Rechtbank Zwolle 1-1-1850 Bekendmaking Ten gevolge van mededeelingen aan den ondergeteekenden toegekomen, blijft het Openbaar Ministerie te Amsterdam aandringen op de opsporing der Bankbiljetten vermeld bij Bekendmaking in dit Dagblad van den 11 December j.l. No. 99, doch is het grootste aantal der geldswaarden en goederen aangewezen in No. 104 van dit Dagblad van den 28sten December j.l. als te Leyden ontvreemd, bereids in handen der Justitie geraakt, zoodat van de laatst bedoelde goederen alleen nog vermist blijven één Bankbiljet N. 399; 26 Januarij 11848 groot f.100,-, één Dito Nr. 952 13 Januarij 1847 groot f.60,- en één derde No. 933, 24 Januarij 1848 groot f. 40,-. Voorts ruim f.150,- aan diverse specien, benevens 36 Tienguldenstukken en één oude gerande Driegulden. Van dezen diefstal wordt mede verdacht Samuel Jochems van der Velde veeltijds zich noemende Jacob Benjamins, geb. Appingedam den 20 April 1801; lang 1 el 5 palm 8 duim, met ovaal aangezigt, gezonde kleur, bruin haar, blonde wenkbraauwen, ros van baard, blaauwe oogen, grooten en geboogen neus, gewone mond, breede kin, eene wrat aan de regter wang bij dd neus, laatst gewoond hebbende te Amsterdam, Israëlitisch koopman De Officier van Justitie bij de Arrondissementsregtbank te Zwolle Nepveu
Oproeping De Schuldeischers in het Faillissement van Gerrit Jan ten Tije (….) worden opgeroepen om te verschijnen ter Raadskamer der Arrondissementsregtbank te Zwolle (…..) 8-1-1850 Men schrijft uit Utrecht van 4 Januarij: Naar wij vernemen zal op Dinsdag den 8 dezer voor het Provinciaal Geregtshof eene regtszaak dienen, welke wegens haren gansch buitengewoonen loop de opmerkzaamheid van het regtsgeleerd publiek verdiend (Het betreft een rechtszaak tegen de Zwolse koopman W. Ulderink wegens valse aangifte tegen de Zwolse Commissaris van Politie. Het gevolg: 3 vonnissen van rechtbank, 5 arresten Gerechtshof, 3 arresten Hoge Raad) Pleit die cumulatie van uitspraken in eene corretionnele zaak voor onze wijze van procederen in strafzaken? (….) 15-1-1850 Arrondissementsregtbank te Zwolle Op den 3 Januarij 1850 zijn de navolgende personen veroordeeld: W.K te Zwolle, wegens het slaan van een magistraatspersoon in en ter gelegenheid van de waarneming zijner bediening, tot eene gevangenisstraf van twee jaren H.V. te Oldemarkt, wegens eenvoudige diefstal, tot eene gevangenisstraf van 14 dagen J.V. te Steenwijkerwold, ter zake van het moedwillig toebrengen van slagen, tot gevangenis van twee maanden geldboete van acht gulden J.J. te Steenwijkerwold, wegens eenvoudige diefstal, tot zes maanden gevangenisstraf L.M. en H.L. te Steenwijkerwold, als voren, ieder tot 14 dagen gevangenisstraf J.H. te Oldemarkt, wegens poging tot eene eenvoudige diefstal, tot 14 dagen gevangenisstraf Benevens elf personen ter zake van bedelarij, tot gevangenis van twaalf dagen en opzending naar het bedelaarsgesticht
1
Zitting van den 10 Januarij 1850 K.V.P., A.G., K.v.d. L. en J.P. de K. te Ambt Vollenhove, wegens vernieling van afsluiting, de eerste in eene geldboete van 10 gulden en de overige ieder in een geldboete van vijf gulden. L.K. te Willemsoord, wegens moedwillig toebrengen van slagen, tot een gevangenisstraf van eene maand, geldboete van acht gulden J.G. te Zwolle, ter zake als voren en hoon, tot eene gevangenisstraf van acht dagen, geldboete van acht guldens H.B. te Zwolle, wegens vernieling van afsluiting, in eene geldboete van tien gulden Benevens vijf personen ter zake van bedelarij, tot eene gevangenisstraf van twaalf dagen, met opzending naar het bedelaarsgesticht. Zijnde tevens allen in de kosten van de respective procedures veroordeeld. 18-1-1850 Rechtbank veroordelingen: -diefstal: 1 mnd -vernieling plus: 8 dagen en f.3,“Men verneemt dat morgen den 29 Januarij, voor het Provinciaal Geregtshof alhier, zal teregt staan zekere (…)derik van Dijk, laatstelijk in deze stad woonachtig en het beroep van metselaar uitoefenende;-beschuldigd van niet minder dan zes gekwalificeerde diefstallen, éénen eenvoudigen diefstal en van twee keeren poging te hebben aangewend om uit de gevangenis, waar hij wettig was gedetineerd, te ontvluchten (….) toen gecondemneerde tot te pronkstelling, brandmerk en confinement voor de tijd van vijf jaren, welke straf door de Koninklijke genade werd veranderd in eene correctionele gevangenisstraf voor den tijd van zes maanden. Het tegenwoordig proces toont echter, hoezeer de beschuldigde zich die Koninklijke gunst heeft onwaardig gemaakt, daar hij in de maand July 1849 ontslagen uit de gevangenis te Zwolle zich onmiddellijk weder tot het bedrijven der onderwerpelijke diefstallen heeft overgegeven, en reeds in de maand Augustus aanvolgende weder gevangen zat” 1-2-1850 Vonnissen Arrrondissementsgerecht Zwolle: -vernieling plus: 1 mnd + f.25,- + f.3,-vernieling: 1 mnd + f.25,-dito -mishandeling: 14 dagen -mishandeling: 6 dagen -mishandeling: f.3,-dito -diefstal: 14 dagen -dito -bedelarij: 12 dagen + opzending Vonnissen kantongerecht -sneeuwbal gooien: f.1,-idem -sneeuw gegooid: f.1,-schelden: f.1,-
2
8-2-1850 Vonnissen kantongerecht -veewet: f.3,-idem 15-2-1850 Vonnissen rechtbank -hoon: f.25,-bedelen: 12 dgn + opzending -hoon plus: 1 dag+ f.8,- + f.1,-turffraude: f.200,-mishandeling: f.3,-mishandeling 1 mnd + f.8,-idem -mishandeling: 8dgn -mishandeling: f.3,Vonnissen kantongerecht -jachtwet f.20,-sneeuwbal gooien: 1,-laster: f.2,50 -schelden: f.2,22-2-1850 Vonnissen rechtbank -loterijwet f.10,-diefstal: 6 mnd -mishandeling plus: 8 mnd + f.25,- + f.8,-dienstplichtwet f.25,-bedelarij: 12 dgn + opzending Vonnissen kantongerec ht -onbevoegd brug geopend: f. 3,-veewet: f.3,-idem -ijkwet: f.5,8-3-11850 Vonnissen rechtgbank -belediging ambtenaar: f.25,-dienstplichtwet: 1 mnd -10 personen bedelen: 12 dgn + op;zending -diefstal: 3 mnd -diefstal plus landlopen: 5 jaren 12-3-1850 Uitgebreide en ingewikkelde dagvaarding door Zwolse deurwaarder E. Neuteboom
3
19-3-1850 Berichtje over rechtsgeding of N.V. Verbetering Zwolsche Diep al of niet tol mag heffen (uitspraak 17 April) 22-3-1850 Vonnissen rechtbank -mishandeling: f.3,-diefstal: 1 mnd -bedelen: 12 dgn + opzending 29-3-1850 Een lang stuk over de conclusies van de OvJ in het proces van een schippersweduwe tegen de NV Verbetering Zwolsche Diep over de tolheffing Vonnissen rechtbank -9 personen bedelen : 12 dgn + opzending -vernieling plus: 1 mnd + f.8u,-mishandeling ambtenaar: 6 mnd 5-4-1850 “Bekendmaking” Oproep van de PG voor examen aspiranten notarisambt. Deze advertentie komt regelmatig voor. Vonnissen rechtbank -mishandeling: 8 dgn -hoon: f.8,-mishandeling: 8 dgn -hoon: f.8,-schelden +: 4 dgn 12-4-1850 “Dinsdag j.l. bergaf de Heer Regter Commissaris Baron Bentinck vergezeld van den Griffier benevens den heer Substituut Officier dezer Regtbank zich naar Zwartsluis, ten einde onderzoek te doen naar de mishandelingen die er zouden gepleegd zijn tegen den geregtelijke bewaarder van een schip hetwelk wegens niet betaling van tol op het Zwolsche Diep was in beslag genomen. Het schijnt daarbij te zijn gebleken dat de bewaarder na een oogenblik het schip vrijwillig te hebben verlaten, ten einde zich te Zwartsluis in eene naburige herberg te begeven, van daar door eenen grooten hoop volks is verdrongen en weggestooten, daar men hem niet in de gemeente wilde dulden; dat hij daarop in een huis is gevlugt, en dat hij hetzelve verlaten hebbende toen men verzekerd had hem geen kwaad te zullen doen door de menigte naar den Hasselterdijk is voortgedreven, alwaar hij door de policie is ontzet geworden. Het blijkt uit het vorenstaande, dat het dezer dagen gegeven berigt in het Handelsblad, zoo in de voorstelling der daadzaken als in de aanwijzing per persoon onnauwkeurig is. De Justitie doet ijverige nasporingen naar de bedrijvers van de gepleegde mishandelingen”
4
19-4-1850 “Bij een zeer gemotiveerd vonnis van de Arrondissements Regtbank te Zwolle van woensdag j.l. is de eisch van de weduwe Gort c.s. tegen de Naamlooze Maatschappij tot Verbetering van het Zwolsche Diep ontgzegd geworden; en is daarbij hoofdzakelijk beslist dat de Koninklijke besluiten uit kracht waarvan de tol geheven wordt behoorlijk zijn afgekondigd, en dat de Koning volkomen bevoegd is om tollen te leggen op een openbaar vaarwater” 30-4-1850 Arrondissementsrechtbank vond geen aanwijzingen om de Directie der Brievenposterij te vervolgen. Er was door Commissaris van Politie aanklacht ingediend bij het OM. Zeer uitgebreide dagvaarding door deurwaarder bij het Kantongerecht J. Voetelink. Gedagvaard wordt een schipper die geen tol had betyaald op het Zwolse Diep. 3-5-12850 Weer een uitgebreide dagvaarding als boven 10-5-1850 Vonnissen kantongerecht -veewet: f.1,-id. -gokwet: f.3,-schelden plus: 1 dag+f,3,-+f.2,50 -vreemdelingenwet: f.3,17-5-1850 Vonnissen kantongerecht -boterwet f.5,-milieu: f.1,-horecawet: f.3,-belediging: f.2,50 24-5-1850 Vonnissen kantongerecht -nalatigheid f.2,-hondenkar: f. 18,-vaarwet: f.3,-id. 28-5-1850 Vonnissen kantongerecht -v eewet f.1,-id. -belediging plus: f.6,-id. -vreemdelingenwet plus: f.3,- + f.1,-
5
7-6-1850 Vonnissen kantongerecht -boterwet: f.3,-horecawet f.3,-. -gemeentelijke wet f.1,-milieu: f.1,-id. -id. 19-7-1850 Vonnissen kantongerecht -gokwet: f.25,-nalatigheid f.5,2-8-1850 Vonnissen kantongerecht -onvoorzichtigheid f.3,-veewet f.3,-schelden f.2,50 -4 personen burengerucht: f.5,50 elk 9-8-1850 Kantongerecht -veewet f.1,-ijkwet f.5,-2 pers. milieu f.2,-laster f.2,50 16-8-1850 Kantongerecht -marktwet f.3,-nalatigheid f.f.25,- (de boete gaat naar de armen van Zwolle) -nalatigheid f.10,-boterwet f.5,,-stropen f.20,-laster f.2,50 22-10-1850 Verslag van de zitting van de Hoge Raad inzake het conflict over het heffen van tol op het Zwolsche Diep (uitspr. 22-11 a.s.) 1-11-1850 Kantongerecht -boterwet f.5,id. -id. -id. -schelden f.2,50 -horeca f.7,-
6
8-11-1850 Kantongerecht -veewet f.3,-veewet f.1,-id. -id. f.3,-id. 22-11-11850 Arrondissementsgerecht -mishandeling: 4 dgn -diefstal (recidive) 5 jr -mishandeling 4 dgn -mishandeling f.8,-belediging agent f.16,-18 pers. bedelen: 12 dgn. + opzending Kantongerecht -boterwet f.5,-dierenwet f.2,-belediging f.5,50 schelden f,1-id. -id. -id. f.2,-
26-11-1850 Uitspraak Hoge Raad in conflict over tolheffing Zwolsche Diep: vonnis Zwolse rechtbank wordt overeind gehouden. 29-11-1850 Kantongerecht -schelden f.2,50 -laster f.2,50 -id. -vuurwerk f.1,6-12-1850 Arrondissementsgerecht -hoon 8,-diefstal 3 mnd -bedreiging 1 mnd -diefstal 8 dgn -id. -id. 4 dgn -id. -hoon 8,-diefstal 8 dgn -belediging agent f.8,-
7
-3 pers diefstal 8 dgn -diefstal 3 wkn -laster 3 dgn -12 pers. bedelen: 12 dgn. + opzending Kantongerecht -ijkwetr f.,-gemeentewet f.1,-id. 1,-milieu f.1,-id. -3 pers. wapenwet f.1,13-12-1850 Arr.gerecht -diefstal 8 dgn -id. -id. -id. -mishandeling plus 3 mnd + f.8,-+f.25,-oplichting 1 jr + 25,-diefstal 5 jr. Kantongerecht -schelden 2,50 -id. stadskeur f.1,20-12-1850 Kantongerecht -verkeer f.1,-stadskeur 1,-schelden f.2,50 27-12-1850 Kantongerecht -schelden f.2,50 -jachtwet 20,-2 pers. vuurwerk f.1,-veewet f.1,50 -id. 1 -id. -id.
1860 2-1-1860 “Het provinciaal geregtshof in Overijssel heeft bij arrest van gisteren de openbare teregtstelling voor dat Hof bevolen van B. Drost, logementshouder te Hasselt en gelast dat hij inmiddels in hechtenis zal blijven” 8
Kantonrechter -diefstal 3 dgn 4-1-1860 “Het Provinciaal Geregtshof in Overijssel heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak van de Gereformeerde Gemeente te Almelo, tegen A.F. Graaf van Rechteren Limpurg te Ambt Almelo, betrekkelijk de vordering van een uitgang in rogge uit de erve Hinneveld gaande, en zoo het schijnt in vroegere jaren aan de gemeente jaarlijks betaald. Het Hof heeft geheel overeenkomstig de conclusiën van den procureur-generaal (zie nr. 114 dezer Courant) met vernietiging van het appel, het vonnis van de Regtbamk te Almelo den 9 December 1857 bekrachtigd, met veroordeling van de appelante in de kosten in hooger beroep gevallen” 9-1 Provinciaal Gerechtshof 2 kolonisten veroordeeld wegens diefstal met geweld (recidive) tot resp. 8 jr en 6jr tuchthuis. Advertentie wegens executieverkoop door deurwaarder W.L. Voetelink Arrondissementsgereecht -belediging ambtenaar en majesteitsschennis 2 jr + f.16,id. f.16,-schennis 11 wkn + f.8,diefstal 3 mnd -diefstal 8 dgn - 2x mishandeling 1 mnd + f.8,-fraude f.50,-bedelen 4 dgn -id. -id. 4 dgn + opzending 16-1-1860 “Heden morgen werd onder toeloop van eene menigte volks, voor het prov. Geregtshof te Overijssel behandeld het appel door Ph. Kropveld te Zwolle, ingesteld tegen het vonnis der Regtbank te Zwolle d.d. 1 December 1859. Na het hooren van 5 getuigen, en van den beklaagde, bekwam de heer Advocaat Generaal het woord, die zich grootendeels refererende aan de gronden en de uitspraak van het vonnis van den eersten Regter de bevestiging van dat vonnis heeft gerequireerd, met uitzondering der boeten, welke hij tot op ééne geldboete van f.100,- wilde verminderen. De beklaagde zich vervolgens zelf verdedigende, begon die verdediging in dichtmaat, waartegen de heer Advocaat Generaal dadelijk opkwam, waarna de beklaagde verzekerende, dat zijne op dichtmaat geschrevene verdediging geenszins de achtbaarheid der justitie zou schenden, noch in strijd zoude zijn met de wet. Het hof heeft daarop de voortzetting der verdediging van den beklaagde in andere woorden gelast, waarna hij verklaarde dan de zaak aan den Hoogen Raad der Nederlanden te zullen onderwerpen, en geene andere verdediging te hebben (….)”(uitspraak 21-1-1860) Arrondissementsgerecht -diefstal f.5,-belediging ambtenaar f.16,-id. met verzet 1 mnd
9
-mishandeling 1 mnd + f.8,-id. 8 dgn -mishandeling 3 dgn -geweld, hoon, laster 8 dgn + f.3,-+f.3,-+f.3,-mishandeling 1 dg -hoon f.8,-bedelen 1 dg -3 pers. bedelen 4 dgn + opzending 18-1-1860 Voor de rechter-commissaris van instructie zijn opgeroepen de commissaris der nachtwakers, 4 nachtwakers en de stadsarts iu.v.m. de dood van J. de Roos op het politiebureau 23-1-1860 Uitspraak van het provinciaal Gerechtshof tegen Ph. Kropveld : wegens de laster tegen de koopman Jonas Hijman Polak: 6 mnd + f.100,-, ontzetting voor 5 jr uit de burgerrechten en vrijspraak voor de hoon. Arr.gerecht -veewet f. 25,- + 3 dgn -id. -diefstal 1 mnd id. 14 dgn -mishandelingh 8 dgn -id. f.5,-id. -id. 3 dgn -laster f.16,-4 pers. bedelen 4 dgn + opzending -mishandeling f.25,-belediging van ambtenaar f.16,-3 voudig geweld 2 mnd en 3x f.6,-geweld en vernieling 1 mnd + 3x f.8,-geweld 4 dgn + opzending 1-2-1860 “Naar men verneemt heeft de voormalige deurwaarder Lughten te Kampen, na zijne verwijdering uit Kampen, zich op Belgisch grondgebied schuldig gemaakt aan opligting, waarvoor hij door de Regtbank te Antwerpen den 3 Januarij 1860 tot 3 maanden gevangenisstraf is verwezen. Na het ondergaan dier gevangenisstraf zal hij waarschijnlijk aan het Nederlandsch Gouvernement worden uitgeleverd, ten einde te worden teregt gesteld voor de alhier hem ten laste gelegde misdaad van verduistering van gelden, hem in zijne betrekking van deurwaarder toevertrouwd” 3-2-1860 “J.l. Dinsdag werd voor het Prov. Geregtshof behandeld de zaak van Berend Drost te Hasselt, beschuldigd van bedrieglijke bankbreuk door (…..)”
10
6-2-1860 “Het provinciaal geregtshof in Overijssel heeft heden in eene algemene vergadering vereenigd, tot deurwaarder bij de regtbank te Zwolle, ter standplaats Kampen, benoemd Pieter Meijboom, tot dusver deurwaarder te Zwolle, in plaats van A.J.M. Lughten, van dat ambt ontzet” “Men verneemt dat de heer Ph. Kropveld te Zwolle, welke onlangs door de regtbank te Zwolle, bevestigd bij arrest van het Provinciaal Geregtshof in Overijssel, ter zake van laster (….) voorshands de wijk heeft genomen naar Londen” Arr.gerecht -diefstal 6 dgn geweld 1 mnd + f.8,-id. -geweld 1 dg -laster f.10,geweld f.5,-belediging ambtenaar f.16,-geweld f. 25,-3 pers. bedelen 4 dgn + opzending 8-2-1860 Uitspraak tegen B. Drost Hasselt: 1 jr Arr.gerecht -mishandeling 1 mnd + f.8,-diefstal 6 dgn -id. -id. 1 mnd -oplichting 2 ½ jar -diefstal en bedelen 6 mnd + opzending -nalatigheid f.10,-6 pers. bedelen 4 dgn + opzending 13-2-1860 Kantongerecht -verkeer f.10,-contractbreuk f.10,-id. -verkeer f.10,15-2-1860 Arr.gerecht -diefstal 3,-schennis 1 mnd -mishandeling f.1,-id. 8 dgn -belediging ambtenaar 1 mnd -5 pers. bedelen 4 dgn + opzending
11
20-2-1860 Kantongerecht -verkeer f.3,-onvoorzichtigheid f.1,-milieu f.1,-id. -milieu f.10,-stadskeur f.3,-horecawet 3 pers. f.3,-vuurwapenwet f.3,Arr.gerecht -6 pers. bedelen 4 dgn + opzending -diefstal 1 mnd -diefstal 3 mnd -diefstal 14 dgn -id. -id. -id. -mishandeling 14 dgn -mishandeling f.10,-id. -3 pers. bedelen 4 dgn + opzending 27-2-1860 “Men verneemt dat de bekende zaak van Philip Kropveld te Zwolle, schrijver van het toneelstukje Jonas de bankroetier op Maandag den 5 Maart voor den Hoogen Raad zal dienen” 27-2-1860 Prov. gerechtshof -diefstal met geweld 8 jr. tuchthuis id. 6 jr tuchthuis -laster 6 mnd + f.100,-+ontzetting burgerrechten voor 5 jr -diefstal 8 dgn -id. -id -diefstal 5 jr tuchthuis Kantongerecht -vaarwet f.10,-veewet 1 dg -id. -visserijwet f.3,-veewet f.4,29-2-1860 Het Provinciaal gerechtshof heeft geoordeeld dat de beschuldigingen tegen de voormalige deurwaarder A.J.M. Lughten niet onder de strafwet vallen , maar nieuwe beschuldigingen dienen onderzocht te worden.
