2015 Rapportage voor Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Programma Veilige Publieke Taak
NOVEMBER 2015
Monitor Veilige Publieke Taak 2015 Rapportage voor Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Programma Veilige Publieke Taak
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015 Rapportage voor Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Programma Veilige Publieke Taak
TNO Schipholweg 77-89 Postbus 3005 2301 DA Leiden Auteurs Marianne van Zwieten Ernest de Vroome Seth van den Bossche Contact TNO Seth van den Bossche 088 866 53 30
[email protected] © TNO, 2015 ISBN 978-90-5986-471-9
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit document in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdracht nemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belang-hebbenden is toegestaan. Handelsregisternummer 27376655
SAMENVATTING In 2014 heeft ruim één op de drie werknemers met een publieke taak te maken met agressie en geweld door derden. Van alle vormen van agressie en geweld komt intimidatie veruit het meest voor. In de periode van 2007 tot 2014 is het totale percentage slachtoffers van agressie en geweld door derden redelijk stabiel. Het percentage slachtoffers van pesten daalt in deze periode licht, terwijl het percentage slachtoffers van seksuele intimidatie enigszins stijgt. Agressie en geweld door derden komt relatief veel voor in de gezondheidszorg, bij de politie, en in het openbaar vervoer. In de periode van 2007 tot 2014 daalt het percentage slachtoffers van agressie door derden In het voortgezet onderwijs, de gehandicaptenzorg, het overig welzijn en bij justitie en justitiële diensten. Een toename is er in deze periode in het primair onderwijs en bij het openbaar vervoer per spoor. In de regio’s Gelderland-Midden en Limburg komt agressie en geweld door derden het meest voor. De regio Haaglanden kent relatief weinig slachtoffers. In de periode van 2010 tot 2014 neemt het totale percentage slachtoffers van agressie door derden in geen enkele regio significant toe of af. Bij de verschillende vormen van agressie door derden zijn er wel significante toe- en afnames. Slachtoffers van agressie en geweld kampen vaker met gezondheidsproblemen, verzuimen vaker en langduriger en zijn minder tevreden met het werk en met de arbeidsomstandigheden. De negatieve gevolgen voor het welbevinden van werknemers door agressie en geweld zijn de laatste jaren niet toe- of afgenomen. In 2014 heeft ruim een kwart van de slachtoffers behoefte aan (extra) maatregelen tegen agressie en geweld in de eigen organisatie. De maatregelbehoefte is relatief groot in het openbaar vervoer, bij de politie en in de zorg (jeugdzorg, GGZ, gehandicaptenzorg en ambulancedienst). De behoefte aan maatregelen verschilt per regio. In Noord- en Oost-Gelderland is de behoefte aan maatregelen tegen agressie door derden relatief klein en in Amsterdam, Rotterdam, Limburg en Noord-Holland is deze relatief groot. In de periode van 2008 tot 2014 geven steeds meer slachtoffers aan dat er in hun organisatie voldoende maatregelen zijn getroffen. Mogelijk duidt dit op een verbetering van de opvang en nazorg voor slachtoffers van agressie. De geschatte verzuimkosten als gevolg van agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak zijn 367 miljoen per jaar.
3
INHOUDSOPGAVE 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding 7 Achtergrond 7 Doelstelling en onderzoeksvragen 7 Secundaire analyses NEA 8 Leeswijzer 11
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Aard en omvang slachtofferschap 13 Samenvatting 13 In 2014 14 Trend 2007 - 2014 14 Sectoren 15 VPT-regio’s 17 Conclusie 19
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Effecten van agressie en geweld 21 Samenvatting 21 Algemene gezondheid 21 Algemene tevredenheid 21 Burn-outklachten 23 Verzuim 23 Conclusie 27
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Beleid tegen agressie en geweld 29 Samenvatting 29 Arbo-maatregelen 29 Sectoren 30 VPT regio’s 31 Conclusie 33
5 5.1 5.2
Beleid en slachtofferschap 35 Maatregelbehoefte en slachtofferschap 35 Conclusie 35
Literatuur
37
Bijlage 1 technische verantwoording
39
5
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
INLEIDING 1.1 ACHTERGROND Agressie op het werk vormt een serieuze bedreiging voor de gezondheid en duurzame inzetbaarheid van werknemers. Het kabinet vindt het van groot belang dat werknemers in het algemeen en werknemers met een publieke taak in het bijzonder hun werk veilig kunnen uitvoeren, niet gehinderd door agressie en geweld door derden. In 2015 is de aanpak van werkgerelateerde agressie speerpunt binnen een bredere vierjarige campagne (2014-2017) van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gericht op de preventie van psychosociale arbeidsbelasting. Het programma Veilige Publieke Taak (VPT) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties coördineert de landelijke aanpak van agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak. Dit programma startte in 2007 en loopt tot eind 2016. In haar coördinerende rol monitort het programma VPT de stand van zaken op het gebied van agressie en geweld in de publieke sector. Zo heeft het programma VPT in de periode 20072013 verschillende metingen laten uitvoeren, met als meest recente de Metamonitor VPT 2013 (Brekelmans e.a., 2013). In de aanbiedingsbrief (2013-0000752157, d.d. 16 december 2013) bij deze Metamonitor VPT 2013 aan de Tweede Kamer kondigde de minister van BZK aan een jaarlijks overzicht van de stand van zaken omtrent agressie en geweld op te laten maken aan de hand van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA). De NEA, zo bleek uit de Metamonitor VPT 2013, is een geschikte monitor om over agressie en geweld te rapporteren. De NEA maakt het mogelijk om jaarlijks een update te geven van cijfers over agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak. In 2014 verscheen een rapport met de resultaten van de Monitor Veilige Publieke Taak op basis van gegevens van de NEA 2013 (Van Zwieten e.a., 2014). Dit rapport bevat de resultaten van de Monitor Veilige Publieke Taak die in 2015 is uitgevoerd op basis van gegevens van de NEA 20141.
1.2
DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN
Het eerste doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de stand van zaken omtrent agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak voor 2014. De minister van BZK gebruikt deze rapportage om de Tweede Kamer op dit terrein te informeren. Het tweede doel is het verkrijgen van aanknopingspunten om de effectiviteit van de aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak te vergroten.
1
Voor trendanalyses is gebruik gemaakt van de NEA 2007 tot en met 2014.
7
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
De onderzoeksvragen die hierbij horen zijn: 1. Wat is de aard en omvang van slachtofferschap van werknemers met een publieke taak? 2. Wat zijn de effecten van agressie en geweld op gezondheid en verzuim? 3. In hoeverre is beleid geïmplementeerd dat is gericht op voorkomen van agressie en geweld? 4. Is beleid gerelateerd aan (stijging of daling) van slachtofferschap en hoe ziet deze relatie eruit? 5. In hoeverre verschillen de antwoorden op bovenstaande onderzoeksvragen van eerdere jaren? 6. Wat is de aard en omvang van slachtofferschap en de mate van implementatie van beleid per VPT-regio?
1.3
SECUNDAIRE ANALYSES NEA
Om de onderzoeksvragen te beantwoorden hebben we secundaire analyses uitgevoerd op data van de NEA 2014 (zie bijlage 1 voor meer informatie over de NEA). De jaargangen 2007 tot en met 2013 hebben we daarnaast gebruikt om trends in de tijd te kunnen onderzoeken. Trends binnen de sectoren hebben we onderzocht in de periode van 2007 tot 2014, terwijl trends binnen de regio’s zijn onderzocht in de periode van 2010 tot 2014. Alle in de tekst genoemde verschillen en trends zijn significant (p<.05). Sectoren De onderzoeksvragen richten zich op de gehele groep werknemers met een publieke taak. De NEA bevat respondenten uit alle zes sectoren waar het programma VPT zich op richt: Onderwijs, Zorg, Veiligheid, Openbaar Bestuur, Openbaar Vervoer en Sociale Zekerheid. Tabel 1 geeft weer welke sectoren zijn meegenomen in de analyses van de gehele groep werknemers met een publieke taak. De totstandkoming van deze indeling is anders dan die in de Monitor Veilige Publieke Taak 2014. Hierdoor kunnen de cijfers over de jaren 2007 tot en met 2013 in deze monitor enigszins afwijken van de cijfers over deze jaren die in de voorgaande monitor zijn gepresenteerd. Zie Bijlage 1 technische verantwoording voor (de oorzaak van) de verschillen in gehanteerde methoden.
8
TABEL 1 Sectoren in NEA van werknemers met een publieke taak BZK-SECTOREN
SECTOREN
ONDERWIJS
Primair onderwijs (regulier en speciaal) Voortgezet onderwijs Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) Hoger Beroepsonderwijs (HBO) Wetenschappelijk onderwijs (WO)
ZORG
Ziekenhuizen Ambulancedienst GGZ Verzorging, Verpleging en Thuiszorg (VVT) Gehandicaptenzorg Jeugdzorg Overig welzijn
VEILIGHEID
Politie Brandweer Justitie en Justitiële diensten Defensie
OPENBAAR BESTUUR
Gemeenten/Provincies Ministeries Ander type openbaar bestuur Publiekrechtelijke bedrijfsorganen
OPENBAAR VERVOER
Openbaar vervoer per spoor (geen tram/metro) Stads- en streekvervoer
SOCIALE ZEKERHEID
Verplichte sociale verzekeringen
9
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
VPT-regio Het programma VPT stimuleert sinds 2010 dat werkgevers met een publieke taak op regionaal niveau samenwerken met politie, Openbaar Ministerie en met elkaar, bij de aanpak van agressie en geweld door derden. Daarom hebben we respondenten ook ingedeeld naar VPTregio. Gegevens over de werklocatie van respondenten zijn echter niet voorhanden. Bij de indeling van respondenten naar VPT-regio hebben we gebruik gemaakt van de woonplaats als proxy voor de werklocatie. Nadere analyses laten zien dat verschillen tussen VPT-regio’s nauwelijks lijken te worden beïnvloed door het gebruik van de woonplaats (zie Bijlage 1 Technische verantwoording VPT-regio’s). Figuur 1 laat de verschillende VPT regio’s zien.
VPT-REGIO IJsselland Twente Haaglanden Hollands-Midden Midden-Nederland Noord-Nederland Gelderland-Midden Gelderland-Zuid Amsterdam Oost-Brabant Limburg Noord-Holland Noord- en Oost-Gelderland Zuidwest-Nederland Rotterdam Zuid-Holland-Zuid
FIGUUR 1 VPT-regio’s
Vormen van agressie De NEA onderscheidt vier vormen van agressie en geweld door derden, namelijk intimidatie, lichamelijk geweld, seksuele intimidatie en pesten. Wanneer werknemers te maken hebben met één of meerdere van deze vormen van agressie en geweld, spreken we in deze monitor van agressie door derden. De NEA bevat geen specifieke informatie over verbaal geweld zoals uitschelden en beledigen.
10
1.4 LEESWIJZER In hoofdstuk 2 beschrijven we de aard en omvang van slachtofferschap van werknemers met een publieke taak in 2014 (onderzoeksvraag 1) en de trends in de tijd (onderzoeksvraag 5). Ook aard en omvang van slachtofferschap in sectoren en binnen de VPT-regio’s komen in dat hoofdstuk aan bod (onderzoeksvraag 6). Hoofdstuk 3 gaat over de effecten van agressie en geweld op gezondheid, verzuim en tevredenheid in 2014 (onderzoeksvraag 2) en we beschrijven wederom de trends in de tijd (onderzoeksvraag 5). In hoofdstuk 4 gaan we in op het beleid tegen agressie en geweld in 2014 (onderzoeksvraag 3) en de trends in de tijd (onderzoeksvraag 5). Ook het beleid in de verschillende VPT-regio’s komt in dat hoofdstuk aan de orde (onderzoeksvraag 6). De relatie tussen beleid en slachtofferschap beschrijven we in hoofdstuk 5 (onderzoeksvraag 4). De bijlage bevat informatie over de gehanteerde onderzoeksmethoden. Ook zijn daar alle gegevenstabellen op detailniveau te vinden.
11
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
2 AARD EN OMVANG SLACHTOFFERSCHAP 2.1 SAMENVATTING
In 2014… … heeft ruim één op de drie werknemers met een publieke taak te maken met agressie en geweld door derden … gaat het in de meeste gevallen om intimidatie … komt agressie en geweld door derden het meest voor in de gezondheidszorg, bij de politie en in het openbaar vervoer … komt agressie en geweld door derden het meest voor in de regio’s Gelderland-Midden en Limburg en het minst in de regio Haaglanden
In de periode 2007 – 2014… … is het totale percentage slachtoffers van agressie en geweld door derden redelijk stabiel … daalt het percentage slachtoffers van pesten licht, terwijl het percentage slachtoffers van seksuele intimidatie enigszins stijgt … is er in het primair onderwijs en bij openbaar vervoer per spoor sprake van een toename van agressie door derden … is er in het voortgezet onderwijs, de gehandicaptenzorg, het overig welzijn en bij justitie en justitiële diensten een afname van agressie door derden … neemt in geen enkele regio het totale percentage slacht offers van agressie door derden significant toe of af (periode 2010 – 2014) 13
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
2.2
IN 2014
Ruim een derde van de werknemers met een publieke taak heeft in het afgelopen jaar te gehad met agressie en geweld door derden. In de meeste gevallen gaat het om intimidatie (nagenoeg 1 op de 3 werknemers), gevolgd door lichamelijke geweld (bijna 1 op de 6 werknemers), seksuele intimidatie (1 op de 10 werknemers) en pesten (bijna 1 op de 10 werknemers) (figuur 2).2
40%
30%
20%
10%
0% Agressie door derden
Intimidatie
Lichamelijk geweld
Seksuele intimidatie
Pesten
FIGUUR 2 Percentage werknemers dat het afgelopen jaar te maken had met agressie en geweld door derden
2.3
TREND 2007 - 2014
In de periode van 2007 tot 2014 is het percentage werknemers met een publieke taak dat te maken heeft gehad met agressie en geweld door derden redelijk stabiel (figuur 3). Het percentage slachtoffers van pesten daalt in deze periode licht, terwijl het percentage slachtoffer van seksuele intimidatie licht stijgt. Het percentage slachtoffers van intimidatie en lichamelijk geweld blijft in de periode van 2007 tot 2014 nagenoeg gelijk.
2 In de NEA wordt gevraagd naar intimidatie, lichamelijk geweld, seksuele intimidatie en pesten. Er wordt niet apart gevraagd naar verbale agressie.
14
40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Agressie door derden [% slachtoffers]
Intimidatie door derden [% slachtoffers]
Lichamelijk geweld door derden [% slachtoffers]
Pesten door derden [% slachtoffers]
Seksuele intimidatie door derden [% slachtoffers]
FIGUUR 3 Percentage werknemers dat te maken had met agressie en geweld door derden (periode 2007 – 2014)
2.4 SECTOREN 2.4.1 In 2014 In 2014 zijn er duidelijke verschillen tussen sectoren in het aantal slachtoffers van agressie en geweld door derden (zie figuur 4). Agressie en geweld door derden komt het meest voor bij werknemers met een publieke taak in de gezondheidszorg (GGZ, ziekenhuizen, ambulancedienst, gehandicaptenzorg, jeugdzorg, VVT), maar ook bij de politie en in het openbaar vervoer. Wanneer we kijken naar de verschillende vormen van agressie en geweld door derden valt op dat lichamelijk geweld het meest voor komt in de gehandicaptenzorg, gevolg door de politie en de GGZ. De top-3 van sectoren met het grootste percentage slachtoffers van intimidatie is de ambulancedienst, gevolgd door de jeugdzorg en GGZ. De drie sectoren waarin seksuele intimidatie het meest voor komt zijn: GGZ, VVT en gehandicaptenzorg. Ten slotte komt pesten het meest voor in achtereenvolgens het openbaar vervoer per spoor, het stads- en streekvervoer en de politie.
15
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
100%
90%
80%
AGRESSIE DOOR DERDEN
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
ro ai
ez
tg
Vo
or
im Pr
et
nd er on wijs de rw ijs M BO HB O
Zi Am eke WO bu nh la uiz nc e ed n ie ns t Ge GG ha Z nd ic ap VVT te n Je zorg u Ov gd er zo rg ig Ju we st lzi iti jn e en Po ju l st Bra itie n iti ël dw e ee di en r st De en A Ge fe Pu nde me bl r t en Min nsie ie yp te is k te n, Op re e en ch ope pro ries ba tel n v ar ijke baa inc ie s r b s O tad ed be Ve pen s- e rijfs stu u ba n rp or r s lic g a ht r v tree ane e e so rvo kve n e r ci al r p voe e e ve r s r p rz ek oo er r in ge n
0%
Totaal 2014 (37,0%)
FIGUUR 4 Percentage werknemers dat te maken had agressie en geweld door derden per sector3. (significante dalende of stijgende trends in de periode 2007 – 2014 zijn aangegeven met pijltjes) 3 2.4.2 Trend 2007 -2014 In de periode van 2007 tot 2014 is er in het primair onderwijs een toename van het percentage slachtoffers van agressie door derden (zie figuur 4). Hierbij gaat het met name om een toename van het percentage slachtoffers van intimidatie en lichamelijk geweld. In het Openbaar vervoer per spoor is ook sprake van een toename van agressie door derden. Het aantal respondenten is echter te klein om te kunnen aangeven bij welke vormen van agressie deze toename vooral voorkomt.
3
16
Van enkele sectoren is het aantal respondenten in één of meerder verslagjaren beperkt (<50). Voor deze sectoren moeten de resultaten met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Dit betreft de sectoren ambulancedienst, brandweer, openbaar vervoer per spoor, publieke bedrijfsorganen en verplichte sociale verzekeringen.
Een afname van agressie door derden vindt in de periode van 2007 tot 2014 plaats in het voortgezet onderwijs, de gehandicaptenzorg, het overig welzijn en bij justitie en justitiële diensten. In het voortgezet onderwijs gaat het om een afname van het percentage slachtoffers van intimidatie, lichamelijk geweld en pesten. In de gehandicaptenzorg neemt het percentage slachtoffers van lichamelijk geweld af. In het overig welzijn is sprake van een afname van het percentage slachtoffers van seksuele intimidatie, lichamelijk geweld en pesten. Ten slotte is bij justitie en justitiële diensten een afname van het percentage slachtoffers van intimidatie te zien. In enkele sectoren is er in de periode van 2007 tot 2014 geen toe- of afname van het totale percentage slachtoffers van agressie door derden, maar wel een toe- of afname bij een of meer van de verschillende vormen van agressie door derden. Zo is er in het HBO sprake van een toename van het percentage slachtoffers van seksuele intimidatie, terwijl het percentage slachtoffers van pesten er afneemt. Ook in ziekenhuizen en bij andere type openbaar bestuur neemt het percentage slachtoffers van seksuele intimidatie toe. In de GGZ is er een afname van het percentage slachtoffers van lichamelijk geweld.
2.5 VPT-REGIO’S 2.5.1. In 2014 Het percentage slachtoffers van agressie door derden is in 2014 het hoogst in de regio’s Gelderland-Midden en Limburg, terwijl dit percentage het laagst is in de regio Haaglanden (figuur 5).
17
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
AGRESSIE DOOR DERDEN
Noord-Nederland (38,3%)
Noord-Holland (38,0%) IJsselland (38,8%) Twente (38,0%)
Amsterdam (36,3%) Midden-Nederland (37,4%) Hollands-Midden (35,6%) Haaglanden (32,4%) Rotterdam (39,7%) Zuid-Holland-Zuid (38,0%) ZuidwestNederland (35,1%)
Noord- en OostGelderland (33,1%) Gelderland-Midden (41,6%) Gelderland-Zuid (33,3%)
Oost-Brabant (36,5%)
Limburg (40,7%) Sign. (32,4%) N.S. (33,1% - 39,7%) Sign. (40,7% - 41,6%)
FIGUUR 5 Percentage werknemers dat in 2014 te maken had met agressie en geweld door derden naar VPT-regio
Wanneer we inzoomen op de verschillende vormen van agressie in de regio’s, valt op dat in 2014 seksuele intimidatie het vaakst voorkomt in Twente en Zuidwest-Nederland. Intimidatie komt het vaakst voor in de regio’s Rotterdam en Limburg. Het percentage slachtoffers van lichamelijk geweld is het hoogst in Limburg en Oost-Brabant. In de regio Amsterdam is het percentage pest-slachtoffers het hoogst. 2.5.2 Trend 2010 -2014 In de periode van 2010 tot 2014 neemt in geen enkele regio het totale percentage slachtoffers van agressie door derden significant toe of af. Bij de verschillende vormen van agressie door derden zien we wel significante toe- en afnames. Zo is er in de periode van 2010 tot 2014 in de regio Twente sprake van een toename van het percentage slachtoffers van seksuele intimidatie. In de regio Hollands-Midden is er een afname van het percentage slachtoffers van lichamelijk geweld. Pesten neemt in de betreffende periode af in de regio’s Noord- en Oost-Gelderland en Haaglanden.
18
2.6 CONCLUSIE Ruim één op de drie werknemers met een publieke taak is in 2014 slachtoffer van agressie en geweld door derden. Van alle vormen4 komt intimidatie veruit het meest voor. In de periode van 2007 tot 2014 is het percentage slachtoffers van agressie door derden nagenoeg gelijk. Het percentage slachtoffers van pesten daalt in deze periode licht, terwijl het percentage slachtoffers van seksuele intimidatie licht stijgt. Het percentage slachtoffers van intimidatie en lichamelijk geweld blijft in deze periode vrijwel gelijk. Als we naar de sectoren kijken zien we dat agressie en geweld door derden relatief veel voorkomt in de zorg, bij de politie en in het openbaar vervoer. In de periode van 2007 tot 2014 is er in het primair onderwijs en bij het openbaar vervoer per spoor een toename van agressie door derden. Een afname van agressie door derden is er in deze periode in het voortgezet onderwijs, de gehandicaptenzorg, het overig welzijn en bij justitie en justitiële diensten. Bezien naar VPT-regio valt op dat de regio’s Gelderland-Midden en Limburg relatief veel slachtoffers kennen van agressie en geweld en de regio Haaglanden relatief weinig. In de periode van 2010 tot 2014 neemt in geen enkele regio het totale percentage slachtoffers van agressie door derden significant af. Bij de verschillende vormen van agressie door derden zien we wel enkele significante toe- en afnames.
