Reclameregels voor voedingsmiddelen Een overzicht Datum | Mei 2015
Bij vragen kunt u contact opnemen met: Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) Christine Grit, manager Voeding & Gezondheid T: 070 336 51 50 E:
[email protected]
Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................................................................................................................................ 2 1.
Nederlandse Reclame Code: algemene regels ........................................................................................................................................................... 2
2.
Voedingsmiddelen en zoetwaren ................................................................................................................................................................................ 7
3.
Reclame gericht op kinderen ........................................................................................................................................................................................ 9
4.
Eisen voor specifieke media uit andere bijzondere codes dan de RvV, inclusief digitale (en social) media .................................................. 14
5.
Refereren aan milieu.................................................................................................................................................................................................... 16
Bijlage 1: Onder alle omstandigheden misleidend ....................................................................................................................................................................... 17 Bijlage 2: Onder alle omstandigheden agressief ........................................................................................................................................................................... 19 Bijlage 3: Voedingskundige criteria ................................................................................................................................................................................................ 20 Bijlage 4: Codes met reclameregels voor voedingsmiddelen ...................................................................................................................................................... 26
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 1
Inleiding Het maken van reclame voor voedingsmiddelen is aan veel regels gebonden. De meeste komen voort uit zelfregulering en zijn te vinden in de Nederlandse Reclame Code (NRC) en de daarbij behorende bijzondere codes. De NRC geldt voor adverteerders van alle producten, inclusief voedingsmiddelen. Voor adverteerders van voedingsmiddelen is de belangrijkste bijzondere code de Reclame Code voor Voedingsmiddelen (RvV). Afhankelijk van het medium en de gekozen doelgroep moet de adverteerder tevens aan een aantal andere codes voldoen. Uiteraard moeten adverteerders ook aan de geldende wet- en regelgeving voldoen. In dit overzicht wordt de specifiek voor voedingsmiddelen geldende wet- en regelgeving behandeld als onderdeel van de reclameregels, maar wordt niet tot in detail ingegaan op die wetgeving. Zo is de verplichte etiketteringsinformatie niet opgenomen in dit overzicht, maar bedrijven moeten wel voldoen aan de etiketteringsvereisten zoals opgenomen in de Warenwet. Dit document biedt adverteerders een overzicht van de regels waaraan zij zich moeten houden bij het maken van reclame voor voedingsmiddelen. Het is niet de bedoeling daarbij uitputtend te zijn, maar om de weg te wijzen. In bijlage 3 vindt u een overzicht van alle codes waarin zich regels bevinden die voor voedingsmiddelenreclames gelden.
1.
Nederlandse Reclame Code: algemene regels
In de NRC zijn zowel subjectieve als objectieve eisen vastgelegd, waarmee adverteerders rekening moeten houden. Een voorbeeld van een subjectief vereiste is dat de reclame in lijn moet zijn met de ‘goede smaak’ en ‘het fatsoen’. De exacte betekenis van deze twee begrippen is onderhevig aan evolutie in de tijd. Een voorbeeld van een objectief vereiste is dat adverteerders aan de Wet- en regelgeving moeten voldoen. De Nederlandse Reclame Code is opgedeeld in twee delen. Het eerste gedeelte bestaat uit algemene regels waaraan iedere reclame, onafhankelijk van het type product of welk medium wordt gebruikt, moet voldoen. Het tweede gedeelte bevat bijzondere regels, die van toepassing zijn op specifieke productgroepen. In dit hoofdstuk gaan we in op het algemene deel van de NRC, waarin ook de geldende definitie van reclame is opgenomen. We gaan hier alleen in op de algemene regels uit de NRC die van toepassing zijn op reclame voor voedingsmiddelen. Om die reden is bijvoorbeeld artikel 12 uit de NRC over garanties niet opgenomen in dit overzicht. De bijzondere regels, waaronder de Reclamecode voor Voedingsmiddelen, komen in dit overzicht aan de orde vanaf hoofdstuk 2.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 2
1. Definitie reclame Onder reclame wordt verstaan: iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden. Onder reclame wordt mede verstaan het vragen van diensten. Adverteerder is een organisatie of een persoon niet zijnde een consument. Toelichting: Vormen: telewinkelen, telemarketing, sponsoring, product placement, verpakking, etiketten, direct marketing, buzz marketing. Van belang is dat een (georganiseerd) mechanisme kan worden beschreven door middel waarvan de directe of indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden plaatsvindt c.q. heeft plaatsgevonden. Bij aanprijzing gaat het om de totale uiting: tekst, grootte, opmaak, kleurgebruik en dergelijke. Aankondigingen van feitelijke mededelingen, zoals openingstijden of aankondigingen van (gewijzigd) beleid, zijn geen reclame. Reclame is een door een adverteerder gestimuleerde mededeling. Zowel betaald als onbetaald. 2.
Reclame moet in overeenstemming zijn met de wet, de waarheid, de goede smaak en het fatsoen. Mag geen aantasting zijn van de menselijke waardigheid en geen vormen van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, nationaliteit, godsdienst of levensbeschouwing, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid bevatten of bevorderen.
3.
Reclame mag niet strijdig zijn met het algemeen belang, de openbare orde of de goede zeden.
4.
Reclame mag niet nodeloos kwetsend zijn, noch een bedreiging inhouden voor de geestelijke en/of lichamelijke volksgezondheid.
5.
Reclame behoort naar vorm en inhoud zodanig te zijn dat het vertrouwen in reclame niet wordt geschaad.
6.
Zonder te rechtvaardigen redenen mag reclame niet appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid.
7.
Reclame mag niet oneerlijk zijn. Reclame is oneerlijk wanneer zij in strijd is met de vereisten van professionele toewijding en het economische gedrag van de gemiddelde consument die zij bereikt of op wie zij gericht is met betrekking tot het product wezenlijk verstoort of kan verstoren. Invulling:
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 3
Economisch gedrag wezenlijk verstoren is het vermogen van de consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar beperken, waardoor deze tot een transactie besluit waartoe hij anders niet had besloten. Professionele toewijding is het normale niveau van vakkundigheid en zorgvuldigheid dat redelijkerwijs van een handelaar ten aanzien van consumenten verwacht mag worden overeenkomstig eerlijke marktpraktijken en/of de standaard van de goede trouw. Besluit over een transactie is een door de consument genomen besluit over de vraag of, en, zo ja, hoe en op welke voorwaarden hij een product koopt, geheel of gedeeltelijk betaalt, behoudt of van de hand doet. 8.
Misleidende reclame is oneerlijk en dus niet toegestaan.
