RAPPORTAGE Binnenmilieu onderzoek Aventurijncollege te Bergen op Zoom Datum rapport: 5 februari 2014
PROJECTINFORMATIEBLAD Binnenmilieu onderzoek Aventurijncollege te Bergen op Zoom Datum rapport: 5 februari 2014
Naam en adres opdrachtgever:
Mountbattenweg 1
Afdeling: Projectleider: Projectnummer: Aanleiding onderzoek:
Arbo/Milieu ing. J.M. van der Avert RAH 13.0510 Klachten binnenmilieu
5466 AX Veghel
Status:
Definitief
HumanCapitalCare
RPS advies- en ingenieursbureau bv RPS besteedt veel aandacht aan de uitvoering van haar werkzaamheden. Er wordt gebruik gemaakt van een kwaliteitszorgsysteem conform ISO 9001. Uitbesteding van werkzaamheden en / of analyses vindt plaats bij gecertificeerde en / of geaccrediteerde bedrijven (ISO 9001, RvA). Onderliggende rapportage is getoetst op volledigheid en validiteit door ondergetekende geregistreerd arbeidshygiënist van RPS. Indien het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een nadere / bijzondere inventarisatieverplichting voortkomend uit de RI&E wordt hiermee invulling gegeven aan artikel 14 van de Arbeidsomstandighedenwet. In dit artikel wordt bepaald dat de werkgever zich bij het toetsen van de RI&E, bedoeld in artikel 5, en het daarover adviseren, laat bijstaan door één of meer deskundige personen ten behoeve van wie in overeenstemming met artikel 20 een certificaat is afgegeven.
Akkoord ing. J.M. van der Avert (Arbeidshygiënist RAH)
Akkoord drs. ing. E. Hagelaar (Arbeidshygiënist RAH)
Afdeling arbo/milieu: tel: 0880 235 740, fax: 0880 235 781, email:
[email protected] Aantal bladzijden: Verspreiding:
10 (excl. bijlagen) 1x digitaal
Aantal bijlagen: Opgesteld door:
3 J.M. van der Avert
Alleen aan het originele complete rapport kunnen rechten worden ontleend. Dit rapport mag UITSLUITEND in zijn geheel worden gereproduceerd.
Binnenmilieu onderzoek – Aventurijncollege te Bergen op Zoom
INHOUDSOPGAVE
1
INLEIDING
1
2
ONDERZOEKSOPZET EN KWALITEITSBORGING
2
2.1
Onderzoeksopzet
2
2.2
Kwaliteitsborging
3
3
NORMSTELLING EN BEOORDELING
4
3.1
Binnenklimaat
4
3.2
Vluchtige organische stoffen
5
3.3
Vezels
6
4
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK
7
4.1
Binnenklimaat
7
4.2
Vluchtige organische stoffen
7
4.3
Vezels
8
5
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
5.1
Conclusies
5.2
Aanbevelingen
Bijlage 1:
Ingevulde registratieformulieren
Bijlage 2:
Grafische weergave klimaatmonitoren
Bijlage 3:
Analysecertificaten luchtmetingen VOS en vezels
9 9 10
Binnenmilieu onderzoek – Aventurijncollege Bergen op Zoom
1 Inleiding In het Aventurijncollege gelegen aan De Verlenging 10 te Bergen op Zoom worden diverse klachten geuit over het binnenklimaat. Het betreft een nieuwbouwpand dat betrokken is begin 2013. Het pand is voorzien van een CO2 gestuurd binnenklimaatsysteem. Er worden door de medewerkers veel klachten geuit die zij relateren aan het verblijf in het pand, met name droge lippen, mond en huid, irritatie van de huid en de ogen en hoofdpijn. Tevens wordt aangegeven dat de klachten in de zomerperiode enigszins zijn afgenomen, maar momenteel weer toenemen. In een gesprek met de schoolleiding en Het Driespan is naar voren gekomen dat mogelijk sensibilisatie / allergische reacties optreden (aangegeven door de bedrijfsarts). Het pand is voor een groot deel uitgevoerd in betonnen elementen. Er zijn reeds aanpassingen aan het binnenklimaatsysteem gedaan en de schoonmaak is geïntensiveerd. De klachten zijn hierdoor nog niet (voldoende) afgenomen. Via HumanCapitalCare heeft de directie van het Aventurijncollege aan RPS advies en ingenieursbureau bv gevraagd om een onderzoek naar het binnenmilieu uit te voeren. Het doel van het onderzoek is erop gericht om inzicht te krijgen in de kwaliteit van het binnenmilieu in de school en mogelijke factoren voor de gezondheidsklachten te achterhalen. De resultaten van het onderzoek worden daarbij afgezet tegen de eisen uit ISSO publicatie 89 (Binnenmilieu voor scholen) en de TCLwaarden (Toelaatbare Concentratie in Lucht). In onderliggende rapportage worden de resultaten van het onderzoek, dat van 6 tot 13 januari 2014 is uitgevoerd, beschreven.
