Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
Rapport collegeonderzoek Bezwaar & Beroep DPGO - Gemeente Enschede
Hoe presteert de gemeente Enschede op het terrein van behandeling van bezwaar en beroep in vergelijking met andere gemeenten ?
Locatie
Versie
Datum
Omschrijving aanpassing
Door
R: DPGO / Staf / financiën / doelmatigheid
0.1
10-12-2009
Eerste concept
R. Kousman
R: DPGO / Staf / financiën / doelmatigheid
0.2
18-12-2009
Openstaande vragen versie 0.1 besproken met afdelingshoofd JZR
R. Kousman
R: DPGO / Staf / financiën / doelmatigheid
0.3
18-01-2010
Feedback gesprek versie 0.2 met collega onderzoeker
R. Kousman
R: DPGO / Staf / financiën / doelmatigheid
0.4
27-01-2010
Gesprek controller en adviseur
R. Kousman
R: DPGO / Staf / financiën / doelmatigheid
0.5
11-2-2010
Eindgesprek versie 0.4 met juridisch en financieel controllers, afdelingshoofd JZR
R. Kousman
R: DPGO / Staf / financiën / doelmatigheid
0.6
26-3-2010
Opmerkingen verwerkt directie DPGO
R. Kousman
R: DPGO / Staf / financiën / doelmatigheid
0.7
23-04-2010
Opmerkingen verwerkt controller DPGO
R. Kousman
Pagina 1 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave...................................................................................................................... 2 Managementsamenvatting .................................................................................................... 3 1
Inleiding ........................................................................................................................ 6 1.1 Opdracht................................................................................................................... 6 1.2 Achtergrondinformatie............................................................................................... 6 1.3 Opdrachtgever.......................................................................................................... 7 1.4 Afbakening................................................................................................................ 7
2
Onderzoek .................................................................................................................... 8 2.1 Doelstelling............................................................................................................... 8 2.2 Centrale vraag en onderzoeksvragen........................................................................ 8 2.3 Onderzoekskader ..................................................................................................... 9 2.4 Onderzoeksmethode................................................................................................. 9
3
Bevindingen................................................................................................................ 10 3.1 Zijn landelijk gezien de afhandelingtermijn en personele inzet conform de norm ?... 10 3.2 Is er een adequate sturing op de formatie bij toe- of afname bezwaren ?................. 13 3.3 Is het resultaat van het preventieve beleid gericht op intrekkingen conform de verwachtingen ?.............................................................................................................. 15 3.4 Is de integratie van de bezwaar- en beroep activiteiten adequaat uitgevoerd ? ........ 18 3.5 In gang gezette veranderingen en/of verbeteringen................................................. 19
4
Conclusies en aanbevelingen...................................................................................... 20
5
Bijlagen....................................................................................................................... 23
Pagina 2 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
Managementsamenvatting 1
De huidig afdeling Juridische zaken en Rechtsbescherming (JZR) van DPGO is op 1 januari 2006 opgericht, met als eerste doel de doorlooptijden van bezwaar- en beroepbehandeling te verlagen en zo de termijnen van de algemene wet bestuursrecht (Awb) te halen. Dit doelmatigheids- doeltreffendheidonderzoek onderzoekt ruim vier jaar na dato de stand van zaken gebaseerd op de landelijke G 4 benchmarkgegevens en interne gegevens. De centrale onderzoeksvraag luidt: Hoe presteert de gemeente Enschede op het terrein van behandeling van bezwaar en beroep in vergelijking met andere gemeenten ? Korte schets van het proces: De afdeling JZR heeft als kerntaak het behandelen van bezwaarschriften (exclusief belastingen en personeelsbezwaarschriften), daarbij inbegrepen het voeren van het secretariaat van de Commissie Bezwaarschriften, evenals het optreden namens de gemeente in daaruit voortvloeiende voorlopige voorzieningen, beroep- en hoger beroepszaken. Tevens verzorgt JZR de juridische advisering van diensten en concern op de betreffende gebieden, verzorgen van mediation trajecten en de klachtencoördinatie. Door middel van interviews en dossieronderzoek hebben de onderzoekers de volgende bevindingen gedaan over 2008/2009: Uit de landelijke G 4 benchmark 2008 met Den Haag, Rotterdam en Utrecht blijkt dat de gemeente Enschede goed scoort als het gaat om tijdige afhandeling van Algemene wet bestuursrecht (Awb)-bezwaarschriften en bij de wet werk en bijstand (Wwb)bezwaarschriften. De afdeling JZR van de gemeente Enschede maakt intensief gebruik van alternatieve geschillenoplossing, waardoor van bijna de helft van de zaken het bezwaarschrift wordt ingetrokken door de bezwaarmaker (burger, bedrijf, instantie). Door deze benadering is het percentage formeel gegronde zaken het laagst ten opzichte van de benchmark gemeenten, circa drie procent. De bezwaarschriftprocedure is verplicht ingesteld om de belasting op de rechterlijke macht zoveel mogelijk te beperken (zeefwerking). Rechtszaken zijn niet alleen erg tijdrovend maar ook erg duur voor de gemeenschap. Deze zeefwerking is in Enschede uiterst effectief, het aantal mensen dat uiteindelijk de gang naar de rechter maakt is het laagst van alle gemeenten uit de benchmark. Op 1,4% van de bezwaarschriften wordt uiteindelijk beroep via de rechtbank aangetekend. Even ter vergelijking, voor Rotterdam is dat 5,8% en voor Utrecht 8,3%.
1
Tot september 2009 was de afdeling JZR een onderdeel van de afdeling Juridische en Personele Organisatie (JPO) onder de naam team rechtsbescherming.
