Referaathouder Bultheel Jo www.joict.be.tt
Met dank aan gino Vanherweghe
Regionaal aanspreekpunt West-Vlaanderen Universitaire Campus - A 122 Etienne Sabbelaan 53 - 8500 Kortrijk tel: 056 24 60 40 Fax: 056 24 64 11
[email protected] www.renvlaanderen.be
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 1
Inhoud 1. Inleiding 1.1. PowerPoint op de basisschool 1.2. Een digitale profolio met PowerPoint 1.2.1. Meerwaarde van de computer 1.2.2. Rol van de kinderen 1.2.3. Welke vaardigheden vergt dit van de leerkracht? 1.2.4. Toch oppassen! 2. Materiaal digitaliseren 2.1. met behulp van een scanner 2.2. met behulp van een digitaal fototoestel (of webcam) 2.3. met behulp van een geluidsrecorder 2.4. en ordenen 2.5. en bewerken 3. Basisvaardigheden PowerPoint 3.1. PowerPoint opstarten 3.2. Een eerste object invoegen 3.3. Werken met objecten 3.4. Een diareeks aanmaken 3.5. Diaoverzicht 3.6. De eerste diavoorstelling 3.7. Diaovergang aanpassen 3.8. De achtergrond van een dia aanpassen 3.9. Een tekstobject invoegen 3.10. Animaties 3.11. Invoegen en bewerken van afbeeldingen 3.11.1. Afbeeldingen uit een bestand 3.11.2. Afbeeldingen uit de illustratiegalerie 3.11.3. Afbeeldingen van het Internet 3.11.4. Afbeeldingen van scanner of digitaal fotoapparaat 3.11.5. Zelf tekenen 3.11.6. Afbeeldingen van educatieve cd-roms 3.11.7. Abeeldingen bewerken 3.12. Geluiden toevoegen 3.12.1. Geluiden van een audio-cd 3.12.2. Afspelen van een geluidsbestand van harde schijf of cd-rom 3.12.3. Zelf geluiden opnemen 3.12.4. Een geluid koppelen aan een object 3.13. Actie-instellingen en een trucje 3.13.1. Actieknoppen 3.13.2. Een foto, pictogram, tekening… als actieknop gebruiken 3.14. Tijdsinstellingen 3.14.1. Binnen een dia 3.14.2. Overgang van de ene dia naar de andere 3.14.3. De overgangen automatiseren tijdens een presentatie (try-out)
Inhoud cd-rom - Handleidingen - Cursussen PowerPoint (voor versie 7, 97, 2000 en Xp) - Geluid opnemen - Internet (afbeeldingen van het Internet halen) - IrfanView (installatie en gebruik) - Klembord (werken met PrintScreen en Paint) - Oefenmateriaal
(bestanden die in deze syllabus gebruikt worden)
- Programma’s - Acrobat Reader (om de handleidingen te kunnen lezen) - IrfanView (beeldbewerkingsprogramma) -digitale portfolio - Extra afbeeldingen
(een aantal tekeningen uit de On-line Clipart collectie van Microsoft)
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 2
1. Inleiding 1.1.1 PowerPoint op de basisschool PowerPoint is een programma, binnen het Microsoft Office pakket, om professionele presentaties te maken. Maar ook voor het gebruik in de klas is deze toepassing uitermate interessant. PowerPoint is wellicht het gemakkelijkst te hanteren programma van alle Officetoepassingen en praktisch alle ICT-vaardigheden komen aan bod (openen, opslaan, afdrukken, figuren invoegen, opmaak…). Van de basisschool wordt verwacht dat de leerlingen geïnitieerd worden in een aantal basisvaardigheden i.v.m. gebruik van softwarepakketten. Een vrij groot aantal van deze basisvaardigheden zijn identiek voor alle pakketten: wie leert werken met PowerPoint zal ook sneller overweg kunnen met Word, Publisher… Een van de voordelen van PowerPoint is ongetwijfeld dat er minder 'typevaardigheid' gevergd wordt. PowerPoint is niet echt geschikt om grote teksten te verwerken. Men komt snel tot een "professioneel" resultaat. Er kan gebruik gemaakt worden van een voorgedefinieerde lay-out, waar enkel nog tekst en afbeeldingen dienen aan toegevoegd te worden. Bovendien is PowerPoint bijzonder geschikt om multimediale toepassingen te maken. Geluid, beeld, animatie en tekst kunnen op eenvoudige manier met elkaar gecombineerd worden. Leerlingen en leerkrachten kunnen op die manier een eigentijds multimediaal werkstuk maken. PowerPoint is een presentatiepakket: het is bedoeld om een visuele ondersteuning te geven bij een presentatie (een spreekbeurt). Wie PowerPoint wil gebruiken bij een dergelijke presentatie is wel verplicht om vooraf goed na te denken over de structuur en deze via staakwoorden (zinnen) te concretiseren. Wie een presentatie maakt, komt als vanzelf tot de noodzaak van plannen, ordenen, layout op inhoud af te stemmen, reviseren… Het zijn allemaal hogere taaldoelen die we in de leerplannen van spreken en schrijven terugvinden. PowerPoint is dus een ideaal middel om op een functionele manier aan deze doelen te werken. PowerPoint biedt ook de mogelijkheid om een slideshow te maken: telkens verschijnt automatisch de volgende dia en na de laatste begint de presentatie meestal opnieuw. Voor interactieve voorstellingen is PowerPoint ook heel bruikbaar: via keuzes kan de gebruiker bepalen welke informatie hij gepresenteerd wil zien. Enkele voorbeelden - visuele ondersteuning van een spreekoefening - aanleggen van een verzameling - aanmaken van een titelblad, een tussenblad… - teksten of een boekje levendig maken (interactief of met geluiden) - oefenmateriaal voor andere kinderen (een quiz d.m.v. meerkeuzevragen, een visueel of auditief dictee…) - een interactieve verwerking van een thema in de klas - een digitaal multimediaal boekje -… Een mogelijke leerlijn In de kleuterschool : VOOR kinderen bijvoorbeeld interactieve teksten en digitale boekjes In de onderbouw MET kinderen bijvoorbeeld naar aanleiding van een spreekoefening In de bovenbouw: DOOR kinderen bijvoorbeeld oefenmateriaal voor anderen