Pagina 1 van 10
Binnenmilieu onderzoek – Aventurijncollege Bergen op Zoom
2 Onderzoeksopzet en kwaliteitsborging 2.1
Onderzoeksopzet
Om mogelijke oorzaken te achterhalen voor de problematiek zijn in dit onderzoek metingen verricht naar de thermische behaaglijkheid (temperatuur en relatieve luchtvochtigheid), kooldioxide concentratie (als maat voor de ventilatie), vluchtige organische stoffen en vezels. Visuele inspectie Door middel van een visuele beoordeling van de ruimten is specifiek gelet op gebouwgebonden factoren die een negatief effect kunnen hebben op het binnenmilieu. Zoals in de inleiding vermeld betreft het een nieuwbouwpand dat betrokken is begin 2013. Het pand is voor een groot deel uitgevoerd in betonnen elementen. Door de medewerkers wordt aangegeven dat dit stof blijft afgeven. In de visuele inspectie is geconstateerd dat indien er met een voorwerp over de muur wordt gewreven, er duidelijk een witte aanslag zichtbaar is. Daarnaast is het gebouw gesitueerd op een locatie die momenteel voor een groot deel braak ligt. Door de medewerkers is aangegeven dat met name in de eerste periode er veel stof van buiten werd aangevoerd door de wind. Het pand is voorzien van een CO2 gestuurd luchtbehandelingssysteem dat in de lokalen via luchtzakken en in de kantoren via roosters voorziet in geforceerde ventilatie. Vragenlijst binnenklimaat De leerkracht van het bemeten lokaal en de medewerkster van het bemeten kantoor hebben een vragenlijst binnenklimaat ingevuld. Hieruit is de onderstaande bezettingsgraad verkregen en info over de geopende/gesloten ramen en deuren. Klaslokaal 0.28 Ten tijde van het onderzoek waren de ramen/deuren overdag veelal gesloten. De bezetting in het lokaal ten tijde van het onderzoek varieerde dagelijks. De gemiddelde bezetting bedroeg 7 en 1 leerkracht. Kantoorruimte 1.03 Ten tijde van het onderzoek waren de ramen/deuren overdag wisselend gesloten en geopend. De bezetting in het lokaal ten tijde van het onderzoek bedroeg 1 medewerkster (het kantoor heeft 2 beeldschermwerkplekken). Daarnaast worden in deze lijst enkele vragen gesteld over de beleving van het binnenklimaat. Daaruit blijkt dat men zowel in het lokaal als in de kantoorruimte de lucht voortdurend als droog en stoffig ervaart en dat men voortdurend last ondervindt van geïrriteerde, prikkende of tranende ogen. De ingevulde formulieren zijn opgenomen in bijlage 1. Thermische behaaglijkheid en ventilatie Om inzicht te krijgen in mate van thermisch comfort en ventilatie in het klaslokaal en de kantoorruimte zijn metingen verricht naar de fysische parameters: temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en concentratie kooldioxide (als maat voor de ventilatie). De klimaatmonitoren zijn in klaslokaal 0.28 en Pagina 2 van 10
Binnenmilieu onderzoek – Aventurijncollege Bergen op Zoom
kantoorruimte 1.03 geplaatst. In de periode van 6 tot 13 januari 2014 zijn gedurende 24 uur per dag, elke 5 minuten de gemiddelde meetwaarden geregistreerd. Vluchtige organische stoffen Om de mogelijke uitdamping van vluchtige organische stoffen (VOS) inzichtelijk te maken zijn in klaslokaal 0.28 en kantoorruimte 1.03 gedurende een volledige week luchtmetingen uitgevoerd. De luchtmetingen zijn uitgevoerd met een Personal Air Sampling (PAS) pomp waarmee lucht door een medium (actief koolbuis) is geleid met een flow van circa 100 ml/min. Na bemonstering zijn de buizen gedesorbeerd met CS2 (koolstofdisulfide) en geanalyseerd door middel van GC-MS. Hierbij wordt ‘gescreend’ op ongeveer 270 componenten. De gehanteerde analysemethode is ISO 16200-1. Vezels Om inzicht te krijgen in de mogelijke aanwezigheid van vezels in de omgevingslucht (bijvoorbeeld glaswol, steenwol) zijn gedurende een werkdag luchtmetingen uitgevoerd. De metingen zijn uitgevoerd in de aula op de begane grond en in de gang van de onderbouw op de eerste verdieping. De lucht is bemonsterd op een goudbedampt filter met een aanzuigdebiet van 8 liter/minuut. Het filter is hierbij opgenomen in een open-face monsternamekop. De filters zijn m.b.v. SEM/RMA conform ISO 14966 geanalyseerd. De Scanning Elektronen Microscopie (SEM) is gekoppeld aan een energiedispersieve-röntgen-fluorescentie-spectrometer (EDX). Naast de positieve identificatie van vezels wordt tevens informatie verkregen over het soort vezel dat geteld wordt.
