Deze informatie is ter beschikking gesteld door Al-Beveiliging
Regeling Brandmeldinstallaties 2002
Samenvatting
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze samenvatting mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Nationaal Centrum voor Preventie. Ondanks alle aan de samenstelling van deze samenvatting bestede zorg kan het Nationaal Centrum voor Preventie geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout die in deze samenvatting zou kunnen voorkomen.
Nationaal Centrum voor Preventie © Samenvatting Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI D02/114
pagina 1 van 8
Deze informatie is ter beschikking gesteld door Al-Beveiliging
Samenvatting “Regeling Brandmeldinstallaties 2002” De Regeling Brandmeldinstallaties 2002 De Regeling Brandmeldinstallaties is een kwaliteitszorg- en certificatiesysteem, samengesteld door en voor alle bij brandbeveiliging betrokken partijen, zoals brandweer en installatie - en onderhoudsbedrijven. Het beheer van deze regeling en de kwaliteitszorg zijn opgedragen aan het Nationaal Centrum voor Preventie (NCP). Het NCP is als zodanig de certificatie-instelling voor de “Regeling Brandmeldinstallaties”. De brandmeldinstallaties betreffen autonome brandmeldinstallaties, al dan niet voor de aansturing van blusinstallaties of andere brandpreventiemaatregelen. Betrokken partijen zijn onder meer: de principaal (eigenaar / gebruiker), de overheid, de verzekeringsbranche en de beveiligingsbranche. De Regeling Brandmeldinstallaties treedt in werking op 1 januari 2002. Het doel van de Regeling Het doel van de Regeling Brandmeldinstallaties is om in Nederland een bepaald kwaliteitsniveau voor brandmeldinstallaties te verkrijgen. Dit kwaliteitsniveau geldt enerzijds voor geleverd werk, anderzijds voor bedrijven en personen die betrokken zijn bij het totstandkomingsproces. De regeling beschrijft hoe het proces in praktische zin moet verlopen om te komen tot een gecertificeerde brandmeldinstallatie en geeft aan welk wettelijk alsmede normatief kader hiervoor moet worden gehanteerd. Op basis van deze regeling erkend het NCP bedrijven die bij de totstandkoming van een brandmeldinstallatie zijn betrokken. Bedrijven NCP erkend Erkenning is mogelijk voor de verschillende bedrijfsactiviteiten als betrokken partij bij het totstandkomingsproces van de brandmeldinstallatie. Het NCP gaat tot erkenning over, zodra het bedrijf heeft aangetoond te voldoen aan de criteria die horen bij de betreffende activiteit. Onderscheidenlijk zijn daar erkenningen voor: • Branddetectiebedrijf • Opsteller Programma van Eisen • Projecteringsdeskundige • Installatiebedrijf • Inspecteren • Onderhoudsbedrijf Branddetectiebedrijf Het projecteren tot en met het onderhouden van de brandmeldinstallatie moet door of onder verantwoordelijkheid van het NCP erkend Branddetectiebedrijf worden uitgevoerd. Bij de uitvoering te betrekken derde partijen dienen volledig te voldoen aan de criteria van de betreffende activiteit. Op basis van het totstandkomingsproces toont het NCP erkend Branddetectiebedrijf aan ( onder andere bij de brandweer, eindgebruiker, gemeente, verzekeringsmaatschappij) dat wordt beschikt over de kennis, vaardigheden en bedrijfsmiddelen om een gecertificeerde brandmeldinstallatie op te leveren. Op grond van de certificeringovereenkomst mag het NCP erkend Branddetectiebedrijf een certificaat voor een brandmeldinstallatie afgeven. Het NCP erkend Branddetectiebedrijf is ervoor verantwoordelijk dat alle stappen in het totstandkomingsproces van een gecertificeerde installatie aan de criteria voldoen (zie schema 1).
