zijn wij in staat onderwijs op maat te geven. Een vlotte leerling kan zo het leerprogramma van zijn favoriete vakken sneller afsluiten. Daarnaast kan diezelfde leerling individueel werken aan vakken waarin hij niet zo goed is en deze bijspijkeren. Je kunt dus veel beter rekening houden met de wensen van de individuele leerling die daardoor gemotiveerder is en zich meer uitgedaagd voelt.”
Blended learning Het Ichthus College is niet de enige school die experimen teert met laptops. Steeds meer scholen ruilen de boeken in voor laptops. Bij het Ichthus College zijn de boeken niet helemaal verdwenen. “Wij werken volgens het ‘blended learning’-principe, een combinatie van e-learning en andere vormen van onderwijs”, vertelt Kamphorst. Bij Blended Learning worden didactische strategieën gecombineerd ongeacht het gebruik van technologie. “De leerling koopt de laptop waarbij de school voor de helft meebetaalt uit het boekenfonds. We leveren de laptops met beveiligings- en gebruikssoftware en een service- en onderhoudscontract. Service en onderhoud besteden we uit. De ict-afdeling van de school hoeft alleen nog maar te zorgen dat het netwerk functioneert waardoor de beheerkosten van de hardware dalen.”
Digitale vulkaanuitbarsting Een groot voordeel van het werken met laptops is dat de bijbehorende digitale leerstof continu actueel gehouden kan worden. Vergelijk dat eens met boeken die na vijf jaar verouderd zijn. Ook kan de docent lessen voorzien van actuele voorbeelden. “De aardrijkskundedocent kan nu digitaal uitleggen hoe een vulkaan werkt. Een IJslandse vulkaan die een aswolk uitstoot, is dan een dankbaar studieobject. Op die manier een uitbarsting uitleggen is boeiender dan met een plaatje uit een boek,” vertelt Kamphorst.
inDruk VO zomer 2010
Voor dyslectische leerlingen is het bovendien handig dat zij met een spraakprogramma op een audiovisuele manier hun talen kunnen leren. Daarnaast kan de leerling met de laptop tijd- en plaatsongebonden leren. Dit is vooral een uitkomst voor leerlingen die wegens ziekte absent zijn of gedragsproblemen hebben en daarom even uit de groep moeten worden gehaald.
andere mogelijke leerbronnen zoals bijvoorbeeld wikiwijs,” legt Kamphorst uit.
Efficiënter kennis delen
Een derde succesvoorwaarde is dat docenten ‘digivaardig’ moeten zijn. Kamphorst: “Om dit te garanderen hebben wij ‘mediawijsheid’ als speerpunt opgenomen in ons beleidsplan. De competenties waarover de docent moet beschikken zijn hierin vastgelegd.”
Het werken met laptops betekent voor docenten in eerste instantie veel investeren. “Ze moeten uitzoeken hoe ze dit middel in kunnen zetten in hun les. Uiteindelijk betaalt de inspanning zich terug in de vorm van gemotiveerdere leerlingen en de mogelijkheid om individuele ontwikkelingen van leerlingen beter te kunnen volgen. En daardoor wordt het leerrendement hoger,” aldus Kamphorst.
Tot slot moeten leerlingen en docenten toegang hebben tot goede bronnen. “Onze school heeft daarvoor het samenwerkingsverband Biebsearch afgesloten met de openbare bibliotheken in Overijssel. Hiermee hebben we toegang tot verschillende betrouwbare databanken van bijvoorbeeld bibliotheken, gerenommeerde kranten en het Nationaal Historisch Archief,” aldus Kamphorst.
Ook is het gebruik van laptops goed voor de dynamiek in de les. “Een vaste opstelling van computers legt beperkingen op aan de didactische werkvorm en heeft een negatieve invloed op de interactie tussen leerling en docent. Leerlingen moeten vaak een computer delen en docenten kijken tegen de ruggen aan van leerlingen die werken aan computers die tegen een muur staan. Door de mobiliteit kunnen docenten hun actieve didactische werkvorm blijven toepassen en zijn ze niet gebonden aan de vaste opstelling in een computerlokaal.”
Een groot voordeel van het werken met laptops is dat de bijbehorende digitale leerstof continu actueel gehouden kan worden.
Systematisch aanpak Kamphorst pleit voor een systematische aanpak bij de invoering van laptops in de klas. “Stel eerst een onderwijs visie op. Waar gaan we met elkaar naartoe? Verder moet je weten wat het betekent voor de didactiek als je met laptops werkt. Hoe houd je bijvoorbeeld oogcontact met leerlingen die met hun ogen op het scherm zitten? Dat zijn belangrijke vragen waar je een antwoord op moet hebben.” Daarna moet je als school nadenken over de te gebruiken lesmethode. “Een leermethode is de basis waaraan de docent houvast heeft. Van daaruit kan hij kijken naar
Reacties De docenten zijn blij dat de school voor ‘blended learining’ heeft gekozen. Ze kunnen zo zelf de balans zoeken tussen de verschillende manieren van lesgeven. “We zetten onze docenten niet voor het blok door hun boeken af te pakken en er laptops voor terug te geven met het verzoek er zelf maar materiaal voor te schrijven. De meeste van onze docenten zijn namelijk geen methode schrijvers”. Leerlingen vinden het erg leuk om met de laptop te werken. “Ze zijn positief maar ook kritisch omdat ze vinden dat sommige leraren er nog te weinig mee doen.”