8.1. Beoordeling misleiding: Rekening houden met al haar kenmerken en omstandigheden, de feitelijke context, de beperkingen van het communicatiemedium en het publiek waarvoor zij is bestemd. 8.2. Misleidend is elke reclame die gepaard gaat met onjuiste of voor de gemiddelde consument onduidelijke of dubbelzinnige informatie en hem ertoe brengt / kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Het betreft dan informatie over: het bestaan of de aard van het product; de voornaamste kenmerken van het product, zoals beschikbaarheid, voordelen, risico’s, uitvoering, samenstelling, accessoires, klantenservice en klachtenbehandeling, procedé en datum van fabricage of verrichting, levering, geschiktheid voor het gebruik, gebruiksmogelijkheden, hoeveelheid, specificatie, geografische of commerciële oorsprong, te verwachten resultaten van het gebruik, of de resultaten en wezenlijke kenmerken van op het product verrichte tests of controles; de reikwijdte van de verplichtingen van de adverteerder, de motieven voor de reclame en de aard van het verkoopproces, een verklaring of een symbool in verband met directe of indirecte sponsoring of erkenning van de adverteerder of het product; de prijs of de manier waarop de prijs wordt berekend, of het bestaan van een specifiek prijsvoordeel; de hoedanigheid, kenmerken en rechten van de adverteerder of zijn tussenpersoon, zoals zijn identiteit, vermogen, kwalificaties, status, erkenning, affiliatie, connecties, industriële, commerciële of intellectuele eigendomsrechten of zijn prijzen, bekroningen en onderscheidingen; de wettelijke rechten van de consument, inclusief het recht op vervanging of terugbetaling, of de risico’s die hij eventueel loopt. 8.3. Eveneens misleidend: marketing van een product op een manier dat verwarring ontstaat met producten, handelsmerken, handelsnamen en andere onderscheidende kenmerken van een concurrent;
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 4
niet-nakoming van een gedragscode waaraan adverteerder zich heeft gebonden (en dat heeft aangegeven); weglaten, verstoppen of een op onduidelijke, onbegrijpelijke, dubbelzinnige manier dan wel te laat verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Als het voor de reclame gebruikte medium beperkingen qua ruimte of tijd meebrengt, en de adverteerder de vereiste informatie langs andere wegen ter beschikking stelt, wordt daar rekening mee gehouden in het oordeel of de reclame misleidend is of niet. 8.4. De paragraaf gaat over uitnodiging tot aankoop. Hieronder wordt verstaan een commerciële boodschap die de kenmerken en de prijs van het product op een aan het gebruikte medium aangepaste wijze vermeldt en de consument aldus in staat stelt een aankoop te doen. Hiervan is sprake bij aanwezigheid van een antwoord- of bestelmechanisme. Voor de gedetailleerde eisen verwijzen we naar het originele artikel in de NRC. Bijlage 1 gaat nader in op vormen van reclame die onder alle omstandigheden als misleidend worden beschouwd (artikel 8.5 in NRC) 9.
In reclame gebruikte getuigschriften, attesten of verklaringen van deskundigen dienen op de waarheid te berusten en in lijn t e zijn met recent aanvaarde wetenschappelijke inzichten.
10. In reclame, bestemd voor het grote publiek, behoren wetenschappelijke termen, statistieken en aanhalingen met grote omzichtig heid te worden gebruikt, teneinde begripsverwarring te voorkomen. Indien van statistieken met beperkte geldigheid gebruik wordt gemaakt, moet die beperking duidelijk blijken. Het bezigen van vaktermen, beschrijvingen, afbeeldingen of beelden, die er kennelijk op gericht zijn om op quasiwetenschappelijke of misleidende wijze het bestaan van niet aanwezige hoedanigheden van producten te suggereren, behoort achterwege te blijven. 11. Herkenbaarheid reclame 11.1. Reclame dient duidelijk als zodanig herkenbaar te zijn, door opmaak, presentatie of anderszins, mede gelet op het publiek waarvoor zij is bestemd. 11.2. Reclame in audiovisuele media dient door optische en/of akoestische middelen duidelijk gescheiden te zijn van de rest van het programma-aanbod. Het gebruik van subliminale technieken is verboden. Het in reclame optreden van personen die door hun deelname aan programma’s gezag of vertrouwen genieten bij bepaalde publieksgroepen is verboden.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 5
12. Vergelijkende reclame mag onder de volgende voorwaarden: Geen misleiding (zie ook onder 8 en in de bijlage voor de invulling van dit begrip). Producten moeten in dezelfde behoeften voorzien of voor hetzelfde doel zijn bestemd. Op een objectieve manier wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken van producten vergelijken. De adverteerder mag niet worden verward met een concurrent. De goede naam schaden van of het kleinerend uitlaten over de merken, handelsnamen, of andere onderscheidende kenmerken van een concurrent is verboden. Een producten voorstellen als namaak van producten met een beschermd merk of beschermde handelsnaam. Producten met een oorsprongsbenaming moeten vergeleken worden met producten met dezelfde benaming. Er mag een oneerlijk voordeel worden opgeleverd als gevolg van de bekendheid van een merk, handelsnaam, of andere kenmerken van een concurrent dan wel van de oorsprongsbenamingen van concurrerende producten. Een vergelijking met een verwijzing naar een speciale aanbieding moet duidelijk en ondubbelzinnig de periode aangeven gedurende welke de speciale prijs of andere voorwaarden gelden dan wel dat deze geldt zolang de voorraad strekt. 13. Agressieve reclame is verboden Agressieve reclame: door intimidatie, dwang (incl. fysiek geweld), of ongepaste beïnvloeding de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de gemiddelde consument met betrekking tot het product beperken, waardoor deze consument ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen die hij anders niet zou nemen. In bijlage 2 staan vormen van reclame maken die onder alle omstandigheden als agressief worden beschouwd en dus verboden zijn.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 6
2.