Nationaal Centrum voor Preventie © Samenvatting Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI D02/114
pagina 2 van 8
Deze informatie is ter beschikking gesteld door Al-Beveiliging
I Eisen opstellen
Programma van Eisen
II Projecteren
Projectie (ontwerp)
III Leveren
ComponentCertificaat
IV Installeren
Rapport v. Oplevering
V Beheren
Logboek
VI Onderhouden
Rapport v. Onderhoud
Melding NCP
Certificeren
Inspecteren
Inspectierapport
Certificaat Installatie
Schema 1: Stappen in het totstandkomingsproces van een gecertificeerde installatie
Nationaal Centrum voor Preventie © Samenvatting Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI D02/114
pagina 3 van 8
I Eisen opstellen II Projecteren III Leveren IV Installeren V Beheren VI Onderhouden VII Certificeren VIII Inspecteren V: B: 1) : 2)
:
V1)
V
Inspectieinstelling
Onderhouds bedrijf
Installatie bedrijf
B1)
Ontwerp bureau
V2)
Branddetectiebedrijf
PvEopsteller
Stap
Eisende partij
Principaal
Deze informatie is ter beschikking gesteld door Al-Beveiliging
B
V V
B
V V
B
V/B B/V
verantwoordelijkheid = de plicht verantwoording af te leggen. bevoegdheid = het recht tot het uitoefenen van bepaalde handelingen. het samenstellen en controleren van meerdere eisenpakketten tot één PvE is de verantwoordelijkheid van de principaal, dit moet worden uitbesteed aan een PvE-opsteller. het opstellen van een eigen eisenpakket of PvE is de verantwoordelijkheid van de betreffende eisende partij.
Het projecteren tot en met onderhouden van de brandmeldinstallatie moet door of onder verantwoordelijkheid van het NCP erkend Branddetectiebedrijf worden uitgevoerd. Voorafgaand aan het opstellen van een Programma van Eisen is vaak een risicoanalyse uitgevoerd om tot een keuze te komen voor de benodigde brandpreventiemaatregelen. Deze risicoanalyse en de motivatie om te komen tot een brandmeldinstallatie vallen buiten het kader van de Regeling Brandmeldinstallaties. Stap I: Eisen opstellen Het komen tot een Programma van Eisen (PvE) is de eerste stap in het totstandkomingsproces van een brandmeldinstallatie. Alle eisende partijen moeten het Programma van Eisen accorderen. Zonder PvE is het niet mogelijk om het certificeringtraject in te gaan. De uitgangspunten voor de eisen zijn: -
de wettelijke (bouw-)regelgeving, zoals: het Bouwbesluit, de bouwverordening, de normen, en de (praktijk-)richtlijnen, de aanvullende wensen, zoals gebruik van het gebouw.
Bij integratie van meerdere eisenpakketten moet gebruik worden gemaakt van een NCP erkende PvE-opsteller. Deze PvE-opsteller moet in het bezit zijn van een HBO-diploma of een verklaring van de werkgever én een Diploma Projecteringsdeskundige van het Nationaal Centrum voor Preventie. Het bedrijf of het (advies)bureau dat het Programma van Eisen opstelt moet beschikken over een kwaliteitsborgingsysteem.
Nationaal Centrum voor Preventie © Samenvatting Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI D02/114
pagina 4 van 8
Deze informatie is ter beschikking gesteld door Al-Beveiliging
Op basis van de in het PvE vastges telde inspectiefrequentie beslist het Nationaal Centrum voor Preventie of inspectie dient te worden uitgevoerd. Indien geen inspectie wordt vereist, bevestigt het Nationaal Centrum voor Preventie aan het NCP erkend Branddetectiebedrijf de afgifte van het certificaat.