2.2
Kwaliteitsborging
Om de kwaliteit van het onderzoek te kunnen waarborgen, zijn de volgende procedures gevolgd: -
Gebruik van een standard operating procedure voor het bemonsteren en analyseren van de omgevingslucht.
-
1
Gebruik van een geaccrediteerd laboratorium (NEN-EN 17025 ) dat werkt met een intern kwaliteitscontrole systeem en controle standaarden.
-
Inzet van een gecertificeerd arbeidshygiënist voor de inzameling van de monsters, data-analyse, e
rapportage en 2 lezing van de rapportage.
1
Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria. Pagina 3 van 10
Binnenmilieu onderzoek – Aventurijncollege Bergen op Zoom
3 Normstelling en beoordeling 3.1
Binnenklimaat
Het thermisch binnenklimaat betreft het geheel aan omgevingsparameters die de thermische beleving van de mens beïnvloeden. Hierbij is er een onderscheid te maken tussen algemene thermische behaaglijkheid (het warm of koud hebben) en lokale thermische behaaglijkheid (bijvoorbeeld tocht en koudestraling). De algemene thermische behaaglijkheid wordt onder andere bepaald door: •
de luchttemperatuur;
•
de luchtvochtigheid (als de lucht vochtiger is kan men minder warmte afstaan via zweten);
•
de luchtsnelheid (bij relatief veel luchtbeweging raakt men meer warmte kwijt aan de omgevingslucht dan wanneer de lucht zo goed als stilstaat);
•
het activiteitenniveau (als men zich inspant heeft men het sneller warm dan wanneer men stilzit);
•
de thermische isolatie van de kleding die men draagt.
Hierbij moet worden opgemerkt dat een echt behaaglijk klimaat alleen mogelijk is als er wordt voorzien in mogelijkheden tot persoonlijke beïnvloeding zoals een thermostaatknop op de radiator of convector en een te openen raam. Daarnaast wordt de kwaliteit van het binnenmilieu beïnvloed door bijvoorbeeld de thermische isolatie van de 'gebouwschil', de kwaliteit van de gevel (wel of geen kieren, tochtdichting rond ramen) en de grootte van de ramen. In dit onderzoek is voor beoordeling van het binnenmilieu gebruik gemaakt van de ISSO publicatie 89 (Binnenklimaat in scholen). Hierin wordt onderscheidt gemaakt in binnenmilieueisen waarbij de laagste klasse nagenoeg overeenkomt met de wettelijke eisen. Deze drie klassen worden als volgt gekwalificeerd en zijn gebaseerd op de NEN-EN 15251 en NPR CR 1752: Klasse A: ‘zeer goed’ – hoog verwachtingspatroon ten aanzien van de kwaliteit van het binnenmilieu ( cijfer 8 ) Klasse B: ‘goed’ – gemiddeld verwachtingspatroon ten aanzien van de kwaliteit van het binnenmilieu ( cijfer 7 ) Klasse C: ‘acceptabel’, – matig verwachtingspatroon ten aanzien van de kwaliteit van het binnenmilieu, minimaal noodzakelijk vanuit het oogpunt van volksgezondheid. ( cijfer 5 ) In dit onderzoek is bij de beoordeling van de resultaten klasse B gehanteerd.
Pagina 4 van 10
Binnenmilieu onderzoek – Aventurijncollege Bergen op Zoom Tabel 1: toetsingswaarden binnenmilieu Klasse Thermisch binnenklimaat
A (8)
B (7)
C (5)
Zeer goed
Goed
Acceptabel
20°C
20°C
19°C
22°C
23°C
24°C
Tbui+3°C
Tbui+4°C
±2°C in winter
±2°C in winter
<900 ppm
<1200 ppm
Operatieve temperatuur ondergrens Operatieve temperatuur bovengrens Tbui<20 °C Operatieve temperatuur
Tbui + 2°C met een
bovengrens Tbui>20 °C
max. van 27°C
Individuele beïnvloeding
±2°C in zomer en
temperatuur Kooldioxide concentratie
winter <800 ppm
In ISSO 89 zijn geen eisen gesteld aan de relatieve luchtvochtigheid in basisscholen. Wel zijn 2
advieswaarden vanuit de GGD opgesteld . De advieswaarde van 20-60% is in dit onderzoek gehanteerd.