Voedingsmiddelen en zoetwaren
De Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RvV) is een bijzondere reclamecode met specifiek voor voedingsmiddelenreclames geldende regels, ter aanvulling op de NRC. Een deel daarvan is toegespitst op voedingsmiddelenreclames gericht op kinderen. Deze worden in hoofdstuk 4 van dit overzicht behandeld. De RvV is van toepassing op alle industrieel bereide, meestal voorverpakte, eet- en drinkwaren inclusief zoetwaren die zijn bestemd voor gebruik van de consument. Er is tevens een bijzondere Code voor Zoetwaren (CvZ). Deze is van toepassing op alle niet tot de normale maaltijdstructuur behorende voedings- en genotmiddelen, welke wegens hun door enkelvoudige voedingskoolhydraten (te weten saccharose, invertsuiker, glucose en fructose) bepaalde zoete smaak, in het bijzonder tussen de maaltijden door worden geconsumeerd. Uitgezonderd hiervan zijn ijs, frisdranken, broodbeleg en bij de normale maaltijdstructuur behorende suikerhoudende producten. Adverteerders voor zoetwaren moeten zowel aan de CvZ als aan de RvV voldoen (en alle andere van toepassing zijnde regels) in reclame-uitingen. Ook voor de CvZ geldt dat de vereisten voor kinderreclame besproken worden in het separate hoofdstuk 4 ‘Reclame gericht op kinderen’. Eisen aan reclame voor voedingsmiddelen inclusief zoetwaren Mededelingen over smaak, portiegrootte en een eventuele bijdrage van het aangeprezen voedingsmiddel aan een verantwoord voedingspatroon moet juist en volledig zijn. Bestaande regelgeving over etikettering, het declareren van de voedingswaarde en voedings- en gezondheidsclaims is onverkort van toepassing. Let op: het onderdeel over gezondheidsclaims is per 1 januari 2015 gewijzigd Het is verboden een voedingsmiddel aan te prijzen door te verwijzen naar een bepaalde eigenschap, die binnen de relevante groep van producten geen onderscheidend vermogen heeft, teneinde dat voedingsmiddel door die verwijzing op misleidende wijze te onderscheiden van andere voedingsmiddelen binnen deze groep producten. Er mag wel een algemeen kenmerk worden genoemd, bijv. ‘product X is van nature vetarm’. Het vertonen van een voedingsmiddel als onderdeel van een maaltijd is toegestaan onder de voorwaarde dat deze maaltijd voldoet aan de Richtlijnen Goede Voeding. Er mag niet worden gesuggereerd dat zoetwaren een maaltijd kunnen vervangen. Het tonen van overmatige consumptie van een voedingsmiddel en het expliciet aansporen tot overmatige consumptie is verboden. Ook mag dergelijk gedrag niet tot voorbeeld worden gesteld of goedgepraat. Gebruikelijke prijs- en volumeacties zijn geen expliciete aansporing. Als een voedingsmiddel een lagere energetische waarde heeft dan het oorspronkelijke voedingsmiddel mag de reclame-uiting er niet toe aanzetten dat men daarvan meer gaat consumeren dan het oorspronkelijke voedingsmiddel met de hogere energetische waarde.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 7
Specifieke eisen aan reclame voor zoetwaren Er mag niet negatief worden bericht over mensen die zich wensen te onthouden van of te beperken bij het consumeren van zoetwaren. Eetsituaties van zoetwaren, direct na het tandenpoetsen of voor het naar bed gaan, mogen niet worden getoond in reclameuitingen. Er mag geen verband worden gelegd tussen de consumptie van zoetwaren en gezondheid. Het verwijzen naar een relatief laag suikergehalte in zoetwaren mag niet de indruk wekken dat de kans op het ontstaan van cariës relatief gering is. Televisiereclame kent een gestileerde afbeelding van een tandenborstel. Het is aan de adverteerder te bepalen hoe lang en hoe groot deze in beeld wordt gebracht waarbij de tijdsduur omgekeerd evenredig is met de grootte van de afbeelding. Meer gedetailleerde richtlijnen staan in artikel 6 van de CvZ. De afbeelding is te verkrijgen bij het secretariaat van de Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 8
3.
Reclame gericht op kinderen
Kinderen zijn minderjarigen die de leeftijd van 13 jaar nog niet hebben bereikt. Deze grens is van toepassing binnen het gehele raamwerk van de NRC en de daarbij behorende bijzondere codes. Er worden specifieke eisen gesteld aan reclame-uitingen die gericht zijn op kinderen. RvV: geen reclame voor voedingsmiddelen gericht op kinderen tot 7 jaar. Voor voedingsmiddelen gelden de specifieke eisen uitsluitend voor kinderen in de leeftijdscategorie van 7 jaar en ouder (want voor de jongere is reclame verboden). Specifieke eisen die van toepassing zijn op alle producten zijn ook van toepassing op reclame voor voedingsmiddelen die gericht is op kinderen (van 7 tot en met 12 jaar). In dit hoofdstuk bespreken we eerst de eisen aan reclames gericht op kinderen voor voedingsmiddelen (inclusief zoetwaren), gevolgd door de eisen die voor alle reclames gericht op die doelgroep van toepassing zijn. Specifieke eisen reclame gericht op kinderen voor voedingsmiddelen Het is niet toegestaan reclame voor voedingsmiddelen te richten op kinderen onder de 7 jaar. Dit geldt zowel voor mediadragers die zich volgens het algemeen in de markt geaccepteerde bereiksonderzoek specifiek richten op deze doelgroep als voor mediadragers die dat niet doen, maar waarbij het kijkerspubliek (al dan niet op bepaalde tijden) voor meer dan 25% bestaat uit kinderen tot 7 jaar. Reclame voor voedingsmiddelen die tot stand is gekomen in samenwerking met de overheid en/of een andere erkende autoriteit op het terrein van voeding, gezondheid en beweging mag wel gericht zijn op kinderen tot 7 jaar. Verpakkingen en point-of-sale materiaal zijn uitgezonderd van het verbod. Digitale uitingen zijn niet uitgezonderd van dit verbod. Concreet betekent dit dat adverteerders voor voedingsmiddelen géén kleurplaten op websites beschikbaar stellen en geen speciaal kinderen tot 7 jaar aansprekende (merk of product vertegenwoordigende) animaties, spelletjes of emoticons op het internet lanceren. Tenzij een en ander tot stand is gekomen in samenwerking met de overheid en/of een andere erkende autoriteit. Het is niet toegestaan om reclame te richten op kinderen van 7 tot en met 12 jaar tenzij het reclame betreft voor producten die voldoen aan de bij dit overzicht in bijlage 3 gevoegde voedingskundige criteria Deze eis is per 1 januari 2015 opgenomen in de RvV onder artikel 8. “Producten” moet men lezen als zowel producten als merken. Reclame voor merken waar ook producten onder ressorteren die niet aan de criteria voldoen mag evenmin niet worden gericht op kinderen.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 9
