Rapport deputaten Studiefinanciering naar artikel 19 KO
Generale Synode van de Gereformeerde Kerken Harderwijk 2011
Het auteursrecht van deze tekst berust hetzij bij de auteur, hetzij bij de Gereformeerde Kerken in Nederland. Voor alle zaken het auteursrecht betreffend kan contact opgenomen worden met het deputaatschap administratieve ondersteuning via:
[email protected]. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in wat voor vorm of op wat voor manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende, behoudens de uitzonderingen bij de wet gesteld.
2
Inhoudsopgave Voorwoord / inleiding
3
1
Missie van deputaatschap
3
2
Verslag werkzaamheden
3
3
Nieuwe opdracht
4
4
Samenstelling deputaatschap
6
Bijlagen 1
Opdracht Generale Synode Zwolle- Zuid 2008
2 3 4
Nieuwe regeling studiefinanciering Statuut Bureau Studiefinanciering Theologische Universiteit Kampen BDO Accountrapporten 2007, 2008 en 2009
7 8 12 13
Voorwoord/inleiding Dit is de laatste rapportage van deputaten Studiefinanciering naar artikel 19 KO. De Generale Synode van Zwolle-Zuid in 2008 heeft de opdracht gegeven om de werkzaamheden van deputaten af te bouwen en over te dragen aan het, inmiddels opgerichte, Bureau Studiefinanciering Theologische Universiteit van Kampen (TUK). Deze rapportage is in samenwerking met de TUK tot stand gekomen. Deputaten nemen aan dat de verantwoordingslijn alsmede de wijzingen in het beleid de komende jaren via deputaten curatoren gaan lopen.
1 Missie van deputaatschap De regeling Studiefinanciering naar artikel 19 KO is ingesteld als aanvulling op de wettelijke mogelijkheden of als vangnet voor studenten die geen recht hebben op studiefinanciering door de Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen de IB-Groep). Op grond van deze regeling kan een theologiestudent in aanmerking komen voor volledige studiefinanciering. De financiële steun die op deze manier verkregen kan worden, bestaat uit een renteloze lening, die per maand wordt uitbetaald. De lening moet na afronding of beëindiging van de studie worden terugbetaald, maar kan ook kwijtgescholden worden. Voor elke vorm van ondersteuning geldt, dat de student ingeschreven moet staan als student aan de Theologische Universiteit, met als doel predikant te worden binnen de Gereformeerde kerken (vrijgemaakt) of een buitenlandse zusterkerk. De uitvoering van de regeling zal, in overeenstemming met het besluit van de Generale Synode 2008, worden overgedragen van deputaten artikel 19 naar het Bureau Studiefinanciering Theologische Universiteit Kampen (verder: Bureau Studiefinanciering). Het statuut zal nog moeten worden vastgesteld door de Generale Synode 2011.
2 Verslag werkzaamheden De afgelopen periode heeft in het teken gestaan van het uitvoeren van het besluit van de Synode Zwolle-Zuid 2008, namelijk het afronden en overdragen van werkzaamheden van deputaten naar het, inmiddels opgerichte, Bureau Studiefinanciering. Oplevering nieuwe regeling studiefinanciering De nieuwe Regeling Studiefinanciering is dusdanig aangepast dat voltijd reguliere studenten (degenen die volgens de Wet op de Studiefinanciering 2000 recht hebben op financiering van de overheid), worden uitgesloten van financiering door deputaten. Met de wijziging van de regeling kunnen studenten die eerst een andere opleiding in het hoger onderwijs hebben gevolgd en daarna voor een studie theologie kiezen (de zogenaamde zij-instromers) voortaan op voldoende financiële steun rekenen. Ook is er een aparte financiële mogelijkheid opgenomen om studenten te ondersteunen die een studieprogramma volgen om naar artikel 8 KO predikant te worden. De vergoeding van het boekengeld om een basisbibliotheek op te bouwen is uit de regeling verdwenen. De doelstelling werd niet gehaald en er werd te weinig gebruik van gemaakt. Als laatste aanpassing zijn de afschrijvingstermijnen van het boekengeld en de studiefinanciering gelijk getrokken. Beide schuldsoorten worden nu, mits aan de overige voorwaarden wordt voldaan, gedurende een periode van tien jaar afgeschreven.