Pagina 3 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009 De werkwijze van de gemeente Enschede is wel arbeidsintensiever dan bij de andere G 4 benchmark gemeenten. Enerzijds heeft dit te maken met de werkwijze van intensieve alternatieve geschillenoplossing die in Enschede gebruikt wordt. Anderzijds heeft dit te maken met een schaal nadeel dat Enschede heeft ten opzichte van de benchmark gemeenten. Uit dit onderzoek blijkt dat grosso modo efficiency van de output verband houdt met de schaalgrootte van de gemeente. Ten opzichte van de G 4 gemeenten behandelt Enschede minder bezwaarschriften per fte, ten opzichte van de regio gemeenten Almelo en Hengelo behandelt Enschede meer bezwaarschriften per fte. Voorwaarde voor het optreden van het schaalvoordeel is een efficiënt ingerichte procesgang bij de behandeling van bezwaarschriften. De gemeente Enschede heeft deze procesoptimalisatie vanaf 2005 in gezet. Het integratieproject dat moet leiden tot een meer gecoördineerde aanpak op de bezwaar/beroepsprocedures is tot op heden door de gemeente Enschede nog niet volledig afgerond. De beroep activiteiten voor bouw-, milieu-, ruimtelijke ontwikkeling & vergunningen zijn nog niet gecentraliseerd bij de afdeling Juridische Zaken en rechtsbescherming. Aanbevolen wordt om dit vlot af te ronden en zo de risico’s op de bestuurlijke gevoelige bezwaarzaken te verkleinen. Andere aanbevelingen liggen op het vlak van het verhogen van de bestuurlijke sensitiviteit voor het bestuur en de bereidheid om het samenspel met de Commissie bezwaarschriften beter te benutten daar waar het gaat om wederzijds leren en verbinden.
Aan de onderzoeksopdracht gerelateerde aanbevelingen: Aanbeveling 1-1: Bevorderen van de regionale samenwerking op de kwetsbare en de veel specialistische processen. Maak de hoogwaardige specialisten rendabel op regionale schaal met behoud van de processen gericht op de alternatieve werkwijze (=mediation) op plaatselijke schaal (onderzoeksvraag 1). Aanbeveling 2-1: Zorg voor tijdig en volledig inzicht in de planning van versturen van (bulk) beschikkingen bij de vakafdelingen. Zoals bij een nieuwe ronde van de WMO. (onderzoeksvraag 2). Aanbeveling 3-1: Zorg voor een evenwichtige sturing waarbij vooral ook de kwaliteitsvorming van de primaire besluitvorming een prominente rol blijft houden. (onderzoeksvraag 3).
Pagina 4 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009 Aanbeveling 3-2: Onderzoek of de effecten van alternatieve geschillenafdoening een positief effect hebben op de burgertevredenheidsscore. (onderzoeksvraag 3). Aanbeveling 3-3: Zorg voor vergroting van de bestuurlijke sensitiviteit naar het bestuur over succesvolle effecten van beleidsbijstellingen. (onderzoeksvraag 3). Aanbeveling 3-4: Organiseer een moment waarin het jaarverslag van de Commissie bezwaarschriften besproken wordt met de belangrijkste betrokkenen en stel in ieder geval vast welke bevindingen binnen de invloedssfeer van de vakafdeling liggen en kunnen worden opgepakt en welke niet. (onderzoeksvraag 3).
Aanbeveling 4-1: Het in de laatste fase verkerende organisatieveranderingstraject voor de integratie van de bezwaar- en beroepsactiviteiten prioriteren en afronden in 2010.
Pagina 5 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
1 Inleiding
1.1
Opdracht
Het college verricht periodiek onderzoek om zichzelf, de gemeenteraad en de burgers inzicht en helderheid te verschaffen in de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde beleid en bestuur en om de organisatie mogelijkheden tot verbeteringen te verschaffen. Volgens de “Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid” van de gemeente Enschede heeft het dagelijks bestuur zich verplicht jaarlijks de doelmatigheid en/of doeltreffendheid van minimaal 2 (delen van) programma’s of paragrafen te onderzoeken en te toetsen. Eén van deze onderzoeken in 2009 is het doelmatigheidsonderzoek naar het proces van bezwaar & beroep van de afdeling Juridische Zaken en Rechtsbescherming (JZR).
1.2
Achtergrondinformatie
Sinds 2006 is de behandeling van bezwaarschriften en beroepschriften binnen de gemeente Enschede grotendeels bij de afdeling Juridische Zaken en Rechtsbescherming (voorheen team rechtsbescherming) van DPGO (zie bijlage I) ondergebracht. Hieraan ten grondslag ligt het CMT besluit van oktober 2005. Er is hierbij gekozen voor een tweetraps aanpak. De bezwaren en beroepen vanuit de WWB, WVG en WMO (dienst DMO) zijn per 2006 volledig overgegaan naar de afdeling Juridische Zaken en Rechtsbescherming. De bezwaren en beroepen vanuit vergunningen, bestemmingsplannen en ruimtelijk ontwikkelingen (dienst DSOB) komen vanuit een overgangsregeling in een later stadium over naar de afdeling Juridische Zaken en Rechtsbescherming. Met als uiteindelijk resultaat dat het gehele proces van de bezwaarschriften en beroepschriften van de gemeente Enschede door de afdeling Juridische Zaken en Rechtsbescherming wordt uitgevoerd. Een belangrijke doelstelling van deze reorganisatie is het verkorten van de behandeltermijn van de bezwaarschriften. Daarnaast is het doel eerder met de burger in contact te treden over zijn klacht zodat zo min mogelijk de gehele procedure hoeft te worden doorlopen (intrekkingen van bezwaar). Deze tweetraps aanpak betekent voor de afdeling Juridische Zaken en Rechtsbescherming een verschil in werkwijze. Voor de bezwaren en beroepen vanuit de WWB, WVG en WMO (dienst DMO) verzorgt de afdeling Juridische Zaken en Rechtsbescherming van de gemeente Enschede de verwerking en behandeling van alle binnenkomende bezwaren en beroepen die binnenkomen op een beslissing vanuit de vakafdelingen. Voor de bezwaren vanuit vergunningen, bestemmingsplannen en ruimtelijk ontwikkelingen (dienst DSOB) wordt dezelfde procedure door gelopen. De vertegenwoordiging bij de rechtbank en het hoger beroep wordt door de vakafdeling van de DSOB zelf uitgevoerd. Momenteel bevindt dit transitieproces zich nog in de overgangsfase.