In de RvV zijn daarenboven specifieke eisen gesteld aan reclame voor voedingsmiddelen die voldoen aan de voedingskundige criteria die gericht is op kinderen van 7 tot en met 12 jaar. Reclame voor een voedingsmiddel dat geassocieerd wordt met een specifiek voor kinderen bestemd televisie- en/of radioprogramma mag niet worden getoond in reclameblokken tijdens en direct aansluitend op de uitzending van dat programma. In reclame op audiovisuele media specifiek gericht op kinderen mag een kinderidool niet actief een voedingsmiddel en/of daaraan gerelateerde premiums of diensten aanprijzen. In reclame gericht op kinderen mag bij de aanprijzing van een voedingsmiddel niet de indruk worden gewekt dat de consumptie van het aangeprezen voedingsmiddel hen meer status of populariteit onder leeftijdsgenoten biedt dan de consumptie van een ander voedingsmiddel. Het is niet toegestaan op verblijven en opvang (peuterspeelzaal, kinderdagverblijven, na- en voorschoolse opvang) en basisscholen reclame te maken voor voedingsmiddelen uitgezonderd een voorlichtende reclamecampagne die plaatsvindt met instemming van de overheid en/of een andere erkende autoriteit op het terrein van voeding, gezondheid en beweging. Sampling is een vorm van reclamemaken. Sponsoring van basisscholen is mogelijk onder de voorwaarde dat men zich houdt aan het Convenant Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring. Nadere informatie: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/convenanten/2009/02/24/convenant-scholen-voor-primairen-voortgezet-onderwijs-en-sponsoring.html. Reclame voor voedingsmiddelen die voldoen aan de voedingskundige criteria gericht op kinderen van 7 tot en met 12 jaar moet tevens aan de voor alle producten geldende regels met betrekking tot reclame gericht op kinderen voldoen. Reclame mag niets in woord, geluid of beeld bevatten waardoor kinderen kunnen worden misleid over de mogelijkheid en eigenschappen van het aangeboden product. Reclame gericht op kinderen mag hen geen morele of fysieke schade berokkenen. Daarom mag ze niet profiteren van hun onervarenheid of goedgelovigheid; kinderen er niet toe aanzetten hun ouders te overreden producten te kopen; niet profiteren van het speciale vertrouwen dat kinderen hebben in ouders, leerkrachten of anderen; kinderen niet zonder reden in gevaarlijke situaties tonen. Reclame mag niet suggereren dat het gebruiken van een bepaald product hen fysiek of sociaal voordeel biedt ten opzichte van andere kinderen of dat het niet hebben tot het omgekeerde leidt.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 10
Reclame voor voedingsmiddelen gericht op kinderen van 7 tot en met 12 jaar moet herkenbaar zijn: In (jeugd)bladen of ander drukwerk met een bereik van meer dan 25% bij deze doelgroep dient boven iedere reclame het woord “advertentie” in 12punts letters te staan. Indien het reclame voor zoetwaren betreft in deze bladen of ander drukwerk (let op: tot 14 jaar, niet 13 jaar – afwijkende leeftijdsgrens in vergelijking met andere codes) dient het gestileerde tandenborstelembleem zoals afgebeeld in hoodstuk 3 te worden afgebeeld. Op radio en televisie moet reclame duidelijk onderscheiden worden van de rest van de programma’s door optische en/of akoestische middelen. Let op! Ingevolge de EU Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten (radio en televisie) geldt dat indien een reclame-uiting onder het toepassingsbereik van deze Richtlijn valt, in plaats van 'kinderen' telkens dient te worden gelezen: 'minderjarigen'(=tot 18 jaar). Bij reclame in een SMS dient deze voorzien te zijn van een duidelijke, in één oogopslag waarneembare vermelding van het woord “adv”.
Reclame voor voedingsmiddelen gericht op kinderen van 7 tot en met 12 jaar moet tevens voldoen aan bepaalde inhoudelijke vereisten. Brievenbusreclame, huissampling en sales promotions: Reclamemateriaal dat redelijkerwijs geacht kan worden schade toe te brengen aan de geestelijke gezondheid van kinderen is verboden. Bij een overeenkomst op afstand (anders dan telewinkelen) moet de verkoper een kind aansporen toestemming van zijn ouders te verkrijgen. Een verkoper moet alle maatregelen nemen die in redelijkheid verwacht kunnen worden om zich zeker te stellen van deze toestemming. Bij telewinkelen mogen kinderen er niet toe worden aangezet overeenkomsten te sluiten voor het kopen van producten. Monster- en ander materiaal, dat bij in- of uitwendig gebruik ervan gevaar kan opleveren voor de lichamelijke gezondheid, mag door de verspreider uitsluitend persoonlijk aan volwassenen te worden overhandigd en niet aan kinderen. Persoonsgegevens verzamelen van kinderen van 7 tot en met 12 jaar: Al het mogelijke moet worden gedaan om het kind en/of de ouder te informeren over de doeleinden waarvoor deze worden verwerkt.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 11
Op internet gelden de navolgende regels: Bij banners en pop-ups op websites die gericht zijn op de doelgroep moet de uiting voorzien zijn van een duidelijke in één oogopslag waarneembare vermelding van het woord “reclame” of “advertentie”. Als een reclame-uiting een hyperlink bevat mag op de via linken zichtbaar gemaakte pagina geen uitingen bevatten die met deze code in strijd zijn. Op social media is het niet toegestaan kinderen tot en met 12 jaar aan te zetten tot het reclame maken voor producten. (In-)Game advertising dient door optische, virtuele en/of akoestische middelen en passend bij het bevattingsvermogen van kinderen duidelijk herkenbaar te zijn en zich te onderscheiden van de game. (In-) Game Advertising gericht op kinderen dient in de game en voordat de game begonnen kan worden duidelijk en ondubbelzinnig en passend voor het bevattingsvermogen van kinderen te vermelden dat de game, of delen daarvan, reclame is en voor welke adverteerder. Het is een adverteerder niet toegestaan kinderen rechtstreeks te stimuleren tot het maken van reclame ten behoeve van de adverteerder. Toelichting Van het rechtstreeks stimuleren van kinderen is onder meer sprake als een kind in ruil voor het maken van reclame (bijvoorbeeld het ‘liken’ van een web- of Facebookpagina of het doorsturen van berichten) enig voordeel wordt geboden. Hierbij kan gedacht worden aan: - het mogen downloaden van bepaalde items of het mogen meedoen aan een prijsvraag - het aanbieden van extra mogelijkheden binnen de virtuele wereld en/of (in-)game - het aanbieden van gratis of met korting te verkrijgen items zodat kinderen hun status/positie in de virtuele wereld kunnen handhaven en/of verbeteren. Evenmin is toegestaan een gesponsord item zonder tegenprestatie ter beschikking te stellen, terwijl voor een vergelijkbaar item dat niet gesponsord is door het kind betaald moet worden (bijvoorbeeld het downloaden van wallpapers). In geval van reclame gericht op kinderen via e-mail, dient iedere reclame-uiting in de e-mail te zijn voorzien van een duidelijke, in één oogopslag waarneembare, vermelding van het woord “reclame” of “advertentie”. b. Indien er sprake is van een reclame-uiting die kleiner is dan 150 x 50 pixels, kan de afkorting “adv.” worden gebruikt. c. Indien de e-mail zelf de reclame-uiting is, dient de vermelding boven in de body te worden geplaatst.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 12
In sommige bijzondere codes, anders dan de RvV, zijn additionele bepalingen opgenomen m.b.t. reclame gericht op kinderen tot 16 jaar waar een adverteerder voor voedingsmiddelen ook rekening mee moet houden bij het gebruik van bepaalde media. Telemarketing: het is niet toegestaan aanbiedingen te doen aan consumenten waarvan de telemarketeer weet, zou kunnen weten of behoort te weten dat deze 16 jaar of jonger zijn. Aanbieders van SMS-diensten mogen geen reclame maken voor SMS-diensten op websites die naar hun aard geheel of gedeeltelijk evident gericht zijn op jongeren onder de 16 jaar. Banners en pop-ups vallen onder deze code ook als ze niet doorverwijzen naar een SMS-dienst, maar naar andere producten. Dit kan betekenen dat banners en pop-ups die verwijzen naar sites waarop bepaalde voedingsmiddelen worden aangeprezen niet kunnen worden gebruikt op sites die naar hun aard geheel of gedeeltelijk evident gericht zijn op jongeren onder de 16 jaar (er is nog geen jurisprudentie).