3
Nieuwe applicatie ontwikkeld voor toekennen en schuldenbeheer Deputaten hebben een nieuwe applicatie helpen ontwikkelen waarmee het veel eenvoudiger wordt om de financiële toekenningen te beheren, (ex) studenten berichten te sturen en het debiteurenbeheer beter te stroomlijnen. Vanaf de ingebruikname is het debiteurenbestand op peil gebracht en zijn alle wijzigingen en aanvullingen beter te volgen. Overdracht naar Bureau Studiefinanciering In februari 2010 zijn de mandaten en de rekeningen overgedragen aan het Bureau Studiefinanciering. Vanaf dat moment verliepen de uitbetalingen via het Bureau. In de loop van 2010 is ook de nieuwe applicatie overgedragen, zodat ook de kwijtscheldingen en terugvorderingen door dezelfde instantie konden worden uitgevoerd.
3 Nieuwe opdracht Omdat deze rapportage de laatste activiteit is van deputaten art.19, kan er ook geen nieuwe opdracht geformuleerd worden. De Synode wordt alleen gevraagd de leden definitief van haar taken te ontslaan. Verantwoording van de uitvoering van de regeling ligt na deze Synode geheel bij het Bureau Studiefinanciering en haar Raad van Toezicht. De meerjarenbegroting is dan ook, met instemming van deputaten, opgesteld door het Bureau Studiefinanciering. Meerjarenbegroting De Generale Synode 2008 heeft besloten ook studenten die aan de Vooropleiding studeren financieel te ondersteunen. Nu de Vooropleiding wordt ingebracht in de reguliere studie, zal deze ondersteuning vervallen. Algemene uitgangspunten - Alleen studenten die het voornemen hebben na hun studie predikant te worden, komen in aanmerking voor financiële ondersteuning. - Voor wat betreft de studentenaantallen voor de jaren 2012 t/m 2014 worden de aantallen van 2009 aangehouden, rekening houdend met een lichte groei als gevolg van het streven van de universiteit om het aantal studenten te vergroten. Bovendien signaleren we een steeds groter aantal zij-instromers, d.w.z. studenten die eerst (een deel van) hun studie elders hebben gevolgd en daarom geen recht meer hebben op studiefinanciering van overheidswege. Verder is er rekening mee gehouden dat er jaarlijks twee studenten die op basis van artikel 8 KO aan de universiteit studeren, moeten worden ondersteund. - Het jaar 2009 is basisjaar voor wat betreft het gemiddeld bedrag aan ondersteuning. Er wordt rekening gehouden met een inflatiecorrectie van 2 procent. - De debiteurontvangsten zijn lager vastgesteld dan in afgelopen jaren is gerealiseerd. Ultimo 2009 bedraagt het bedrag dat onvoorwaardelijk uitstaat € 143.000,=, het laagste saldo van de laatste jaren. In hoeverre de voorwaardelijke vorderingen tot daadwerkelijke aflossingen gaan leiden is – uiteraard – onzeker. Dat neemt niet weg dat Bureau Studiefinanciering er alles aan zal doen om onvoorwaardelijke vorderingen ook te incasseren. - Het quotum is zodanig bepaald dat er sprake blijft van een relatief geringe reserve, in de veronderstelling dat deputaten financiën en beheer voor de grotere risico’s ook een reserve achter de hand houden. - Bestuurs- en controlekosten handhaven op het niveau van 2009, exclusief de eenmalige kosten.