4 In de NEA wordt gevraagd naar vier vormen van agressie en geweld door derden, namelijk intimidatie, lichamelijk geweld, seksuele intimidatie en pesten.
19
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
3 EFFECTEN VAN AGRESSIE EN GEWELD 3.1 SAMENVATTING
Slachtoffers van agressie en geweld door derden… … hebben vaker een (zeer) slechte algemene gezondheid … zijn minder tevreden over hun werk en arbeidsomstandigheden … hebben vaker burn-outklachten … melden zich vaker ziek en verzuimen langer
3.2
ALGEMENE GEZONDHEID
In 2014 geeft 21% van de slachtoffers van agressie en geweld aan geen goede algemene gezondheid te hebben.5 Slachtoffers rapporteren wat vaker een slechte gezondheid dan niet-slachtoffers. Een vergelijking met eerdere jaren is niet mogelijk doordat in 2014 in de NEA andere antwoordcategorieën zijn opgenomen bij deze vraag.
3.3
ALGEMENE TEVREDENHEID
Ruim één op de vijf slachtoffers is in 2014 ontevreden over hun werk (figuur 6) en één op de drie is ontevreden over de omstandigheden waaronder ze hun werk moeten doen (figuur 7). Slachtoffers van agressie en geweld door derden zijn wat minder tevreden over hun werk en arbeidsomstandigheden dan niet-slachtoffers. De verschillen zijn het grootst ten aanzien van de tevredenheid met de arbeidsomstandigheden. De tevredenheid met het werk schommelt over de jaren heen zowel bij slachtoffers als bij niet-slachtoffers. Bij slachtoffers schommelt ook de tevredenheid over arbeidsomstandigheden over de jaren heen, terwijl bij niet-slachtoffers sprake is van een daling van de tevredenheid.
5 Het gaat hier om het percentage slachtoffers dat een van de volgende drie categorieën als antwoord heeft gegeven: gaat wel, slecht of zeer slecht
21
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
TEVREDEN OVER WERK 90% 85% 80% 75% 70% 65% 60% 2007
2008
2009
2010
2011
Niet-slachtoffers
2012
2013
2014
Slachtoffers
FIGUUR 6 Tevredenheid over werk (% werknemers dat tevreden is) naar slachtofferschap van agressie door derden
TEVREDEN OVER ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 90% 85% 80% 75% 70% 65% 60% 2007
2008
Niet-slachtoffers
2009
2010
2011
2012
2013
Slachtoffers
FIGUUR 7 Tevredenheid over arbeidsomstandigheden (% werknemers dat tevreden is) naar slachtofferschap van agressie door derden
22
2014
3.4 BURN-OUTKLACHTEN In 2014 heeft 22% van de slachtoffers van agressie en geweld burn-outklachten (emotionele-uitputtingsklachten door het werk). Slachtoffers rapporteren vaker burn-outklachten (emotionele-uitputtingsklachten door het werk) dan niet-slachtoffers (figuur 8). Dit is het geval voor de gehele periode 2007 – 2014. Bij zowel slachtoffers als niet-slachtoffers is over deze gehele periode sprake van een toename van het percentage werknemers met burn-outklachten. Deze toename is bij slachtoffers sterker dan bij niet-slachtoffers.
BURNOUTKLACHTEN 24%
20%
16%
12%
8% 2007
2008
Niet-slachtoffers
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Slachtoffers
FIGUUR 8 Emotionele-uitputtingsklachten (gemiddelde op schaal 1-7) naar slachtofferschap van agressie door derden
3.5 VERZUIM In 2014 heeft meer dan de helft (54%) van de slachtoffers van agressie en geweld in het afgelopen jaar verzuimd (figuur 9). Slachtoffers melden zich vaker ziek dan werknemers die geen slachtoffer zijn geweest. In de periode van 2007 tot 2014 daalt het percentage werknemers dat verzuimt. Dit patroon vinden we zowel voor slachtoffers als voor niet-slachtoffers. Slachtoffers van agressie en geweld verzuimen in 2014 gemiddeld 9,3 dagen (figuur 10). Dit is 2,1 dagen meer dan niet-slachtoffers. Het beeld dat slachtoffers meer dagen verzuimen dan niet-slachtoffers is over de periode 2007 tot 2014 stabiel.
23
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
VERZUIM LAATSTE 12 MAANDEN [% wel verzuimd] 64%
60%
56%
52%
48%
44% 2007
2008
2009
2010
2011
Niet-slachtoffers
2012
2013
2014
Slachtoffers
FIGUUR 9 Ziekteverzuim (% werknemers dat verzuimde in laatste 12 maanden) naar slachtofferschap van agressie door derden
VERZUIM LAATSTE 12 MAANDEN aantal werkdagen; niet=0 – max=215 11
10
9
8
7
6 2007
2008
Niet-slachtoffers
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Slachtoffers
FIGUUR 10 Ziekteverzuim (aantal verzuimdagen in laatste 12 maanden) naar slachtofferschap van agressie door derden
24
Werknemers die slachtoffer zijn geweest van agressie en geweld verzuimen vaker met psychische klachten, overspannenheid en burn-out en buik-, maag- en darmklachten dan werknemers die geen slachtoffer zijn geweest (figuur 11).
VERZUIMKLACHTEN 11%
Overige klachten
9% 5%
Hoofdpijn
4% 32%
Griep of verkoudheid
36% 1%
Klachten oren of ogen
1% 1%
Huidklachten
0% 9%
Klachten buik, maag of darmen
7% 2%
Klachten luchtwegen
3% 1%
Conflict op het werk
1% 2%
Vermoeidheid of concentratieproblemen
2% 5%
Psychische klachten, overspannenheid, burn-out
4% 1%
Klachten hart- en vaatstelsel
1% 4%
Klachten heup, benen, knieën, voeten
4% 5%
Klachten nek, schouders, armen, polsen, handen
4% 5%
Rugklachten
5% 0%
5%
Slachtoffers
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Niet-slachtoffers
FIGUUR 11 Reden laatste verzuimgeval voor slachtoffers en niet-slachtoffers
25
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
KOSTEN We hebben berekend wat de werkgeverskosten zijn voor loondoorbetaling tijdens het verzuim van slachtoffers van agressie en geweld op het werk. Eerst is berekend hoeveel extra dagen een werknemer die slachtoffer is geweest van agressie op het werk verzuimt ten opzichte van een niet-slachtoffer. Deze extra verzuimdagen zijn vervolgens omgerekend naar kosten met behulp van individuele loonkostengegevens. De berekening van de kosten van agressie op het werk, is gebaseerd op cijfers uit 2012. (zie Bijlage 1 Technische verantwoording voor een toelichting) De kosten van agressie door derden schatten we op ruim 367 miljoen euro per jaar voor alle VPT-sectoren tezamen.
Extra verzuimdagen en -kosten door agressie door derden TOTAAL A
Prevalentie van agressie door derden (%)
B
Aantal werknemers in Nederland met agressie door derden ***)
C
Extra verzuimdagen door agressie door derden (per persoon per jaar) *)
D
‘Potential production cost loss’; Bruto dagsalaris van personen met agressie door derden (per persoon per dag) **)
€ 247
Loonkostenverlies (per persoon met agressie door derden per jaar)
€ 480
Geschatte cumulatieve kosten in Nederland per jaar in miljoenen Euro’s
€ 367
E=C*D F = B * E / 106
37,0% 763.000 1,9
*) Ongestandaardiseerde lineaire ‘Ordinary Least Squares’ (OLS) regressiecoëfficiënt volgens het model: ‘Extra verzuimdagen’ = Constante + BAgressie * ‘Agressie’ + ∑Bi*Covariaati. De covariaten in onderhavige analyse waren: geslacht, leeftijd, en opleiding. Daarmee is de regressiecoëfficiënt althans voor wat betreft de belangrijkste demografische factoren niet vertekend (‘unconfounded’). **) Dit is het gemiddelde van de slachtoffers van agressie door derden. In het model, bij de berekening van de totalen in rijen E en F, is echter gerekend met het dagsalaris van elke individuele respondent. ***) Rij B is gebaseerd op de geschatte ‘werkelijke’ grootte van de beroepsbevolking in Nederland in 2012 (in totaal 7.116.000). Berekend op basis van de ophooggewichten die door het CBS worden afgeleid en worden meegeleverd in de gegevensfile. Gepresenteerde cijfer is een schatting en is afgerond op duizendtallen.
26
3.6 CONCLUSIE De resultaten in dit hoofdstuk bevestigen nogmaals dat confrontatie met agressie en geweld een negatieve impact heeft op gezondheid en welbevinden van werknemers. Werknemers met een publieke taak die slachtoffer zijn van agressie en geweld door derden, hebben meer gezondheidsproblemen dan niet-slachtoffers, ze verzuimen vaker en langduriger en zijn minder tevreden met het werk en de arbeidsomstandigheden. In de loop van de jaren heeft een steeds groter percentage slachtoffers burn-outklachten. Dit geldt weliswaar ook voor niet-slachtoffers, maar bij hen in is dit in mindere mate het geval. Dit zou kunnen betekenen dat de ernst van de incidenten is toegenomen. Op basis van de NEA kunnen we hier geen harde uitspraken over doen.
27
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
4 BELEID TEGEN AGRESSIE EN GEWELD 4.1 SAMENVATTING
In 2014… ...wenst ruim één op de vier slachtoffers aanvullende maatregelen tegen agressie en geweld. ...is de maatregelbehoefte relatief groot in het openbaar vervoer, bij de politie en in de zorg (jeugdzorg, GGZ, gehandicaptenzorg en ambulancedienst). ...is de behoefte aan maatregelen tegen agressie door derden relatief klein in Noord- en Oost-Gelderland, terwijl deze relatief groot is in Amsterdam, Rotterdam, Limburg en Noord-Holland.
In de periode 2008 - 2014… ...stijgt het percentage slachtoffers dat aangeeft dat er al voldoende maatregelen zijn getroffen, terwijl het aantal slachtoffers dat aangeeft dat er nog geen maatregelen zijn getroffen daalt. ...daalt de maatregelbehoefte in het voortgezet onderwijs, VVT, gemeenten en provincies en stads- en streekvervoer. ...is de behoefte aan maatregelen in alle regio’s stabiel gebleven (periode 2010 - 2014). 4.2 ARBO-MAATREGELEN In de periode van 2008 tot 2014 stijgt het percentage slachtoffers dat aangeeft dat er al voldoende maatregelen zijn getroffen. Daarnaast daalt het aantal slachtoffers dat aangeeft dat er nog geen maatregelen zijn getroffen. Deze trends vinden we overigens niet bij nietslachtoffers.
29
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
Werknemers kunnen verschillende redenen hebben waarom ze al dan niet behoefte hebben aan maatregelen. Indien ze geen behoefte hebben aan maatregelen kan dit zijn omdat het probleem niet speelt, of omdat er al voldoende maatregelen zijn getroffen. Als werknemers juist wel behoefte hebben aan maatregelen kan dit zijn omdat er nog geen maatregelen zijn getroffen, of omdat maatregelen die wel zijn getroffen ontoereikend worden bevonden. In 2014 heeft ruim één op de vier slachtoffers van agressie en geweld door derden behoefte aan (extra) maatregelen (figuur 13). Van de niet-slachtoffers is dit slechts één op de 22. Maatregelen worden vooral nodig geacht omdat de maatregelen die wel zijn getroffen, ontoereikend worden bevonden. Slechts een klein deel zegt dat maatregelen gewenst zijn omdat er nog helemaal geen maatregelen zijn getroffen.
MAATREGELBEHOEFTE 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 2008 Niet-slachtoffers
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Slachtoffers
FIGUUR 12 Noodzaak van maatregelen tegen agressie en geweld (% werknemers dat maatregelen nodig vindt) naar slachtofferschap van agressie
4.3 SECTOREN In 2014 zijn er duidelijke verschillen tussen sectoren in de behoefte aan maatregelen tegen agressie (figuur 13). Deze behoefte is relatief groot in het openbaar vervoer, bij de politie en in de jeugdzorg, GGZ en gehandicaptenzorg. De behoefte aan maatregelen is in de periode van 2010 tot 2014 gedaald in het voortgezet onderwijs, de VVT, bij gemeenten en provincies en bij het stads- en streekvervoer. In de overige sectoren is de maatregelbehoefte in deze periode stabiel gebleven.
30
45%
40%
35%
MAATREGELBEHOEFTE
30%
25%
20%
15%
10%
5%
Pr Vo ima or ir o tg ez nde et r on wijs de rw ijs M BO HB O Zi Am eke WO n bu h la uiz nc e ed n ie ns t Ge GG ha Z nd ic ap VVT te n Je zorg Ov ugd er zo rg ig Ju we st lzi iti jn e en Po ju l st Bra itie n iti ël dw e ee di en r st De en A Ge fe Pu nde me ns M e bl rt ie yp nte inis ie k te n, Op re e rie o p en ch p ba tel enb rovi s ar ijke aa nc ie s r b s O tad ed be Ve pen s- e rijfs stu ba n rp or ur s lic g a ht r v tree ane e e so rvo kve n e r ci al r p voe e e ve r s r p rz ek oo er r in ge n
0%
FIGUUR 13 Maatregelbehoefte (%ja) agressie door derden per sector in 2014 (significante dalende trends in de periode 2007 – 2014 zijn aangegeven met pijltjes)
4.4
VPT REGIO’S
De behoefte aan maatregelen verschilt per VPT-regio6 (figuur 14). In 2014 is deze behoefte in Noord- en Oost-Gelderland relatief klein en in Amsterdam, Rotterdam, Limburg en NoordHolland is deze relatief groot, vergeleken met het gemiddelde van alle VPT-regio’s. De behoefte aan maatregelen is in de periode 2010 tot 2014 in alle regio’s stabiel gebleven.
6 Bij deze analyse is geen onderscheid gemaakt tussen slachtoffers en niet-slachtoffers.
31
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
MAATREGELBEHOEFTE AGRESSIE DOOR DERDEN
Noord-Nederland (12,0%)
Noord-Holland (15,7%) IJsselland (11,2%) Twente (12,8%)
Amsterdam (16,9%)
Noord- en OostGelderland (9,2%)
Midden-Nederland (12,0%) Hollands-Midden (13,9%)
Gelderland-Midden (11,1%)
Haaglanden (11,8%) Rotterdam (16,8%)
Gelderland-Zuid (13,3%)
Zuid-Holland-Zuid (12,1%) ZuidwestNederland (13,8%)
Oost-Brabant (13,6%)
Limburg (16,1%) Sign. (9,2%) N.S. (11,1% - 13,9%) Sign. (15,7% - 16,9%)
FIGUUR 14 Maatregelbehoefte (%ja) agressie door derden per VPT-regio in 2014
De behoefte aan maatregelen kan verschillende redenen hebben. Deze geven meer inzicht in wat er speelt in de verschillende regio’s. In 2014 geven werknemers in de regio’s Haaglanden en Midden-Nederland het vaakst aan dat agressie door derden er niet speelt. In de regio’s Twente, Gelderland-Midden, Noord- en Oost-Gelderland en Noord-Nederland geven werknemers het vaakst aan dat er al voldoende maatregelen zijn getroffen. Dat de genomen maatregelen onvoldoende zijn wordt het vaakst genoemd door werknemers in Amsterdam en Limburg. Werknemers in Rotterdam geven het vaakst aan dat er nog geen maatregelen zijn genomen. In de periode van 2010 tot 2014 stijgt in de regio Zuid-Holland-Zuid het percentage werknemers dat aangeeft dat er al voldoende maatregelen zijn. In Haaglanden geeft een steeds groter percentage werknemers aan dat agressie door derden er niet speelt, terwijl het percentage dat zegt dat er al voldoende maatregelen zijn er daalt. In Gelderland-Midden is het juist andersom: het percentage werknemers dat aangeeft dat agressie door derden er niet speelt daalt, terwijl een steeds groter percentage werknemers aangeeft dat er al voldoende maatregelen zijn.
32
4.5 CONCLUSIE In de periode van 2008 tot 2014 geven steeds meer slachtoffers van agressie en geweld aan dat er in hun organisatie voldoende maatregelen zijn getroffen tegen agressie en geweld. Deze trend zien we niet bij niet-slachtoffers. Mogelijk duidt dit op een verbetering van de opvang en nazorg voor slachtoffers van agressie. De behoefte aan maatregelen is relatief groot in het openbaar vervoer, bij de politie en in de jeugdzorg, GGZ en gehandicaptenzorg. De maatregelbehoefte (van zowel slachtoffers als niet-slachtoffers) verschilt per regio. In 2014 is deze behoefte in Noord- en Oost-Gelderland relatief klein en in Amsterdam, Rotterdam, Limburg en Noord-Holland is deze relatief groot.
33
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
5 BELEID EN SLACHTOFFERSCHAP 5.1
MAATREGELBEHOEFTE EN SLACHTOFFERSCHAP
In de periode 2007 – 2014 is in vier sectoren sprake van een lichte daling van het aantal slachtoffers van agressie en geweld. De maatregelbehoefte in deze sectoren is vergeleken met de maatregelbehoefte in de overige sectoren. Omdat we aannemen dat slachtoffers sowieso maatregelen wensen, focussen we ons bij het interpreteren van de resultaten op niet-slachtoffers. Hieruit blijkt dat zowel in de sectoren waarin het slachtofferschap daalt als in de sectoren waarin dit niet het geval is, de behoefte aan maatregelen daalt.
5.2 CONCLUSIE Zowel in de sectoren waarin het slachtofferschap daalt als in de sectoren waarin dit niet het geval is, daalt de behoefte aan maatregelen. Deze bevindingen komen niet overeen met de eerdere bevindingen in de Monitor Veilige Publieke Taak 2014. Daarin zagen we dat alleen in de sector waarin het slachtofferschap daalde, ook de maatregelbehoefte een daling liet zien, terwijl in de overige sectoren de maatregelbehoefte gelijk bleef. Een daling van agressie leek toen samen te hangen met het treffen van maatregelen. Er is meer onderzoek nodig om de samenhang tussen veranderingen in slachtofferschap en maatregelbehoefte te kunnen bepalen en duiden.
35
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
LITERATUUR Brekelmans, J., Tillaart, J. van den & G. Homburg (2013). Metamonitor Veilige Publieke Taak 2013: eindrapport. Amsterdam: Regioplan. Cohen, A. (1983). Comparing regression coefficients across subsamples A study of the statistical test. Sociological Methods & Research, 12, 77-94. Cohen, J. (1988). Statistical power analysis for the behavioral sciences, 2nd ed. NY: Taylor & Francis. Hooftman, W.E., Mars, G.M.J, Janssen, B., Vroome de, E.M.M. & S.N.J. van den Bossche (2015). Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2014. Methodologie en globale resultaten. Leiden: TNO. Ploeg, K. van der, Pal, S. van der, Vroome, E. de & S. van den Bossche (2014). De kosten van ziekteverzuim voor werkgevers in Nederland. Leiden: TNO. Zwieten van, M.H.J., Bakhuys Roozeboom, M., Vroome, E.M.M. & S.N.J. van den Bossche (2014) Monitor Veilige Publieke Taak 2014. Leiden: TNO.
37
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
BIJLAGE 1 TECHNISCHE VERANTWOORDING NEA Alle cijfers die in dit rapport zijn gepresenteerd, zijn gebaseerd op de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) (zie ook Hooftman e.a., 2015). De NEA is het grootste periodieke onderzoek naar de werksituatie van Nederlandse werknemers bekeken vanuit de ogen van werknemers. TNO en het CBS voeren de NEA uit in samenwerking met het ministerie van SZW. Het doel van de NEA is om tegemoet te komen aan de informatiebehoefte van de overheid, werkgevers, vakbonden, brancheorganisaties etc. De NEA is de vinger aan de pols van werkend Nederland, door periodiek vergaarde informatie over de werksituatie, inzetbaarheid en gezondheid van een grote en representatieve steekproef van werknemers in Nederland. De NEA is een bron voor beleidsmatige en wetenschappelijke kennisontwikkeling op het terrein van arbeid. De NEA wordt sinds 2003 uitgevoerd. De doelpopulatie van de NEA zijn werknemers die in Nederland wonen en werken en tussen de 15 en 65 jaar (2003-2013) of tussen de 15 en 75 jaar (vanaf 2014) zijn. In de periode 2003-2013 deden jaarlijks gemiddeld ruim 23.000 werknemers mee. Vanaf 2014 is de steekproef vergroot van 80.000 naar 140.000 werknemers. Hiervan vulden bijna 38.000 werknemers de NEA daadwerkelijk in. De verzamelde gegevens worden door weging representatief gemaakt voor de populatie. Daardoor is het mogelijk om op basis van de NEA valide uitspraken te doen over alle werknemers van Nederland. Wijzigingen NEA 2014 In 2014 zijn er enkele inhoudelijke wijzigingen in de NEA vragenlijst die gevolgen hebben voor de Monitor Veilige Publieke Taak 2015. Zo ontbreekt in 2014 de vraag over bedrijfsveiligheid, waardoor deze dit jaar niet is opgenomen in de analyses en resultaten van deze monitor. De vraag over algemene gezondheid kent in 2014 andere antwoordcategorieën waardoor geen vergelijkingen mogelijk zijn tussen 2014 en eerdere jaren.