3.2
Vluchtige organische stoffen
VOS komen voor in talloze producten die zowel in de industrie als in het huishouden veel worden toegepast. Door het grote aantal is het ondoenlijk om een volledige opsomming te geven van de producten die VOS bevatten. VOS kan in de omgevingslucht voorkomen door uitdamping van nieuwe materialen, lijmen etc. In de meeste gevallen zal in het binnenmilieu blootstelling plaatsvinden aan mengsels van VOS, in plaats van aan individuele organische stoffen. De Gezondheidsraad stelde in 2000 vast dat concentraties van deze mengsels in het binnenmilieu van 0,2 tot 3,0 mg/m³ chemosensorisch worden waargenomen, wat tot klachten kan leiden over geur en prikkeling van neus en ogen. In veel onderzoeken wordt een relatie gelegd tussen mengsels van VOS (en andere verontreinigingen) in het binnenmilieu en klachten over geur en irritatie van ogen en luchtwegen. De Gezondheidsraad is van mening dat vermeden moet worden dat de totale VOS-concentratie in verblijfsruimten hoger wordt dan 200 µg/m³. Het uitgangspunt bij deze bovengrens voor VOS is dat chemosensorische waarnemingen (prikkeling van neus en ogen) ten gevolge van blootstelling aan VOS in het binnenmilieu kunnen worden opgevat als kritisch effect. Kankerverwekkende, reproductietoxische en sensibiliserende eigenschappen van VOS zijn in het advies van de Gezondheidsraad buiten beschouwing gelaten. Voor een aantal individuele componenten zijn gezondheidskundige advieswaarden opgesteld. Deze zijn gedefinieerd als het Maximaal Toelaatbaar Risico (MTR). Voor het compartiment lucht wordt dit meestal aangeduid als de Toelaatbare Concentratie in Lucht (TCL). De TCL-waarden (indien opgesteld) voor de in dit onderzoek aangetroffen componenten zijn weergegeven in tabel 2.
2
Boogaard C. van den. Temperatuur en luchtvochtigheid in Scholen: Advies voor te hanteren toetswaarden bij onderzoek naar bestaande situaties ten behoeve van het “onderzoek naar de kwaliteit van het binnenmilieu in basisscholen”, 5 oktober 2006. Pagina 5 van 10
Binnenmilieu onderzoek – Aventurijncollege Bergen op Zoom 3
Tabel 2: TCL-waarden in µg/m Component TCL-waarde 3 (µg/m ) Pentaan (n-) Heptaan (n-)
71
D-Limoneen
-
Aceton
500
2-Methylbutaan
-
alpha-Pinene
-
3.3
Vezels
Glas-/steenwolvezels kunnen leiden tot een acute irritatie van de huid en irritatie van de bovenste luchtwegen. In onderhavig onderzoek wordt daarom de aanwezigheid van vezels als toetsingscriteria gehanteerd.
Pagina 6 van 10
Binnenmilieu onderzoek – Aventurijncollege Bergen op Zoom
4 Resultaten van het onderzoek 4.1
Binnenklimaat
In onderstaande tabellen zijn de meetresultaten in tabelvorm weergegeven. De resultaten van de klimaatmetingen zijn weergegeven als minimum, maximum en gemiddelde waarde. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de waarden tijdens de meetduur en alleen overdag (tussen 7:3017:00u). Op deze manier is direct inzichtelijk of de gemeten parameters de toetsingswaarden overschrijden tijdens een werkdag. In bijlage 2 is de geregistreerde data van de klimaatmonitoren grafisch weergegeven. Tabel 3: klaslokaal 0.28
o
minimum maximum gemiddelde
T ( C) 19,4 23,7 21,6
minimum maximum gemiddelde
T ( C) 19,4 23,7 22,6
o
Klaslokaal 0.28 Totaal RLV (%) CO2 (ppm) 30 389 57 912 38 470 Overdag RLV (%) CO2 (ppm) 33 421 57 912 41 580
T: temperatuur RLV: relatieve luchtvochtigheid
Tabel 4:
kantoorruimte 1.03
o
minimum maximum gemiddelde
T ( C) 15,7 25,2 19,0
minimum maximum gemiddelde
T ( C) 15,7 22,7 19,6
o
Kantoorruimte 1.03 Totaal RLV (%) CO2 (ppm) 31 261 60 1048 43 368 Overdag RLV (%) CO2 (ppm) 35 331 60 1048 45 484
T: temperatuur RLV: relatieve luchtvochtigheid
4.2
Vluchtige organische stoffen
In de luchtmonsters zijn diverse VOS aangetoond. De componenten en concentraties zijn weergegeven in tabel 5. 3
Conform EN 1232 mag de flow van de meetapparatuur gedurende de meettijd niet meer dan 5% afwijken (verschil voor-/na-ijking). Hierop is toegezien door de flow van de pompen voorafgaand aan en na iedere meetsessie te controleren. Daaruit is gebleken dat de afwijking in de flow van de pomp in 3
“Werkplekatmosfeer - Pompen voor persoonlijke monsternemingsapparatuur voor chemische stoffen - Eisen en beproevingsmethoden”. Pagina 7 van 10
Binnenmilieu onderzoek – Aventurijncollege Bergen op Zoom
kantoorruimte 1.03 meer dan 5% bedroeg. Derhalve zijn in tabel 5 voor deze locatie 2 concentraties weergegeven: -
De concentratie waarbij het volume is berekend met de gemiddelde flow (zoals ook weergegeven op het analysecertificaat).