4
5
Meerjarenbegroting In onderstaand overzicht zijn de werkelijke cijfers tot en met 2009 opgenomen, alsmede de meerjarenbegroting 2009 – 2011 (opgesteld ten behoeve van de Generale Synode 2008) en de nieuwe meerjarenbegroting 2012 – 2014. MEERJARENBEGROTING DEPUTATEN ARTIKEL 19 GS2008 GS2008 GS2008 begroting begroting begroting actueel 2005 Aantal toegekende ondersteuningen - waarvan VO - waarvan Artikel 8 - waarvan zij-instromers Toegekende steunbedragen - waarvan VO - waarvan Artikel 8 - waarvan zij-instromers Gemiddeld per student - waarvan VO - waarvan Artikel 8 - waarvan zij-instromers
18
72.171
4.010
actueel 2006 15
128.118
8.541
actueel 2007 17
122.097
7.182
actueel 2008 17
141.899
8.347
actueel 2009
2009
2010
2011
GS2011 GS2011 GS2011 begroting begroting begroting 2012
24 7 1 16
23 9
23 9
23 9
14
14
14
181.844 16.970 3.650 161.224
189.300 60.000
195.100 61.800
201.100 63.700
129.300
133.300
137.400
7.577 2.424 3.650 10.077
8.230 6.667
8.483 6.867
8.743 7.078
9.236
9.521
2013
2014
20 0 2 18
21 0 2 19
22 0 2 20
200.600 0 8.000 192.600
215.526 0 8.160 207.366
230.969 0 8.323 222.646
9.814
0 4.000 10.700
0 4.080 10.914
0 4.162 11.132
Quotum Ontvangen terugbetalingen Overige inkomsten
50.000 5.072 33
50.000 4.879 49
50.000 37.144 118
50.000 20.875 290
130.000 19.253 150
130.000 16.000 0
180.000 11.000 0
190.000 10.000 0
190.000 15.000 0
190.000 15.000 0
190.000 15.000 0
Totaal baten
55.105
54.928
87.262
71.165
149.403
146.000
191.000
200.000
205.000
205.000
205.000
Toegekende steunbedragen Deputaten- en bureaukosten Overige kosten
72.171 1.550 4.788
128.118 945 3.329
122.097 846 6.838
141.899 1.095 6.583
181.844 3.815 6.569
189.300 1.000 4.000
195.100 1.000 4.000
201.100 1.000 4.000
200.600 1.000 4.500
215.526 1.000 4.500
230.969 1.000 4.500
Totaal lasten
78.509
132.392
129.781
149.577
192.228
194.300
200.100
206.100
206.100
221.026
236.469
Resultaat
-23.404
-77.464
-42.519
-78.412
-42.825
-48.300
-9.100
-6.100
-1.100
-16.026
-31.469
Reserve ultimo
341.262
263.798
221.279
142.867
100.042
72.700
63.600
57.500
83.742
67.716
36.247
De nieuwe meerjarenbegroting zal erin resulteren dat aan het eind van de begrotingsperiode een reserve aanwezig is van € 36.247,=. Uitgangspunt daarbij is dat de jaren 2010 en 2011 zullen eindigen conform de begrotingen over die jaren. Het is echter nu al bekend, oktober 2010, dat de begroting van 2010 overschreden gaat worden met bijna € 5.000,=. Beheersing Binnen het Bureau Studiefinanciering zijn de rollen zodanig gesplitst dat sprake is van een goede functiescheiding: - De medewerker studentenzaken van de universiteit voert correspondentie met studenten; - De medewerker studentenzaken van de universiteit en de administrateur van de universiteit stellen gezamenlijk de hoogte van de uitkering vast op basis van het reglement; - De Raad van Toezicht van Bureau Studiefinanciering stelt in voorkomende gevallen het reglement vast; - Betalingen aan studenten worden voorbereid door de administrateur van de universiteit en voor uitbetaling goedgekeurd door de directeur van de universiteit. Voor wat betreft de terugbetalingen vindt er regelmatig overleg plaats tussen alle betrokkenen. Gestreefd wordt het jaarverslag gereed te hebben binnen drie maanden na afloop van het boekjaar.
4 Samenstelling deputaatschap De Generale Synode van Zwolle-Zuid 2008 benoemde tot primi deputaten de volgende broeders en zuster: G.A. Kamps, Ermelo C.W. Mossel, Baflo D.M. Nieuwenhuis, Zuidlaren H.J. Meijerink, Houten T.C. Snip-Jonkman, Sappemeer
Namens de dagelijkse leiding van de Theologische Universiteit worden de vergaderingen bijgewoond door br. T. Bruinsma. De taken binnen het deputaatschap zijn als volgt verdeeld: voorzitter: br. D.M. Nieuwenhuis, secretaris: zr. T.C. Snip-Jonkman, penningmeester: br. C.W. Mossel en financiële commissie: br. G.A. Kamps en br. H.J. Meijerink.