Meer informatie Wilt u meer informatie over laptops in de klas of ‘blended learning’? Surf dan eens naar onderstaande links. • • • • •
ictos.kennisnet.nl/www.ictopschool.net/kennis/vraagstukken/0002.html www.freewebs.com/media-onderwijs/laptopklassen.htm www.rug.nl/ec/onderzoek/docs/leereffectenvanlaptops.pdf nl.wikipedia.org/wiki/Blended_learning www.surfspace.nl
15
inDruk VO zomer 2010
QR code op de cover Op de coverfoto is deze QR code te zien. Een QR (quick response) code is een tweedimensionale code. QR codes kunnen met behulp van software, ingescand worden met een mobiele telefoon. De code kan met een simpel stukje software eenvoudig omgezet worden in tekst of een domeinnaam. De QR code op de cover verwijst naar de vernieuwde portal voor docenten: docentvo.kennisnet.nl. Meer weten over QR codes? Kijk dan op nl.wikipedia.org/wiki/QR-code of www.qrcode.nu.
leermiddelenvo.nl gaat leermiddelenbeleid ondersteunen Het project Leermiddelenbeleid 2009 van de VO-raad liet zien dat leermiddelenbeleid fungeert als motor voor (financiering van) innovatieve ontwikkelingen. In 2010 gaan veel scholen met leermiddelen beleid aan de slag. Het InnovatieplatformVO ondersteunt scholen daarbij. De ervaringen van pilotscholen laten ons heel gericht ingaan op relevante vragen. U vindt nu op www.leermiddelenvo.nl o.a. een: • quickscan om uw ondersteuningsbehoefte te peilen • aanmeldingsformulier voor informatieve bijeenkomsten • format voor leermiddelenbeleid In juni vindt u hier op één plek alle tools, activiteiten en contacten overzichtelijk verzameld, die u helpen uw leermiddelen beleidsplan vorm te geven. De website www.leermiddelenvo.nl maakt deel uit van het kostenloze ondersteuningsaanbod van het Innovatieplatform-VO van de VO-raad.
Teleblik verrijkt uw lessen nu ook met geluid! Teleblik bevat nu naast televisie- ook radiouitzendingen. Historisch audiomateriaal, zoals nieuwsuitzendingen, interviews en toespraken die leraren kunnen gebruiken om hun lessen beter te ondersteunen zodat leerlingen dieper op de lesstof in kunnen gaan. Historisch radiomateriaal zorgt voor een realistischer tijdsbeeld bij leerlingen. Het gebruik van dit materiaal is daarom heel geschikt voor het vak geschiedenis. Natuurlijk werkt de Teleblik snijmachine waarmee leraren en leerlingen zelf fragmenten kunnen maken en delen ook voor audio. • de 2e wereldoorlog, o.a. toespraken van Hitler (telebliknrs 5410148 en 5410025) en van Prins Bernhard (telebliknr 5410024), en uitzending Radio Oranje (telebliknr 5410192) • reportage over watersnoodramp (1953, telebliknr 5410103) • ANP nieuwsbericht over Cuba-crisis (1962, telebliknr 5410579)
Kennisnet docentvo portal vernieuwd Trouwe bezoekers hebben het wellicht al gezien, de Kennisnet docentvo portal is vernieuwd. Niet alleen heeft de portal een nieuw jasje gekregen, ook het aantal functionaliteiten is uitgebreid. Nieuw zijn de reactiemogelijkheid bij alle nieuwsberichten en de video’s op de voorpagina. Neem snel een kijkje op de portal.
colofon > Kennisnet inDruk VO is een gratis blad voor docenten werkzaam in het voortgezet onderwijs. Van de Kennisnet inDruk bestaat ook een aparte uit gave voor het basisonderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Het blad is ook digitaal (pdf-file) beschikbaar op indruk.kennisnet.nl. Uit deze uitgave mag niks worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, behoudens in geval de verveelvoudiging van de inhoud van deze uitgave plaatsvindt onder de licentie “naamsvermelding, niet-commercieel, geen afgeleide werken” als gehanteerd door Creative Commons.
Wat is de meerwaarde van het digitale schoolbord? Deze nieuwe publicatie in de Kennisnet Onderzoeksreeks geeft een tussenstand van de kennis die tot nu toe verzameld is over de meerwaarde van het digitale bord in het basis- en voortgezet onderwijs. Ook wordt er veel aandacht besteed aan de verwachte (maar nog niet bewezen) meerwaarde van digitale schoolborden. De docent is hierbij een cruciale factor. Aan de hand van voorbeelden en onderzoeksresultaten laten we zien welke mogelijkheden en voordelen digitale schoolborden bieden en hoe je die meerwaarde er dan uitkrijgt. Lees of bestel de publicatie op onderzoek.kennisnet.nl/kennisvanwaarde/ onderzoeksreeks.
> Hoofdredactie: Petra Balk > Eindredactie en coördinatie: Petra Balk en Jiska Verschoor > Tekstbijdragen: Trea Scholten, Alex ten Hoor, Annemarie van den Brink, Point to Point Communicatie, Truus Groenewegen, Frans Schouwenurg, Bram Litjens > Fotografie: Goedele Monnens, Joost van der Vleuten, Kennisnet > Vormgeving: Einder Communicatie, Nijmegen > Druk: OBT de Bink, Leiden > Issn: 1571-2427 Reacties en suggesties:
[email protected] Op reportages en interviews, foto’s en illustraties berusten auteursrechten.