39
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
METEN VAN AGRESSIE DOOR DERDEN In de NEA is de vraag naar agressie door derden als volgt gesteld: Kunt u aangeven in welke mate u de afgelopen we maanden persoonlijk te maken heeft gehad met: – ongewenste seksuele aandacht van klanten (of patiënten, leerlingen of passagiers, e.d.)? – intimidatie door klanten (of patiënten, leerlingen of passagiers, e.d.)? – lichamelijk geweld door klanten (of patiënten, leerlingen of passagiers, e.d.)? – pesten door klanten (of patiënten, leerlingen of passagiers, e.d.)? Antwoordmogelijkheden zijn: ‘Nee, nooit’, ‘Ja een enkele keer’, ‘ja, vaak’, ‘ja, zeer vaak’. In dit rapport zijn de respondenten die ten minste een enkele keer te maken hebben gehad met ten minste één van de vormen van agressie door derden beschouwd als slachtoffer van agressie door derden.
VPT-SECTOREN De sectorindeling is tot stand gekomen op basis van de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI2008). De SBI is een hiërarchische indeling van economische activiteiten. De SBI is gebaseerd op de indeling van de Europese Unie (Nomenclature statistique des activités économiques dans la Communauté Européenne, afgekort: NACE) en op die van de Verenigde Naties (International Standard Classification of All Economic Activities, afgekort: ISIC). De SBI 2008 kent meerdere niveaus die worden aangegeven door maximaal vijf cijfers. De indeling naar voornaamste activiteit (hoofdactiviteit) betekent dat er bijvoorbeeld in de categorie bouwnijverheid bedrijven kunnen voorkomen die naast bouwactiviteiten ook andere activiteiten (nevenactiviteiten) uitoefenen. Met gebruikmaking van (alleen) de SBI2008 kunnen ministeries en gemeenten niet worden onderscheiden. In 2014 is daarom gebruik gemaakt van zowel de SBI2008 als de CAO code om ministeries en gemeenten te onderscheiden. In de voorgaande jaren bevatte de NEA een vraag met voorgecodeerde sectoren waaronder ministeries en gemeenten. In deze jaren (2007 – 2013) is gebruik gemaakt van deze vraag om gemeenten en ministeries te onderscheiden.
VPT-REGIO’S Aangezien informatie over de werklocatie van werknemers niet bekend is, is de indeling in VPT-regio’s gebaseerd op informatie uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) over de woonplaats van de respondent. In de analyses in dit rapport is woonplaats dus gebruikt als 40
proxi voor de werklocatie. Uit analyses blijkt dat de gemiddelde afstand in kilometers tussen werk en woonplaats 16 kilometer bedraagt. De verschillen tussen VPT-regio’s in woon-werkafstand zijn niet groot. De grootste gemiddelde woon-werkafstand is 18,5 km (MiddenNederland), de kleinste is 11,5 km (Haaglanden). Wij verwachten hiermee dat de woonplaats van de respondent een acceptabele representatie verschaft van de werklocatie en daarmee van de VPT-regio’s.
KOSTEN We hebben berekend wat de werkgeverskosten zijn voor loondoorbetaling tijdens het verzuim van slachtoffers van agressie en geweld op het werk. Eerst is berekend hoeveel extra dagen een werknemer die slachtoffer is geweest van agressie op het werk verzuimt ten opzichte van een niet-slachtoffer. Deze extra verzuimdagen zijn vervolgens omgerekend naar kosten met behulp van individuele loonkostengegevens. De kosten zijn berekend volgens de gegevens en de methode die zijn beschreven in: Ploeg, K. van der, Pal, S. van der, Vroome, E. de & Bossche, S. van den (2014). De kosten van ziekteverzuim voor werkgevers in Nederland. Leiden: TNO. [http://www.monitorarbeid.tno.nl/ publicaties/kosten-van-ziekteverzuim-voor-werkgevers-in-nederland]. Hierin wordt in het kort de ‘Human Capital Approach’ gehanteerd – niet de ‘Friction Cost Approach’. Met andere woorden, 100% van het bruto dagsalaris (inclusief belastingen en door de werknemer en werkgever betaalde sociale premies) gedurende een verzuimdag wordt gezien als ‘Production Cost Loss’. Aangezien de salarisgegevens alleen bekend zijn van de NEA-respondenten die in 2012 hebben deelgenomen, gaan de cijfers in de tabel alléén over 2012 (dus ook de prevalentiecijfers e.d.).
TABELLEN In deze bijlage presenteren we de tabellen die de basis vormen voor dit rapport. Het gaat hierbij om de (gewogen) frequentieverdeling van alle NEA-items die in dit rapport zijn gepresenteerd, uitgesplitst naar (type) agressie door derden en geweld en jaar. In de grote resultatentabellen op de volgende pagina’s is elk verschil tussen een onderscheiden groep enerzijds (bijvoorbeeld ‘slachtoffers van agressie door derden) en alle andere cases anderzijds, getoetst op significantie. Een gemarkeerde groep is op het betrokken gegeven significant verschillend van alle andere cases op dezelfde regel. We gebruiken het teken ‘’ wanneer een groep significant hoger scoort dan het totaal, en het teken ‘’ voor een significant lager scorende groep (p<0,05, tweezijdig). Percentages zijn getoetst met de Pearson χ² toets; gemiddelden met de t-test.
41
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
TRENDVERGELIJKINGEN Bij een vergelijking tussen jaren is een trendanalyse uitgevoerd waarbij we telkens een lineaire regressieanalyse hebben uitgevoerd waarbij het meetjaar fungeerde als ‘onafhankelijke variabele’ of ‘predictor’, en de betrokken uitkomstvariabele (bijvoorbeeld agressie door derden) als ‘afhankelijke variabele’ of ‘criterium’. Hieruit komt telkens een regressiecoëfficiënt ‘B’ die aangeeft in welke mate de uitkomstvariabele gemiddeld per jaar daalt of stijgt. Deze coëfficiënt wordt vervolgens getoetst tegen 0. Is deze toets significant, dan is er sprake van een stijgende trend (als de regressiecoëfficiënt B groter is dan 0), dan wel van een dalende trend (als de regressiecoëfficiënt B kleiner is dan 0). De regressiecoëfficiënt B kan ook worden gestandaardiseerd en heet dan bèta (β). Het voordeel van standaardiseren is dat het daarmee een bekende maat wordt met een vaste ondergrens (−1) en een vaste bovengrens (+1). Bovendien kan de gestandaardiseerde β worden geïnterpreteerd als klein (0,10−0,20), middelmatig (0,20−0,40), en groot (0,40 en hoger), volgens de vuistregels in Cohen, J. (1988). Statistical power analysis for the behavioral sciences, 2nd ed. NY: Taylor & Francis. In een bivariate situatie zoals bij de vraag of agressie door derden afhankelijk is van het jaar waarin die agressie is gemeten, is de gestandaardiseerde regressiecoëfficiënt (β) overigens gelijk aan de overeenkomstige Pearson correlatiecoëfficiënt. Alles is echter met regressieanalyse berekend om tevens de ongestandaardiseerde regressiecoëfficiënt (B) te rapporteren. Daarnaast hebben we waar nodig bekeken of een trend (regressiecoëfficiënt) in één bepaalde groep (bijvoorbeeld de niet-slachtoffers) verschilt van dezelfde trend (regressiecoëfficiënt) in een andere groep (bijvoorbeeld de slachtoffers). Ook dit trendverschil (∆B resp. ∆β) is telkens getoetst tegen 0. Is die toets niet significant dan lopen de trendlijnen (min of meer) parallel, en is die toets wel significant (p<0,05, tweezijdig), dan is het verloop van beide trendlijnen verschillend. Soms wordt dit statistische interactie genoemd. In dit rapport zijn echter heel consequent telkens twee regressiecoëfficiënten tegen elkaar getoetst volgens de methode zoals beschreven in Cohen, A. (1983). Comparing regression coefficients across subsamples A study of the statistical test. Sociological Methods & Research, 12, 77-94.
42
43
6.033
5.599
37,3%
5.564
11,5%
5.571
15,6%
5.583
28,1%
5.589
8,9%
2009
6.808
35,8%
6.782
9,5%
6.765
15,7%
6.787
27,6%
6.795
9,1%
2010
JAAR
6.672
36,5%
6.646
9,0%
6.636
15,1%
6.655
28,2%
6.665
8,8%
2011
7.285
37,0%
7.269
8,8%
7.274
16,2%
7.275
28,5%
7.278
9,7%
2012
6.844
36,5%
6.834
8,8%
6.834
15,8%
6.834
28,3%
6.837
9,0%
2013
10.966
37,0%
10.945
8,6%
10.949
15,4%
10.955
28,7%
10.952
9,6%
2014
56.157
+0,0% (+0,001)
55.953
−0,3% (−0,026)
55.934
+0,1% (+0,003)
56.026
+0,1% (+0,003)
56.070
+0,2% (+0,014)
B (β) P
6.844
36,5%
6.834
8,8%
6.834
15,8%
6.834
28,3%
6.837
9,0%
2013
JAAR
10.966
37,0%
10.945
8,6%
10.949
15,4%
10.955
28,7%
10.952
9,6%
2014
B (β) P
17.810
+0,5% (+0,005)
17.779
−0,2% (−0,004)
17.783
−0,5% (−0,007)
17.788
+0,4% (+0,004)
17.790
+0,6% (+0,010)
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). : p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte. Bij dichotome uitsplitsvariabelen toetst de regressiecoëfficiënt het verschil tussen voorgaande twee groepen. Trendanalyse: B = ongestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt = gemiddelde stijging/daling per interval (β = gestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt) p = significantie.
5.948
N
37,1%
6.000
5.913 36,6%
5.997 10,1%
5.907 10,5%
N
Pesten [% slachtoffers]
N
6.012 16,0%
5.925 14,5%
N
Lichamelijk geweld [% slachtoffers]
Agressie door derden [% slachtoffers]
6.015 28,1%
5.939 28,6%
N
Intimidatie [% slachtoffers]
2008 9,0%
2007 8,0%
Seksuele intimidatie [% slachtoffers]
1A AARD EN OMVANG SLACHTOFFERSCHAP TREND ALLE JAREN EN TREND 2013-2014
44
37,0%
10.966
N
638
6,3%
253
5,4%
253
225
900
36,4%
898
640
35,8%
638
253
31,9%
253
380
1.399
20
427
225
0,5%
225
380
1.398
4,8%
1.398
13,2%
1.398
20
15,7%
20
22,2%
20
2.158
793
146
685
284
83
794
147
683
285
83
35,9% 59,2% 19,8% 44,4% 10,3%
2.157
794
427
2.155
793
19,2% 6,0% 13,1%
427
146
12,4%
147
285
83
683
285
83
4,4% 20,2% 1,1%
681
30,6% 23,1% 42,1% 28,8% 5,1% 39,6% 4,9%
427
2.160 27,7%
225
380
1.400
20
427
2.161
794
147
685
285
83
16,7% 7,6% 41,1% 73,6% 64,7% 44,0% 56,6% 64,4% 23,4% 52,6% 13,7%
224
2,0%
380
0%
380
15,2% 5,9% 34,1% 61,5% 57,0%
0%
238
35,1%
237
11,1%
237
15,6%
237
31,7%
237
5,1% 434
0,5%
956
1,9%
345
5,0%
434
4,1%
434
1,1%
434
953
5,2%
954
1,8%
955
346
5,0%
347
3,9%
346
30
0%
30
0%
30
13,5%
30
0%
98
7,6%
122
253
434
956
347
30
122
86
35,9%
86
1,0%
98
98
98
86
35,9%
86
4,1%
86
26,6% 0,9%
97
27,7% 39,1%
122
12,4%
122
49,0% 56,3%
122
4,8%
16,6% 17,9% 24,0% 22,6% 13,5% 53,7% 62,6%
253
3,0%
253
7,7%
253
10,9% 16,5% 22,8% 20,6%
253
0,8%
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). : p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte.
10.945
8,6%
N
897
10.949
N
Pesten [% slachtoffers]
Agressie door derden [% slachtoffers]
16,1%
15,4%
639
253
10,5% 16,7% 14,5% 1,6%
900
TOTAAL
10.955
PRIMAIR ONDERWIJS
N
VOORTGEZET ONDERWIJS
Lichamelijk geweld [% slachtoffers]
MBO
28,6%
HBO
639
WO
28,0%
ZIEKENHUIZEN
896
AMBULANCEDIENST
27,4%
GGZ
28,7%
VVT
10.952
GEHANDICAPTEN ZORG
N
JEUGDZORG
Intimidatie [% slachtoffers]
OVERIG WELZIJN 4,1%
POLITIE
4,9%
BRANDWEER
8,3%
JUSTITIE EN JUSTITIËLE DIENSTEN
26,4% 20,4% 18,2%
DEFENSIE
19,8%
MINISTERIES
1,3% 12,6%
GEMEENTEN, PROVINCIES
2,3%
ANDER TYPE OPENBAAR BESTUUR
2,1%
PUBLIEKR ECHTEL IJKE BEDRIJFSORGANEN
3,4%
STADS- EN STREEKVERVOER
1,7%
OPENBAAR VERVOER PER SPOOR
9,6%
BKZ-SECTOREN VERPLICHTE SOCIALE VERZEKERINGEN
Seksuele intimidatie [% slachtoffers]
1B AARD EN OMVANG SLACHTOFFERSCHAP NAAR SECTOR IN 2014
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
45
· 13 Politie
· 12 Overig welzijn
· 11 Jeugdzorg
· 10 Gehandicaptenzorg
· 9 VVT
· 8 GGZ
· 7 Ambulancedienst
· 6 Ziekenhuizen
· 5 WO
· 4 HBO
· 3 MBO
· 2 Voortgezet onderwijs
· 1 Primair onderwijs
BZK-SECTOREN
2,5% 366 4,4% 148 0% 133 1,2% 158 9,1% 782
26,3% 118 18,2% 1.213 14,9% 242
6,0% 321
3,9% 3.220 3,4% 1.422 2,0% 1.180 1,4% 1.633 11,4% 7.285 9,5% 118 27,2% 1.764 19,4% 10.981 17,1% 3.301 8,9% 719 5,4% 3.791 7,1% 1.644
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
213
7,3%
58
11,0%
15
17,4%
499
1,9% 4.551
Seksuele intimidatie [% slachtoffers] 1,6%
2007
N
TOTAAL
194
9,2%
379
9,2%
82
12,6%
284
17,5%
1.242
19,7%
112
24,0%
9
0%
814
10,3%
178
3,3%
131
2,6%
146
2,0%
326
5,2%
482
2,0%
2008
1C AARD EN OMVANG SLACHTOFFERSCHAP NAAR SECTOR TREND 2007-2014
197
6,2%
394
6,7%
55
9,6%
171
19,8%
1.112
20,4%
108
28,5%
14
10,3%
762
11,0%
161
2,2%
122
0,4%
151
6,2%
305
3,9%
459
2,7%
2009
186
8,7%
484
4,8%
88
7,6%
403
18,8%
1.214
19,5%
276
27,0%
14
0%
894
10,6%
170
0,4%
134
1,7%
181
2,8%
397
3,1%
565
1,6%
2010
JAAR
177
5,9%
537
4,3%
96
9,3%
448
15,9%
1.237
18,3%
207
29,0%
9
4,2%
829
12,0%
228
1,0%
127
1,1%
178
5,0%
362
5,2%
521
2,2%
2011
188
8,9%
552
4,5%
103
5,6%
470
17,6%
1.435
19,1%
261
30,2%
16
5,4%
917
13,3%
188
1,0%
149
2,8%
206
3,2%
426
4,2%
566
1,2%
2012
205
7,9%
438
4,3%
91
9,2%
490
14,4%
1.368
18,7%
255
25,5%
19
9,2%
888
11,0%
171
1,1%
159
4,4%
158
2,1%
399
4,1%
562
2,3%
2013
284
4,1%
685
4,9%
146
8,3%
793
18,2%
2.160
20,4%
427
26,4%
20
19,8%
1.399
12,6%
380
1,3%
225
2,3%
253
2,1%
639
3,4%
896
1,7%
2014
1.644
−0,3% (−0,032)
3.791
−0,4% (−0,043)
719
−0,5% (−0,041)
3.301
+0,0% (+0,002)
10.981
+0,1% (+0,006)
1.764
+0,0% (+0,001)
118
+0,7% (+0,054)
7.285
+0,4% (+0,031)
1.633
−0,1% (−0,027)
1.180
+0,3% (+0,059)
1.422
−0,3% (−0,037)
3.220
+0,0% (+0,003)
4.551
−0,0% (−0,005)
B (β) P
46
· 4 HBO
· 3 MBO
· 2 Voortgezet onderwijs
· 1 Primair onderwijs
BZK-SECTOREN
· 23 Verplichte sociale verzekeringen
· 22 Openbaar vervoer per spoor
· 21 Stads- en streekvervoer
· 20 Publiekrechtelijke bedrijfsorganen
· 19 Ander type openbaar bestuur
· 18 Gemeenten, provincies
· 17 Ministeries
· 16 Defensie
· 15 Justitie en justitiële diensten
· 14 Brandweer 7,3% 144
6,8% 1.131 2,5%
Idem
N
Idem
1.587 1,0%
N
Idem
1.181
N
149
1.423 14,6%
3.216 27,2%
N
Idem
N
364 28,7%
29,9%
Idem
Idem
36,4%
4.548
133
16,8%
496
24,2%
23,2%
52
7,6%
61
5,3%
75
5,2%
39
1,6%
711
N
475
N
376 2,0%
Intimidatie [% slachtoffers]
441 2,4%
Idem
Idem
N
722 8,4%
N
168
3,2%
Idem
5,9%
5.858
N
Idem
103
2,0%
Idem
N
0,6%
2.907
N
103
Idem 1,3%
975 0,9%
N
1,7%
10
198
8,1%
1,5%
Idem
2007
N
TOTAAL
132
15,5%
146
29,9%
326
29,8%
480
21,9%
47
0,9%
70
11,4%
87
2,4%
36
0%
109
1,8%
683
1,2%
342
0,1%
117
2,9%
131
6,3%
12
0%
2008
122
12,5%
152
30,9%
306
33,4%
457
21,5%
21
0%
48
2,1%
89
5,2%
43
2,4%
102
3,3%
685
1,8%
327
0,5%
112
1,5%
132
9,9%
19
0%
2009
134
13,7%
181
24,9%
397
29,1%
565
20,6%
69
2,3%
47
15,4%
95
6,7%
7
0%
229
3,5%
744
2,6%
343
1,1%
118
4,5%
124
7,4%
11
4,4%
2010
JAAR
127
15,7%
177
27,9%
361
31,8%
520
23,4%
70
0%
38
5,1%
87
10,4%
5
0%
230
1,7%
703
2,3%
357
1,4%
95
1,7%
116
6,2%
6
0%
2011
149
12,1%
206
22,3%
425
28,2%
567
27,1%
61
7,4%
35
8,9%
88
7,8%
7
0%
255
4,1%
704
2,2%
413
1,7%
81
6,4%
129
7,5%
27
2,7%
2012
159
14,9%
158
25,8%
399
25,5%
561
25,5%
67
0%
44
11,9%
78
5,2%
1
0%
215
2,9%
673
2,0%
315
0,6%
95
3,3%
117
6,0%
29
3,0%
2013
225
15,2%