6
Bijlagen 1 Opdracht van de Synode De Generale Synode van Zwolle-Zuid 2008 besloot: 1
2
3
4 5
6
het beleid van deputaten goed te keuren, met dien verstande dat kennis is genomen van het oordeel van BDO Walgemoed Camps Obers Accountants over de jaren 2004, 2005 en 2006. de Regeling Studiefinanciering dusdanig te wijzigen dat reguliere studenten worden uitgesloten en studenten aan de vooropleiding en de zogenaamde zij-instromers op voldoende financiële steun kunnen rekenen. deputaten de opdracht te geven om een financiële regeling te maken en te implementeren voor studenten die een studieprogramma volgen om naar artikel 8 KO predikant te worden. de boekengeld toelage af te schaffen en uit de Regeling Studiefinanciering te halen. de Regeling Studiefinanciering aan te passen zodat de afschrijvingstermijnen van schulden gelijk worden getrokken. Zowel de afschrijving van het boekengeld als de studiefinanciering van deputaten wordt over tien jaar tijd afgeschreven. deputaten te ontheffen van de taak om jaarlijks een of meer gesprekken te voeren met de studenten die financiële steun ontvangen naar art. 19 KO en de desbetreffende bepaling in art.11 van de instructie van deputaten buiten werking te stellen.
7 a
b
c d
e f
deputaten op te dragen hun werkzaamheden voor de eerstvolgende synode af te bouwen en hun taken over te dragen aan het 'Bureau Studiefinanciering Theologische Universiteit Kampen'; hierbij op te richten het ' Bureau studiefinanciering Theologische Universiteit Kampen (verder Bureau Studiefinanciering) als een zelfstandig onderdeel van de kerken overeenkomstig art. 2: 2 Burgerlijk Wetboek; te bepalen dat het Bureau Studiefinanciering is belast met de uitvoering van de financiële steunverlening naar art. 19 KO; deputaten op te dragen in nauwe samenwerking met het College van Bestuur van de TU het conceptstatuut voor het Bureau Studiefinanciering gereed te (doen) maken, dit ter goedkeuring voor te leggen aan de Raad van Toezicht van het Bureau Studiefinanciering en vervolgens ter vaststelling voor te leggen aan de eerstvolgende synode; de Raad van Toezicht van de TU tevens aan te wijzen als de Raad van Toezicht van het Bureau Studiefinanciering; de Commissie van Beroep voor de TU tevens aan te wijzen als onafhankelijke beroepsinstantie terzake besluiten, handelingen en weigeringen daartoe van het Bureau Studiefinanciering;
8. a
9
deputaten op te dragen zich nog tot de eerstvolgende synode, of zoveel eerder als mogelijk is, bezig te houden met het innen van schulden, tot op enig moment een status quo is bereikt, waarin de restschulden kunnen worden overgedragen aan het Bureau Studiefinanciering; b deputaten voorts op te dragen een nauwe samenwerking en regelmatige afstemming met de TU na te streven bij de afbouw van hun werkzaamheden en de opstart van het Bureau Studiefinanciering; c ook in de toekomst een afzonderlijk quotum te blijven vaststellen voor de financiële steunverle-ning ad art. 19 KO. het quotum voor 2009, 2010 en 2011 vast te stellen op respectievelijk € 130.000,= € 180.000,= en € 190.000,=.
7
8 2 Nieuwe regeling studiefinanciering Regeling studiefinanciering theologische studenten (Regeling betreffende de studiesteun voor studenten aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Nederland 2010) Artikel 1 Begripsomschrijving In deze regeling wordt verstaan onder: Theologische Universiteit: de Theologische Universiteit van De Gereformeerde Kerken in Nederland, thans gevestigd te Kampen, Broederweg 15; deputaten: de generale deputaten naar artikel 19 van de kerkorde benoemd door de generale synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Opgeheven in 2011 en opgevolgd door het bureau studiefinanciering Theologische Universiteit van Kampen. Bureau studiefinanciering Theologische Universiteit van Kampen: het Bureau studiefinanciering Theologische Universiteit van Kampen (hierna Bureau Studiefinanciering) is opgericht om de Regeling studiefinanciering theologische studenten uit te voeren. diplomatermijn WSF 2000: de termijn waarbinnen een diploma in het hoger onderwijs moet worden behaald conform artikel 5.5 WSF 2000; inwonende student: student die woont op het adres van zijn ouders of van een van hen; uitwonende student: student die niet thuiswonend is; student: hij die als student aan de Theologische Universiteit staat ingeschreven; zij-instromer: de student die eerst een andere studie gevolgd heeft en daarna start met de studie theologie; studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar; gezinstoeslag: de wettelijke toeslag als bedoeld in artikel 3.4 van de WSF 2000; WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000 (WSF 2000), Wet van 14 juli 2000, Stb. 2000, 286. voltijdse opleiding: opleiding in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, met uitzondering van deeltijds onderwijs, student ex art. 8 KO: de persoon, die delen van een universitaire theologische opleiding volgt en toelating vraagt tot het ambt van predikant.