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 3
1.1.2 Wat is een portfolio Een portfolio is van oorsprong een grote map waarin bijvoorbeeld schilders, vormgevers of reclamemakers voorbeelden van hun werk verzamelen om potentiële opdrachtgevers te overtuigen van hun kwaliteit. In die betekenis zie je ook op internet veel portfolio’s opduiken: ‘Kijk eens wat ik kan!’ Zo’n portfolio is vaak voor potentiële opdrachtgevers heel verhelderend. Je ziet in één oogopslag welke stijl iemand heeft, in wat voor soort opdrachten hij is gespecialiseerd en of zijn werk je aanspreekt. Het ‘moderne’ portfolio is een (soms digitale) persoonlijke map met een inventarisatie van persoonlijke competenties. Aan de hand van tekst-, beeld-, video- en geluidsmateriaal krijgt men een beeld van het kind of klasgroep.
1.2. Een Digitale porfolio met PowerPoint In vele kleuter- en lagere klassen bestaat de goede gewoonte om gebeurtenissen in het klasgeheugen te bewaren door het materiaal te verzamelen in een map of een boek. Foto’s genomen tijdens de uitwerking van een thema worden in een boek gekleefd, al dan niet met een stukje tekst. Ook voorleesverhaaltjes kunnen op die manier ‘bewaard’ worden: de leerlingen tekenen de episodes uit het verhaal na, al dan niet met een korte tekst. De tekeningen worden geordend en tot een boekje ingebonden. Deze getuigenboekjes vallen meestal best in de smaak van de kinderen, zeker als ze er actief aan meegewerkt hebben en er hun eigen inbreng in terugvinden. Ze zijn ook bijzonder waardevol bij het werken aan ‘oriëntatie in de tijd’, een bijzonder moeilijk domein voor heel wat jonge kinderen. 1.2.1. Meerwaarde van de computer De computer biedt ons de mogelijkheden om aan deze werkwijze een ‘digitaal verlengstuk’ te maken. Foto’s, tekeningen e.d. kunnen gemakkelijk gedigitaliseerd worden en zo – met behulp van bijvoorbeeld PowerPoint - tot een geordend geheel worden samengevoegd. Bovendien is het mogelijk om animaties en geluiden aan het werkstuk toe te voegen, waardoor het boekje multimediaal wordt. Het is zelfs mogelijk versjes, liedjes, bedenkingen van kinderen… op te nemen en mee te verwerken. 1.2.2. Rol van de kinderen Wanneer we iets dergelijks aanpakken met kleuters en leerlingen van de eerste graad is het uiteraard niet de bedoeling dat ze zelfstandig dia’s gaan ontwerpen. Hun taak bestaat erin te regisseren en mee te helpen bij de aanmaak van tekeningen en dergelijke. Zij beslissen mee over de keuze en het ordenen van het opgenomen materiaal, bij het kiezen van animaties… Op die manier ervaren zij niet enkel een van de mooiste mogelijkheden van het medium, het maken van creatieve toepassingen (= leren over de computer),maar tijdens het aanmaken worden eveneens heel wat ontwikkelingsdoelen geactiveerd (= leren met de computer). 1.2.3. Welke vaardigheden vergt dit van de leerkracht? Uiteraard dient de leerkracht over een aantal belangrijke basisvaardigheden te beschikken, vooral op twee gebieden: - materiaal digitaliseren. - materiaal verwerken in een softwarepakket (PowerPoint). Bij een dergelijk werkstuk zal ook moeten gezorgd worden voor een degelijk navigatiesysteem. Het is immers de bedoeling dat de kinderen door het boekje kunnen bladeren, net als in een gewoon boek. Deze syllabus en bijhorende cd-rom helpen je op weg om de nodige ICT-vaardigheden onder de knie te krijgen om in de klas een gelijkaardig project op te starten.
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 4
1.2.4. Toch oppassen! Bij het aanmaken van een digitale portfolio moet je wel rekening houden met auteursrechten en privacy! Vooral als je met afbeeldingen werkt die je afhaalt van het net. Respecteer ook de privacy van de kinderen als je foto’s via cd-rom of diskette gaat gebruiken en misschien verspreiden. Niet alle ouders gaan daar zomaar mee akkoord. Wanneer het digitaal werkje enkel in de klas gebruikt wordt, zal je meestal geen problemen krijgen. Maar toch beter voorkomen dan genezen. Meer informatie over auteursrecht en privacy kan je vinden in de brochure “Klikvast, ook op de informatiesnelweg”, die eind 2002 naar de scholen werd gestuurd. Gespecialiseerde informatie kan je raadplegen op de website van het Ministerie van Economische Zaken (www.mineco.fgov.be).