12
Het provinciaal gerechtshof heeft deurwaarders benoemd: -D. van den Berg (in de plaats van Meijboom die naar Kampen is verplaatst) -A.C. van Oorschot (in de plaats van de ontslagen J. Hoenders) 7-3-1860 “Den 5 Maart is voor den Hoogen Raad der Nederlanden, kamer van strafzaken, behandeld de zaak van Philip Kropveld te Zwolle, tegen een arrest van het provinciaal geregtshof in Overijssel, waarbij is bevestigd een vonnis van de arrond.-regtbank van Zwolle houdende zijns veroordeling tot gevangenisstraf van 6 maanden, geldboete van f.100,- enz., als schrijver van het toneelstukje Jonas de Bankroetier of de geschiedenis van een ouden schelm. De adv.gen. Karseboom heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. Uitspraak is bepaald op den 20 Maart e.k.” 9-3-1860 “De Arrondissements Regtbank alhier heeft bij vonnis van heden, J.S.W., aannemer wonende te Genemuiden schuldig verklaard aan diefstal van lood (….) van den kerk en den toren te Genemuiden en (….) veroordeeld tot gevangenisstraf van twee jaren” Arrondissementsgerecht -D.K.G., 43 jaar, gemeenteveldwachter van Nieuwleusen en T.D., vrouw van R.N. te Steenwijk, worden vrijgesproken van openbare schennis der eerbaarheid (maar de OvJ gaat in hoger beroep) -laster 1 mnd + f.25,-hoon f.8,-vernieling f.7,50 -5 pers. bedelen 4 dgn. + opzending 14-3-1860 Kantongerecht -milieu f.3,-verkeer f.3,-horeca f.3,-veewet f.3,-jachtwet f.10,- + f.10,-horecawet 3,-id. -vuurwapenwet f.3,-lawaai f.3,-id. 19-3-1860 De zaak tegen de ex-deurwaarder A.J.M. Lughten wordt verwezen naar het Provinciaal gerechtshof De arrondissementsrechtbank heeft uitspraak gedaan tegen H. Grafhorst, een jongen van 16t jaar die per ongeluk een jongen heeft doodgeschoten en een ander verwond: 3 mnd + f.25,- + f.8,-
13
Arrondissementsgerecht -verkeer f.10,-id. -4 pers. diefstal : 87 dgn. -mishandeling f.10,-hoon en schelden f.8,- + f.2,50 -2 pers. bedelen: 4 dgn + opzending Kantongerecht -verkeer f.3,-ijkwet f.3,-nalatigheid f.10,verkeer f.10,--diefstal 6 dgn -verkeer f.3,-lawaai f.3,-id. -horeca f.3,26-3-1860 De ex-deurwaarder A.J.M. Lughten is voor het provinciaal gerechtshof vrijgesproken van alle rechtsvervolging. Kantongerecht -9 x verkeer: 9 x f.10,verkeer f.10,-sneeuwbal gooien f.3,-horeca f.3,-horeca f.3,30-3-1860 Het arr.gerecht heeft uitspraak gedaan in een zaak waarin iemand iets gebouwd had daar waar het niet mocht. 2-4-1860 Prov. gerechtshof -geweld tegen politie 2 mnd -id. 1 mnd -bedrieglijke bankbreuk 1 jaar -bedreiging 5 jr -id. 4-4-1860 Het Prov. gerechtsholf heeft achter gesloten deuren het hoger beroep behandeld tegen de veldwachter D.K.G.. De advocaat-generaal eist 3 mnd + f.8,-/f.100,-. De veldwachter en de vrouw ontkennen 11-4-1860 De veroordeelde Philip Kropveld is voortvluchtig en opsporing wordt verzocht
14
13-4-1860 Veldwachter D.K.G. en T.D., huisvrouw van R.N. te Steenwijk, worden in hoger geroep toch veroordeeld wegens schennis met elkaar der openbare eerbaarheid. 4 mnd voor hem, 3 mnd voor haar en elk f.8,- boete. 20-4-1860 “Heden stond voor de Regtbank alhier te regt G.v.H., oud 23 jaren, breidster wonende de Zwolle, thans gedetineerd in het huis van Burgerlijke en Militaire verzekering. Deze beklaagde had gedurende eenigen tijd haar werk gemaakt, om kinderen die voor hunne ouders winkelwaren haalden, het daarvoor bestemde geld door aller hande bedrieglijke middelen te ontnemen. Onlangs was zij op een avond twee kinderen van 8 à 10 jaren tegengekomen aan wie zij vroeg om dubbeltje te wisselen; de argelooze wichtjes geen kwaad vermoedende, wilden haar verlangen voldoen, toen de beklaagde in het voorschoot van een der kleinen greep, en daaruit met geweld zich het daarin bevindende geld nam en zich verwijderde. De beklaagde heeft ter teregtzitting hare schuld beleden. Het Openbaar Ministerie requireerde tot schuldig verklaring en tot veroordeling van de beklaagde tot eene cellulaire gevangenisstraf van zes maanden (…) “ 23-4-1860 “In het begin van dit jaar kwam te Wanneperveen een persoon, die zich uitgaf als waterdoctor en aan verschillende landlieden als zoodanig geneesmiddelen verkocht. Onder anderen had hij aan den landbouwer K. Heerink voorgesteld diens zieke vrouw binnen vier dagen te genezen, waarop hij een halve flesch azijn heeft laten halen en daarin een wit poeder gedaan en omgeschud, zeggende dat de zikeke daarvan driemaal daags een eijerlepeltje moest gebruiken voor welk middel hij zich f.6,- heeft doen betalen. Bij zekeren landbouwer Hoorn heeft hij een middel tegen lintworm verkocht, bestaande in een fleschje raapolie met hetzelfde witte poeder vermengd, waarvoor hij zich f.3,- heeft laten betalen. De brigadier rijksveldwachter Alblas te Zwartsluis heeft daarop de ongenoodigden waterdoctor aangehouden en aan de Justitie overgeleverd en jl Donderdag door de regtbank alhier wegens opligting is veroordeeld tot eene gevangenisstraf van twee jaren, in twee geldboeten van f.25,- en de kosten. Volgens opgave der beklaagde ter teregtzitting, zou hij reeds vroeger wegens dergelijke feiten bij verschillende regtbanken tot gevangenisstraf van drie jaren en minder zijn veroordeeld geweest” Verslagje van een civiele procedure van een koopman tegen Mr. E.J.E. over geleverd zilvergoed zonder keurmerken. 2-5-1860 Verslagje van het hoger beroep bij het Prov. Gerechtshof in de zak J.S. Uiterwijk wegens diefstal van lood uit de kerk en toren te Genmuiden. In de zaak rond Jonas de bankroetier blijkt niet alleen de schrijver veroordeeld te zijn, getuige het volgende: 7-5-1860 “Z.M. heeft bij besluit van 26 April 1860 No. 57 goedgevonden en verstaan: tot op acht dagen te verminderen de gevangenisstraf van eene maand, en kwijtschelding te verlenen van de beide geldboeten elk van een honderd gulden waartoe Willem Frederik Zweers te Zwolle, bij vonnis der arrondissementsregtbank te Zwolle van den 1 December 1859 ter zake van laster en hoon is veroordeeld.
15
Men zal zich herinneren dat deze veroordeling voortvloeit uit het drukken en verspreiden van het toneelstukje Jonas de bankroetier, terwijl de hoofddader, de schrijver, zich voortdurend in Engeland ophoudt, en zich aan de nasporingen der justitie onttrekt” 9-5-1860 Het Provinciaal Gerechtshof heeft een voordracht van 3 met name genoemde personen gemaakt voor de opvolging van de overleden deurwaarder J.C. Koeroo 14-5-1860 “(….)Er worden wekelijks door de regtbank te Zwolle 20 à 30 personen wegens bedelarij veroordeeld, waaronder verscheidene die nog geene vijf dagen te voren zijn ontslagen geworden” 1-6-1860 “Het getal rondzwervende bedelaars vermindert nog geenszins; heden zijn er wederom 25 veroordeeld, die allen in het laatst van de vorige week en het begin van deze week zijn aangehouden” (De belasterde Jonas uit het toneelstukje was de firma Jonas Heijman Polak, een manufacturenzaak in de Roggenstraat , volgens advertentie. Mogelijk in dit verband een advertentie op 4-6 van ene M.J. Polak, Hoek Vischpoortenplas, waarin deze waarschuwt dat onder zijn naam spullen in Zwolle worden aangeboden) 11-6-1860 Maar liefst 32 bedelaars veroordeeld tot 4 dgn en opzending Het valt op dat voor de kantonrechter relatief vaak diligence-medewerkers terecht staan, o.a. van van Gend en Loos, wegens allerlei overtredingen (geen licht voeren, te hoog geladen etc.). Allemaal vergrijpen tegen het mogelijk eerste verkeersreglement: “Reglement op de dienst der openbare middelen van vervoer te lande”.. 4-7-1860 De zaak tegen G. van Dijk kwam voor het Prov. Gerechtshof (valsheid in geschrifte) Eis: 5 tot 10 jaar gevangenis en 12 x f.50,- boete. Uitspraak 11-7: 5 jaar tuchthuis en 12 x f.50,- boete. 23-7-1860 “Op aanstaande dinsdag zal voor het Provinciaal Geregtshof in Overijssel, behandeld worden de zaak van Hendrik Koopman, van Hoogeveen, thans in hechtenis te Zwolle, beschuldigd van in eene herberg den kastelein met een mes zoodanig te hebben verwond in de borst, dat deze eenigen tijd later is overleden. Ter dezer zake voor het provinciaal gerechtshof te Drenthe teregt gestaan hebbende, is hij deswege schuldig verklaard aan manslag, en veroordeeld tot 15 jaren tuchthuisstraf. Tegen dit arrest heeft de veroordeelde zich in cassatie voorzien, met dat gevolg dat het hof van Drenthe door den Hoogen Raad is vernietigd, en de zaak tot een nieuw onderzoek is verwezen naar het provinciaal geregtshof in Overijssel. Veertien getuigen zijn in deze zaak gedagvaard, zullende de beschuldigde worden bijgestaan door den heer Mr. J. Thiebout, advocaat te Zwolle” (uitspraak: 10 jaar tuchthuis)
16
27-7-1860 “De Arrondissements Regtbank, heeft in de procedure van de stad Zwolle tegen de heer Schaepman, over wegruiming van het uitstekende getimmerte van gedaagdes woning, boven de groote Aa alhier, op dezelfde gronden, als in de procedure tegen den heer van Cleeff, bij vonnis van heden, aan de stad Zwolle als jure publico eigenaresse van de grote Aa, hare vordering toegewezen, en mitsdien de amotie bevolen van het bedoelde uitstek, met veroordeling van den gedaagde tot vergeoding van kosten schaden en interessen” 9-8-1860 “Bij bevelschrift van de Arrondissementsregtbank te Zwolle, is de zaak tegen J.J. Boers, trijpwever te Kampen, thans gedetineerd, verwezen naar den heer Procureur Generaal bij het Provinciaal Geregtshof in Overijssel, op grond dat er genoegzame bezwaren bestaan dat de beklaagde: 1. op 18 Maart 1860, door gebruik making van de door hem geschreven handteekening van H. ter Stege, door den winkelier Bruns te Kampen zich heeft doen ter hand stellen eenige ellen laken 2e op zeven verschillende tijdstippen, onder het valsche voorgeven van te komen namens de Heer Gallé te Kampen, zich bij denzelfden winkelier, onderscheidene partijtjes laken heeft doen afgeven, ter waarde van circa f.86,- 3e op 24 Mei 1860, valschelijk voorgevende te koemen namens de dienstmeid van den heer Gall, zich heeft doen ter handstellen bij den goud- en zilverkasthouder Topfer te Kampen, twee paar gouden oorbellen ter waarde van f.25,-. Alle welke goederen en voorwerpen, hij ten eigen bate heeft aangewend, weerloos gemaakt en verduisterd” (uitspraak in krant 21-9: 5 jaar tuchthuis, 2 x f.50,- , 8 x f.25,-) Opvallende items uit het verslag van de arrondissementsrechtbank, zitting 2-8-1860: “8. B.J.C. te Staphorst ter zake van den burgerlijken stand voltrekken van het huwelijk van een minderjarige zonderf zich het bestaan der toestemming van haren vader te hebben vergewischt veroordeeld in eene geldboetge van f.1,9. H.F.D. als boven uit Avereest, geldboete van f.10,-“ 17-8-1860 Uit het verslag van het kantongerecht zitting 14-8-1860: “J.L., arbeider te Avereest, iemand iets ten laste te hebben van eene daad die, wanneer ze bestond, hem de verachting zijner medeburgers zoude berokkend hebben: boete f.1,.” (dus kennelijk de ander beschuldigd te hebben van iets dat praktisch niet mogelijk is….) 27-8-1860 “Den 21sten dezer stond voor het Provinciaal Geregtshof van Overijssel teregt Herman Hietberg, rijksveldwachter en opziener der jagt en visscherij, gestationeerd te Raalte, beschuldigd van drie misdaden van valschheid in openbare of authentieke geschriften, door hem, als bekleeder eener openbare betrekking gepleegd, door valsche feiten in acten, tot de uitoefening van die betrekking behoorende, op te geven, als of zij in waarheide hadden plaats gehad. De procureur generaal requireerde de schuldigverklaring en eene gevangenisstraf van minstens 5 en hoogstens 20 jaren, benevens drie geldboeten ieder van f.50,- De ambtshalve aan den beschuldigde toegevoegde verdediger, de heer Mr. R. Sandberg concludeerde tot zijne vrijspraak” (uitspraak 28-8-1860: vrijspraak)
17
28-9-1860 “Op den 16 Augustus l.l. stond voor de regtbank alhier teregt zekere P.BV. arbeider te Vollenhove, beklaagd van feitelijk verzet tegen de veldwachters D. Rozeboom en J.B. Bruist, bij gelegenheid dat deze beambten ter bewaring van de rust, iemand uit de tapperij van M. Huisman te Vollenhove wilden verwijderen. De beklaagde, hoezeer twee getuigen à décharge voorgebragt hebbende, is evenwel tot gevangenisstraf en in de kosten veroordeeld.. Thans verneemt men dat de regtbank, op requisitoir van den heer officier van justitie tegen deze beide getuigen à décharge heeft verleend regtingang met bevel tot dagvaarding in persoon, op grond van het vermoeden, dat hunne in de gemelde zaak afgelegde verklaringen zouden zijn in strijd met de waarheid, als hebbende zij destijds eenparig gedeponeerd, dat zij net aleen van de door den beklaagde jegens de veldwachters gepleegde gewelddadigheid niets hebben gezien, maar dat, zoo die gewelddadigheid hadde plaats gegrepen zij zulks hadden moeten zien” “Het openbaar ministerie heeft heden na de behandeling der zaak tegen den gedetineerde L. Tulleners, oud 17 jaren, geboren te Vollenhove, beklaagd van poging tot diefstal van eenige maten uit de school (….) gerequireerd tot schuldig verklaring en (….) cellulaire gevangenzetting voor den tijd van een jaar (….)” (uiteindelijke veroordeling: 5 mnd) Voor het provinciaal gerechtshof stonden terecht -Jelte Hielkes Overdiep -Aarend Hendrik Raadsveld Beide kolonisten der Ommerschans hadden een dreigbrief geschreven aan de president van het arrondissementsgerecht te Leeuwarden. Veroodeling: resp. 5 jaar en 6 jaar tuchthuis. Advertentie van een onder curatele stelling Advertentie van een faillissement 1-10-1860 “Het provinciaal geregtshof in Overijssel heeft op zaturdag den 22 September 1860, regtsprekende in hooger beroep in strafzaken, in zake Hs Albers en zijne moeder, wonende in het Laangeveen gemeente Tubbergen, welke beklaagd waren van feitelijk en gewelddadig verzet tegen ambtenaren van ’s rijks belastingen in de uitoefening hunner functiën, beslist, dat de visitatiën door rijksambtenarfen op het onvrije territoir geschied, steeds moeten plaats hebben tusschen zons op- en ondergang; dat in casu de gewelddadigheden en het verzet hadden plaats gehad bij eene visitatie door de ambtenaren vóór zonsopgang bewerkstelligd, en alzoo die ambtenaren niet waren in de uitoefeningf hunner functiën, en bij gevolg onbevoegd de visitatie te berfwerkstelligen; weshalve de beklaagden door die ambtenaren bij gemelde gelegenheid uit hunnen woning te verwijderen, geene strafbare daad hadden gepleegd, en diensvolgens zijn ontslagen van alle regtvervolging. Naar men verneemt, is de procureur –generaal tegen deze belangrijke beslissing in cassatie gekomen” (En niet zonder succes: de Hoge Raad besloot dat bij een heterdaad-huiszoeking de regel van zonsop- en ondergang niet geldt) Het valt op dat relatief veel veroordelingen door de kantonrechter overtredingen der ijkwet omvatten. Zitting 27-9 zelfs 13 personen.
18
5-10-1860 “Jongstleden Dinsdag begaven zich de regter-commissaris, subst.officier van justitie en subst. griffier, vergezeld van den heer dr. Kross en chir. van Raalte, naar Steenwijk, ten einde eene geregtlijke schouwing te houden over den persoon van Jacobus Bijkerk, die voor eenigen tijd door den thans gedetineerden R. van Zanten, hevig is verwond geworden, waardoor hij thans reeds meer dan twintig dagen buiten staat is geweest zijn gewoon werk te verrigten. De toegebragtre wonden en vooral eene snede in het linker been, zijn van zoodanigen ernstigen aard, dat het herstel van den lijder nog wel eenige weken tijds zal vorderen, terwijl men bovendien vreest, dat hij het goede gebruik van zijn been nimmer zal terug krijgen”. De rijkspolitie had 2 personen aangehouden voor diefstal van fruit. Veroordeling: 6 weken. “Deze zaak is alzoo met alle formaliteiten binnen vijf dagen geheel afgedaan”. Maar dat ging toch niet op, want de OvJ ging in beroep tegen het vonnis en eiste 1 jaar volgens de krant van 5-11-1860. 26-10-1860 “Heden stond voor de Arrondissements Regtbank alhier teregt G.P. bordeelhoudster te Zwolle, wegens het werk maken, om de onzedelijkheid te bevorderen en op te wekken bij een meisje beneden de 21 jaren. Na verhoor der getuigen, requireerde het O.M. tot schuldigverklaring van de beklaagde en tot veroordeling van haar, tot eene gevangenisstraf voor den tijd van een jaar, in eene boete van f.50,- en in de kosten” (uiteindelijk vonnis: 1 mnd) 29-10-1860 “Jongstleden donderdag stonden voor de arrondissementsregtbank alhier wegens bedelarij teregt een man, met zijne vrouw en vier kinderen. Zij zijn allen de slagtoffers geworden van het misbruik van sterken drank, waaraan de eerste zich zedert geruimen tijd op eene verregaande wijze had overgegeven. Hij was vroeger bewaarder in het gevangenhuis te Amsterdam. Als zoodanig is hij wegens gedurige dronkenschap ontslagen; later was hij klerk bij eenen deurwaarder en is ook wegens de zelfde ondeugd door dezen weggejaagd, zoodat hij weldra met zijn gezin tot den bedelstaf gebragt werd. Thans zullen zij allesn naar de kolonie Ommerschans overgebragt worden, waar de ongelukkige vrouw en hare kleine kinderen het wangedrag van haren man en hunnen vader zullen kunnen betreuren” 5-11-1860 “J.l. Vrijdag begaf zich de heer regter-commissaris bij de regtbank alhier, met den heer subst.officier van justitie en een fung.griffier, vergezeld van twee geneeskundigen, naar de gemeente Oldemarkt ten einde aldaar eene geregtelijke schouwing te houden over het lijkje van een pasgeboren kind, dat in den morgen van den 3 October j.l. te Paaslo, gemeente Oldemarkt, in een waterput is drijvende gevonden en daarin reeds eenige dagen scheen gelegen te hebben. Onderscheidene personen zijn vervolgens door den regter-commissaris gehoord, waaronder ook zekere Luitje ten Woerde, oud 21 jaren, tegen welke zoodanige bezwaren gerezen zijn, dat zij testond in voorloopige bewaring is genomen om vervolgens naar het huis van verzekering te Zwolle overgebragt te worden. Naar men verneemt, moet de schuldige hare misdaad reeds hebben beleden” Uit het verslag van de arrondissements-rechtbank 25-10-1860: “(….) ter zake van wederregtelijk domen op eens anders bezaaiden grond”
19
9-11-1860 “Op Dinsdag den 6 dezer is voor het provinciaal geregtshof in Overijssel de zaak behandeld van J.C.F. Harms, van beroep smid, gewoond hebbende te Zwolle, thans gedetineerd aldaar, beschuldigd van moedwillige brandstichting. Reeds vroegtijdig waren de gereserveerde plaatsen en die voor het publiek bezet. Te 10 uren begon het verhoor van 17 getuigen à charge en 6 à décharge, ’t welk te 3 ½ uur eindigde, en waaronder de beschuldigde buitengewoon kalm was. Te 6 uren werd de zitting heropend. De heer advocaat-generaal, Mr. G.D. Ribbius, betoogde in een uitvoerig requisitoir dat de beschuldigde zou moeten worden schuldig verklaard aan het hem ten last gelegde feit, van op den 10 Augustus j.l. moedwillig brand te hebben gesticht in een bewoond huis, waarbij menschenlevenes in gevaar konden komen, en dien ten gevolge veroordeeld tot de straffe des doods, door middel van ophanging, uit te voeren op een der openbare pleinen der stad Zwolle, met last van aanplakking van ’s hofs arrest ter gewone plaats. Daarna kwam de heer mr. W.S. van der Gronden, als verdediger van beschuldigde aan het woord, trachttte de onschuld van zijnen client in het licht te stellen, en concludeerde tot niet schuldig verklaring en invrijheidsstelling. Het hof heeft de uitspraak bepaald op maandag den 12 November e.k.” (uiteindelijk arrest: vrijspraak) Verslag van de zitting in de zaak Arend Jan Volker uit Ambt Delden die in volslagen dronkenschap zijn moeder met een zeis had gedood. Eis: de doodstraf op een schavot binnen Zwolle. De verdediger pleitte voor een gevangenisstraf van 3 mnd tot twee jaar “en eene boete van 50 tot 600 franken”. Uitspraak in de krant 21-11-1860: schuldigverklaard en de doodstraf. De president wees de beschuldigde op de mogelijkheid om amnestie te vragen aan de koning en raadde aan elke dag daartoe vurig te bidden. 23-11-1860 “Op den 27 September j.l. wilde de deurwaarder Meiboom te Kampen, krachtens een vonnis van de regtbank alhier en op last van den ontvanger der registratie te Kampen, een persoon gijzelen, die zich bevond in het gebouw van het stoomgemaal te Mastenbroek, gemeente Genemuiden. Hoezeer de deurwaarder was bijgestaan door twee getuigen, zijnde twee veldwachters van Genemuiden, werd hij door den machinist G.M. en den ondermachinist H.M. belet om het gebouw binnen te treden, zoodat hij de adsistentie van den burgemeester van Genemuiden moest inroepen.. De beide genoemde personen hebb en zich vervolgens ook tegen den burgemeester verzet, tengevolge waarvan de eerste beklaagde wegens mishandeling en beleediging van een magistraatspersoon in de waarneming zijner dienst, en de beide beklaagden wegens beleediging van een magistraatspersoon van het regeringsbestuur, en van beleediging van bedienende beambten in de waarneming van hunne bediening en het uiten van scheldwoorden, bij vonnis van hedsen door de regtbank alhier zijn verfoordeeld, de eerste tot eene gevangenisstraf voor den tijd van twee jaren en de tweede van ééne maand, voor ieder drie geldboeten ééne van f.8,- en twee van f.2,50 “(vonnis in de krant 3-12) 28-11-1860 “(….) Herhaaldelijk heeft het hof met zaken uit de genoemde kolonie (Ommerschans) te doen, waarom het wenschelijk ware, dat de regering, nu dit gesticht toch aan het rijk behoort, de maatregel van visering der brieven door den directeur (….) invoerde, even als in alle gevangenissen des rijks plaats vindt (….)”
20
30-11-1860 Johann Trodkij (geb. te Pruisen) wordt veroordeeld tot één jaar + boete van f.50,-, omdat hij een verklaring omtrent het gedrag had vervalst om aangenomen te kunnen worden bij het Koloniaal Werf Depot om te dienen bij het KNIL. 7-12-1860 “Het provinciaal gweregtshof in Overijssel heeft onlangs tusschen den landbouwer W. van Tongeren en den heer Baron de Vos van Steenwijk te Windesheim beslist dat de verkoop van jagtregt onder de vorige jagtwet bestaanbaar was. Op vele plaatsen hebben de boeren vroeger aan de heeren vergunning gegeven om insluitend op hunne erven te mogen jagen, en die af te palen, en om dit goedkooper gedaan te krijgen, het jagtregt voor de leus verkocht. Men beweerde dat dit ook te Windesheim het geval geweest is met den vorigen heer van Windesheim, en dien ten gevolge heeft het hof aan den tegenwoordigen bezitter eenen eed opgelegd, hoofdzakelijk inhoudende, dat hij niet weet dat vroeger aan zijnen vader slechts vergunning is gegeven om af te palen en geenszins de bedoeling is geweest, het jagtregt te koopen. De dag der eedsaflegging is bepaald op 10 December” 19-12-1860 Uit het verslag van een zitting der kantonrechter: “H.A. te Nieuwleusen wegens het verrigten van openbaren arbeid op Zondag eene geldboete van f.1,-“ 31-12-1860 “Door de Advocaten en Procureurs alhier wordt aan de Eerste Kamer der Staten-Genraal een adres gezonden tot onthouding harer goedkeuring aan het ontwerp van wet omtrent de nieuwe regterlijke inrigting, als zullende niet nader brengen tot het doel van spoedige en goedkoope regtspraak maar veeleer daarvan verder te verwijderen” 31-12-1860 De twee getuigen in het proces tegen Piet Bos, Vollehove, verdacht van meineed, werden door Provinciaal hef vrijgesproken.