Financiële steun in de vorm van leningen Artikel 2 Het Bureau Studiefinanciering kan financiële steun verlenen aan studenten die staan ingeschreven aan de Theologische Universiteit en die het voornemen hebben predikant te worden van een gereformeerde kerk in Nederland of van een buitenlandse kerk waarmee De Gereformeerde Kerken in Nederland kerkelijke gemeenschap oefenen naar artikel 47 van de kerkorde.
9 Artikel 3 Leningen Als renteloze lening kan worden verstrekt: a. een vereenvoudigde lening ter hoogte van het bedrag per maand, genoemd in artikel 5.2, derde lid, WSF 2000; b. een gezinstoeslag ter hoogte van het bedrag per maand, genoemd in artikel 3.18, overzicht 2, WSF 2000 als de Toeslag partner; c. een lening voor een reisvoorziening ter hoogte van het bedrag per maand, bedoeld in artikel 5, tweede lid, WSF 2000. Artikel 4 Toekenningstijdvak Het Bureau Studiefinanciering verleent de financiële steun per studiejaar of gedeelte daarvan in de vorm van renteloze leningen die in maandelijkse termijnen aan de student worden uitbetaald. Artikel 5 Studenten aan een voltijdse opleiding De student die een voltijdse opleiding volgt aan de Theologische Universiteit kan in aanmerking komen voor een vereenvoudigde lening als bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van deze Regeling, indien geen recht meer bestaat op studiefinanciering als bedoeld in de WSF 2000. Artikel 6 Studenten ex artikel 8 KO De student ex art. 8 KO zal, naar rato van het aantal gevolgde uren per studiejaar, een vereenvoudigde lening worden toegekend als bedoeld in artikel 3, onderdeel b, van deze Regeling. Artikel 7 Gezinstoeslag De student, die gehuwd is, kan in aanmerking komen voor de gezinstoeslag, zoals bedoeld in artikel 3, onderdeel b, van deze Regeling. Artikel 8 Tijdsduur van de ondersteuning 1. De leningen als bedoeld in artikel 3 worden, behoudens het bepaalde in lid 2, toegekend gedurende ten hoogste zeven achtereenvolgende studiejaren, gerekend vanaf het begin van het propedeutisch jaar. 2. Het Bureau Studiefinanciering kan op zijn verzoek de steunverlening aan een ingeschreven student na het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde periode voortzetten. Alvorens te beslissen wint zij schriftelijk informatie in bij de senaat van de Theologische Universiteit. Indien zij tot voortzetting van steunverlening besluit, zal deze bestaan uit een renteloze lening die geheel moet worden terugbetaald overeenkomstig het bepaalde in artikel 13. In dit geval vindt geen kwijtschelding plaats volgens artikel 14. 3. Wanneer een steunbedrag gewijzigd moet worden of een studieperiode niet het gehele studiejaar omvat, wordt aan elke maand een twaalfde deel van het jaarbedrag toegerekend. 4. De leningen worden verleend tot en met uiterlijk de maand waarin de student is afgestudeerd. 5. De steunverlening aan een student wordt beëindigd als het Bureau Studiefinanciering meent dat zijn studie, mede gezien de informatie van de senaat van de Theologische Universiteit, onvoldoende vorderingen vertoont. Eveneens als het Bureau Studiefinanciering constateert dat hij bij herhaling tekort schiet in het verstrekken van de door het Bureau Studiefinanciering aan hem gevraagde informatie. Zij kan dan eventueel de steunverlening tijdelijk staken.