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 5
2. Materiaal digitaliseren Tekeningen, knutselwerkjes, liedjes, gedichtjes… dienen uiteraard gedigitaliseerd te worden om nadien naar PowerPoint over te brengen en daar verder te verwerken.
2.1. … met behulp van een scanner Dit is de handigste manier om tekeningen van kinderen te digitaliseren. Ook foto’s kunnen op die manier pc-klaar worden gemaakt. Bij het scannen raden we aan om als resolutie maximaal 150 dpi te nemen en het bestand op te slaan in het jpg-formaat. Zo blijft de bestandsgrootte van de afbeeldingen klein en blijven ze makkelijk hanteerbaar. Ook de PowerPointvoorstelling zelf blijft zo beperkt in grootte.
2.2. … met behulp van een digitaal fototoestel (of webcam) Dit is uiteraard de snelste manier om kant-en-klaar digitaal materiaal te verzamelen. Wanneer je deze foto’s verwerkt in een presentatie, is dat ook heel wat goedkoper (lees: gratis) dan foto’s te laten ontwikkelen of af te printen (op duur fotopapier). Dergelijk fototoestel kan een scanner vervangen: je kan evengoed een foto nemen van een kindertekening of een bladzijde uit een boek. Tekeningen die niet onder de scanner kunnen, kan je enkel zo snel digitaliseren. En om een werkstukje in klei te digitaliseren, kan je niet anders dan een foto nemen… Heel wat cameraatjes bieden ook de mogelijkheid om korte videofragmenten (al dan niet met geluid) op te nemen. Ook die kan je in PowerPoint opnemen.
2.3. … met behulp van een geluidsrecorder Kinderen of jijzelf kunnen tekstjes inspreken, geluiden nabootsen, liedjes zingen, een versje voordragen… en dit bijvoorbeeld via de geluidsrecorder van Windows opnemen. Dit is echter ook heel makkelijk uit te voeren via PowerPoint zelf.
2.4. … en ordenen Zorg dat het gedigitaliseerde materiaal netjes geordend wordt op de computer. Maak een mapje aan waar je alle gescande tekeningen, digitale foto’s, geluidsbestanden… in bewaart, zodat je alles snel een gemakkelijk kan terugvinden.
2.5. … en bewerken Soms is het wel eens nodig om - vooral beelden - nog eens extra te bewerken vooraleer ze naar PowerPoint over te brengen. Hiertoe kan je een heel handig gratis programma gebruiken: IrfanView. Op de cd-rom vind je dit programma en een handleiding hoe je het moet installeren, Nederlandstalig maken en natuurlijk hoe je het programmaatje nadien ook moet gebruiken! Om de handleiding te starten dubbelklik je op het bestand irfanview.html.
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 6
3. Basisvaardigheden PowerPoint Hoe gaan we concreet te werk? Aan de hand van de verwerking van een thema rond ‘schoenen’ leren we de basisvaardigheden om met PowerPoint aan de slag te gaan. In het eerste deeltje werken we sterk geleid, zodat alle nodige handelingen aan bod komen. In een tweede deeltje kan je naar eigen creativiteit - en eventueel met eigen materiaal - de aangeleerde vaardigheden nog eens oefenen. PowerPoint bestaat in verschillende versies. Versies 7, 97 en 2000 zijn praktisch gelijklopend, enkel PowerPoint XP (of 2002) is duidelijk anders dan zijn voorgangers. In deze cursus gaan we uit van versie 2000. Op de cd-rom bevinden zich uitgebreide handleidingen voor alle versies van PowerPoint, in pdf-formaat. (Om dit formaat te kunnen lezen dient wel Adobe Acrobat Reader op je pc geïnstalleerd te zijn, wat meestal het geval is. Indien niet, dan kan je dit eveneens vanop de cd-rom installeren.) In de map ‘Cursussen PowerPoint’ vind je drie handleidingen: - powerpoint.pdf – voor de versies 7, 97 en 2000 - powerpoint2000.pdf – speciaal voor de versie PowerPoint 2000 - powerpointxp.pdf – voor wie reeds met Office Xp werkt
De cd-rom bevat tevens een map met alle materiaal over ‘de schoenen’, een mapje met enkele voorbeeldpresentaties en een map met oefenmateriaal. Dit laatste mapje bevat het materiaal dat nodig is om de hiernavolgende opdrachten in PowerPoint uit te voeren.
3.1. PowerPoint opstarten - Start het programma PowerPoint. (Meestal gebeurt dit door te klikken op ‘Start’ - ‘Programma’s’ ‘Microsoft PowerPoint’, soms zit PowerPoint wat verborgen onder Office 2000.) - Kies voor ‘Lege presentatie openen’. (Als we straks onze presentatie opslaan en de computer afzetten, dan moeten we de volgende maal natuurlijk kiezen voor ‘Bestaande presentatie openen’.) - In het venster met voorgedefinieerde diaindelingen kiezen we voor een blanco dia. We werken heel weinig (of niet) met teksten, zodat de andere indelingen voor ons niet zo passend zijn.
- We krijgen een wit blad. Het formaat is A4, liggend (landscape). In PowerPoint is het niet aan te raden om een blad ‘rechtopstaand’ te gebruiken (het scherm van je monitor is ook ‘landscape’-vormig). In PowerPoint spreekt men niet van een blad of een pagina, maar van een dia! Het is handig om je werkblad zo groot mogelijk te maken. Klik op de grijze scheidingsbalken en versleep deze. Zorg wel dat de kleine dia’s met nummer nog te zien zijn.
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 7
- Werken met een computer betekent ook dat je je bestand goed bewaart. Een gulden regel is: “Sla je werk op, voor je echt van start gaat!” Dat gaan we nu ook doen: Klik op het diskette-icoon (of klik op ‘Bestand’ - ‘Opslaan’). Het bestand bewaar je in de map ‘Mijn documenten’, op de harde schijf C. De bestandsnaam die we aan ons digitale portfolio geven is ‘jouw_naam’! Ppt is de standaard-extensie die PowerPoint aan haar bestanden geeft. Dit dien je niet zelf in te geven!
Nu verschijnt de bestandsnaam helemaal bovenaan in de blauwe balk. Denk eraan om regelmatig op het diskette-icoontje te klikken zodat je bestand telkens wordt opgeslagen! De kans is dan heel klein dat je werk verloren gaat…
3.2. Een eerste object invoegen. - Nu wordt het stilaan tijd om ons eerste object, een afbeelding, op te roepen. - Klik op ‘Invoegen’ - ‘Figuur’ - ‘Uit bestand’. Je krijgt dan dit scherm te zien: Nu moeten we het bestand “*****.jpg” in het venster zien! Selecteer dit bestand door er eenmaal op te klikken. Het wordt in een blauwe rechthoek weergegeven: het bestand is geselecteerd. Je ziet ook een voorbeeld in het venster ernaast. Klik op ‘Invoegen’ en de afbeelding wordt op het blad (de eerste dia) geplaatst in PowerPoint.
3.3. Werken met objecten. Alles wat je op het werkblad plaatst, is een object. Dat kan zowel een afbeelding, een tekstvak, een getekende rechthoek, een videofragment, een geluid… zijn. Deze objecten kunnen volledig zelfstandig van elkaar opereren: een eigen opmaak, een eigen animatie… Bekijk goed de vorm van de cursor, die geeft je richtlijnen wat er met het object zal gebeuren: - Klik op de figuur zodat deze geselecteerd wordt. Je kan zien aan de 8 handvaten dat een figuur geselecteerd is (4 handvaten -blokjes- op de hoeken en vier in het midden van elke zijde). - Klik en sleep op een hoek-handvat om de figuur groter of kleiner te maken. Je ziet dat je de figuur kan ‘schalen’ wanneer de cursor verandert in een dubbele pijl. Gebruik steeds de hoekhandvaten om een figuur te vergroten of te verkleinen, zo behoud je de verhoudingen.
- Wil je een figuur verplaatsen dan moet je deze ook eerst selecteren. Als je cursor verandert in een ‘vier-richtingen-pijl’, dan kan je door te klikken en te slepen de volledige figuur verplaatsen naar de gewenste positie! - In Office XP kan je nu ook figuren roteren met het groene handvat bovenaan.
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 8
Experimenteer even met deze mogelijkheden. Klik op ‘Bewerken’ – ‘Ongedaan maken’ (of op het icoontje) om de veranderingen teniet te doen. Om een object op te maken (animatie geven, kleur wijzigen, actie aan koppelen…) moet je het altijd eerst selecteren! Dan kan je via de menu’s een opdracht of eigenschap aan het object toekennen. Handiger is evenwel gebruik te maken van de rechtermuisknop: zorg dat de muiscursor zich op het geselecteerde object bevindt en klik met de rechtermuisknop. Op die manier verschijnt een contextgevoelig snelmenu. Kies in dit menu met de linkermuisknop wat je wil doen. Ook de dia zelf is een object. Om die te selecteren klikken we op het blad, buiten de objecten.
3.4. Een diareeks aanmaken We voegen een tweede dia in door te klikken op ‘Invoegen’ - ‘Nieuwe dia’. We kiezen opnieuw voor een “blanco dia”! We plaatsen nu telkens een foto van een werkstuk van kinderen op de nieuwe dia. Kies dus opnieuw voor ‘Invoegen’ - ‘Figuur’ - ‘Uit bestand’. Nu kiezen we voor de afbeelding genaamd “foto1.jpg”. Zorg er voor dat de figuur mooi midden op de pagina komt te staan! Voer nu steeds dezelfde handelingen uit om een nieuwe dia aan te maken en de afbeeldingen in te voegen. Er zijn 7 foto’s, met onze openingspagina erbij verkrijgen we dus 8 dia’s. Om door de dia’s te bladeren, heb je verschillende mogelijkheden: - door te klikken op de betreffende dia in de linkerkolom (hier zie je heel duidelijk welke dia de actieve dia is). - met de toetsen ‘PageUp’ en ‘PageDown’. - door met de schuifbalk op de verticale liniaal te slepen tot je bij de gewenste dia komt. - door de twee specifieke knoppen ‘Vorige dia’ en ‘Volgende dia’ onderaan de verticale schuifbalk te gebruiken.
3.5. Diaoverzicht
Via de diasorteerderweergave krijg je een beter overzicht van alle dia’s en kan je ze gaan ordenen. Om een dia te verplaatsen sleep je gewoon de geselecteerde dia naar een andere plaats. Aan de grote verticale ‘lijncursor’ zie je waar de dia zal geplaatst worden. Om een dia te verwijderen, selecteer je deze dia en druk je op de Deletetoets. © Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 9
In deze weergave is het niet mogelijk om objecten in te voegen en te bewerken. Dubbelklikken op een dia brengt je onmiddellijk in de gewone diaweergave, zodat je de dia-inhoud en diaopmaak wel verder kan bewerken.
3.6. De eerste diavoorstelling.
Nu wordt het tijd om onze eerste voorstelling eens te bekijken! Daartoe klik je op ‘Diavoorstelling’ - ‘Voorstelling weergeven’ of gebruik je de sneltoets F5. Je laat telkens de volgende dia verschijnen door even met de muis te klikken of door op de spatiebalk of enter te drukken. Via ‘Voorstelling weergeven’ (F5) start de presentatie steeds vanaf de eerste dia!
Je kan echter ook klikken op de knop linksonder ‘Diavoorstelling’ (een heel klein ‘traditioneel’ diaschermpje). Nu start de presentatie bij de actieve dia! In de diasorteerderweergave hierboven is de vijfde dia geselecteerd. Druk je op de knop met het ‘diaschermpje’ dan start de presentatie dus bij dia 5. Zo hoef je niet de hele presentatie te doorlopen om de effecten te bekijken die je aan de huidige dia koppelt. De diavoorstelling stopzetten kan door gewoon op de Escapetoets te drukken!
3.7. Diaovergang aanpassen Bij een presentatie gebeurt de overgang tussen de dia's automatisch. Normaal verdwijnt de ene dia en verschijnt de volgende. De overgang tussen twee dia's kan echter een stuk aantrekkelijker gemaakt worden door gebruik te maken van de talrijke overgangseffecten die in PowerPoint beschikbaar zijn. Om het allemaal nog boeiender te maken, kan je bij de overgang tussen dia's ook geluidseffecten gebruiken (maar liefst niet overdrijven natuurlijk...). Er is keuze uit een veertigtal verschillende overgangseffecten die je kunt activeren door te klikken op ‘Diavoorstelling’ - ‘Diaovergang’. In dit venster krijg je telkens geïllustreerd welk resultaat je met het gekozen effect bekomt. Ook de snelheid waarmee het overgangseffect uitgevoerd wordt, kan je hier bepalen. De gekozen instellingen kan je via de knop ‘Toepassen’ op de geselecteerde dia('s) toepassen of met de knop ‘Overal toepassen’ op alle dia's toepassen. Je kunt eveneens voor een ‘Willekeurige overgang’ kiezen in de lijst met overgangseffecten. Je krijgt dan iedere keer een ‘verrassend’ overgangseffect. Het verschijnen van een nieuwe dia kan je ook gepaard laten gaan met het afspelen van een geluid. Er is keuze uit meer dan 15 standaardgeluiden. De overgang kan je ook automatisch laten plaatsvinden om de … seconden. Handig als je een doorlopende presentatie wil laten zien van een reeks foto’s. Als je bij ‘Diavoorstelling’ – ‘Diavoorstelling instellen’ ook een vinkje plaatst bij ‘Herhalen tot op Escape wordt gedrukt’ dan wordt de presentatie telkens opnieuw gestart. Geef je dia’s maar een passende overgang, eventueel een geluid en... bekijk het resultaat! Vergeet je niet van je werk op tijd op te slaan?
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 10
3.8. De achtergrond van een dia aanpassen Onze dia heeft een witte achtergrond en vele figuren en teksten omvatten niet de volledige dia. We gaan de achtergrond van enkele dia’s aanpassen zodat alles wat mooier oogt. Zorg dat de eerste dia weergegeven wordt in de normale weergave. Klik op ‘Opmaak’ - ‘Achtergrond’. In het nieuwe venster vind je een witte balk (kleur van je achtergrond) met daarnaast een zwart driehoekje. Klik erop zodat het rolmenu geopend wordt. Je krijgt opnieuw een aantal mogelijkheden: - Bij ‘Meer kleuren’ kan je een kleur zoeken die het best past. Op het tabblad ‘Aangepast’ vind je nog heel wat meer kleurtjes... - Bij ‘Opvuleffecten’ krijg je opnieuw een aantal mogelijkheden voorgeschoteld: kleurovergangen, bitmap- en andere patronen, zelfs de mogelijkheid om een figuur als achtergrond te gebruiken. Terug in het scherm ‘Achtergrond’ kan je kiezen voor ‘Toepassen’: de huidige dia krijgt de gekozen achtergrond. Indien je kiest voor ‘Overal toepassen’ worden alle dia’s voorzien van de gekozen achtergrond.
3.9. Een tekstobject invoegen. Klik op ‘Invoegen’ – ‘Tekstvak’ en zie hoe de cursor verandert in een omgekeerd kruis. Als je tekst wil invoegen die niet omloopt, klik je op de gewenste plaats en typ je de tekst. Om tekst te maken die wel omloopt, klik en sleep je een tekstvak op het werkblad. De breedte van het tekstvak blijft nu constant (hoewel je het nadien wel nog kan wijzigen).
Voor het opmaken van een tekstvak is er een belangrijk verschil naargelang de bedoeling. - Je wilt het tekstvak zelf opmaken (animatie toekennen, achtergrond kleur wijzigen…): Dat gebeurt op dezelfde manier als voor andere objecten (rechts klikken op het object en kiezen uit het snelmenu). Een tekstvak selecteren gaat best als je op de gearceerde rand klikt. - Je wilt de tekst zelf (of een gedeelte ervan) opmaken (ander lettertype, tekstkleur veranderen…): Dan moet je niet het tekstvak, maar de tekst zelf selecteren. Dat doe je door te slepen op de tekst (zoals in Word). Als de tekst geselecteerd is, kun je via het menu opmaak het lettertype, de lettergrootte, de kleur… veranderen. Plaats een titeltekst op de eerste dia en maak de tekst op naar keuze.
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 11
3.10. Animaties PowerPoint beschikt over een hele reeks animatie-effecten die op elk object kunnen toegepast worden. Dit laat toe om het geheel heel wat aantrekkelijker te maken. Om een animatie toe te voegen dien je eerst en vooral het object te selecteren. We selecteren de voetstap op onze eerste pagina (8 handvaten rondom). Open het menu ‘Aangepaste animatie’ door rechts te klikken op het object of te kiezen voor ‘Diavoorstelling’ – ‘Aangepaste animatie’.
3.11. Invoegen en bewerken van afbeeldingen. 3.11.1. Invoegen van afbeeldingen uit een bestand. Voeg via ‘Invoegen’ – ‘Figuur’ – ‘Uit bestand’ enkele afbeeldingen van schoenen in. Je vindt er een heel aantal in de map ‘Schoenen’ op de cd-rom (in de submap ‘Extra afbeeldingen’). Als je IrfanView gebruikt kan je heel snel door een reeks afbeeldingen bladeren en de passende eruit kiezen… 3.11.2. Invoegen van afbeeldingen uit de illustratiegalerie van PowerPoint zelf.
Klik op ‘Invoegen – ‘Figuur’ – ‘Illustratie’. Je kunt een figuur kiezen uit de categorieën of een zoekterm intikken.
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 12
(Wanneer je het meervoud intikt, verkrijg je een beter resultaat!) Klik op de tekening die je wilt invoegen. De bovenste knop (bolletje met pijl naar een blad) dient om de tekening (de clip) over te brengen naar je presentatie. Je dient wel het venster te sluiten of te minimaliseren om te zien dat de afbeelding wel degelijk op je dia geplaatst werd! Soms gebeurt het dat dit icoontje niet kan gebruikt worden. Klik dan rechts op de afbeelding en kies voor ‘Kopiëren’. Plak de afbeelding dan op de dia.
Bemerk dat je ook geluiden en animaties kan invoegen. Hier bedoelt men “animated gifs”. Dit zijn een soort ‘bewegende tekeningen’, eigenlijk een aantal afbeeldingen die snel na elkaar verschijnen. De oudste versies van PowerPoint laten echter geen animated gifs toe. Via de knop ‘Clips online’ kan je op het Internet in de Design Gallery van Microsoft op zoek gaan naar een passende afbeelding (of geluid). In de Engelse versie vind je heel wat meer clips dan in de Nederlandse versie. Via de knop ‘opties’ kan je de taal eventueel veranderen. Dubbelklikken op de afbeelding toont een grotere versie: Selecteer de afbeelding die je wenst over te nemen en klik op het kleine rode pijltje onderaan de tekening. De illustratie wordt toegevoegd aan de ‘PowerPoint-clip-gallery’. Je kan ze nu makkelijk importeren.
3.11.3. Invoegen van afbeeldingen van het Internet - Een afbeelding kopiëren naar het klembord Zoek een website waar de passende afbeelding te zien is. Ga met de cursor boven de afbeelding staan en klik met de rechtermuisknop. Kies voor ‘Kopiëren’ en de figuur wordt op het klembord geplaatst. Je kan deze nu in PowerPoint plakken. - Een afbeelding opslaan Ga met de cursor boven de afbeelding staan en klik met de rechtermuisknop. Kies voor ‘Afbeelding opslaan als’ en duid de map aan waarin je de afbeelding wilt opslaan. Typ in het vak ‘Bestandsnaam’ eventueel een andere naam voor de afbeelding. - Afbeeldingen zoeken via Google Via www.google.be beschik je over een zoekmachine die enkel naar afbeeldingen zoekt. Een handleiding om vlot afbeeldingen te zoeken met Google vind je in de map ‘Internet’ op de cd-rom. Dubbelklik op internet.htm om de handleiding op te starten.
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 13
3.11.4. Invoegen van afbeeldingen van scanner of digitaal fotoapparaat. Eenmaal de scanner of camera goed geïnstalleerd, kan je die ook gebruiken om afbeeldingen binnen te halen. Afbeeldingen kan je na het scannen bewaren op de harde schijf, ook de foto’s van een camera kunnen op harde schijf (of cd of diskette) bewaard worden. PowerPoint biedt echter de mogelijkheid om rechtstreeks afbeeldingen binnen te halen. Klik op ‘Invoegen’ – ‘Figuur’ – ‘Van scanner of camera…’
3.11.5. Zelf tekenen… Je kan uiteraard zelf eenvoudige tekeningen in PowerPoint maken. Zorg dat onderaan het scherm de werkbalk Tekenen te zien is (via ‘Beeld’ – ‘Werkbalken’ kan je dit aanpassen). Rechthoeken, cirkels, lijnen en pijlen kan je heel eenvoudig tekenen. Bij autovormen vind je nog heel wat extra opties.