1870 6-1-1870 “Twee personen uit Kampen stonden dezer dagen voor de regtbank teregt, ter zake dat zij in vereeniging met elkander op 10 September j.l. op of in de nabijheid van het erf van Berend Aaalbers onder Kampen vier, aan Aalbers toebehoorende tamme eenden zouden hebben doodgeschoten, arglistig weggenomen en zich toegeëigend; hebbende een hunner bij die gelegenheid Berend Aalbers met het geweer op de hand gedrukt en geslagen. Het O.M. requireerde de schuldig verklaring van de beklaagden van het met weten helen van gestolene goederen, en een hunner bovendien van moedwillige mishandeling. De regtbank heeft echter bij vonnis verstaan, dat de beklaagden, die niet alleen van geweren en alzoo van wapenen waren voorzien toen zij de eenden meenamen, maar ook dat zij van die wapenen gebruik hebben gemaakt, welke feiten bij de wet met criminele straffen zijn bedreigd en buiten de bevoegdheid der regtbank vallen. De regtbank heeft de zaak naar den bevoegden regtercommissaris verwezen, ten fine van nadere instructie”
21
10-1-1870 “Gedurende het jaar1869 zijn door de regtbank alhier gewezen 290 correctionele vonnissen, waarbij 293 personen zijn veroordeeld en 51 vrijgesproken. In het geheel stonden dus teregt 344; en wel wegens mishandeling 106, diefstal 98, gewelddadigheid en beleediging jegens beambten 32, bedelarij en landlooperij 30, opligting 5, misbruik van vertrouwen 4, verbreking van afsluiting 4, hoon 6, politie-overtredingen (hooger beroep) 18, administratiezaken 8, het dragen van verboden wapens 5, verschillende kleine overtredingen 28; te zamen 344” (N.B. zedenzaken komen in dit overzicht niet voor !) 12-2-1870 Uit verslag kantonrechter “(….) J.E. te Zwolle, ter zake van het als rendezvous-huis houdster te Zwolle ontvangen eener vrouw in hare woning aldaar niet voorzien van een boekje, hetwelk bij de inschrijving van publieke vrouwen aan deze wordt verstrekt, en zulks bij herhaling, tot een geldboete van f.25,- (…) J.H. te Zwolle, ter zake van het aanbieden zijner diensten als pakjesdrager of wegwijzer aan de toegangen van het spoorstation te Zwolle, zonder daartoe door den burgemeester te zijn aangesteld f.3,- boete” 14-2-1870 “De directeur-generaal der Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen, zoomede de directeur der Nederlandse Centraal spoorwegmaatschappij, waren donderdag j.l. voor de regtbank gedagvaard, wegens het niet op den gestelden tijd doen vertrekken van sommige treinen van het station Zwolle. Het O.M. heeft echter tot vrijspraak gerequireerd, omdat die bestuurders niet voor soortgelijke overtredingen aansprakelijk konden gesteld worden”. 17-2-1870 “De regtbank heeft een apotheker in dit arrondissement veroordeeld tot eene boete van f.1,- en een boete van f.10,- ter zake van 1e het bij de visitatie van zijn apotheek niet overleggen van de door den inspecteur van gezien geteekende lijst der geneesmiddelen die hij voorhanden moest hebben en 2e van het bewaren van geneesmiddelen in voorwerpen, zonder dat daarop den officieelen en meest gebruikelijken officinalen naam te vermelden” 22-2-1870 Advertentie van een zeer uitgebreide dagvaarding aan een Kamper schipper die zeer vermoedelijk met zijn boot was vergaan en wiens vrouw nu wenste te hertrouwen. Kennelijk waren zeker 3 van deze dagvaardingen nodig voor de missende schipper als overleden kon worden geregistreerd. 23-2-1870 Uit het verslag van de Arrondissementsrechtbank: (…) W.K., slaapstedehouder, wonende te Zwolle, vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit van weigering van voeding aan een garnisaire ( … )” (Van Dale 1950: garnisair = ingelegerde soldaat) Opvalt in het verslag dat er maar één persoon voor bedelen wordt opgezonden
22
28-2-1870 “Donderdag stond voor de arrondissementsregtbank teregt J.C. Rond, ter zake dat hij op 1 Januarij 1870 valschelijk voorgevende knecht op de Zwolsche gasfabrfiek te zijn en als zoodanig Nieuwjaar wenschende, zich met een zakje in de hand heeft begeven aan de woningen van verscheidene ingezetenen alhier en aldaar giften ontvangen. Het O.M. requireerde de schuldigverklaring van den beklaagde aan bedelarij in eene plaats, voor welke eene openlijke inrigting tot voorkoming van bedelarij bestaat en zijne veroordeling tot eene gevangenisstraf van 3 maanden” “Door den regter-commissaris worden thans twee persdelicten geïnstrueerd als 1e tegen den schrijver in en den den drukker en uitgever van de Steenwijker Courant 2e tegen den schrijver van een artikel in en den uitgever van de Nieuwe Kamper Courant , in welke artikelen feiten en omstandigheden worden medegedeeld, waardoor sommige personen zich beleedigd hebben geacht” 5-3-1870 “Donderdag j.l. was de audiëntiezaal der Regtbank te klein em het auditorium te bevatten, dat verlangde tegenwoordig te zijn bij de behandeling der beruchte zaak tegen de gedetineerden 1. Derkje van der Vegt 2. Bernardus Mulder (Nardus met de kruk) en 3. Hermannus Franciscus Rommel (….)” Verder een beschrijving van het misdrijf (straatroof), de strafeiden; Uiteindelijke vonnis in de krant van 11-3 28-3-1870 “De persoon van Arie Diehl, vroeger geagreërde ten kantore van den rijksontvanger te Dalfsen, doch thans in hechtenis te Amsterdam, is gisteren voor den heer regter-commissaris voor strafzaken gebragt, ten einde gehoord te worden over verschillende ontvangsten, die hij zoowel is als buiten zijne kwaliteit ten kantore van den ontvanger te Dalfsen gedaan heeft, en welke ontvangsten hij in het geheel niet of voor een minder bedrag zou hebben geboekt en alzoo net alles of niet geheel hebben verantwoord. Deze persoon, die verscheidene jaren commies bij ’s rijks belastingen is geweest en uit die betrekking wegens wangedrag is ontslagen, is daarna wegens landlooperij te Amsterdam veroordeeld en naar het gestichtg Ommerschans opgezonden. Van daar kwam hij op het kantoor van den ontvanger te Dalfsen, waar hij van begin van Mei tot 1 Augustus 1869 is gebleven en toen wegens de bovengemelde handelingen zijn ontslag heeft bekomen; hij vertrok daarop naar Amsterdam waar hij zich uitgaf voor een deurwaarder van de belasting en zich schuldig maakte aan bedriegelijke opligting ten gevolge waarvan hij door de regtbank aldaar tot eene gevan genisstraf van een jaar en eene boete van f. 25,- is veroordeeld. De sterke drank speelt weder eene hoofdrol in de levensgeschiedenis van deze man” Overtredingen met de hondenkar zijn “populair”. Krant 31-3: 19 personen worden door de kantonrechter daarover veroordeeld.. 20-4-1870 Verslag van het hoger beroep bij het provinciaal gerechtshof in een zaak tegen de directeur van de staatsspoorwegen en die van de spoorlijn Almelo-Salzberg. 2 treiknen waren te laat aangekomen en dat niet door overmacht. Dat is weliswaar in strijd met de wet, maar is de directeuren niet persoonlijk aan te rekenen, dus vrijspraak. Maar de procureur-generaal gaat in cassatie.
23
Curiosum: in de krant van 21-5 overgenomen uit de Schiedammer Courant een brief uit 7-91796 waarin de beul van Haarlem aan de baljuw van Schoonhoven een prijslijst opstuurt waartegen hij gerechtelijke straffen kan uitvoeren, zoals ophanging, geselen, brandmerken etc. tot en met het in de kist leggen van de gehangene. 21-5-1870 Uit het verslag van de kantonrechter “(….) W.A.K. ontslagen van regtsvervolging, beklaagd van het oprigten eener paardenslagterij zonder vergunning van het plaatselijk bestuur (…)” 13-6-1870 “Donderdag stonden voor de regtbank alhier terfegt 1e H. Wardenburg, landbouwer te Steenwijk 2ed L. van Essen Bzn, landbouwer te Stgeenwijkerwold en 3e G. Hovens Greve, courantdrukker te Steenwijk, de beide eersten als schrijvers en de laatste als drukker van artikels, voorkomende in de Opregte Steenwijker Courant van 6 December en van 20 December 1869, over de kerkelijke verfkiezingen in de gemeente Steenwijkerwold, welke artikelen lasterlijk en beleedigend zouden zijn voor den heer Stroink, als voorzitter van het collegie van kerkvoogden der Herfv. gemeente aldaar. Het O.M. heeft de schuldigverklaring van de beklaagden gerequireerd en hunne veroordeling de beide eersten tot cellulaire gevangenzetting ieder voor den tijd van vijftien dagen en ieder tot betaling eener geldboete van f. 25,- en de laatste tot betaling van twee geldboeten van elk f. 10,- en in de kosten. De heer Mr. J.D. van Ketwich Verschuur heeft de beklaagden verdedigd” (uiteindelijk vonnis in de krant 7-7: 1e vrijgesproken, 2e f.40,- en 3e f.6,-) “De regtbank heeft de uitspraak van het vonnis in zake C.W.R. Hauff, uitgever van de Nieuwe Kamper Courant, en F. Dalenoord, beide wonende te Kampen, de eerste als uitgever, de tweede als schrijver van een in de genoemde Courant van 29 Januarij j.l. geplaatst artikel over het Hervorm armenweeshuis welk artikel lasterlijk en beleedigend zou zijn voor den heer Temminck te Kampen, drie weken uitgesteld” (uiteindelijk vonnis: vrijspraak) Maar dan in de krant van 8-7: Hauff is door onbekende toegetakeld. “Hij had zich vele vijanden gemaakt” als uitgever. De dader van de mishandeling was gekleed in het uniform van de gemeentepolitie Kampen (krant 12-7) Vervolgens in de krant van 19-7: “In Het Vaderland kwam dezer dagen een berigt voor uit Kampen, betreffende de aanval waaraan de heer Hauff onlangs zoude hebben blootgestaan. In dat berigt wordt getwijfeld of het onderzoek in deze zaak wel onpartijdigheid zal geschieden, en gezegd dat een vroegere klagt “wegens ongeoorloofden invloed in een verkiezingsstgrijd tegen burgem. en weth. en politie en waarbij toen ook de verhooren geleid werden door den commissaris van politie en door den kantonregter, nu lid van de Tweede Kamer, en neef van den toenmaligen burgervader, in den doofpot is geraakt. De tegenwoordige burgemeester- zo besluit het berigtdeed toen dienst als wethouder”. De tegenwoordige zaak van den heer Hauff in het midden latende, als waarin de instructie nog niet is afgeloopen, heeft een ingesteld onderzoek doen zien dat het aangeduide vroeger verhoor niet door den commissaris van politie te Kampen, maar door den toenmaligen kantonregter Mr. J.A. Sandberg Jr is geleid, die na verhoor van meer dan veertig getuigen tot een formeel, door den regter-commissaris, belast met de instructie van strafzaken, te Zwolle gehouden, verhoor van drie verdachten den grond heeft gelegd, zonder dat echter de zaak tot verdere vervolging heeft kunnen leiden. Dat de toenmalige kantonregter te Kampen het zijne er aan zou hebben toegebragt, dat de zaak in den doofpot is geraakt, is even onjuist als het
24
onwaar is, dat het onderzoek betreffende de mishandeling van den heer Hauff aan den commissaris van politie te Kampen zou zijn opgedragen” 20-6-1870 “De regtbank heeft de zaak tegen Nathan Polak, gefailleerd koopman, vroeger alhier woonachtig, thans gedetineerd, naar den heer Procureur-generaal in Overijssel verwezen, op grond dat er voldoende bezwaren tegen den beklaagde zouden zijn gerezen, dat hij zich zou hebben schuldig gemaakt aan bedrieglijke bankbreuk” 1-8-1870 “De kuiper J.W.G. die onlangs ter zake van het mishandelen zijner vrouw is veroordeeld tot cellulaire gevangenisstraf voor den tijd van ééne maand stond j.l. Donderdag andermaal wegens dergelijk wanbedrijf teregt, beschuldigd van op den 3 Julij j.l. zijn vrouw in de gemeenschappelijke woning in de Voorstraat een zoo hevigen schop te hebben toegebragt, dat zij buiten de woning teregt kwam. Het O.M. heeft voor den beklaagde eene cellulaire opsluiting voor den tijd van acht maanden gerequireerd” 29-8-1870 “Donderdag j.l. stond voor de regtbank alhier teregt Ferdinand Reijntjes, politiebediende te Kampen, beklaagd als zoude hij in den morgen van 4 Julij j.l. zich begeven hebben naar den bovensten omloop van den nieuwen toren te Kampen, en aldaar den stadsklokkenist (tevens uitgever van de Nieuwe Kamper Courant) voorbedachtelijk hebben opgewacht, verraderlijk en moedwillig hebben aangegrepen, op den vloer en tegen de balken geworpen, en met een stok als anderszins geslagen. De beklaagde heeft het feit ten eenenmale ontkend. Nadat 15 getuigen à charge en één à decharge waren gehoord, requireerde het O.M. dat de zaak mogt worden uitgesteld om nog nadere getuigen te kunnen dagvaarden. De regtbank heeft daarop de zaak uitgesteld tot a.s. Donderdag te één uur.” 3-9-1870 “Gisteren heeft voor de regtbank de voortzetting plaats gehad van de zaak tegen Ferdinand Reijntjes, polittiebediende te Kampen, in welke zaak in de vorige week 15 getuigen werden gehoord. Gisteren zijn nog zes getuigen gehoord, waarna het O.M. de schuldigverklaring van den beklaagde requireerde en diens veroordeeling tot eene gevangenzetting voor den tijd van drie maanden, te ondergaan in eenzame opsluiting, tot betaling eener boete van f. 25,- en in de kosten. De heer Mr. L. Hertzveld trad als verdediger van de beklaagde op. De uitspraak is bepaald op 8 September e. k. “ (maar tussen 7-9 en 12-9 missen enkele kranten) 26-9-1870 “Op den 22 der vorige maand was de rijksveldwachter K.J. Pruisenier belast met het transporteren van twee aangehouden personen, die uit het bedelaarsgesticht te Veenhuizen waren ontvlugt. Toen hij die personen van het politiebureau kwam afhalen, begon een hunner, R.C. Reiding genaamd, zich al dadelijk tegen dat transport te verzetten en eindigde met Pruisenier een hevigen slag tegen het hoofd te geven. Wegens mishandeling van een in functie zijnd bedienend beambte, stond Reiding donderdag voor de regtbank teregt. De regtbank heeft den beklaagde tot drie maanden eenzame opsluiting veroordeeld” 8-10-1870 Het provinciaal gerechtshof heeft de failliet verklaarde handelaar Nathan Polak wegens bedrieglijke bankbreuk veroordeeld tot 7 jaar tuchthuis.
25
26-10-1870 “Het provinciaal geregtshof in Overijssel, regtsprekende in hooger beroep in strafzaken, heeft bij arrest ter openbare teregtzitting van 22 October j.l. uitspraak gedaan in de bij het hof behandelde strafzaak tegen Ferdinand Reijntjes, oud 52 jaar, ontslagen politieagent der stad Kampen, aldaar geboren en woonachtig, appellant en geïntimeerde van een vonnis der arrondissementsregtbank te Zwolle d.d. 8 September 1870, waarbij hij ter zake van het op 4 Junij j.l. op den bovensten omloop van den Nieuwen toren te Kampen moedwilligvoorbedachtelijk en verraderlijk-mishandelen van Wilhelm Reinier Hauff, klokkenist aldaar, tot eene cellulaire gevangenisstraf voor den tijd van 4 maanden en in de kosten werd veroordeeld. Het hof heeft het vonnis van den eersten regter wegens gebrek in de vorm vernietigd en, opnieuw regt doende, de aan den appellant en geïntimeerde in eersten aanleg ten laste gelegde feiten en zijne schuldpligtigheid daaraan als wettig en overtuigend bewezen aangenomen en hem ter dier zake veroordeeld tot eene cellulaire gevangenisstraf van vier maanden en in de kosten in beide instantien gevallen. de veroordeelde heeft zich tegen dit arrest voorzien in cassatie” 11-11-1870 Verslag van een rechtszaak van het provinciaal gerechtshof tegen de schilder H.W.B. Knuif uit Ootmarsum. Voorafgaande aan voorgenomen zelfmoord had hij vrouw en dochter met een scheermes de keel doorgesneden en bij nader inzien zelf van de zelfmoord afgezien . Onderzoek wees uit dat de man ontoerekeningsvatbaar was. Hij werd vrijgesproken en opgenomen in psychiatrisch ziekenhuis. 19-11-1870 “In enkele couranten is dezer dagen mededeeling gedaan van een procesverbaal, opgemaakt door een onbezoldigd rijksveldwachter tegen den commissaris van politie, den heer J. Donk Jr. te Kampen. Naar wij met zekerheid vernemen, moeten er redenen zijn om aan te nemen, dat er voor de in het procesverbaal vervatte aantijgingen, geen grond bestaat” 22-11 “Thans lezen wij in het Utrechts Dagbl. van gisteren: “De Nieuwe Kamper Courant van dit berigt het volgende: “” Wij kunnen evenzeer verzekeren, dat de Prov.Ov. en Zw. Courant onbevoegd is, die aangeboden redenen als “van grond ontbloot” te kenmerken, en wel degelijk zal moeten blijken, of men de zaak in den doofpot zal stoppen, dan het regt zijn eisch geven. De Overijss. Courant is zeer zonderling, als zij eene verzekering geeft die “ingeving” mag zijn, maar onmogelijk het gevolg is van de plaats gehad hebbende instructie, die, zo moge zijn geweest zooals ze was, toch instructie heette. Wil de Zw. Cour. de zaak dooven, wij zullen ze ten einde toe levendig houden””. In een ingezonden stuk in hetzelfde blad beklaagt J. Eenschoten zich over de wijze, waarop hij voor den regter van instructie te dier zake is verhoord. De kantonregter schreef zelf het procesverbaal, in plaats van dit den griffier te laten doen en liet het procesverbaal door getuige niet teekenen” Ten aanzien van den vorm van het ingestelde onderzoek merken wij op, dat een kantonregter, fungerende als hulpofficier van Justitie, zich niet door den griffier kan laten bijstaan. Wat de zaak zelve betreft, kunnen wij blijven verzekeren, dat er voor den heer Donk uit het ingesteld onderzoek niets compromitterends is gebleken”
26
21-11-1870 J.N. uit Brunnepe verloor zijn portemonnee in een kroeg te Kampen. Iemand vond het en riep “Van wie is deze portemonnee?”, waarop J. Koekkoek valselijk aangaf dat de portemonnee van hem was. Koekkoek staat nu terecht met een eis van 3 mnd. 24-11-1870 Uit het verslag van de arrondissementsrechtbank: “(….) R.L. en H.M. vissersknechten te Stad Vollenhove in zake rebellie (…)” 26-11-1870 De arrondissementsrechtbank heeft iemand uit Avereest vrijgesproken van bedelen, omdat bedelen alleen strafbaar is in een plaats waar een openbarfe inrichting tot voorkoming van bedeledn bestaat (wet 29-6-1855 Stbl. 102 art. 19). Maar na de regeling over de Ommerschans en Veenhuizen (22-9-1870 Stbl. 1164) zijn die instellingen er niet meer ter voorkoming van bedelen. Omdat het een heel principiële zaak betreft, gaat het O.M. in beroep. 31-12-1870 Het vonnis jegens de failliete Nathan Polak is door de Hoge Raad vernietigd en de zaak terugverwezen, nu naar gerechtshof van Drenthe.
1880 5-1 Er verschijnen nu regelmatig aankondigingen van het rooster van civiele zaken. De eerste tijd zowel “wie tegen wie en waarover”, maar lopende het jaar alleen meer “wie tegen wie”. Deze dag: -ontbinding van een koopcontract -idem -tot van waarde verklaring van een revindicatoir beslag 15-1-1880 “Naar wij vernemen wordt morgen, Donderdag, voor de rechtbank alhier behandeld de zaak van het openbaar ministerie tegen G.P. Verschuur te Dalfsen, ter zake dat hij in het laatst der maand November, sprekende over de rechtbank te Zwolle, gezegd zou hebben, dat die heeren smeerlappen en smouzen waren” (Straf: 15 dagen en f. 25,-) 26-1-1880 Bulletin van civiele zaken: -waardeverklaring van revindicatoir beslag -jonkvrouwe van Haersma van Sminia vraagt scheiding van tafel en bed. 5-2-1880 Uit het verslag van de arrondissementsrechtbank: “(…) F.V. arbeider te Hattem, beklaagd 1e dat hij op 8 Nov.. j.l. is een in de gemeente Hattem staand huis, een aldaar tot afsluiting dienend raampje heeft uitgebroken en 2e dat hij op 23 Dec. j.l., terwijl de deurwaarder J.C. Janusch hem, ingevolge bevelschrift van den rechter-commissaris, aanmaande onmiddellijk mee naar Zwolle te gaan, deze met een bijl bedreigd en daarna met een mes in de hand met moord gedreigd heeft en nadat hij door dezen 27
met de veldwachters Mulder en de Vries was aangevat, zich daartegen verzet heeft en den daarbij adsisterende J.B., arbeider te Hattem, in den wijsvinger van de rechterhand heeft gebeten” (vonnis: 3 mnd) 5-2-1880 Een echtpaar te Harderwijk wordt veroordeeld wegens “de ongebondenheid en onzedelijkheid bij jonge meisjes te hebben bevorderd”. De straf: 3 mnd + f.25,- “met ontzegging van alle deelhebbing en de raadpleging van nabestaanden en van alle voogdij of curateele” 6-3-1880 Conflict binnen de Hervormde Gemeente van IJsselmuiden en Grafhorst over de kerkelijke bezittingen en de rechtmatigheid van het college van kerkvoogden. Een ingezonden brief van de advocaat van één van de partijen, Mr. J. van Setten, die zich beklaagd over de verslaggeving van de rechtszaak met een reactie van de redactie hierop. 20-3-1880 Verslagje van een rechtszitting tegen een timmerman die een heistelling op het ijs had gemaakt. De stelling was omgevallen en een jongen dodelijk geraakt. Eis en uitspraak: vrijspraak. 31-3-1880 Arrondissementsrechtbank “(…) J.J.B., laatstelijk agent van politie en onbez. rijksveldwachter, thans zonder beroep, en G.B., vrouw van W.V., zonder beroep, beiden te Kampen, beklaagd dat zij zich op 23 Febr. jl. te Kampen in vereeniging hebben schuldig gemaakt aan openbare schennis der eerbaarheid (….)” (vonnis: 1 mnd voor hem, 15 dagen voor haar; al de tweede politieman die veroordeeld wordt kennelijk voor het te uitbundig vrijen in het openbaar met een getrouwde vrouw…..) 15-4-1880 “De rechtbank heeft heden het accoord in het faillissement der firma W. Meeter & Co. gehomologeerd en de beide leden J.H. en A.F. Christoffels gerehabiliteerd” 29-4-1880 Compleet en uitgebreid verslag van de uitspraak in het civiele proces betreffende de rechtmatigheid in het beheer van de goederen van de Hervormde Kerk van IJsselmuiden en Grafhorst . 10-5-1880 “Heden heeft alhier in een der localen der arrondissementsrechtbank de eerste vergadering plaats van een gedeelte der staatscommissie tot herziening van het burgerlijk wetboek” 21-5-1880 “De arrondissementsrechtbank heeft heden benoemd tot bode G. van Dijk, vroeger bode bij het voormalig provinciaal gerechtshof” 31-5-1880 Bulletin van te behandelen civiele zaken “(….) eisch tot het doen ophouden van stoornis in het bezit (….)”
28
14-6-1880 (zie ook 31-3 j.l.) Arrondissementsrechtbank “ (….) J.J.B., barbier te Kampen, beklaagd dat hij agent van politie en onbezoldigd rijksveldwachter zijnde 1e in den loop van 1878 of 1879 uit de woning van den heer v.D. te Kampen heeft weggenomen een ham en 2e in het laatst van het jaar 1879 uit een goederenwaggon, staande op het station te Kampen heeft weggenomen een hoeveelheid spiering; veroordeeld tot cell.gev. van 1 jaar (…)” 25-6-1880 “Heden is door de arrondissements-rechtbank vonnis gewezen in zake W.V., P.J.M., T.F.S., J.N., W. van ’t V., sigarenmakers, en W.K., smid, allen wonende te Kampen, wegens rebellie, gepleegd te Kampen in den nacht van 29 op 30 Mei j.l., veroordeeld: 1. tot 4 mnd cellulair, 2,3 en 4 ieder tot 3 mnd cell, 5 tot 6 mnd cell, boete van f.8,- en f.25,- en 6 3 mnd cell (…)” 28-6-1880 Arrondissementsrechtbank “(….) beklaagd dat zij te zamen en in vereeniging op 13 April j.l. uit een uitgeveend, met scheeren, duilen en riet bewassen (….) eenige niet aan hen toebeh. scheeren te hebben getrokken (….)” 3-7-1880 Arrondissementsrechtbank “(…) beklaagd ter zake van in het dienstjaar der personele belasting 1879/1880 en speciaal in de maand April j.l., in de gemeente Kampen een door hem gehouden paard te hebben gebezigd voor een tilbury of een op ijzeren of stalen veeren rustend rijtuig, terwijl hij in de zesde grondslag dier belasting slechts één paard in de vijfde klasse had aangegeven; veroordeeld tot geldb. van f. 143,-, verhaalbaar bij lijfsdwang” 4-8-1880 Arrondissementsrechtbank “(…) J.H. v.d. K. zonder beroep te Zwolle (…) vrijgesproken, doch met last dat zij in een verbeterhuis zal gebracht worden ten einde tot 12 Juli 1886 aldaar opgevoed en in hechtenis gehouden te worden (…)” 20-8-1880 Arrondissementsrechtbank “9…) P.F.B ., kolonist te Ommerschans, beklaagd dat hij te Ommerschans zich feitelijk tegen de reden vergrepen heeft en wel in het jaar 1878 en in de loop van dit jaar; veroord. tot cell.gev. van 6 mnd en geldboete van f.25,- , met ontzegging gedurende 2 jaren van het recht om voogd of curator te zijn over vreemden of eigene kinderen (…)” 28-8-1880 Uit het verslag van de arrondissementsrechtbank blijkt dat er gemeentes waren waarin het verplicht was om bij oproep hand- en spandiensten per paard en wagen te verlenen. Niet verschijnen was strafbaar.
29
4-10-1880 “Zalk 2 October Het heeft Z.M. den koning behaagd aan Ph. Jongman alhier kwijtschelding te verleenen van de cell. gevangenisstraf van 15 dagen, waartoe hij bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te Zwolle d.d. 11 Mrt ll. veroordeeld is, wegens diefstal van een oude houten emmer. Deze beschikking zal door vele ingezetenen met groot genoegen vernomen worden. De veroordeelde toch, een oppassend huisvader met 6 kinderen, werd, hoewel de rechtbank hem naar de wet moest schuldig verklaren, door de publieke opinie aan het hem ten laste gelegde eigenlijk onschuldig geacht. Het door hem ingediende request om gratie werd dan ook door den burgemeester, alle leden van de gemeenteraad en verder de meest geachte ingezetenen met aandrang onderteekend” 30-10-1880 “Iets wat zeker zelden of nooit voorkomt-zoo het al eens voorgekomen is- vond gisteren morgen plaats ter correctionele terechtzitting der rechtbank alhier. Zekere vrouw, M.v.d.B., stond terecht wegens het verbreken van een paar ruiten van een harer buren. Twist met haar man was daarvan de aanleidende oorzaak. Nadat de officier van justitie zijn requisitoir had genomen, vroeg beklaagde om haar zoo hoog mogelijk te straffen, daar het voor haar geen leven in huis was, of, indien het mogelijk was, haar naar een bedelaarsgesticht te zenden” 1-11-1880 “Heden morgen werd alhier gevankelijk binnen gebracht J.v.D., arbeider te Barsbeek, gem. Ambt Vollenhove, tegen wien gisteren door den heer rechter commissaris een bevel tot voorlopige aanhouding is afgegeven, ter zake van de mishandeling van H. Voerman, ten gevolge waarvan deze 28 Oct. is overleden” 15-11-1880 “Den 27 Sept. was voor de Israelietische gemeente te Zwartsluis een dag vol beroeringen en onaangenaamheden. Reeds des morgens hadden er onder de godsdienstoefening storingen plaats gegrepen, doch des avonds werd het erger. Bij de avondgodsdienstoefening ging iemand, die geen plaats gehuurd had, op een verhuurde plaats zitten en wilde, niettegenstaande hij daartoe en door den huurder en door de bevoegde kerkelijke autoriteiten beleefdelijk was uitgenodigd, die plaats niet verlaten. Dientengevolge ontstond een soort van tumult, gevolgd door mishandeling van verschillende personen. De politie bemoeide er zich mede en ziedaar de reden, waarom Donderdag jl en gisteren de correcctioneele kamer der rechtbank alhier van die zaken kennis nam. Het gehele tumult was, om het aldus uit te drukken, in 5 zaken verdeeld, waarin 53 getuigen à charge en à decharge werden gehoord. In twee dier zaken trad als verdediger op de heer Mr. J. van Setten en in de drie overigen de heer Mr. G.H. van Ketwich Verschuur, beide advocaten alhier. De terechtzitting werd Donderdag tot laat in de avond voortgezet en na tot gisteren middag geschorst te zijn, dien dag beëindigd. In twee der zaken requireerde het O.M. vrijspraak van beklaagden en in de drie overigen slechts een geringe straf. De uitspraak is bepaald op Donderdag a.s.” (vonnissen: S.A. Azn koopman te Zwartsluis f.10,-, M.v.d. S. winkelbediende uit A’dam vrijspraak, S.A. Wzn koopman te Zwartsluis, J.v.d. S. koopman te Zwartsluit, S.O. koopman te Zwartlsuis, N.J. Koopman te Zwartsluis allen vrijgesproken,) 30-11-1880 “De rechtbank heeft heden benoemd tot deurwaarder bij het kantongerecht alhier den heer H.J. Danmnenberg, candidaat-notaris” (11-12-1880 wordt gemeld dat hij is benoemd tot deurwaarder bij het arrondissementsgerecht)
30
1890 3-1-1890 Rechtzaken J.J.C.S., voorheen koffiehuishouder te Zwolle staat terecht omdat hij 2 politie-inspecteurs in zijn huis had opgesloten en de petroleumlamp had uitgedaan. Op een dergelijk vergrijp staat max. 7 ½ jaar, de eis is 1 mnd, het vonnis (17-1) 8 dagen. 9-1-1890 Op het rooster van civiele zaken : 2 firma’s die een conflict hebben of partij hout al of niet “op keur” geleverd had moeten worden. 10-1-1890 Als gevolg van kerkelijke twisten in Kamperveen heeft G.G.P. aan T. Fikse een klap gegeven. Er was strijd tussen de dominee ( + aanhang) en de meester (+ aanhang). 10-1-1890 Verslag kantongerecht “(…) JvD, arbeider te Hattem, veroordeeld ter zake van het stroopen van bladeren (….)” 10-1-1890 Op het beruchte “matten kloppen buiten de vastgestelde tijd “(gemeentelijke regel) ston d kennelijk een boete van f. 1,24-1-1890 Rechtbank Zwolle “(…) F. de P., wed. van Th.Z. te Harderwijk, ter zake van “koppelarij”, 4 Sept ll aldaar gepleegd, 3 jaar gevangenisstraf en ontzetting uit de voogdij “ (dit was de eerste zaak die ik tegen kwam die achter gesloten deuren was behandeld) 31-1-1890 Rechtbank Zwolle “(…) L.M. arbeider te Zwartsluis, heeft op 23 Dec. ll aldaar F.F. Voerman, vrouw van J. de Jonge omver gestooten en braaf geslagen (…)” 7-2-1890 Kantongerecht Zwolle Op wildplassen stond een boete van f.1,8-2-1890 Bij een vechtpartij is één der getuigen, doordat hem op zeer ruwe wijze een pistool uit de hand was gerukt, zo aan zijn hand gewond, dat hij als getuige moeite heeft de twee vingers in de lucht te steken als hem de eed wordt afgenomen; eerst moet de betreffende hand uit het verband gehaald worden.
31
14-2-1890 Rechtbank Staat terecht J.S. uit Lemelerveld, die zich dreigend geuit heeft tegen rijksveldwachter Zikker uit Lemelerveld: ‘Kerel, als ik je alleen had maakte ik je dood, want het kan mij niet verdommen of ik vijfentwintig jaar zit of een”, “ik zal hem door de hel donderen, ik zal hem verscheuren als een leeuw, die leelijke sik met zijn groote pet” (vonnis: 1 mnd) 28-2-1890 Rechtbankverslag Er staan 5 arbeiders terecht wegens vernieling in Avereest. De officier van justitie:”het is dringend noodig dat er tegen belhamels te Avereest eens krachtig op wordt getreden, het wordt daar bepaald gevaarlijk (…)”(vonnis: 9 mnd) 7-3-1890 Rechtbankverslag Staat terecht Jhr. W.F.G.L.S., gepensioneerd kapitein KNIL te Ermelo, omdat hij zijn dienstbode, die de deksel van een pasteipot had gebroken, met de scherven in het gezicht heeft geslagen. Beklaagde geeft toe dat hij door het voortdurend breken van dingen door de dienstbode driftig was geworden en had misschien wat al te hardhandig haar de scherven onder de neus gehouden (vonnis: f.50,-) 21-3-1890 Kantongerecht Een schipper wordt veroordeeld omdat hij op het schip zijn wasgoed te drogen had gehangen. Ook in latere verslagen komt deze overtreding voor (vonnis: f.3,-) 29-3-1890 Rechtbankverslag De broers R.B. en R.L.B. staan terecht wegens verzet tegen de politie. De verdediger Mr. van Setten trekt nogal wat laatjes open: het proces verbaal is een verzameling onwaarheden, een catalogus van leugens en hij wijst op politiemensen in den lande die wegens overschrijden van hun bevoegdheid 9 mnd cedl kregen, volgens hem zou eigenlijk de rijksveldwachter de beklaagde moeten zijn, etc. 18-4-1890 Kantongerecht Kennelijk is het verboden binnen een afstand van 45 m. van de openbare weg een bijenkorf te plaatsen 18-4-1890 Kantongerecht Kennelijk heeft ook de kantonrechter de bevoegdheid een beklaagde te veroordelen tot opzending naar een rijkswerkinstelling 9-5-1890 Kantongerecht “(…) R.J., visscher te Vollenhove, ter zake het als gezagvoerder van een visschersvaartuig, waarmede hij de zeevisscherij uitoefende, niet ter weerzijden van het grootzeil gesteld hebben van het letterteeken der gemeente, waar zijn vaartuig tehuis behoort, noch het nummer, waaronder het is ingeschreven”( vonnis f.3,-)
32
16-5-1890 “De hh Van Oorschot & Dannenberg, deurwaarders alhier, hebben sedert korten tijd bij hunne verkoopingen den volgenden maatregel genomen. Aan de ingang van het Verkooplokaal wordt een entrée van 5 cent geheven, waarvoor den bezoeker een kaartje verstrekt wordt, dat een dag geldig blijft. Genoemde heren hebben daarbij het loffelijke besluit genomen, de opbrengst te doen strekken ten voordeele van de algemeene armen. Dat deze bate vrij aanzienlijk kan zijn, blijkt o.a. uit de ontvangst bij den dezer dagen gehouden verkoop van galanteriën, die een paar dagen duurde; er werd toen een bedrag van bijna f. 40,- geïnd “ 30-5-1890 Rechtbankverslag Terecht staat, onder grote publieke belangstelling, de 27 jarige landbouwer H.D. uit Rouveen, die zijn vader met een sabel heeft gedood. In het verslag komt deze vader over als een driftige huistiran die zijn vrouw regelmatig sloeg. Allerlei getuigen (zoals het hoofd van zijn vroegere basisschool)worden gehoord die verklaren hoe zachtaardig en goedwillend de dader altijd is geweest. In het vervolg van dit verslag in de krant van 31-5 twijfelt de officier van justitie toch aan noodweerexces en eist 6 mnd. Verdediger Mr. P.C.A. Sichterman vraagt vrijspraak en stelt dat iedereen, inclusief de rechtbank, de beklaagde een sympatiek figuur vinden. Vonnis (krant 6-6-1890): 6 mnd. 6-6-1890 Kantonrechter Klimmen in een openbare boom: f.1,13-6-1890 Advertentie van een dagvaarding door deurwaarder Jan Hendrik Wiekmeijer: de Staphorster Klaas Wildeboer is 5 jaar geleden verdwenen. Als hij zich niet bij de rechtbank meldt wordt hij dood verklaard. 14-6-1890 Rechtbankverslag Rechtszaak tegen twee landbouwers bij Harderwijk over stroperij: wie heeft de haas uit de strik gehaald. Eerst waren er al twee zittingen kantonrechter Harderwijk geweest en nu wordt er door de rechtbank een hele middag aan besteed, waarbij als getuigen zelfs de kantonrechter en de ambtenaar van het O.M. worden gehoord.. Aan evt. meineed wordt gedacht. 24-6-1890 Kantonrechter In de loop der jaren worden veel mensen veroordeeld omdat de boter, die ze op de markt aanvoerden, niet was gedaan in tonnen die “nieuw, zindelijk en blank’ moesten zijn 2 winkeliers uit Blokzijl worden veroordeeld omdat ze niet verschenen waren bij de verplichte brandweerdienst.
33
25-7-1890 Rechtbankverslag “(…) beklaagde roept de genade der rechtbank in (…)” Een schipper te Kampen heeft een hond, die zijn schip bevuilde, met een stik verjaagd. Het O.M. denkt aan mishandeling, de verdediging vind dat er sprake was van “middel” en geen “doel” tot mishandelen. Zelfs arresten van de Hoge Raad worden er bijgehaald door de juristen die elkaar van de Universiteit blijken te kennen, zoals uit het verslag duidelijk wordt. (krant 1-8: vrijspraak) 12-9-1890 Rechtbankverslag 2 vissers te Wanneperveen staan terecht omdat ze “russchen hebben gesneden” (biezen) op andermans terrein. Hun verdediging: iedereen doet het, het is een oud gebruik en er stond geen bordje dat het niet mocht. (vonnis 19-9: 8 dagen) 15-9-1890 Agenda van civiele zaken De burgemeester van Hattem C.J.L. Mos verzoekt verklaring van overlijden van G.H. Mos, zonder bekende woonplaats 19-9-1890 Rechtbankverslag Staat terecht P.B., sjouwerman te Hasselt die de sluiswachter (en onbezoldigd rijksveldwachter) J. Bode heeft uitgescholden voor “verdomde kwajongen, snotneus, lapzak”. Beklaagde verklaard alleen “snotneus” gezegd te hebben, en omdat de sluiswachter op dat moment een druppel aan de neus had hangen, was dat geen belediging…. 19-9-1890 Alweer een zitting over de “hazen-zaak “(zie 14-6) 24-9-1890 Kantonrechter Veroordeeld wordt B.v.d. W., van beroep hardloper te Sneek, wegens het uitoefenen van zijn bedrijf zonder vergunning van B & W. 10-10-1890 Rechtbankverslag Staat terecht J.R., 31 jarige paardenkoopman, wegens mishandeling van een veearts die volgens beklaagde gezegd zou hebben: “je koe is verrot, je v rouw is verrot en jij bent ook verrot” 17-10-1890 Rechtbankverslag Terecht staat J.G. uit Zwolle die aan de hoofdwacht gemeld heeft dat hij politieagent Mulder in de Vosjessteeg dronken had gezien. Diverse getuigen verklaren dat de agent niet dronken was, hooguit was de steeg onregelmatig bestraat. Bij doorvragen blijkt dat de agent beklaagde dit jaar een boete van f.5,- had gegeven en kennelijk had dat bij verdachte kwaad bloed gezet. Beklaagde wordt kwaadaardig en anti-politiegezind genoemd (vonnis 31-10: 15 dagen)
34
6-11-1890 Ingezonden brief van de burgemeester van Meppel waarin hij protesteert tegen een krantenverslag van een rechtbankzaak. Hij zou aan de officier van justitie verklaard hebben geen heil te zien in opzending van een beklaagde naar een rijkswerkinstelling. Kennelijk was de suggestie gewekt dat deze verklaring was ingegeven door het feit dat bij opzending de gemeente verantwoordelijk is voor ondersteuning van de achterblijvende gezinsleden. Met een reactie van de redactie. 14-11-1890 Rechtbankverslag Staan terecht 2 arbeiders uit Zwollerkerspel wegens mishandeling. Omdat het de officier van justitie ter ore was gekomen dat men in Zwollerkerspel nogal spottend en laatdunkend spreekt over een gevangenisstraf ( ’15 dagen in de kast”) wil hij ter afschrikking nu een zwaardere straf eisen: 1 mnd 21-11-1890 Rechtbankverslag Staat terecht D.v.Z., treinmachinist. Hij wordt beschuldigd dennenpalen te hebben weggenomen. Beklaagde vertelt dat hij daarmee de locomotief wilde stoken, anders waren ze nooit in Zwolle aangekomen ; de kolen die hij had zaten vol met sintels. De officier van justitie lijkt erg dubbel: hij beschuldigt beklaagde van het wegnemen der dennenpalen voor eigen gebruik, maar zegt tegelijkertijd dat het premiestelsel van de spoorlijn debet is. De machinisten krijgen een premie als ze minder kolen gebruiken. Ook de stationschef krijgt een veeg uit de pan: de leiding van de spoorwegen hebben de neiging wangedrag van personeel onder de pet te willen houden,(Vonnis: f.10,- boete) Een 47 jarige ex-KNIL militair staat terecht omdat hij zijn conduitestaat en brieven van o.a. de Minister van Koloniën heeft vervalst om weer in dienst te kunnen komen in zijn oude rang. Diverse getuigen van het Min.van Koloniën worden als getuigen gehoord, en als getuige-deskundige wordt een schoolhoofd gehoord over de handschriften der vervalsingen. In wezen nogal overbodig, omdat “een kind kon zien dat het vals was”. Beklaagde ontkent en de verdediger voert aan dat beklaagde prachtig kan tekenen, zodat als hij inderdaad de zaak vervalst had, hij dat veel mooier gedaan zou hebben. In krant 2-12 voortzetting omdat één der getuigen ziek was. Vonnis 12-12: vrijspraak 27-11-1890 Onder hoofdje “Zwolle “ de tekst van de herdenkingstoesrfpaak van rechtbankpresident van Aerssen bij het overlijden van Koning Willem III 28-11-1890 De officier van justitie neemt het woord om ook namens de collega’s de vertrekkende voorzitter van de rechtbank Mr. W.C. van Deinse geluk te wensen met zijn benoeming tot raadsheer van het Hof te Amsterdam, en bedankt voor de goede samenwerking. 13-12-1890 Rechtbankverslag J.B., visser uit Zwolle, had van zijn moeder wat spullen gekregen. Maar zijn vader was het daar niet mee eens en noemde het diefstal. Eis: vrijspraak
35
13-12-1890 Rechtbankverslag Ingewikkelde zaak rond 2 koeien en een paard. Om ze uit een faillissement te houden waren ze quasi verkocht, maar later teruggebracht, met acties bij nacht en ontij, beloning met een fles genever enz. Maar als ze terug gehaald waren, terwijl ze verkocht waren, is dat dan geen diefstal? Zelfs het horen van 8 getuigen maakt het niet veel helderder 25-12-1890 Rechtbankverslag Staat terecht wegens verduistering de kleermaker J.G. uit Zwolle. “Beklaagde zegt dat hij in de gevangenis een boekje heeft gelezen getiteld “In de wieg gelegd om gehangen te worden”. Dit is, zegt hij, om hem toepasselijk- alles loopt hem tegen”. In het vervolgverslag (krant 29-12-1890 ): “beklaagde gelooft dat de officier van justitie wordt opgehitst doorf de politie. Niet hij is anti-politiegezind, maar de politie is ant- G. gezind” Er volgt een heel betoog van de verdediger over de wederrechtelijkheid van de verduistering, het al of niet opzettelijke daarvan en komt tot de conclusie dat van de dagvaarding niets klopt. De officier verzucht dat hij toch echt goed geluisterd heeft naar de verdediger, maar dat hij er echt niks van snapt.
1900 5-1-1900 Rechtbankveslag Staat terecht een Duitser, O.H.B. wegens een dodelijke steekpartij te Harderwijk. Het slachtoffer blijkt niet te zijn overleden door de steekwond zelf, maar door een latere infectie van de wond. In de krant 6-1-1900 een verslag van de verdediging (noodweer). Vonnis: vrijspraak. 5-1-1900 Kantonrechter P.B., arbeider te Blokzijl, had schapen laten lopen op andermans terrein (de dijk). Opvallend: boete f.0,50 per schaap. Dr. C.L.V., geneesheer, veroordeeld tot een boete van f.1,- wegens het niet voeren van een fietslamp 12-1-1900 Rechtbankverslag Een opgeroepen medische getuige in een mishandelingszaak is niet verschenen, zodat de zaak wordt uitgesteld. Kennelijk kunnen dan de kosten van de verdaging in rekening worden gebracht bij de niet-verschenen getuige. “Een flink, stevig, 17 jarig boerinnetje, E.J.H. te Gerner, Dalfsen, nam vervolgens pllats op de bank der penitentie”. Van catechedatie komend had ze ruzie gekregen om een “kefferije” bij een bruiloft, over een jongen.. “Als beklaagde tegenover getuigen wordt geconfronteerd, komt er haar soms een vinnig, vastberaden uitdrukking om den mond”. Als de president opmerkt dat meisjes toch geen mes dragen en daarin niet jongens moeten nadoen geeft beklaagde aan altijd een mes te dragen. Na de eis van 3 mnd te hebben gehoord: “Ik neem het niet aan”, zegt beklaagde schreiend,”want ik ben glad onschuldig. Ik ben onschuldig geslagen” 36
19-1-1900 Rechtbankverslag J.R., 44 jaar, timmerman te IJsselmuiden, had tegen veldwachter J. Lamberts gezegd:”Dag Lamberts, jij bent ook een mooie, je doet mij niets. Ik heb schijt aan je, gemeene smeerlap”. De veldwachter had de zwangere vrouw van beklaagde laten schrikken door haar een procesverbaal te geven voor een vergrijp dat anderen ook wel pleegden (vonnis f.10,- boete) 25-1-1900 Rechtbankzaken In de civiele terechtzitting is beëdigd A,W.F. Jordaan als bewaarder der hypotheken en van het kadaster. 2-2-1900 2 personen staan terecht die een herbergier hadden toegevoegd “een reeks lieflijkheden, karakteristiek als rustieke beeldpraak-bloemetjes, maar niet zeer geschikt om ze in een courant te herhalen”. Kantongerecht “A.W., polderwerker te Hattem, ter zake van het in het openbaar zingen van aanstootelijke liederen f.5,- boete 8-2-1900 Zwolle “De rechter commissaris, vergezeld van den substituut officier en den substituut-griffier, begaf zich heden naar Nijkerk tot het instellen van een onderzoek in zake een aldaar in de buurtschap Sligtenhorst op den openbaren weg gepleegde berooving met geweldpleging. De vermoedelijke daders J.v.d. B. en J.T. werden gevangen genomen en naar de gevangenis alhier overgebracht. De geroofde som, zijnde f.100,- in papiergeld, is op hen in beslag genomen”. 10-2-1900 Rechtbankverslag “(…) Bij deze gelegenheid trad voor de eerste maal voor deze rechtbank als Rijksadvocaat op Mr. J. van Setten, die van de gelegenheid gebruik maakte om een woord van hulde te brengen aan zijn voorganger, Mr. G. Roijer en zich in de welwillende medewerking van de rechtbank aanbeval. De officier van justitie verklaarde zich gaarne aan te sluiten bij de ten opzichte van Mr. Roijer geuite gevoelens (….)” 23-2-1900 Rechtbankverslag “(…) M. Zuidhof, verloskundige te Stad Vollenhove was door den vader van haar schoonzoon uitgescholden (….) had haar toegevoegd “moordenaar, je hebt je dochter vermoord” met zinspelingen, totaal ongeschikt hier te herhalen” 2-3-1900 Rechtbankverslag “(….) het altijd tragische strafproces der ongehuwde moeder. Met het witte boerinnekapje op het hoofd, gekleed is een eenvoudig zwart japonnetje, treedt, trillend van de zenuwen, den zakdoek voor het gelaat geklemd, de 28 jarige Hendrikje H., dienstmeisje te Zwollerkerspel
37
(Berkummeerbrug) de zaal binnen en begeeft zich naar het bankje van penitentie. Daar weerklinkt een luide slag! Bekl. is in haar zenuwachtigheid met bankje en al omgevallen. In een weldadig snikken ontspannen zich dan haar zenuwen eenigszins en men brengt haar een stoel met rugleuning. Bekl. was ten laste gelegd, dat ze in den loop van Januari, omstreeks den 11en, te Zwollerkerspel het lijkje van een kind van het mannelijk geslacht, waarvan ze den 7en was bevallen, in een kartonnen doos, ten huize van den kastelein G.Borgers, waar ze diende, in een kast had verborgen gehouden, ten einde de geboorte te verhelen. Een verzoek van den verdediger Mr. J. van Drooge te Voorschoten, de zaak met gesloten deuren te behandelen, werd gewezen van den hand.” Het meisje had 8 jaar trouw gediend. Ze had wel eens gezegd dat ze “in de kraam moest” , maar de werkgever had niets gemerkt. De werkgever kon ook de praatjes over zedeloosheid en mannenbezoek niet bevestigen. “Hoeveel angst de jonge moeder al dien tijd had uitgestaan, blijkt o.a. uit het feit dat ze het lijkje eerst drie dagen bij zich in bed had gehouden”. Er is geen bewijs voor kindermoord. Eis van de OvJ 3 mnd. De verdediger treedt op namens “onderlinge vrouwenbescherming”. Hij had eerst een Zwolse advocaat gevraagd de verdediging te doen, die had geweigerd omdat “het meisje als door en door onzedelijk bekend stond”. Het meisje is bij justitie aangebracht via een anonieme brief. Misschien komen de praatjes over haar ook uit die hoek. “Hevig snikkend verlaat beklaagde de rechtszaal “ (Vonnis 1 mnd wegens lijkheling) “(….) D.de J., 26 jaar, boerenknecht te Gramsbergen (….) had op 23 Januari J.H. Altena omdat deze proselieten wilde maken voor de dolerende kerk en niet wilde tracteren op een borrel, met een dikke stok geslagen(….)” 2 jongens hebben een ruit ingegooid in Assendorp. De opgelegde straf vinden de verdachten “wel wat veel”, de president geeft aan hetzelfde te vinden van hun baldadigheid. 16-3-1900 Rechtbankverslag Twee jongens, 13 en 15 jaar waren uit stelen gegaan maar hadden per ongeluk daartoe het huis uitgekozen van de commissaris van politie van Zwolle. 19-3-1900 “Wij hebben een treurig feit te vermelden. De heer jhr. mr. L.H.N.T.M. Bosch Ridder van Rosenthal, officier van justitie bij de arrondissementsrechtbank alhier, is gisterenavond overleden(….)”. Verslag van de begrafenis en de sprekers daarbij in de krant van 21-3-1900 6-4-1900 Verslag kantonrechter “(…) H.J.V., bakkersknecht te Zwolle, ter zake het aldaar over met sneeuw bedekte straat rijden met een gespan zonder dat het paard voorzien was van een helder klinkende bel, f.1,boete
38
20-4-1900 Rechtbankzaken “Dadelijk na de opening volgde reeds een scene. Een stokoud besje, de 69 jarige Zwaantje B. wed. J.T. te Oldebroek, met mager, grauw, diep-gerimpeld gezichtje, een wit kapje, blauwe katoenen japon, zwart wollen doekje om de schouders, donkerblauw katoenen schort en zwarte onderrok, zou terecht staan wegens diefstal van een sinaasappel op de markt alhier. Eensklaps viel bekl., die –naar medegedeeld wordt- veelal aan toevallen lijdt, met luiden slag van het bankje. Haar handen waren samengeknepen en bleken bijna niet te openen. De armen waren zijwaarts omhoog gestrekt. De mond bewoog zich krampachtig op en neer en ze steunde “O, mien kind, mien kind in Transvaal”. Nadat dr. Hettema van Blokzijl, toevallig aanwezig, de eerste hulp had verleend, werd bekl. de zaal uitgedragen en de zaak geschorst. De dokter kon niet aanstonds uitmaken of men hier met een werkelijke ongesteldheid, of met simulatie te doen had (….). Eisch bij recidive 2 mnd” (Vonnis: 1 mnd) 30-4-1900 Rechtbankzaken Verslag van de installatie van de nieuwe Officier van Justitie Mr. J.P. van Outeren. 11-5-1900 Rechtbank “Een hoogst treurige zaak was ond tot slot bewaard. Een 11 jarig knaapje, een bol blond vlaskopje, met goedig gezicht, D.J.S., zonder beroep te Zwolle, wordt beduid zijn klompjes uit te trekken en de vier treden op te klauteren om achter het ijzeren hekje voor de groene tafel plaats te nemen. De jongen had van de wed. Munster, die hem uit medelijden wel eens binnen liet komen en hem dan een boterham sneed, uit een linnenkast een portemonnaie met eenig geld, w.o. een rijksdaalder en een gulden, ontvreemd. Van het geld kocht de knaap volop snoepgoed en gaf de rest aan zijn moeder; naar hij zegt, had hij deze verteld, dat hij het geld had gekregen. De president meent tot den knaap, die onbevangen de zaal rondkijkt, eenige ernstige doch gemoedelijke woorden te moeten spreken. “Je breurtje, dat is ook opgezonden naar het gesticht. Ben jij niet blij, als je ook gaat?” De knaap bewaart het stilzwijgen. Het O.M. deelt mede, dat het overweging had uitgemaakt, of dit kind vervolgd zou worden. Er was onderzocht bij onderwijzers en predikant en de berichten waren van dien aard, dat ZEA meent, dat beklaagde op een schromelijke wijze wordt verwaarloosd. Hij ging zeer ongeregeld af en toe en met veel schoolverzuim ter school bij de heeren Kanstein en Spruitenburg, waar het nodig was hem afzonderlijk te zetten. De inborst van den jongen blijkt goed, doch elke leiding ontbrak hem. De inlichtingen omtrent de moeder zijn niet gunstig. Zijn broer, die een zilveren horloge gestolen had, werd reeds naar een rijksopvoedingsgesticht opgezonden. (…) Z. Eachtb. eischt ontslag van alle rechtsvervolging en opzending naar het rijksopvoedingsgesticht tot zijn 18e jaar, dus tot 31 Dec. 1906. “Wou je dat wel graag of wou je liever bij je moeder blijven?” vraagt de president. Dan echter komen eensklaps de waterlanders, die hij zich met den rug van de groezelige hand uit de oogen wrijft, terwijl hij in een luid snikken eindigt. “Kan je lezen en schrijven?”. De jongen schudt neen. “Liep je altijd maar op straat?””Ja”. Uitspraak over 8 dagen “ (Vonnis: opzending)
39
28-5-1900 Zwolle “Naar wij vernemen is aan G. van Dijk, conciërge van het Paleis van Justitie aalhier tegen 1e October e.k. eervol ontslag verleend en in zijn plaats benoemd D. Wemes” 22-6-1900 Kantongerecht “(…) H.J.G., rijwielfabrikant en D.A.A. v.d.W., ambtenaar, beiden te Zwolle, tere zake het aldaar op den openbaren weg harder rijden met een rijwiel dan de matige draf van een paard, veroordeeld tot f.3,- “ 27-7-1900 Rechtbank “Als eerste beklaagde kwam voor de heeren een als jongeheer gekleed knaapje met grijs pakje en sportpetje, dat nauwelijks met zijn hoofd boven den lessenaar van den advocaat uitkwam. De bekl. H.L. de W. (11 jaar), scholier alhier, zou op 15 Juni ten nadeele van het hoofd der school, die hij bezocht, den heer H. Spruitenburg, een tabakspijp hebben ontvreemd. De heer S., als getuige aanwezig, zegt over het geval met den vader te hebben gesproken en tot het besluit te zijn gekomen, deze zaak aan te grijpen om den jongen naar een rijksopvoedingsgesticht op te zenden. De get. had bekl. gevraagd of hij de pijp gestolen had en deze was toen door de mand gevallen. “Beklaagde, sta nu eens niet te liegen en zeg precies wat je met die pijp doen wou”. “Zeepbellen blazen, meneer. Maar ik wou de pijp weer op zijn plaats leggen”. De hoofdonderwijzer, de heer S., deelt mede, dat de vader van de knaap den indruk op hem gemaakt had van een zwak man te zijn. De moeder maakte een ongunstige indruk. Vroeger, zo deelt de heer S. mede, was beklaagde eens met eenige lorgnetten op school gekomen, die hij op de markt had gestolen, had hij een paar pantoffels weggenomen, eenige griffeldoozen geledigd en centen uit de zakken der kleeren van de andere kinderen gehaald (…). De beklaagde is behept met een manie wat weg te pakken”. De verdediger voert vervolgens aan dat de jongen door het wegnemen van school verwijderd wilde worden en voert enkele getuigen à décharge op. (Vonnis: opzending tot 18e jaar) 3-8-1900 Rechtbank “De persoon P.H., oud 70 jaar (….) hij verzocht wederom naar Veenhuizen, waar hij reeds acht malen, meestal gedurende 3 jaren, was geweest, te worden opgezonden” 17-8-1900 Rechtbank “(…) de tweede getuige was een blond 5-jarig knaapje, dat aan de hand van den deurwaarder binnenkwam en de trappen voor de groene tafel werd opgeleid. “Ben jij M. Oosterveen?” Knik “Ben jij vijf jaar?” Knik “Zal je niet jokken?” Het knaapje schudt het hoofd. “Kan je K.?” Knik “Hef K. je toen over de knie ‘elegd?”
40
Knik “Had je ‘m ‘eploagd?” De knaap schudt het hoofd (….)” 31-8-1900 Rechtbank “(…)” Heb je hem uitgescholden voor gauwdief?” “Ach, dat weet ik niet, we schelden den heelen dag samen” (…)” 31-8-1900 Kantongerecht “W.M.R., wed. M.O. te Zwolle, ter zake het als hoofd van een gezin niet tijdig aangifte doen van het voorkomen eener besmettelijke ziekte in haar gezin , f.1,- boete” 21-9-1900 Rechtbank “(…) Heb je dien man geslagen?”vraagt de president aan beklaagde. “Ik heb partij gekozen voor het kind, mijnheer, ik heb het gedaan in drift, mijnheer, ik weet niet wat de jongen gedaan had, mijnheer, ik heb maar één slag gegeven, mijnheer, en geen vier slagen, mijnheer, en ik heb het gedaan met de platte hand, mijnheer en ik dacht dat het zijn broertje was, mijnheer”, ratelt bekl. zenuwachtig aan één stuk door (…)” 21-9-1900 Rechtbank “(…) Pleiter (Mr. J. van Setten): “Mijne heeren, we mogen wel bidden, dat we nooit in dergelijke omstandigheden zullen komen”, zegt pleiter, “ik heb ook geen garnalenbloed; als ik vier maal had gewaarschuwd, zou ik ook niet weten wat ik dan deed”. Slachtoffer heeft zijn verdiende loon gekregen en mag nog dank-je zeggen als bekl. straks zijn geneesheer komt betalen. Zoo ooit, dan is hier van toepassing “Tu l’as voulu, George Doudin”(…)” 21-9-1900 Rechtbank “(…) Bekl. tracht zich den laatsten tijd als knecht bij de boeren te besteden en de Godspenning machtig te worden, zonder daarna in dienst te treden(….)” 21-9-1900 Rechtbank “Kees, Kees, Kees, je hebt er water bij gedaan”, zegt het oude straatdeuntje. Voor zulk “water-bij-doen”had K.de V., 52 jaar, veehouder te Blokzijl, zich heden te verantwoorden (….)” 22-9-1900 Rechtbank “Onder Rechtszaken in ons vorig nommer komt de veroordeeling voor van G.B., slager alhier. Deze initialen wijzen niet G. Bomhof aan”
41
26-9-1900 Ingezonden brief van v.d.P. waarin hij bezwaar maakt tegen de stijl van de rechtbankverslagen in de krant. Dat een veroordeeld boerinnetje snikkend de rechtszaal verlaat is niet relevant. Plus reactie van de redactie. 28-9-1900 Rechtbank “Bij verstek werd wegens strooperij van dennennaalden tegen Wa.L.Gdochter , 14 jaar oud, zonder beroep te Eermelo, geëischt f. 5,- subs. 5 d. hecht.” 12-10-1900 Rechtbank “(…) De voornaamste getuige, de bestolene, was stok-doof. Het was een 80-jarig vrouwtje met bleek gerimpeld gelaat, wit neepjes-kapje, blauwe jak, zwarte rok en rood schortje, proper en helder in de kleeren, en in één woord een prachtig type van een eenvoudig, ouderwetsch, fatsoenlijk, goed in-bestje. Wegens harfe doofheid geschiedde haar verhoor schriftelijk (….)” 22-10-1900 Rechtbank “(…) Och God, mijnheer, laatst ben ik toch 14 dagen buiten den drank geweest” zegt beklaagde (….)” 2-11-1900 Rechtbank “H.T., 28 jaar (….) is door den onbezoldigde gemeenteveldwachter Gradus Kamperman gecalangeerd”(van Dale: calangeren is bekeuren, m.n. voor belastingontduiking) 12-11-1900 Zwolle De deurwaarder van Oorschot verhuist naar den Haag. Aantal opmerkingen over hem, zijn verkopingen en nevenfuncties. 14-12-1900 G.R., schilder te Zwolle, had hoger geroep aangetekend tegen een vonnis van de kantonrechter. Hij was door de deurwaarder opgeroepen om aanwezig te zijn bij een familieberaad om een voogd aan te wijzen voor een minderjarig familielid. Hij was daarbij niet verschenen omdat hij niet wist dat een dergelijke oproep verplichtend was. 21-12-1900 Kantongerecht “J.H.K. landbouwer te Heino, ter zake het rooken in een spoorwegcoupé waar zulks verboden is, tot f.5,- boete” “H.v.d. K reiziger te Zwolle, ter zake het rijden op den openbaren weg in Overijssel op een rijwiel niet voorzien van bel, fluit of trompet, f.1,- boete
42
1910 14-1-1910 Kantongerecht “J.v.d. V., huisvrouw van J.S., winkelierster, en D.M., winkelier, beide te Zwolle, ter zak niet oop het winkelraam van hun winkel het woord “margarine” gesteld hebben, niettegenstaande zij in hun winkel margarine ten verkoop voorhanden hadden, ieder tot f.2,-“ “D.J. te Zwolle, ter zake het zonder daartoe gerechtigd te zijn loopen op den spoorbaan, tot de straf der berisping” In het verslag van het kantongerecht 14-1-1910 een zo onvoorstelbaar groot aantal veroordelingen. 14-1-1910 Rechtbank “Nu wordt allereerst een geitevel, daarna Marinus Joh.J. voor de rechtbank gebracht. Beide hebben zich bevonden in het pakhuis van den heer Danneboom, het geitevel als zoodanig, Marinus Joh.J. als knecht. Samen hebben ze op 14 December het pakhuis verlaten, Marinus en het geitevel; nog ging een konijnevel mee (…)” 29-1-1910 Rechtbank Jan S., 19 jaar en Gerard S., 16 jaar, hadden duiven weggenomen. Gerard vertelt de duiven te hebben genomen om ze te laten paren met zijn eigen duiven, want het waren toch zo mooie duiven. Hij was niet van plan geweest de duiven te behouden. Eis: vrijspraak. 5-2-1910 Rechtbank “Het O.M.: “Beklaagde’s gezondheid is slecht, zijn karakter echter niet minder”(….)” De beklaagde, Gerrit R., liep met zijn meisje in Hasselt en werd fors geplaagd door een groepje jongelui, die o.a. zongen “Al zijn we Coksianen”, kennelijk was een verwijzing naar die religieuze stroming zo beledigend, dat beklaagde van leer trok. 10-2-1910 Rechtbank Verslag van een civiele zaak van een vrouw tegen een verzekeringsmaatschappij. De pleiter van de eiseres Mr. J. van Setten, heet de pleiter van de tegenpartij Mr. Willinge Gratama welkom: het is diens eerste civiele zaak. 12-2-1910 Rechtbank “(…) Gerrit W. werd geacht 31 jaar te zijn, hij zelf meende echter, dat hij reeds 33 jaar was. Hij verzekerde echter op de vraag van den president, dat hij in elk geval de goeie-dat is dus de kwaje- Gerrit W. was (…)”
43
25-2-1910 Rechtbank “(…) Getuige G.v.d. Riet toonde zeer veel eerbied voor het rechterlijk college-niet ten onrechte- maar overdreef toch wel wat, door voor de heeren te knielen (…)” 11-3-1910 Kantonrechter J.A.B., arbeider te Zwolle, wegens lopen op de spoorbaan: 1 maand hechtenis. Op 28-3 staat er weer een J.A.B voor de kantonrechter, voor hetzelfde vergrijp: 6 x 1 maand hechtenis. Dit, terwijl op die datum voor hetzelfde vergrijp J. te W. te Zwolle een boete krijgt van 3 x 3 x f.15,- en F.H.J. le F. 4 x f.5,12-3-1910 Rechtbank “(…) Alles wijst er op dat beklaagde is een pathologisch individu, ook zijn stgrafregister. Op de vraag, wat er met een man als dezen gedaan moet worden, antwoordt dr. van Londen, dat hij in een krankzinnigengesticht niet thuis hoort, in de gevangenis ook niet. Hij behoort eigenlijk onder voortdurend toezicht te staan. De officier van justitie merkt op, dat dit niet te verkrijgen is (…)” 18-3-1910 Rechtbank Licht ironisch verslag over een conflict bij een feestelijke bijeenkomst in Café Centraal aan de Ossenmarkt te Zwolle. Langzamerhand ontstond er de nodige twijfel over de juisthein van het proces verbaal van de Zwolse politieagent. 28-3-1910 Kantongerecht “A. de J. voor het binnen 10 m. van de weg in Overijssel ophangen van katoenen voorwerpen, zodanig dat ze zichtbaar zijn, f.1,-“ Ook nu valt weer op wat een grote hoeveelheid zaken er “doorgejast” worden 11-4-1910 Bulletin van civiele rechtzaken “(…) eisch tot betaling van stedigheid (…) (de term komt in van Dale niet voor) 16-4-1910 Rechtbank Betreft een steekpartij in Staphorst. Om de ernst aan te duiden: “(…)de hulp van een dokter moest inroepen, twee weken lang in huis moest blijven en kippeneieren gebruiken om er weer boven op te komen (…)” “Het O.M. constateert dat het vechten met messen te Staphorst afneemt en meent dat dit een gevolg is van de ernstige bestraffing” “Op 17 maart heeft Grietje B. den agent van politie Asjen Blom uitgescholden voor beul, gastert, vuilak, ploert en hem meer fraais toegevoegd” (Van Dale: gasterd is gew. voor gemene kerel)
44
Wegens het wegnemen van zand: “gelukkig voor beklaagde is de doodstraf in ons land afgeschaft! De eisch luidt nu f.1,- boete” 22-4-1910 Kantongerecht “ter zake het te Zwolle op den openbare weg rijden met een rijwiel terwijl op dat rijwiel nog een tweede persoon had plaats genomen, f.3,- boete” “veroordeeld Mr. A.E. baron van V. tot V. te Zwollerkerspel ter zake het te Zwolle met een motorvoertuig een straat berijden waar zulks door b & W is verboden, f.3,- boete” 5-5-1910 Kantongerecht “G.v.d. B., arbeider te Zwolle, ter zake het te Zwolle afleveren van karnemelk uit emmers, waarop het opschrift “Karnemelk” niet staat vermeld ,f.2,- boete” 13-5-1910 Rechtbank “De volgende beklaagde was van ’t wel eens “schoon” genoemde geslacht. Mannelijke kracht lag op haar gelaat uitgedrukt en ze noemde zich dan ook met eenig recht “arbeider”, toen haar beroep gevraagd werd. Maar ze was een vrouw zonder zachtheid. Kordaat en pootig. Ze had met den bezem gevochten(….)” 14-5-1910 Rechtbank “(…) Mr. Polak, verdediger, merkt op, dat de warmte uit ’n pleidooi weg is, als er vrijspraak geëischt wordt (…)” 30-5-1910 Rechtbank “(….) Het is zeer slecht dat een vader de hand opheft tegen zijn zoon, vooral wanneer in die hand een mes is. De eisch luidt dan ook 3 maanden gevangenisstraf(…)” In een zaak der jachtwet stelt de verdediging dat de verbaliserende marechaussees “twee jeugdige, zenuwachtige ambtenaartjes” zijn, waarbij je moet “respectez l’enfance”. Daar de beklaagde een jachtakte heeft, hadden de marechaussees niet de bevoegdheid, waren dan ook niet in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, niet “in re licita”, dus was er ook geen sprake van verzet door beklaagde; het hoofd der school en de dominee van beklaagde achten hem ook niet in staat tot het delict, de getuigen van het O.M. staan te liegen enz. enz. De president verzoekt de verdediger zich te matigen. 4-6-1910 Kantonrechter “(…) L.v.d.S., slager te Zwolle, met een rijwiel rijden zonder het stuurtoestel met zijne handen vast te houden, f.1,- boete”
45
18-6-1910 Rechtbank “Op 20 Mei heeft Frits H., 19 jaar te Zwolle, een glasruit ingeslagen van de Willemsschool in ’t Achterom, omdat een paar meisjes die achter die ruit stonden, in doofstommentaal : “gauwdief” tegen hem zeiden (…)” 22-6-1910 Zwolle “Heden had buiten de Diezerpoort, op een terrein nabij de school van den heer Kuipers, een niet alledaagsche bijeenkomst plaats; het gold de beëdiging van de deskundigen, de heeren Schutte, Treep en Lentelink, allen te Zwolle, in de onteigenings procedure, die de gemeente Zwolle voert tegen de eigenaren van gronden aldaar. Deze konden zich niet tevreden stellen met de door de gemeente aangeboden schadeloosstelling. Behalve de procureurs van partijen, Mr. Gratama, van Giffen en Polak, waren aanwezig de rechter-commissaris, officier van justitie en griffier, terwijl tal van nieuwsgierigen deze bijenkomst bijwoonden. Nadat partijen over en weer op genoemd terrein het woord hadden gevoerd, werd de termijn bepaald binnen welke de deskundigen hun rapport moeten deponeren” 24-6-1910 Rechtbank “De verdediger, Mr. van Voorst, vraagt de rechtbank bekl. meer een les te geven dan een straf, en een korte les” “Tegen Willem van den B. te Den Ham wordt, wegens onjuiste opgave v an het aantal haardsteden in zijn woning, nl. een voor een kookpot te weinig, geëischt een boete van f.100,-(….)” 25-6-1910 Rechtbank “Neeltje ( die Margje geslagen zou hebben) vertelt dat Margje haar gezegd had dat Neeltjes man haar een gulden gegeven had, en haar naliep om slechtigheid. Als dat waar is mag hier, gezien Margje, met recht van “blinde driften” gesproken worden (….)” “Albert zegt dat hij dronken was, en in dien staat last van de zenuwen heeft” 23-7-1910 Rechtbank “Op 5 Juni van dit jaar-’t was een Zondag- was Gijsbertje Propitius op den deel in haar woning te Harderwijk. Toen kwam daar Willem J., met ’n paar andere jongens en zei gemeene praatjes. Gijsbertje zei dat de jongens weg moesten gaan, anders zou ze met den bezem slaan. De jongens gingen niet weg, zwegen ook niet en toen sloeg Gijsbertje. (….) De president vindt begrijpelijk dat bekl. naar de meisjes kijkt (…), Gijsbertje heeft een aardig bekje” Rechtbank “Bij ’t onderzoek bleek dat bekl. zich heeft schuldig gemaakt aan een zeldzaam voorkomend misdrijf, nl. knevelarij (…)” (vonnis: 4 mnd gevangenis)
46
13-8-1910 Rechtbank “(…) Toen zij hulp kwam halen, haar moeder haar een bierflesch gaf en zei:”sla ze maar dood, dat is nog beter dan er rechtszaken van te maken”, wat niet bepaald een woord van wijsheid is (…)” 26-8-1910 Rechtbank “De eerste getuige is een oud man van 88 jaar. Als hij den eed moet afleggen zegt hij: “Dat most meneer me nou niet laten doen, daar ben ik te oud voor”(…) “Het O.M. wijst er op, dat het stelen op de markt zoo’n omvang neemt, dat sommige vrouwen vijf- zesmaal op een ochtend op de markt komen en telkens een goeden buit naar huis brengen” 17-9-1910 Rechtbank “(….) Jentje zelf weet niet of ze gekrabt enz. heeft. Ze was echter niet dronken. Als bewijs daarvoor voerde ze aan, dat ze even van te voren nog geheel alleen een kruiwagen met jonge biggen had geschoven. En dat ging best. Bovendien zei beklaagde: “als ik dronken was hadden ze me wel “een zettien op-e-burgen, want het hok stond lös”. De officier van justitie vraagt voor dit “poesje” een maand” De officier van justitie, Mr. J.C. Rosenburg, “herinnerde zich nog uit zijn jongelingsjaren, dat in het jaar 1864, toen sprekers ouders nog in Brabant woonden, er eens drie jongens waren gesnapt, die ’s avonds appelen kaapten uit een tuin van den vader van spr. De jongens werden gesnord en werden ieder veroordeeld tot….5 jaren gev. straf” 23-9-1910 Rechtbank “Bekl. zegt dat het slachtoffer van mishandeling niet bewusteloos was. Maar was hij bewusteloos? “’n Bettien wel”, verklaart Arendina. Niet zo helemaal, hij kon nog een beetje praten, maar zoo heel verstandig was, wat hij zei, niet” Beklaagde zegt: “dat hij wel geslagen heeft, maar niet met geweld”. “Veldwachter Rodenburg grijnst: “Beklaagde zei al maar, maak mijn vrouw toch niet ongelukkig, maar ik zei tegen hem: zorg jij voor je eigen vrouw, ik zorg ook voor de mijne. Aldus verklaart, geestig, de veldwachter” Meijer van T. had een fiets gestolen. Eis van het O,M. : 9 mnd gevangenis 7-10-1910 Kantongerecht “J.J. te Zwartsluis en T.H.J. te Zwolle ter zake het als hoofden en bestuurders van een borstelmakerij, waarin of waarvoor personen beneden den leeftijd van 16 jaar arbeid verrichten, niet zorgen dat in het reservoir behoorende tot de voor die jeugdige personen bestemde en in die fabriek gelegen waschgelegenheid schoon water aanwezig is en zonder dat in die waschgelegenheid zeep beschikbaar was, ieder veroordeeld tot f.3,-“
47
15-10-1910 Rechtbank “(…) toen getuige terug kwam was Johannes bujiten kennis. Dat zegt echter niet veel, hij maakt niet de indruk ooit echt bij kennis te zijn (…) “ “De zaak tegen Egbert B. te Ambt Hardenberg werd uitgesteld, omdat de getuigen niet waren opgekomen, omdat ze heden, op den Israëlitischen feestdag, niet mogen reizen” 21-10-1910 Rechtbank Marten M. had broeken gestolen die buiten hingen. Hoe beklaagde tot zijn daad gekomen is: “uit behoefte”. 4-11-1910 Kantongerecht “P.v.L., waschdoekfabrikant te Zwolle, ter zake het als eigenaar van een paard niet zorgen dat dit ter keuring wordt aangeboden op een door de Koningin bepaalden datum voor de keuring van paarden voor het Nederlandsche leger, f.5,- boete” 12-11-1910 Rechtbank Pieter A., 28 jaar, wegens openbare dronkenschap, maar hij ontkent. “Remmelt van den B., veldwachter te Hasselt, houdt vol dat bekl. dronken was. Beklaagde het tegendeel. Hij gelooft dat het ’n doorgestoken mouwtje is. Zijn broer is wethouder, die zal er wel achter zitten. Met zijn broer is hij lang geen groote vrienden. Die heeft hem ook al van z’n vrouw afgeholpen. Het O.M. eischt bevestiging van het vonnis. Bekl. vindt het teurig, dat zoo’n man die onder eede staat, maar wordt geloofd” 25-11-1910 Rechtbank “Op 20 Oct. van dit jaar wou te Slagharen, Ambt Hardenberg, Trijntje Zwiers ’s middags koffie brengen aan Roelf Bakker, haar man, die op ’t land werkte. Ze had haar jongetje bij zich. Toen kwam Maria Cath. H. op haar af met zeer booze blikken, en Maria heeft Trijntje, die op den loop ging, met een mestvork in den rug gestooten, zoodat erf in dien rug elf duidelijke en een vermoedelijk gaatje ontstonden (…)” “Op den avond van 28 Oct. jl. wandelden twee veldwachters te Hasselt rond en zagen een drietal personen die luidkeels stonden te zingen, zoodat ze de nachtrust wqel konden verstoren. De veldwachters hadden een hond bij zich. Ze begaven zich in de richting der drie nachtelijke zangers en deze zetten het toen op een loopen. De hond ging hun achterna, deed hun echter niets. Maar Gerrit H. deed den hond wat, hij beschadigde den hond, zooals hem ten laste gelegd is. Dat wil zeggen dat hij het beest met een zakmes in de zijde stak(…)” 26-11-1910 Rechtbank “(…) Johan heeft weggenomen een tam grijs konijn, en dit geenszins om een metgezel op zijn zwerftochten te hebben maar om ’s gelds wil” “Jan J. heeft hoekwant weggenomen: twee bakens, vijf spleet en 1030 hoek”
48
Een zeer uitgebreid verslag met ook allerlei juridische aspecten van een beslaglegging door Johan Rietman, deurwaarder, bij een veefonds dat net vergaderde om een betaling van f.142,50 (daartoe veroordeeld door de kantonrechter) te realiseren. 9-12-1910 Rechtbank “G.J. de R. te Zwolle, wegens het niet aangeven van een vrouwenrijwiel voor de personeele belasting, f.25,- boete” 10-12-1910 Rechtbank “Jacob de Z., van Groningen, heeft (….) op een opzettelijk beleedigende wijze gezegd: “Onze Koningin is een oplichtster”(…) Bekl. zegt dat hij niet “onze” maar “de” koningin heeft gezegd, niet Wilhelmina, maar Emma heeft hij bedoeld” De eis: 4 mnd met aftrek. Vonnis: 3 mnd met aftrek. 17-12-1910 Rechtbank “Bekl. zegt, dat wanneer de heeren hem een kleine geldboete geven, zij hem nooit weer voor zich zullen zien”
1920 3-1-1920 Kantongerecht “K.S., landbouwer te Staphorst, ter zake ongevraagd eenig middel tot verstoring van zwangerschap als verkrijgbaar aanwijzen, f.125,- boete” 9-1-1920 Rechtbank “Bekl. is het slachtoffer van de smokkelarij- door veel geld te verdienen, wende hij aan een ruimer levenswijze en toen de smokkelarij hem daarvoor ’t geld niet meer verschafte- kwam hij van kwaad tot erger(…)” 30-1-1920 Rechtbank Enkele zaken die als “administratief” worden omschreven en waarbij de strafvordering wordt gedaan door de landsadvocaat: belasting en accijns zaken. Kantongerecht “J.T., visscher te Genemuiden, overtreding van de Mollenwet , f.15,- boete” 31-1-1920 Rechtszaken Door de politie is bekeurd iemand die een paard had gecoupeerd: afsnijden en dichtbranden van een deel van het staartbeen. De rechtbank heeft beklaagde vrijgesproken: het couperen wordt aan de Veeartsenschool te Utrecht onderwezen en mag door iedereen uitgevoerd worden en er is geen ander wetsartikel die het kan verbieden.
49
7-2-1920 Rechtbank Arnoldus E. uit Dalfsen is volgens een legger eigenaar van een stuk land aan de Marswetering en als zodanig verantwoordelijk om de waterwegen te onderhouden. Maar zelf stelt hij dat zijn land wel op 1 ½ uur gaans van de Marswetering ligt. Rechtbank Een oplichtingszaak door een “Vereniging” bestaande uit één persoon, zogenaamd voor een goed doel. 13-2-1920 Rechtbank “Johannes Hermannus S. te Ambt Hardenberg zou Johannes Pilage hebben mishandeld met een dikken stok, zoodat die langen tijd bewusteloos bleef. Een enorme stok, ongeveer ’n boom wordt getoond. Of die ’t was? O, neen, niet half zo zwaar (…)” 4-3-1920 Rechtbank “Dirk K., ged., heeft gebedeld en hoort daarvoor tegen zich eischen 3 d. hechtenis en 1 jaar opzending. Dirk is hiermede niet tevreden. Hij verzoekt verlening van die straf ! Als hij eens 3 jaren kreeg, dan kwam hij vrij als de toestand in Duitsland misschien weer wat geregelder is en dan zou hij gemakkelijk werk kunnen krijgen dan nu. De rechtbank, dadelijk uitspraak doende, gaf bekl. zijn zin en veroordeelde hem tot 3 d. hechtenis en 3 jaren opzending” 8—3-1920 Provincie Overijssel “Tot rijksklerk ten parkette van den ambtenaar van het openbaar ministerie bij het kantongerecht alhier is benoemd onze stadgenoot, de heer G.B. Mensink Jr.” 16-4-1920 Rechtbank “(…) Mej. Sul – die tot groote hilariteit in de zaal na de eedsaflegging resoluut weer de aftocht wil blazen- deelt nog mede (…)” 17-4-1920 Rechtbank “De rijksadvocaat wijst er tevens op dat bekl. een vervoersbewijs had voor de linkerhelft van een koe (…). In zijn kelder lag vleesch ook van een linkerhelft van een koe, dit moest dus van een andere koe zijn geweest. Bekl. verweert zich: of het een linker – of een rechterkoe helft is, is maar net zoo als je er voor gaat staan (…)” 1-5-1920 Criminele statistiek Het CBS meldt het aantal veroordelingen: van 25080 naar 37553 in 1917. In 1913: 15450 Uitgesplitst naar per provincie, smokkelzaken, duur van gevangenisstraffen etc.
50
20-5-1920 Kantongerecht Ook een hele serie “notabelen” wordt veroordeeld wegens overtreding der Wet op de Hondsdolheid: L.R.W. , directeur der Directe Belastingen H.J.V. architect G.H. de H. predikant J.W.J. baron de V. van S., Zwollerkerspel 21-5-1920 Rechtbank “Beklaagde zegt dat (de ander) niet de waarheid spreekt, zelfs geen twee woorden” 28-5-1920 Rechtbank “(…) Spreker ziet in bekl. een onverschillig, cynisch persoon, die nauwelijks denkt aan de weduwe en kinderen van zijn slachtoffer, maar de verdediger: “de beklaagde is zeer zeker geen onverschillig, cynisch type. Hij kan zich niet gemakkelijk uiten, mist de gave van het woord” Rechtbank “Het O.M. meende dat het motief (tot het wegnemen van eieren) of het nu wraakzucht of vraatzucht was, er niet toe deed” “De kwestie van het elkaar mishandelen is niet van persoonlijke aard, maar zit dieper” “Er was te Rouveen een antagonie tusschen een Oostersche en een Westersche partij” 11-6-1920 Rechtbank “Bekl. D. zelf acht een straf van 9 mnd echter veel te gering. Waarom kan hij geen 6 jaar krijgen? Hij staat er niet voor in, dat over 9 mnd niet weer een misdaad zijnerzijds plaats heeft” 12-6-1920 Kantongerecht Welgeteld 142 zaken worden op één dag behandeld. 14-6-1920 Rechtszaken Door het Gerechtshof te Arnhem is benoemd tot rechter-commissaris in strafzaken bij de Rechtbank te Zwolle per 1 Sept. a.s. Mr. P. Peereboom 25-6-1920 Rechtbank “(….) Op een vraag van den President erkent bekl. dat hij wel werken kan, maar hij heeft het nooit gedaan”
51
Rechtbank Er staat terecht J.J.V., een Belg, waarvan de uitlevering wordt gevraagd door de Belgische overheid in verband met een veroordeling voor valsheid in geschrifte en oplichting. Maar de bekl. is bang dat men hem in België wil hebben voor activisme, ondanks het feit dat België dat ontkent. De verdediger stelt dat de feiten waarvoor hij in België is veroordeeld, in Nederland niet strafbaar zijn, en dat de Belgische vonnissen niet behoorlijk zijn betekend “en niet in kracht van gewijsde zijn begaan”. 28-8-1920 Rechtbank Voor diefstal van een fiets eist het O.M. 6 mnd gevangenisstraf “Bekl. hebben de schade niet vergoed en ook op de zitting nemen ze een houding aan alsof hun dronkenschap zoo niet een vrijbrief, dan toch een voldoende verontschuldiging is voor hun handelswijze” “G.K., oud 35 jaar, wonende te Vennebrugge (D.) heeft gepoogd eenige tarwebrooden uit te voeren naa Duitschland op 7 Juli j.l. De Off. van Justitie deelde mede, dat hij deze zaak vervolgd heeft, omdat de uitvoer van levensmiddelen op zoo groote schaal geschiedt dat de inwoners van de grensstreken zelf gebrek aan voedsel hebben” 10-9-1920 Rechtbank “M. is samen met S. uitgegaan richting Dalfsen. Niet om te stelen, o neen, enkel om in de strooperij onderwezen te worden, wat immers heel iets anders is dan stelen? “ Hendrik Jan v.D. uit Elburg staat terecht omdat hij een belastingambtenaar uitgescholden heeft voor “smerige dondersteen”. “-uit de stukken blijkt dat bekl. tegenover belastingambtenaren in ’t algemeen alleronhebbelijkst is” “(…) hij had het dier, ofschoon niet betaald, eerlijk gekocht (…)” 17-9-1920 Rechtbank Peter de G., Nijkerk, staat terecht voor het vervoer van een paar zakken anthraciet, zonder daartoe benodigde vervoersbewijzen (Rijksregeling omtrent de kolendistributie: alle vervoer van kolen is consent-plichtig) 18-9-1920 Rechtbank Herm B. te Hardenberg had 2 paarden meer in de stal staan dan in de grensstreek toegestaan was. “En nu kan men de stemming van ’t publiek tegenover de motorrijders in ’t algemeen er een noemen van groote antipathie, “Terecht”, brengt hier de president in ’t midden”
52
23-9 en 24-9-1920 Rechtbank Bij een auto-ongeluk te Kampen is dodelijk gewond mevr. van Hall-Bierens de Haan. De betrokken chauffeur Daniël de V. uit Spoolde staat terecht wegens roekeloos rijden. Waarschijnlijk omdat het slachtoffer een notabele was, kwam op de rechtbank een stoet van getuigen opzetten, waaronder de voorzitter van de Ned. Automobiel Vereniging (Jhr. Sandberg tot Essenburg), een paar artsen, een genie-officier, een landmeter etc. Er is een soort reconstructie waarbij gebruik gemaakt werd van van miniatuur-autos en situatieschetsen. 24-9-1920 Rechtbank Jan v.d. H. uit Nijkerk had de kat van de buurman verdronken, omdat het dier op zijn zolderkamer was gekomen. Datg op zich was nietr strafbaar. Maar Jan had vervolgens het lijk van de kat verkocht, en dat mocht dus niet,. 8-10-1920 Rechtbank “Iets nieuws was de toeschatting van schadeloosstelling aan getuigen, die thans nauwgezet werd berekend. Niet alle getuigen waren geheel tevreden met de toeschatting wegens tijdsverzuim” 15-10-1920 Rechtbank “(….) Merkte bekl. op dat in deze tijden er geen goede trouw meer bestaat. (Hij kent blijkbaar het leven slechts van de donkere zijde)” “Bij de behandeling had de eerste getuige nog verzocht of hij een pistool mocht dragen, daar hij vaker werd lastig gevallen” 22-10-1920 Rechtbank “De heer Duursma, daarna als getuige gehoord, verwekt eenige sensatie, door te verklaren dat hij er niets geen bezwaar tegen heeft, dat de (van hem gestolen) goederen in andere handen zijn gekomen. Hij hecht er niet de minste waarde aan”. 23-10-1920 Kantongerecht “Mr. F.H. baron de V. van S. te Windesheim (Zwollerkerspel) terzake overtreding der Huurcommissiewet, veroordeeld tot f.75,- of 2 mnd hechtenis” 19-11-1920 Rechtbank “Op de desbetreffende vraag van de president ontkent beklaagde alles. Hij was volstrekt niet dronken en is schandelijk behandeld door den veldwachter. Hij heeft getuigen te over, die echter in de rechtszaal niet zijn”.
53
“De brugwachter van de Aremberger sluis heeft zich beklaagd door zekeren A.W.V. uitgescholden te zijn. Visscher, de brugwachter, acht zich beledigd door de woorden “poester”en “jakhals”. Op de vraag van de president blijkt hij de betekenis van het eerste woord niet te kennen, maar houdt het voor een gemeen woord” (van Dale: poester: vuil, ongewassen persoon) 10-12-1920 Rechtbank “(…) De buitengewone gemakkelijkheid om het misdrijf te plegen acht verdediger juist een verzachtende omstandigheid: ‘t uitglijden op een gladde straat is minder dom dan wanneer men valt wanneer de weg niet glad is!” Staat terecht een man uit Kampen die een claxon op de auto heeft die drie tonen tegelijk produceert i.p.v. achter elkaar. Is dit een meertonige hoorn in de zin der wet? “Het verbod was gericht tegen drietonige hoorns die na elkaar een soort fanfare produceeren, ’n instrument dat door den Duitschen keizer op z’n auto wordt gebruikt” “Pleiter acht ’t karakter van beklaagde niet slecht, maar zwak”
1930 Politierechter Staat terecht H.V. te Zwolle, vuurwerk gooien. “Kantonrfechter: “Jullie gooien (…) nooit naar een meneer met een wandelstok, maar het liefst naar meisjes bij wijze van liefdesbetuiging” 29-1-1930 Politierechter “Aanvankelijk werd nog aan de mogelijkheid gedacht, dat verdachte een geestelijk defect zou hebben, wegens het feit dat hij vroeger een trap van een paard heeft gehad” “(…) staat terecht terzake het feit dat zij den 7 jarige Willem Hooghorder zoo veel cognac zou hebben gegeven, dat hij dronken werd”. De jongen lusten l. geen oliebollen, dan maar een borrel. 31-1-1930 Kantongerecht “Kantonrechter: “Weet je wat het is? Je begint te schieten op hazen en eindigt met op veldwachters te schieten” 12-2-1930 Politierechter “H.K. te Giethoorn, heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van electrische energie” 15-2-1930 Kantongerecht Staat terecht A.v.L. uit Dalmsholte wegens overtreding van de leerplichtwet. Als de kantonrechter eens gaat narekenen, blijkt het betrokken kind niet leerplichtig meer te zijn. Fout van de schoolopziener.
54
19-2-1930 Kantongerecht P.L. de V. had in Lichtmis een fiets gestolen, was naar Rotterdam gefietst, van daaruit gereisd naar Hamburg, toen naar Londen overgestoken. Terug in Rotterdam. 211-2-1930 Rechtbank “(…) Verdachte vindt het dwaas om iemand te bekeuren die in den nacht over een weg rijdt met grooter dan toegestane snelheid, als er verder geen verkeer is. Volgens hem zit er meer achter.” K. de B. uit Steenwijkerwold zou water bij de melk gedaan hebben bij aflevering aan de fabriek . “Zijn vrouw is wat klein van verstand, maar den laatsten tijd ging alles goed. Nu blijkt dat zij er water bij heeft gedaan”. 11-3-1930 Kantongerecht Staat terecht wegens stropen J.W. v.d. V. te Dalmsholte. “Verdachte: maar het was een oude vogel. Kantonrechter: dan had je maar een jonge moeten schieten”. 6-3-1930 Rechtszaken J.Z. te Oldebroek stond te Zwolle terecht. Een rijksveldwachter had hem gelast te stoppen voor controle op de rijwielbelasting, maar verdachte was doorgereden. De rechtbank oordeelde dat nergens staat dat de rijksveldwacht het recht heeft een fietser te laten stoppen, dus vrijspraak. Later in hoger beroep te Arnhem ook vrijspraak. 21-3-1930 Rechtbank “President: Je bent hier al eens eerder geweest. Moet dat nu altijd zo door gaan? Verdachte: De drang zit in me. Ik kan het niet laten. Het O.M.: De grootste oorzaak van alles zal wel zijn de luiheid van verdachte” 2-4-1930 Politierechter H.S. te Bleswijk staat terecht voor mishandeling. “De verachte zegt, dat hij het niet gedaan heeft. In dat geval zou hij van schaamte niet gekomen zijn”. “Mijn broer heeft het gedaan, die zoo sprekend op mij lijkt, dat de veldwachter ons zelfs niet uit elkaar kent” 3-4-1930 Rechtbank “De OvJ acht het wettig bewijs geleverd. Moeilijker is of het overtuigend bewijs ook geleverd is”. “President: Uw zelfgenoegzaamheid ligt er dik boven op. De brave burger!”
55
“President: Ik geloof dat U denkt dat U hier op een bewaarschool zit, met allemaal naïvelingen om U heen” 4-4-1930 Kantongerecht Opnieuw komt voor een zaak waar het er om gaat of een deel van een dode zee-arend, die opgezet moest gaan worden, valt onder de Vogelwet (beschermde vogels). In zoverre pikant omdat de opdrachtgever tot het opzetten een notabele is. Bij de eerdere zitting was als getuige gehoord Dr. C.G.B. te Kate, leraar Natuurlijke Historie aan het Stedelijk Gymnasium van Zwolle. Maar het O.M. was daar niet zo van overtuigd en heeft nu het zwaarste geschut in stelling gebracht: de beroemde auteur Dr. Jacq. P. Thijsse, lid van de landelijke commissie Vogelwet, leraar Kennemer Lyceum Baarn. Deze verklaarde dat het betrokken vogeldeel wel een huid was in anatomische zin, maar niet in commerciële zin. Duidelijk is ook uit de geëiste strafmaat (boete van f.1,00) dat het allemaal niet erg overtuigend is. 9-4-1930 Politierechter “L.H.N. te Kampen moet zich verantgwoorden wegens diefstal en eenige stukjes rolpens”G.J.K. en H.N. te Kampen staan daarbij terecht wegens heling: ze hebben iets van die rolpens gegeten. Staat terecht M.G.L. te Slagharen wegens belediging. Maar volgens een getuige: ‘liep ze als een gek om het huis (van de beledigde partij), als maar het woord “gauwdief’ citeerende”. Maar omdat ze daarbij niemand had aangegeken wordt ze vrijgesproken. 16-4-1930 Politierechter Th.N. was veroordeeld tot een boete subsidiair gevangenisstraf. “Dat was echter heelemaal niets voor N., die meende dat de wet, de ambtenaar van het O.M. en de veldwachter daartoe niet het minste recht hadden. Verdachte: “Ik wensch vrijgesproken te worden”. 29-4-1930 Rechtbank J.R. te Putten staat terecht wegens een aanrijding met een trein. Hij verklaart, omdat hij naar de seinarm had gekeken, te denken dat er geen trein zou komen. “De president maakt verdachte er opmerkzaam op, dat die teekenen voor het spoorwegpersoneel zijn. Daar begrijpen wij gewone menschen toch niets van, aldus de president” 22-5-1930 Rechtbank Boeiende zaak met grote publieke belangstelling uit Elburg. H.H. is kerkeraadslid. Tijdens een zgn. “censura morum” zitting, dienden de leden der kerkeraad, volgens het formulier van het Heilig Avondmaal, zich uit te spreken of kerkleden uitgesloten dienden te worden van het Avondmaal wegens zonden. H.H. had daarbij gezegd: “Dominee, U bent een dief”, waarop Ds. A.M. den Oudsten zich beledigd had gevoeld en aangifte had gedaan. Het punt was dat Ds. de Oudsten bestuurslid (“provisor”) was van het Oude Mannen-en Vrouwenhuis te Elburg. Daarvoor gold een vergoeding (“toepachting”) per jaar van 2 anker Franse wijn, 2 vette ganzen en 2 hoenders. Maar de dominee zou zich meer hebben laten toewijzen. En dat was diefstal. De verdediger stelt dat H.H. volgens het formulier van het Heilig Avondmaal zijn doorleefde plicht als Christen had gedaan. De president denkt daar heel anders over en er
56
ontstaat een conflict, waarbij gedreigd wordt de verdediger, Mr. Gratama, het woord te ontnemen. Krant 6-6: veroordeling tot f.2,50 boete 6-6-1930 Rechtbank “Voor Veenhuizen zal verdachte wel niet in aanmerking komen, omdat daar meer gelegenheids- dan gewoontemisdadigers worden opgenomen” 19-6-1930 Politierechter “J.Z. te Kampen die zich op 5 Mei in het café van Mej. J.J. van Zuylen aldaar aan huisvredebreuk had schuldig gemaakt (….)”Dat is in het café van Mej. van Z. altijd zoo”, zei de verdachte “eerst laten ze je geld verdrinken en dan door de politie er uit gooien” “Aan den 68 jarigen C.O. te Gerner, gem. Dalfsen, hadden de stormen des levens weinig gezegd. “Chris” was scharenslijper, en weduwnaar en Maria P. te Oudleusden had een huisje. Dat zij ook de eigenares was van een spraakgebrek en overigens weinig charmes bezat, Chris telde het niet. Was het dan te verwonderen, dat hij dikwijls de richting Oudleusden insloeg op straffe van het risico, dat hij in elk slijpbaar voorwerp vlijmscherp zou aantreffen. Moedeloos richtte Chris dan zijn schreden naar het huisje van Maria, zette er zich neder… en sprak van trouwen. Wie nu gedacht had, dat dit koren was op de molen van Maria P. vergist zich schromelijk. Zij wilde niet alleen niet voor het leven met Chris verbonden zijn, zij wenschte zelfs verlost te worden van zijn kortstondige hoewel vaak herhaalde nabijheid. Chris was, wat men noemt een aanhouder, maar toch was het dom dat hij bleef, toen Maria hem maande heen te gaan omdat hij over het hoofd zag, dat Maria zijn genegenheid als ’t ware met de wet in de hand pareerde (….) Voelde je je bij Maria zoo op je gemak, Chris, vroeg de politierechter. Och, ja, zei Chris, die wat hardhoorend is. Nou ja, zei de Officier, maar ik vraag f.3,- of 3 d., anders hebben wij hier telkens dat gezeur weer”. 27-6-1930 Kantongerecht “(…) De kantonrechter, die niet van H.’s schuld overtuigd is, spreekt hem vrij. Getuige van Voorst: “Daar ga ik niet mee accoord”. Kantonrechter:”Deurwaarder, zet die man de zaal uit”. 25-7-1930 Kantongerecht Staat terecht E.P., huisvrouw uit Stad Vollenhove wegens het vervoeren van melk in nietafgedekte emmers. “Kantonrechter: Dat is nogal vies hè? Verdachte: Ik wist niet dat het moest, want ik lees de kranten nooit. Kantonrechter: ’t kan zijn dat ze in Vollenhove de handen ook in de melk wasschen, zoals dat in Zwolle gebruikelijk is” 12-8-1930 Politierechter J. v. ’t H. te Rustenburg (Oldebroek) staat terecht wegens mishandeling van mej. Vierhuis. Zij was al fietsende per ongeluk in zijn sloot beland, en nu meende verdachte dat daardoor zijn slootwater was verontreinigd.
57
Rechtbank “De raadsman vangt zijn pleidooi aan door te wijzen op een Latijnse spreuk op de muur van de Keuringsdienst van Waren, die, vertaald, luidt: Met de kleinste dingen bemoeit zich de overheid niet. Maar in dit gebouw (gerechtshof) gaat dat niet op” 17-9-1930 Politierechter B.B. te Elburg heeft zich te verantwoorden wegens belediging van de havenmeester van Elburg; hij heeft hem uitgescholden voor opschepper, praatjesmaker en snotneus. Boete f.10,26-9-1930 Kantongerecht “(…) Kantonrechter: Dat is altijd hetzelfde liedje, maar je bent toch voortdurend zo’n beetje onder de olie. Verdachte: Niet altijd. Ik heb ook wel tijden dat ik de borrel kan laten staan. U voelt wel: ik ben nu 49 jaar. Als ik zo sterk dronk, zou ik toch zeker al “weggeweest” zijn. Kantonrechter: Welnee man, jouw vleesch staat in de pekel (…)” 9-10-1930 Kantongerecht W.J.H. v. W. wordt veroordeeld wegens het op maandagochtend verkopen van vers brood. Immers dat duidt op overtreding van de arbeidswet der zondag. 10-10-1930 (artikel) “Een overtreding van de Loterijwet? Behandeling in hooger beroep van een zaak, die reeds voor het kantongerecht diende. Zijn spaarbonnen, recht gevende op een obligatie, loterijbriefjes? Interessant juridisch proces. Wat in het heele land wel en in Zwolle niet mag” (volgt verslag van de rechtszitting) 17-10-1930 Gerechtshof Arnhem Zoals te verwachten was in een principiële zaak, was tegen de veroordeling van degene die Ds. den Oudsten had beledigd (Rechtbank krant 22-5-1930, zie boven), hoger beroep aangetekend.. H.H. had de dominee een dief en een slecht mens genoemd. De dominee: “hij ondervindt veel last en verdriet te Elburg, zijn kinderen worden op straat onheusch behandeld. Herhaaldelijk heeft men gepoogd de ruiten bij hem in te werpen” (…) “De president bracht verdachte ernstig onder het oog dat hij op de censura morum vergadering niet behoorde te lachen, daardoor irriteerde hij de tegenpartij”(…) “De getuigen à décharge verklaren allen dat verdachte niet op beleedigende maar op ernstige toon sprak overeenkomstig de zaak waar het om ging”(…) De procureur-generaal vindt de boete van f.2,50 schappelijk “als men daarvoor een dominee mag uitschelden”. Uitspraak: het vonnis wordt bevestigd. Cassatie wordt aangetekend. 7-11-1930 Rechtbank “(…) getuige, zenuwarts te Amsterdam, meent dat, populair gezegd, de elementen: deugniet en patient zeer willekeurig maar sterk zijn vermengd van verdachte”
58
21-11-1930 Kantongerecht “(…)Kantonrechter tot verdachte: U staat aan alle kanten te draaien, maar goed liegen kunt U toch niet” 29-11-1930 Rechtbank G.W. wordt beschuldigd van diefstal of heling van autobanden. Verdachte verklaart de banden van een Duitser gekocht te hebben, die ze op een groentekar had liggen. “President: het is toch geen gewoonte om autobanden op een groentekar te vervoeren. Verdachte: in een industriestad als Enschede, zoo vlak langs de grens, toch wel. Daar is alles te koop, van het kleinste moertje van een auto tot het grootste onderdeel toe. President: en altijd van groentekarren? Verdachte: ja “ 11-12-1930 Rechtbank “(…) Pleiter legt de rechtbank een brief over van verdachte’s moeder waarin zij haar moederhart uitstort tijdens een slapeloze nacht, een brief over verdachte, waarvan ze toch zo veel houdt (verdachte snikt opnieuw) (…)” 30-12-1930 Zwolle “Mr. I.R. van der Pot Voor het kantongerecht herdacht. Voor den aanvang der zitting van Burgerlijke en Handelszaken van het Kantongerecht alhier op heden, sprak de kantonrechter naar aanleiding van het overlijden van Mr. I.R. van der Pot het volgende (…)” (overledene was 18 jaar kantonrechter-plaatsvervanger)
1940 12-1-1940 Rechtbank Staat terecht St.L. te Wanneperveen omdat hij een valse aanklacht tegen gemeenteveldwachter T. Wink heeft ingediend bij de minister v an justitie. Het verhaal ontvouwt zich van een verdachte als een zeer dwarse man (de president van de rechtbank: “U bent den onmogelijksten man van geheel N.W. Overijssel”), maar daarin ook aantgoonbaar te kort gedaan door de gemeente. Het rechtbankverslag kopt dan ook: “Querulantisme en dorpspolitiek” Politierechter Mej. G.v.d. H. uit Hattem had de radio aangezet zonder aangesloten te zijn bij de radiocentrale. “Kwam die muziek zoo maar, heeft U er niets aan gedaan? vroeg de politierechter. “Ik weet er niet zoo veel van en mijn man heeft er net zooveel verstand van als een hond”, zei de verdachte”
59
Politierechter “Getuige Kooiker: “Hij heeft ook al eens gezegd “’k zal je doodmaken”. Officier: “Dat heeft hij dan blijkbaar nog niet gedaan”. 23-1-1940 Politierechter “Everdina B. te Zwolle had in een winkel suiker gehaald zonder bon, of liever op een bon voor erwten (….)Politierechter: “Je hebt toch suiker gekregen zonder bon?”Verdachte: “Mag dat dan niet? Dat deed iedereen”. Politierechter: “Dat is het juist” “(…) Verdachte: “Maar ik steel ook niet. Ik ben nog nooit voor diefstal met de justitie in aanraking geweest”. “Voor diefstal niet, maar wel elf keer voor andere dingen”, wist de politierechter. “O, van die wissewasjes” Zei S. “ 26-1-1940 Rechtbank “Doe je hand eens uit de zak” zei de president voor hij hem de eed afnam”.(…) “De hele wereld verandert, maar Staphorst niet”, aldus de officier in zijn requisitoir. “De rechtbank moet de zeden daar in toom houden door gevoelige straffen op de leggen” 30-1-1940 Politierechter “(…) en stak naar me met een mes. Toen heb ik hem een schop gegeven (verdachte maakt een flinke trap in de lucht, waarbij de modder den deurwaarder om de ooren vliegt)” 14-2-1940 Politierechter “Politierechter: “Ze hebben je daar in de gaten, daar in Kampen””Ik heb Kampen nog veel meer in de gaten”zei verdachte L. minachtend” Mej. S.S.B. te Dalfsen werd verdacht van diefstal van wasgoed en was betrapt bij de waslijn “Wat moest je daar bij die waschlijn?”, vroeg de politierechter. “Knollen halen” zei de verdachte, wel een beetje onlogisch. “Je was het knollenveld toch al lang voorbij. Waarom liep je verder?””Ik ben ‘schrokken” “De volgende verdachtes Roelofje T. en Cathrien U. te Zuidveen wilden de ruzie in de rechtszaal voortzetten. In het begin waren ze nog wat onder de indruk van de omgeving en bleef het bij zijdelingsche blikken en sarcastische proestlachjes. Maar langzamerhand won de woede het van de eerbied en was de ruzie weer in volle gang. “Ik geeft jullie twee minuten, dan is ’t uit” zei de politierechter. Maar twee woedende vrouwen kunnen in twee minuten heel wat zeggen (…)” Rechtbank H.M. te Blokzijl wordt verdacht van brandstichting in zijn huis. “Maar, aldus de president, het is toch wonderlijk dat je vrouw in haar beste kleeren rond wandelde tijdens den brand. Beste kleeren heeft mijn vrouw altijd aan, verweerde zich M. Mijn vrouw draagt geen rommel. President: Ze was zoo correct gekleed, dat zelfs het naadje van de kous op de juiste plaats zat. Dat bestaat niet, ze de verdachte, want mijn vrouw draagt geen kousen met naadjes. Ze breit ze zelf.
60
15-3-1940 Rechtbank “(…) Dokter J.P. Braat, zenuwarts te Zwolle, verklaarde dat Jan R. niet volkomen toerekeningsvatbaar is. Hij is niet in staat de draagwijdte van zijn daden te overzien. President: Dus alles half? Getuige: Ja, alles half” 29-3-1940 Rechtbank “(…) De officier haalde een zinsnede aan uit het rapport van den wachtmeester der marechaussee: :”Zijn vloeken viel me des te meer op daar hij als Christelijk man reeds twee keer geweigerd had op Zondag een dagvaarding te teekenen (…)” “De eerste getuige Marrigje Kruithof uit Staphorst zag er wel erg pittoresk uit maar beschikte over een wel héél beperkte opmerkingsgave” 12-4-11940 Rechtbank “(…) Verdachte beweerde nogmaals dat de (van hem herkende) voetstappen een “dood element” waren. Er was geen bewijs, zei hij en je hoefde niet voor rechter gestudeerd te hebben om te weten dat hij vrijgesproken diende te worden” 17-4-1940 Politierechter “Bij de volgende verdachte, V.M. te Amsterdam, ontspon zich een levendige discussie over de vraag of verdachte al dan niet een vaste woonplaats heeft. “Iedereen heeft een vast verblijf, ik ook, in Amsterdam”, zei M. “Nou, laten we zeggen los-vast” zei de politierechter”. 24-4-1940 Politierechter “(…) Maar edelachtbare” zei hij, “ik zou hier wel op mijn knieën willen vallen, als dat mijn huisgezin helpen kon”,. Hij maakte aanstalten om het te doen ook”. 22-5-1940 Politierechter “Zittingen van politierechter en rechtbank vinden gewoon voortgang (…)” “De officier vond een dergelijke wederspannigheid (tegen de politie) vooral in deze tijd nu het van het grootste belang is dat de openbare orde gehandhaafd wordt, zeer ernstig (…)” 24-5-1940 Voorpagina Rechtszaak tegen gemeenteontvanger Doornspijk wegens verduistering. “President: Hebt U wel eens les in boekhouden gehad? Verdacht: Neen. President: U had ook geen verstand van administratie? Verdachte: Ik was gewoon boer. (…) Als zij (getuige) den eed moet afleggen, dat zij de geheele waarheid zal zeggen, verklaart zij dat zij daar te oud voor is”
61
6-6-1940 “Het Duitsche bestuur in Nederland Führerdecreet Par.6 Rechtspraak 1. de rechtpleging is onafhankelijk 2. 2. de uitspraken worden in den naam van het recht gedaan 3. 3. de Rijkscommissaris bepaalt, welke vonnissen hem vóór hun uitvoering ter bekrachtiging moeten worden voorgelegd 4. de Rijkscommissaris bepaalt bij verordening welke strafbare feiten aan het oordeel van de bijzondere rechtbank moeten worden onderworpen en in welke gevallen personen van Nederlandsche nationaliteit voor den krijgsraad of voor den Duitschen politierechter moeten verschijnen. Par.7 (Rechters e.d. dienen op termijn de eed af te leggen dat ze de verordeningen van de Rijkscommissaris zullen nakomen) 7-6-1940 Rechtbank “Verdediger: Als men deze man straft, straft men eigenlijk zijn armoede” 13-6-1940 Artikel “De pludering in Nijkerk voor den Zwolschen Politierechter” Strenge straffen” Tijdens de evacuatie van Nijkerk van 10-15 mei is er op grote schaal geplunderd. Er zullen in een aantal zittingen plm 30 verdachten terecht staan. 19-6-1940 Politierechter “Voor de zooveelste maal kwam gisteren voor de politierechter weer een zaakje voor van ruzie in een werkverschaffingskamp (…)” 20-6-1940 Voorpagina “Tegen den Gemeente-secretaris van Doornspijk 5 jaar geëischt” Uitgebreid verslag van de rechtszaak wegens verduistering. 24-6-1940 “De Openbare Orde Verordening van binnenlandsche zaken en justitie” 25-6-1940 Artikel “Nijkerksche Plunderaars” Tweede groep verdachten voor de politierechter
62
28-6-1940 Artikel “Nijkerksche Plunderaars voor de Zwolsche rechtbank. De ergste gevallen” Verslag 9-7-1940 Rechtzaken “De Nijkerksche Plunderaars Twee minder ernstige gevallen” Verslag 22-7-1940 Artikel “Duitsche rechtspraak in Nederland Landgerecht en Hooggerechtshof” Verordening 30-7-1940 Voorpagina “Zware straffen voor Nijkerksche plunderaars Straffen van 1 tot 4 maanden” Verslag 11-8-1940 Rechtbank “J.v.d.W. te Zwolle had zich vergrepen aan een kip (…) Nijkerkse plunderaar die stof had weggenomen: “Ik heb het weggenomen omdat het anders overstuur zou zijn geraakt”. President: “Tjonge, wat een gemeenschapsgevoel”. 16-8-1940 Rechtbank L.W.R. te Doornspijk staat terecht omdat hij vee hield zonder het verplichte lidmaatschap van een crisis-organisatie “9…) Men had het laten loopen vanaf 1937 af. “En nu is ’t ook mooi geweest” zei de president (…)”Wees nou verstandig en houdt U aan die bepalingen”zei Mr. de Muinck “U ruïneert Uw heele gezin en de overheid laat zich toch niet aan den kant zetten. Ze hebben geduld genoeg gehad met U” 27-8-1940 Politierechter H.J. v.d. B. had op formulier ingevuld dat hij op petroleum kookte, maar hij had ook een andere kookgelegenheid: boete f.15,29-8-1940 Rechtbank Weer plunderaars te Nijkerk
63
10-9-1940 Rechtzaken “De plunderingen te Nijkerk Nog enkele verdachten voor den Zwolschen politierechter (…)verdachte had twee pakjes maizena weggenomen (…) Hij vertelde een verhaal over een hartkwaal van zijn vrouw, maar de politierechter kon niet ontdekken wat deze hartkwaal met de maizena te maken had” 12-9-1940 Artikel “De steekpartij aan de Nieuwe Haven voor de Zwolsche rechtbank” Artikel “f.50,- Boete geeischt wegens beleediging (…) hij had op 10 mei j.l. den heer IJsendijk te Kampen het woord “landverrader” toegevoegd” 19-9-1940 Politierechter “(verdachte) “Hij was “Zo goed als nuchter”, wat de politierechter met een kleine variatei uitlegde als “toch zeker niet heelemaal nuchter”. 25-9-11940 Politierechter “Distributiewetten en luchtbescherming” 26-9-1940 “De plunderingen te Nijkerk Een ernstig geval” 9-10-1940 Politierechter “Het koopen van koffie en thee zonder bon schijnt nogal eens voor te komen” 11-10-1940 Rechtbank Weer Nijkerkse plunderaars “(…) Het slachtoffer was nog naar het huis van den doktger geloopen, en daar werd hij bewusteloos op de stoep gevonden. “Van het bloedverlies”, zegt hij. “Of van de jenever, Piet” veronderstelt de president” 28-10-1940 Artikel “Niet vervolging van strafbare feiten Geen beroep meet op het gerechtshof” (art. 12 en 13 Wetboek van Strafrecht worden op last van de bezetter niet meer toegepast)
64
6-11-1940 Politierechter “Hij was een oude bekende van het gerecht, had niet minder dan veertig veroordelingen achter de rug (…) 8-11-1940 Rechtbank “” Nog eens Nijkerk Diefstal en heling” 20-11-1940 Politierechter “hij was op een oude damesfiets bij een café in Dedemsvaart gekomen, en hij was, zonder dat hij nochtans een goochelaar was, op een nieuwe heerenfiets teruggekeerd” Distributieovertredingen: “had op verboden tijdstip anthraciet verkocht” “had ruwe olie als branddstof gestookt” “had verlopen bonnen ingeleverd” “Mishandeling van twee N.S.B.ers” Toen de melkboer B.R. te Heerde de N.S.B.ers Jhr. C.E. Graswinckel en L.J.H. Mol (die Volk en Vaderland aan het colporteren waren) passeerde, had hij zijn neus gesnoten. Of dat demonstratief of niet was, waren de getuigen het niet over eens. In elk geval hadden de N.S.B.ers zich beledigd gevoeld en waren de melkkar opgeklommen om door de melkboer met de zweep er van afgemept te worden. Maar omdat de melkboer was begonnen, volgens de politierechter, krijg hij een geldboete van f.20,Saakje de G. had 2 N.S.B.ers uitgemaakt voor “vuile zwendelaars”. Vonnis: f.10,- boete 21-12-1940 Politierechter “Mr. Bouman, verdachte’s raadsman, wees op de opvoeding, die verdachte gehad heeft. Hij komt uit een Oud-Gereformeerd gezin, waar alle inmenging van buiten werd geweerd, hij staat dus zeer vreemd tegenover het leven”. 28-12-1940 Voorpagina “Veluwse bewoners voor rechtzaken niet meer naar Zwolle. Het kanton Deventer echter bij het arrondissement Zwolle” (per 15-1-1941)
1941 4-1-1941 Politierechter “Waarom heb je direct gestoken?, zei de politierechter “je wist toch wel dat hij wat achterlijk is? “ “(…) Hij stond terecht wegens het stelen van een fiets, de vijftiende, want hij was al veertien maal voor een dergelijk feit veroordeeld”
65
8-1-1941 Artikel “Recht van abolitie en gratie Een decreet van den Führer” 10-1-11941 Artikel “De voorwaardelijke veroordeling staat niet meer aan den rechter” 11-1-1941 Artikel “Tegen prijsopdrijving Tienjarige gevangenisstraf, geldboete tot onbeperkt bedrag” (de gemachtigde voor prijshandhaving krijgt sanctiebevoegdheden) 15-1-1941 Politierechter “Gisteren stonden verschillende bewoners van Kampen terecht, die van een Kamper straattype, j.v.d. H., beter bekend als “Paljas”, verschillende voorwerpen hadden gekocht, die afkomstig waren van diefstal” “Mishandeling in Staphorst (steekpartij) (…) Politierechter: Als ze bij jullie zeggen “Ga eens even mee”, dan weet ik wel hoe laat het is” 22-1-1941 Politierechter (Omdat een voorwaardelijke straf niet meer gegeven mag worden ondervangt de rechter dat met “het voor onbepaalde tijd uitstellen van de uitspraak”) “Was je erg dronken?” vroeg de politierechter. “Ja, wat zal ik U zeggen, zei M.. “We hadden met ons vieren minstens 130 borrels op”(…) De officier eischte drie maanden gevangenisstraf. “Dan ga ik vervolging instellen van de getuigen wegens meineed” zei M. “Komen jullie eens hier” zei de politierechter tegen de getuigen. “Als die man één vinger naar jullie uitsteekt, dan gaan jullie direct naar de burgemeester en dan is hij nog niet gelukkig”. 23-1-1941 Artikel “Ambtenaren van het Zwolsche distributiekantoor voor het gerecht” (rechtbankverslag) 24-1-1941: vervolg van verslag 5-2-1941 Politierechter “Een burenruzie tussc hen J.P. en L.P. te Nunspeet begon met gaten in den weg en eindigde met gaten in het hoofd” “Politierechter: Je was dronken, hè? Zeker wel geld voor de kroeg maar niet voor je vrouw”
66
10-2-1941 “Het Feldkriegsgericht heeft zitting gehouden in het gerechtsgebouw te Zwolle” (behandeld werden een diefstal van een Wehrmachtsverkeersbord en een ongeluk met een Wehrmachtsauto) 11-2-1941 Politierechter “(…) voerde bij zijn verdediging een zoo langzamerhand in de rechtzaal bekende figuur aan, nl. de groote onbekende” 21-2-1941 “Beleediging van N.S.B.ers” (verdachte was door 4 N.S.B.ers uitgescholden en had teruggescholden. De N.S.B.ers verklaren dat ze over Joden in het algemeen hadden gesproken en niet over verdachte… Eis: f.10,-) 5-3-1941 Politierechter. 7 Deventenaren worden veroordeeld omdat ze in het donker hun fiets buiten hadden laten staan, een overtreding die vaker nu voorkomt in de verslagen. 6-3-1941 Voorpagina ‘Staphorster paardenkoopman ging veldwachter met bijl te lijf” Rechtbankverslag 12-3-1941 Politierechter “De officier (…) eischte een gev angenisstraf van 3 maanden. “Dat is me veel te veel, daar ga ik niet mee accoord” zei de verdachte” 21-3-1941 Artikel “Civiel standrecht voor orde en veiligheid Bedreiging met doodstraf “ 7-5-1941 Politierechter “(…) weer groot aantal zaken van menschen die vleesch zonder bon hadden ge- of verkocht” 9-5-1941 Politierechter “H.H. te Zwollerkerspel had twee varkens afgeleverd die meer wogen dan 40 kg”(geldboete f.60,-)
67
13-5-1941 “Economische rechter te Zwolle, Almelo, Zutphen Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van justitie, is met ingang van 15 Mei 1941 bij de onderscheidene arondissementsrechtbanken ingesteld één enkelvoudige kamer voor de berechting van strafzaken, rakende het economische leven. In deze kamer zijn aangewezen: te Zwolle tot lid Mr. J. Milders, tot plv. lid Mr. A.J.M. van Heijst, Mr. A. Mercier. 14-5-1941 Artikel “Economische strafzaken” (de grote lijnen der procedure) 15-5-1941 Artikel “Een Nederlandsch volksbelang” (over economische strafzaken) 31-5-1941 “De eerste zitting van den economischen rechter te Zwolle” (overtredingen van de distributiebepalingen) 25-7-1941 “Het instituut van den economischen rechter” (interview met een hoogleraar strafrecht kennelijk met het doel het zeer impopulaire instituut een opzetje te geven) 14-8-1941 Rechtbank Zwolle (Opvallend v aak diefstal van fietsen en vee uit de weide. Diefstal van een schaap: eis 1 ½ jaar gevangenis) 28-8-1941 Rechtbank Zwolle “Diefstal van vee uit de weide is bijna evenzeer in de mode als het stelen van fietsen” 17-9-1941 Politierechter “Het mysterie van de sjaal” Niet alleen in detective-romans zijn raadsels op te lossen, ook de politierechter krijgt die soms te ontpuzzelen. De sjaal waar het om ging was een blauw sjaaltje met roode en groene en gele figuren. Het werd eenparig mooi gevonden. Het komt dikwijls voor dat schoonheid onheil sticht en zo ook hier want twee Diepenveensche jonge dames betwisten elkaar de eigendom” 19-9-1941 Economische rechter “Handel op Zwarte Markt Clandestiene slachtingen in Zwolle en Omgeving””
68
24-9-1941 “De Vrederechters Rechtspraak en politiek” (over nieuwe vredegerechtorganisatie. Doel: het uitsluiten van een bepaald soort politieke opvatting uit de rechtspraak) 25-9-1941 Politierechter “(…)Politierechter: “Je bent al twee keer wegens diefstal veroordeeld, is het niet?”Verdachte:”Maar één maal, voor zoover ik weet”. Politierechter:”Nou, dan weten wij het wel betere”. 26-9-1941 Rechtbank “het stelen van fietsen en het helen van banden is nog steeds een misdrijf van den dag” 11-10-1941 Rechtbank “Diefstal van vee uit de weide, een misdrijf dat vroeger in deze streken bijna niet voorkwam, is nu aan de orde van de dag” 17-10-1941 Economische rechter “B.L. te Deventer had voor de kolendistributie opgegeven dat hij vijf vertrekken te verwarmen had. (…) in die keuken waren drie bedsteden, en daar had hij een kamer van gemaakt. “Ik moet toch warm liggen”, zei hij. “Je zet toch geen kachel in de bedstee”, meende de economische rechter” . (Boete f.5,-) “Gisteren waren er ook de eerste gevolgen van de economische sanctie-besluiten die op 6 September zijn ingegaan” (slachten van een koe: 6 mnd gevangenis) Politierechter Wegens het belemmeren van het werk van de “controleur van de prijsbeheersing” f.100,boete 5-11-1941 Politierechter “P.R.B., arts te Steenwijk, had in een brief aan een collega o.m. de volgende zinsnede gebruikt: “een zoo ernstige, om niet te zeggen verwaarloosde breuk”. De collega had dit als belediging opgevat en een aanklacht ingediend” (vonnis: vrijspraak) 7-11-1941 “Zwollenaren voor de rechtbank Fietsen, vee en geld” (De eerste openbare zitting van de vrederechter bij de arrondissementsrechtbank Arnhem was te Almelo)
69
13-11-1941 “Eerste zitting van vrederechter bij de arrondissementsrechtbank te Arnhem, Mr. W.M. Hazelhoff Roelfsema heeft vandaag zijn eerste openbare strafzitting te Zwolle gehouden (…) De officier Mr. J.C. van Hasselt, wilde bij de behandeling van dit geval en dergelijke zaken voor op stellen dat het streven van de N.S.B. ook door niet-N.S.B.-ers als hun goed recht dient te worden erkend. Een deel van het volk is hier van niet te overtuigen. Bovendien hebben de N.S.B.ers zoo lang aan verguizing bloot gestaan, dat het soms verklaarbaar is, dat ze optreden op de manier van verdachte (…) Mr. Hazelhoff Roelfsema zeide, dat hij bij de behandeling van deze zaken voor en boven alles werd gedreven door den wensch twee bevolkingsgroepen te verzoenen, die nu nog scherp tegen over elkaar staan. (…) De WA is dikwijls getart, het is daarom verklaarbaar, dat soms gehandeld wordt zooals door verdachte is gehandeld (…)” (vonnis: zeer lichte straf, f.2,- boete) Ruzie in café (…) hij sprak verdachte vrij. Hij wees hem er echter op dat hij in het bedoelde café, waar de sfeer anti-nationaal-socialistisch was, als N.S.B.-er in uniform niet hoefde te komen (…) hij vermaande hem ernstig geen relletjes uit te lokken (…) Een Zwollenaar had tegen een N.S.B.-er gezegd: “Die N.S.B.ers zijn allemaal baantjesjagers” (vonnis f.12,- boete) 19-11-1941 “Economische rechter Clandestiene slachtingen en zwarte handel” 2-12-1941 “105 personen stonden voor den economischen rechter terecht” 6-12-1941 “Paleis van Justitie te Zwolle bestaat 100 jaar Plechtige inwijding op 9 December 1841” (artikel) 9-12-1941 “Zitting vrederechter te Zwolle Mishandeling en beleedigingen” (weer conflicten over Nationale Jeugdstorm, oostfrontvrijwilligers, WA etc.) 10-12-1941 Politierechter “toen als verdachte Gv.G. uit Kampen binnenstapte, gebontjast, koket gekapt en zoo op het oog niet in het minst van een bezemslagerig allure. En toch was zij het die de klap gegeven had en nog wel aan haar schoonzuster” 30-12-1941 Economische rechter “ ( weer ruim honderd veroordelingen op een dag)
70
1942 13-1-1942 “Zitting vrederechter te Zwolle” (weer conflicten tussen nationaal-socialisten en “de rest van Nederland”) 19-1-1942 “De rechtsgeldigheid van het instituut van den economischen rechter” (artikel over arrest van de Hoge Raad hierover) 11-2-1942 “Economische Rechter Zwolle” (weer zeer lange lijst van personen) 21-2-1942 Rechtbank Zwolle (uit de verslagen valt op te maken dat fietsbanden op de zwarte markt veel opbrengen: f.35,-, f.45,-) 28-2-1942 Economische rechter (wat opvalt is, dat verdachten met naam en toenaam worden genoemd, niet alleen initialen) “Clandestien slechten uit naastenliefde” (D.E. Logtenberg had een koe geslacht om onder de armen te verdelen en hij had er zelf niet van geprofiteerd. Desalniettemin krijgt hij de minimumstraf die hierop staat: 6 mnd gevangenis) 2-3-1942 “Boeten wegens prijsopdrijving” (Naast de economische rechter is er ook nog de Inspecteur voor de prijsbeheersing, die boetes op kan leggen en spullen verbeurd verklaren) 14-4 en 16-4-1942 (Naast het instituut van vrederechter is er ook een hoger hof: het vredegerechtshof te Den Haag. Enkele geruchtmakende zaken worden daar behandeld en de doodstraf kan worden gehanteerd) 23-4-1942 “Cijfers der criminaliteit” (centraal bureau voor de statistiek) 24-4-1942 Politierechter (Beegje R. had valse koffiebon ingeleverd) “Ik weet nergens van”, zei Beegje, “ik kan niet lezen en niet schrijven”
71
29-4-1942 Economische rechter “Een vader en drie zoons” ( 4 personen uit één gezin: drie broers alle drie de minimumstraf van 6 mnd wegens illegale slacht. De vader had niet zelf geslacht en krijgt boete) 20-5-1942 Economische rechter “Arbeid is gemeenschapsplicht” ( een H.W. van der Maden staat terecht omdat hij een onderzoek geweigerd had naar zijn mogelijkheden tot werken. De economische rechter (Mr. Milders) verklaart “een saboteur van de voedseldistributie is niet schuldiger dan hij die weigert zijn werkkracht te geven”. (Terwijl de eis 3 weken was, is het vonnis 2 maanden) 21-5-1942 Rechtbank “(…) De officier eischte negen maanden gevangenisstraf. “Daar ga ik niet mee accoord, dan ga ik naar Arnhem”, zei van R. “Goede reis” wenschte de president” 19-6-1942 Rechtbank (de straffen voor fietsendiefstal lijke toe te nemen: 2 jaar gevangenis, 1 ½ jaar gevangenis e.d.) 3-7-1942 Rechtbank (de gangbare prijs op de zwarte markt, “de sluik”, van fietsonderdelen lijkt ook op te lopen, bijv. f.50,- voor een voorwiel). 8-7-1842 Politie- en economische rechter (als het gaat om diefstal e.d. worden in het verslag de initialen gebruikt, maar verkoop van bonnen, clandestiene slacht e.d. de namen voluit, dit bij één en dezelfde zitting) 16-7-1942 Rechtbank (Ook de straffen voor veediefstal lijken op te lopen: 5 jaar gevangenis bijv.) 17-8-1942 “Economisch gerechtshof ingesteld” (Te Den Haag) 19-8-1942 Politierechter (G.G. te Raalte had tegen de ambtenaar der distributie gezegd: “Jullie zijn snotneuzen achter dat loket”. Boete f.10,- wegens belediging) 12-9-1942 “Zitting van de vrederechter te Zwolle” (Mr. Wolthuis)
72
“Een bloemenkar met opschrift De Zwolsche bloemenhandelaar H. Moman had op zijn bloemenkar een bord geplaatst met het volgende opschrift: Koop geen Natte Slechte Bloemen (…) De letters N.S.B. had hij daarop vet getekend. Op de vraag van den vrederechter of hij met dit opschrift de bedoeling had de N.S.B. te beleedigen, antwoordde verd. ontkennend. Hij wilde alleen doen uitkomen dat hij geen N.S.B.er was “(vonnis f.25,-) “De gebarende familie” (De familie Heerkens had, toen W.J. Sprikkelman, N.S.B.er, langs kwam, met de vinger op het voorhoofd en op de revers gewezen. Vonnis: f.20,-) “WA-man verstoorde de orde” (J.H. Vallen, eigenaar van het enige N.S.B. café in Zwolle, had als WA-man in de Diezerstraat de orde verstoord. De Raadsman van verdachte, Mr. Dufour uit Utrecht . Vonnis f.10,-) 13-10-1942 Economische rechter (Zelfs het schilderen met olieverf is strafbaar, er bestaat een “oliebeschikking”) 3-12-1942 Rechtbank “Het slot van de Piet Kohlerzaak” (een impressario had ten onrechte aangekondigd dat het toneelgezelschap van Piet Kohler zou optreden in Odeon. Veroordeeld wegens “oneerlijke mededinging”) 8-12-1942 Economische rechter (G.H. van de Belt te Zwolle, veroordeeld wegens het poten van bloemen i.p.v. groente; J.v.d. Noort uit Olst veroordeeeld wegens het dorsen van haver en rogge) 11-12-1942 Politierechter “De Zwollenaar D.B. heeft gras gestolen voor zijn konijnen”(boete f.2,-) 12-12-1942 Vrederechter (Mr. Wolthuis) (vechtpartijtjes waarbij het lidmaatschap van de N.S.B een rol leek te spelen) (Op het opsporen van de moordenaar van een WA-man was f.5000,- beloning gesteld. In een treincoupé had P. Eshuis gezegd dat die f.5000,- dan maar aan de moordenaar gegeven moest worden. De vrederechter zag daarin een aansporing tot moord en veroordeelde tot 3 mnd gevangenis)
1943 20-1-1943 Economische rechter “Ca. Oosterbroek had 10 uien vervoerd. Boete f.1,-“
73
13-2-1943 Vrederechter (Mr. Wolthuis) (2 Zwollenaren hadden in een vertrouwelijk gesprek wat meningen geuit over de Zwolse kringleider der N.S.B. de leraar de Jong van de Rijks H.B.S., o.a. dat deze een N.S.B. leerling vooraf inzage gegeven had in een proefwerk. Dit werd toch doorverteld aan de Jong, die dit smaad vond. De officier van justitie en de verdediger stelden vrijspraak voor, maar de rechter veroordeelde toch; een persoonlijk gesprek pleit iemand niet vrij) 24-2-1943 Economische rechter “C. Kreft, wegens het varen met donkere olie f.5,- boete” 26-2-1943 “Voor het hekje” “Ja, zoo zeide de economische rechter, opkijkend, je hebt boter bereid, niet waar?”. “Het was nog melk, man”, zei de verdachte met minachtende onverschilligheid” 12-3-1943 Politierechter “(…) In Staphorst staat men in het algemeen snel met het mes klaar (…)” 19-3-1943 “Clandestiene slagers voor het Economische Hof Het Economische Hof, gepresidieerd door Mr. Volgraff, hield gisteren en vandaag zitting te Zwolle. Er werd een groot aantal zaken, voor een belangrijk deel uit de provincies Groningen en Friesland, behandeld (…)” 20-3-1943 “Clandestiene slachtingen in Overijssel zeer sterk verminderd Zwaardere straffen te verwachten ter wille van het veilig stellen van den oogst. De Procureur-generaal bij het Economisch Hof, dat Donderdag en Vrijdag te Zwolle zitting hield, Mr. Wilbrenninck, wees er (…) eenige malen nadrukkelijk op dat binnenkort zwaardere straffen te verwachten zijn (…)” 22-3-1943 (weer verslag van het Economisch Hof te Zwolle, vooral hoger beroep zaken van de Economische rechter) 23-3-1943 Economische rechter “(…) M. Laarman, Dalfsen, wegens verkopen van duiveboonen, boete f.25,21-4-1943 “Instelling van parketwachters” (beschikking hierover van secretaris-generaal van justitie) 4-5-1943 Economische rechter (Nog steeds het systeem dat de vorderingen bij belastingovertredingen door de rijksadvokaat i.p.v. officier van justitie worden gedaan. Namen van verdachten niet voluit in de krant)
74
6-5-1943 “Doodvonnissen van het Politiestandgerecht Overijssel” (vestigingsplaats staat niet genoemd) 7-5-1943 Rechtbank “Ontstellend groot is tegenwoordig het aantal rijwieldiefstallen (…)” 15-5-1943 “Opheffing Politiestandrecht” 18-5-1943 Economische rechter “(…)J. van Olphen, Steenwijk, wegens het wegnemen van 6 afgevallen appels, f.5,- boete” 21-5-1943 Rechtbank “Fietsendiefstallen blijven voortgaan. Zwolsche rechtbank behandelde er dit jaar reeds 266” 11—6-1943 Politierechter “(…) W.v.L. te Dinxperloo nam aan tafel van een kameraad een lik boter, die hem daardoor op f.5,- boete kwam te staan” “(…) veroordeeld tot 4 mnd gevangenisstgraf met opname van de gratieclausule(…)” 25-6-1943 “Economisch Hof te Zwolle” (president Mr. Vollgraff, procureur-generaal Mr. Wilbenninck; vooral zaken uit Drenthe) 2-7-1943 “Voor het hekjeBeleediging! Uiterlijk was zij ’t type van een zeer nette burgerjuffrouw. Maar achter haar zedig donker jurkje en knap manteltje en achter haar hoedje met blommetjes verschool zich een zeer, zeer laag bij de grondsche geest. “Vuilik”, had ze n.l. gezegd tegen een buurdame (…)” 19-8-1943 Rechtbank (Diefstal van 2 pakjes boter; eis: 9 mnd gevangenisstraf) 20-8-1943 Rechtbank “Boefje (…) Nu hij terecht staat maakt hij een zieligen indruk, die nog (ver-) sterkt wordt door de gevolgen van het lijden, waaraan hij zich bloot stelde, toen hij in de gevangenis lepels en vorken begon in te slikken (…)” 28-9-1943 Economische rechter “(…) G. van Leer (wegens aflevering van een kunstgebit zonder vergunning) f.100,- boete”
75
10-11-1943 Economische rechter “(…) In de volkstuintjes in dit arrondissement is van de tabaksoogst niets terecht gekomen wegens de diefstallen (…)” 2-12-1943 Zwolle “Poging tot moord op Joodsche vrouw” (Door 2 mannen werd een poging tot moord gedaan op ondergedoken Joodse vrouw. De vrouw herstelde en getuigde. Eis 2 ½ jaar) 8-12-1943 Economische rechter “Een eldorado voor lekkerbekken te Oldemarkt Het café Veensma te Oldemarkt was tot voor kort een waar eldorado. Cognac, whisky, eieren, boter, thee, dat alles was er ongelimiteerd te krijgen, mits…. men in staat en genegen was gepeperde prijzen te betalen (…)” 31-12-1943 “Voor het hekje (…) Als men voor eenige jaren iemand toevoegde “Je riekt naar jenever”, dan nam de betrokkene U dit vaak zeer kwalijk. Tegenwoordig zijn er menschen die trots glimlachen bij een dergelijke opmerking en verftrouwelijk glimlachjes ronddeelen (…)”
1944 20-1-1944 Politierechter “J.E., huisvrouw van E. te Blokzijl maakte J. Rorije uit voor “vieze bril”. Boete f.10,-“ 29-2-1944 Vrederechter Zwolle (Mr. A. Wolthuis) Veroordeeld worden o.a.. -M.A. Willems uit Olst, had tegen iemand gezegd “jij hebt je in den vorigen oorlog rijk gestolen” -Ma. Meyer had gezegd “landverraadster” -B. Gallmann had gezegd “Als de tijd omdraait zijn jullie de eersten die ik de nek omdraai” 2-3-1944 Politierechter “(…) K. verklaarde dat hij dekking had gezocht voor een luchtgevecht. Politierechter: “Merkwaardig dat het kippenhok open gevonden is” 8-3-1944 Economische rechter (Mr. v. Heyst)
76
22-3-1944 “Voor het hekje” (licht ironisch verslag van overtredingen van Urkers met palingvangsten) (in zelfde krant: Urkers voor den economischen rechter”) 21-4-1944 “Het Economische Hof te Zwolle” (president Mr. Sluyterman, procureur-generaal Mr.dr. Maris) 25-8-1944 “Kort geding Geref. Kerk van Kampen contra geschorste predikant en ouderlingen”” (ds. Lindeboom en 28 ouderlingen geschorst wegens de “zonde der scheurmaking”. Ook in volgende kranten werd de scheuring over heel Nederland beschreven) 31-8-1944 “Gen. Synode in het gelijk gesteld” (uitspraak arrondissementsrechtbank over kerkscheuringsconflikt te Kampen) 16-12-1944 “Met in gang van Woensdag 13 December 1944 zijn de diensten, thans gevestigd in het Gerechtsgebouw te Zwolle, verplaatst van Blijmarkt 20 naar de Ossenmarkt (ingang Textielhandel Fa. Brand & Co)
1945 16-2-1945 “Prijsbeheersching grijpt in” (naast het instituut van de Economische rechter was er de Inspecteur op de Prijsbeheersching, Mr. van Kempen. Deze legde zeer zware straffden op. Bijv. een boer uit Staphorst die 1 ons vet en 2 ons boter had verkocht voor f.35,- kreeg een boete van f.1000,- en inbeslagname van 7 koeien, 2 pinken en een geslacht varken) 22-2-1945 “Rechtbank” (ook de straffen worden forser: geëist 6 mnd gevangenis voor heling van een paar fietsbanden, heling van sigaren 3 mnd, diefstal van een fiets 1 jaar (10-4-1945 nog rechtbankzitting echtscheidingszaak) (29-3-1945 nog zitting kantongerecht)
77
78
79