253
28,6%
639
28,0%
900
27,4%
86
1,0%
98
7,6%
122
4,8%
30
0%
345
5,0%
956
1,9%
434
0,5%
253
0,8%
237
5,1%
83
0%
2014
1.181
−0,1% (−0,007)
1.423
−0,4% (−0,021)
3.216
−1,0% (−0,054)
4.548
+0,8% (+0,047)
475
−0,5% (−0,068)
441
+0,2% (+0,016)
722
+0,2% (+0,022)
168
−0,2% (−0,050)
1.587
+0,5% (+0,055)
5.858
+0,0% (+0,007)
2.907
+0,0% (+0,001)
975
−0,1% (−0,019)
1.131
−0,3% (−0,033)
198
−0,4% (−0,080)
B (β) P
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
47
· 19 Ander type openbaar bestuur
· 18 Gemeenten, provincies
· 17 Ministeries
· 16 Defensie
· 15 Justitie en justitiële diensten
· 14 Brandweer
· 13 Politie
· 12 Overig welzijn
· 11 Jeugdzorg
· 10 Gehandicaptenzorg
· 9 VVT
· 8 GGZ
· 7 Ambulancedienst
· 6 Ziekenhuizen
· 5 WO
144
1.583
N
709
5.848 20,1%
N
Idem
Idem
28,5%
2.904 25,2%
N
103
101
16,4%
375
13,0%
977 12,5%
Idem
12,7%
10
N
1.132 12,3%
N
Idem
Idem
42,5%
198 36,4%
N
213 26,3%
1.645 20,9%
Idem
48,3%
321
21,7%
59
47,8%
241
32,9%
118
N
3.785 49,8%
Idem
Idem
N
722 19,6%
N
3.299 52,9%
36,6%
N
Idem
Idem
1.207
10.967
Idem
N
26,0%
1.761 26,8%
N
15 57,4%
117 57,2%
Idem
70,0%
783
32,8%
159
5,9%
2007
N
7.281 66,3%
Idem
32,7%
Idem
N
7,8% 1.633
Idem
N
TOTAAL
109
12,5%
683
23,6%
341
14,0%
119
11,3%
131
46,0%
12
8,8%
194
54,7%
378
23,1%
82
53,8%
283
35,4%
1.242
28,2%
112
57,6%
9
49,9%
814
31,3%
177
6,6%
2008
102
24,7%
683
24,3%
327
9,6%
112
9,3%
133
38,9%
19
19,8%
198
52,7%
393
19,6%
55
53,9%
171
39,6%
1.109
28,9%
108
52,9%
14
68,7%
760
32,5%
161
7,5%
2009
228
21,0%
741
24,7%
342
10,0%
118
19,8%
124
33,0%
11
33,9%
186
48,4%
482
21,3%
88
47,3%
403
35,6%
1.214
26,7%
274
53,6%
14
64,7%
895
30,8%
170
8,6%
2010
JAAR
229
19,7%
704
28,9%
357
14,7%
95
12,6%
116
29,8%
6
7,5%
177
48,5%
536
18,7%
96
49,2%
448
35,4%
1.235
24,6%
206
61,3%
9
50,5%
827
34,7%
228
8,5%
2011
254
23,0%
703
24,8%
413
10,7%
81
13,2%
129
36,1%
27
41,3%
186
55,9%
554
16,5%
104
48,9%
470
42,5%
1.434
24,7%
260
59,6%
16
78,3%
917
33,1%
188
13,7%
2012
215
18,8%
671
24,5%
315
10,7%
95
9,9%
117
35,1%
29
34,0%
205
48,2%
438
17,7%
91
58,7%
489
35,5%
1.368
27,6%
255
57,5%
19
73,5%
888
31,3%
171
7,0%
2013
346
20,6%
955
22,8%
434
16,5%
253
10,9%
237
31,7%
83
10,3%
285
44,4%
683
19,8%
147
59,2%
794
35,9%
2.158
27,7%
427
57,0%
20
61,5%
1.398
34,1%
380
5,9%
2014
1.583
+0,5% (+0,026)
5.848
−0,4% (−0,021)
2.904
+0,2% (+0,017)
977
−0,2% (−0,018)
1.132
−1,7% (−0,084)
198
−1,2% (−0,067)
1.645
−0,7% (−0,033)
3.785
−0,5% (−0,030)
722
+1,3% (+0,058)
3.299
+0,2% (+0,011)
10.967
−0,0% (−0,001)
1.761
+0,3% (+0,011)
117
+0,6% (+0,028)
7.281
+0,2% (+0,011)
1.633
+0,1% (+0,005)
B (β) P
48
· 10 Gehandicaptenzorg
· 9 VVT
· 8 GGZ
· 7 Ambulancedienst
· 6 Ziekenhuizen
· 5 WO
· 4 HBO
· 3 MBO
· 2 Voortgezet onderwijs
· 1 Primair onderwijs
BZK-SECTOREN
· 23 Verplichte sociale verzekeringen
· 22 Openbaar vervoer per spoor
· 21 Stads- en streekvervoer
· 20 Publiekrechtelijke bedrijfsorganen
9,4% 364 2,8% 147
0% 158 12,1% 781
7,3% 3.211 3,7% 1.421 1,0% 1.175 0,4% 1.630 13,4%
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
44,7% 116 20,7% 1.206
118 34,7% 1.754 23,1% 10.946 47,6% 3.291
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
241
54,4%
15
13,0%
7.272 33,9%
N
Idem
131
0%
495
4.538
10,3%
51
12,2%
N
61 44,6%
N
475
Idem
45,6%
75
60,6%
39
10,3%
2007
Lichamelijk geweld [% slachtoffers]
441 35,4%
N
721 50,2%
53,5%
Idem
Idem
168
N
N
23,4%
Idem
TOTAAL
281
53,0%
1.232
24,7%
110
41,4%
9
34,1%
816
13,7%
178
1,4%
132
1,2%
145
4,4%
324
8,4%
480
10,7%
47
33,1%
70
48,3%
87
47,1%
36
31,8%
2008
169
52,4%
1.108
25,8%
108
35,0%
14
50,6%
756
15,8%
159
1,0%
122
1,2%
152
5,1%
304
8,7%
457
11,5%
21
45,2%
48
42,9%
89
54,1%
43
34,6%
2009
396
49,5%
1.209
23,6%
276
32,7%
14
44,1%
893
12,9%
170
0,5%
129
0%
181
1,6%
397
6,9%
562
10,0%
70
26,4%
47
52,2%
95
57,5%
7
6,9%
2010
JAAR
449
45,9%
1.231
22,2%
204
36,5%
9
28,4%
826
13,0%
226
0%
127
0,8%
178
4,9%
359
7,9%
519
10,3%
70
34,0%
39
49,9%
86
47,2%
5
43,4%
2011
470
49,5%
1.434
22,0%
261
36,9%
16
33,3%
915
13,7%
188
0,4%
149
3,0%
206
2,9%
426
6,9%
566
13,4%
61
42,4%
35
46,0%
88
56,0%
7
20,6%
2012
490
46,7%
1.369
23,0%
254
32,4%
19
46,3%
887
12,9%
171
0%
159
1,5%
158
2,2%
399
5,1%
561
12,4%
67
30,8%
44
56,1%
78
59,2%
1
49,9%
2013
794
42,1%
2.157
23,1%
427
30,6%
20
22,2%
1.398
13,2%
380
0%
225
0,5%
253
5,4%
638
6,3%
897
16,1%
86
35,9%
97
56,3%
122
49,0%
30
13,5%
2014
3.291
−1,6% (−0,072)
10.946
−0,0% (−0,003)
1.754
−1,5% (−0,067)
118
+0,6% (+0,029)
7.272
−0,0% (−0,002)
1.630
−0,1% (−0,047)
1.175
+0,1% (+0,024)
1.421
+0,1% (+0,013)
3.211
−0,5% (−0,044)
4.538
+0,8% (+0,055)
475
−0,6% (−0,027)
441
+1,5% (+0,077)
721
−0,4% (−0,018)
168
−0,6% (−0,033)
B (β) P
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
49
· 23 Verplichte sociale verzekeringen
· 22 Openbaar vervoer per spoor
· 21 Stads- en streekvervoer
· 20 Publiekrechtelijke bedrijfsorganen
· 19 Ander type openbaar bestuur
· 18 Gemeenten, provincies
· 17 Ministeries
· 16 Defensie
· 15 Justitie en justitiële diensten
· 14 Brandweer
· 13 Politie
· 12 Overig welzijn
· 11 Jeugdzorg
211
3,4% 5.850 4,4% 1.588 0,4%
N
Idem
N
Idem
N
Idem
442 2,8% 474
Idem
N
Idem
N
720 23,5%
N
167
2.899
Idem
16,8%
975 1,6%
N
Idem
376
9,4%
Idem
N
1,1%
1.128
N
10
51
7,9%
61
21,2%
75
18,6%
39
0%
102
1,8%
709
3,3%
102
12,8%
140
20,6%
198 18,3%
17,0%
Idem
6,9%
Idem
45,2%
N
1.636
N
318
3.779 46,5%
N
Idem
8,5%
7,6%
Idem
59
722
23,9%
29,3%
Idem
2007
N
TOTAAL
47
4,9%
70
18,0%
87
14,6%
36
2,0%
109
3,3%
685
4,1%
342
1,3%
119
5,2%
130
18,7%
12
0%
191
51,6%
378
10,8%
82
30,1%
2008
21
0%
48
16,1%
89
21,8%
43
0%
102
4,1%
686
3,2%
326
0,9%
112
8,8%
133
21,2%
19
4,9%
195
45,8%
393
9,5%
54
36,8%
2009
70
0%
47
29,2%
95
21,4%
6
0%
229
4,1%
740
4,9%
340
0,9%
118
17,3%
124
15,1%
11
0%
185
43,5%
484
9,1%
88
37,9%
2010
JAAR
69
4,1%
39
21,4%
86
12,8%
5
0%
229
5,9%
700
2,9%
356
3,1%
95
4,7%
116
18,6%
6
0%
177
48,1%
533
7,7%
96
29,2%
2011
61
1,8%
35
22,8%
88
17,8%
7
0%
255
7,7%
702
4,2%
413
2,2%
80
12,4%
129
21,0%
27
17,0%
187
55,3%
554
6,9%
104
22,6%
2012
67
3,4%
44
33,3%
77
16,8%
1
0%
215
1,9%
673
3,3%
314
2,3%
95
8,7%
117
17,1%
29
7,6%
205
47,0%
438
5,1%
91
27,6%
2013
86
0,9%
98
26,6%
122
12,4%
30
0%
347
3,9%
954
1,8%
434
1,1%
253
7,7%
237
15,6%
83
4,9%
285
39,6%
681
5,1%
147
28,8%
2014
474
−0,6% (−0,083)
442
+1,4% (+0,083)
720
−0,7% (−0,045)
167
−0,1% (−0,039)
1.588
+0,1% (+0,011)
5.850
−0,2% (−0,025)
2.899
+0,1% (+0,022)
975
−0,3% (−0,027)
1.128
−0,6% (−0,035)
198
−0,2% (−0,016)
1.636
−0,5% (−0,026)
3.779
−0,8% (−0,065)
722
−0,4% (−0,023)
B (β) P
50
· 14 Brandweer
· 13 Politie
· 12 Overig welzijn
· 11 Jeugdzorg
· 10 Gehandicaptenzorg
· 9 VVT
· 8 GGZ
· 7 Ambulancedienst
· 6 Ziekenhuizen
· 5 WO
· 4 HBO
· 3 MBO
· 2 Voortgezet onderwijs
· 1 Primair onderwijs
BZK-SECTOREN
27,3% 364 8,9% 148 6,0% 133 0% 156 5,7% 781
4.539 19,4% 3.209 12,0% 1.422 3,3% 1.180 1,4% 1.630 5,8%
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
22,8% 119 6,3% 1.206 14,7% 241
118 20,7% 1.762 6,6% 10.945 12,7%
N
Idem
N
Idem
N
Idem
6,0% 321 29,6% 212
719 5,3% 3.781 25,8% 1.637 8,0% 197
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
9
19,4%
59
13,3%
3.299 14,6%
N
Idem
15
8,7%
7.275 15,7%
N
Idem
496
10,0%
N
11,4%
2007
Pesten [% slachtoffers]
TOTAAL
12
15,6%
193
27,0%
378
6,7%
81
19,6%
284
13,2%
1.234
7,3%
111
23,1%
9
17,0%
814
6,0%
178
3,2%
132
1,8%
146
12,1%
324
24,8%
480
9,5%
2008
19
11,2%
195
33,2%
390
7,3%
55
14,9%
172
18,2%
1.105
8,4%
107
20,2%
14
26,7%
758
7,3%
160
1,1%
122
7,3%
151
14,6%
302
24,9%
458
10,6%
2009
11
11,6%
184
27,7%
484
6,9%
86
13,2%
403
11,7%
1.210
6,9%
276
19,7%
14
0%
894
5,9%
170
1,0%
133
2,2%
181
8,5%
398
18,0%
563
9,7%
2010
JAAR
6
0%
177
21,4%
534
4,0%
96
15,0%
447
13,5%
1.233
6,1%
206
22,9%
9
7,9%
828
5,3%
228
1,4%
127
2,9%
178
13,0%
360
17,9%
517
10,0%
2011
27
13,6%
188
26,2%
554
3,8%
104
12,7%
469
10,1%
1.433
6,2%
261
21,1%
16
28,0%
914
6,1%
187
1,9%
149
3,6%
206
10,8%
424
16,0%
565
9,9%
2012
29
13,8%
203
23,6%
436
4,4%
91
17,4%
490
11,5%
1.369
6,5%
255
20,0%
19
16,9%
887
6,2%
171
0%
159
2,5%
158
12,9%
398
14,6%
562
8,3%
2013
83
1,1%
285
20,2%
683
4,4%
146
12,4%
793
13,1%
2.155
6,0%
427
19,2%
20
15,7%
1.398
4,8%
380
2,0%
224
1,6%
253
14,5%
638
16,7%
898
10,5%
2014
197
−2,1% (−0,172)
1.637
−1,4% (−0,074)
3.781
−0,4% (−0,043)
719
−0,4% (−0,026)
3.299
−0,3% (−0,022)
10.945
−0,2% (−0,016)
1.762
−0,4% (−0,023)
118
+0,8% (+0,054)
7.275
−0,1% (−0,013)
1.630
+0,0% (+0,008)
1.180
−0,4% (−0,060)
1.422
+0,5% (+0,034)
3.209
−1,7% (−0,099)
4.539
−0,1% (−0,010)
B (β) P
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
51
· 5 WO
· 4 HBO
· 3 MBO
· 2 Voortgezet onderwijs
· 1 Primair onderwijs
BZK-SECTOREN
· 23 Verplichte sociale verzekeringen
· 22 Openbaar vervoer per spoor
· 21 Stads- en streekvervoer
· 20 Publiekrechtelijke bedrijfsorganen
· 19 Ander type openbaar bestuur
· 18 Gemeenten, provincies
· 17 Ministeries
· 16 Defensie
· 15 Justitie en justitiële diensten
5.843 5,9% 1.586 6,9%
N
Idem
N
Idem
45,6% 366 32,1% 149 18,6% 133
4.558 37,9% 3.224 31,3% 1.425 16,9% 1.181 9,5% 1.634
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
159
7,1%
500
32,2%
30,9%
51
N
474
N
11,6%
61
36,9%
75
37,2%
39
0%
102
7,5%
Agressie door derden [% slachtoffers]
442 5,8%
Idem
Idem
N
722 35,3%
N
167
103
6,7%
N
Idem
38,9%
701 5,8%
2.904
Idem
Idem
376 8,0%
974 3,8%
N
N
4,6%
5,4%
Idem
144
1.129
15,7%
14,1%
Idem
2007
N
TOTAAL
178
10,2%
132
18,5%
146
33,6%
326
41,2%
483
30,9%
47
4,4%
70
39,2%
87
38,8%
36
8,8%
109
3,9%
683
6,3%
342
4,8%
118
3,3%
131
15,8%
2008
161
10,5%
122
14,9%
152
35,7%
306
43,3%
459
30,5%
21
3,5%
48
29,6%
89
44,6%
43
12,9%
100
9,2%
685
8,2%
326
4,5%
112
8,5%
132
17,8%
2009
170
10,5%
134
14,9%
181
28,2%
399
36,0%
567
27,5%
70
6,0%
47
41,0%
95
51,9%
7
0%
229
9,6%
742
6,1%
343
1,5%
118
7,5%
122
10,0%
2010
JAAR
228
9,8%
127
16,8%
178
33,2%
362
38,9%
522
32,0%
70
8,1%
39
37,4%
87
35,7%
5
43,4%
229
5,0%
703
7,1%
356
3,3%
95
6,1%
116
15,4%
2011
188
14,1%
149
16,7%
206
27,9%
426
33,8%
567
34,7%
61
4,8%
35
27,8%
88
36,0%
7
0%
255
5,9%
702
7,9%
413
3,6%
80
5,2%
129
12,0%
2012
171
7,7%
159
17,7%
158
28,6%
399
32,8%
562
31,7%
67
3,7%
44
22,3%
78
42,2%
1
49,9%
215
3,8%
674
5,4%
315
3,8%
95
5,2%
117
17,9%
2013
380
7,6%
225
16,7%
253
31,9%
640
35,8%
900
36,4%
86
4,1%
98
39,1%
122
27,7%
30
0%
346
5,0%
953
5,2%
434
4,1%
253
3,0%
237
11,1%
2014
1.634
−0,1% (−0,011)
1.181
−0,1% (−0,006)
1.425
−0,4% (−0,022)
3.224
−1,5% (−0,073)
4.558
+0,8% (+0,041)
474
−0,7% (−0,066)
442
−0,4% (−0,023)
722
−1,4% (−0,068)
167
−0,1% (−0,013)
1.586
−0,4% (−0,033)
5.843
−0,3% (−0,028)
2.904
−0,1% (−0,012)
974
−0,5% (−0,053)
1.129
−0,5% (−0,037)
B (β) P
52
· 20 Publiekrechtelijke bedrijfsorganen
· 19 Ander type openbaar bestuur
· 18 Gemeenten, provincies
· 17 Ministeries
· 16 Defensie
· 15 Justitie en justitiële diensten
· 14 Brandweer
· 13 Politie
· 12 Overig welzijn
· 11 Jeugdzorg
· 10 Gehandicaptenzorg
· 9 VVT
· 8 GGZ
· 7 Ambulancedienst
· 6 Ziekenhuizen
64,4% 119 40,0% 1.213 62,5% 242
74,4% 118 65,1% 1.765 42,6% 11.002 60,4%
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
321
144 103
168
N
103
1.589 24,4%
N
Idem
Idem
20,9%
5.871 22,7%
N
376
39
11,8%
712
29,6%
2.908 27,3%
16,3%
Idem
Idem
22,0%
10
N
977 14,4%
N
1.134 17,5%
N
Idem
Idem
45,7%
198 40,4%
N
214 26,3%
1.647 24,2%
Idem
58,1%
59
N
3.794 59,3%
N
Idem
Idem
30,2%
722 25,2%
N
56,2%
3.305 61,7%
N
Idem
15
71,1%
784
7.297
38,7%
39,8%
Idem
2007
N
TOTAAL
36
35,2%
109
14,3%
687
26,5%
342
16,0%
119
15,7%
131
50,0%
12
15,6%
194
66,0%
379
28,3%
82
66,8%
284
63,9%
1.249
43,9%
112
67,1%
9
58,2%
819
39,0%
2008
43
34,6%
102
27,6%
687
27,0%
327
12,8%
112
15,6%
133
44,5%
19
19,8%
198
61,4%
394
28,8%
55
67,1%
172
65,1%
1.113
46,3%
108
62,1%
14
83,9%
763
41,4%
2009
7
6,9%
229
25,0%
746
26,7%
343
11,3%
118
23,5%
124
36,0%
11
38,4%
186
57,8%
484
26,7%
88
60,8%
404
61,8%
1.217
42,6%
276
59,6%
14
69,4%
896
37,5%
2010
JAAR
5
43,4%
230
20,2%
706
31,8%
357
16,5%
95
16,5%
116
32,4%
6
7,5%
177
57,5%
538
24,2%
96
59,2%
449
58,9%
1.238
39,5%
207
68,3%
9
74,1%
829
42,2%
2011
7
20,6%
255
25,4%
704
28,1%
413
12,0%
81
15,1%
129
41,8%
27
41,3%
188
67,9%
554
21,0%
104
55,1%
470
64,0%
1.439
41,3%
261
68,6%
16
78,3%
917
40,2%
2012
1
49,9%
215
22,3%
674
26,0%
315
11,9%
95
15,1%
117
40,0%
29
41,4%
205
56,5%
438
23,3%
91
63,8%
490
58,4%
1.372
42,8%
255
66,2%
19
78,9%
888
37,8%
2013
30
13,5%
347
22,6%
956
24,0%
434
17,9%
253
16,6%
238
35,1%
83
13,7%
285
52,6%
685
23,4%
147
64,4%
794
56,6%
2.161
44,0%
427
64,7%
20
73,6%
1.400
41,1%
2014
168
−0,9% (−0,049)
1.589
+0,3% (+0,017)
5.871
−0,5% (−0,024)
2.908
−0,0% (−0,002)
977
−0,5% (−0,030)
1.134
−1,6% (−0,081)
198
−0,9% (−0,047)
1.647
−0,9% (−0,045)
3.794
−1,1% (−0,058)
722
+0,1% (+0,005)
3.305
−1,0% (−0,046)
11.002
+0,1% (+0,006)
1.765
+0,3% (+0,015)
118
+0,9% (+0,052)
7.297
+0,2% (+0,009)
B (β) P
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
53
442 36,6% 476
N
54,5%
Idem
Idem
722
N
58,3%
Idem
N
52
47,3%
61
51,2%
75
60,6%
2007
47
33,1%
70
48,3%
87
49,2%
2008
21
45,2%
48
42,9%
89
58,6%
2009
70
29,3%
47
58,2%
95
65,1%
2010
JAAR
70
36,6%
39
56,6%
87
53,4%
2011
61
43,2%
35
48,8%
88
61,9%
2012
67
30,8%
44
62,6%
78
65,9%
2013
86
35,9%
98
62,6%
122
53,7%
2014
:
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte. Trendanalyse: B = ongestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt = gemiddelde stijging/daling per interval (β = gestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt) p = significantie.
· 23 Verplichte sociale verzekeringen
· 22 Openbaar vervoer per spoor
· 21 Stads- en streekvervoer
TOTAAL
476
−0,9% (−0,041)
442
+2,1% (+0,106)
722
+0,2% (+0,009)
B (β) P
54
15,3%
1.183
15,4%
10.949
1.185
10.945
37,0%
10.966
N
Agressie door derden [% slachtoffers]
N
374
374
38,8%
372
5,6%
374
17,6%
374
28,7%
402
404
38,0%
403
8,6%
404
18,2%
403
26,6%
535
535
33,1%
534
6,4%
535
16,6%
535
23,9%
429
429
41,6%
429
8,5%
429
15,7%
429
30,1%
385
385
33,3%
384
7,4%
384
12,4%
385
29,7%
1.318
1.320
37,4%
1.317
9,2%
1.316
15,0%
1.319
29,3%
1.014
1.015
38,0%
1.014
9,8%
1.013
16,6%
1.011
29,8%
585
36,3%
584
11,0%
585
9,7%
585
27,3%
585
8,4%
762
32,4%
760
8,9%
760
11,4%
761
25,0%
760
8,4%
582
35,6%
582
8,6%
582
13,5%
582
28,9%
580
11,2%
728
39,7%
725
9,6%
728
13,5%
728
34,0%
727
10,1%
316
38,0%
316
7,9%
316
18,6%
316
26,0%
316
12,4%
917
35,1%
914
7,7%
916
16,2%
917
27,5%
917
12,0%
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). : p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte.