-
De concentratie waarbij het volume is berekend met de laagst gemeten flow, waardoor de concentratie hoger uitvalt. Dit is de “worst-case” situatie.
In bijlage 3 zijn de analysecertificaten opgenomen. Tabel 5:
Gemeten VOS en concentraties
Component Pentaan (n-) Heptaan (n-) D-Limoneen Aceton 2-Methylbutaan alpha-Pinene 1 Onbekende componenten 2-20 µg -: n.a.: 1:
4.3
Lokaal 0.28 3 (µg/m ) 3,32 7,36 6,79 50,5 4,33 2,59
Kantoor 1.03 (certificaat) 3 (µg/m ) 2,44 n.a. 15,7 10,9 11,9 n.a.
Kantoor 1.03 (worst-case) 3 (µg/m ) 2,89 n.a. 18,5 13,0 12,1 n.a.
TCL-waarde 3 (µg/m ) 71 500 -
3
n.a.
n.a.
0
geen TCL-waarde niet aangetoond componenten die niet in de screening voorkomen
Vezels
Zowel in het luchtmonster van de aula als van de gang onderbouw zijn geen asbest-, glas/steenwolkeramische en/of overige anorganische vezels aangetoond. In bijlage 3 zijn de analysecertificaten opgenomen.
Pagina 8 van 10
Binnenmilieu onderzoek – Aventurijncollege Bergen op Zoom
5 Conclusies en aanbevelingen 5.1
Conclusies
Uit de binnenklimaatmetingen en luchtmetingen naar VOS en vezels zijn geen duidelijk aanwijsbare oorzaken voor de gezondheidsklachten naar voren gekomen. Dit wordt onderbouwd door onderstaande bevindingen. Binnenklimaat Klaslokaal 0.28 In de grafische weergaven van de binnenklimaatmetingen is waar te nemen dat de temperatuur op meerdere dagen de bovengrens van de toetsingswaarde overschrijdt. Daarnaast is de temperatuur o
gedurende de volledige meettijd (ook ’s nachts en in het weekend) hoger dan 20 C. De verhoogde temperatuur kan (in combinatie met andere factoren) een oorzaak zijn van klachten als hoofdpijn. De gemiddelde luchtvochtigheid ligt de volledige meetperiode tussen de optimale intervallen. De klachten over een ’droge lucht’ worden ons inziens niet veroorzaakt door de luchtvochtigheid. In de grafieken is te zien dat de concentratie kooldioxide (op één kortdurende piek na) in het klaslokaal gedurende de meetperiode de norm van 900 ppm (Klasse B) niet overschrijdt. Hieruit wordt geconcludeerd dat de er bij de huidige bezetting voldoende ventilatie is, temeer omdat de deur en ramen overwegend gesloten zijn geweest. De klachten over hoofdpijn worden ons inziens niet verklaard door onvoldoende ventilatie. Kantoorruimte 1.03 In de grafische weergaven van de binnenklimaatmetingen is waar te nemen dat de temperatuur met name in de ochtend lager is dan de ondergrens van de toetsingswaarde. Vanaf circa 10.00 – 11.00 uur valt de temperatuur tussen het optimale interval. De gemiddelde luchtvochtigheid ligt de volledige meetperiode tussen de optimale intervallen. De klachten over een ’droge lucht’ worden ons inziens niet veroorzaakt door de luchtvochtigheid. In de grafieken is te zien dat de concentratie kooldioxide (op twee kortdurende pieken na) in de kantoorruimte gedurende de meetperiode de norm van 900 ppm (Klasse B) niet overschrijdt. Voor de beoordeling van de concentratie kooldioxide in kantoorruimten wordt doorgaans de SBR klassering gebruikt. Voor klasse B bedraagt de bovengrens 800 ppm. Ook deze wordt (op twee kortdurende pieken na) gedurende de meettijd niet overschreden. Hieruit wordt geconcludeerd dat er bij de huidige bezetting voldoende ventilatie is, temeer omdat de deur en ramen overwegend gesloten zijn geweest. De klachten over hoofdpijn zijn derhalve niet te verklaren door onvoldoende ventilatie. Wel dient hierbij opgemerkt te worden dat gedurende de volledige meettijd slechts één persoon van de kantoorruimte gebruik maakte. Mogelijk is bij volledige personele bezetting van dit kantoor (2 personen) de ventilatie niet toereikend. Vluchtige organische stoffen In de omgevingslucht van het bemeten lokaal en kantoorruimte zijn diverse vluchtige organische stoffen aangetroffen. De componenten zijn aanwezig in zeer geringe concentraties die overeenkomen met het vigerende achtergrondniveau in de buitenlucht of die door gebruik (bijv. component in
Pagina 9 van 10
Binnenmilieu onderzoek – Aventurijncollege Bergen op Zoom
schoonmaakmiddelen) in de omgevingslucht kunnen voorkomen. De som van alle aangetroffen vluchtige organische stoffen is lager dan de geadviseerde grenswaarde van 200 µg/m³, waarmee de geuite klachten niet kunnen worden verklaard. Vezels Glas-/steenwol vezels kunnen leiden tot een acute irritatie van de huid en irritatie van de bovenste luchtwegen. In beide luchtmonsters zijn geen vezels aangetoond, waardoor het niet waarschijnlijk is dat de blootstelling aan vezels een oorzaak is van de geuite klachten.