Artikel 9 Verzoeken om financiële steun 1. Hij die voor het eerst financiële steun verlangt, behoort daartoe zo spoedig mogelijk vóór het begin van het studiejaar een verzoek in te dienen bij het Bureau Studiefinanciering. Daartoe behoort gebruik te worden gemaakt van een door het Bureau Studiefinanciering vastgesteld aanvraagformulier. 2. Aan studenten aan wie reeds leningen zijn verstrekt en die nog staan ingeschreven aan de Theologische Universiteit wordt ongevraagd jaarlijks vóór 1 december een aanvraagformulier toegezonden. Artikel 10 Informatie aan de student 1. Het Bureau Studiefinanciering stelt een student die om financiële steun heeft verzocht uiterlijk drie weken na het nemen van hun beslissing op zijn aanvraag schriftelijk hiervan in kennis. 2. Het Bureau Studiefinanciering stelt een student die steun ontvangt zo spoedig mogelijk schriftelijk en geargumenteerd in kennis van haar beslissing de financiële steunverlening te staken of te beëindigen. Artikel 11 Verzoek om herziening van beslissing 1. Een student kan schriftelijk en met redenen omkleed aan het Bureau Studiefinanciering verzoeken om herziening van de beslissing ten aanzien van de hem al of niet toegekende steun, uiterlijk drie maanden na de dagtekening van haar beslissing. 2. Het Bureau Studiefinanciering beslist op een dergelijk verzoekschrift zo spoedig mogelijk nadat het is ingediend. Op zijn verzoek stelt zij voordat zij een beslissing neemt de student in de gelegenheid zijn verzoek om herziening mondeling toe te lichten. Artikel 12 Informatie aan Bureau Studiefinanciering 1. Een student die financiële steun vraagt of ontvangt alsmede zijn eventuele echtgenote zijn verplicht alle medewerking te verlenen aan het Bureau Studiefinanciering. 2. Een student die steun ontvangt behoort, als het Bureau Studiefinanciering hem daar om verzoekt, tijdig en in voldoende mate schriftelijk of mondeling informatie te verstrekken over de voortgang van zijn studie. 3. De student dient het Bureau Studiefinanciering onverwijld schriftelijk in te lichten wanneer hij zijn studie in de theologie afbreekt of anderszins in omstandigheden komt te verkeren waardoor de toekenning en uitkering van steunbedragen vervalt. 4. De student en ex-student zijn verplicht om tijdig het juiste correspondentieadres aan het Bureau Studiefinanciering kenbaar te maken. Artikel 13 Terugbetaling van leningen 1. Een student die renteloze leningen heeft ontvangen, dient deze aan het Bureau Studiefinanciering terug te betalen, tenzij kwijtschelding plaatsvindt overeenkomstig artikel 14. 2. Terugbetaling dient plaats te vinden: a. als de student zijn studie aan de Theologische Universiteit heeft voltooid; b. als de student zijn studie aan de Theologische Universiteit afbreekt of daarvan wordt uitgesloten; c. als de student niet langer voornemens is predikant te worden bij een gereformeerde kerk in Nederland of een buitenlandse zusterkerk; d. als de student of de andere in artikel 12 bedoelde personen ondanks herhaalde aanmaning nalaten een of meer daar omschreven informatieonderdelen aan het Bureau Studiefinanciering te verstrekken; e. als de steunverlening wordt beëindigd op grond van artikel 8, vijfde lid. 3. Het verschuldigde bedrag is ineens invorderbaar. Stuit terugbetaling ineens op bezwaren dan kan het Bureau Studiefinanciering op een met redenen omkleed verzoekschrift toestaan dat terugbetaling plaats vindt in een aantal door haar te bepalen termijnen en onder door haar te stellen voorwaarden. De periode van terugbetaling
10