1.186
38,3%
8,2%
8,6%
Pesten [% slachtoffers]
N
1.184
10.955
N
TOTAAL
Lichamelijk geweld [% slachtoffers]
NOORD NEDERLAND
1.185
IJSSELLAND
29,3%
TWENTE
28,7%
NOORD- EN OOSTGELDERLAND
10.952
GELDERLANDMIDDEN
N
GELDERLANDZUID
Intimidatie [% slachtoffers]
MIDDEN NEDERLAND 8,0%
NOORDHOLLAND
8,6%
AMSTERDAM
6,0%
HAAGLANDEN
10,0%
HOLLANDSMIDDEN
9,0%
ROTTERDAM
13,0%
ZUIDHOLLANDZUID
12,3%
ZUID-WEST NEDERLAND
9,6%
790
36,5%
790
6,7%
788
18,4%
790
26,5%
790
8,5%
OOSTBRABANT
9,6%
VPT -REGIO
636
40,7%
636
10,3%
636
18,6%
635
32,8%
635
10,0%
LIMBURG
Seksuele intimidatie [% slachtoffers]
1D AARD EN OMVANG SLACHTOFFERSCHAP IN 2014 PER REGIO
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
55
· 13 Zuid-Holland-Zuid
· 12 Rotterdam
· 11 Hollands-Midden
· 10 Haaglanden
· 9 Amsterdam
· 8 Noord-Holland
· 7 Midden Nederland
· 6 Gelderland-Zuid
· 5 Gelderland-Midden
· 4 Noord- en Oost-Gelderland
· 3 Twente
· 2 IJsselland
· 1 Noord Nederland
VPT -REGIO
10,8% 216 8,4% 240 12,0% 316 8,8% 287 10,4% 254 7,3% 765 10,5% 645 6,3% 373 6,8% 479 9,4% 340 10,6% 537
10,1% 1.315 9,5% 1.389 10,4% 1.925 9,6% 1.538 7,8% 1.402 8,2% 4.403 9,5% 3.538 8,5% 2.094 6,9% 2.716 10,0% 2.012 10,1% 2.799 9,9% 1.031
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
173
11,7%
717
9,7% 4.194
Seksuele intimidatie [% slachtoffers] 9,3%
2010
N
TOTAAL
1E AARD EN OMVANG SLACHTOFFERSCHAP PER REGIO TREND 2010-2014
193
4,9%▼
466
9,5%
347
10,0%
490
6,9%
359
11,5%▲
604
9,2%
751
5,9%▼
222
6,2%
264
9,6%
344
9,4%
243
5,7%▼
239
7,8%
725
9,9%
2011
184
9,3%
531
10,8%
398
9,9%
504
6,6%
411
8,6%
671
10,5%
797
10,1%▲
267
9,8%
289
11,3%
401
10,0%
268
8,6%
255
11,4%
794
10,1%
2012
JAAR
164
9,7%
539
9,7%
347
8,9%
483
5,3%
367
7,5%
604
10,0%
772
8,9%
275
7,2%
269
7,9%
329
12,7%
236
9,6%
230
6,8%
774
9,7%
2013
316
12,4%
727
10,1%
580
11,2%
760
8,4%
585
8,4%
1.014
8,0%
1.318
8,6%
385
6,0%
429
10,0%
535
9,0%
402
13,0%▲
374
12,3%
1.185
9,6%
2014
1.031
+0,8% (+0,041)
2.799
−0,1% (−0,004)
2.012
+0,3% (+0,015)
2.716
+0,3% (+0,015)
2.094
+0,0% (+0,001)
3.538
−0,5% (−0,025)
4.403
+0,5% (+0,027)
1.402
−0,8% (−0,046)
1.538
+0,1% (+0,005)
1.925
−0,3% (−0,016)
1.389
+1,4% (+0,072)▲
1.315
+0,4% (+0,020)
4.194
+0,0% (+0,001)
B (β) P
56
· 11 Hollands-Midden
· 10 Haaglanden
· 9 Amsterdam
· 8 Noord-Holland
· 7 Midden Nederland
· 6 Gelderland-Zuid
· 5 Gelderland-Midden
· 4 Noord- en Oost-Gelderland
· 3 Twente
· 2 IJsselland
· 1 Noord Nederland
VPT -REGIO
· 16 Limburg
· 15 Oost-Brabant
· 14 Zuid-West Nederland 7,3% 493
8,7% 2.783 9,8% 2.275
Idem
N
Idem
N
766 29,0% 644 28,8% 371 25,9% 479
1.402 28,7% 4.406 30,0% 3.529 29,5% 2.093 25,8%
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
2.014
253 28,9%
1.537 29,2%
N
Idem
N
288 28,5%
1.920 27,3%
N
Idem
2.716
315 25,0%
1.390 26,6%
N
Idem
26,9%
239 30,5%
1.314 26,9%
N
Idem
N
216 25,9%
28,4%
Idem
Idem
31,4%
4.190
340
28,9%
716
27,5%
Intimidatie [% slachtoffers]
N
25,9%
394
10,2%
567
3.114
9,6%
10,8%
Idem
2010
N
TOTAAL
347
26,6%
490
27,9%
359
32,3%
601
29,2%
752
28,8%
222
26,7%
263
26,7%
342
27,4%
243
24,5%
239
22,8%▼
722
27,4%
392
11,4%
503
9,3%
523
11,0%
2011
399
24,4%
503
24,1%
411
32,0%
670
31,7%
797
28,0%
267
32,1%
289
26,0%
401
24,8%
268
30,5%
255
36,2%▲
795
26,1%
434
8,4%
514
8,3%
560
11,1%
2012
JAAR
346
24,8%
483
26,6%
367
28,1%
603
30,5%
772
27,8%
275
28,2%
269
27,2%
327
28,9%
236
26,9%
230
22,5%▼
773
27,9%
420
8,9%
483
10,1%
546
9,6%
2013
582
28,9%
761
25,0%
585
27,3%
1.011
29,8%
1.319
29,3%
385
29,7%
429
30,1%
535
23,9%
403
26,6%
374
28,7%
1.184
29,3%
635
10,0%
790
8,5%
917
12,0%
2014
2.014
+0,1% (+0,003)
2.716
−0,3% (−0,011)
2.093
−0,8% (−0,025)
3.529
+0,2% (+0,007)
4.406
+0,1% (+0,002)
1.402
+0,3% (+0,010)
1.537
+1,2% (+0,038)
1.920
−1,2% (−0,039)
1.390
+0,3% (+0,009)
1.314
−0,4% (−0,013)
4.190
+0,8% (+0,026)
2.275
−0,2% (−0,010)
2.783
+0,3% (+0,013)
3.114
+0,4% (+0,020)
B (β) P
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
57
· 9 Amsterdam
· 8 Noord-Holland
· 7 Midden Nederland
· 6 Gelderland-Zuid
· 5 Gelderland-Midden
· 4 Noord- en Oost-Gelderland
· 3 Twente
· 2 IJsselland
· 1 Noord Nederland
VPT -REGIO
· 16 Limburg
· 15 Oost-Brabant
· 14 Zuid-West Nederland
· 13 Zuid-Holland-Zuid
· 12 Rotterdam
765 16,4% 642
1.398 14,3% 4.400 16,8%
N
Idem
N
Idem
2.085
253 13,7%
1.536 14,8%
N
Idem
N
288 14,7%
1.922 15,5%
N
Idem
3.530
314 16,2%
1.389 17,0%
N
Idem
10,0%
239 18,7%
1.312 16,5%
N
Idem
N
215 14,5%
17,8%
Idem
Idem
17,6%
4.186
368
8,2%
712
16,1%
Lichamelijk geweld [% slachtoffers] 16,7%
391
27,3%
N
2.272
N
492
2.782 30,2%
566 23,3%
3.112 26,2%
N
Idem
N
173 29,2%
1.031 29,3%
N
Idem
Idem
24,1%
26,9%
Idem
537
2.796
28,9%
31,0%
Idem
2010
N
TOTAAL
357
12,1%
602
15,7%
748
12,8%
222
12,6%
261
12,2%
342
16,4%
243
16,4%
238
18,1%
722
15,9%
392
30,7%
502
28,2%
522
29,6%
195
22,0%
465
31,0%
2011
411
12,6%
670
18,6%
799
14,8%
265
21,1%▲
289
15,8%
401
15,9%
267
17,4%
254
21,1%
796
15,7%
433
29,6%
514
24,9%
561
31,3%
184
32,2%
529
29,3%
2012
JAAR
364
7,5%
603
16,4%
772
14,5%
274
13,9%
270
17,2%
330
18,1%
236
14,9%
230
14,3%
773
17,5%
420
29,4%
484
27,9%
546
30,4%
164
31,3%
538
30,6%
2013
585
9,7%
1.013
16,6%
1.316
15,0%
384
12,4%
429
15,7%
535
16,6%
404
18,2%
374
17,6%
1.183
15,3%
635
32,8%
790
26,5%
917
27,5%
316
26,0%
728
34,0%▲
2014
2.085
−0,1% (−0,007)
3.530
+0,1% (+0,003)
4.400
+0,4% (+0,018)
1.398
−0,5% (−0,022)
1.536
+0,3% (+0,013)
1.922
−0,2% (−0,009)
1.389
+0,7% (+0,026)
1.312
−0,3% (−0,013)
4.186
−0,2% (−0,007)
2.272
+1,0% (+0,033)
2.782
+0,5% (+0,018)
3.112
−0,4% (−0,013)
1.031
+0,9% (+0,031)
2.796
+1,1% (+0,034)
B (β) P
58
· 7 Midden Nederland
· 6 Gelderland-Zuid
· 5 Gelderland-Midden
· 4 Noord- en Oost-Gelderland
· 3 Twente
· 2 IJsselland
· 1 Noord Nederland
VPT -REGIO
· 16 Limburg
· 15 Oost-Brabant
· 14 Zuid-West Nederland
· 13 Zuid-Holland-Zuid
· 12 Rotterdam
· 11 Hollands-Midden
· 10 Haaglanden
8,6% 216 9,3% 240 10,8%▲ 317 8,9% 286 7,6% 254
7,0% 1.312 8,0% 1.391 7,8% 1.925 8,1% 1.537 8,2% 1.400 8,4% 4.395
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
766
9,4%
714
8,7% 4.189
Pesten [% slachtoffers] 9,1%
389
19,4%
N
2.267
490
N
564 15,2%
3.108 16,8%
N
Idem 2.777
173 16,9%
1.027 17,3%
N
Idem
18,2%
537 16,6%
2.796 17,0%
N
Idem
N
339 14,2%
2.013 14,6%
N
Idem
Idem
20,3%
16,9%
Idem
477
2.711
14,0%
12,2%
Idem
2010
N
TOTAAL
747
7,3%
221
7,0%
264
8,5%
343
7,8%
243
7,5%
238
7,0%
721
8,7%
390
16,3%
501
17,0%
521
16,6%
191
14,9%
465
15,6%
346
19,5%
487
10,8%
2011
797
7,4%
266
11,7%▲
289
7,1%
401
7,5%
268
8,1%
255
9,3%
795
7,9%
433
16,1%
514
13,9%
561
19,2%
183
14,8%
530
14,7%
399
19,6%
504
12,7%
2012
JAAR
769
8,3%
275
7,4%
270
7,2%
330
7,7%
236
6,2%
230
5,2%
774
9,8%
420
20,3%
485
18,5%
546
18,2%
164
19,4%
536
15,6%
348
13,4%
483
12,5%
2013
1.317
9,2%
384
7,4%
429
8,5%
534
6,4%
403
8,6%
372
5,6%
1.185
8,2%
636
18,6%
788
18,4%
916
16,2%
316
18,6%
728
13,5%
582
13,5%▼
760
11,4%
2014
4.395
+0,1% (+0,007)
1.400
−0,1% (−0,005)
1.537
−0,1% (−0,008)
1.925
−0,9% (−0,046)▼
1.391
−0,2% (−0,008)
1.312
−0,8% (−0,045)
4.189
−0,1% (−0,005)
2.267
+0,3% (+0,010)
2.777
+0,8% (+0,032)
3.108
−0,1% (−0,004)
1.027
+0,8% (+0,033)
2.796
−0,2% (−0,007)
2.013
−2,0% (−0,076)▼
2.711
−0,3% (−0,016)
B (β) P
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
59
· 5 Gelderland-Midden
· 4 Noord- en Oost-Gelderland
· 3 Twente
· 2 IJsselland
· 1 Noord Nederland
VPT -REGIO
· 16 Limburg
· 15 Oost-Brabant
· 14 Zuid-West Nederland
· 13 Zuid-Holland-Zuid
· 12 Rotterdam
· 11 Hollands-Midden
· 10 Haaglanden
· 9 Amsterdam
· 8 Noord-Holland 11,8% 371 12,2%▲ 478 8,4% 339 10,0% 534 9,1% 173 7,7% 564 7,8% 493
10,8% 2.091 9,5% 2.712 8,2% 2.012 10,9% 2.786 8,1% 1.032 8,5% 3.108 7,5% 2.783 9,4% 2.271
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
1.540
N
317
1.927
1.393 36,1%
N
Idem
37,3%
241 41,1%▲
1.316 36,3%
N
Idem
N
216 34,8%
37,7%
Idem
Idem
39,5%
4.198
288
35,5%
717
35,7%
Agressie door derden [% slachtoffers]
N
34,2%
393
10,5%
645
3.532
10,4%
10,6%
Idem
2010
N
TOTAAL
264
35,5%
344
36,8%
243
35,3%
239
32,9%
725
35,5%
391
10,0%
503
7,9%
524
10,3%
195
6,1%
462
12,6%
346
8,7%
488
10,2%
359
9,8%
601
10,6%
2011
289
35,7%
401
33,3%
269
39,7%
256
45,0%▲
796
33,4%
432
6,7%▼
514
8,5%
561
8,0%
184
6,6%
530
10,9%
397
8,9%
502
8,9%
409
11,3%
668
12,1%
2012
774
35,8%
420
9,6%
484
7,1%
545
9,5%
164
11,3%
535
11,9%
348
6,4%
483
7,5%
368
9,8%
604
10,8%
2013
270
35,9%
330
39,1%
236
32,3%
230
31,1%▼
JAAR
429
41,6%▲
535
33,1%
404
38,0%
374
38,8%
1.186
38,3%▲
636
10,3%
790
6,7%
914
7,7%
316
7,9%
725
9,6%
582
8,6%
760
8,9%
584
11,0%
1.014
9,8%
2014
1.540
+1,4% (+0,044)
1.927
−1,4% (−0,043)
1.393
+0,5% (+0,014)
1.316
−0,1% (−0,004)
4.198
+0,9% (+0,029)
2.271
+0,0% (+0,002)
2.783
−0,3% (−0,018)
3.108
−0,1% (−0,007)
1.032
+0,2% (+0,011)
2.786
−0,2% (−0,009)
2.012
−0,1% (−0,007)
2.712
−0,8% (−0,042)▼
2.091
−0,1% (−0,006)
3.532
−0,2% (−0,008)
B (β) P
60 537 33,2% 174 36,2% 567 33,5% 494
2.802 36,1% 1.034 37,4% 3.115 36,1%
N
Idem
N
Idem
N
Idem
2.276
340 35,9%
2.015 38,4%
N
Idem
N
480 38,6%
2.720 36,0%
N
Idem
2.787
373 32,3%
2.095 32,3%
N
Idem
39,2%
648 33,4%
3.541 36,5%
N
Idem
N
769 37,6%
4.414 38,7%
N
Idem
Idem
35,2%
36,1%
Idem
394
38,8%
254
1.402
37,1%
36,1%
Idem
N
2010
392
40,2%
503
37,1%
524
37,5%
195
31,9%
467
37,7%
347
37,4%
490
32,7%
359
40,4%
604
38,3%
753
34,9%
222
36,6%
2011
434
37,0%
514
34,2%
561
41,1%▲
184
37,2%
531
39,2%
399
35,8%
504
32,0%
411
37,8%
671
40,7%
799
36,2%
267
39,5%
2012
JAAR
420
38,9%
485
39,2%
546
38,7%
164
39,0%
539
39,2%
348
32,8%
483
32,3%
368
34,9%
604
39,2%
772
35,7%
275
35,6%
2013
636
40,7%
790
36,5%
917
35,1%
316
38,0%
728
39,7%
582
35,6%
762
32,4%
585
36,3%
1.015
38,0%
1.320
37,4%
385
33,3%
2014
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). : p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte. Trendanalyse: B = ongestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt = gemiddelde stijging/daling per interval (β = gestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt) p = significantie.
· 16 Limburg
· 15 Oost-Brabant
· 14 Zuid-West Nederland
· 13 Zuid-Holland-Zuid
· 12 Rotterdam
· 11 Hollands-Midden
· 10 Haaglanden
· 9 Amsterdam
· 8 Noord-Holland
· 7 Midden Nederland
· 6 Gelderland-Zuid
TOTAAL
2.276
+0,3% (+0,010)
2.787
+0,7% (+0,022)
3.115
−0,3% (−0,010)
1.034
+1,6% (+0,048)
2.802
+0,9% (+0,027)
2.015
−0,9% (−0,027)
2.720
−0,0% (−0,000)
2.095
+0,0% (+0,000)
3.541
+0,0% (+0,001)
4.414
+0,6% (+0,018)
1.402
−1,0% (−0,030)
B (β) P
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
61
--
--
3.781
7,81
3.712
4,64
3.695
3.768
7,99
3.687
4,58
3.669
N
Verzuim laatste 12 maanden; aantal werkdagen; niet=0-max=215 [Gemiddelde]
N
Individueel ziekteverzuimpercentage [deeltijdgecorrigeerd] [Gemiddelde]
7,9%
5,4%
4,0%
1,0%
4,1%
· 1 Rugklachten
·2K lachten nek, schouders, armen, polsen, handen
·3K lachten heup, benen, knieën, voeten
· 4 Klachten hart- en vaatstelsel
·5 Psychische klachten, overspannenheid, burn-out
Met wat voor soort klacht heeft u de laatste keer verzuimd?
