Rapport van het inspectiebezoek aan Centraalzorg Vallei & Heuvelrug, locatie Plus Wonen te Leusden op 25 april 2013
Utrecht, Juli 2013
Rapport van het inspectiebezoek aan Centraalzorg Vallei & Heuvelrug, locatie Plus Wonen
Utrecht, juli 2013
Inleiding Op 25 april 2013 bracht de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspectie) een inspectiebezoek aan het wooncomplex Plus Wonen (hierna PW), waar Centraalzorg Vallei & Heuvelrug (hierna: CZ) te Leusden AWBZ zorg in natura verleent. Stichting PW is initiatiefnemer van het project PW. Het project is onder verantwoordelijkheid van de zorgorganisatie CZ gerealiseerd. Stichting PW heeft een inspraak georiënteerde relatie met CZ en geen beleidsmatige verantwoordelijkheid. Het inspectiebezoek vond plaats naar aanleiding van meerdere signalen over een conflict tussen de voorzitter van Stichting PW samen met een zevental ouders en de bestuurder van CZ (instelling die de zorg levert). Dit conflict zou volgens de signalen van invloed zijn op de zorg die CZ levert in het wooncomplex PW. PW is in 2006 opgericht door ouders met volwassen kinderen die aan schizofrenie leiden of een aanverwante stoornis hebben. Voorwaarde om binnen het wooncomplex PW te mogen wonen is dat men ouder is dan 25 jaar, niet aan drank of drugs verslaafd is en redelijk stabiel is. Het inspectiebezoek richtte zich op de vraag of het conflict mogelijke invloed heeft op de veiligheid van cliënten en op de vraag in hoeverre het conflict van invloed is op geleverde zorg binnen SPW. In april 2013 heeft de inspectie de Raad van Bestuur van CZ en de voorzitter van Stichting PW gewezen op hun verantwoordelijkheid en hen dringend geadviseerd om het conflict te doorbreken door inschakeling van een externe mediator. Het bestuur van PW heeft daarop mondeling aan de inspectie aangegeven dat de inzet van een mediator alleen een optie is als dat leidt tot vertrek van CZ als zorginstelling die de zorg levert voor het wooncomplex PW. De toetsing van 25 april 2013 is uitgevoerd door twee senior inspecteurs en een inspecteur. De inspectie sprak tijdens dit bezoek met: De voorzitter van het bestuur van Stichting PW en zijn echtgenoot; twee ouders die in het conflict achter CZ staan; twee medewerkers van CZ, werkzaam in het wooncomplex PW; de teamleider van CZ, werkzaam in het wooncomplex PW. Op verzoek van een aantal ouders is niet met bewoners gesproken om hen zo min mogelijk te belasten en hen niet in het conflict te betrekken. De inspectie heeft voorts zorgdossiers ingezien en heeft de medicijnkast gecontroleerd. Tevens heeft de inspectie van de gesprekspartners documenten meegekregen. Naar mening van de gesprekspartners zouden deze documenten onderbouwen hoe het conflict van invloed is op de veiligheid van cliënten en kwaliteit van de zorg. De documenten zijn gedateerd vanaf 2006 tot heden. De inspectie heeft kennis genomen van deze documenten. Deze documenten zullen volgens afspraak aan de eigenaren worden teruggestuurd en worden niet opgenomen in het systeem van de inspectie omdat het veel privacygevoelige informatie bevat. Het inspectierapport is voorafgaand aan definitieve vaststelling, ter toetsing op feitelijke onjuistheden voorgelegd aan alle gesprekspartners. Dit eindrapport wordt aan alle gesprekspartners gestuurd en zal ook worden toegestuurd aan de directie van CZ het zorgkantoor Agis te Amersfoort. De inspectie heeft bij aanvang van alle gesprekken aangegeven geen partij te zijn in het conflict. De inspectie richt zich expliciet op de invloed van het conflict op de veiligheid van bewoners van het wooncomplex PW en op het risico op onverantwoorde zorg binnen het wooncomplex PW.