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 13
4.
Eisen voor specifieke media uit andere bijzondere codes dan de RvV, inclusief digitale (en social) media
Er bestaan verschillende bijzondere reclamecodes die regels omvatten voor reclames op of in specifieke media. Dit betreft eisen aan alle reclame-uitingen op of in deze media, ook als het voedingsmiddelen betreft. Een geadresseerde brievenbusmailing over een voedingsmiddel moet aldus aan de Code brievenbusreclame, huissampling en direct response advertising (CBR) voldoen. Indien u voor voedingsmiddelenreclames dergelijke media wenst in te zetten, moet u aan de bepalingen van het betreffende medium te voldoen. Brievenbusreclame, huissampling of direct response marketing Als opdrachtgever moet men duidelijk als zodanig herkenbaar zijn en moet men bovendien daadwerkelijk bereikbaar zijn. De aangeboden producten dienen duidelijk en waarheidsgetrouw te worden afgebeeld en/of beschreven. Elk aanbod dient een korte, eenvoudig geformuleerde samenvatting te bevatten van de rechten en verplichtingen, die aan de aanvaarding van het aanbod zijn verbonden in het bijzonder wat betreft de contantprijs, de kosten en condities van het betalen in termijnen, de eventuele verzendkosten en overige condities, zoals al dan niet vrijblijvend op zicht zodat de ontvanger precies kan weten wat wordt aangeboden en wat zijn rechten en verplichtingen zijn indien hij op het aanbod ingaat. Ten aanzien van waardecoupons, voordeelcoupons en waardezegels geldt dat het voordeel of de reductie voor de ontvanger, gemakkelijk kenbaar en door hem verifieerbaar moet zijn, dat de geldigheidsduur aangegeven dient te worden alsmede eventuele andere beperkingen. Ongeadresseerd reclamedrukwerk Als afzender dient men er voor zorg te dragen dat de verspreider de aanwezigheid van de bekende stickers “Nee geen ongeadresseerd reclamedrukwerk” respecteert. Direct mail Voordat de Adverteerder / Opdrachtgever een adressenbestand met Personen (klanten) wil gebruiken voor het versturen van Direct Mail dient hij altijd het Nationaal Overledenen Register te raadplegen. Het is de Adverteerder / Opdrachtgever niet toegestaan een Persoon te benaderen van wie de gegevens zijn opgenomen in het bestand van Nationaal Overledenen Register. Voordat de Adverteerder / Opdrachtgever een adressenbestand wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail dient hij altijd het Post Register te raadplegen. Het is de Adverteerder / Opdrachtgever niet toegestaan iemand te benaderen van wie de gegevens zijn opgenomen in het bestand van Post Register.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 14
De genoemde raadpleging van het Nationaal Overledenen Register en het Post Register dient plaats te vinden binnen een periode van maximaal zes weken voor het feitelijk toesturen van Direct Mail. Beide kunnen geraadpleegd worden bij www.postfilter.nl. Reclame via e-mail Reclame via e-mail is in beginsel toegestaan als de geadresseerde van reclame via e-mail daarvoor aan de bestandseigenaar door middel van een actieve handeling vooraf toestemming heeft verleend, dan wel dat het e-mailadres door de bestandseigenaar is verkregen in het kader van een verkoop aan of schenking door de geadresseerde en wordt gebruikt voor het aanbieden van eigen gelijksoortige producten, waarbij er geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid zich af te melden (Recht van Verzet). Aan deze verplichting kan niet worden voldaan uitsluitend door middel van een bepaling in de algemene voorwaarden of een privacy statement. Indien reclame via e-mail via een platform waar de adverteerder voor verantwoordelijk is (tell a friend) wordt gestuurd op initiatief van een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf naar een persoonlijke relatie van die natuurlijke persoon, dient de adverteerder de naam van die natuurlijke persoon op te nemen in het “Van”-veld. Indien reclame via e-mail wordt gestuurd conform artikel 1.5 eerste lid dient het “Reply To” veld het e-mailadres van de natuurlijke persoon op wiens initiatief de e-mail is verstuurd, te bevatten. Reclame via e-mail moet duidelijk als zodanig herkenbaar zijn door opmaak, presentatie, inhoud of anderszins. Voor vereisten aan bijlagen en inhoud wordt verwezen naar de code e-mail reclame. Banners en pop-ups (via internet) Een banner of pop-up, die uitsluitend bedoeld is om aandacht te trekken (een zgn. teaser) naar (de verkoop van) producten en/of diensten, hoeft niet aan alle eisen die in de Code voor SMS-dienstverlening staan te voldoen. Een banner of pop-up dient in elk geval wel te voldoen aan de eisen dat er geen mededelingen worden gedaan, geen afbeeldingen, suggesties of omissies bevatten waardoor de Eindgebruiker misleid kan worden over de aard en kenmerken van de aangeboden producten, de prijs en de wijze van berekening daarvan en mag ook niet misleidend zijn (zie hiervoor passages over wat misleidend is in het algemene gedeelte van dit overzicht). Voor het overige zal telkens, afhankelijk van de omstandigheden en met inachtneming van de redelijkheid en billijkheid en de omvang van de banner en pop-up, beoordeeld worden of de banner of pop-up in strijd is met de Reclamecode voor SMS-dienstverlening.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 15
5.