4,7%
1,1%
3,7%
4,4%
8,5%
53,6% 55,5% 53,0%
50,8%
N
3.779
3.759
N
3,7%
0,9%
4,7%
4,6%
7,2%
3.405
4,41
3.418
7,44
3.483
3.491
3,7%
1,5%
3,8%
4,5%
6,5%
4.284
4,93
4.306
8,35
4.361
4.356
11,0%
4.356
Verzuim laatste 12 maanden [% wel verzuimd]
10,3%
3.491
3.779
10,8%
3.759
9,3%
N
1,98
--
Burn-outklachten [% ja (score bóven 3.20 op schaal 1 t/m 7)]
1,90
--
4.345
9,0%
2010
1,91
--
3.486
8,1%
2009
4,0%
1,1%
4,7%
4,3%
7,4%
4.173
4,66
4.177
7,71
4.240
51,7%
4.223
10,2%
4.223
1,90
--
--
4.217
9,4%
2011
4,4%
1,3%
4,3%
5,4%
6,3%
4.518
4,46
4.521
7,46
4.585
50,1%
4.576
11,2%
4.576
1,99
--
--
4.571
10,1%
2012
NIET-SLACHTOFFERS JAAR
1,87
Burn-out (schaal: 1=nooit - 7=elke dag; 5 items) [Gemiddelde]
--
--
N
--
3.784
3.758
Ervaren gezondheid [% zeer slecht/ slecht/ gaat wel]
N
8,1%
8,6%
2008
2007
Percentage werknemers met matige/ slechte gezondheid [% matig/slecht]
4,1%
1,1%
4,0%
4,7%
5,6%
4.268
4,38
4.275
7,39
4.323
50,2%
4.323
11,3%
4.323
1,94
--
--
4.311
8,2%
2013
3,6%
1,1%
3,7%
4,1%
5,1%
6.803
4,33
6.807
7,24
6.892
2.170
2,20
--
--
2.168
9,0%
2007
2.230
2,23
--
--
2.234
10,7%
2008
35.397
6,1%
1,0%
+0,0% (+0,005) −0,1% (−0,006)
4,1%
6,2%
9,7%
2.123
5,53
2.132
9,64
2.177
−0,0% (−0,003)
−0,1% (−0,008)
−0,4% (−0,041)
34.814
−0,044 (−0,008)
34.903
−0,103 (−0,010)
35.432
59,3%
2.170
5,5%
1,1%
4,6%
5,2%
9,3%
2.175
5,93
2.184
10,1
2.219
61,2%
2.230
+0,4% 15,7% 15,9% (+0,029)
35.397
+0,020 (+0,044)
6.885
--
28.472
+0,1% (+0,010)
B1(β1)p
−0,9% 46,1% (−0,043)
6.889
12,9%
6.889
2,05
6.885
17,5%
--
--
2014
AGRESSIE DOOR DERDEN
4,4%
1,4%
5,0%
4,7%
8,2%
2.034
4,83
2.040
8,46
2.081
59,0%
2.081
17,1%
2.081
2,24
--
--
2.081
10,5%
2009
5,4%
1,3%
4,9%
5,2%
6,9%
2.385
5,23
2.393
8,93
2.434
59,0%
2.429
17,5%
2.429
2,31
--
--
2.419
11,0%
2010
5,5%
1,1%
4,7%
4,5%
8,0%
2.391
6,01
2.395
10,3
2.428
58,9%
2.421
17,9%
2.421
2,27
--
--
2.415
11,3%
2011
5,5%
1,1%
4,3%
5,7%
6,7%
2.656
4,92
2.658
8,29
2.694
55,7%
2.692
18,6%
2.692
2,33
--
--
2.681
11,3%
2012
SLACHTOFFERS JAAR
4.050
2,44
4.050
20,8%
--
--
2014
5,6%
1,0%
4,4%
4,7%
6,6%
2.464
5,55
2.469
9,37
2.489
57,3%
2.493
5,3%
1,2%
4,3%
4,9%
5,4%
4.000
5,68
4.007
9,25
4.059
55.962
+0,008 (+0,007)
10.935
--
44.943
−0,0% (−0,001)
rB(rβ)p
Interactie
20.566
−0,0% (−0,003)
−0,0% (−0,001)
−0,0% (−0,004)
−0,1% (−0,010)
−0,6% (−0,051)
20.228
+0,009 (+0,002)
20.278
−0,059 (−0,006)
20.580
+0,0% (+0,001)
−0,0% (−0,003)
−0,0% (−0,001)
−0,0% (−0,001)
−0,1% (−0,006)
55.043
+0,053 (+0,004)
55.181
+0,044 (+0,002)
56.012
+0,0% (+0,000)
55.962
+0,7% +0,3% (+0,041) (+0,009)
20.566
+0,028 (+0,052)
4.050
--
16.471
+0,1% (+0,008)
B2(β2)p
−0,9% 53,5% (−0,044)
4.050
16,5% 21,6%
2.493
2,26
--
--
2.473
9,5%
2013
2A EFFECTEN VAN AGRESSIE EN GEWELD UITKOMSTVARIABELEN NAAR NIET/WEL SLACHTOFFER; TREND ALLE JAREN
62
2,1%
0,7%
2,2%
8,3%
0,6%
1,1%
36,0%
3,9%
1,6%
8,1%
·6 Vermoeidheid of concentratieproblemen
· 7 Conflict op het werk
· 8 Klachten luchtwegen
· 9 Klachten buik, maag of darmen
· 10 Huidklachten
· 11 Klachten oren of ogen
· 12 Griep of verkoudheid
· 13 Hoofdpijn
·1 4 Klachten in verband met zwangerschap
· 15 Overige klachten
3.787
82,1%
3.773
3,5%
3.792
3.765
82,1%
3.757
3,9%
3.759
3,9%
3.759
N
N
Percentage werknemers dat in afgelopen jaar arbeidsongeval had [% ja]
N
Percentage werknemers dat in afgelopen jaar arbeidsongeval had met minstens 1 dag verzuim [% ja]
N
3.792
3,4%
3.496
3.499
3,7%
3.499
3,7%
3.462
83,4%
4.352
4,4%
4.352
4,4%
4.321
83,4%
4.348
83,3%
Percentage werknemers dat tevreden is over hun werk [% ja]
80,3%
3.466
4.311
3.750
79,6%
3.736
77,5%
N
8,8%
1,8%
5,7%
35,0%
1,1%
0,7%
8,0%
2,8%
0,5%
1,9%
2010
Percentage werknemers dat tevreden is over arbeidsomstandigheden [% ja]
8,2%
1,6%
4,2%
38,7%
0,6%
0,4%
8,1%
2,5%
0,5%
2,1%
2009
13,8%
8,5%
1,5%
3,9%
35,9%
0,9%
0,7%
9,0%
2,5%
0,6%
1,8%
2008
4.216
3,6%
4.216
3,6%
4.164
83,7%
4.218
79,7%
4.171
14,2%
9,2%
1,2%
4,2%
35,1%
0,8%
0,4%
7,8%
3,2%
0,5%
1,8%
2011
4.580
3,8%
4.580
3,9%
4.584
82,9%
4.585
79,8%
4.553
14,2%
9,8%
2,0%
4,6%
33,3%
1,1%
0,6%
7,5%
2,6%
0,5%
2,0%
2012
NIET-SLACHTOFFERS JAAR
13,1% 12,1% 11,9%
· 16 N.v.t., nog nooit verzuimd
2007
4.341
3,1%
4.341
3,2%
4.336
82,8%
4.335
79,0%
4.295
14,9%
7,7%
1,8%
5,2%
35,8%
1,0%
0,4%
8,3%
3,0%
0,4%
2,0%
2013
6.877
1,9%
6.877
1,9%
6.875
80,8%
6.868
76,9%
6.826
17,1%
9,3%
2,3%
4,1%
35,9%
0,9%
0,4%
6,7%
2,7%
0,6%
2,2%
2014
31,8% 3,5%
−0,2% (−0,008) +0,1% (+0,006)
2.169
2.208
8,3%
8,6%
2,1%
3,4%
32,8%
0,7%
0,8%
10,1%
3,9%
0,6%
3,1%
2008
2.176
2.172
10,6%
2.170
76,7%
2.236
2.234
13,7%
2.230
77,7%
35.416
2.172
2.234
−0,2% 10,4% 13,5% (−0,031)
35.416
−0,2% (−0,031)
35.272
−0,2% (−0,010)
35.401
−0,3% 64,5% 71,3% (−0,015)
35.109
9,5%
0,6%
+0,0% (+0,001)
+0,6% (+0,042)
0,5%
−0,0% (−0,011)
9,3%
8,8%
−0,2% (−0,019)
+0,1% (+0,010)
3,6%
+0,1% (+0,010)
2,0%
0,9%
−0,0% (−0,006)
+0,1% (+0,017)
2,5%
2007
+0,0% (+0,003)
B1(β1)p
AGRESSIE DOOR DERDEN
2.082
12,6%
2.082
12,9%
2.067
79,1%
2.076
68,8%
2.063
10,3%
7,9%
2,2%
4,2%
35,5%
1,2%
0,6%
8,5%
2,9%
0,6%
2,3%
2009
2.385
78,6%
2.410
68,3%
2.408
10,3%
9,6%
2,0%
3,7%
33,3%
1,3%
0,8%
8,4%
3,2%
0,6%
2,9%
2011
2.693
80,7%
2.693
71,8%
2.684
9,9%
9,3%
2,1%
5,6%
31,4%
1,1%
0,7%
9,4%
3,2%
1,1%
2,8%
2012
2.495
78,3%
2.498
68,2%
2.473
10,5%
8,2%
1,7%
4,9%
34,4%
1,1%
0,7%
10,0%
3,5%
0,4%
2,2%
2013
2.418
2.691
2.495
2.434
2.418
2.691
2.495
14,3% 13,0% 13,2% 13,2%
2.434
14,5% 13,2% 13,4% 13,3%
2.417
80,2%
2.428
74,0%
2.403
9,4%
9,0%
2,5%
5,7%
32,7%
1,1%
0,5%
9,7%
2,7%
0,8%
2,4%
2010
SLACHTOFFERS JAAR
4.028
6,8%
4.028
6,8%
4.048
77,6%
4.051
66,2%
4.051
13,5%
10,7%
3,0%
4,7%
31,7%
0,9%
0,5%
8,9%
2,3%
0,5%
2,2%
2014
−0,0% (−0,001)
−0,0% (−0,007)
55.777
+0,2% (+0,007)
55.968
+0,1% (+0,002)
55.568
−0,1% (−0,003)
+0,1% (+0,003)
−0,0% (−0,001)
+0,1% (+0,008)
+0,1% (+0,001)
+0,0% (+0,004)
+0,0% (+0,003)
+0,2% (+0,009)
55.972
20.555
55.972
−0,5% −0,3% (−0,037) (−0,013)
20.555
−0,5% −0,3% (−0,039) (−0,014)
20.505
+0,1% (+0,004)
20.568
−0,2% (−0,008)
20.459
+0,5% (+0,042)
+0,2% (+0,016)
+0,1% (+0,013)
+0,2% (+0,023)
−0,1% (−0,005)
+0,0% (+0,009)
−0,0% (−0,003)
+0,0% (+0,000)
−0,1% −0,2% (−0,018) (−0,014)
−0,1% (−0,006)
rB(rβ)p
−0,1% (−0,009)
B2(β2)p
Interactie
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
63
131
5,5%
143
· 3 Beide
--
--
·3 Ongeval gehad, maar onderscheid lichamelijk of geestelijk is niet te maken
N
23,9%
4,5%
25,8%
· a. Niet behandeld
·b . Bedrijfshulpverlener, EHBO'er op het werk
· c. Bedrijfsarts
Waar of door wie bent u voor dit ongeval/voorval behandeld? [meerdere antwoorden mogelijk]
--
--
· 1 Lichamelijk
· 2 Geestelijk
Het soort letsel (lichamelijk of geestelijk) dat het meest recente arbeidsongeval in de afgelopen 12 maanden tot gevolg heeft gehad
N
10,1%
26,2%
· 2 Geestelijke schade
34,0%
10,0%
20,3%
--
--
--
--
29,8%
68,4%
· 1 Lichamelijk letsel
60,0%
--
--
Welk soort letsel heeft u hierbij opgelopen?
N
--
--
·2 Geen arbeidsongeval gehad met één of meer dagen verzuim
--
2008
--
2007
·1 Slachtoffer geworden van één of meer arbeidsongevallen met één of meer dagen verzuim
In de afgelopen 12 maanden slachtoffer geworden van één of meer arbeidsongevallen met één of meer dagen verzuim?
21,4%
8,4%
22,3%
--
--
--
--
128
7,4%
28,3%
64,3%
--
--
--
2009
22,0%
10,0%
21,3%
--
--
--
--
189
5,9%
28,1%
66,1%
--
--
--
2010
15,5%
2,0%
29,5%
--
--
--
--
144
4,8%
31,7%
63,5%
--
--
--
2011
27,1%
2,9%
28,3%
--
--
--
--
178
6,8%
31,0%
62,2%
--
--
--
2012
NIET-SLACHTOFFERS JAAR
23,3%
7,1%
25,9%
--
--
--
--
134
7,1%
26,8%
66,1%
--
--
--
2013
--
--
--
123
14,9%
21,3%
63,9%
--
--
--
--
6.874
99,0%
1,0%
2014
10,7%
−0,1% (−0,011)
--
--
6,7% 14,9%
−0,9% (−0,040)
40,1%
--
--
--
−0,5% (−0,040)
+1,1% (+0,049)
123
--
--
230
36,1%
+0,3% (+0,014)
1.048
53,2%
--
--
--
2007
−0,2% (−0,008)
6.874
--
--
B1(β1)p
14,2%
5,3%
35,4%
--
--
--
--
302
10,4%
33,2%
56,4%
--
--
--
2008
AGRESSIE DOOR DERDEN
13,3%
8,9%
39,7%
--
--
--
--
266
10,5%
38,3%
51,2%
--
--
--
2009
16,5%
7,8%
41,9%
--
--
--
--
347
13,3%
33,9%
52,7%
--
--
--
2010
19,2%
6,5%
38,1%
--
--
--
--
317
15,4%
34,6%
50,0%
--
--
--
2011
16,4%
8,0%
43,4%
--
--
--
--
357
12,4%
38,5%
49,1%
--
--
--
2012
SLACHTOFFERS JAAR
15,3%
5,6%
41,1%
--
--
--
--
330
14,0%
30,9%
55,1%
--
--
--
2013
--
--
--
254
16,6%
32,2%
51,2%
--
--
--
--
4.021
97,1%
2,9%
2014
+0,4% (+0,021)
−0,0% (−0,001)
+0,7% (+0,028)
254
--
--
--
2.149
+1,3% (+0,030)
+0,5% (+0,018)
−0,4% (−0,007)
378
--
--
--
3.198
+0,8% (+0,023)
−0,6% (−0,012)
−0,3% (−0,011) +0,7% (+0,038)
−0,2% (−0,003)
10.895
--
--
rB(rβ)p
−0,4% (−0,015)
4.021
--
--
B2(β2)p
Interactie
64
129
7,8%
15,8%
18,2%
141
· f. In een ziekenhuis opgenomen
· g . Specialist, verbonden aan een ziekenhuis (afspraak op de polikliniek)
· h. Anders
--
10,1%
7,3%
1,9%
3,5%
12,0%
· 1 Ergens aan gesneden, gestoten
· 2 Door een voorwerp geraakt
· 3 Een beknelling
·4 Val van hoogte (trap, ladder, steiger, e.d.)
· 5 Uitglijden, struikelen of andere val
Hoe ontstond het letsel?
N
--
--
--
· e. Ja, ergens anders
--
·d . Ja, in een ziekenhuis of andere kliniek, waar ik minstens één nacht verbleef
· f. Nee, geen medische hulp gehad
--
--
· c . Ja, in een ziekenhuis of andere kliniek, maar hoefde niet een nacht te blijven
21,0%
0,7%
2,7%
4,5%
9,8%
--
--
--
--
--
--
·b . Ja, op de (spoedeisende) eerstehulpafdeling van het ziekenhuis
--
17,5%
8,7%
14,8%
· a. Ja, op het werk
Heeft u medische hulp gehad als gevolg van het ongeval? [meerdere antwoorden mogelijk]
N
25,0%
9,2%
·e . Op de (spoedeisende) eerstehulpafdeling van een ziekenhuis
35,6%
29,2%
· d. Huisarts/huisartsenpost
2008
2007
12,3%
4,8%
1,0%
4,9%
10,6%
--
--
--
--
--
--
--
125
24,9%
15,0%
6,0%
20,3%
30,2%
2009
12,5%
6,4%
2,1%
5,6%
7,5%
--
--
--
--
--
--
--
185
19,6%
15,9%
5,7%
13,1%
30,8%
2010
19,0%
3,4%
0,7%
1,9%
8,8%
--
--
--
--
--
--
--
141
21,8%
14,6%
6,9%
8,8%
32,2%
2011
15,0%
2,5%
2,0%
8,2%
6,6%
--
--
--
--
--
--
--
178
23,9%
10,9%
6,1%
13,3%
27,1%
2012
NIET-SLACHTOFFERS JAAR
16,6%
1,8%
4,3%
6,7%
9,2%
--
--
--
--
--
--
--
134
27,3%
12,5%
3,4%
15,5%
35,3%
2013
--
--
--
--
--
120
22,8%
29,1%
0,8%
10,4%
13,9%
34,9%
--
--
--
--
--
--
2014
--
--
4,7%
+0,3% (+0,017)
0,9%
+0,2% (+0,025)
2,8%
1,5%
+0,1% (+0,010)
−0,1% (−0,013)
7,7%
--
--
--
--
--
--
−0,4% (−0,029)
120
--
--
--
--
--
222
23,3%
+0,8% (+0,038) 1.034
9,8%
2,4%
−0,6% (−0,048) −0,9% (−0,049)
9,8%
21,1%
+0,1% (+0,002) +0,2% (+0,011)
2007
B1(β1)p
8,3%
2,7%
3,3%
3,5%
7,7%
--
--
--
--
--
--
--
291
27,8%
8,4%
1,7%
12,8%
25,2%
2008
AGRESSIE DOOR DERDEN
6,8%
3,4%
1,0%
2,7%
8,4%
--
--
--
--
--
--
--
260
20,6%
6,6%
2,3%
11,0%
20,8%
2009
6,0%
1,7%
2,3%
1,9%
3,4%
--
--
--
--
--
--
--
344
20,6%
10,8%
2,8%
12,2%
25,0%
2010
4,8%
1,0%
0,8%
3,5%
3,9%
--
--
--
--
--
--
--
312
23,1%
11,7%
2,1%
9,2%
26,4%
2011
6,8%
1,6%
0,8%
1,3%
5,5%
--
--
--
--
--
--
--
354
20,8%
5,8%
1,7%
7,3%
24,2%
2012
SLACHTOFFERS JAAR
6,4%
0,6%
1,9%
2,7%
5,1%
--
--
--
--
--
--
--
327
22,0%
10,8%
2,3%
11,6%
23,2%
2013
--
--
--
--
--
257
41,2%
22,0%
3,2%
10,1%
12,6%
19,0%
--
--
--
--
--
--
2014
--
--
−0,0% (−0,004)
−0,4% (−0,012)
−0,3% (−0,017)
−0,3% (−0,021)
−0,1% (−0,018) −0,4% (−0,057)
−0,2% (−0,008)
−0,2% (−0,006)
378
--
--
--
--
--
−0,0% (−0,004)
−0,6% (−0,047)
257
--
--
--
--
--
3.145
−1,4% (−0,030)
−0,6% (−0,027) 2.111
+1,0% (+0,028)
+0,6% (+0,029)
−0,5% (−0,015)
+0,2% (+0,005)
rB(rβ)p
+0,1% (+0,006)
−0,0% (−0,002)
−0,3% (−0,020)
+0,3% (+0,013)
B2(β2)p
Interactie
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
65
129
2,9%
0,9%
55,9%
143
·8 Verkeersongeval op de openbare weg, tijdens werktijd
·9 Verkeersongeval op de openbare weg, tijdens woon-werkverkeer
· 10 Anders
--
· 8 Anders
N
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
122
54,1%
4,7%
1,3%
5,6%
0,7%
2009
--
--
--
--
--
--
--
--
--
182
52,4%
1,8%
1,6%
7,2%
2,9%
2010
--
--
--
--
--
--
--
--
--
140
58,8%
1,7%
1,0%
1,3%
3,5%
2011
--
--
--
--
--
--
--
--
--
178
52,1%
3,1%
2,2%
2,9%
5,3%
2012
NIET-SLACHTOFFERS JAAR
--
--
--
--
--
--
--
--
--
133
49,5%
2,4%
3,2%
1,5%
4,8%
2013
117
34,1%
2,5%
5,9%
28,2%
2,2%
0,7%
8,1%
18,3%
--
--
--
--
--
--
2014
--
117
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
221
39,5%
−0,7% (−0,026) 1.026
1,5%
3,5%
1,2%
36,6%
2007
+0,3% (+0,034)
+0,0% (+0,001)
−0,2% (−0,020)
+0,5% (+0,055)
B1(β1)p
--
--
--
--
--
--
--
--
--
293
33,2%
0,9%
2,0%
1,8%
36,6%
2008
AGRESSIE DOOR DERDEN
--
--
--
--
--
--
--
--
--
263
35,2%
1,3%
3,7%
2,4%
35,0%
2009
--
--
--
--
--
--
--
--
--
345
34,2%
1,2%
0,8%
3,0%
45,4%
2010
--
--
--
--
--
--
--
--
--
313
37,9%
1,9%
2,5%
1,4%
42,2%
2011
--
--
--
--
--
--
--
--
--
351
39,1%
1,3%
1,2%
1,9%
40,4%
2012
SLACHTOFFERS JAAR
--
--
--
--
--
--
--
--
--
327
34,8%
0,9%
2,3%
2,0%
43,4%
2013
256
32,1%
2,6%
37,0%
12,7%
2,7%
1,5%
5,2%
6,2%
--
--
--
--
--
--
2014
256
--
--
--
--
--
--
--
--
2.113
+0,1% (+0,005)
−0,0% (−0,001)
−0,2% (−0,028)
+0,0% (+0,005)
+1,2% (+0,048)
B2(β2)p
373
--
--
--
--
--
--
--
--
3.140
+0,8% (+0,015)
−0,3% (−0,019)
−0,2% (−0,014)
+0,2% (+0,013)
+0,7% (+0,015)
rB(rβ)p
Interactie
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Gemiddelden zijn getoetst met de t-test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). : p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage en/of gemiddelde (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte. Trendanalyse: B = ongestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt = gemiddelde stijging/daling per interval (β = gestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt) p = significantie. Interactie: Toets op lineaire interactie tussen ‘Jaar’ en ‘Agressie door derden’ op elke (categorie van elke) rij-variabele ( = toets of B1=B2).
--
--
·7 Contact met stroom, hitte, kou, gevaarlijke stoffen, lawaai
--
--
· 5 Uitglijden, struikelen of andere val
·6 Door iemand bedreigd, gebeten, geschopt
--
--
--
--
· 3 Een beknelling
·4 Val van hoogte (trap, ladder, steiger, e.d.)
--
--
--
· 1 Ergens aan gesneden, gestoten --
0,7%
2,4%
1,3%
· 2 Door een voorwerp geraakt
Belangrijkste oorzaak meest recente arbeidsongeval [afgelopen 12 maanden]
N
54,1%
2,8%
·7 Contact met stroom, hitte, kou, gevaarlijke stoffen, lawaai
3,0%
2,7%
2008
2007
·6 Door iemand bedreigd, gebeten, geschopt
66 6.885 2,05 6.889 12,9% 6.889 46,1% 6.892 7,24 6.807 4,33 6.803
N
Burn-out (schaal: 1=nooit - 7=elke dag; 5 items) [Gemiddelde]
N
Burn-outklachten [% ja (score bóven 3.20 op schaal 1 t/m 7)]
N
Verzuim laatste 12 maanden [% wel verzuimd]
N
Verzuim laatste 12 maanden; aantal werkdagen; niet=0-max=215 [Gemiddelde]
N
Individueel ziekteverzuimpercentage [deeltijdgecorrigeerd] [Gemiddelde]
N
3,6% 2,2% 0,6% 2,7% 6,7% 0,4% 0,9% 35,9%
· 5 Psychische klachten, overspannenheid, burn-out
· 6 Vermoeidheid of concentratieproblemen
· 7 Conflict op het werk
· 8 Klachten luchtwegen
· 9 Klachten buik, maag of darmen
· 10 Huidklachten
· 11 Klachten oren of ogen
· 12 Griep of verkoudheid
4,1%
1,1%
· 4 Klachten hart- en vaatstelsel
2,3%
3,7%
· 3 Klachten heup, benen, knieën, voeten
· 14 Klachten in verband met zwangerschap
4,1%
· 2 Klachten nek, schouders, armen, polsen, handen
· 13 Hoofdpijn
5,1%
· 1 Rugklachten
Met wat voor soort klacht heeft u de laatste keer verzuimd?
17,5%
NIETSLACHTOFFERS
Ervaren gezondheid [% zeer slecht/ slecht/ gaat wel]
2B EFFECTEN VAN AGRESSIE EN GEWELD VERSCHILLEN TUSSEN NIET/WEL SLACHTOFFERS IN 2014
4,3% 2,6%
4,7%
31,7% 3,0%
0,9% 34,4%
0,9%
0,4%
7,5% 0,5%
2,6% 8,9%
0,6% 2,3%
0,5%
2,2%
4,2% 2,2%
1,1% 5,3%
3,9%
4,4%
5,2%
10.803
4,83
10.813
7,99
10.951
48,8%
10.939
16,1%
10.939
2,19
10.935
18,7%
TOTAAL
1,2%
4,3%
4,9%
5,4%
4.000
5,68
4.007
9,25
4.059
53,5%
4.050
21,6%
4.050
2,44
4.050
20,8%
SLACHTOFFERS
AGRESSIE DOOR DERDEN
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
67
6.868 80,8% 6.875 1,9% 6.877
Percentage werknemers dat tevreden is over arbeidsomstandigheden [% ja]
N
Percentage werknemers dat tevreden is over hun werk [% ja]
N
Percentage werknemers dat in afgelopen jaar arbeidsongeval had [% ja]
N
6.874
· 2 Geen arbeidsongeval gehad met één of meer dagen verzuim
N
10,4% 0,8% 29,1% 22,8%
· c. Ja, in een ziekenhuis of andere kliniek, maar hoefde niet een nacht te blijven
· d. Ja, in een ziekenhuis of andere kliniek, waar ik minstens één nacht verbleef
· e. Ja, ergens anders
· f. Nee, geen medische hulp gehad
8,1% 0,7%
· 3 Een beknelling
18,3%
· 2 Door een voorwerp geraakt
· 1 Ergens aan gesneden, gestoten
Belangrijkste oorzaak meest recente arbeidsongeval [afgelopen 12 maanden]
120
13,9%
N
34,9%
· a. Ja, op het werk
· b. Ja, op de (spoedeisende) eerstehulpafdeling van het ziekenhuis
Heeft u medische hulp gehad als gevolg van het ongeval? [meerdere antwoorden mogelijk]
123
14,9%
· 3 Ongeval gehad, maar onderscheid lichamelijk of geestelijk is niet te maken
N
63,9% 21,3%
· 1 Lichamelijk
· 2 Geestelijk
Het soort letsel (lichamelijk of geestelijk) dat het meest recente arbeidsongeval in de afgelopen 12 maanden tot gevolg heeft gehad
1,0% 99,0%
· 1 Slachtoffer geworden van één of meer arbeidsongevallen met één of meer dagen verzuim
In de afgelopen 12 maanden slachtoffer geworden van één of meer arbeidsongevallen met één of meer dagen verzuim?