omvat maximaal 15 jaar. Het bedrag dat jaarlijks ten hoogste moet worden terugbetaald wordt vastgesteld op basis van de financiële draagkracht van de schuldplicht overeenkomstig de vigerende rijksregeling (WSF 2000). Artikel 14 Kwijtschelding 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 13 worden de aan een student als bedoeld in artikel 3 verstrekte leningen kwijtgescholden. De kwijtschelding geschiedt in tien gelijke jaarlijkse termijnen gerekend vanaf het tijdstip waarop voor de student ingevolge artikel 13 lid 2 de terugbetalingsplicht ontstaat. 2. Kwijtschelding vindt tevens plaats wanneer de student, of student ex.art.8 KO overlijdt of door langdurige invaliditeit niet in staat zal zijn studie te voltooien of werkzaamheden als predikant te verrichten dan wel uit dien hoofde als predikant is geëmeriteerd. De hierboven bedoelde invaliditeit dient te worden aangetoond door twee medische verklaringen, waarvan in ieder geval één niet door de eigen huisarts is afgegeven. Andere bijzondere omstandigheden kan het Bureau Studiefinanciering eveneens aanleiding geven tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. 3. Van elke kwijtschelding verwittigen deputaten onverwijld schriftelijk de student, student ex.art.8 KO of in voorkomende gevallen zijn nabestaanden. 4. Indien op een kandidaat gedurende een periode van twee jaar na zijn beroepbaarstelling geen enkel beroep wordt uitgebracht, zal in afwijking van het in artikel 13 bepaalde kwijtschelding plaatsvinden analoog aan de kwijtscheldingsregeling zoals deze in de voorgaande leden van dit artikel is opgenomen. 5. Indien een kandidaat zich om psychosociale redenen niet beroepbaar stelt, kan het Bureau Studiefinanciering deze kandidaat op zijn verzoek gedurende een periode van maximaal drie jaar uitstel van betaling verlenen. Het door de kandidaat in te dienen verzoek dient vergezeld te gaan van een verklaring van een onafhankelijke deskundige. Na deze periode van maximaal drie jaar vindt kwijtschelding plaats overeenkomstig het in de vorige leden van dit artikel bepaalde. Artikel 15 Overgangsbepaling Voor studenten die door deputaten zijn gesteund overeenkomstig de door de Generale Synode van Leeuwarden 1990 vastgestelde en in 1993 en 1996, en in 2005 en 2008 gewijzigde “Regeling studiefinanciering theologische studenten”, gelden ten aan zien van terugbetaling en kwijtschelding de bepalingen van die regeling en de eventuele aanvullende bepalingen van het Bureau Studiefinanciering. Artikel 16 Hardheidsclausule Het Bureau Studiefinanciering is bevoegd ten aanzien van een student of kandidaat tegemoet te komen aan een bijzondere situatie of aan onbillijkheden van overwegende aard die zich bij de toepassing van deze regeling voordoen en daarbij af te wijken van de voorgaande bepalingen. Artikel 17 Onvoorziene gevallen In gevallen waarin deze regeling niet voorziet of welke voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn, beslist het Bureau Studiefinanciering. Artikel 18 Titel Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling studiefinanciering theologische studenten”.
11
3 Statuut Bureau Studiefinanciering Theologische Universiteit Kampen Artikel 1 - bureau Er is een 'Bureau Studiefinanciering Theologische Universiteit Kampen'. Het Bureau wordt hierna verder aangeduid als 'Bureau Studiefinanciering'. Artikel 2 - doelstelling Het Bureau Studiefinanciering is belast met de uitvoering van de financiële steunverlening naar art. 19 KO van studenten in de theologie aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Nederland (vrijgemaakt) te Kampen, hierna verder te noemen: de Theologische Universiteit. Artikel 3 – zelfstandig onderdeel 1. Het Bureau Studiefinanciering is een zelfstandig onderdeel van de Gereformeerde Kerken in Nederland (vrijgemaakt) in de zin van art. 2: 2 Burgerlijk Wetboek. 2. Het Bureau Studiefinanciering is daartoe opgericht bij besluit van de generale synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland (vrijgemaakt) te Zwolle-Zuid 2008 (Acta art. 107). 3. Als zelfstandig onderdeel in de zin van art. 2: 2 Burgerlijk Wetboek bezit het Bureau Studiefinanciering rechtspersoonlijkheid naar Nederlands privaatrecht. 4. Het Bureau Studiefinanciering is gevestigd te Kampen. Artikel 4 – thesaurier 1. Het Bureau Studiefinanciering staat onder leiding van een thesaurier. De thesaurier wordt benoemd door de raad van toezicht. 