Korte beschrijving van de organisatie Stichting PW richt zich op het in stand houden van een levensloopbestendig wooncomplex voor jong volwassenen ouder dan 25 jaar met schizofrenie of aanverwante stoornissen onder het motto: ‘gewoon waar mogelijk, zorg waar nodig’. Bij de start van de samenwerking tussen Stichting PW en CZ in 2008 is in de samenwerkingsovereenkomst overeengekomen dat de zorg wordt uitgevoerd volgens het beleidsplan en de visie van Stichting PW. Deze visie is gebaseerd op de Systematische Rehabilitatie Methode (hierna: SRM). Van belang hierin is dat de bewoner, met zijn behoeften en
Pagina 2 van 5
Rapport van het inspectiebezoek aan Centraalzorg Vallei & Heuvelrug, locatie Plus Wonen
Utrecht, juli 2013
wensen op het gebied van wonen, werken en vrije tijd, centraal staat. De visie bestaat uit drie kerngebieden: realiseren van wensen en doelen met betrekking tot kwaliteit van leven; omgaan met kwetsbaarheid en het versterken van krachten; verkrijgen van toegang tot gewenste omgevingen en het zo groot mogelijk maken van de kwaliteiten van leefomgevingen en sociale netwerken. Naast structuur, duidelijkheid, rust en regelmaat moet de basishouding van de zorgverlener een presentiebenadering zijn. Verder is het uitgangspunt ouders en familie te betrekken bij de zorg. De woningen van het wooncomplex PW zijn voor een periode van twintig jaar door CZ gehuurd van de woningstichting Leusden. De zorg wordt sinds 2011 geleverd door een apart GGZ-team van CZ. Stichting PW is eigenaar van de roerende goederen en verhuurt deze aan CZ. Stichting PW is de ontwerper van het gebouw dat een fysieke vertaling van de visie van de stichting is. In het wooncomplex PW kunnen vijftien cliënten verblijven. De ouders van zeven cliënten scharen zich in het conflict achter het bestuur van Stichting PW. De ouders van acht cliënten scharen zich achter CZ. Het conflict is eind 2011 ontstaan. Begin 2012 hebben gesprekken met het zorgkantoor Achmea plaatsgevonden en heeft een gesprek met het Ministerie van VWS plaatsgevonden. Deze gesprekken hebben niet tot een bevredigende oplossing van het conflict geleid. De suggestie van de inspectie om een externe mediator in te schakelen is door CZ wel overgenomen, maar door het bestuur van stichting PW niet geaccepteerd.
Bevindingen Risico’s voor cliënten De voorzitter van Stichting PW is tevens ouder van een cliënt. In de gesprekken met de inspectie komen de belangen van de voorzitter als ouder aan de orde. De voorzitter en zijn echtgenoot zijn ontevreden over de kwaliteit van zorg en de invulling van die zorg vanuit de SRM visie. Zij geven vanwege die onvrede en de vertrouwensbreuk met CZ nu zelf vorm en inhoud aan de zorg van hun zoon. Tevens heeft het bestuur van Stichting PW het samenwerkingscontract met CZ opgezegd. Deze opzegging is later weer opgeschort tot nader order. De inspectie heeft uit de andere gesprekken en het ontvangen materiaal begrepen dat het bestuur van Stichting PW in 2012 een WTZi toekenning heeft aangevraagd en gekregen voor Stichting Plus Zorg (hierna: SPZ). SPZ was volgens de gesprekspartners voornemens het team van CZ over te nemen, inclusief de huurcontracten voor de woningen en wil het management zelf invullen. Deze voornemens zijn aan alle partijen kenbaar gemaakt. Volgens acht ouders en de medewerkers is dit niet wenselijk vanwege belangenverstrengeling (combinatie ouderschap, management en zorgverlening). SPZ en CZ bevinden zich door bovenstaande in een situatie waarin beide partijen op verschillende momenten hun standpunten naar voren te brengen. Dit leidt tot onenigheden (in 2012 en 2013) die beschreven staan in de aangereikte informatie van de gesprekspartners. De partijen zijn niet in staat om weer tot elkaar te komen. Daaruit blijkt bovendien dat het conflict media aandacht heeft gekregen en een cliënt is zonder zijn instemming met zijn foto in de plaatselijke krant terecht gekomen. Betrokken cliënt heeft hier veel last van gehad. Volgens de gesprekspartners weten de cliënten dat er een onhoudbare situatie is ontstaan. Volgens een deel van de ouders en de medewerkers voelen cliënten zich in toenemende mate onveilig. Begin april 2013 is door een deel van de ouders van de cliënten van het wooncomplex PW het vertrouwen opgezegd in het bestuur van Stichting PW. Acht ouders zijn een onderzoek begonnen naar de haalbaarheid van een juridische procedure om het bestuur van Stichting PW af te zetten. Zorgdossiers De inspectie beoordeelt in hoeverre de zorgdossiers voldoen aan de daarvoor gelden normen en richtlijnen. De inspectie treft in de getoetste zorgdossiers gegevens aan van de contactpersoon
Pagina 3 van 5
Rapport van het inspectiebezoek aan Centraalzorg Vallei & Heuvelrug, locatie Plus Wonen
Utrecht, juli 2013