Uiteraard kan je in een ander tekenprogramma figuren tekenen en ze dan via kopiëren en plakken overbrengen naar PowerPoint. Het is zelfs mogelijk om in PowerPoint een werkvenster Paint op te roepen: Klik op ‘Invoegen’ – ‘Object’ en kies voor een ‘bitmapafbeelding’. In het nieuwe venster kan je een tekening maken, zoals in Paint. De menu’s van Paint vind je terug aan de randen van het scherm. Om de tekening in te voegen, klik je gewoon buiten het werkvenster. Als je later op de tekening dubbelklikt, kan je ze verder bewerken.
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 14
3.11.6. Invoegen van afbeeldingen van educatieve cd-roms Wanneer je een afbeelding van een cd-rom wil invoegen, dan neem je best een schermfoto. Zorg dat hetgeen je wil gebruiken op het scherm staat en druk op de toets PrtSc (PrintScreen), naast de F12-toets. Op dat ogenblik wordt een foto van het volledige scherm naar het klembord overgebracht. Die kan je dan gewoon in PowerPoint plakken of indien nodig eerst bewerken.
3.11.7. Afbeeldingen bewerken. Soms wil je de figuren nog eens extra bewerken vooraleer ze in de presentatie te brengen: lichter maken, een deel wegknippen, meer contrast, omvormen naar zwart-wit of grijswaarden… Dit kan met het handige programma IrfanView of met Paint, het tekenprogramma dat op alles computers met Windows als besturingssysteem staat. Paint start je door te klikken op ‘Start’ – ‘Programma’s’ – ‘Bureauaccessoires’ – ‘Paint’. Hoe je met IrfanView moet werken vind je op de cd-rom. Dubbelklik op irfanview.html. Hoe je een figuur in Paint bijknipt, vind je eveneens op de cd-rom, in de map ‘Klembord’. Dubbelklik op klembord.htm. Ook in PowerPoint kan je figuren bewerken. Zorg eerst dat in het menu ‘Beeld’ bij ‘Werkbalken’ een vinkje staat voor ‘Figuur’. Selecteer dan de afbeelding en automatisch verschijnt de werkbalk figuur. Je kan het contrast en de helderheid aanpassen, maar ook storende randen bijknippen. Klik daartoe op het icoontje ‘Bijsnijden’ (een soort hakenkruis) en snij de figuur vanaf de buitenrand bij. Let wel: de volledige figuur blijft, ook na het bijsnijden, bewaard. Als je grote stukken wil wegsnijden, dan gebruik je best Paint of IrfanView
3.12. Geluiden toevoegen We ontdekten reeds dat we een geluid kunnen invoegen bij een animatie en bij het overgaan naar een andere dia. We gebruikten daarbij de standaardgeluiden van PowerPoint. Ook andere geluiden zijn mogelijk: 3.12.1. Geluiden van een audio-cd. Plaats eerst een audio-cd en klik dan op ‘Invoegen’ – ‘Films en geluiden’ – ‘Cd-nummer afspelen’. Kies het aantal nummers dat je wil laten spelen of de totale speelduur. Je krijgt twee keuzes voorgeschoteld: de cd laten afspelen zodra de dia start of de cd enkel laten afspelen als er op het pictogram wordt geklikt. Op het scherm verschijnt de afbeelding van een cd.
3.12.2. Afspelen van een geluidsbestand van harde schijf of cd-rom. Dit kan zowel een lied zijn in wav- of mp3-formaat of een kort geluidsbestandje (meestal wavformaat). Klik op ‘Invoegen’ – ‘Films en geluiden’ – ‘Geluid uit bestand’. © Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 15
Selecteer het gewenste bestand (bijvoorbeeld stappen.wav in de map Oefenmateriaal) en na invoegen verschijnt er een luidspreker-icoontje. Je kan opnieuw kiezen tussen automatisch afspelen of met muisklik. 3.12.3. Zelf geluiden opnemen Zorg uiteraard dat er een microfoon verbonden is met je computer. Meer info over het opnemen van geluiden en instelling van de computer vind je in de map ‘Geluid_opnemen’ op de cd-rom. Klik op ‘Invoegen’ – ‘Films en geluiden’ – ‘Geluid opnemen’.
Geef het op te nemen geluid eerst een naam. Start de opname door op de rode knop te drukken. Stop de opname door op het vierkantje te klikken. Je kan de opname even beluisteren, of onmiddellijk op OK klikken. Ook nu verschijnt een luidsprekertje en als je erop klikt wordt het opgenomen geluid afgespeeld. Spreek het woord ‘schoenen’ in via de geluidsrecorder (noem het bestand ook ‘schoenen’). 3.12.4. Een geluid koppelen aan een object Eén van de leukste toepassingen van PowerPoint is het laten horen van geluiden als je op een afbeelding of tekst klikt, of als je met de muisaanwijzer over een object gaat. Eerst moet je natuurlijk het bewuste geluid bezitten. Dat kan je zoeken op Internet of je kan zelf een geluid opnemen. Om geluiden te laten horen als je klikt op een bepaald object dienen we te werken met actie-instellingen. Selecteer de titel. Klik op ‘Diavoorstelling’ - ‘Actieinstellingen’ (of roep het menu op via de rechtermuisknop). Kies actie bij ‘Muisklik’ of ‘Muisaanwijzer op object’. Plaats een vinkje voor ‘Geluid afspelen’ en kies het bestand dat je wil laten afspelen in het rolmenu.
Als je in het rolmenu kiest voor ‘Ander geluid...’, dan kan je op zoek gaan naar het passende geluidsbestand. Merk op dat de opgenomen geluiden ook in de lijst in het rolmenu terug te vinden is.
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 16
3.13. Actie-instellingen en een trucje… We werkten reeds met actie-instellingen om geluiden aan een object te koppelen. Maar het is evengoed mogelijk om andere acties aan een object te koppelen. 3.13.1. Actieknoppen Klik op ‘Diavoorstelling’ – ‘Actieknoppen’. Je vindt een aantal voorgeprogrammeerde knoppen. Die kunt u zo in de PowerPoint presentatie plaatsen. Kies een knop en zie dat de cursor een kruis wordt. Teken de actieknop door te slepen en het venster ‘Actie-instellingen’ verschijnt onmiddellijk. Je kan dit ten allen tijde opnieuw oproepen via ‘Diavoorstelling’ – ‘Actie-instellingen’. De mogelijkheden: Hyperlink: hier geef je aan naar welke dia moet worden gesprongen. Kies voor ‘Dia…’ om een welbepaalde dia van de huidige presentatie op te geven. De dia’s worden verkleind getoond. U kunt hier zelfs een webadres intypen zodat wie klikt op de knop automatisch op de juiste pagina op het web terechtkomt. Programma uitvoeren: bijvoorbeeld om een educatief programma op te starten. Geluid afspelen: geluidseffect 3.13.2. Een foto, pictogram, tekening… als actieknop gebruiken. Klik rechts op het object. Kies ‘Actie instellingen’. U krijgt hetzelfde menu als hierboven. EEN TRUCJE: Wil je een onderdeel van een object (een foto of tekening) gebruiken als ‘actieknop’ (of beter hotspot), dan kan je daar een transparante vorm op tekenen. Doe dit als volgt: Teken een rechthoek (of vierkant of ovaal of cirkel) over het gebied waar je de actieknop wil plaatsen. Gebruik daartoe de standaard opvulkleur en de standaard lijnkleur. De plaats die je als klikpunt wil gebruiken moet je nu bedekken. Koppel nu de actie aan de zopas getekende figuur (rechtermuisknop - actieinstellingen). (Let wel: Altijd eerst een actie koppelen aan het object en dan pas alles transparant maken!) Zorg dat de figuur geselecteerd blijft en kies in het kleine rolmenuutje bij opvulkleur en lijnkleur (onderaan op de werkbalk Tekenen) voor ‘geen opvulling’ en ‘geen lijn’.
Neem een afbeelding van een schoen, plaats er enkele hotspots op die de delen van een schoen aanduiden. Je kan een tekst laten verschijnen of laten ‘spreken’.
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 17
3.14 Tijdsinstellingen Bij sommige onderdelen is het heel interessant om bij het verschijnen van een object een zekere ‘wachttijd’ te koppelen. Standaard werkt PowerPoint zo dat de voortgang wordt bepaald door het aanklikken met de muis (of te drukken op de spatiebalk of return). Bij iedere klik wordt de volgende animatie uitgevoerd of verschijnt een nieuwe dia. Het is evenwel ook mogelijk om de overgang ‘automatisch’ te laten gebeuren. PowerPoint zal dan de volgende stap zetten na verloop van een bepaald tijdsinterval. 3.14.1. Binnen een dia.
We willen op onze eerste dia de voetstappen automatisch laten verschijnen, met een tijdsverschil van 2 seconden. Selecteer de eerste voetafdruk. Klik op ‘Aangepaste animatie’ en vervolgens op ‘Volgorde en tijdsinstelling’. Klik op ‘Automatisch’ en kies een tijdsinterval (in dit geval 00:02). Het zal meestal nodig zijn even te experimenteren om het juiste tijdsinterval te vinden. 3.14.2. Overgang van de ene dia naar de andere. Dit bespraken we al eerder (bij diaovergang aanpassen). Het kan interessant zijn om het vinkje ‘Bij muisklik’ weg te nemen. Zo gaat men niet ongewenst naar de volgende dia overschakelen tijdens het doorlopen van het digitale portfolio.
3.14.3. De overgangen automatiseren tijdens een presentatie (try-out). PowerPoint biedt nog een interessante optie om de overgangen in te stellen. De mogelijkheid is immers voorzien om de presentatie helemaal te doorlopen (dus in diavoorstelling) en de tijdsintervallen die je daarbij toepast, door PowerPoint te laten opslaan. Dit is vooral belangrijk als je bijvoorbeeld gesproken tekst gebruikt of achtergrondmuziek die synchroon moet lopen met de voortgang van de dia’s. Je hoeft zich dus niet bij elke animatie af te vragen welk tijdsinterval je precies moet instellen. Klik op ‘Diavoorstelling’ – ‘Try-out voor tijdsinstellingen’. De diavoorstelling start onmiddellijk. Doorloop deze helemaal in het gewenste tempo. De tijdsintervallen worden opgenomen. Aan het einde vraagt PowerPoint of je de opgenomen instellingen wil behouden. Indien u akkoord gaat en daarna de PowerPoint opstart, zal je merken dat de voorstelling volkomen automatisch gebeurt en dat in het gewenste tempo.
Laat even weten of je digitale portfolio goed gelukt is... stuur het eventueel door... of mail even als je hulp nodig hebt! We willen je heel graag verder helpen!
Met dank aan gino Vanherweghe
© Regionaal ExpertiseNetwerk West-Vlaanderen
Digitale portfolio met powerpoint - 18