6.826 76,9%
N
1,5%
5,2%
6,2%
1,2%
6,1%
10,0%
378
35,3%
41,2% 257
24,3%
2,4%
10,2%
13,0%
24,1%
378
22,0%
3,2%
10,1%
12,6%
19,0%
254
16,0%
28,7% 16,6%
55,3% 32,2%
10.895 51,2%
4.021
1,7% 98,3%
2,9%
10.905
3,7%
10.923
79,6%
10.919
73,0%
10.877
97,1%
4.028
6,8%
4.048
77,6%
4.051
66,2%
4.051
9,8% 15,8%
13,5%
9,3% 17,1%
· 15 Overige klachten
10,7%
TOTAAL
SLACHTOFFERS
AGRESSIE DOOR DERDEN NIETSLACHTOFFERS
· 16 N.v.t., nog nooit verzuimd
68 2,5% 34,1%
· 7 Contact met stroom, hitte, kou, gevaarlijke stoffen, lawaai
· 8 Anders 256
32,1%
373
32,8%
2,6%
27,2%
37,0% 2,6%
2,5% 17,6%
2,7%
TOTAAL
12,7%
SLACHTOFFERS
AGRESSIE DOOR DERDEN
3.443
5,9%
5,3%
4.284
5,7%
4.284
0,7%
5,0%
39,4%
54,9%
2010
4.173
5,2%
4.173
0,6%
4,6%
38,9%
55,9%
2011
4.544
4,4%
4.544
0,5%
4,0%
39,2%
56,4%
2012
2014
4.272
6,2%
4.272
1,0%
5,2%
6.775
4,5%
6.775
0,4%
4,1%
43,3% 35,8%
50,5% 59,7%
2013
NIET-SLACHTOFFERS JAAR
26,0% 4,0%
−0,2% (−0,017) −0,0% (−0,011)
31.220
−0,2% (−0,020)
2.197
30,1%
2.197
54,9%
−0,2% (−0,007)
31.220
15,1%
2008
+0,4% (+0,016)
B1(β1)p
2.054
29,7%
2.054
4,0%
25,6%
55,5%
14,8%
2009
AGRESSIE DOOR DERDEN
2.392
30,1%
2.392
4,5%
25,6%
54,2%
15,7%
2010
2.387
29,4%
2.387
3,2%
26,1%
55,2%
15,4%
2011
2.669
29,3%
2.669
3,5%
25,9%
56,9%
13,8%
2012
SLACHTOFFERS JAAR
2.467
28,9%
2.467
2,8%
26,1%
59,3%
11,8%
2013
4.021
28,3%
4.021
3,1%
25,2%
57,4%
14,3%
2014
+0,1% (+0,003) −0,2% (−0,013)
−0,1% (−0,003) −0,2% (−0,024)
18.187
−0,3% (−0,013)
49.406
−0,1% (−0,002)
49.406
+0,8% (+0,016)
+0,6% (+0,026)
18.187
−0,7% (−0,015)
rB(rβ)p
Interactie
−0,3% (−0,019)
B2(β2)p
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). : p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte. Trendanalyse: B = ongestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt = gemiddelde stijging/daling per interval (β = gestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt) p = significantie. Interactie: Toets op lineaire interactie tussen ‘Jaar’ en ‘Agressie door derden’ op elke (categorie van elke) rij-variabele ( = toets of B1=B2).
3.729
N
3.443
3.729 6,1%
N
0,9%
· 4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
Maatregelbehoefte agressie door derden [% wel nodig]
0,6%
5,2%
· 3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
39,9%
37,9%
· 2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
54,2%
2009
55,9%
2008
· 1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Maatregelen nodig tegen agressie/geweld klanten?
3A BELEID TEGEN AGRESSIE EN GEWELD TREND ALLE JAREN (APART VOOR NIET/WEL SLACHTOFFERS)
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Gemiddelden zijn getoetst met de t-test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). : p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage en/of gemiddelde (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte.
117
5,9%
· 6 Door iemand bedreigd, gebeten, geschopt
N
28,2%
2,2%
NIETSLACHTOFFERS
· 5 Uitglijden, struikelen of andere val
· 4 Val van hoogte (trap, ladder, steiger, e.d.)
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
1,4%
10.819
13,4%
10.819
·4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
Maatregelbehoefte agressie door derden [% wel nodig]
N
1.166
12,0%
1.166
1,2%
10,9%
374
11,2%
374
0,5%
10,8%
399
12,8%
399
1,5%
11,3%
528
9,2%
528
0,6%
8,6%
425
11,1%
425
0,5%
10,6%
377
13,3%
377
1,4%
11,9%
42,0%
1.310
12,0%
1.310
1,6%
10,4%
40,4%
999
15,7%
999
1,9%
13,8%
43,8%
40,5%
572
16,9%
572
0,6%
16,3%
41,7%
41,4%
758
11,8%
758
2,2%
9,6%
33,9%
54,3%
571
13,9%
571
2,0%
11,9%
42,1%
44,0%
713
16,8%
713
2,6%
14,2%
40,7%
42,5%
318
12,1%
318
1,0%
11,2%
45,6%
42,3%
907
13,8%
907
0,8%
13,1%
43,8%
42,3%
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). : p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte.
12,0%
·3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
TOTAAL 50,6%
MIDDEN NEDERLAND 47,6%
NOORDHOLLAND
50,4%
GELDERLANDZUID 44,7%
AMSTERDAM
50,9%
GELDERLANDMIDDEN 38,3%
HAAGLANDEN
48,6%
NOORD- EN OOSTGELDERLAND 40,4%
HOLLANDSMIDDEN
48,1%
TWENTE 36,4%
ROTTERDAM
43,8%
IJSSELLAND 40,1%
ZUIDHOLLANDZUID
·2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
NOORD NEDERLAND
39,9%
ZUID-WEST NEDERLAND
42,8%
VPT -REGIO
783
13,6%
783
1,6%
12,1%
44,0%
42,4%
OOSTBRABANT
·1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Maatregelen nodig tegen agressie/geweld klanten?
3B BELEID TEGEN AGRESSIE EN GEWELD PER REGIO IN 2014
619
16,1%
619
1,6%
14,5%
44,9%
39,0%
LIMBURG
69
70
·4 Noord- en OostGelderland
· 3 Twente
· 2 IJsselland
· 1 Noord Nederland
VPT -REGIO
10,4% 2,2% 709
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
47,5% 11,9% 1,5% 211
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
43,8% 12,3% 0,5% 238
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N 37,6% 49,1% 12,0% 1,2% 311
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
Idem
43,4%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
39,1%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
41,7% 45,6%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Maatregelen nodig tegen agressie/geweld klanten?
2010
3C BELEID TEGEN AGRESSIE EN GEWELD PER REGIO TREND 2010-2014
339
0,6%
10,7%
52,3%
36,4%
241
1,2%
10,5%
45,9%
42,5%
238
0,7%
10,5%
49,0%
39,8%
712
1,6%
10,4%
47,0%
41,0%
2011
398
0,9%
8,7%
49,0%
41,5%
270
1,0%
12,0%
45,9%
41,1%
255
1,1%
10,1%
49,4%
39,4%
795
1,6%
10,6%
45,1%
42,6%
2012
JAAR
330
1,3%
11,8%
54,5%
32,3%
232
1,2%
10,1%
47,6%
41,0%
228
1,7%
10,1%
44,2%
43,9%
765
1,5%
10,7%
52,6%
35,2%
2013
528
0,6%
8,6%
50,4%
40,4%
399
1,5%
11,3%
50,9%
36,4%
374
0,5%
10,8%
48,6%
40,1%
1.166
1,2%
1.906
−0,1% (−0,011)
−0,6% (−0,029)
+0,3% (+0,009)
+0,4% (+0,011)
1.380
+0,2% (+0,027)
−0,2% (−0,008)
+1,7% (+0,049)
−1,7% (−0,050)
1.307
−0,1% (−0,021)
−0,2% (−0,009)
−0,1% (−0,004)
+0,5% (+0,014)
4.146
−0,2% (−0,025)
+0,1% (+0,005)
+0,9% (+0,027)
10,9%
−0,8% (−0,024)
48,1%
B (β) P
39,9%
2014
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
71
· 9 Amsterdam
· 8 Noord-Holland
· 7 Midden Nederland
· 6 Gelderland-Zuid
· 5 Gelderland-Midden
11,8% 1,2% 280
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
11,8% 1,4% 251
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
12,1% 1,9% 762
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
13,7% 1,9% 637
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N 43,2% 41,4% 13,6% 1,8% 370
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
Idem
37,3% 47,2%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
42,6% 43,3%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
43,3% 43,5%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
45,7% 41,3%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
2010
355
3,0%
17,7%
38,7%
40,6%
596
1,6%
13,2%
48,2%
37,1%
741
2,2%
13,3%
42,4%
42,0%
218
1,1%
11,8%
48,8%
38,3%
260
1,5%
11,5%
41,6%
45,4%
2011
409
2,7%
15,3%
44,5%
37,5%
668
2,2%
14,1%
47,5%
36,2%
797
1,0%
10,4%
43,7%
45,0%
267
1,8%
11,4%
49,5%
37,2%
287
2,3%
9,4%
47,6%
40,8%
2012
JAAR
362
2,3%
11,8%
44,4%
41,5%
596
1,2%
14,9%
52,9%
30,9%
760
1,3%
13,5%
48,9%
36,2%
270
1,1%
12,4%
51,1%
35,4%
265
1,5%
10,9%
47,5%
40,2%
2013
572
0,6%
16,3%
41,7%
41,4%
999
1,9%
2.067
−0,4% (−0,041)
+0,1% (+0,004)
+0,5% (+0,014)
−0,2% (−0,005)
3.496
−0,0% (−0,002)
+0,2% (+0,007)
−0,5% (−0,016) 13,8%
+0,4% (+0,012) 43,8%
4.370
−0,1% (−0,013)
40,5%
1.310
1,6%
−0,4% (−0,019)
−0,3% (−0,009) 10,4%
+0,8% (+0,025) 40,4%
1.383
+0,0% (+0,001)
+0,1% (+0,003)
−0,4% (−0,012)
+0,3% (+0,010)
1.517
−0,2% (−0,025)
−0,3% (−0,013)
+2,4% (+0,072)
−2,0% (−0,059)
B (β) P
47,6%
377
1,4%
11,9%
42,0%
44,7%
425
0,5%
10,6%
50,6%
38,3%
2014
72
·1 4 Zuid-West Nederland
· 13 Zuid-Holland-Zuid
· 12 Rotterdam
· 11 Hollands-Midden
· 10 Haaglanden
4,1%
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
48,7% 11,8% 1,6% 337
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
43,6% 13,8% 3,4% 524
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
13,4% 2,7% 173
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N 39,7% 45,2% 13,1% 2,0% 560
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
Idem
46,4% 37,6%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
39,1%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
37,9%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
474
11,8%
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
N
44,0% 40,1%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
2010
514
1,2%
13,6%
47,0%
38,3%
192
2,1%
10,0%
557
1,4%
14,2%
45,1%
39,3%
179
1,3%
10,9%
37,3% 50,4%
47,1%
526
2,2%
15,4%
43,4%
39,0%
398
0,6%
9,8%
44,4%
45,3%
40,8%
461
1,4%
14,2%
42,6%
41,8%
342
1,0%
11,1%
44,6%
43,3%
500
2,2%
1,8% 484
14,4%
41,9%
41,4%
2012
10,8%
39,9%
47,4%
2011
JAAR
541
1,9%
15,7%
49,5%
32,9%
162
2,9%
9,9%
53,7%
33,6%
531
3,4%
15,0%
44,9%
36,7%
341
1,2%
12,0%
48,8%
38,0%
482
1,7%
13,2%
43,2%
42,0%
2013
907
0,8%
13,1%
43,8%
42,3%
318
1,0%
11,2%
45,6%
42,3%
713
2,6%
14,2%
40,7%
42,5%
571
2,0%
11,9%
42,1%
44,0%
758
2,2%
9,6%
33,9%
54,3%
2014
3.079
−0,2% (−0,026)
+0,1% (+0,004)
−0,2% (−0,007)
+0,3% (+0,010)
1.024
−0,3% (−0,035)
−0,3% (−0,015)
+2,2% (+0,067)
−1,6% (−0,048)
2.756
+0,0% (+0,002)
+0,1% (+0,005)
−0,5% (−0,014)
+0,3% (+0,010)
1.988
+0,2% (+0,020)
+0,2% (+0,007)
−1,1% (−0,031)
+0,8% (+0,022)
2.698
−0,3% (−0,032)
−0,4% (−0,017)
−1,3% (−0,038)
+2,0% (+0,058)
B (β) P
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
73
· 5 Gelderland-Midden
·4 Noord- en OostGelderland
· 3 Twente
· 2 IJsselland
· 1 Noord Nederland
VPT -REGIO
TOTAAL
· 16 Limburg
· 15 Oost-Brabant 47,5% 11,1% 2,0% 486
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
13,7% 1,6% 387
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
2,0%p 6.734
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen
N
N
280
311 12,9%
Idem
Idem
N
238 13,2%
N
211 12,8%
Idem
13,4%
Idem
N
709
N
12,6%
12,0%
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Maatregelbehoefte agressie door derden [% wel nodig]
42,4% 43,7%q
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
38,0% 46,7%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
39,5%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
2010
260
13,0%
339
11,3%
241
11,6%
238
11,2%
712
12,0%
6.615
1,6%
11,7%
44,0%q
42,7%p
386
1,6%
15,2%
41,9%
41,3%
498
1,3%
11,5%
47,0%
40,2%
2011
287
11,7%
398
9,5%
270
13,0%
255
11,2%
795
12,3%
7.419
1,5%
11,6%
44,8%
42,1%
430
1,3%
13,6%
45,0%
40,1%
508
1,3%
9,8%
48,8%
40,1%
2012
JAAR
265
12,4%
330
13,1%
232
11,4%
228
11,9%
765
12,2%
6.885
1,5%
11,9%
47,8%p
38,7%q
413
1,7%
15,6%
48,5%
34,1%
483
0,8%
11,7%
51,3%
36,2%
2013
425
11,1%
528
9,2%
399
12,8%
374
11,2%
1.166
12,0%
7.419
1,5%
11,6%
44,8%
42,1%
619
1,6%
14,5%
44,9%
39,0%
783
1,6%
12,1%
44,0%
42,4%
2014
1.517
−0,5% (−0,021)
1.906
−0,7% (−0,031)
1.380
+0,0% (+0,001)
1.307
−0,3% (−0,015)
4.146
−0,1% (−0,004)
27.653
−0,1% (−0,013)q
−0,0% (−0,001)
+1,3% (+0,029)p
−1,1% (−0,026)q
2.236
+0,0% (+0,003)
+0,2% (+0,007)
+0,2% (+0,006)
−0,4% (−0,012)
2.757
−0,1% (−0,013)
+0,3% (+0,012)
−0,5% (−0,016)
+0,4% (+0,011)
B (β) P
74
N
387
486 15,3%
Idem
Idem
N
560 13,1%
N
173 15,1%
Idem
Idem
N
524 16,1%
N
337 17,3%
Idem
Idem
474 13,4%
N
N
370 15,9%
Idem
Idem
N
637 15,4%
N
762 15,6%
Idem
14,0%
Idem
N
251
13,1%
N
Idem
386
16,8%
498
12,8%
514
14,8%
192
12,0%
461
15,7%
342
12,1%
484
12,7%
355
20,7%
596
14,8%
741
15,6%
218
12,9%
2011
430
14,9%
508
11,1%
557
15,6%
179
12,2%
526
17,6%
398
10,3%
500
16,7%
409
18,0%
668
16,3%
797
11,3%
267
13,2%
2012
JAAR
413
17,4%
483
12,5%
541
17,6%
162
12,8%
531
18,4%
341
13,2%
482
14,9%
362
14,1%
596
16,2%
760
14,8%
270
13,5%
2013
619
16,1%
783
13,6%
907
13,8%
318
12,1%
713
16,8%
571
13,9%
758
11,8%
572
16,9%
999
15,7%
1.310
12,0%
377
13,3%
2014
:
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte. Trendanalyse: B = ongestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt = gemiddelde stijging/daling per interval (β = gestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt) p = significantie.
· 16 Limburg
· 15 Oost-Brabant
·1 4 Zuid-West Nederland
· 13 Zuid-Holland-Zuid
· 12 Rotterdam
· 11 Hollands-Midden
· 10 Haaglanden
· 9 Amsterdam
· 8 Noord-Holland
· 7 Midden Nederland
· 6 Gelderland-Zuid
2010
2.236
+0,2% (+0,008)
2.757
+0,2% (+0,007)
3.079
−0,1% (−0,005)
1.024
−0,6% (−0,028)
2.756
+0,1% (+0,005)
1.988
+0,3% (+0,013)
2.698
−0,7% (−0,030)
2.067
−0,3% (−0,012)
3.496
+0,1% (+0,006)
4.370
−0,5% (−0,023)
1.383
+0,1% (+0,004)
B (β) P
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
PRIMAIR ONDERWIJS
890
10.819
13,4%
10.819
N
Maatregel behoefte agressie door derden [% wel nodig]
N
TOTAAL
629
13,2%
251
13,7%
251
1,0%
225
4,6%
225
0,7%
3,8%
379
4,9%
379
0,9%
4,0%
1.373
11,9%
1.373
1,0%
10,9%
20
22,4%
20
0%
22,4%
62,7%
424
24,9%
424
2,4%
22,4%
2.119
12,9%
2.119
1,7%
11,2%
44,4%
146
0,8% 685
0,9%
283
2,3%
784
146
685
283
23,8% 27,9% 9,6% 29,6%
784
2,7%
21,1% 27,0% 8,7% 27,3%
56,7% 49,4% 50,9% 56,4% 29,6%
81
6,9%
81
0%
6,9%
46,9%
234
12,9%
234
0,4%
12,6%
41,0%
249
5,1%
249
0%
5,1%
45,1%
431
4,5%
431
0,3%
4,2%
31,9%
942
8,6%
942
1,6%
7,0%
43,3%
343
8,9%
343
1,2%
7,7%
35,2%
29
0%
29
0%
0%
26,5%
32,7% 55,0%
41,8%
96
1,4%
86
0%
118
96
86
28,2% 40,3% 3,1%
118
7,3%
21,0% 38,9% 3,1%
46,4%
49,8% 63,6% 48,1% 55,9% 73,5% 25,3% 27,0%
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). : p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte.
890
14,2%
629
1,5%
HBO
1,4%
WO
1,4%
ZIEKENHUIZEN
· 4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
AMBULANCEDIENST
12,8%
GGZ
11,8%
VVT
12,8%
GEHANDICAPTEN ZORG
12,0%
JEUGDZORG
· 3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
OVERIG WELZIJN
26,0% 21,6% 53,1%
JUSTITIE EN JUSTITIËLE DIENSTEN 46,1%
DEFENSIE
40,9%
BRANDWEER 46,2%
MINISTERIES
43,8%
POLITIE
69,4% 73,5% 35,0% 14,9% 18,5% 37,7% 25,3% 15,7% 60,7% 26,0%
GEMEENTEN, PROVINCIES
37,0%
MBO
45,4%
ANDER TYPE OPENBAAR BESTUUR
43,8%
VOORTGEZET ONDERWIJS
43,0%
PUBLIEKR ECHTEL IJKE BEDRIJFSORGANEN
· 2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
48,8%
STADS- EN STREEKVERVOER
42,8%
BKZ-SECTOREN OPENBAAR VERVOER PER SPOOR
· 1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Maatregelen nodig tegen agressie/ geweld derden?
3D BELEID TEGEN AGRESSIE EN GEWELD PER SECTOR IN 2014
VERPLICHTE SOCIALE VERZEKERINGEN
75
76
· 4 HBO
· 3 MBO
·2 Voortgezet onderwijs
· 1 Primair onderwijs
VPT -SECTOREN
10,8% 2,6% 472
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
48,8% 18,3% 3,2% 325
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
14,0% 2,6% 144
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N 62,9% 31,9% 4,5% 0,6% 132
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
Idem
40,4% 43,0%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
29,7%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
50,9% 35,7%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Maatregelen nodig tegen agressie/geweld klanten?