van de cliënt, gegevens van de huisarts, een getekende zorgovereenkomst, huisregels, een overeenkomst dagbesteding, een weekrooster, een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (hierna: POP) met datum, een signaleringsplan en rapportages. In de getoetste zorgdossiers ontbreken de volgende items: informed consent POP, informed consent signaleringsplan, actuele evaluatie POP, een actueel medicatieoverzicht van de apotheek, bijsluiters van gebruikte medicatie, behandelplan van de behandelaar en ketenzorg afspraken1. Medicatiebeleid Er ontbreekt een actueel medicatie overzicht van de apotheek. De medicatie toedienlijsten zijn aangetroffen in een aparte medicatiemap. Deze toedienlijsten zijn gekoppeld aan de baxtermedicatie en afkomstig van de apotheek. Per deelmoment is geparafeerd2. Deskundigheid personeel Het team van CZ dat binnen het wooncomplex PW zorg verleent, bestaat uit zeven medewerkers, inclusief de meewerkend teamleider. Vijf fulltime medewerkers zijn verpleegkundigen en twee medewerkers zijn huishoudelijke coaches. De verpleegkundigen hebben jaren werkervaring in de GGZ. De medewerkers geven in antwoorden op de vragen van de inspectie blijk van kennis van de SRM. Het POP wordt samen met de cliënt en de behandelaar opgesteld door de persoonlijk begeleider van de cliënt. Dit geldt ook voor het crisis preventieplan. Er wordt uitgegaan van de mogelijkheden van de cliënt en zijn of haar wensen om een zo normaal mogelijk leven. Dit kunnen zij met voorbeelden toelichten. Zij geven aan dat de cliënt bepaalt hoeveel contact er is met de behandelaar en op welke wijze het POP wordt geëvalueerd evenals wie daarbij aanwezig is. Ook de ouderparticipatie wordt ingevuld naar de wens van de cliënt. Beide gesprekspartners tonen zich zichtbaar enthousiast over hun werk en de visie van waaruit zij werken. Zij geven aan tevreden te zijn over de aansturing en de bijscholing. De teamleider laat documenten zien waaruit blijkt op welke wijze het CZ team van wooncomplex PW uitvoering geeft aan de zorg. Tevens overlegt zij op eigen verzoek een drietal steunbetuigingen van ketenpartners voor de resultaten die met de cliënten zijn bereikt.
Conclusies 1. Op basis van alle gesprekken en informatie concludeert de inspectie dat er bij het bestuur van Stichting PW en de bestuurder van CZ geen bereidheid is om gezamenlijk tot een oplossing van het bestaande conflict te komen. Om die reden is de inspectie van oordeel dat het risico op patiëntveiligheid en aantasting van de kwaliteit van zorg aanwezig is. Dit oordeel is mede gebaseerd op eerdere interventies van andere partijen als het zorgkantoor en het Directoraat Generaal Langdurige Zorg, Directie Maatschappelijke Ondersteuning van het Ministerie van VWS, die niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. 2. De inspectie stelt vast dat er bij het bestuur van Stichting PW sprake is van een voornemen tot overname van de uitvoering van de zorg door middel van de door hen opgerichte instelling Stichting plus zorg (SPZ). SPZ heeft in 2012 een Wtzi erkenning gekregen van het ministerie van VWS. Op dit moment wordt geen uitvoering gegeven aan zorgverlening door SPZ. Vanwege de rol van de voorzitter van het bestuur van SPW en het ouder zijn van een bewoner/cliënt zal, indien in de toekomst toch gebruik gemaakt gaat worden van de Wtzi erkenning, de bestuursconstructie moeten worden aangepast omdat deze anders strijdig is met de Zorgbrede Governancecode 2010. De inspectie onderschrijft het oordeel van het zorgkantoor dat een zorgverlenende organisatie geen persoonlijke belangen mag hebben bij de uitvoering van die zorg. 1 CZ geeft in haar reactie aan dat inmiddels het POP en het signaleringsplan door bewoners ondertekend wordt. 2 CZ geeft in haar reactie aan dat inmiddels is besloten om medicatiepaspoorten bij de apotheek aan te vragen en dat deze zullen worden toegevoegd aan de dossiers. Tevens is een actuele deellijst in combinatie met bijsluiters en farmaceutisch kompas opgenomen in de dossiers.
Pagina 4 van 5
Rapport van het inspectiebezoek aan Centraalzorg Vallei & Heuvelrug, locatie Plus Wonen
Utrecht, juli 2013
3. Zorgdossiers: De inspectie stelt vast dat de zorgdossiers niet geheel op orde waren en dat in reactie op het conceptrapport is voldaan aan de randvoorwaarden van het Besluit Zorgplanbespreking AWBZ-zorg; maart 2009. 5. Medicatie beleid: De verpleging en de (behandelend en waarnemend) arts beschikken inmiddels over een volledig en actueel medicatieoverzicht van iedere patiënt. Bij mutaties is ten minste op de werkdagen binnen 24 uur een nieuw actueel medicatieoverzicht ter beschikking. Het medicatieoverzicht dat verstrekt wordt dient de volgende informatie te bevatten: 6. Deskundigheid personeel: De inspectie concludeert dat de deskundigheid van het personeel in voldoende mate is afgestemd op de doelgroep en de zorgbehoeften van deze doelgroep conform de methode van SRM.
Maatregelen De inspectie stelt verscherpt toezicht in voor een periode van drie maanden waarin de volgende maatregelen moeten worden gerealiseerd: Zorgdossiers cf. geldende richtlijn en norm; Aantoonbare inzet door middel van een mediator van zowel CZ als SPW om conflict te beëindigen. Gedurende drie maanden zal de inspectie bovenstaande maatregelen met onaangekondigd bezoeken toetsen.
Pagina 5 van 5