Stap II: Projecteren Het NCP erkend Branddetectiebedrijf is verantwoordelijk voor de Projectie. De Projectie heeft betrekking op de toe te passen gecertificeerde producten en de wijze van installeren. De projectering moet worden gebaseerd op de uitgangspunten zoals deze zijn vastgelegd in het betreffende Programma van Eisen. De Projecteringsdeskundige Brandmeldinstallaties moet in het bezit zijn van een MBO-diploma of een verklaring van de werkgever én een Diploma Projecteringsdeskundige van het Nationaal Centrum voor Preventie. Het bedrijf of het ontwerpbureau moet beschikken over een kwaliteitsborgingsysteem conform NEN-EN-ISO 9001. Stap III: Leveren Ten behoeve van de brandmeldinstallaties moeten kwalitatief goede producten worden toegepast die voorzien zijn van een Productcertificaat zoals genoemd in de NEN 2535 . Bedrijven of leveranciers moeten beschikken over een kwaliteitsborgingsysteem conform en de levering en goede werking van producten garanderen tot 10 jaar na datum van oplevering. De compatibiliteit van alle onderdelen van het systeem moet door leverancier worden gegarandeerd. Dit kan door middel van productcertificaten. Stap IV: Installeren en Rapport van Oplevering Het Rapport van Oplevering geeft een schriftelijke weergave van de opgeleverde brandmeldinstallatie en heeft twee doelen: 1. Met het Rapport van Oplevering wordt door het NCP erkend Branddetectiebedrijf bevestigd dat de installatie voldoet aan de uitgangspunten van de Projectie en het Programma van Eisen. 2. Tevens verklaart het NCP erkend Branddetectiebedrijf hiermee dat de brandmeldinstallatie de brandveiligheid waarborgt die men ervan mag verwachten. Het gecertificeerd NCP erkend Branddetectiebedrijf kan alleen aan de hand van het Rapport van Oplevering een certificaat verstrekken. Het installatiebedrijf moet beschikken over een kwaliteitssysteem conform NEN-EN-ISO 9002. De Installatiedeskundige moet in het bezit zijn van een MBO-diploma of een verklaring van de werkgever én een Diploma Installatiedeskundige van het Nationaal Centrum voor Preventie. Stap V: Beheer Het NCP erkend Branddetectiebedrijf moet erop toezien dat de principaal (gebruiker/eigenaar) de installatie naar behoren beheert en het Logboek bijhoudt conform NEN 2654, deel 1. De bedrijven moeten aan het NCP erkend Branddetectiebedrijf bij oplevering en bij periodiek onderhoud daarna, aantonen dat voldaan wordt aan de bovengenoemde criteria. De eisen voor de bedrijven of eigenaar/gebruiker (principaal): a. de bedrijven scheppen de benodigde voorwaarden voor goed beheer, controle en onderhoud; b. tussen de principaal en het onderhoudsbedrijf is een onderhoudsovereenkomst afgesloten; c. de bedrijven wijzen ten minste één Beheerder aan; d. de bedrijven beschikken over een logboekprocedure- of werkinstructie. De Beheerder of Opgeleid Persoon is aangewezen als verantwoordelijke voor het beheer, de controle en het onderhoud van de brandmeldinstallaties.
Nationaal Centrum voor Preventie © Samenvatting Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI D02/114
pagina 5 van 8
Deze informatie is ter beschikking gesteld door Al-Beveiliging
De Beheerder of Opgeleid Persoon heeft het Diploma Opgeleid Persoon van het Nederlands Instituut voor Bedrijfshulpverlening (NIBHV) te Rotterdam of een verklaring van het NCP erkend Branddetectiebedrijf dat de Beheerder voldoende is geïnstrueerd. Stap VI: Onderhoud en Rapport van Onderhoud Het Rapport van Onderhoud vormt de basis voor instandhouden van het certificaat. Hiermee bevestigt het NCP erkend Branddetectiebedrijf dat de installatie nog steeds voldoet aan het Programma van Eisen. Het uitvoeren van het periodieke onderhoud is de verantwoordelijkheid van het NCP erkend Branddetectiebedrijf. Het onderhoudsbedrijf beschikt over een kwaliteitssysteem en heeft een serviceorganisatie die 24 uur per dag beschikbaar is. De Onderhoudsdeskundige moet in het bezit zijn van een MBO-diploma of een verklaring van de werkgever én een Diploma Onderhoudsdeskundige van het Nationaal Centrum voor Preventie De criteria voor onderhoud zijn dat: - bij onderhoud van de brandmeldinstallatie moet worden beoordeeld of de installatie nog steeds voldoet aan de eisen in het Programma van Eisen - de installatie na het onderhoud moet worden voorzien van een Rapport van Onderhoud dat door of onder verantwoordelijkheid van een NCP erkend Branddetectiebedrijf wordt opgesteld. Stap VII: Certificaat Brandmeldinstallatie Het certificaat voor de installatie heeft een beperkte geldigheidsduur, zodat periodiek moet worden aangetoond dat de installatie nog aan het Programma van Eisen voldoet. Het NCP erkend Branddetectiebedrijf verstrekt op basis van het Rapport van Oplevering respectievelijk Rapport van Onderhoud het certificaat. Stap VIII: Inspecteren en inspectierapport Inspecties vinden plaats door NCP-geregistreerde inspectie-instellingen. Doel van inspectie van een brandmeldinstallatie is: -
controle of de installatie voldoet aan de kwaliteitscriteria van de regeling, controle of de installatie is uitgevoerd conform het Programma van Eisen.