5.2
Aanbevelingen
In dit onderzoek is een aantal determinanten onderzocht die een mogelijke oorzaak voor de gezondheidsklachten kunnen vormen. Buiten deze zijn er nog diverse andere bronnen die het binnenmilieu negatief kunnen beïnvloeden en/of mogelijke oorzaken voor de gezondheidsklachten kunnen zijn. Te denken valt aan: -
Binnenluchttemperatuur. Uit de temperatuursmeting in lokaal 0.28 is gebleken dat de bovengrens van de toetsingswaarde op meerdere dagen wordt overschreden. Daarnaast is de temperatuur gedurende de volledige meettijd (ook ’s nachts en in het weekend) hoger dan o
20 C. De verhoogde temperatuur kan (in combinatie met andere factoren) een oorzaak zijn van klachten als hoofdpijn. Geadviseerd wordt de temperatuur enigszins te verlagen en na te gaan of dit tot afname van de klachten leidt. -
Fijn stof. Fijn stof kent vele bronnen zoals verkeer, bouwmaterialen en vervuiling van het ventilatiesysteem. Gezien de ligging van het Aventurijncollege lijkt het verkeer geen significante bijdrage te kunnen leveren. Wel kan stof (blijven) vrijkomen door de betonnen elementen en door mogelijke vervuiling van het luchtbehandelingssysteem. Het luchtbehandelingssysteem en de luchtkanalen kunnen vervuild zijn tijdens de aanleg, maar ook door de aanvoer van stof vanuit de (braakliggende) omgeving. Geadviseerd wordt na te gaan of de betonnen elementen behandeld (gecoat) kunnen worden, zodat geen stof meer vrijkomt. Tevens wordt geadviseerd de luchtbehandelingsinstallatie en luchtkanalen te inspecteren op vervuiling en zondig te reinigen.
-
Radon. Radon is een radioactieve stof, wat ontstaat door het radioactief verval van radium. Radium zit van nature in bijvoorbeeld kleigrond, zandgrond en gesteenten. Veel bouwmaterialen worden gemaakt uit bodemmaterialen als zand, grind en klei. In de buitenlucht wordt radon door de wind sterk verdund. In gebouwen kan radon zich ophopen. Door een toereikende ventilatie zal dit na verloop van tijd afnemen. Mogelijk zijn in de zomerperiode minder klachten ervaren doordat (naar zeggen van diverse medewerkers) er in de zomerperiode meer sprake is geweest van natuurlijke ventilatie.
-
Huisstofmijt, bacteriën, gisten en schimmels. Bronnen van allergenen zijn de huisstofmijt, bacteriën, gisten en schimmels en pollen. Huisstofmijten gedijen goed in gestoffeerde meubelen, kleden en tapijten. Aangezien deze in het Aventurijncollege niet zijn toegepast, lijkt dit geen waarschijnlijke oorzaak. Schimmels groeien goed op vochtige plaatsen en bij een o
temperatuur van meer dan 20 C. Uit het temperatuurverloop in lokaal 0.28 valt te zien dat o
gedurende de volledige meettijd de temperatuur meer dan 20 C bedraagt. Geadviseerd wordt deze determinant nader te onderzoeken.