2. De thesaurier is belast met het bestuur en beheer van het Bureau Studiefinanciering. Hij is verantwoordelijk voor de regelmatige uitvoering en voortgang van alle bureauwerkzaamheden. 3. De thesaurier kan de feitelijke bureauwerkzaamheden opdragen aan derden. Artikel 5 – financiële steunverlening 1. De criteria voor financiële steunverlening worden geregeld in het uitkeringsreglement. 2. Het uitkeringsreglement wordt geredigeerd door de thesaurier. Het behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht en wordt vastgesteld door de generale synode. 3. Het Bureau Studiefinanciering draagt zorg voor de goede uitvoering van de financiële steunverlening met inachtneming van het uitkeringsreglement. Artikel 6 – begroting en jaarrekening 1. De thesaurier stelt jaarlijks een begroting, jaarrekening en jaarverslag op. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Op de jaarstukken wordt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar controle toegepast door een registeraccountant. De aanwijzing van een registeraccountant door de thesaurier behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht. 3. Eens per drie jaren stelt de thesaurier een meerjarenbegroting op ten behoeve van de generale synode. 4. De stukken als bedoeld in art. 6.1 en 6.3 behoeven de goedkeuring van de raad van toezicht. Artikel 7 – raad van toezicht 1. Het toezicht op het Bureau Studiefinanciering wordt uitgeoefend door de raad van toezicht van de Theologische Universiteit. 2. De raad van toezicht vergadert tenminste één keer per jaar over de aangelegenheden van het Bureau Studiefinanciering en draagt overigens zorg voor een regelmatig toezicht.
12
3.
De thesaurier informeert de raad van toezicht gevraagd en ongevraagd over alle aangelegenheden die voor een goede uitoefening van het toezicht van belang zijn.
Artikel 8 – verantwoording aan generale synode 1. De raad van toezicht brengt aan iedere gewone generale synode verslag uit over het door hem uitgeoefende toezicht op het Bureau Studiefinanciering. 2. De raad van toezicht legt daarbij aan de generale synode tenminste over: a. de door de raad van toezicht goedgekeurde meerjarenbegroting, jaarlijkse begrotingen, jaarrekeningen en jaarverslagen van de thesaurier; b. de bijbehorende schriftelijke rapporten van een registeraccountant; c. een voorstel tot vaststelling van een jaarlijks quotum voor de financiële steunverlening krachtens het uitkeringsreglement aan de daarvoor in aanmerking komende studenten in de theologie. 3. Bij goedkeuring verleent de generale synode aan het Bureau Studiefinanciering en de raad van toezicht décharge voor het gevoerde financieel beleid en beheer en het uitgeoefende toezicht daarop. Artikel 9 - reglementen 1. Naast het in art. 5 genoemde uitkeringsreglement kan de thesaurier andere reglementen vaststellen ten behoeve van een goede organisatie van het Bureau Studiefinanciering. 2. Dergelijke reglementen behoeven de goedkeuring van de raad van toezicht. Artikel 10 - vertegenwoordiging 1. De thesaurier vertegenwoordigt het Bureau Studiefinanciering in en buiten rechte. 2. Hij is daartoe krachtens deze bepaling door de generale synode gemachtigd. Artikel 11- geheimhouding Ieder die noodzakelijk bekend is met persoonlijke financiële gegevens van een aanvrager of ontvanger van financiële steunverlening is verplicht tot geheimhouding daaromtrent jegens derden. Artikel 12 - beroep Tegen besluiten, handelingen en weigeringen daartoe door of namens het Bureau Studiefinanciering staat beroep open bij de commissie van beroep voor de Theologische Universiteit. Artikel 13 – onvoorzien In gevallen waarin dit statuut niet voorziet, beslist de thesaurier. Artikel 14 – vaststelling en wijziging 1. Dit statuut is vastgesteld door de generale synode Harderwijk 2011. 2. Dit statuut kan door een generale synode worden gewijzigd. Aldus vastgesteld door de generale synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland Harderwijk 2011
4 BDO Accountrapporten 2007, 2008 en 2009 Deze zijn te lezen en te downloaden via http://www.gkv.nl/styleit/593/ .
13