Refereren aan milieu
Diverse voedingsmiddelenreclames refereren aan het milieu, of dit nu gaat over het betreffende product op zichzelf of juist de wijze waarop dit product tot stand is gekomen. Deze reclames moeten voldoen aan de Milieu Reclame Code, een sectoroverstijgende code voor alle reclame waarin milieu-aspecten aan de orde worden gesteld. Milieu Reclame Code Alle reclame-uitingen waarin im- of expliciet wordt gerefereerd aan milieuaspecten verbonden aan de productie, distributie, consumptie of afvalverwerking van producten vallen onder de Milieu Reclame Code. De Code is van toepassing op de gehele levenscyclus van alle producten, derhalve van productie (inclusief grondstofverwerking) tot en met afvalverwerking. Milieuclaims mogen geen mededelingen, afbeeldingen of suggesties bevatten waardoor de consument misleid kan worden over milieuaspecten van de aangeprezen producten, of over de bijdrage van de adverteerder aan het handhaven en bevorderen van een schoon en veilig leefmilieu in het algemeen. Alle milieuclaims dienen aantoonbaar juist te zijn. De bewijslast rust op de adverteerder. Naarmate de milieuclaims absoluter zijn geformuleerd, worden zwaardere eisen gesteld aan het bewijsmateriaal. Indien milieuclaims uitsluitend of vrijwel uitsluitend betrekking hebben op bepaalde bestanddelen of aspecten van de aangeprezen producten, moet dit duidelijk tot uitdrukking komen. Een milieuclaim die betrekking heeft op de afwezigheid of vermindering van milieuschadelijke bestanddelen is slechts toegestaan indien de eventuele vervangende bestanddelen minder milieuschadelijk zijn, en niet ten onrechte wordt gesteld of gesuggereerd dat vergelijkbare producten de afwezige of verminderde milieuschadelijke bestanddelen wel bevatten. Milieuaanduidingen en milieusymbolen mogen niet worden gebruikt, tenzij de herkomst van de aanduiding of het symbool duidelijk is en verwarring is uitgesloten over de betekenis van de aanduiding of het symbool. Citaten uit en verwijzingen naar wetenschappelijke werken dienen representatief en controleerbaar juist te zijn. Indien de wetenschappelijke werken niet algemeen toegankelijk zijn, zal de adverteerder deze werken bij de klachtenbehandeling desgevraagd overleggen. In de reclame-uitingen mag vermijdbaar milieuonvriendelijk gedrag niet ten voorbeeld worden gesteld, noch mag zulk gedrag worden gestimuleerd. Milieuclaims die betrekking hebben op (gescheiden) afvalinzameling en/of afvalverwerking zijn slechts toegestaan, indien de aangeprezen methode van inzameling of verwerking in voldoende mate beschikbaar is voor de doelgroep waarop de milieuclaim zich richt. Milieuclaims die betrekking hebben op het hergebruik van producten, of onderdelen daarvan, zijn slechts toegestaan, indien dit hergebruik in voldoende mate wordt gerealiseerd bij de aangeprezen producten of onderdelen.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 16
Bijlage 1: Onder alle omstandigheden misleidend Onder alle omstandigheden misleidende reclame (volgens NRC): Beweren een gedragscode te hebben ondertekend terwijl dit niet het geval is. Een vertrouwens-, kwaliteits- of ander soortgelijk label aanbrengen zonder daarvoor de vereiste toestemming te hebben gekregen. Beweren dat een gedragscode is erkend door een publieke of andere instantie terwijl dit niet het geval is. Beweren dat een adverteerder of een product door een openbare of particuliere instelling is aanbevolen, erkend of goedgekeurd terwijl dit niet het geval is. Beweren of de indruk wekken dat een product legaal kan worden verkocht terwijl dit niet het geval is. Producten tegen een genoemde prijs te koop aanbieden terwijl Niet door adverteerder of een ander tegen die prijs kan worden geleverd gedurende een periode en in hoeveelheden die redelijk zijn in relatie tot reclame omvang en geboden prijs. Adverteerder het aangeboden artikel niet wil tonen aan de consument Adverteerder weigert het product binnen een redelijke termijn te leveren of een bestelling op te nemen. Een product als “gratis” en dergelijke omschrijven als de consument iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod. Bedrieglijk beweren dat een product slechts(onder speciale voorwaarden) gedurende een zeer beperkte tijd beschikbaar is. Wettelijke rechten van consumenten voorstellen als een onderscheidend kenmerk van het aanbod. Feitelijke onjuistheden beweren rondom de aard en de omvang van het gevaar dat de persoonlijke veiligheid bedreigt als het product niet wordt gekocht. Een product dat lijkt op een product van een andere fabrikant zo promoten dat bij de consument bewust de indruk wordt gewekt dat het een product van die andere fabrikant is. Een piramidesysteem opzetten, beheren of promoten. Beweren dat adverteerder zijn zaak stopzet of gaat verhuizen terwijl dit niet zo is. Beweren dat producten het winnen van kansspelen kunnen vergemakkelijken. Redactionele inhoud in de media, waarvoor adverteerder heeft betaald, gebruiken om reclame te maken voor een product zonder dat dit duidelijk blijkt uit de inhoud of anderszins. Feitelijke onjuistheden over de omstandigheden of mogelijkheden om het product te bemachtigen met als doel consumenten het product te doen aanschaffen tegen voorwaarden die minder gunstig zijn dan normaal.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 17
Bedrieglijk beweren dat een product ziekten, gebreken of misvormingen kan genezen. Beweren dat er een wedstrijd wordt georganiseerd of prijzen worden uitgeloofd zonder dat dit zo is. Reclamemateriaal voorzien van een (nep) factuur of iets soortgelijks om te impliceren dat de consument het aangeprezen product al heeft besteld Op bedrieglijke wijze impliceren dat de adverteerder namens iets/iemand anders optreedt dan zijn bedrijf Op bedrieglijke wijze impliceren dat voor een bepaald product service beschikbaar is in een andere lidstaat dan waar het product is verkocht.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 18
Bijlage 2: Onder alle omstandigheden agressief Onder alle omstandigheden agressieve reclame (volgens NRC): Hardnekkig en ongewenst aandringen per afstandsmedium. Bedrieglijk impliceren dat de consument al een prijs heeft gewonnen of zal winnen dan wel door een bepaalde handeling te verrichten een prijs zal winnen of een ander vergelijkbaar voordeel zal behalen als er geen sprake is van een prijs of vergelijkbaar voordeel. het ondernemen van stappen om in aanmerking te kunnen komen voor de prijs of voor een ander vergelijkbaar voordeel afhankelijk is van de betaling van een bedrag door de consument of indien daaraan voor hem kosten zijn verbonden. Reclame richten op kinderen die morele of fysieke schade berokkent en (voor hun bescherming) niet voldoet aan de volgende criteria: De uiting mag niet tot de aankoop van een bepaald product aanzetten door te profiteren van hun onervarenheid of hun goedgelovigheid. Zij mag er niet rechtstreeks toe aanzetten hun ouders of anderen te overreden tot de aankoop van producten waarvoor reclame wordt gemaakt.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 19