Pagina 6 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
Een belangrijke taak van de afdeling Juridische zaken en rechtsbescherming is de ondersteuning van de Commissie bezwaarschriften. De Commissie bezwaarschriften is een door het college van B&W ingesteld adviesorgaan. Indien de gemeente Enschede en de bezwaarmaker er voortijdig niet met elkaar uitkomen wordt de hele procedure van bezwaarafhandeling doorgelopen. Dan wordt uiteindelijk de zaak ter hoorzitting behandeld door de Commissie bezwaarschriften. De Commissie bezwaarschriften beoordeelt de bezwaar- en beroep afhandeling door de gemeente en geeft hierover advies aan het college van B&W. Op basis daarvan wordt een definitief besluit genomen. Over en weer vindt informatie-uitwisseling plaats tussen de afdeling JZR, de Commissie bezwaarschriften en de vakafdelingen van de diensten. De Commissie bezwaarschriften rapporteert jaarlijks haar bevindingen in een jaarverslag.
1.3
Opdrachtgever
Het plan voor onderzoeken in het kader van doelmatigheid en doeltreffendheid is vastgesteld door het college van B&W. Daarmee is dit college de bestuurlijk opdrachtgever. De uitvoering van het onderzoek is neergelegd bij de directeur van DPGO, dhr F.H. Mobach, die daarmee de ambtelijk opdrachtgever is. De dienstcontroller, dhr J. Hakman, is gedelegeerd opdrachtgever. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een tweemanschap bestaande uit dhr T.A. Bakker (afdelingshoofd JZR) en dhr. R.J. Kousman (Adviseur Bedrijfsvoering DPGO). De feitelijke onderzoekswerkzaamheden worden uitgevoerd door dhr. R.J. Kousman. Er is gebruik gemaakt van intervisie gesprekken met een collega onderzoeker.
1.4
Afbakening
Het onderzoek richt zich op de gegevens van de landelijke G 4 (Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Utrecht) benchmark 2008 waaraan JZR op uitnodiging van de G 4 deelneemt. Amsterdam doet niet mee in deze benchmark gezien de afwijkende structuur m.b.t. de stadsdeelgemeenten. Daarnaast wordt vooral gekeken naar de organisatiekant vanaf de oprichting van JZR en de samenwerking tussen de diensten, JZR en de Commissie bezwaarschriften. De afhandeling van beroepszaken die niet door JZR worden uitgevoerd valt niet binnen dit onderzoek.
Pagina 7 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
2 Onderzoek
2.1
Doelstelling
Doel van het onderzoek is een uitspraak te doen over de kwaliteit van het proces van de afhandeling van bezwaar en beroep. Dit is beoordeeld op basis van resultaten van de landelijke G 4 benchmark waaraan JZR deelneemt en op basis van het functioneren van de afdeling en direct betrokkenen vanaf 2006, het moment van waarop de bezwaar- en beroepactiviteiten zijn ondergebracht in de afdeling JZR.
2.2
Centrale vraag en onderzoeksvragen
De doelstelling leidt tot de volgende centrale vraag:
Hoe presteert de gemeente Enschede op het terrein van behandeling van bezwaar en beroep in vergelijking met andere gemeenten ?
De onderzoeksvraag is uitgesplitst naar een aantal deelgebieden die te maken hebben met de processen en besturing van de organisatie. Het eerste deelgebied gaat in op de verhouding tussen de afhandelingtermijnen en personele inzet in relatie tot het aantal binnengekomen bezwaarschriften. Het tweede deelgebied meer op de besturing van de organisatie op het onderdeel formatie gelet op groei en krimp van het aantal bezwaarschriften. Het tweede deelgebied gaat ook in op het resultaat vanaf de oprichting van JZR (2006) van de gemeentebrede integratie van de bezwaar- en beroep activiteiten. Het laatste deelgebied gaat in op het resultaat van het preventieve beleid gericht op intrekkingen. Deze deelgebieden zijn niet rechtstreeks als onderzoeksvraag te gebruiken. Vanuit deze deelgebieden zijn de onderstaande onderzoeksvragen opgesteld. 1. Zijn landelijk gezien de afhandelingtermijnen en personele inzet conform de norm ? 2. Is er een adequate sturing op de formatie bij toe- of afname van het aantal bezwaarschriften ? 3. Is het resultaat van het preventieve beleid gericht op intrekkingen conform de verwachtingen ? 4. Is de integratie van de bezwaar- en beroep activiteiten adequaat uitgevoerd ?
Pagina 8 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
2.3
Onderzoekskader
Voor de beantwoording van de eerste en derde onderzoeksvraag is hoofdzakelijk gebruik gemaakt van de gegevens uit de landelijke G 4 benchmark 2008, waarbij de definities van de benchmark als kaderstellend uitgangspunt zijn gehanteerd. Voor de tweede en vierde onderzoeksvraag zijn de interne documenten (zie bijlage 1) als kaderstellend uitgangspunt genomen. Het jaarverslag van de commissie bezwaarschriften, het CMT besluit van 2005 en de gegevens uit de interviews zijn voor de vierde deelvraag de leidende documenten. De gegevens uit de interviews zijn bij de eerste drie vragen gebruikt voor de onderbouwing en bevestiging van de benchmark gegevens. Het onderzoeksplan is afgestemd met de gedelegeerd opdrachtgever.
2.4
Onderzoeksmethode
De gegevens zijn verzameld door middel van bron- en dossieronderzoek en het houden van gesprekken met diverse functionarissen. Een overzicht van de brondocumenten vindt u in bijlage 2. In totaal zijn er 8 interviews gehouden. Van de interviews zijn gespreksverslagen gemaakt. Deze zijn vertrouwelijk. De gegevens uit de interviews worden gebruikt voor dit onderzoeksrapport; de interviewverslagen zelf zijn niet in het onderzoeksrapport opgenomen. De conclusies uit dit onderzoek zijn altijd gebaseerd op basis van meerdere waarnemingen. Indien het om een enkele waarneming gaat wordt dit altijd vermeld. Bijlage III bevat een overzicht van de geïnterviewde personen.
Pagina 9 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
3 Bevindingen In dit hoofdstuk worden de bevindingen van de interviews weergegeven. De vier onderzoeksvragen worden in afzonderlijke paragrafen behandeld. 3.1 Zijn landelijk gezien de afhandelingtermijnen en personele inzet conform de norm ? 3.2
Is er een adequate sturing op de formatie bij toe- of afname van het aantal bezwaarschriften ?
3.3
Is het resultaat van het preventieve beleid gericht op intrekkingen conform de verwachtingen ?
3.4
Is de integratie van de bezwaar- en beroep activiteiten adequaat uitgevoerd ?
3.1
Zijn landelijk gezien de afhandelingtermijn en personele inzet conform de norm ?
Deze vraag wordt grotendeels beantwoordt op basis van de gegevens uit de benchmark bezwaarschriftenbehandeling 2008. Naast Enschede zijn Den Haag, Utrecht en Rotterdam de deelnemende gemeenten. Het aantal binnengekomen Awb-bezwaarschriften in 2008 was voor Enschede het laagst, gezien ook de beduidend kleiner omvang van Enschede een logisch gegeven. Rotterdam heeft over 2008 in absolute aantallen de meeste Awbbezwaarschriften ontvangen. In onderstaande tabellen staan de belangrijkste gegevens weergegeven2. Enschede
Rotterdam
Den Haag
Utrecht
Aantal inwoners
155.000
582.000
475.000
294.000
Aantal Wwb uitkeringen (cliënten)
4.740
32.500
18.200
6.970
2
Kantekeningen: Cijfers van Rotterdam en Utrecht inclusief WMO Huishoudelijk afvalzaken worden in Rotterdam (2.000) en Utrecht (1.000)bestuurlijk gehandhaafd. Den Haag is exclusief rechtspositionele zaken (140).
Pagina 10 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009 Bezwaarschriften Wet werk en bijstand (Wwb) Enschede
Rotterdam
Den Haag
Utrecht
Aantal Wwb bezwaarschriften
700
4.895
3.361
1.252
Percentage per cliënt
14,8%
15,1%
18,5%
18,0%
Doorlooptijd (weken)
8,4
7,7
5,6
10,4
Tijdsbesteding (uren)
7,4
5,5
5,6
7,2
Het percentage bezwaarschriften per cliënt is in Enschede het laagst, daartegenover staat dat de tijdsbesteding per zaak in Enschede het hoogst is. Dit beeld is vertekend doordat Rotterdam en Utrecht ook zaken met een geringe tijdsbesteding (bijvoorbeeld afvalzaken, waarbij bezwaar wordt gemaakt tegen het tarief van een meerpersoonshuishouden als het om een eenpersoonshuishouden gaat) zijn meegenomen. Het effect hiervan is niet bekend. De gemeente Enschede (en Den Haag) behandelen afvalzaken niet. Om een beeld te geven van de ontwikkelingen die de gemeente Enschede gemaakt heeft is terug gegaan naar 2004. Het peilmoment dat gediend heeft om een grootschalig verbetertraject in te zetten teneinde de afhandelingtermijnen drastisch te verbeteren. In 2004 lag de produktie op 34 bezwaren per fte door de zeer versnipperde manier van werken. In 2008 ligt het aantal op 150 bezwaren per fte. Een bijna vervijfvoudiging van de productiviteit.
Bezwaarschriften Algemene wet bestuursrecht (Awb) Enschede
Rotterdam
Den Haag
Utrecht
Aantal binnengekomen bezwaarschriften AwB
851
4.675
2.253
2.858
Percentage bezwaarschriften per inwoner
0,55%
0,80%
0,47%
0,97%
Doorlooptijd ambtelijk horen (weken)
n.v.t.
6,1
n.v.t.
11,9
Doorlooptijd commissie
7,0
10,3
10,7
n.v.t.
Tijdsbesteding (uren)
7,4
5,5
4,8
6,8
Afgedaan < wettelijke termijn
86%
93%
86%
56%
Norm
90%
n.b.
n.b.
n.b.
Pagina 11 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009 Bij het bezwaarproces kan gekozen om bezwaren ambtelijk af te doen of uiteindelijk voor te leggen aan een onafhankelijke bezwaarschriftencommissie. De wettelijke termijn als gevolg van de Awb is 10 weken indien sprake is van een onafhankelijke bezwaarschriftencommissie, 6 weken bij ambtelijk horen. Door B&W van Enschede is in januari 2005 als uitgangspunt vastgesteld dat er geen sprake kan zijn van een bezwaarsysteem zonder bezwaarschriftencommissie. Dit is de reden dat Enschede geen gebruik maakt van ambtelijk horen. Den Haag zit op dezelfde lijn, Rotterdam maakt gebruik van ambtelijk horen en via de commissie en Utrecht doet alleen ambtelijk horen. Bij de afgedaan binnen de wettelijke termijn scoort Rotterdam3 het hoogst, daarna Enschede4 en Den Haag. Bij het ambtelijk horen heeft Rotterdam de kortste doorlooptijd, bij de commissiezaken is Enschede het snelst met een doorlooptijd van 7 weken. Uitgedrukt in een percentage van het inwoneraantal (155.000) scoort Enschede samen met Den Haag het laagst met 0,55 % Wwb bezwaarschriften (851). De vergelijking met de G 4 benchmark gemeenten heeft als nadeel dat de gemeenten waaraan Enschede zich spiegelt een beduidend stuk groter zijn dan Enschede. Om dichter bij huis te blijven zijn ook gegevens meegenomen in dit onderzoek vanuit het regioproject samenwerking in de versnelling. Voor de juridische functie is een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd onder de netwerksteden en de regio organisatie. Over 2008 levert dit onderstaand beeld op. Enschede
Hengelo
Almelo
Inwoners
155.000
80.000
70.000
Aantal bezwaarschriften
1.551
516
609
Bezetting (fte)
10,3
6,3
7,5
Bezwaren / fte
150
81
81
De bezetting is bepaald op die activiteiten die door alle gemeenten nagenoeg onder dezelfde vergelijkbare omstandigheden wordt uitgevoerd. Dit onderzoek maakt duidelijk dat de schaalgrootte een van de mogelijke variabelen is voor beïnvloeding van de doelmatigheid. Dit pleit ervoor om op regionaal niveau verdere samenwerking te stimuleren onder andere gericht op nastreven van een zekere schaal grootte. De conclusies van het regionaal haalbaarheidsonderzoek van december 2009 sluiten hier echter niet bij aan. De onderzoekers zien dit als een gemiste kans vanuit doelmatigheidsoogpunt.
3 4
Rotterdam wordt 71% ambtelijk gehoord. Enschede: het aangegeven percentage is het gemiddeld van alle Awb en Wwb zaken.
Pagina 12 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
3.2
Is er een adequate sturing op de formatie bij toe- of afname bezwaren ?
De afdeling JZR heeft een zogenaamd “blind” markt aanbod. De afdeling JZR heeft geen enkele invloed op de omvang en de aard van het aantal bezwaarschriften. Er is geen link tussen de productie van beschikkingen van de vakafdelingen en de productieplanning voor JZR. Op basis van nieuw beleid of beleidswijzigingen ontstaat een indicatie van mogelijke bezwaren. Ontwikkeling van het aantal bezwaar- en beroepschriften
Indicatoren
Norm 31 december 2007
Aantal binnengekomen
31 december 2008
31 december 2009
-
985
1.551
1.225
% Afgedaan < 14 weken
90%
86,4%
85,7%
79%
% Afgedaan >14 weken
10%
13,6%
14,3%
21%
De stijging van het aantal bezwaarschriften in 2008 wordt vooral veroorzaakt door herindicaties in het kader van de nieuwe WMO. Het aantal zaken % op tijd in 2009 is vergeleken met 2008 6% lager. Dit heeft te maken met een resthoeveelheid uit 2008 (veel binnengekomen) die werd afgewerkt in 2009, vooral WMO zaken. Gezien de tendens van het verschuiven van taken naar de gemeente is de verwachting dat het aantal bezwaren in de komende jaren niet of niet veel daalt. Wat verder opvalt is dat de norm van 90% over meerdere jaren niet wordt gehaald, wellicht verdient herijking van de norm enige aandacht.
Ontwikkeling van het aantal fte (begrotingsbasis) Fte
2005
9.0
2006
8.1
2007
18.5
2008
18.2
2009
18.6
2010
19.0
In 2007 is de formatie explosief verschoven door feitelijke realisatie van de overgang van de DMO medewerkers naar DPGO. Deze overgang is in 2006 in gang gezet.
Pagina 13 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
Uit bovenstaande tabellen is op te maken dat bij gelijkblijvende formatie in 2007 en 2008 maar bij toename van de instroom van bezwaren de afhandeltermijnen in 2008 onder druk komen te staan. Daardoor en door slimmer werken (ervaren bemensing, projectmatige aanpak voor bepaalde bezwaren) evenals een hoge inzet van het team is voorkomen dat de hoge instroom heeft geleid tot ernstige problemen. Uit de interviews komt naar voren dat er bewust is gekozen geen extra formatie in te zetten omdat de termijnen “overall” goed bleven. Daarnaast wordt door het afdelingshoofd JZR aangehaald dat de inzet van veelal externe krachten geen wondermiddel is. De kosten hiervoor zijn hoog en het rendement niet direct aanwezig in verband met de lange inwerktijd. Er is gekozen is om meer simpele taken uit het takenpakket van de juristen te halen en onder te brengen bij de takenpakketten van de meer administratieve functies. Hierdoor kan bij piekdruktes sneller bijgeschakeld worden, bij krimp kan voldaan worden aan de detacheringsvraag die groeiende is vanuit de buurt gemeenten zonder dat de afhandelingtermijnen hiermee onder druk komen te staan. Uit de gesprekken met het afdelingshoofd JZR en de voorzitter van de bezwaarschriftencommissie wordt aangegeven dat de bezwaarschriftencommissie niet werkt met een groei – of krimp model. De capaciteitsbewaking wordt gedaan door het afdelingshoofd JZR en de voorzitter van de commissie. Momenteel bestaat de commissie uit 23 leden. De afdeling JZR plant de werkzaamheden over de leden van de commissie in op basis van een roulatiesysteem. Nieuwe leden worden geselecteerd in nauwe samenwerking met de voorzitter van de commissie. Het doeltreffend functioneren van de bezwaarschriftencommissie lijkt sterk samen te hangen met de gekozen hoor vorm. Er is onderscheid tussen het horen in de kleine kamer of in de volledige kamer. De kleine kamer bestaat uit een voorzitter, secretaris JZR, consulent DMO en de cliënt. De werkwijze is boter bij de vis, er kan direct besluit op een oorspronkelijk besluit worden genomen. De volledige kamer bestaat uit een veel groter aantal deelnemers vanuit de gemeente. Productiviteit en besluitvaardigheid zijn aanzienlijk lager dan de kleine kamer. De inzet van de verschillende kamers is afhankelijk van de complexiteit van de zaak. De jurist van JZR bepaalt uiteindelijk in welke kamer de zaak wordt behandeld. Er zijn geen gegevens voorhanden voor de verdeling van de zaken over de beide kamers. Zowel de voorzitter als het afdelingshoofd JZR geven aan dat de kleine kamer het meest bijdraagt aan het aantal intrekkingen, ook in relatie met de inzet op het mediation instrument. De volledige kamer roept meer weerstand op bij de bezwaarmaker en leidt tot minder intrekkingen. Aangehaald wordt dat uit een onderzoek van de Saxion Hogeschool onder bezwaarmakers blijkt dat dit beeld bevestigd wordt. Volgens dit onderzoek roept de volledige kamer roept veel weerstand op bij de bezwaarmaker en bevestigd het beeld van een bureaucratische en afstandelijke overheid.
Pagina 14 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
3.3
Is het resultaat van het preventieve beleid gericht op intrekkingen conform de verwachtingen ?
In 2007 heeft de afdeling JZR een begin gemaakt met een andere aanpak. Een aanpak waarbij gebruik gemaakt wordt van preventiebeleid gericht op het intrekken van bezwaren. Ervaringen van bijvoorbeeld de provincie Overijssel gaven duidelijk aan dat een meer communicatief ingestelde behandeling van bezwaren succesvol kan zijn. De begrippen mediation en mediationtechniek staan daarbij centraal. Alle medewerkers van de afdeling JZR zijn hierop in 2007 en 2008 getraind. In 2008 heeft deze nieuwe aanpak geleid tot een verdubbeling van het aantal intrekkingen van bezwaarschriften. In 2008 trok circa 60% van de bezwaarden het bezwaarschrift in voor de zitting (voorheen was dit 30%). Het is gebleken dat de helft van de 60% intrekt omdat men alsnog gelijk krijgt of in onderling overleg een alternatieve oplossing wordt gevonden. De andere helft trekt de bezwaren in omdat door de goede uitleg duidelijk wordt dat het gewenste resultaat niet via de bezwaarprocedure kan worden bereikt. Uit de landelijke benchmark blijkt dat het percentage ingetrokken zaken het hoogst is in Enschede vanwege de alternatieve wijze van bezwaarbehandeling. De benchmark geeft hierbij als motivatie aan dat “direct na binnenkomst van de zaak contact wordt opgenomen met de bezwaarmaker. Waar mogelijk wordt het bezwaarschrift afgedaan zonder hoorzitting”. Het percentage formeel gegrond zaken is in Enschede het laagst van alle deelnemers. Een ander oogmerk van de bezwaarprocedure is de zeefwerking***. De rechters in ons land hebben het druk en bovendien is rechtspraak duur. Door de bezwaarprocedure als verplichte voorprocedure voor te schrijven vermindert het aantal zaken dat voor de rechter verschijnt. De zeefwerking blijkt voor nagenoeg alle wettelijke regelingen een positief effect te hebben op reductie van het aantal rechtszaken.
Pagina 15 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
Beroepsprocedures Awb bezwaarschriften 2008
Rotterdam
Enschede
Utrecht
Zeefwerking bezwaarprocedure*** (Percentage beroepschriften)
5.8%
1.4%
8.3%
% beroepszaken gemeente gelijk gesteld
68%
80%
73%
Zeefwerking bezwaarprocedure*** (Percentage beroepschriften)
9.3%
4.7%
16.7%
% beroepszaken gemeente gelijk gesteld
68%
65%
74%
Beroepsprocedures Wwb bezwaarschriften 2008
In Enschede is het aantal beroepszaken het laagst, waarbij de gemeente Enschede in respectievelijk 80% en 65 % van de gevallen in het gelijk wordt gesteld. Maar 1,4 % en 4,7 % van de bezwaarmakers gaat in beroep. De belasting van de rechterlijke macht is hierdoor in Enschede beduidend lager dan in de vergelijkingsgemeenten Rotterdam en Utrecht. Al met al geeft de benchmark rapportage 2008 aan dat de door de gemeente Enschede gehanteerde alternatieve aanpak effect sorteert. Bij dit positieve signaal vanuit de benchmark worden door de onderzoekers een tweetal kanttekeningen geplaatst. De eerste kanttekening komt vanuit de hoek van de informatieverzorging en de tweede kanttekening vanuit de hoek van de Commissie bezwaarschriften. Er is nagelaten door de afdeling JZR om het bestuur nadrukkelijk te betrekken en deelgenoot te maken van de gunstige effecten van de invoering van de alternatieve geschillenoplossing. Er is wel volgens de reguliere planning en controlcyclus gerapporteerd aan het college, maar de toch wel opmerkelijke effecten van de beleidsbijstellingen hadden een actievere informatieverzorging wel gerechtvaardigd. Wellicht heeft de nuchtere volksaard hier mee te maken maar waar ook perceptie een rol speelt moet de ambtelijke organisatie ook scherp zijn op de promotie van haar eigen verdiensten. Aanbevolen wordt om acties te ondernemen om de bestuurlijke sensitiviteit van de dienst te verhogen.
Pagina 16 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009 Als tweede kanttekening komt vanuit de Commissie bezwaarschriften (jaarverslag 2007/2008) het commentaar dat bij de behandeling van een aantal zaken dezelfde onvolkomenheden jaarlijks terugkeren. Het jaarverslag zegt hierover: ”Vooral op het gebied van de werk- en bijstand speelt de terugkerende gebrekkige kwaliteit van de primaire besluiten (vooral daar waar afgeweken wordt van de standaard) de boventoon. Ondanks de inzet van werkgroepen is er nog weinig structureel resultaat te zien”. De geïnterviewden van de vakafdelingen geven aan dat de conclusie van de Commissie bezwaarschriften zoals hierboven aangehaald anders wordt beleefd en ervaren. De onderzoekers gaan mee in het argument van de geïnterviewden dat het hierbij om relatief kleine aantallen gaat. Echter, door de onderzoekers zijn geen bewijzen gevonden waaruit blijkt welke maatregelen er zijn genomen naar aanleiding van de rapportage van de Commissie bezwaarschriften en sterker, hoe effectief de maatregelen zijn of zijn geweest. Daarnaast blijkt uit de gesprekken dat er door de vakafdelingen geen of nauwelijks informatieuitwisseling is op dit terrein met de leden van de Commissie bezwaarschriften. Vooral het feit dat, ondanks de inzet van werkgroepen en ondanks de relatief kleine aantallen die structureel fout gaan, er weinig tot geen verbeteringen worden bereikt is zorgwekkend vanuit oogpunt van lerend vermogen en open staan voor feed back. De kwaliteit in de primaire besluiten moet in de aansturing centraal staan.
Pagina 17 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
3.4
Is de integratie van de bezwaar- en beroep activiteiten adequaat uitgevoerd ?
Voor de centralisatie van de bezwaar- en beroepsactiviteiten lagen de afhandeltermijnen gemeentebreed ver boven de landelijke normen. Mede door een hoge prioriteit vanuit B&W en CMT in de jaren 2002 en 2003 zijn de afhandeltermijnen binnen de normen gebracht. In de jaren 2004 was er weer een terugval waardoor in 2005 met behulp van veel externe inhuur de achterstanden zijn weggewerkt. De fasegewijze werkmethode met deeltermijnen zorgde voor dusdanige logistieke intensieve trajecten dat de afhandeltermijnen niet of nauwelijks haalbaar bleken. Om die reden is een voorstel gemaakt voor integratie van de activiteiten en te kiezen voor een procesverantwoordelijke op de totale doorlooptermijn. Dit voorstel is in oktober 2005 behandeld door het CMT. Het gekozen eindscenario voor JZR van eind 2005 is nog niet gerealiseerd. Tot op heden is de concentratie van de juridische functie niet voltooid zoals beoogd. In de CMT besluitvorming van oktober 2005 is voor de overgang van de DSOB de afspraak gemaakt dat een nadere uitwerking gemaakt moet worden. Dit in afwijking van de DMO taken die direct zijn overgegaan met de start van JZR. Er is voor een overgangsfase voor de DSOB activiteiten gekozen, volgens de memo Bezwaar in Enschede (september 2005), door de veelheid aan onderwerpen, de zeer specifieke vakdeskundigheid en het feit dat het bij de DSOB om relatief kleine aantallen gaat. Het proces van integratie van de DSOB activiteiten verloopt niet goed. Er wordt onvoldoende tempo gemaakt om de integratie binnen een redelijk overzienbare termijn af te ronden. De reden voor deze stagnatie is vanuit de gesprekken met de geïnterviewden niet geheel duidelijk geworden. De aanbeveling is om vooral nu tempo te maken op het dossier DSOB en het traject in de BVV reorganisatie af te ronden.
Pagina 18 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
3.5
In gang gezette veranderingen en/of verbeteringen
Vanaf de oprichting van JZR in 2006 is een continue doorgroei traject doorlopen. Belangrijkste wijziging is de instelling van een mediation pool die moet bijdragen aan de verdere professionalisering van de alternatieve geschillenwerkwijze en de aanstelling van een advocaat in dienstbetrekking. Andere activiteiten waaraan gewerkt wordt zijn: •
Momenteel loopt er een onderzoek vanuit het ministerie BZK naar de burgertevredenheid over de alternatieve aanpak van bezwaar afhandeling, de resultaten worden verwacht in het voorjaar 2010.
•
Verdere kennisverdieping in specifieke taakvelden van de DSOB.
•
Onderzoek naar structurele elementen uit bezwaarschriften uit afgelopen jaren.
•
Verfijnen en verdiepen van de mediation technieken.
•
Opleiden van stagiaires voor doelmatig opvangen van pieken in de werkzaamheden.
•
In 2010 zal met de netwerksteden worden uitgewerkt waar samenwerking op juridisch gebied voordelen biedt. Enschede zal daarbij gelet op de grootte een belangrijke rol kunnen spelen. We gaan in ieder geval door net het uitlenen van juristen aan de collega-netwerksteden bij capaciteitsproblemen daar.
•
Het project “Praktijkmodule Rechtsbescherming” (bestuurskunde)met Saxion Hogescholen zal in 2010 worden voortgezet wegens groot succes. Besprekingen over uitbreiding naar andere studierichtingen zijn gaande.
•
Ook in 2010 zal weer ruim de gelegenheid worden geboden aan stagiaires. Er is standaard ruimte voor twee juristenstagiaires.
•
Doorgaande beheerste ontwikkeling van verschuiving van eenvoudig juridisch werk naar de ondersteuning.
•
Ten slotte zal waar het gaat om bezwaar en beroep stabilisering van de processen nog de nodige aandacht vragen.
Daarnaast speelt nu begin 2010 de discussie over de organisatorische plaatsing van de afdeling JZR in de nieuwe programmastructuur. Aansluiting wordt gezocht bij de beste omstandigheden waarin de afdeling verder kan professionaliseren en ook de juridische interne dienstverlening verder kan doorontwikkelen. JZR gaat er vanuit dat er een grotere centrale juridische afdeling zal worden geformeerd.
Pagina 19 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
4 Conclusies en aanbevelingen De centrale vraag ”hoe presenteert de Gemeente Enschede op het terrein van behandeling van bezwaar en beroep in vergelijking met andere gemeenten ? is uitgewerkt in vier onderzoeksvragen. Hieronder wordt ingegaan op de uitkomsten van de vier onderzoeksvragen. Onderzoeksvraag 1. Ten aanzien van de vraag of landelijk gezien de afhandelingtermijnen en personele inzet conform de norm zijn is het antwoordt dat landelijk gezien JZR goed scoort en daarmee de normen gehaald worden. Hierin speelt mee dat landelijk gezien bij de behandeling van bezwaren waarbij de Commissie bezwaarschriften betrokken is de gemeente Enschede het snelst is met de doorlooptijden waarbij de afhandelingtermijnen binnen de gestelde normen blijven. Over de personele inzet valt te concluderen dat in 2008 het aantal binnengekomen bezwaren fors gestegen is ten opzichte van 2007, deze hoeveelheid bezwaarschriften is met dezelfde personele inzet binnen nagenoeg gelijkblijvende afhandeltermijnen afgehandeld. Daarnaast is gebleken dat de productiviteit over 2008 van de afdeling JZR ten opzichte van 2007 een stuk is toegenomen, desondanks is JZR in vergelijking met de andere landelijke G 4 benchmark gemeenten minder productief per fte/jaar. Er is een relatie tussen de werkmethode van mediation, de schaalgrootte van de gemeente en de mate van efficiency bij de afhandeling van bezwaarschriften. In regionaal verband is hierna in 2009 een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. De resultaten van het haalbaarheidsonderzoek gaan niet in op de kansen van efficiency verhoging, dit lijkt een gemiste kans.
Onderzoeksvraag 2. Op de vraag of er een adequate sturing is op de formatie bij toe- en afname van het aantal bezwaarschriften is, afgaande op het jaar 2008 in vergelijking met voorgaande jaren, dat in 2008 bij toename van het aantal bezwaarschriften een adequate sturing heeft plaatsgevonden door JZR. De ingevoerde nieuwe werkwijze blijkt voldoende flexibiliteit te creëren in de bedrijfsvoering. Daardoor kan de aanwas van bezwaren binnen een acceptabele bandbreedte van de doorlooptijden opgevangen worden binnen de bestaande formatie. De organisatie kan bij krimp in de aanvoer van bezwaren ervaren krachten gemakkelijker detacheren bij buurgemeenten doordat de werkzaamheden zo ingericht zijn dat de relatief simpeler taken op een lager niveau uitgevoerd kunnen worden.
Pagina 20 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009 De adequate sturing wordt tevens bevestigd door het algemene beeld vanuit de landelijke G 4 benchmark. Het beeld is dat bijna alle deelnemers betere resultaten laten zien dan bij de vorige benchmark van 2007. Voor de gemeente Enschede geldt dit op productiviteitsgebied en de verdere investering in de alternatieve geschillenoplossing.
Onderzoeksvraag 3. Op de vraag of het resultaat van het preventieve beleid gericht op intrekkingen conform de verwachtingen is het antwoord dat met de alternatieve afdoening (mediation) de afdeling JZR van de gemeente Enschede landelijk gezien hoge ogen gooit. Veel meer zaken dan voorheen worden ingetrokken en minder vaak maakt de burger de gang naar de rechter. Het resultaat van het preventieve beleid is in 2008 een verdubbeling van het aantal intrekkingen ten opzichte van 2007. Of dit ook leidt tot een hogere tevredenheid van de bezwaarmakers is niet duidelijk geworden in dit onderzoek. Wel naar voren is gekomen bij deze onderzoeksvraag, wellicht overvallen door het succes, dat Dienstverlening voor Publiek en Gemeentelijke Organisatie (DPGO) in de bestuurlijke sensitiviteit nog een slag kan maken. (JZR is op onderdelen één van de beste van het land maar niemand die het weet!). Vooral het grote positieve effect van mediation technieken en dergelijke op de zeefwerking zijn bestuurlijk gezien zeer interessant. In de schaduw hiervan komt verder naar voren uit het onderzoek dat de aanpassingen of verbeteringen die worden doorgevoerd bij de vakafdelingen van de diensten leiden over achtereenvolgende jaren niet leiden tot een positiever oordeel van de bezwaarschriftencommissie over de kwaliteit van de primaire besluiten. Aanbevolen wordt dan ook om nog meer dan nu het contact op te zoeken met de bezwaarschriftencommissie om daarin de uitwisseling van argumenten op gang te brengen en te houden.
Onderzoeksvraag 4. Over de vraag of de integratie van de bezwaar- en beroep activiteiten adequaat is uitgevoerd is het antwoord positief voor de DMO onderdelen en overwegend negatief voor zover het de DSOB onderdelen betreft. De uitwerking naar aanleiding van de besluitvorming in het CMT van oktober 2005 is onvoldoende Smart geweest. De beoogde integratie van de bezwaar- en beroep activiteiten is voor de DSOB activiteiten (nog) niet gerealiseerd. Aanbevolen wordt om de afronding hiervan te prioriteren in de jaarplanning 2010.
Pagina 21 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
Aanbevelingen
Aanbeveling 1-1: Bevorderen van de regionale samenwerking op de kwetsbare en de veel specialistische processen. Maak de hoogwaardige specialisten rendabel op regionale schaal met behoud van de processen gericht op de alternatieve werkwijze (=mediation) op plaatselijke schaal (onderzoeksvraag 1). Aanbeveling 2-1: Zorg voor tijdig en volledig inzicht in de planningen van versturen van (bulk) beschikkingen bij de vakafdelingen. Zoals bij een nieuwe ronde van de WMO. (onderzoeksvraag 2).
Aanbeveling 3-1: Zorg voor een evenwichtige sturing waarbij de kwaliteitsvorming van de primaire besluitvorming altijd centaal staat. (onderzoeksvraag 3). Aanbeveling 3-2: Onderzoek of de effecten van alternatieve geschillenafdoening een positief effect heeft op de burgertevredenheidsscore. (onderzoeksvraag 3). Aanbeveling 3-3: Zorg voor verhoging van de bestuurlijke sensitiviteit naar het bestuur over succesvolle effecten van beleidsbijstellingen. (onderzoeksvraag 3). Aanbeveling 3-4: Organiseer een moment waarin het jaarverslag van de Commissie bezwaarschriften besproken wordt met de belangrijkste betrokkenen en stel in ieder geval vast welke bevindingen binnen de invloedssfeer van de vakafdeling liggen en kunnen worden meegenomen en welke niet. (onderzoeksvraag 3). Aanbeveling 4-1: Het in de laatste fase verkerende organisatieveranderingstraject voor de integratie van de bezwaar- en beroepsactiviteiten prioriteren en realiseren.
Algemene aanbeveling -
Voor meer taak volwassenheid op de uitvoering van doelmatigheidsonderzoeken moeten binnen de nieuwe programmaorganisatie doelmatigheidsonderzoeken niet alleen planmatig maar ook in de uitvoering meer centraal aangestuurd en uitgevoerd worden.
Pagina 22 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
5 Bijlagen
Bijlage I: Organigram
Pagina 23 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009 Bijlage II: Overzicht documenten Bezwaar & Beroep 2009 Document
Datum
Verordening inzake behandeling van bezwaarschriften
1-7-2003
Jaarverslag commissie bezwaarschriften 2007-2008
Juni 2009
CMT verslag en nota Bezwaar in Enschede
12-10-2005
Benchmark bezwaarschrift behandeling 2008
27-10-2009
Evaluatieverslag DSOB directie
28-10-2008
Jaarplan TRB 2009, onderdeel van jaarplan JPO
Maart 2009
Openstaande actiepunten JPO (rekening 2008)
Mei 2009
Begrotingen / maraps / rekeningen 2006 – 2009
2006 - 2009
Samenwerking in de versnelling: regionaal haalbaarheidsonderzoek juridische functie
December 2009
Pagina 24 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009 Bijlage III: Overzicht interviews doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
Datum
Geïnterviewde
Organisatie onderdeel
12 oktober 2009
Berndt Schot
DMO
2 november 2009
Jan de Boer
DMO
2 november 2009
Herman Bosman / Ninke v/d Kooy
CS
5 november 2009
Marcel Snellenburg / Abigael Lasscher
DSOB
12 november 2009
Jan Sanders
Voorzitter Commissie Bezwaarschriften
Periodiek
Tjebbe Bakker
DPGO
Ad hoc
Marianne Reeuwijk
DPGO
20 november 2009
Herman Kruijt
DPGO
Pagina 25 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7
Doelmatigheidsonderzoek Bezwaar & Beroep 2009
Bijlage IV: Begrippenlijst
Wwb
Wet werk- en bijstand
Awb
Algemene wet bestuursrecht
JZR
Juridische- Zaken en Rechtsbescherming (voorheen TRB)
TRB
Team rechtsbescherming (tot 1-9-2009)
B&B
Bezwaar & Beroep
WVG
Wet voorziening gehandicapten
WMO
Wet maatschappelijke ontwikkeling
HRM
Human resource management (voorheen JPO)
JPO
Juridische- en Personele ondersteuning (tot 1-9-2009)
DPGO
Dienstverlening Publiek en Gemeentelijke Organisatie
DSOB
Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer
DMO
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
B&W
Burgemeester en wethouders
FDC
Financieel Diensten Centrum (voorheen AK)
AK
Administratie Kantoor (tot 2007)
(Niet) ontvankelijk
(Niet) Vatbaar voor berechting
Hoorzitting
Luister zitting
Pagina 26 van 26
DEFINITIEF
Versie 0.7