2008
120
1,1%
6,1%
29,9%
62,9%
150
1,1%
13,2%
42,1%
43,6%
301
133
1,5%
3,3%
34,8%
60,3%
177
1,4%
11,1%
42,4%
45,1%
392
1,8%
14,7%
17,9% 3,1%
44,3%
39,3%
563
2,5%
9,4%
33,5%
54,7%
2010
48,9%
30,2%
450
3,0%
11,8%
38,2%
47,0%
2009
3E BELEID TEGEN AGRESSIE EN GEWELD PER SECTOR TREND 2010-2014
126
0,8%
6,8%
33,2%
59,3%
177
1,2%
10,7%
52,0%
36,0%
356
3,0%
16,0%
47,0%
34,0%
516
2,0%
148
1,1%
5,0%
35,8%
58,1%
207
0,3%
156
1,6%
5,2%
41,0%
52,2%
157
1,2%
13,9%
43,8% 10,1%
41,2% 45,6%
396
1,3%
12,4%
47,2%
39,2%
555
2,3%
12,9%
43,5%
41,3%
2013
44,0%
421
2,5%
13,9%
45,2%
38,4%
562
1,8%
10,5%
35,3%
13,1%
52,3%
38,0%
2012
JAAR
46,9%
2011
225
0,7%
1.039
+0,0% (+0,002)
−0,1% (−0,011)
−0,2% (−0,008) 3,8%
+0,3% (+0,012) 26,0%
1.264
−0,2% (−0,035)
−0,1% (−0,004)
−0,2% (−0,007)
+0,4% (+0,018)
2.821
−0,3% (−0,040)
−1,1% (−0,064)
−0,6% (−0,026)
+2,0% (+0,085)
4.008
−0,2% (−0,031)
+0,4% (+0,023)
+0,5% (+0,022)
−0,7% (−0,027)
B (β) P
69,4%
251
1,0%
12,8%
40,9%
45,4%
629
1,5%
11,8%
43,8%
43,0%
890
1,4%
12,8%
37,0%
48,8%
2014
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
77
· 9 VVT
· 8 GGZ
· 7 Ambulancedienst
· 6 Ziekenhuizen
· 5 WO
1,4% 1,3% 176
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
50,7% 10,3% 1,2% 802
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
10,4%
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
109
2,8% 110 36,5% 48,4% 13,2% 1,9% 1.227
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
Idem
N
1,7%
25,2%
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
1.092
2,5%
13,5%
48,4%
35,5%
17,9%
61,1%
18,5% 53,6%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
19,3%
14
3,4%
33,7%
1.179
2,3%
10,8%
52,2%
34,8%
272
3,7%
23,3%
57,0%
16,0%
14
0%
27,7%
6,9% 65,4%
9,6%
887
2,1%
11,3%
48,2%
38,4%
170
1,4%
0,6%
18,0%
80,0%
2010
53,4%
759
1,6%
12,3%
52,5%
33,6%
158
1,2%
2,0%
29,4%
67,4%
2009
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
9
42,3%
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
N
30,5% 16,8%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
37,8%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
78,2% 19,0%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
2008
4,5%
1.204
1,5%
1.427
1,7%
10,7%
48,7% 11,7%
38,9% 46,4%
259
3,1%
27,0%
54,6%
15,4%
16
4,2%
35,3%
56,0%
40,4%
206
1,6%
27,5%
58,0%
12,9%
9
4,2%
4,4%
69,9%
21,5%
912
1,8%
814
10,9%
0,9%
53,1%
11,8%
34,2%
52,6%
187
1,4%
2,9%
29,6%
66,1%
2012
JAAR
34,7%
228
0,4%
2,0%
22,6%
75,0%
2011
1.342
2,1%
12,7%
51,4%
33,8%
250
2,7%
25,6%
59,6%
12,1%
19
3,0%
23,9%
68,5%
4,6%
881
1,1%
10,9%
57,0%
31,0%
171
0,3%
3,2%
31,2%
65,3%
2013
2.119
1,7%
11,2%
49,4%
37,7%
424
2,4%
22,4%
56,7%
18,5%
20
0%
22,4%
62,7%
14,9%
1.373
1,0%
10,9%
53,1%
35,0%
379
0,9%
9.589
−0,1% (−0,011)
−0,3% (−0,017)
+0,2% (+0,007)
+0,2% (+0,007)
1.630
−0,0% (−0,005)
+0,1% (+0,002)
+0,1% (+0,002)
−0,1% (−0,004)
103
−0,8% (−0,096)
−2,2% (−0,099)
+4,4% (+0,180)
−1,4% (−0,089)
6.427
−0,1% (−0,015)
−0,1% (−0,004)
+0,7% (+0,029)
−0,6% (−0,024)
1.468
−0,1% (−0,017)
+0,5% (+0,063)
+0,4% (+0,021)
4,0%
−0,8% (−0,038)
21,6%
B (β) P
73,5%
2014
78
· 14 Brandweer
· 13 Politie
· 12 Overig welzijn
· 11 Jeugdzorg
·1 0 Gehandicapten zorg
21,1% 3,1% 278
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
53
4,0% 78
196
3,2% 193
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
41,8% 40,3% 17,8% 0% 12
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
Idem
N
3,1%
31,1%
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
19
0%
10,9%
65,0%
24,1%
29,8%
44,6%
46,3%
22,5%
19,4%
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
11
0%
21,9%
54,9%
23,2%
183
5,1%
30,5%
46,1%
18,3%
478
1,0%
0,7% 388
8,5%
32,2%
8,4%
58,3%
34,5%
89
1,9%
29,0%
51,9%
17,1%
397
2,3%
22,7%
50,4%
24,5%
2010
56,3%
35,9%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
377
3,6%
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
9,2%
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
59,2% 28,0%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
N
4,2%
22,6%
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
46,5%
13,5% 59,8%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
13,3%
172
1,1%
21,2%
59,9%
17,8%
2009
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
21,8% 53,9%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
2008
5
0%
16,0%
45,8%
38,2%
174
2,5%
29,6%
48,9%
18,9%
535
1,8%
5,7%
36,2%
56,4%
94
1,7%
29,4%
50,9%
18,0%
447
1,1%
21,4%
52,8%
24,8%
2011
27
3,0%
17,2%
31,4%
48,3%
188
2,6%
32,5%
46,1%
18,8%
548
0,5%
5,5%
31,4%
62,6%
104
2,3%
21,5%
61,2%
14,9%
470
0,6%
23,5%
55,9%
20,0%
2012
JAAR
9,2%
15,7%
−1,0% (−0,048)
81
0% 28
6,9% 0%
46,9% 19,5%
46,2% 63,2%
283
183
−0,0% (−0,010)
−1,5% (−0,091)
−0,7% (−0,030)
+2,3% (+0,094)
1.421
−0,1% (−0,011)
27,3% 2,3%
+0,5% (+0,026) +0,6% (+0,026)
44,4%
3.447
−0,3% (−0,046)
−0,1% (−0,009)
+0,1% (+0,002)
+0,3% (+0,013)
654
−0,3% (−0,034)
−0,3% (−0,014)
+0,7% (+0,028)
−0,1% (−0,007)
3.029
+0,0% (+0,004)
−0,1% (−0,005)
−0,3% (−0,010)
+0,3% (+0,016)
B (β) P
26,0%
685
17,3%
205
4,6%
19,4%
59,2%
16,8%
436
0,9%
8,7%
7,9% 0,8%
29,6%
60,7%
146
0,8%
27,0%
56,4%
36,7%
54,6%
91
5,6%
25,9%
59,2%
784
2,7%
481
21,1%
1,9%
50,9%
25,3%
2014
20,8%
57,4%
19,9%
2013
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
79
·1 9 Ander type openbaar bestuur
·1 8 Gemeenten, provincies
· 17 Ministeries
· 16 Defensie
·1 5 Justitie en justitiële diensten
136
16,9% 2,9% 129
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
54,6% 2,5% 0% 118
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
36,7% 5,0% 0,1% 337
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
693
10,2% 2,2% 678
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
7,5% 1,2% 107
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
N
43,0%
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
48,3%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
N
1,8%
44,3%
99
0%
2,6%
51,9%
45,4%
9,8%
47,0%
43,3%
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
41,4%
325
0,3%
3,9%
36,3%
59,5%
111
0%
1,7%
57,4%
40,9%
14,8%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
58,2%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
42,8%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
Idem
N
3,6%
55,2%
54,4%
25,0%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
27,2%
2009
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
2008
224
1,3%
227
0,5%
6,5%
36,5% 6,8%
56,5% 46,5%
696
2,3%
8,7%
47,7%
41,3%
355
0,3%
4,0%
33,8%
61,8%
95
0%
254
1,5%
7,5%
43,5%
47,4%
700
1,4%
9,1%
46,0%
43,5%
410
0,4%
3,8%
41,2%
54,6%
81
0%
1,4%
65,9%
2,4%
32,7%
61,4%
130
0,5%
14,1%
50,9%
34,5%
2012
JAAR
36,2%
45,3%
740
1,9%
9,4%
44,9%
43,7%
340
0,8%
2,8%
39,8%
56,6%
118
0%
4,9%
64,6%
30,6%
116
1,8%
1,0% 124
11,4%
41,0%
45,8%
2011
12,0%
48,8%
38,2%
2010
0%
215
1,5%
6,1%
43,6%
48,9%
665
1,3%
10,3%
45,9%
42,6%
315
343
1,2%
7,7%
35,2%
55,9%
942
1,6%
7,0%
43,3%
48,1%
431
0,3%
4,2%
31,9% 5,3%
63,6% 36,1%
1.470
+0,1% (+0,016)
+0,3% (+0,021)
−1,7% (−0,064)
+1,3% (+0,049)
5.115
−0,1% (−0,017)
−0,4% (−0,026)
−0,2% (−0,009)
+0,7% (+0,029)
2.513
−0,0% (−0,003)
+0,0% (+0,004)
−0,5% (−0,022)
+0,5% (+0,020)
868
+0,0% (+0,021) 249
+0,4% (+0,049) 0%
−1,7% (−0,075)
+1,3% (+0,056)
984
−0,5% (−0,094)
−0,4% (−0,027)
−1,9% (−0,080)
+2,8% (+0,124)
B (β) P
5,1%
45,1%
49,8%
234
0,4%
12,6%
41,0%
46,1%
2014
58,6%
95
0,7%
4,2%
62,0%
33,0%
116
0%
14,3%
51,9%
33,8%
2013
80
· 3 MBO
·2 Voortgezet onderwijs
· 1 Primair onderwijs
VPT -SECTOREN
·2 3 Verplichte sociale verzekeringen
·2 2 Openbaar vervoer per spoor
· 21 Stads- en streekvervoer
·2 0 Publiekrechtelijke bedrijfsorganen
6,9% 36
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
N
35,9% 4,8% 86
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
31,2% 0% 70
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
4 Wel nodig, er zijn nog geen maatregelen genomen
N
144
N
301 150
14,3%
325 16,6%
N
Idem
21,0%
450
14,8%
21
4,2%
47,2%
177
12,5%
392
16,4%
563
11,8%
71
10,0%
58,0%
32,1%
47
48 48,6%
2,2%
44,3%
26,0%
27,5%
92
8,8%
44,8%
25,8%
20,5%
7
0%
66,0%
34,0%
2010
0%
33,3%
28,5%
38,2%
87
4,8%
44,1%
30,0%
21,0%
44
7,0%
64,1%
28,9%
2009
21,5%
472
Idem
13,4%
Maatregelbehoefte agressie door derden [% wel nodig]
N
46
12,5%
3 Wel nodig, genomen maatregelen zijn onvoldoende
N
27,5% 59,9%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
30,5% 38,3%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
26,4% 32,9%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
53,1% 40,0%
1 Niet nodig, want het speelt hier niet
2 Niet nodig, er zijn al voldoende maatregelen
Idem
2008
177
11,9%
356
19,0%
516
15,1%
70
7,1%
61,7%
31,2%
39
4,9%
32,2%
30,3%
32,6%
86
7,5%
207
10,4%
421
16,4%
562
12,3%
60
12,1%
54,6%
33,2%
35
8,8%
33,0%
31,3%
26,9%
88
5,8%
31,8%
38,7%
43,1%
23,7%
30,1%
7
0%
32,0%
68,0%
2012
JAAR
19,3%
5
0%
57,7%
42,3%
2011
17,2%
157
15,1%
396
13,7%
555
15,1%
67
9,1%
73,7%
251
13,7%
629
13,2%
890
14,2%
86
3,1%
1.264
−0,3% (−0,015)
2.821
−1,4% (−0,076)
4.008
+0,1% (+0,009)
422
−1,0% (−0,068)
+0,3% (+0,013) +0,6% (+0,025)
55,0%
379
+0,4% (+0,065)
+1,1% (+0,053)
−0,4% (−0,020)
−1,2% (−0,058)
636
+0,1% (+0,006)
−2,7% (−0,114)
+2,8% (+0,119)
−0,2% (−0,009)
129
−1,0% (−0,111)
−4,2% (−0,197)
+5,3% (+0,244)
B (β) P
41,8%
96
1,4%
44
38,9% 4,5%
32,7%
27,0%
118
7,3%
21,0%
46,4%
25,3%
29
0%
26,5%
73,5%
2014
43,3%
28,8%
23,4%
78
2,8%
41,1%
40,3%
15,7%
1
49,9%
0%
50,1%
2013
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
81
·1 8 Gemeenten, provincies
· 17 Ministeries
· 16 Defensie
·1 5 Justitie en justitiële diensten
· 14 Brandweer
· 13 Politie
· 12 Overig welzijn
· 11 Jeugdzorg
·1 0 Gehandicapten zorg
· 9 VVT
· 8 GGZ
· 7 Ambulancedienst
· 6 Ziekenhuizen
· 5 WO
· 4 HBO
158
176
N
325
N
678
693
11,6%
337
Idem
12,4%
111 4,2%
118 5,1%
N
Idem
N
136 1,7%
129 2,5%
N
Idem
19 18,4%
12
196 10,9%
17,8%
193
388 32,9%
34,3%
377
53 9,1%
12,8%
19,9%
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
78
172 40,2%
26,7%
278
Idem
N
1.092 22,3%
1.227 24,3%
N
Idem
109 16,1%
110
14 19,6%
27,9%
9
759 37,0%
802 52,7%
13,9%
11,5%
15,1%
Idem
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
3,2%
2,7%
Idem
120
132
7,2%
5,2%
Idem
2009
N
2008
740
11,3%
340
3,6%
118
4,9%
124
13,0%
11
21,9%
183
35,6%
478
9,5%
89
31,0%
397
25,0%
1.179
13,1%
272
27,0%
14
27,7%
887
13,4%
170
2,0%
133
4,8%
2010
696
11,0%
355
4,3%
95
2,4%
116
13,2%
5
16,0%
174
32,1%
535
7,5%
94
31,1%
447
22,5%
1.204
13,2%
206
29,1%
9
8,6%
814
12,7%
228
2,5%
126
7,5%
2011
700
10,5%
410
4,2%
81
1,4%
130
14,6%
27
20,2%
188
35,1%
548
6,0%
104
23,9%
470
24,1%
1.427
12,4%
259
30,1%
16
39,5%
912
12,8%
187
4,3%
148
6,1%
2012
JAAR
665
11,5%
315
5,3%
95
5,0%
116
14,3%
28
19,5%
205
24,0%
436
8,7%
91
31,6%
481
22,7%
1.342
14,8%
250
28,3%
19
26,9%
881
12,0%
171
3,5%
156
6,8%
2013
942
8,6%
431
4,5%
249
5,1%
234
12,9%
81
6,9%
283
29,6%
685
9,6%
146
27,9%
784
23,8%
2.119
12,9%
424
24,9%
20
22,4%
1.373
11,9%
379
4,9%
225
4,6%
2014
5.115
−0,5% (−0,032)
2.513
+0,0% (+0,003)
868
+0,4% (+0,052)
984
−0,9% (−0,056)
183
−1,5% (−0,092)
1.421
−1,1% (−0,050)
3.447
−0,4% (−0,026)
654
−0,6% (−0,025)
3.029
−0,1% (−0,003)
9.589
−0,3% (−0,021)
1.630
+0,0% (+0,001)
103
−3,0% (−0,132)
6.427
−0,1% (−0,009)
1.468
+0,4% (+0,044)
1.039
−0,1% (−0,009)
B (β) P
82 44
36
N
Idem
N
Idem
N
Idem
N
7,0%
6,9%
Idem
46
21
4,2%
48
12,5%
70
87 33,3%
86 31,2%
48,9%
40,7%
99
107
2,6%
8,7%
Idem
N
2009
71
10,0%
47
46,5%
92
53,7%
7
0%
224
8,2%
2010
70
7,1%
39
37,0%
86
50,6%
5
0%
227
7,0%
2011
60
12,1%
35
41,8%
88
37,6%
7
0%
254
9,1%
2012
JAAR
67
9,1%
44
47,8%
78
44,0%
1
49,9%
215
7,5%
2013
86
3,1%
96
40,3%
118
28,2%
29
0%
343
8,9%
2014
422
4.593
5.397
5.207
5.706
36,5% 5.400
35,8%
2013
8.609
36,5%
2014
44.700
+0,2% (+0,009)
B1(β1)p
2008
1.073
1.120
44,8% 43,6%
2007
1.006
41,5%
2009
1.412
40,2%
2010
1.465
39,1%
2011
1.579
39,0%
2012
1.444
39,2%
2013
2.357
39,1%
2014
B2(β2)p
rB(rβ)p
Interactie
11.456
56.157
−0,8% −0,9% (−0,036) (−0,018)
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). : p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte. Trendanalyse: B = ongestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt = gemiddelde stijging/daling per interval (β = gestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt) p = significantie. Interactie: Toets op lineaire interactie tussen ‘Jaar’ en ‘Slachtofferschap in sector’ op elke (categorie van elke) rij-variabele ( = toets of B1=B2).
4.914
34,7%
35,7%
4.875
36,4%
N
35,6%
34,8%
Agressie door derden [% slachtoffers]
2012
2011
2010
2007
2009
JAAR
2008
OVERIGE SECTOREN
SECTOREN MET SIGNIFICANT DALENDE ‘AGRESSIE DOOR DERDEN’ (‘Voortgezet onderwijs’, ‘Gehandicaptenzorg’, ‘Overig welzijn’, ‘Justitie en justitiële diensten’) JAAR
SLACHTOFFERSCHAP IN SECTOR
−1,0% (−0,068)
379
+1,6% (+0,073)
636
−2,6% (−0,108)
129
−1,0% (−0,111)
1.470
+0,4% (+0,026)
B (β) P
4A RELATIE TUSSEN BELEID EN SLACHTOFFERSCHAP OVERZICHT VAN DE SECTOR MET DE STERKSTE DALING IN AGRESSIE DOOR DERDEN
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). : p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte. Trendanalyse: B = ongestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt = gemiddelde stijging/daling per interval (β = gestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt) p = significantie.
·2 3 Verplichte sociale verzekeringen
·2 2 Openbaar vervoer per spoor
·2 1 Stads- en streekvervoer
· 20 Publiekrechtelijke bedrijfsorganen
·1 9 Ander type openbaar bestuur
2008
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
83
4.820
N
1.715
14,1%
N
Idem
29,3%
3.105
N
Idem
5,7%
Maatregelbehoefte agressie door derden [% wel nodig]
4.509
14,4%
1.641
29,5%
2.868
5,8%
2009
5.294
14,0%
1.837
29,7%
3.457
5,6%
2010
5.111
13,6%
1.819
29,3%
3.292
4,9%
2011
5.652
13,3%
2.059
29,0%
3.594
4,3%
2012
5.314
14,3%
1.906
28,8%
3.408
6,2%
2013
8.470
12,7%
3.106
26,9%
5.364
4,5%
2014
39.170
−0,2% (−0,012)
14.083
−0,4% (−0,018)
25.087
−0,2% (−0,015)
B1(β1)p
1.105
19,0%
481
32,7%
624
8,4%
2008
989
16,3%
413
30,4%
575
6,2%
2009
1.381
16,2%
554
31,3%
827
6,1%
2010
1.450
15,4%
568
29,7%
882
6,2%
2011
1.560
14,9%
610
30,3%
950
5,0%
2012
1.425
15,3%
561
29,5%
864
6,1%
2013
2.326
15,7%
915
33,0%
1.411
4,5%
2014
10.236
−0,4% (−0,022)
4.104
+0,1% (+0,003)
6.133
−0,5% (−0,040)
B2(β2)p
Noot. Percentages zijn kolompercentages, en zijn getoetst met de Pearson χ² test (horizontale vergelijkingen). Het contrast is telkens subgroep vs alle andere cases (gewogen deviatiecontrast). : p<0,05 (en ): Significant hoog (laag) percentage (2-zijdig getoetst). Symbolen zijn alleen gebaseerd op significantie, niet op effectgrootte. Trendanalyse: B = ongestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt = gemiddelde stijging/daling per interval (β = gestandaardiseerde lineaire regressiecoëfficiënt) p = significantie. Interactie: Toets op lineaire interactie tussen ‘Jaar’ en ‘Slachtofferschap in sector’ op elke (categorie van elke) rij-variabele ( = toets of B1=B2).
TOTAAL
· 1 Slachtoffers
·0 NIETslachtoffers
2008
JAAR
AGRESSIE DOOR DERDEN
OVERIGE SECTOREN
SECTOREN MET SIGNIFICANT DALENDE ‘AGRESSIE DOOR DERDEN’ (‘Voortgezet onderwijs’, ‘Gehandicaptenzorg’, ‘Overig welzijn’, ‘Justitie en justitiële diensten’) JAAR
SLACHTOFFERSCHAP IN SECTOR
49.406
−0,2% (−0,004)
18.187
+0,5% (+0,009)
31.220
−0,3% (−0,011)
rB(rβ)p
Interactie
4B RELATIE TUSSEN BELEID EN SLACHTOFFERSCHAP TREND IN MAATREGELBEHOEFTE NAAR SECTOR EN NAAR NIET/WEL SLACHTOFFERSCHAP
MONITOR VEILIGE PUBLIEKE TAAK 2015
De monitor Veilige Publieke Taak 2015 beschrijft de stand van zaken omtrent agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak, op basis van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden. TNO voert de monitor uit, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De monitor ondersteunt het programma Veilige Publieke Taak van het ministerie, bij het volgen van de voortgang in de aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak. Deze editie van de monitor richt zich op de aard en omvang van slachtofferschap, de effecten van agressie en geweld op gezondheid en de implementatie van beleid, in de periode 2007-2014.
86