Pagina 10 van 10
Bijlagen
Bijlage 1: ingevulde registratieformulieren
Bijlage 2: grafische weergave klimaatmonitoren
Bijlage 3: analysecertificaten luchtmetingen VOS en vezels
V211013_1
Analyse certificaat
Datum rapportage
17-01-2014
Monsternummer: 14-001404 Rapportnummer:
1312-2915_01
Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever
1312-2915 RAH13.0510 RPS advies- en ingenieursbureau bv Arbo Postbus 3440 4800 DK Breda
Datum order
20-12-2013
Datum analyse Monstergegevens afkomstig van Monsternummer opdrachtgever Datum monstername Adres monstername Monsternamepunt Opmerking
08-01-2014 Opdrachtgever 1 06-01-2014 Aventurijncollege Aula
RPS analyse bv E
[email protected] W www.rps.nl
Breda Minervum 7002 Postbus 3440 4800 DK Breda T 0880 - 235720 F 0880 - 235701
Hoogeveen Zeppelinstraat 9 Postbus 2030 7900 BA Hoogeveen
Analysemethode: vezeltelling m.b.v. elektronenmicroscopie (SEM/EDX) conform ISO 14966 Soort filter:
Totaal onderzocht oppervlak (mm2) 1,70
Volume lucht (l) 3190000
Aantal onderzochte graticule zones 200 Vezels 0 0 0 0 0 0 0 0
Chrysotiel <= 5 µm Chrysotiel > 5 µm Amosiet <= 5 µm Amosiet > 5 µm Crocidoliet <= 5 µm Crocidoliet > 5 µm Overige amfibool <= 5 µm Overige amfibool > 5 µm Concentratie:
Vezels/m³ -
Veq/m³ -
Resultaat (ondergrens - bovengrens)
Asbestvezels (vezels/m³)
< 0,21
Asbestvezels (vezelequivalenten/m³)
< 0,21
Soort vezel Glas-/steenwol Keramische vezels Overige anorganische vezels
T 0528 - 229011 F 0528 - 229018
Aantal 0 0 0
Conc. glas/steenwol Conc. keramische vezels Conc. overige anorganische vezels
Vezels/m³ < 0,21 < 0,21 < 0,21
Toelichting: Detectielimiet voor de bepaling van vezelconcentratie m.b.v. SEM/EDX conform ISO 14966 is 3 vezels. Alleen aan het originele en complete Analyse certificaat kunnen rechten worden ontleend. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. De analyse is uitgevoerd door RPS analyse bv, vestiging Breda.
Wendy Jansen Projectcoördinator
Pagina 1 / 5 RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika
V211013_1
Analyse certificaat
Datum rapportage
17-01-2014
Monsternummer: 14-001405 Rapportnummer:
1312-2915_01
Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever
1312-2915 RAH13.0510 RPS advies- en ingenieursbureau bv Arbo Postbus 3440 4800 DK Breda
Datum order
20-12-2013
Datum analyse Monstergegevens afkomstig van Monsternummer opdrachtgever Datum monstername Adres monstername Monsternamepunt Opmerking
08-01-2014 Opdrachtgever 2 06-01-2014 Aventurijncollege Gang onderbouw
RPS analyse bv E
[email protected] W www.rps.nl
Breda Minervum 7002 Postbus 3440 4800 DK Breda T 0880 - 235720 F 0880 - 235701
Hoogeveen Zeppelinstraat 9 Postbus 2030 7900 BA Hoogeveen
Analysemethode: vezeltelling m.b.v. elektronenmicroscopie (SEM/EDX) conform ISO 14966 Soort filter:
Totaal onderzocht oppervlak (mm2) 1,70
Volume lucht (l) 3200000
Aantal onderzochte graticule zones 200 Vezels 0 0 0 0 0 0 0 0
Chrysotiel <= 5 µm Chrysotiel > 5 µm Amosiet <= 5 µm Amosiet > 5 µm Crocidoliet <= 5 µm Crocidoliet > 5 µm Overige amfibool <= 5 µm Overige amfibool > 5 µm Concentratie:
Vezels/m³ -
Veq/m³ -
Resultaat (ondergrens - bovengrens)
Asbestvezels (vezels/m³)
< 0,21
Asbestvezels (vezelequivalenten/m³)
< 0,21
Soort vezel Glas-/steenwol Keramische vezels Overige anorganische vezels
T 0528 - 229011 F 0528 - 229018
Aantal 0 0 0
Conc. glas/steenwol Conc. keramische vezels Conc. overige anorganische vezels
Vezels/m³ < 0,21 < 0,21 < 0,21
Toelichting: Detectielimiet voor de bepaling van vezelconcentratie m.b.v. SEM/EDX conform ISO 14966 is 3 vezels. Alleen aan het originele en complete Analyse certificaat kunnen rechten worden ontleend. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. De analyse is uitgevoerd door RPS analyse bv, vestiging Breda.
Wendy Jansen Projectcoördinator
Pagina 2 / 5 RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika
V211013_1
Analyse certificaat Rapportnummer:
Datum rapportage
17-01-2014
1312-2915_01
Datum order
20-12-2013
Monsternummer RPS
14-003961
Ordernummer opdrachtgever
RAH13.0510
Opdrachtgever
RPS advies- en ingenieursbureau bv Arbo
RPS analyse bv Minervum 7002 4817 ZL Breda Postbus 3440 4800 DK Breda
Postbus 3440 4800 DK Breda
T 0880 235730 F 0880 235701
Monsternamepunt Adres monstername
Lokaal 028 Aventurijncollege
Datum monstername
06-01-2014 t/m 13-01-2014
Monsternummer opdrachtgever
3
Meettijd (min) Volume (l)
9999
Filternummer
-
Soort monster
Actief koolbuis (groot SKC226-09)
Monstergegevens afkomstig van Opmerking
Opdrachtgever -
Pomp nr.
