A5 Toeristenbelasting
17-11-2006
15:47
Pagina 1
RECRON
10
REDENEN OM DE TOERISTENBELASTING AF TE SCHAFFEN (en ook de forenzenbelasting en vermakelijkhedenretributie)
A5 Toeristenbelasting
17-11-2006
INLEIDING
15:48
Pagina 2
1
RECRON biedt u hierbij een brochure aan over de toeristenbelasting en andere heffingen op toeristen. In november 2006 was nog in het nieuws wat voor problemen de toeristenbelasting kan opleveren. Bedrijven maken kosten bij het innen van de belasting, mogen zij die nu wel of niet doorberekenen? Natuurlijk mag dat, net zo goed dat alle gemeentelijke lasten expliciet genoemd zouden mogen worden, als dat ook maar apart op de factuur vermeld staat. Of je daar de gast nu een plezier mee doet, is nog maar de vraag.
De grote publieksactie van RECRON in 2005 heeft aangetoond dat de consument de belastingheffing ook zat is. Hij geeft zoveel geld uit op de plaats, waar hij zijn vakantie viert. Moet hij dan ook nog eens betalen? Vijfenveertig procent van alle uitgaven die hij doet gaan namelijk direct of indirect naar de lokale en nationale overheid, moet hij dan nog apart belast worden voor iets waar hij in zijn eigen woonplaats al voor betaald heeft? Hij vindt het normaal dat belasting wordt betaald door iedereen die aan hem verdient, maar om nog eens persoonlijk te worden aangeslagen gaat hem echt te ver. RECRON heeft daarom de oplossing: schaf de toeristenbelasting af! Vervang desnoods de inkomsten door een kleine opslag op de OZB heffing voor het bedrijfsleven. Dan betaalt iedereen mee die verdient aan de toerist, maar is die discriminerende heffing tenminste verdwenen.
STRIJDIG MET GELIJKHEIDSBEGINSEL
De toeristenbelasting is in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Eén bedrijfstak wordt onevenredig zwaar belast met een belasting op haar product (overnachting of bezoeker). Musea, horeca, detailhandel en andere bedrijven genieten ook van het toerisme, maar hun producten worden niet extra belast. Hierdoor wordt de recreatieondernemer met een verblijfsaccommodatie of dagattractie beperkt in zijn prijsbeleid; waar de consument alleen kijkt naar de eindprijs, komen deze belastingen bovenop de kostprijs van de ondernemer of gaan ten koste van de marge. De ondernemer kan immers niet ongestraft zijn eindprijs blijven verhogen. Hoe hoger de belasting, hoe minder de ondernemer overhoudt voor het leveren van kwaliteit, het doen van investeringen en het doorvoeren van noodzakelijke innovaties. Deze problematiek wordt ook niet opgelost wanneer de toeristenbelasting en de forenzenbelastingen zouden samengaan in één verblijfsbelasting voor verblijfsrecreanten.
Deze brochure geeft de argumenten aan waarom vandaag nog deze heffingen en belastingen moeten worden afgeschaft. De VNG heeft een heleboel argumenten bedacht, die op de website staan, om dat niet te doen. Op al die argumenten geeft deze brochure een impliciet antwoord. Tim F.A.M. Bolweg, directeur
2
3
A5 Toeristenbelasting
17-11-2006
15:48
Pagina 4
2 3 CONCURRENTIEVERVALSING
TOERISTEN VLUCHTEN WEG
De toeristen- en forenzenbelasting werken concurrentievervalsing in de hand. Sommige gemeenten heffen wel de toeristenbelasting, anderen niet. Bovendien verschillen de tarieven per gemeente. Dat betekent dat de prijs voor hetzelfde product in aangrenzende gemeenten kan verschillen. De consument met bijvoorbeeld een camping-jaarplaats bespaart tientallen tot honderden euro‘s door in zijn favoriete regio te kiezen voor een gemeente die geen toeristen- of forenzenbelasting heft. Campinghouders in naburige gemeenten waar wél de belasting wordt geheven, worden hiervan de dupe omdat hun klanten wegblijven. Hetzelfde geldt voor dagattracties in gemeenten die een vermakelijkhedenretributie heffen. Deze attracties moeten onder andere concurreren op prijs; de vermakelijkhedenretributie verzwakt de concurrentiepositie van die recreatiebedrijven.
In sommige gemeenten bedraagt het aandeel van de toeristenbelasting al snel 25 procent van de overnachtingsprijs op een camping in voor- en naseizoen. Daarmee is de belasting een substantieel onderdeel van de totale overnachtingprijs geworden. Dit beïnvloedt het aantal overnachtingen negatief, wat weer een negatieve impact heeft op het gehele bedrijfsleven in de regio. De toeristenbelasting jaagt de recreant het land uit. Aan toeristische-recreatieve producten kleven prijsplafonds. De tarieven voor een campingplaats of bungalow kunnen niet ongebreideld stijgen, omdat consumenten dan andere keuzes maken, bijvoorbeeld voor goedkope vliegvakanties naar warme landen. Prijsplafonds worden snel bereikt wanneer de toeristenbelasting een substantieel onderdeel uitmaakt van de consumenteneindprijs. Prijsplafonds beperken daarbij de investerings- en ontwikkelingsmogelijkheden van de recreatiebedrijven. Consumenten hebben maar een kleine (financiële) prikkel nodig om andere bestedingskeuzes te maken. De consument zapt met hetzelfde gemak van Nederland 1 naar RTL 4 als van de camping in Limburg naar het all inclusive resort in Turkije. Volgens een onderzoek van de ANWB 1 zouden toeristen zich niet storen aan de toeristenbelasting noch hun vakantiekeuze daarvan laten afhangen. Dat onderzoek is echter niet recent en dateert uit de jaren dat de gemiddelde toeristenbelasting maar 25 guldencent bedroeg. Nu is de gemiddelde toeristenbelasting vele malen hoger. Uit recenter consumentenonderzoek blijkt dat Nederlanders zich wel degelijk storen aan de belasting 2. Ook recreatieondernemers ervaren regelmatig dat houders van seizoen- en jaarplaatsen een andere gemeente kiezen om honderden euro’s aan toeristen- of forensenbelasting te besparen.
1 2
4
Rapportage toeristenbelasting, ANWB Omnibusonderzoek 2002 Enquête Bureau Consumenten Onde rzoek,Telegraaf 24 november 2005
5
A5 Toeristenbelasting
17-11-2006
15:48
Pagina 6
4 5 MELKKOE VOOR ALGEMENE MIDDELEN
VERSCHILLENDE PRODUCTEN
In de praktijk gebruiken gemeenten de toeristenbelasting vaak om de gaten in de begroting te dichten. De recreant wordt dus als melkkoe
gebruikt voor de algemene middelen van de gemeente. Een bijkomend aspect is dat de belastingbetalers - de toeristen - geen democratische controle hebben op de hoogte noch de besteding van de gelden; toeristen hebben buiten hun woonplaats immers geen lokaal stemrecht.
De toeristenbelasting bedraagt geregeld 1 euro per persoon per nacht,
maar het is niet uitzonderlijk dat het tarief 2 euro of meer is. Gemiddeld levert de toeristenbelasting een gemeente een half miljoen euro op
De toeristenbelasting is onrechtvaardig omdat verschillende producten (hotel, camping, bungalow, groepsverblijf of plezierjacht) vaak met eenzelfde bedrag belast worden. Dat betekent dat de procentuele waarde van de heffing op de overnachtingsprijs sterk verschilt. Een heffing van 2 maal 1 euro voor twee personen op een hotelkamer van 60 euro staat in geen verhouding tot 4 maal 1 euro voor een gezin op een kampeerplaats van 20 euro of met een plezierjacht op een ligplaats van 10 euro.
(2006). Amsterdam spant daarbij de kroon met 21,5 miljoen euro. Een gemeente als Coevorden scoort ook hoog met 0,8 miljoen euro, maar Bunschoten int slecht 850 euro 3.
Aan de hoogte van de belastingen worden ook geen grenzen gesteld; de jaarlijkse verhogingen zijn ‘grenzeloos’. Zo heeft de gemeente Sittard-Geleen het tarief voor 2006 verhoogd met 80 procent, Ommen met 56 procent 4. De belastingverhogingen worden vaak ook pas in een laat stadium bekend – "snel even de gemeentebegroting rond krijgen" lang nadat de recreatieondernemer zijn tarieven en promotiemateriaal voor het nieuwe jaar al gereed heeft. Gemeenten koppelen doorgaans de inkomsten uit de toeristenbelasting niet aan toeristische-recreatieve uitgaven. Het excuus dat de gemeenten in extra voorzieningen voor toeristen moet voorzien (zoals parkeerplaatsen of fietspaden), snijdt geen hout aangezien deze voorzieningen door iedereen gebruikt worden. Ook ‘dagjesmensen’ en winkelend publiek uit de regio profiteren allemaal van dezelfde voorzieningen, stimuleren de economie met hun uitgaven, maar worden niet met een extra belasting geconfronteerd. Hoofdredacteur Fred Voorbergen van de ANWB Kampeer- en Caravan Kampioen (KCK) verwoordde het in zijn column van september 2005 als volgt: "Wij zijn dus met zijn allen de melkkoe van de gemeente waar de camping ligt en betalen mee aan het gemeentelijke zwembad, de jeugdsoos en de subsidie aan de verenigingen. En dat doe ik thuis al." 3/4
6
Forum Magazine, 12 januari 2006
7
A5 Toeristenbelasting
17-11-2006
15:48
Pagina 8
6 7
SLECHTE WETGEVING
HOGE LASTEN
De toeristenbelasting brengt hoge (administratieve) lasten met zich mee. De totale administratieve lasten van gemeenten en bedrijfsleven bedragen ca. 30 procent van de opbrengsten, inmiddels ongeveer 110 miljoen euro per jaar. Dus ruim 30 miljoen euro vloeit weg om de gelden te kunnen innen, nog exclusief de tijd die de ondernemer bezig is om de (hoogte van de) belasting uit te kunnen leggen aan zijn gasten. De perceptiekosten voor het innen van toeristenbelasting is in 2003 onderzocht door KPMG in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken 5. Daaruit bleek dat van de totale administratieve lasten de perceptiekosten voor gemeenten 5 procent bedragen. Daarnaast zijn de ondernemers gemiddeld 43 uur per jaar kwijt aan het innen, administreren én doorsluizen van de gelden. In totaal komen daarmee de administratieve lasten voor gemeenten én bedrijfsleven uit op dertig procent van de opbrengsten. Met de huidige opbrengst van ca 110 miljoen euro, bedragen de perceptiekosten dus ruim 30 miljoen euro.
5
Feitenonderzoek toeristenbelasting KPMG, juli 2003, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken
De wetgeving voor de toeristenbelasting is juridisch gezien een slechte wetgeving. Dr. Leo Stevens van de Erasmus Universiteit Rotterdam zei over de toeristenbelasting het volgende 6: "De rechtsgrond is nogal zwak, aangezien de dagrecreanten niet in de heffing vallen en verblijfsrecreanten wel." Volgens de Duitse EU-commissaris Günther Verheugen moet wetgeving voldoen aan vier criteria: transparantie, eerlijkheid, continuïteit en doeltreffendheid 7. Leggen we deze eisen langs de Wet op de toeristenbelasting, dan voldoet deze aan geen enkel criterium. Transparantie. De heffing is niet transparant, het is onduidelijk waarvoor betaald wordt en waarom die betaald moet worden. Het is een heffing bij één subgroep gebruikers die vervolgens in de algemene middelen van een gemeente terechtkomt. De wet op de toeristenbelasting voldoet dus niet aan dit criterium. Bovendien gaat het principe van ‘no taxation without representation’ hier niet op: de toeristen die de belasting moeten betalen, hebben in de gemeente van hun vakantie geen democratische inspraak. Eerlijkheid. De heffing is niet eerlijk, slechts één subgroep gebruikers betaalt voor iets waar vele anderen ook gebruik van maken. De wet en de toepassing ervan voldoen ook niet aan het draagkrachtbeginsel. De sterkste schouders dragen hier niet de zwaarste lasten. Meestal is de toeristenbelasting voor alle logiesvormen gelijk (hotel, camping, groepsaccommodatie, bungalowpark, jachthaven) en betaalt de man met de kleinste beurs, veelal de kampeerder, naar rato de hoogste last. Met de continuïteit is het slecht gesteld. Vele gemeentes verhogen plotsklaps deze belasting met onzinnige percentages om de gaten in de begroting te dichten, vaak zelfs op momenten dat de ondernemer zijn prijslijsten voor het nieuwe jaar al heeft gedrukt. De doeltreffendheid is gering, In een KPMG-onderzoek, gemaakt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken 8, is becijferd dat de inningskosten gemiddeld 30 procent van de opbrengst bedragen. Maar wat nog erger is, naarmate de belastingdruk stijgt, dreigen de opbrengsten terug te lopen, omdat de toerist de plaatsen met de hoogste heffingen zal gaan mijden. Dit dupeert het gehele lokale bedrijfsleven en daardoor dupeert de gemeente uiteindelijk zichzelf. 6 7 8
8
FBN 2006/5-10-2005 Hij zei dit in november 2005 op Malta op een EU-forum over toerisme. Feitenonderzoek toeristenbelasting KPMG, juli 2003
9
A5 Toeristenbelasting
17-11-2006
15:48
Pagina 10
8 9 10
LAGE INKOMENS DE DUPE
DUBBEL BELASTEN
Toeristenbelasting treft vooral gezinnen met lagere inkomens voor wie het product ‘kamperen in eigen land’ onnodig duur wordt. De lage inkomens zijn de dupe. Zeker wanneer de belasting al snel 25 procent is van de totale overnachtingprijs (bijvoorbeeld 4 maal 1 euro belasting voor een gezin op een kampeerplaats met een tarief van 15-20 euro per nacht). De toerist kan zijn euro maar één keer uitgeven. Het vakantiegeld gaat dan naar de vakantiebestemming waar men het beste uit is qua prijs en kwaliteit. Toeristenbelasting beperkt de toerist in zijn budget om tijdens de vakantie ook andere (recreatieve) bestedingen te doen. Dit leidt tot minder economische impulsen in de regio, hetgeen uiteindelijk van invloed is op de werkgelegenheid en welvaart van de regio. Gemeenten zouden er goed aan doen om niet alleen de welgestelde toeristen en zakenmensen in hun regio te verwelkomen, maar om voor iedereen een prettige gastheer te zijn.
Inkomsten uit toerisme komen ten goede aan de gehele lokale en regionale economie. Gemeenten profiteren dus al van het toerisme. Met een extra belasting buit de gemeente toeristen dubbel uit. Dit geldt zeker daar waar de recreatieve onderkomens in de gemeente al via de OZB bijdragen aan de gemeentekas. Daarmee leveren de verblijfstoeristen al hun aandeel in het in stand houden van gemeentelijke voorzieningen zoals wegen, riolering en openbare orde.
11
A5 Toeristenbelasting
17-11-2006
15:48
Pagina 12
10 GEEN DRAAGVLAK
Bij de Nederlandse bevolking bestaat weinig draagvlak voor het belasten van toerisme. Dat blijkt wel uit de honderdduizenden steunbetuigingen van consumenten in de protestkaartenactie die RECRON in de zomer van 2005 heeft georganiseerd. Die protestkaarten zijn op 5 december 2005 aangeboden aan minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Ook in consumentenonderzoek scoort de toeristenbelasting hoog op de lijst van ‘als onrechtvaardig ondervonden’ belastingen 9: 87 procent onderschrijft de stelling "Toeristenbelasting moet overal worden afgeschaft". 72 procent vindt overigens dat gemeenten de belasting best mogen heffen, mits de opbrengst ook daadwerkelijk ten goede komt aan de toeristische sector. Toeristen- en forenzenbelasting zijn echter geen doelbelastingen. Ook de ANWB, spreekbuis namens miljoenen recreërende consumenten, geeft aan dat het draagvlak voor de belasting ontbreekt. "De praktijk is vaak dat de gemeenteraad besluit tot verhoging van de belastingen. Met als enige reden: het dichten van een gaatje in de begroting. En dat is het 'm nou net. Want als je als gemeente een verháál hebt, dan maakt dat de acceptatie een stuk eenvoudiger. Maar zo'n verhaal is er zelden." Aldus Dick William Harinck, hoofdredacteur ANWB Waterkampioen 10. Zijn collega Fred Voorbergen van de KCK: "Wij zijn dus met zijn allen de melkkoe van de gemeente waar de camping ligt en betalen mee aan het gemeentelijke zwembad, de jeugdsoos en de subsidie aan de verenigingen. En dat doe ik thuis al." 11
FEITEN EN CIJFERS OVER RECREATIE EN TOERISME IN NEDERLAND De toeristische-recreatieve sector in Nederland is van groot belang voor de nationale economie. Dit bewijzen de volgende feiten en cijfers. Toerisme en recreatie
Landbouw
Transport en logistiek
Aandeel BNP
35,8 miljard (5%). 21 miljard (3%) 13 miljard (2%)
Werkgelegenheid (in mensjaren)
450.000 (280.000)
178.000 (126.000)
122.000 (110.000)
Overheidsbijdrage
50 miljoen
5,5 miljard
(aanleg wegennet)
Groeiprognose
groei
krimp
gelijkblijvend
Overheidsbeleid
nauwelijks
intensief
intensief
Grondbeslag
2%
56%
3%
Toeristische bestedingen in Nederland (2002) (x miljard euro) Binnenlands toerisme Dagtochten
23,5 11,5
Verblijven
2,9
Zakelijke dagtochten
8,2
Zakelijke verblijven
0,9
Inkomend toerisme Dagtochten
8,1 2,3
Verblijven
2,3
Zakelijke dagtochten
0,1
Zakelijke verblijven
1,0
Overig
2,4
Uitgaand toerisme
2,5
Toeristisch-recreatieve goederen
1,7
Totaal
35,8
Enquête Bureau Consumenten Onderzoek,Telegraaf 24 november 2005. Voorwoord Waterkampioen nr 22 - 2005 11 KCK september 2005 9
10
12
13
A5 Toeristenbelasting
17-11-2006
15:49
Pagina 14
Aantal overnachtingen verblijfsrecreatie in Nederland
(x miljoen)
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Binnenlands toerisme
41,7
41,2
41,3
42,4
42,4
41,7
Inkomend toerisme
12,2
11,5
10,5
11,4
11,5
10,7
Aantal overnachtingen verblijfsrecreatie in Nederland
(x miljoen)
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Bungalows, huisjes
27,3
28,2
27,8
28,1
26,7
25,9
Kampeerterreinen
22,8
20,9
20,4
21,4
23,1
22,5
Groepsaccommodaties
3,8
3,7
3,6
4,2
4,0
4,0
Totaal overnachtingen
53,9
52,8
51,9
53,8
54,0
52,5
Aantal accommodaties (absoluut)
3.595
3.609
3.651
3.729
3.795
3.951
Uitgaven Nederlanders tijdens vakantie in verblijfsaccommodaties in Nederland (x miljoen euro) Per vakantie
Per dag
Totaal
149
17
471
69
10
307
Bungalows, huisjes
177
27
920
Overig
135
21
332
Campings, toeristisch Campings, vaste standplaatsen
© RECRON, november 2006. RECRON is de Vereniging van Recreatieondernemers Nederland en telt bijna 1800 leden, die samen goed zijn voor tachtig procent van de omzet in de recreatiesector. RECRON, Postbus 102, 3970 AC Driebergen, 0343 - 52 47 00,
[email protected], www.recron.nl.
14
15
A5 Toeristenbelasting
17-11-2006
15:49
Pagina 16