Bijlage 3: Voedingskundige criteria Voor referentieporties: zie portielijst. Voor maaltijden en samengestelde gerechten zijn portiegroottes opgenomen in de lijst met voedingskundige criteria. Categorie 1: Plantaardige en Dierlijke oliën en vetten, incl. smeer-en bereidingsvetten alsmede sauzen die op emulsies zijn gebaseerd1. Subcategorie A: plantaardige en dierlijke oliën en vetten en smeer- en bereidingsvetten. Voorbeelden Energie’ Natrium Verzadigd Vet Suikers Te stimuleren (kcal per portie) (mg/100 gram of mg/100 (g/100gr of g/100 ml) ( g/100 g of g/100 ml) stoffen/componenten ml) Oliën en vetten (alle < 85 <500 <33% van het totale vet is (5) >25% totaal vet is mov. soorten), margarine, verzadigd vet (transvet halvarine, boter mélanges, meegeteld als vv). vaste of vloeibare baken/of frituurvetten Subcategorie B: Sauzen die op emulsies zijn gebaseerd. Zij vormen slechts een klein onderdeel van een maaltijd. Mayonaise, sla dressing, < 85 <750 <33% van het totale vet is <5 >25% totaal vet is mov. marinade, vinaigrettes verzadigd vet (transvet meegeteld als vv). Categorie 2: fruit, groenten, zaden2 en daarvan afgeleide producten behalve oliën. Aardappelen tellen als een subcategorie binnen de groenten evenals peulvruchten. Subcategorie A: Producten van groenten en fruit behalve oliën en aardappelen (>50 gr fruit en/of groenten per 100 gram van het eindproduct) welke een belangrijke component vormen in een maaltijd. Groente met kaas gratin, < 170 <300 <1,5 <15 Minimaal een halve groente conserven uit pot aanbevolen dagelijkse of blik, witte bonen in portie fruit en/of groente tomatensaus, fruit compôte, fruit in siroop, fruitsalade Subcategorie B: Aardappelen en aardappelproducten behalve gedehydrateerde aardappelproducten: alle op aardappelen gebaseerde gerechten (>50 gr aardappel per 100 gr eindproduct) welke een belangrijke component vormen in een maaltijd. Aardappelpuree, gnocchi, < 170 <670 <10% kcal van vv <5 Voedingsstoffen in de aardappel gratin, aardappelen. gefrituurde of gebakken aardappelen
1 2
Boter is van deze categorie uitgezonderd. Hiervoor wordt geen reclame gemaakt gericht op kinderen. Uitzonderingen zijn 100% groente en/of fruit, inclusief sappen daarvan, en 100% noten, zaden en mengsels daarvan waaraan geen zout, suiker of vet is toegevoegd.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 20
Categorie 2: fruit, groenten, zaden en daarvan afgeleide producten behalve oliën. Aardappelen tellen als een subcategorie binnen de groenten evenals peulvruchten. Subcategorie C: Aardappel chips en op aardappelen gebaseerde hartige droge snacks, inclusief die op basis van een aardappeldeeg. Voorbeelden Energie’ Natrium Verzadigd Vet Suikers indien relevant Te stimuleren (kcal per portie) (mg/100 gram of mg/100 (g/100gr of g/100 ml) (g/100 g of g/100 ml) stoffen/componenten ml) Aardappel chips < 170 <670 <10% kcal van vv <10 >3 gr/100 gr vezel en/of >70% ov van het totale vet. Geëxtrudeerde snacks, < 170 <9003 <10% kcal van vv <10 >3 gr/100 gr vezel en/of stapelbare chips >70% ov van het totale vet. Subcategorie D: Zaden en noten Gezouten of gekruide < 200 <670 <10 <15 Voedingsstoffen aanwezig noten, gemengde noten, in de zaden en noten. noten-vruchten mixen, pindakaas. Subcategorie E: Maaltijdsauzen op basis van fruit/groente (alle sauzen gebaseerd op groente/fruit met >50 gr groente/fruit op eindproduct) welke een belangrijke component van een maaltijd vormen. Tomaten Saus, Pasta Saus < 100 <500 <1,5 < 10 Voedingsstoffen geleverd door de ingrediënten. Subcategorie F: Groente/fruit sauzen (condimenten) die voor > uit groente/fruit bestaan maar slechts een beperkt onderdeel van een maaltijd vormen. Tomatenketchup, chutney < 85 <750 <1,5 < 25 Voedingsstoffen geleverd door de ingrediënten.
3
Tijdelijke uitzondering. Wordt t.z.t. ook 670.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 21
Categorie 3: Op vlees gebaseerde producten: alle soorten bewerkt vlees/gevogelte en vleesproducten die voor minimaal 50 gram vlees op 100 gram eindproduct bestaan. Voorbeelden Energie’ Natrium Verzadigd Vet Suikers indien relevant Te stimuleren (kcal per portie) (mg/100 gram of mg/100 (g/100gr of g/100 ml) (g/100 g of g/100 ml) stoffen/componenten ml) Gehaktballen, salami, < 170 <800 <6 (<5) >12% van de energie gegrilde en/of gekookte afkomstig uit eiwit. ham, kipfilet, worstjes. Categorie 4: Visproducten: alle soorten bewerkte vis, schaal- en schelpproducten (minimaal 50% van het eindproduct) Gebakken schelvis, < 170 <450 < 33% totaal vet is vv (<5) >12% van de energie gefrituurde lekkerbekjes, afkomstig uit eiwit. vissticks, zure mosselen, Of tonijn uit blik. >170 als >25% totaal vet is mov. Categorie 5: zuivelproducten Subcategorie A: Zuivelproducten niet zijnde kaas. Minimaal 50% zuivel op het totale eindproduct in 100 gr/ml.. . Melk en melkvervangers, < 170 <300 < 2,6 < 13,5 Eiwit > 12 en% of > yoghurtsoorten, zoete of 2g/100g of 100 ml. zachte kaas, kwark, En/of gefermenteerde dranken, Minimaal 1 bron van zuiveltoetjes. Calcium, een B vitamine of vit D. Subcategorie B: Kaas/kazen en hartige op zuivel gebaseerde producten. Minimaal 50% bestaande uit zuivel op het eindproduct in 100 gr Harde en halfharde kazen < 85 <900 < 15 (<5) Minimaal 1 bron van Calcium, een B vitamine of vit D. Andere kazen, kwark en < 170 < 800 < 10 <8 Minimaal 1 bron van hartige op zuivel Calcium, vit B12 of vit B2. gebaseerde producten.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 22
Categorie 6: Op granen gebaseerde producten Subcategorie A: zoete biscuits, fijne bakkerswaren en andere op granen gebaseerde producten(graan/meel moet het belangrijkste ingrediënt zijn). . Voorbeelden Energie’ Natrium Verzadigd Vet Suikers indien relevant (kcal per portie) (mg/100 gram of mg/100 (g/100gr of g/100 ml) (g/100 g of g/100 ml) ml) Biscuit, koekjes, < 200 <450 < 10. < 35 graanrepen
Subcategorie B: Hartige biscuits, fijne bakkerswaren en andere op granen gebaseerde producten, inclusief deeg gebaseerd. Hartige crackers, op < 170 <9004 < 10% kcal van vv <10popcorn gebaseerde snacks, popcorm, pretzels Subcategorie C: Ontbijtgranen, inclusief graanpap . Cornflakes, gepofte rijst, < 210 < 450 <5 <30 pap, etc. Subcategorie D: graanproducten behalve ontbijtgranen, biscuits of fijne bakkerswaren. Brood, beschuit, rijst, < 340 < 500 <5 <5 noodles, pasta, polenta
4
Te stimuleren stoffen/componenten Vezel (> 3 g/100g) en/of volkoren meel en/of 20% energie van ov en > 70% ov op totaal vet. Vezel (> 3 g/100g) en/of > 70% ov op totaal vet.