Gil03-117
Flow voor (ml/min)
98,4
Flow na (ml/min)
102,8
Verschil (voor/na) %
4,5
Code Parameter
E
[email protected] W www.rps.nl
1010
Absoluut
Relatief(1)
Oplosmiddelen screening
Oplosmiddelen 0050,000,000.00 Pentaan (n-) screening 0099,000,000.00 Heptaan (n-) 0125,000,000.00 D-Limoneen 0139,000,000.00 Aceton 0162,000,000.00 2-Methylbutaan 0169,000,000.00 alpha-Pinene 0197,000,000.00 Onbekende componenten 2-20 µg
3,34
µg
3,32
µg/m³
7,41
µg
7,36
µg/m³
6,83
µg
6,79
µg/m³
50,8
µg
50,5
µg/m³
4,36
µg
4,33
µg/m³
2,61
µg
2,59
µg/m³
3
Toelichting: '<' Het analyseresultaat is kleiner dan de rapportagegrens van de desbetreffende methode. '>' Het analyseresultaat is groter dan de rapportagegrens van de desbetreffende methode. Code E: De analyse is uitgevoerd door een extern laboratorium. Code Q: De analyse betreft een RvA Testen geaccrediteerde verrichting (registratienummer L192). (1) Deze analyse resultaten zijn berekend op basis van het (evt. door de opdrachtgever) opgegeven volume of meettijd en vallen niet onder de accreditatie scope van L192. Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd waarbij alleen aan het originele analysecertificaat rechten kunnen worden ontleend. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. Meetonzekerheid op aanvraag.
Wendy Jansen Projectcoördinator
Pagina 3 / 5 RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika
V211013_1
Analyse certificaat Rapportnummer:
Datum rapportage
17-01-2014
1312-2915_01
Datum order
20-12-2013
Monsternummer RPS
14-003962
Ordernummer opdrachtgever
RAH13.0510
Opdrachtgever
RPS advies- en ingenieursbureau bv Arbo
RPS analyse bv Minervum 7002 4817 ZL Breda Postbus 3440 4800 DK Breda
Postbus 3440 4800 DK Breda
T 0880 235730 F 0880 235701
Monsternamepunt Adres monstername
Kantoor 1.03 Aventurijncollege
Datum monstername
06-01-2014 t/m 13-01-2014
Monsternummer opdrachtgever
4
Meettijd (min) Volume (l)
9999
Filternummer
-
Soort monster
Actief koolbuis (groot SKC226-09)
Monstergegevens afkomstig van Opmerking
Opdrachtgever -
Pomp nr.
Gil03-173
Flow voor (ml/min)
98,7
Flow na (ml/min)
134,7
Verschil (voor/na) %
36,5
Code Parameter
E
[email protected] W www.rps.nl
1170
Absoluut
Relatief(1)
Oplosmiddelen screening
Oplosmiddelen 0050,000,000.00 Pentaan (n-) screening 0125,000,000.00 D-Limoneen 0139,000,000.00 Aceton 0162,000,000.00 2-Methylbutaan
2,85
µg
2,44
µg/m³
18,3
µg
15,7
µg/m³
12,8
µg
10,9
µg/m³
13,9
µg
11,9
µg/m³
Toelichting: '<' Het analyseresultaat is kleiner dan de rapportagegrens van de desbetreffende methode. '>' Het analyseresultaat is groter dan de rapportagegrens van de desbetreffende methode. Code E: De analyse is uitgevoerd door een extern laboratorium. Code Q: De analyse betreft een RvA Testen geaccrediteerde verrichting (registratienummer L192). (1) Deze analyse resultaten zijn berekend op basis van het (evt. door de opdrachtgever) opgegeven volume of meettijd en vallen niet onder de accreditatie scope van L192. Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd waarbij alleen aan het originele analysecertificaat rechten kunnen worden ontleend. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. Meetonzekerheid op aanvraag.
Wendy Jansen Projectcoördinator
Pagina 4 / 5 RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika
V211013_1
Bijlage Datum rapportage
17-01-2014
Bijlage behorende bij rapportnummer: 1312-2915_01 Actief koolbuis (groot SKC226-09) Parameter
Analyse techniek / methode
CAS nummer
Aceton D-Limoneen Heptaan (n-) 2-Methylbutaan Pentaan (n-) alpha-Pinene Onbekende componenten 2-20 µg
GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode
67-64-1 5989-27-5 142-82-5 78-78-4 109-66-0 80-56-8
Analysedatum 14-003961 14-003962
Oplosmiddelen screening Oplosmiddelen screening
14-1-2014 14-1-2014
Pagina 5 / 5 RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika