Rapport audit onderwijs ondersteuningsprofiel IVO Naam onderwijsvoorziening: De Lochtenbergh
Datum bezoek: 18 september 2013 In opdracht van: SWV PO 30-04 Tilburg e.o.
Rapporteur: Ina Latuputty M&O-groep, ‘s-Hertogenbosch September 2013
Inhoudsopgave 1. Inleiding .................................................................................................................... 2 2. De opbrengsten van het schoolbezoek ..................................................................... 4 2.1 Het onderwijsconcept .......................................................................................... 4 2.2 De voorzieningen op de vijf velden .................................................................... 11 3. Grenzen en groeimogelijkheden van de school....................................................... 16 3.1 Groeimogelijkheden en grenzen v.w.b. onderwijsconcept ................................. 17 3.2 Karakterisering van de voorzieningen op de vijf velden ..................................... 21 4. Tot slot .................................................................................................................... 26 Bijlage 1: Enkele landelijke kengetallen ...................................................................... 28 Bijlage 2: Speciale onderwijsondersteuning per schoolprofiel ..................................... 29
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
1
1. Inleiding Uw school1 biedt onderwijsondersteuning aan leerlingen die speciale onderwijsbehoeften hebben. Wanneer uw school tegen haar grenzen aanloopt, is er de mogelijkheid om de leerling en zijn of haar ouders2 te verwijzen naar een andere school, een school voor speciaal (basis)onderwijs. Scholen verschillen in de onderwijsondersteuning die zij (kunnen) bieden. Uit verwijsgedrag van scholen bijvoorbeeld blijkt dit heel duidelijk: een leerling waarbij de ene school tegen de grenzen van haar onderwijsondersteuning aanloopt, kan op een andere school zonder al te veel inspanning passend onderwijs krijgen. Soms is de reden makkelijk aanwijsbaar: een school in een gebouw met veel trappen en weinig ruimte is niet zomaar passend voor een leerling in een rolstoel. Maar meestal is het lastiger om aan te geven wanneer een leerling niet, en wanneer wel, op de school terecht kan. Zowel voor de school zelf, als voor ouders en voor de bovenschoolse organisatie die het bovenschoolse netwerk van ondersteuningsvoorzieningen inricht (schoolbestuur, samenwerkingsverband po, regionaal netwerk Passend Onderwijs), is het van belang te weten waar de school staat voor wat betreft de onderwijsondersteuning en wat mogelijkheden zijn om de onderwijsondersteuning te versterken en eventueel uit te breiden. In de audit is gekeken naar de ‘match’ tussen de onderwijsbehoeften3 van de leerlingen uit het voedingsgebied van de school met het onderwijsaanbod van de school. Deze match tussen vraag en aanbod is in kaart gebracht in termen van kenmerken van het ondersteuningsaanbod, van de school dus. Het profiel van het ondersteuningsaanbod van een reguliere school wordt bepaald door: de mate waarin het onderwijsconcept bijdraagt aan het zich geaccepteerd voelen van de leerling met speciale onderwijsbehoeften; de positie op vijf velden van onderwijsbehoefte: 1. de hoeveelheid aandacht/handen in de groep; 2. speciale onderwijsmaterialen; 3. de ruimtelijke omgeving; 4. expertise; 5. samenwerking met externe instanties die zich ook met de ondersteuning voor het kind bezighouden.
1
Waar in dit rapport kortheidshalve staat ‘school’ wordt steeds bedoeld ‘school of andere eenheid van onderwijsondersteuning’. 2 Waar in dit rapport kortheidshalve staat ´ouders´ wordt steeds bedoeld ´ouders of verzorgers´. 3 De onderwijsbehoefte is de instructie en ondersteuning die de leerling in de onderwijssituatie nodig heeft om een volgende stap te kunnen maken in het eigen proces van cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
2
Informatie over deze kenmerken is verzameld door: een documentenanalyse (schoolplan, schoolgids, inspectierapport, website); een half gestructureerd interview/gesprek, het gesprek is gevoerd met: Andy de Graaf (directeur), Justin Vliegenhart (adjunct directeur), Marije van Berlo (intern begeleider), Lineke Leemans (intern begeleider), Marga van Dun (leerkracht, bovenbouwcoördinator, MR-lid), Soumaya Chentouf (ouder, MR-lid); half gestructureerde observaties in de Parelgroep (voorziening SO cluster 3), groep 1/2 en groep 4, met name ter ondersteuning van de bevindingen over het gehanteerde onderwijsconcept en het daarbij horende klassenmanagement; een gesprek met een gedeelte van het schoolteam waarin de opvattingen rond en het draagvlak voor het onderwijs aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften aan de orde komt. In het gesprek met het schoolteam zijn de eerste indrukken vanuit het interview en de observaties verwerkt. In dit rapport doen wij verslag van onze bevindingen. Wij wijzen er op dat de informatieverzameling weliswaar uitgebreid en veelzijdig was, maar beperkt is door het karakter van een momentopname.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
3
2. De opbrengsten van het schoolbezoek 2.1 Het onderwijsconcept Korte karakterisering van de school Basisschool de Lochtenbergh is een Brede School met een peuterspeelzaal, gesitueerd in het westelijke deel van de wijk Stokhasselt in Tilburg-Noord. De peuterspeelzaal valt onder het bestuur van Kinderopvanggroep Kinderstad. De populatie in de wijk heeft een diversiteit aan nationaliteiten. Met elkaar vertegenwoordigen de leerlingen op de school ruim 20 nationaliteiten. Bij binnenkomst valt het oog op een panneau waar bezoekers in verschillende talen welkom worden geheten. Het doel van de Brede School is kansen te bieden aan alle kinderen om zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen en waarbij hun talenten worden ontplooid. Het team heeft oog voor elk individu en de samenleving waarin elke persoon opgroeit en spreken dit uit: "Kansen in een kleurrijke en zorgzame omgeving". De Brede School is belangrijk voor de wijk. Er wordt gekeken naar inhoud en er wordt nauw samengewerkt met twee andere basisscholen in de buurt. De school telt 307 leerlingen (teldatum 01-10-2013) en zij zijn voornamelijk afkomstig uit de wijk Stokhasselt. De leerlingen zijn verdeeld over 17 groepen: 5 combinatiegroepen 1/2, van groep 3 tot en met 7 zijn er elk twee klassen, een enkele groep 8 en de Parelgroep. Deze aparte groep is een speciale voorziening vanuit het Speciaal Onderwijs cluster 3 waar zeven leerlingen met een cluster 3-indicatie onderwijs volgen. De lessen worden gegeven door gecertificeerde SO-leerkrachten en een onderwijsassistent. De leerlingen integreren op diverse momenten van de dag in de reguliere groepen. In het bepalen van het ondersteuningsprofiel van de Lochtenbergh is deze groep buiten beschouwing gelaten. Dit zou immers een sterk vertekend beeld geven in het bepalen van het schoolondersteuningsprofiel. De Parelgroep neemt echter wel een belangrijke plaats in. De leerlingen integreren in de klassen bij activiteiten waar het sociaal-emotionele gedeelte aan bod komt. Sommige leerlingen participeren indien mogelijk ook in de groep voor de leervakken. Indien relevant wordt in dit rapport de situatie van de Parelgroep apart vermeld. Op dit moment is onduidelijk hoe deze voorziening in de toekomst zal worden gefinancierd. De Parelgroep is een verrijking binnen de school voor alle leerlingen en de teamleden. Binnen het samenwerkingverband zijn er nog twee scholen met vergelijkbare speciale groepen, te weten basisschool Tiliander en basisschool de Wegwijzer. De audits zullen op dezelfde wijze verlopen. In de school wordt gewerkt met het leerstofjaarklassensysteem. Zeer zwakkere leerlingen werken met individuele leerlijnen (OPP). De meerbegaafde leerlingen krijgen extra aandacht in een aparte groep, te weten de Toermalijngroep. De school is gebouwd in 2007. Op het plein staan twee noodlokalen. De peuterspeelzaal en de school hebben elk hun eigen speelplein. Het schoolgebouw oogt ruim en licht. Naast de lokalen, de leerkrachtenruimte en werkkamers is er een gemeenschappelijke ruimte met een mobiel podium. Deze kan kleiner worden gemaakt door een schuifwand. Niet alleen leerlingen maken hier gebruik van. Ook ouders zijn er welkom om deel te nemen aan diverse activiteiten in de zogenaamde Ouderkamer.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
4
De organisatie is in handen van coördinator Ouderkamers Stokhasselt. Zij is in dienst van De Twern. De coördinator Brede School onderhoudt nauwe contacten met de coördinator Ouderkamer. De Ouderwerkgroep is uiteraard ook nauw betrokken bij de Ouderkamer. Het team wil ouders op deze manier zoveel mogelijk betrekken bij het onderwijs en (school)activiteiten. Zo wordt aan allochtone ouders bijvoorbeeld Nederlandse les gegeven. De school wil de drempel voor ouders laag houden, gezamenlijk optrekken en samen de verantwoordelijkheid dragen voor de vorming en opvoeding van de leerlingen. In hoeverre heeft de school te maken met verschillen tussen leerlingen? Naar schatting van de geïnterviewde medewerkers is het niveau van leren over het geheel van de school op het landelijk gemiddelde niveau van de Cito score (Cito B laag tot C). Voor de vakken rekenen en begrijpend lezen blijft de score iets aan de lage kant. Op de Cito eindtoets is de score net boven het landelijk gemiddelde. Binnen de klas is er sprake van grote verschillen op het gebied van leren. Meer dan 7 leerlingen functioneren op verschillende niveaus. De groepen zijn hierdoor sterk heterogeen te noemen. De leerkracht heeft oog voor elk individu. Eén van de sterke kanten van het schoolteam is dat zij feeling hebben met de doelgroep. Enkele vragen in het interview richtten zich op de leerlingen die vanwege hun gedrag zodanig speciale aandacht nodig hebben, dat dit structureel extra inzet vraagt van de leerkracht. De schatting van het aantal van deze leerlingen is zeer hoog. Per klas varieert dit van 3 tot 11 leerlingen, waarvan ongeveer 4 leerlingen met externaliserende gedragsproblemen. De aandacht die op gedrag gevraagd wordt richt zich vooral op begrenzing van het gedrag, inzicht krijgen in eigen gedrag en het effect daarvan op de ander, inzicht krijgen in gedrag van de ander, stimuleren tot activiteit, de motivatie en de taakaanpak. De school geeft lessen sociale vaardigheden voor een groepje leerlingen. Op dit moment nemen acht leerlingen hieraan deel. De school biedt structuur waar alle leerlingen baat bij ondervinden. Er zijn leerlingen die in de vakantie graag naar school zouden willen gaan, vanwege de structuur en de rust die de leerling er vindt. Ouders willen deze structuur ook bieden. Een aantal van hen zijn daadwerkelijk in staat overzicht en rust binnen het gezin te geven, een deel vindt dit vaak lastig. Daarnaast bevindt zich een groep ouders die zorgmijdend zijn en waar de school heeft te maken met taboes binnen een gezin of cultuur. De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is heterogeen. Zoals gezegd zijn er meer dan twintig nationaliteiten. De meesten komen uit Marokko, Turkije, Somalië, Suriname, de Antillen, de Molukken, Irak, Iran, Afghanistan, Servië, Montenegro en Polen. Daarnaast is er een klein aantal autochtone leerlingen waarvan de ouders de weg vinden naar de multiculturele school en het een goede school vinden voor hun kinderen. De sociaal-economische achtergrond van de leerlingen wordt vooral gekenmerkt door ouders met een lage opleiding. De wijk Stokhasselt is één van de vijf impulswijken in Tilburg. Een groot aantal ouders heeft geen werk, er is sprake van verborgen armoede, financiële problemen, opvoedingsproblemen, gescheiden, samengestelde en eenoudergezinnen en een groot deel van de ouders beheerst de Nederlandse taal onvoldoende. De wijk wordt gekenmerkt door sociale huurwoningen.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
5
Voortdurend stroomt een aantal gezinnen door naar andere wijken. Er zijn ouders die echter bewust in de wijk blijven wonen en er samen wat van willen maken. De wijk Stokhasselt ziet er goed onderhouden uit. Door financiële hulp vanuit diverse instanties wordt dit deels mogelijk gemaakt. De Lochtenbergh is een plek waar kansen voor alle leerlingen en hun ouders wordt geboden. Het schoolteam is hierbij gericht op de samenwerking met ouders. De intern begeleiders van de school besteden veel tijd aan de thuissituatie met betrekking tot thuiszittende leerlingen of wanneer er een AMKmelding is gedaan. De Ouderkamer organiseert elke week voor ouders activiteiten op school. Inmiddels bestaat deze groep uit een vaste kern. De school wil ook de overige ouders bereiken en betrekken. Tijdens het gesprek vertelde de aanwezige ouder dat veel ouders die de Ouderkamer niet bezoeken verrast waren vanwege de activiteiten die voor hen worden georganiseerd. Door mond tot mond reclame werden zij door ouders op de hoogte gebracht van hun ervaringen op de inhoudelijke activiteiten. Ouders hebben een aandeel in de Ouderkamer. Zij worden geactiveerd om mee te denken en zelf met voorstellen te komen voor de inhoudelijke invulling. De directie verricht grote inspanning om zowel voor als samen met leerlingen en ouders ondersteuning te bieden in de school- en thuissituatie. Hiervoor moet o.a. onderbouwde plannen worden geschreven en worden gezocht naar financieringsgelden. De school betrekt nu de gelden vanuit de achterstandsondersteuningsgelden via de gemeente Tilburg, extra financiën vanwege de zgn. Vogelaarswijk, toegekende gelden op basis van de leerlingweging, extra gelden voor het aanstellen van een vakleerkracht sport die deels afkomstig zijn van de gemeente, inkomsten vanuit het samenwerkingsverband en vanuit de leerlinggebonden financiering. De extra handen in de school dragen o.a. bij aan het geven van passende ondersteuning aan de leerlingen. De druk onder het personeel zal groter worden wanneer deze middelen zullen wegvallen. Het schoolteam blijft desalniettemin optimistisch denken. De Lochtenbergh telt 52 leerlingen met een leerlingengewicht van 0,3 en 123 leerlingen met een gewicht van 1,2. Hiermee heeft ruim 56 procent leerlingen een gewicht, landelijk is dit 12,8 procent, ofwel drie keer zoveel als het landelijk gemiddelde. Onderstaande tabellen geven een overzicht m.b.t.: het aantal clusterleerlingen in de afgelopen vier jaar in- en uitstroom van de Parelgroep de verwijzingen De aantallen afgegeven beschikkingen SBO-leerlingen en ‘rugzakjes’ op de school zijn als volgt: Afgegeven beschikkingen SBO SO cluster 1 SO cluster 2 SO cluster 3 excl. de Parelgroep SO cluster 3 incl. de Parelgroep SO cluster 4
2009-2010 0 1 1 0
2010-2011 6 0 0 1
2011-2012 5 0 0 0
2012-2013 1 0 0 0
2013-2014 1 1 0
7
8
7
7
7
0
0
0
3
1
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
6
In- en uitstroom van de Parelgroep Instroom vanuit SO cluster 3 Uitstroom naar SO cluster 3
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
3 1
1 3
2 1
4 3
De Lochtenbergh heeft dit schooljaar drie leerlingen met een ‘rugzakje’, de leerlingen van de Parelgroep niet meegerekend. Dit komt overeen met het landelijk beeld (ruim 0,9% tegenover 1% landelijk). Over het geheel genomen, is de leerlingenpopulatie van De Lochtenbergh te karakteriseren als relatief sterk heterogeen (in vergelijking met Nederlandse scholen in het algemeen).
Hoe wordt binnen de school op speciale onderwijsbehoeften gereageerd? De school werkt volgens het principe van de 1-zorgroute en focust zich hierbij op opbrengstgericht werken. De leerlingen die speciale aandacht nodig hebben krijgen dit vooral: met individuele aandacht, in dezelfde ruimte, maar apart van de groep (instructietafel) met groepsaandacht in homogene subgroepen (niveaugroepen) En dus niet of nauwelijks: met individuele aandacht geïntegreerd in de groepsaanpak met individuele aandacht, in een andere ruimte dan de groep. Buiten de groep geeft de RT-er beperkt individuele aandacht aan leerlingen met bijvoorbeeld een OPP of LGF-indicatie. De school kiest bewust voor het maken van kleinere groepen waaraan ondersteuners worden gekoppeld. Voor een bepaald vakgebied geven zij begeleiding binnen de groep aan één leerling of een groepje leerlingen. Bij de aanname van leerlingen met LGF of een speciale onderwijsbehoefte, worden de leerlingen op grond van de volgende afwegingen verdeeld over de groepen: Volgorde 1. De speciale behoefte van de leerling. van 2. De onderwijsondersteuning expertise van de leerkracht. afweging 3. De vraag van de ouders. 4. De limitering van aantallen leerlingen met LGF per groep.
Bij de aanname van een LGF-leerling die afkomstig is van een andere basisschool zal altijd informatie worden opgevraagd over deze leerling. De aanname wordt gecoördineerd en bepaald door de directie en de intern begeleider. Dit gebeurt wel in samenspraak met ouders. De school vraagt minder vaak een ‘rugzakje’ aan omdat leerkrachten in staat zijn om te gaan met verschillende problemen. Wanneer een leerkracht of het team handelingsverlegen is en niet kan voorzien in de onderwijsbehoeften, dan pas wordt een leerlinggebonden financiering aangevraagd. In de volgende tabel staat per regel een dimensie weergegeven, met links en rechts de uitersten op de dimensie. Tijdens het interview is gevraagd aan te geven waar de school staat: duidelijk links, enigszins links, enigszins rechts, duidelijk rechts.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
7
Gevraagd werd om globaal te kijken naar de school en zo mogelijk een duidelijke richting aan te geven. x = de school, p = Parelgroep. Onderwijsconcept Overdragen van kennis Kennis verwerven Klassikaal leren Sturing van het leren door de lkr Alle leerlingen op bepaald basisniveau brengen Leerstof bepaalt de leerweg Nadruk op gestructureerde opdrachten Beoordeling van prestaties o.b.v. gelijke normering Beoordeling door de leerkracht Evaluatie onderwijs o.b.v. leervorderingen groep Evaluatie onderwijs door de lkr
1 p
2 p + x x x
3
4
p
p+x p+x x p
p
Beginsituatie van de leerling bepaalt de leerweg Nadruk op vrije opdrachten
p
Beoordeling van leervorderingen o.b.v. beginsituatie van leerlingen Zelfbeoordeling door de leerling Evaluatie onderwijs o.b.v. leervorderingen individuele leerling Evaluatie samen met leerlingen
x
x p+x x
x
Zelf ontdekken Werken met kennis Individueel en groepsleren Kinderen sturen eigen leren Maximale uit elke leerling halen
p
p+x
Binnen de school is er sprake van klassikaal onderwijs. De leerkrachten zijn gericht op kennisoverdracht middels het directe instructiemodel. Het schoolteam maakt een aantal ontwikkelingen door. Zo willen zij leerlingen meer en meer bewust maken van hun eigen leeropbrengsten en bewerkstelligen dat zij eigenaar worden van hun leerproces. Hierbij sluit aan dat de leerkracht de leerling zelf of door samen te werken met anderen middels coöperatieve werkvormen, activeert om kennis te ontdekken. In het leerproces wordt de leerweg bepaald door de leerstof. Voor een aantal leerlingen die onder of boven het gemiddelde van de groep presteert, wordt uitgegaan van de vaardigheidsscore en leerrendement. Het gaat om leerlingen met een OPP of leerlingen die in de Toermalijngroep (plusgroep) zitten. Elke leerling wordt zo lang mogelijk bij het lesaanbod van de groep gehouden. Lukt dit niet, dan pas kijkt men naar het leerproces van de individuele leerling. Leerlingen op de Lochtenbergh hebben baat bij structuur. De leerkracht stuurt het leren en de opdrachten zijn voornamelijk gestructureerd. De beoordeling van de prestaties gebeurt aan de hand van gelijke normering, met uitzondering voor leerlingen met een OPP. De leerkracht beoordeelt de leerling. Alle leerlingen werken met een taakbrief. Hierop kunnen leerlingen zelf hun werkhouding evalueren. De evaluatie van het onderwijs is gebaseerd op de leervorderingen van de groep en de individuele leerlingen. De school gebruikt Citotoetsen en maakt trendanalyses. Steeds meer zoomt de school in op de leerlingen en haalt de leerkracht het maximale uit de leerling. Aan het eind van het schooljaar evalueert het team het onderwijs. Voorheen werd dit gedaan door het MT. Het team vindt het belangrijk wat ouders en leerlingen zeggen over het onderwijs. De informatie uit de ouder-enquete en de leerlingvragenlijst wordt meegenomen. De school heeft een leerlingenraad. Zij brengt ideeën in, maar dit leidt niet tot onderwijsinhoudelijke veranderingen.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
8
De Parelgroep wordt begeleid door de orthopedagoog en de ambulant begeleider van De Bodde, Stichting Speciaal Onderwijs Tilburg (SSOT) cluster 3. In deze klas biedt de leerkracht en onderwijsassistent voornamelijk individueel onderwijs voor wat betreft het leren en de sociaal-emotionele ontwikkeling. De leerkracht is de autoriteit in de klas en besluit/bepaalt. Onderwijs wordt gegeven vanuit de leerlijnen en OPP. De leerling is uitgangspunt. Vanuit de beginsituatie van de leerling wordt de leerweg bepaald. Het lesaanbod is passend bij de onderwijsbehoeften van de leerling. Materialen en middelen zijn afkomstig vanuit het cluster 3 onderwijs. Het maximale wordt uit de leerling gehaald en de evaluatie van het onderwijs is op basis van de leervorderingen van de individuele leerling. Indien mogelijk participeert de leerling in de groep. Voor de leerkracht en de leerlingen moet het geen belasting zijn waardoor het leren in de groep wordt belemmerd. Het gaat dan voornamelijk om integratie op sociaal-emotioneel gebied. In sommige gevallen participeert een leerling wel in de groep voor een bepaald leervak. Dit zijn de succeservaringen van de leerling en de school. Hoe wordt de continuïteit van de onderwijsondersteuning voor elke leerling verzekerd? Het ‘eigenaarschap’ van de onderwijsondersteuning Binnen de school is de groepsleerkracht verantwoordelijk voor de onderwijsondersteuning voor de leerling. De leerkracht schrijft het groepsplan. Deze kunnen in de loop van het schooljaar worden herzien tijdens de groepsbespreking. Er zijn drie vaste momenten voor een oudergesprek gepland: twee ervan zijn verplicht en één is facultatief. In groep 8 komt daarbij nog het adviesgesprek voor het vervolg-onderwijs en eventueel een gesprek naar aanleiding van een drempelonderzoek. De taken van de interne begeleiding De IB-ers hebben diverse taken waaronder o.a. de verantwoordelijkheid dragen over de zorg binnen de school en deze bewaken, groepsplannen bespreken, individuele leerlingen bespreken, leerkrachten adviseren, gesprekken voeren m.b.t. problemen in de thuissituatie, participeren in een overkoepelend ketenoverleg, deelname IB-netwerk en deelnemen in het directieoverleg.
Het gebruik van leerlingvolgsystemen voor leren en voor de sociaal-emotionele ontwikkeling De leervorderingen worden in beeld gebracht aan de hand van het leerlingvolgsysteem van de Cito. De school maakt trendanalyses. Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruikt de school voor groep 1 en 2 het Ontwikkelingsvolgmodel jonge kinderen van Memelink waarin alle aspecten van de kinderlijke ontwikkeling per half jaar zijn uitgewerkt. Voor groep 3 tot en met 8 gebruikt men de Sociale Competentie Observatielijst (SCOL). Tevens wordt voor de groepen 7 en 8 de SAQI gebruikt om extra gegevens te krijgen in aanloop op het advies van het voortgezet onderwijs. De procesbewaking gedurende het schooljaar en over de schooljaren heen De school werkt met de 1-zorgroute. Drie keer per jaar vinden er groepsbesprekingen plaats met de leerkracht en de beide IB-ers. Ook voeren zij samen drie individuele leerlingbesprekingen. De inbreng komt van de leerkracht of IB-er waarbij gebruik wordt gemaakt van het HGPD-formulier. Het vervolg hierop kan leiden tot een leerlingbespreking in het intern zorgoverleg.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
9
Ook kan de leerling worden besproken in een extern zorgoverleg. Hierbij zijn aanwezig de schoolmaat-schappelijk werker, de jeugdverpleegkundige, de adviseur orthopedagoog van Fontys, de directie, RT-er, ouders en indien mogelijk de leerkracht. Het extern overleg komt één keer in de vier weken bij elkaar. Het individueel handelingsplan wordt door de RT-er geschreven, de IB-er schrijft het Ontwikkelingsperspectief (OPP). De meerbegaafde leerlingen hebben twee keer per week ondersteuning van de RT-er en een gepensioneerde collega. De RT-er begeleidt hen bij studievaardigheden en de oud collega bespreekt het werk dat zij extra in de klas moeten maken. De RT-er ondersteunt binnen en buiten de groep op didactisch en pedagogisch gebied aan een groepje leerlingen of een leerling met een LGF. De ondersteuning is afhankelijk van de hulpvraag. De rol van ouders en de mate van betrokkenheid De wijze waarop ouders worden geïnformeerd (mate van betrokkenheid/partnerschap): Het schoolteam vindt het van groot belang dat ouders actief zijn betrokken bij de school. Zij worden gezien als ervaringsdeskundigen van hun kind. De ouders vinden het nog wel lastig om in gesprek te gaan met de leerkracht. De school is drempelverlagend door speciale activiteiten voor de ouders in de Brede School te organiseren in de Ouderkamer. Niet alle ouders maken hier gebruik van. Wel is er inmiddels een vaste kern bezoekers. In de Ouderkamer kunnen ouders zelf meedenken welke activiteiten voor hen worden georganiseerd. Zo wordt er bijvoorbeeld Nederlandse Taal onderwezen, wordt er geoefend hoe een gesprek met een leerkracht kan worden gevoerd, is er een jobcaoch of worden officiële formulieren ingevuld samen met een familielid die als tolk fungeert. Ouders informeren elkaar over de Ouderkamer en welke voordelen dit voor hen kan bieden.
De wijze waarop ouders betrokken zijn bij activiteiten als het bepalen van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en het opstellen, uitvoeren en evalueren van het handelingsplan De school schrijft voor de leerling het handelingsplan en Ontwikkelingsperspectief. Ouders hebben hier weinig zeggenschap in. De input komt voornamelijk vanuit school. Ouders hebben soms te weinig zicht over het onderwijs of zij zijn bang dat hun kind een bepaalde stempel krijgen opgelegd. Als ouders wel met ideeën komen, juicht de school dit van harte toe. Wanneer een leerling wordt verwezen naar het S(B)O gaat dit moeizaam. Uiteindelijk zien ouders dat het thuis en op school positief resultaat oplevert voor de leerling en zijn zij wel tevreden. De school in haar netwerk Deling voedingsgebied met andere scholen De Lochtenbergh is een wijkschool. Er staan in totaal vier basisscholen, waaronder de Islamitische basisschool. De school schat in dat leerlingen met speciale behoeften gelijk over deze scholen zijn verdeeld.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
10
De begeleiding vanuit het samenwerkingsverband en/of vanuit andere instanties Binnen het samenwerkingsverband heeft de school korte lijnen met het SBO Noorderlicht in Tilburg. Ook met het SO cluster 3 (De Bodde) en cluster 4 (De Keyzer) zijn de contacten goed. De AB-er werkt vraaggestuurd, observeert, neemt toetsen af, overlegt met de groeps- en SO-leerkrachten en onderwijsassistent en er vindt collegiale consultatie plaats. De Lochtenbergh heeft deze contacten nodig om de kwaliteit binnen het onderwijs te vergroten met betrekking tot het realiseren van de speciale onderwijsbehoeften aan deze leerlingen.
De verwijzingen naar sbo en so en de contacten met andere scholen
Aantal zittenblijvers Verwijzingen SBO Verwijzingen SO cluster 1 Verwijzingen SO cluster 2 Verwijzingen SO cluster 3 Verwijzingen SO cluster 4
2009-2010 ? 1 0 0 0 1
2010-2011 ? 5 0 1 2 1
2011-2012 7 2 0 0 0 1
2012-2013 14 4 0 0 0 3
De extra ondersteuning voor leerlingen wordt georganiseerd in de keten school – schoolbestuur – samenwerkingsverband. In het interview is gevraagd naar waar de sturing ligt van de (inrichting van) de extra ondersteuning. De directie verwacht van het samenwerkingsverband dat zij de eigenheid van De Lochtenbergh bewaren en de kwaliteiten en voorzieningen bewaken die momenteel zijn gerealiseerd. De leerlingpopulatie is een kleurrijke mix van kinderen uit verschillende culturen en leerlingen van de Parelgroep. De voorziening thuisnabij onderwijs moet blijven bestaan. Elke individuele leerling heeft zijn eigen talenten die met de juiste en passende ondersteuning kan worden doorontwikkeld. De leerkrachten hebben dit al deels bereikt door gedeelde enthousiasme, positieve energie en hard werken. De directie spreekt uit dat het team op de goede weg naar Passend Onderwijs is. De school heeft de wens dat er een instrument wordt ontwikkeld waarmee men de speciale onderwijsbehoeften van de leerlingen binnen het samenwerkingsverband in kaart brengt. Dit zou kunnen dienen als 'slagboom' voor het toekennen van specifieke ondersteuning. De school merkt op dat zij met de huidige doelgroep bestaansrecht heeft en de doelgroep zelfs kan worden verbreed. De directie hoopt dat het samenwerkingsverband oog heeft voor wat inmiddels is gerealiseerd en zij het bestaansrecht veilig stelt door o.a. te faciliteren in financiële bijdrage. 2.2 De voorzieningen op de vijf velden Wij beschrijven hier de voorzieningen van de school tegen de achtergrond van alle mogelijke voorzieningen die op dit moment op scholen, van wat voor soort dan ook, bestaan. In de praktijk heeft geen enkele school alle voorzieningen. Van reguliere scholen kan, in de huidige verdeling van mensen en middelen onder de schoolsoorten, verwacht worden dat zij maar beperkt kunnen ‘scoren’ op deze velden van ondersteuningsvoorzieningen. De basisvoorzieningen die elke reguliere school heeft uitgaande van een minimale rijksbekostiging, veronderstellen we aanwezig, en vermelden we dus niet.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
11
Bij de flexibilisering van waar en hoe de ‘extra’ mensen en middelen vanuit ondersteuningsbekostiging worden ingezet, is het interessant na te gaan waar voor een school groeimogelijkheden liggen, en waar de grenzen zijn. Veld 1: de hoeveelheid aandacht/handen in de klas Dit veld gaat over de hoeveelheid aandacht, uitgedrukt in beschikbare menskracht (‘handen’) bij het lesgeven in de klas. We tellen de uren die feitelijk beschikbaar zijn voor leerlingen. Groep 1-2 a
Functionaris(sen) OA + RT
1-2 b
OA + RT
1-2 c
OA + RT + LKR
1-2 d
OA + RT
1-2 e
OA + RT
3a
OA + RT + LKR (co-teaching)
3b
OA + RT + LKR (co-teaching)
4a
OA + RT
4b
OA + RT
5a
OA + RT + Lkr*
5b
OA + RT + Lkr*
6a
OA + RT + Lkr (co-teaching)
6b
OA + RT + AB + Lkr. (co-teaching)
7a
RT + LKR (co-teaching) RT + LKR (co-teaching) RT + LKR (co-teaching)
7b 8
Aantal uren per week OA 6 uur RT 1 uur OA 7 ¾ uur RT 2 uur OA 4 ¾ uur RT 1 uur Lkr 1,9 uur OA 7 ¾ uur RT 1 uur OA 7 uur RT ½ uur OA 2 ½ uur RT 2 uur Lkr. 9 ¼ uur OA 2 ½ uur RT 1 ½ uur Lkr 9 ¼ uur OA 4 uur RT 2 uur OA 5 ¾ uur RT 4,5 uur OA 4 uur Lkr 2 uur OA 4 ½ uur Lkr 2 uur OA 5 ¼ uur RT 2 ½ uur Lkr 3 uur OA 4 ¾ uur RT 4 uur AB indien noodzakelijk Lkr. 3 uur RT 1 uur Lkr. RT 1 uur Lkr. RT 1 uur Lkr ???
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
Aantal betrokken lln. OA klas RT 2 lln. OA klas RT 3 lln. OA klas RT 2 lln. Lkr. klas OA klas RT 2 lln. OA klas RT 2 lln. OA klas RT 4 lln. Lkr. klas OA klas RT 6 lln. Lkr. klas OA klas RT 6 lln. OA klas RT 6 lln. OA klas Lkr klas OA klas Lkr klas OA klas RT 5 lln. OA klas RT 7 lln.
RT 1 lln. Lkr klas RT 1 lln. Lkr. klas RT 1 lln. Lkr. klas
12
Groep Parel
Functionaris(sen) OA + AB + LKR
Toermalijn
RT Lkr* SA (school assistent) OA
SOVA training
Aantal uren per week OA 17,5 uur AB indien nodig Lkr. RT 3 uur Lkr 3 uur OA 2 uur SA 2 uur
Aantal betrokken lln. OA klas**
RT 8 lln. Lkr 8 lln. Gezamenlijk 8 lln.
Toelichting van de school: Bij klas wordt bedoeld dat de extra ondersteuning vooral is ingezet bij de uitvoering van de 1-zorgroute en bij (beginnend) rekenen. Financiën: De school heeft een ruimere financiering door impulsgelden vanuit de achterstandondersteuningsgelden (OAB) via de gemeente Tilburg. Deze zullen hoogstwaarschijnlijk op korte termijn vervallen. Dit houdt in dat de school minder ondersteunend personeel kan inzetten voor extra handen in de groep. Daarnaast krijgt de school extra financiering vanwege de gelden van een zgn. Vogelaarwijk. Deze gelden zullen op termijn vervallen of op zijn minst verminderen. Ook deze gelden zet de school momenteel in voor extra handen in de groep. De inkomsten vanuit het SWV Passend Onderwijs zullen afnemen. Een bezuiniging van een aantal miljoen voor het hele SWV. Tevens zullen naar verwachting de inkomsten op basis van de leerlinggewichten afnemen. Dit alles betekent dat de school de zorg zoals zij die nu biedt de komende jaren onder grote druk komt te staan. Vakleerkracht sport: De school maakt gebruik van de inzet van een vakleerkracht gym die deels wordt bekostigd vanuit de gemeente (Combinatiefunctionaris sport) en deels uit de reguliere gelden (groep 3 t/m 8). Dit gaat om 4 dagdelen en ongeveer 200 leerlingen. * Dit is een gepensioneerde leerkracht die op vrijwillige basis werkt. ** Bij de parelgroep wordt de ondersteuning, in de praktijk, ingezet voor verzorgende en begeleidende taken. Daarnaast ondersteunt zij de leerkracht bij de lesgevende taken.
Buiten de Parelgroep heeft de school 16 groepen, waarmee het gemiddelde aantal leerlingen per groep uitkomt op 19 leerlingen. In totaal is er binnen de groep ongeveer 122 uur extra begeleiding per week beschikbaar. Dit is 7,6 uur per week per klas gemiddeld.4 De Parelgroep heeft in de groep 17,5 uur ter beschikking. Buiten de groep is voor de Toermalijn en de SOVA-training 10 uur beschikbaar.
4
Dit gemiddelde doet geen recht aan de feitelijke verdeling: die blijkt uit de tabel. Het gemiddelde dient ter vergelijking met andere scholen.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
13
Veld 2: de onderwijsmaterialen We kijken bij dit veld alleen naar specifieke materialen voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. We laten de materialen die bijna op elke school te vinden zijn buiten beschouwing en maken dus geen opsomming van de orthotheek. Ook kunnen we in de audit niet nagaan in welke mate materialen daadwerkelijk gebruikt worden. De Lochtenbergh heeft het volgende beschikbaar: Met speciale didactische kenmerken: Alternatieve methodes, nl. Blits, Kien, Rekentijgers, Pi-Spello, ABCDE Ik begrijp het; Materialen met een lager tempo, veel herhaling, nl. Maatwerk, Leesbalans, Leesladder; Materialen gericht op visuele informatieverwerking, nl. Rekentuin, Taalzee, Woordenhaai, Cijferhaai; Anders, nl. PARWO-materialen en materialen voor een hoger niveau: verrijking/uitdaging. Met speciale pedagogisch/psychologische kenmerken: Methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling, nl. Kinderen en hun Sociale Talenten; Materialen voor begrenzing van het gedrag, nl. Kikker be cool, Stop-denk-doe-spel; Materialen voor het ervaren van successen en het ontvangen van beloningen, nl. Kids Skills; Materialen voor begrip van sociale interactie, nl. foto-interview, diverse spellen zoals kwartet, memo's, Billen-bloot-spel, Knuffelkaartjes etc. In verband met kindspecifieke fysieke belemmeringen zijn beschikbaar: MRT materialen: motoriekkist; aangepast meubilair: slechtziende leerling. Veld 3: de ruimtelijke omgeving In de school zijn de volgende voorzieningen en ruimtes beschikbaar: Voor speciale bewegingsbehoeften: rolstoeltoegankelijkheid Voor speciale leerbehoeften handenarbeidlokaal/atelier/technieklokaal speel-/gymlokaal Veld 4: de expertise We onderscheiden teamexpertise en specialistische expertise. Met teamexpertise wordt gedoeld op kennis en ervaring die geïntegreerd is in de teamaanpak en geïnternaliseerd in het handelen van alle medewerkers. Kennis over opvattingen en aanpakken in de onderwijszorg (handelingsgericht werken, werken met leerlijnen, onderwijsconcepten gebaseerd op onderwijsbehoeften van leerlingen zoals coöperatief leren) Competenties om ouders als partner te betrekken bij de onderwijszorg voor hun kind
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
14
Nog niet in de volle breedte aanwezig is: Kennis over onderwijszorgvoorzieningen rond de school en in de regio Een teamaanpak op gedrag (afspraken op papier en werkend in de praktijk) Een tweede vorm van expertise is de specifieke, bij één of meer collega’s of partners aanwezige expertise. Deze specialistische expertise kan soms, kortdurend, nodig zijn. De beschikbaarheid van expertise (gecertificeerd) op specifieke gebieden is bij De Lochtenbergh als volgt:
Binnenschools nee nee nee ja nee nee nee nee nee nee ja ja nee
Buitenschools snel toegankelijk ja ja ja ja ja nee ja ja nee nee ja ja ja
Expertiseveld Visuele beperkingen Auditieve beperkingen Spraakmoeilijkheden en taalstoornissen Verstandelijke beperkingen Motorische beperkingen Beperkingen door chronische ziektes Autisme Spectrum Stoornissen (ASS) ADHD en ADD Angst- en hechtingsstoornissen Overige psychiatrische aandoeningen Gedragsproblemen Dyslexie Onderwijsachterstanden andere culturen
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
15
Veld 5: de samenwerking met andere instanties Nooit
Sporadisch
Regel-
Vaak
GHP
5
Contact-persoon
6
matig SMW
IB
Bureau Jeugdzorg
IB
GGD
IB+lkr
GGZ
IB
MEE
IB
kinderziekenhuis revalidatiekliniek justitiële inrichting KDC MKD Gemeente:
Directie, IB +lkr
brede school Gemeente: VVE
Directie, IB +lkr
Gemeente:
IB +lkr
schakelklassen Gemeente: ketenzorg
IB
5
GHP=gemeenschappelijk handelingsplan (één kind, één plan). Lkr. = leerkracht, Vlkr. = vakleerkracht, OA = onderwijsassistent, RT = remedial teacher, AB = ambulant begeleider, OU = ouder/verzorger. 6
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
16
3. Grenzen en groeimogelijkheden van de school 3.1 Groeimogelijkheden en grenzen v.w.b. onderwijsconcept Een basis voor onderwijs aan kinderen met diverse onderwijsbehoeften wordt gelegd door het onderwijsconcept van de school. Op het gebied van de diversiteit zijn twee kenmerken van het onderwijsconcept bepalend: het draagvlak binnen het team, en de mate waarin de lesstof dan wel de individuele onderwijsbehoefte van de leerling uitgangspunt van het lesprogramma is. Dit laatste kenmerk kan worden gezien als een dimensie van methodegestuurd naar leerlinggestuurd. Aan het ene uiterste van die dimensie staan de scholen die bijna de volledige lestijd de methode als leidraad hanteren7. Leerlingen die onvoldoende uit de weg kunnen met de standaardmethode krijgen herhalingsstof, extra instructie of verdiepingsstof – zoals die binnen de methode is gegeven. Het gemiddelde niveau en tempo van de standaardmethode is maatgevend. Scholen die dit concept welbewust hanteren zijn vaak van opvatting dat ‘een leerling bij de groep houden’ betekent dat de leerkracht zijn of haar uiterste best doet om de zwakkere leerling voor wat betreft zijn of haar prestaties zoveel mogelijk bij de gemiddelde groep aan te laten haken. Het andere uiteinde van de dimensie wordt bezet door scholen die hun onderwijsconcept afstemmen op de specifieke groep die op dat moment de klas vormt. De start ligt bij de individuele onderwijsbehoeften van leerlingen met hun individuele ontwikkelings- en leerlijnen. Het overzicht van die lijnen in de groep geeft mogelijkheid tot het bundelen van de leerlijnen waar deze (bijna) samenvallen. De instructieplanning wordt afgestemd op deze gebundelde leerlijnen. De werkvormen in de groep zijn vaak heterogeen, waardoor ‘een leerling bij de groep houden’ hier een gelijke betekenis heeft voor elke leerling. Bij een dergelijk concept worden veelal ook standaardmethoden en methodegebonden toetsen gebruikt, maar dan als middel zonder dat zij direct het didactisch en pedagogisch handelen sturen. Alle scholen hebben te maken met verschillen tussen kinderen. Relevant voor Passend Onderwijs zijn verschillen tussen leerlingen op het gebied van:
leercompetenties leerstijlen gedragscompetenties gedragsstijlen culturele achtergronden gezinsachtergronden
Van een extra vergroting van de range van onderwijsbehoeften in een klas is sprake bij combinatieklassen.
7
Onderzoek van de SLO wijst uit dat gemiddeld ongeveer tweederde van de lestijd op Nederlandse scholen met gebruik van standaardmethoden les wordt gegeven.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
17
Leerkrachten op scholen die vooral methodegestuurd werken, rekken naarmate er meer verschillende kinderen in hun klas zitten, de mogelijkheden van hun onderwijsaanbod steeds verder op. Manieren om binnen het methodegestuurde concept onderwijs te bieden aan leerlingen met verschillende onderwijsbehoeften zijn o.a.: het groeperen van handelingsplannen; het werken in niveaugroepen; zelfstandig werken; vergroting van de expertise van de leerkracht; incidentele toepassing van vormen van leren in heterogene groepen; de keuze van methodes die heel veel ruimte bieden voor gedifferentieerd werken. Omdat het uitgangspunt van de les bepaald is door de centrale aanpak van de methode, betekent elke nieuwe onderwijsbehoefte een extra aanpassing bij die aanpak. Wanneer veel aanpassingen nodig zijn, beleeft de leerkracht dit vaak als een stapeling van taken, en daarmee als een toenemende belasting. Soms uit zich dit door de behoefte van de leerkracht aan steeds meer orde en rust in de klas, om de controle te kunnen houden over alle verschillende activiteiten die gelijktijdig plaatsvinden. Met het toenemen van de organisatorische belasting van de leerkracht, blijft er minder tijd en energie over voor het ter plekke inspelen op specifieke behoeften van leerlingen op het moment dat die zich aandienen. Het methodegestuurde onderwijsconcept is begrensd in haar capaciteit om kinderen met andere onderwijsbehoeften op te nemen. In het volgende schema wordt het onderwijsconcept van basisschool De Lochtenbergh weergegeven in de relatie tussen de mate waarin de lesmethode sturend is en de mate waarin diversiteit van leerlingen opgevangen kan worden. De gebogen lijn geeft van links naar rechts een mogelijk model van de ontwikkeling van een onderwijsconcept, startend bij het leerstofjaarklassensysteem met een strakke hantering van standaardmethoden. Via het oprekken van de methodegestuurde aanpak toont het model een omslag in de aanpak naar het starten van de lesinhoud bij de individuele onderwijsbehoeften van de leerlingen in de klas. Let wel: de richting van links naar rechts geeft alleen een wenselijke richting aan wanneer: De school meer ruimte wil bieden aan de bestaande diversiteit onder de leerlingen. De school meer leerlingen met speciale onderwijsbehoeften onderwijs wil kunnen bieden. De leerlingpopulatie van de school steeds meer divers wordt.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
18
Scholen bevinden zich ergens op of onder de gebogen lijn. De Lochtenbergh en de Parelgroep bevinden zich op positie:
De Lochtenbergh
De Parelgroep
Zoals in de inleiding gezegd hebben wij geen opvatting over de wenselijkheid van de positie van de school: een school kan sterk onderwijs bieden naar tevredenheid van alle betrokkenen op elke positie van de grafiek. De volgende suggesties als groeimogelijkheden en grenzen geven wij voor het geval dat de school wil groeien naar een breder profiel in de zin dat meer verschillen tussen leerlingen mogelijk zijn. Groeimogelijkheden voor De Lochtenbergh voor wat betreft het onderwijsconcept: Op De Lochtenbergh is voor cluster 3-leerlingen een voorziening gerealiseerd in samenwerking met de cluster 3-school SO De Bodde. Hierdoor ontstaat voor deze doelgroep thuisnabij onderwijs. De Parelgroepleerlingen horen echt bij de school. Op sociaal-emotioneel gebied integreren zij op verschillende momenten van de dag in de groep en nemen zij deel aan de schoolactiviteiten. De teamleden kunnen met elkaar in gesprek gaan hoe zij de integratie van de leerlingen uit de Parelgroep kunnen vergroten met betrekking tot het leren en de didactische vakken. Pas wanneer leerlingen elkaar regelmatig ook op deze leergebieden ontmoeten, krijgen zij de mogelijkheid te leren van en met elkaar. De Parelgroep wordt zodoende nog meer een geheel van de school en minder een aparte klas naast de andere klassen. Om dit praktisch mogelijk te maken kan de directie overwegen leerkrachten de gelegenheid geven zich te scholen m.b.t. het omgaan met deze doelgroep. De directie kan de teamleden motiveren zich te scholen en bekwamen in het omgaan met gedragsproblemen, met name externaliserend gedrag. Het team kan vervolgens de discussie aangaan hoe zij volgens een gezamenlijke eenduidige teamaanpak omgaan met probleemgedrag en dit borgen in een document.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
19
De implementatie kan door intensieve begeleiding worden gerealiseerd, waardoor binnen de school eenduidig routinematig leerkrachthandelen ontstaat en iedereen dezelfde taal richting de leerlingen spreekt. Het team kan de discussie aangaan hoe zij de leerlingen meer kunnen betrekken bij het leerproces door de regie voor bepaalde vakgebieden bij de leerling te leggen of meer aan te sluiten bij de belevingswereld van het kind. De Lochtenbergh heeft leerlingen die tezamen een groot aantal nationaliteiten vertegenwoordigen. Het team kan onderzoeken op welke manier de verbinding wordt versterkt tussen de leerlingen onderling en zij interesse krijgen in elkaars belevingswereld en cultuur. Ook ouders kunnen hierbij worden betrokken. Een voorbeeld is een project voeren rond een thema gericht op verschillende culturen, waarbij diverse vakgebieden aan bod kunnen komen. Het project kan worden afgesloten in de vorm van een presentatie.
Grenzen voor De Lochtenbergh voor wat betreft het onderwijsconcept: Wanneer de school vasthoudt aan het leerstofjaarklassensysteem, zijn de mogelijkheden om passend onderwijs verder in te vullen beperkt. Het team is gericht op de onderwijsbehoeften van elke leerling. Het team is echter te weinig geschoold m.b.t. leerlingen met externaliserend gedrag, waardoor de veiligheid voor iedereen onvoldoende kan worden gewaarborgd. Uit de combinatie van de eerstgenoemde groeimogelijkheid en de aangegeven grenzen komt een punt naar voren waarover het team verder kan gaan in haar gedachteontwikkeling over Passend Onderwijs. Opbrengsten uit het teamgesprek Aan de hand van 12 stellingen heeft het schoolteam van De Lochtenbergh zich uitgesproken over het draagvlak voor de uitgangspunten van Passend Onderwijs. Het hart op de Lochtenbergh is groot. De Parelgroep is een verrijking voor de school. De leerkracht doet er toe. Het team moet zich wel bekwaam voelen als het gaat om het bieden van speciale ondersteuning. Het gaat dan niet alleen om extra handen in de klas. Algemeen voor het team geldt dat er een grens wordt bereikt bij externaliserend gedrag. Het team ziet het wel als een uitdaging. De veiligheid voor leerlingen en leerkrachten moeten wel worden gewaarborgd. Het team heeft de ouders nodig die hun kind het beste kennen. De school bepaalt de grenzen. Een leerling moet zich op school wel kunnen ontwikkelen.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
20
Rangorde
Sterk argument
Zwak argument
Team De Lochtenbergh 12. Alleen met extra handen in de klas kan ik Passend Onderwijs tot een succes maken. 5. De veiligheid in de groep wordt in hoge mate bepaald door leerkrachtvaardigheden. 1. Ieder kind heeft recht op regulier en thuisnabij onderwijs. 4. Door Passend Onderwijs krijgt de ‘gewone’ leerling te weinig aandacht. 2. Verschillen binnen de groep zijn een verrijking voor alle leerlingen en voor de leerkracht. 9. Leerkrachten kiezen bewust voor een bepaald type onderwijs en moeten niet worden opgescheept met leerlingen waarvoor ze niet geschikt zijn. 11. Dankzij Passend Onderwijs worden leerkrachten deskundiger. 8. Ouders hebben geen verstand van onderwijs en daarom kan de school beter bepalen wat een passend onderwijsaanbod is. 7. Door de methodesturing in het onderwijs creëren wij ‘buitenbeentjes’. 6. Hoe homogener de groep, des te veiliger de groep. 10. Hoe homogener de groep, des te beter de leerprestaties. 3. Alle scholen in Nederland kunnen inclusief worden.
3.2 Karakterisering van de voorzieningen op de vijf velden In het licht van Passend Onderwijs kunnen vier schoolprofielen8 binnen het regulier basisonderwijs worden onderscheiden, te weten: 1. de netwerkschool 2. de smalle ondersteuningsschool 3. de brede ondersteuningsschool en 4. de inclusieve school. Onder deze vierdeling van schoolprofielen ligt een dimensie die loopt van gesegregeerd (‘exclusie’) naar geïntegreerd onderwijs (‘inclusie’). In andere woorden: de netwerkschool profiteert adequaat en optimaal van de geïnstitutionaliseerde speciale ondersteuning binnen andere instellingen, zoveel mogelijk gelegen in de directe omgeving van de school. Deze is aanwezig in andere speciale scholen, of in gespecialiseerde zorginstellingen als een revalidatiecentrum. Op de inclusieve school daarentegen is in principe alle speciale onderwijsondersteuning ‘in huis’ aanwezig om leerlingen met speciale onderwijsbehoeften te kunnen handhaven, mede door een vaste partnerrelatie met zorginstellingen buiten het onderwijs zoals het genoemde revalidatiecentrum. De schoolprofielen kunnen ook benaderd worden vanuit een ‘ontwikkelingsperspectief’, waarbij de netwerkschool als beginfase en de inclusieve school als eindfase wordt gezien. Op die manier kunnen scholen die zichzelf herkennen in één van de schoolprofielen, de intentie uitspreken om te streven naar een ander, nabijgelegen schoolprofiel. Bedenk dat deze vier schoolprofielen ideaaltypisch zijn. In de praktijk komen er allerlei (sub)varianten voor die uiteindelijk wel weer zijn te herleiden naar één van bovenstaande schoolprofielen op het gebied van speciale onderwijsondersteuning.
8
Greven, L.F. en Timmerhuis, A. (2008). Passend Onderwijs. Kansen in beeld! Utrecht: Sardes (Sardes Speciale Editie 8).
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
21
Uiteraard is het schoolprofiel waartoe de school zich ontwikkelt ook geen statische grootheid. Schoolprofielen veranderen met de transformatie van de schoolpopulatie en de schoolkeuzen daaromtrent mee. Hierna worden de voorzieningen op de school per veld, na een omschrijving, ingedeeld als passend bij een netwerkschool, een smalle ondersteuningsschool, een brede ondersteuningsschool of een inclusieve school. We kiezen een karakterisering die zo dicht mogelijk bij de situatie van uw school komt. De beschrijving in de tabellen betreft dus niet een exacte beschrijving van de situatie van uw school. De volledige tabellen van de prototypes staan in de bijlage bij dit rapport. Veld 1: de hoeveelheid aandacht/handen in de klas De omschrijving van de huidige situatie van de school past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van een smalle ondersteuningsschool. Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
Setting Binnen de klas Binnen de school Er is één paar handen in de Er is speciale klas, de lk zorgen eventueel met onderwijsondersteuning door rt’er extra ondersteuning van en/of ib’er, op tijdelijke basis (een oa/ou/mll voor bijv. preteaching, enkel dagdeel of enkele dag per extra leestijd, op tijdelijke basis week). (enkele uren per week). Er is speciale Er wordt grotendeels gewerkt onderwijsondersteuning door met de gegeven groepsgrootte ab’er (gedurende enkele uren per (± 25 leerlingen). week). Voor korte perioden kan de groep kleiner worden gemaakt door inzet van oa/ou/mll; de lk kan dan individuele leerling of subgroep leerlingen met speciale onderwijsbehoeften helpen.
De omschrijving van de huidige situatie van de Parelgroep past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van een brede ondersteuningsschool. 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
Er zijn twee paar handen in de klas, door oa, voor aanvullende begeleiding, op tijdelijke basis (gedurende enkele dagdelen per week). De groepen zijn kleiner.
Er is speciale onderwijsondersteuning door rt’er en/of ib’er, op semi-permanente basis (gedurende enkele dagen per week). Er is speciale onderwijsondersteuning door ab’er (gedurende enkele dagdelen per week).
De hoeveelheid aandacht, ofwel de ‘handen’ in de klas is afhankelijk van: de beschikbare formatie; de organisatie van de groepen in de school; de beschikbare handen van buiten de formatie (ouders, stagiaire).
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
22
Veld 2: de onderwijsmaterialen De omschrijving van de huidige situatie van de school past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van een smalle ondersteuningsschool. Veld Binnen de klas 2. Onderwijsmaterialen
Setting Binnen de school
Er wordt gebruik gemaakt van niveau- en tempodifferentiatie in de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend materiaal, behorend bij de gebruikte lesmethoden.
Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken (bijv. pictogrammen) en speciale pedagogische/ psychologische kenmerken. Er wordt op projectbasis gewerkt aan het pedagogisch klimaat.
De omschrijving van de huidige situatie van de Parelgroep past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van een inclusieve school. Veld Binnen de klas 2. Onderwijsmaterialen
Setting Binnen de school
Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften volgen (individuele) leerlijnen in de kernvakken, gebaseerd op de kerndoelen. Er zijn onderwijsmaterialen aanwezig met speciale didactische, pedagogische/ psychologische en fysieke/lichamelijke kenmerken, tegemoetkomend aan kindspecifieke belemmeringen (bijv. verpleeg-materiaal voor langdurig zieke kinderen).
Er is een rijk geoutilleerde orthotheek met onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken, speciale pedagogische/ psychologische kenmerken en fysieke/lichamelijke kenmerken Er wordt door de hele school gewerkt met een speciaal programma voor de sociaalemotionele ontwikkeling (preventief pedagogisch schoolklimaat).
Veld 3: de ruimtelijke omgeving De omschrijving van de huidige situatie van de school past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van een smalle ondersteuningsschool. Veld 3. Ruimtelijke omgeving
Binnen de klas Er is een aparte plek (bijv. prikkelarm hoekje) waar éénop-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kan plaatsvinden.
Setting Binnen de school Er is op de gang ruimte waar éénop-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kan plaatsvinden.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
23
De omschrijving van de huidige situatie van de Parelgroep past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van een brede ondersteuningsschool. Veld 3. Ruimtelijke omgeving
Setting Binnen de klas Binnen de school Er zijn aparte plekken waar één- Er is een aparte ruimte voor op-één begeleiding en andere functies (bijv. voor begeleiding van (sub)groepjes verzorging of voor een time-out). leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kan plaatsvinden.
Veld 4: de expertise De omschrijving van de huidige situatie van de school past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van een netwerkschool. Veld 4. Expertise
Setting Binnen de klas Binnen de school De lkr hebben enige kennis van De rt’er en/of ib’er hebben enige en competenties op het gebied kennis van en competenties op van speciale het gebied van de meest onderwijsbehoeften. voorkomende speciale onderwijsbehoeften.
De omschrijving van de huidige situatie van de Parelgroep past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van een inclusieve school. Veld 4. Expertise
Setting Binnen de klas Binnen de school De lk zijn experts op het gebied Het gehele team heeft kennis van van speciale en competenties op het gebied onderwijsbehoeften. Daartoe van de specifieke onderwijszijn scholings- en behoeften van de leerlingen met certificeringstrajecten gevolgd speciale onderwijsbehoeften. (bijv. akte so en master SEN). Experts vanuit meerdere De lk laten zich voortdurend bijdisciplines met betrekking tot alle scholen, m.b.v. coaching en voorkomende stoornissen en ‘training on the spot’ (videobeperkingen zijn direct interactie-begeleiding). beschikbaar (bijv. schoolmaatschappelijk werker, orthope Via externe audits/ex ante dagogisch specialist, logopedist, inspectiebezoeken blijven lk kinderfysio-therapeut, scherp. schoolpsycholoog). Er is een ouderconsulent die belangen behartigt van ouders, hen wegwijs biedt in de ‘wereld die zorg/ondersteuning heet’ (bijv. bij aanvragen lgf/pgb).
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
24
Een manier om naar de groei van de expertise te kijken, is door het onderscheid te maken tussen teamexpertise en individuele expertise. De inzet van individuele expertise is altijd zinvol, maar heeft veel meer effect wanneer dit ingebed is in een expertomgeving van het team. Bijvoorbeeld een team dat een gezamenlijke expertise heeft op gedrag, weet veel meer opbrengst te halen uit de specifieke expertise van één van de leerkrachten op autisme, dan een team dat géén teamaanpak heeft. Veld 5: de samenwerking met andere instanties De omschrijving van de huidige situatie van de school past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van een smalle ondersteuningsschool. Veld 5. Samenwerking met andere instanties
Setting Binnen de klas Binnen de school De lk onderhouden contacten Er is geregelde samenwerking en met de ib’er om op de hoogte te afstemming met professionals uit blijven. so en zorginstellingen.
De omschrijving van de huidige situatie van de Parelgroep past bij het in bijlage 2 omschreven profiel van een inclusieve school. Veld 5. Samenwerking met andere instanties
Setting Binnen de klas Binnen de school De ib’er, rt’er en lk werken Er is op structurele basis intensief samen met intensieve samenwerking en professionals van externe afstemming met so en andere instanties (hogescholen en zorginstellingen (ook met Bureau universiteiten), benutten nieuwe Jeugdzorg) voor alle leerlingen wetenschappelijke inzichten en met speciale onderwijsbehoeften evidence based behandelings(bijv. gezamenlijke bijdrage aan methoden (na raadpleging uitvoering van ihp). databank Effectieve Externe experts zijn op afroep jeugdinterventies*). beschikbaar (bijv. speltherapeut, faalangsttrainer, maar ook wijkagent, wijkverpleegkundige/schoolarts, leerplichtambtenaar). De school biedt i.s.m. instellingen aantrekkelijke (opvoedings)cursussen aan voor ouders.
De behoefte aan samenwerking met andere instanties groeit mee met de aanwezigheid op school van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
25
4. Tot slot Over het geheel genomen is De Lochtenbergh vooralsnog te karakteriseren als een netwerkschool met kenmerken van een smalle ondersteuningsschool. De belangrijkste indicatoren hiervoor zijn vooral de mate van methodesturing en het onderwijsconcept. De school is wel in staat voor een kleine groep leerlingen (OPP, Toermalijngroep) tegemoet te komen aan de ondersteuningsbehoeften. De opvattingen van het team tonen draagvlak ten aanzien van omgaan met diversiteit en benaderen dicht bij de beschrijving van een smalle ondersteuningsschool. Als de school op korte termijn investeert in het verwerven van specialistische expertise betreffende speciale onderwijsondersteuningsbehoeften, zal de school snel kunnen voldoen aan het profiel van een smalle ondersteuningsschool. De aangegeven groeimogelijkheden op het algemene onderwijsconcept van de school en op de vijf velden bieden perspectief op een ontwikkeling naar een smalle ondersteuningsschool of op een versterking van het bestaande profiel.
Netwerkschool
School Smalle ondersteuningsschool
Brede ondersteuningsschool
Inclusieve school
Onderwijsconcept Onderwijsvoorzieningen: 1. Handen in de klas 2. Materialen 3. Ruimtelijke omgeving 4. Expertise 5. Relaties
Over het geheel genomen is De Parelklas te karakteriseren als een voorziening met het profiel van een brede ondersteuningsschool met kenmerken van een inclusieve school. Parelgroep Netwerkschool Smalle ondersteuningsschool
Brede ondersteuningsschool
Inclusieve school
Onderwijsconcept Onderwijsvoorzieningen: 1. Handen in de klas 2. Materialen 3. Ruimtelijke omgeving 4. Expertise 5. Relaties
De aangegeven groeimogelijkheden bieden kansen om meer leerlingen met speciale onderwijsbehoeften onderwijs te kunnen bieden, maar ook om de ‘gewone’ leerlingen meer aan hun specifieke onderwijsbehoeften aangepast onderwijs te bieden.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
26
Of een dergelijke groei wenselijk is, is vanzelfsprekend afhankelijk van de opvattingen van de school, haar schoolbestuur en het samenwerkingsverband waar zij deel van uitmaakt. De Lochtenbergh toont zich net als de andere scholen een open, gastvrije school die de discussie rond de onderwijsondersteuning naar aanleiding van de ontwikkelingen rond Passend Onderwijs graag aangaat. Hopelijk ondersteunt dit rapport het team bij deze discussie. Met dank voor de prettige ontvangst, Ina Latuputty
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
27
Bijlage 1: Enkele landelijke kengetallen Cijfers schooljaar 2011-2012 Per 100 leerlingen op een basisschool zijn er gemiddeld over het hele land: ~ 2,7 leerlingen sbo ~ 0,5 leerling cluster 2 ~ 1,3 leerlingen bekostigingscategorie 1 (langdurig zieken, zeer moeilijk lerenden, cluster 4)9 ~ 0,1 leerlingen bekostigingscategorie 2 (lichamelijke beperkingen) ~ 0,2 leerlingen bekostigingscategorie 3 (meervoudige beperkingen) ~ 1 leerling met een rugzak cluster 3 of 4 ~ 0,3 leerling met een rugzak cluster 2 De verblijfsduur van een leerling op het speciaal basisonderwijs is gemiddeld 4 (tot 5) jaar. Het gemiddelde deelnamepercentage aan het speciaal basisonderwijs bedraagt 2,8%. Bij een verblijfsduur van 4 jaar verwijst een basisschool gemiddeld 2,8% : 4 jaren = 0,7% per jaar. Bij een basisschool van bijvoorbeeld 300 leerlingen kan er gemiddeld per jaar een verwijzing naar het sbo van 0,7% van 300 leerlingen = 2,1 leerling verwacht worden. De verblijfsduur op het so schatten wij op 5 (tot 6) jaar. Bij een school van bijvoorbeeld 300 leerlingen zou je dus verwachten dat10: - eens in de drie jaar een leerling verwezen wordt naar cluster 2; - twee keer in drie jaar een leerling verwezen wordt naar cluster 3; - een keer in de twee jaar een leerling verwezen wordt naar cluster 4; - er 1 leerling is met rugzakje cluster 2; - er 1 leerling is met een rugzakje cluster 3; - er 2 leerlingen zijn met een rugzakje cluster 4.
9
Op grond van de cijfers van 2013 zijn de volgende bedragen aan de orde: < 8 jaar: categorie 1 € 9.111,00; categorie 2 € 13.594,00; categorie 3 € 20.558,00. > 8 jaar: categorie 1 € 8.385,00; categorie 2 € 14.716,00; categorie 3 € 21.595,00. 10 Deze aantallen zouden gelden wanneer alle leerlingen via het regulier onderwijs naar het speciaal onderwijs zouden stromen. In werkelijkheid vindt verwijzing soms al plaats vóór dat de leerling een reguliere school heeft bezocht.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
28
Bijlage 2: Speciale onderwijsondersteuning per schoolprofiel Tabel 1: Speciale onderwijsondersteuning op de netwerkschool Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
Setting Binnen de klas Er is één paar handen in de 11 klas, de lkr zorgt zelf voor bijv. preteaching, werken aan de instructietafel, op tijdelijke basis (een uur per week). Er wordt gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen).
2. Onderwijsmaterialen
Binnen de school Er is speciale onderwijsondersteuning door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (gedurende enkele uren per week).
Er wordt waar nodig gebruik gemaakt van niveaudifferentiatie in de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend materiaal voor de kernvakken, behorend bij de gebruikte lesmethoden.
Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken en speciale pedagogische/ psychologische kenmerken (bijv. beloningssysteem).
3. Ruimtelijke omgeving
Aan de tafel van de leerlingen met speciale onderwijsbehoeften wordt één-op-één begeleiding gegeven.
Er is op de gang ruimte waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen kan plaatsvinden.
4. Expertise
De lkr hebben enige kennis van en competenties op het gebied van speciale onderwijsbehoeften.
De lkr onderhouden contacten met de ib’er om op de hoogte te blijven.
De rt’er en/of ib’er hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de meest voorkomende speciale onderwijsbehoeften. Er is op basis van behoefte samenwerking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen.
5. Samenwerking met andere instanties
11
In deze tabel en de andere tabellen komen meerdere afkortingen voor. Daarbij staat lkr voor leerkracht, vlkr voor vakleerkracht, oa voor onderwijsassistent, ou voor ouder, mll voor medeleerling, rt’er voor remedial teacher, ib’er voor intern begeleider, ab’er voor ambulant begeleider, so voor speciaal onderwijs, lgf voor leerlinggebonden financiering, pgb voor persoonsgebonden budget, ihp voor individueel handelingsplan, opp voor ontwikkelingsperspectief.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
29
Tabel 2: Speciale onderwijsondersteuning op de smalle ondersteuningsschool Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
Setting
2. Onderwijsmaterialen
Binnen de klas Er is één paar handen in de klas, de lk zorgen eventueel met extra ondersteuning van oa/ou/mll voor bijv. preteaching, extra leestijd, op tijdelijke basis (enkele uren per week). Er wordt grotendeels gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen). Voor korte perioden kan de groep kleiner worden gemaakt door inzet van oa/ou/mll; de lk kan dan individuele leerling of subgroep leerlingen met speciale onderwijsbehoeften helpen. Er wordt gebruik gemaakt van niveau- en tempodifferentiatie in de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend materiaal, behorend bij de gebruikte lesmethoden.
Binnen de school Er is speciale onderwijsondersteuning door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (een enkel dagdeel of enkele dag per week). Er is speciale onderwijsondersteuning door ab’er (gedurende enkele uren per week).
Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken (bijv. picto-grammen) en speciale pedagogische/ psychologische kenmerken. Er wordt op projectbasis gewerkt aan het pedagogisch klimaat.
3. Ruimtelijke omgeving
Er is een aparte plek (bijv. prikkelarm hoekje) waar één-opéén begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kan plaatsvinden.
Er is op de gang ruimte waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kan plaatsvinden.
4. Expertise
De lk hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften. Enkele leerkrachten hebben zich verdiept in de meest voorkomende problemen / aandoeningen / stoornissen.
De rt’er en/of ib’er hebben kennis van en competenties op het gebied van vele speciale onderwijsbehoeften. Een deel van het team heeft kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften.
De lk onderhouden contacten met de ib’er om op de hoogte te blijven.
5. Samenwerking met andere instanties
Er is geregelde samenwerking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
30
Tabel 3: Speciale onderwijsondersteuning op de brede ondersteuningsschool Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
2. Onderwijsmaterialen
Setting Binnen de klas Er zijn twee paar handen in de klas, door oa, voor aanvullende begeleiding, op tijdelijke basis (gedurende enkele dagdelen per week). De groepen zijn kleiner.
Er wordt niveau- en tempodifferentiatie toegepast binnen de lesmethoden. Voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften zijn er aparte methoden beschikbaar. Er is aanvullend remediërend materiaal, behorend bij de gebruikte lesmethoden. Er wordt lesstof aangeboden vanuit leerlijnen die gebaseerd zijn op de kerndoelen.
Binnen de school Er is speciale onderwijsondersteuning door rt’er en/of ib’er, op semi-permanente basis (gedurende enkele dagen per week). Er is speciale onderwijsondersteuning door ab’er (gedurende enkele dagdelen per week). Er is een orthotheek met onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken, speciale pedagogische /psychologische kenmerken en fysieke/ lichamelijke kenmerken. Er wordt door de hele school gewerkt met een speciaal programma voor de sociaalemotionele ontwikkeling (bijv. Leefstijl).
3. Ruimtelijke omgeving
Er zijn aparte plekken waar éénop-één begeleiding en begeleiding van (sub)groepjes leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kan plaatsvinden.
Er is een aparte ruimte voor andere functies (bijv. voor verzorging of voor een time-out).
4. Expertise
Meerdere lk hebben veel kennis en competenties op het gebied van de stoornissen en beperkingen van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Via collegiale consultatie en intervisie blijven lk scherp.
De ib’er, rt’er en lk werken regelmatig samen met professionals van externe instanties (bijv. algemeen maatschappelijk werk, RIAG, GG&GD)
Een groot deel van het team heeft kennis van en competenties op het gebied van de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Experts m.b.t. voorkomende stoornissen en beperkingen zijn direct beschikbaar (bijv. schoolmaatschappelijk werker, logopedist). Er is op regelmatig samenwerking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen (bijv. gezamenlijke bijdrage aan uitvoering van ihp). Externe experts zijn op afroep beschikbaar als daar behoefte aan is (bijv. faalangsttrainer).
5. Samenwerking met andere instanties
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
31
Tabel 4: Speciale onderwijsondersteuning op de inclusieve school Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
2. Onderwijsmaterialen
Setting Binnen de klas Er zijn twee paar handen in de klas, door lk/oa voor intensieve (één-op-één) begeleiding, op permanente basis (gedurende de gehele week). Er wordt gewerkt in kleinere groepen.
Binnen de school Er is speciale onderwijsondersteuning door vlk, rt’er en/of ib’er op permanente basis (gedurende alle dagen). Er is speciale onderwijsondersteuning door ab’er (gedurende enkele dagen per week).
Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften volgen (individuele) leerlijnen in de kernvakken, gebaseerd op de kerndoelen. Er zijn onderwijsmaterialen aanwezig met speciale didactische kenmerken, speciale pedagogische / psychologische kenmerken en fysieke / lichamelijke kenmerken, tegemoetkomend aan kindspecifieke belemmeringen (bijv. verpleegmateriaal voor langdurig zieke kinderen).
De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften (bijv. rolstoelgebruik), de lokalen zijn ruim bemeten, bieden deelruimtes voor diverse activiteiten.
3. Ruimtelijke omgeving
Er is een rijk geoutilleerde orthotheek met onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken, speciale pedagogische/psychologische kenmerken en fysieke/lichamelijke kenmerken Er wordt door de hele school gewerkt met een speciaal programma voor de sociaalemotionele ontwikkeling (preventief pedagogisch schoolklimaat). De binnen- en buitenruimte zijn volledig aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften (bijv. rolstoelgebruik, time-out), voor speciale verzorging (bijv. revalidatie, fysiotherapie) en voor speciale leerbehoeften (bijv. schooltuin). Er zijn meerdere aparte ruimtes met een eigen functie (bijv. voor time-out).
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
32
4. Expertise
De lk zijn experts op het gebied van speciale onderwijsbehoeften. Daartoe zijn scholings- en certificeringstrajecten gevolgd (bijv. akte so en master SEN). De lk laten zich voortdurend bijscholen, m.b.v. coaching en ‘training on the spot’ (videointeractie-begeleiding). Via externe audits/ex ante inspectiebezoeken blijven lk scherp.
5. Samenwerking met andere instanties
De ib’er, rt’er en lk werken intensief samen met professionals van externe instanties (hogescholen en universiteiten), benutten nieuwe wetenschappelijke inzichten en evidence based behandelingsmethoden (na raadpleging databank Effectieve jeugdinterventies*).
Het gehele team heeft kennis van en competenties op het gebied van de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Experts vanuit meerdere disciplines met betrekking tot alle voorkomende stoornissen en beperkingen zijn direct beschikbaar (bijv. schoolmaatschappelijk werker, orthopedagogisch specialist, logopedist, kinderfysiotherapeut, schoolpsycholoog). Er is een ouderconsulent die belangen behartigt van ouders, hen wegwijs biedt in de ‘wereld die zorg/ondersteuning heet’ (bijv. bij aanvragen lgf/pgb). Er is op structurele basis intensieve samenwerking en afstemming met so en andere zorginstellingen (ook met Bureau Jeugdzorg) voor alle leerlingen met speciale onderwijsbehoeften (bijv. gezamenlijke bijdrage aan uitvoering van ihp). Externe experts zijn op afroep beschikbaar (bijv. speltherapeut, faalangsttrainer, maar ook wijkagent, wijkverpleegkundige/schoolarts, leerplichtambtenaar). De school biedt i.s.m. instellingen aantrekkelijke (opvoedings)cursussen aan voor ouders.
* Op de webpagina www.jeugdinterventies.nl van het NJi (Nederlands Jeugdinstituut) wordt bijgehouden wat in de speciale onderwijsondersteuning werkt, wat wetenschappelijk bewezen is in de praktijk.
IVO rapport ondersteuningsprofiel De Lochtenbergh M&O-groep 2013
33