Naast inspectie op geleverd werk draagt het Nationaal Centrum voor Preventie per kalenderjaar zorg voor een jaarlijkse controle of het erkende bedrijf nog steeds voldoet aan de in de regeling genoemde kwaliteitscriteria.
Nationaal Centrum voor Preventie Het Nationaal Centrum voor Preventie is een onafhankelijke dienstverlener op het gebied van veiligheid en beveiliging in de samenleving. Zijn diensten richten zich op kwaliteit en het organiseren van verbeterprocessen in publiekprivate samenwerking op het gebied van criminaliteitspreventie en brandbeveiliging. Het Nationaal Centrum voor Preventie ontwikkelt zijn diensten in een permanente wisselwerking met belanghebbende partijen. Hierdoor krijgen de diensten een breed draagvlak en een grote effectiviteit. Dit is de platformfunctie van het Nationaal Centrum voor Preventie. Klachten en beroep Een ieder kan een klacht indienen bij het Nationaal Centrum voor Preventie. Iedereen kan beroep aantekenen tegen een beslissing van het Nationaal Centrum voor Preventie.
Nationaal Centrum voor Preventie © Samenvatting Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI D02/114
pagina 6 van 8
Deze informatie is ter beschikking gesteld door Al-Beveiliging
BEPALING VAN DE INSPECTIEFREQUENTIE VOOR BOUWWERKEN TOT EN MET EEN HOOGTE VAN 50 METER
ZELFREDZAAM Soort gebouw
L -
niet slapen >100<500 pers. M -
L L L L L L L L L L
L L L L L L L L L L
M M M M M M M M M M *)
L L L -
M M M -
H H H -
L L
L L
M M
-
-
-
L L L L L L
L L L L L L
M M M *) M M M
-
-
-
<100 pers. CELLEN GEZONDHEIDSZORG GEZINSVERVANGEND TEHUIS HORECA INDUSTRIE KAMERVERHUUR KANTOOR KINDEROPVANG LOGIES MUSEUM ONDERWIJS OPSLAG PARKEREN PROSTITUTIE SCHOUWBURG/ THEATER/BIOSCOOP SHOWROOM SOCIALE WERKPLAATS SPORT STATION TENTOONSTELLING TUNNEL WINKEL WINKELCENTRUM
>500 pers.
<100 pers.
M -
L L
slapen >100<500 pers. M M
>500 pers. H H
*) Indien > 2000 personen, inspectiefrequentie H
L = laag : ……. M = middel: ……. H = hoog: …….
Nationaal Centrum voor Preventie © Samenvatting Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI D02/114
pagina 7 van 8
Deze informatie is ter beschikking gesteld door Al-Beveiliging
BEPALING VAN DE INSPECTIEFREQUENTIE VOOR BOUWWERKEN TOT EN MET EEN HOOGTE VAN 50 METER
VERMINDERD/NIET ZELF-REDZAAM Soort gebouw
CELLEN GEZONDHEIDSZORG GEZINSVERVANGEND TEHUIS
M M M
niet slapen >100<500 pers. M M
HORECA INDUSTRIE KAMERVERHUUR KANTOOR KINDEROPVANG LOGIES MUSEUM ONDERWIJS OPSLAG PARKEREN PROSTITUTIE SCHOUWBURG/ THEATER/BIOSCOOP THEATER/BIOSCOOP SHOWROOM SOCIALE WERKPLAATS SPORT STATION TENTOONSTELLING TUNNEL WINKEL WINKELCENTRUM
M M -
M M -
M H -
M M -
M M -
H H -
M
M
M
-
-
-
-
-
-
-
-
-
<100 pers.
>500 pers.
<100 pers.
M M
M M M
slapen >100<500 pers. H M M
-
>500 pers. H H H
*) Indien > 2000 personen, inspectiefrequentie H
L = laag : ……. M = middel: ……. H = hoog: …….
Nationaal Centrum voor Preventie © Samenvatting Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI D02/114
pagina 8 van 8