Vezel (> 3 g/100g) en/of volkoren meel Vezel (> 3 g/100g) en/of volkoren meel.
Tijdelijk zo hoog; gaat t.z.t. naar 670.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 23
Categorie 7: Soepen, samengestelde gerechten, hoofdgerechten en gevulde sandwiches/broodjes Subcategorie A: Soepen: alle soorten soep en maaltijdsoep die minimaal 1 component van de navolgende bevat: 30 gram fruit, groente, granen, vis, melk of een combinatie ervan (berekend als vers-equivalent) per portie. (Drempelwaarden zijn van toepassing op voedsel zoals bereid, klaar voor consumptie, in navolging van de instructies van de fabrikant) Voorbeelden Energie’ Natrium Verzadigd Vet Suikers indien relevant Te stimuleren (kcal per portie) (mg/100 gram of mg/100 (g/100gr of g/100 ml) (g/100 g of g/100 ml) stoffen/componenten ml) Blikjes tomatensoep, kant- < 170 <350 < 1,5. < 7,5 Voedingsstoffen aanwezig en-klare groentesoep, soep in de ingrediënten welke in zak. worden vereist. Subcategorie B: Samengestelde gerechten, hoofdgerechten en gevulde sandwiches/broodjes : alle soorten gerechten en sandwiches die minimaal 2 componenten van de navolgende bevatten: 30 gram fruit, groente, granen, vlees, vis, melk of een combinatie daarvan (berekend als vers-equivalant_ per portie. (drempelwaarden zijn van toepassing op het product als bereid, klaar voor consumptie, in navolging van de instructies van de fabrikant. Pasta salade met groente, < 425 <5 <7,5 Voedingsstoffen aanwezig <400 noodles met saus, pizza, in de ingrediënten welke tosti, moussaka, gevulde worden vereist. pannenkoeken Categorie 8: Maaltijden De combinatie van producten die als maaltijd worden geserveerd (hoofdgerecht met bijgerecht en een drank) voor ontbijt, lunch of diner Kindermaaltijden < 510/maaltijd5 < 660/maaltijd < 10% kcalorieën van <20/maaltijd (excl. van Elke maaltijd moet < 340/maaltijd6 verzadigd vet nature aanwezig suiker uit minimaal 1 portie fruit, sap, zuivel ) fruit/groente7 bevatten en/of 1 portie sap8 en/of 1 portie zuivel dat aan criteria daarvoor voldoet of melk9 en/of 1 portie volkoren granen10.
5
Voor lunch/diner (30% van dagelijkse energie)
6
Voor ontbijt (20% van dagelijkse energie)
7
60-80 gram fruit/groente
8 150-250 ml sap 9
30 gram kaas/100-150 gr yoghurt, 150-250 ml melk
10
Product met > 8 gram volkoren granen.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 24
Categorie 9: Ijs Alle soorten ijs Roomijs, waterijs, ijslollies, < 110 < 120 <5 sorbet ijs Categorie 10: Zoet broodbeleg (alle soorten zoet broodbeleg exclusief jam, vruchtenspreads en pindakaas). Voorbeelden Energie’ Natrium Verzadigd Vet (kcal per portie) (mg/100 gram of mg/100 (g/100gr of g/100 ml) ml) EN: ≤ 350 kcal/100 g ≤ 400 ≤5 Vruchtenhagel, (53 kcal/portie van 15g) kokosbrood
<20
-
Suikers indien relevant (g/100 g of g/100 ml)
Te stimuleren stoffen/componenten
≤ 30
-
Categorie 11: Non-alcoholische dranken EN: ≤ 30 kcal/100ml Na: ≤ 20 mg/100 g VV: ≤ 1,1 g/100 g <7,5 Vruchtenlimonade, (75 kcal/portie van 250 ml))c (Alcohol: <0,5%) aangelengde siropen, nectar, bepaalde frisdranken11 Uitzonderingen: (geen voedingskundige criteria; geen reclame gericht op kinderen < 12 jaar.) Suiker en op suiker gebaseerde producten, waaronder chocolade en chocoladeproducten, jam of marmelade, suiker, honing of stroop; suikerwerk of andere suikerproducten12 Water
11 12
Frisdrankfabrikanten aangesloten bij UNESDA richten in het geheel geen reclame op kinderen tot en met 12 jaar voor hun producten, ook niet voor kcalorie-arme varianten. Suikervrije kauwgom en suikervrije mints zijn uitgezonderd, buiten de reikwijdte van de hier gestelde criteria.
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 25
Bijlage 4: Codes met reclameregels voor voedingsmiddelen Nederlandse Reclame Code (NRC) Bijzondere Codes: Code brievenbusreclame, huissampling en direct response advertising (CBR) Code verspreiding ongeadresseerd reclamedrukwerk (CODE VOR) Code voor het gebruik van Postfilter Code reclame via e-mail (CODE E-MAIL) Reclamecode voor telefonische informatiediensten (RTI) Reclamecode voor kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de wet op de kansspelen (RVK) Milieu Reclame Code (MRC) Reclamecode SMS-dienstverlening Code voor Telemarketing (CTM) Reclamecode Voor Voedingsmiddelen (RVV) Code Voor Zoetwaren (CVZ) Reclamecode Social Media (RSM) Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC)
Reclameregels voor voedingsmiddelen: een overzicht| 26