Rampbestrijdingsplan WPA- Robertus zeker & vast BV

Rampbestrijdingsplan WPA- Robertus zeker & vast BV’

Versie: 20 maart 2013

1

Inhoud Inleiding ............................................................................................................. 3 Deel A: Bestuurlijk ............................................................................................ 5 Hoofdstuk 1: Totstandkoming en vaststelling van het plan ........................................ 6 §1.1 Totstandkoming van het plan........................................................................ 6 §1.2 Openbare voorbereidingsprocedure ............................................................... 7 §1.3 Vaststelling ................................................................................................ 7 §1.4 Informatievoorziening .................................................................................. 7 Hoofdstuk 2: Actualisatie en beheer ....................................................................... 8 Hoofdstuk 3 Implementatie en oefenen ............................................................... 9 §3.1 Voorlichting ................................................................................................ 9 §3.2 Oefenen ..................................................................................................... 9 Deel B: operationeel ........................................................................................11 Hoofdstuk 1 Beschrijving van de inrichting en omgeving .........................................12 §1.1. Beschrijving van de inrichting ....................................................................12 §1.2 Beschrijving van de omgeving ...................................................................13 Hoofdstuk 2 Mogelijke scenario’s ..........................................................................14 §2.1 Scenario’s met effecten binnen de inrichting ..................................................14 §2.2 Risico’s in de omgeving ..............................................................................15 §2.3 Maatgevend scenario .................................................................................16 Hoofdstuk 3 Beschrijving van de crisismanagementorganisatie .................................18 Hoofdstuk 4 Alarmering en opschaling ...................................................................18 Deel C: Mono- en multidisciplinaire checklisten ....................................................20 Scenario WPA ZO ...............................................................................................21 Monodisciplinaire checklisten................................................................................23 Multidisciplinaire checklisten ................................................................................31 Scenario WPA AW ...............................................................................................39 Monodisciplinaire checklisten................................................................................41 Multidisciplinaire checklisten ................................................................................49 Bijlagen .............................................................................................................57 Bijlage 1: Vaststellingsbesluit veiligheidsregio Drenthe...............................................58 Bijlage 2: verzendlijst RBP ......................................................................................59 Bijlage 3: overzicht revisies ....................................................................................61 Bijlage 4: stoffenlijst..............................................................................................62 Bijlage 5: plattegrond WPA en omgeving ..................................................................64 Bijlage 6: plattegrond van het Bedrijf ......................................................................65 Bijlage 7: afsluitpunten riool de Noesten ..................................................................66 Bijlage 8: wegafzettingen .......................................................................................68 Bijlage 9: Was sirenes, kwetsbare objecten en risico-objecten ....................................69 Bijlage 10: bevolkingsaantallen westerbork en omgeving ...........................................70 Bijlage 11: bevolkingsaantallen kern en noord westen van Westerbork ........................71 Bijlage 12: Bevolkingsaantallen op kadastrale kaart...................................................72 Bijlage 13: Opvanglocaties .....................................................................................73 Bijlage 14 Informatie voor in de opvanglocatie ..........................................................74 Bijlage 15: Informatie bij wegafzettingen .................................................................75 Bijlage 16: Concept Informatie voor telefonistes .......................................................76 Bijlage 17: Concept Persbericht...............................................................................77 Bijlage 18: Concept Q en A-list ...............................................................................78 Bijlage 19: Veel gestelde vragen met betrekking tot rook (FAQ’s)...............................79 Bijlage 20: Concept Bewonersbrief na de brand ........................................................81 Bijlage 21: Concept noodverordening verbod zich in een gebied op te houden. ...........82 Bijlage 22: verklarende begrippen en afkortingenlijst .................................................84 Bijlage 23: Bereikbaarheidsgegevens (niet openbaar) ................................................90

2

Inleiding Voor u ligt het rampbestrijdingsplan voor WPA – Robertus Zeker en Vast BV, gevestigd aan de Noesten 18 in Westerbork. In het vervolg te noemen WPA. WPA is een opslag en distributiebedrijf van gewasbeschermers. Het bedrijf is in het kader van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (BRZO 1999) aangewezen als VR-plichtig bedrijf op grond van de aanwezigheid van de hoeveelheid giftige, lichtontvlambare en milieugevaarlijke stoffen boven de drempelwaarde. VR plichtig wil zeggen dat het bedrijf de verplichting heeft tot het opstellen van een Veiligheidsrapportage. In een dergelijke rapportage wordt het geheel aan preventieve maatregelen beschreven die zijn genomen om incidenten te voorkomen. Daarnaast moet voor VR-plichtige bedrijven een rampbestrijdingsplan worden vastgesteld door de veiligheidsregio. In een rampbestrijdingsplan wordt er vanuit gegaan dat de preventie heeft gefaald en er zich een incident voordoet bij het bedrijf. Het rampbestrijdingsplan bevat het geheel van de te nemen maatregelen tijdens de eerste uren van een ramp bij WPA. Hierin worden alleen aspecten beschreven die afwijkend of aanvullend zijn op de standaardprocedures zoals deze worden gehanteerd in de Drentse rampbestrijding. Met het voorliggende rampbestrijdingsplan wordt invulling gegeven aan deze wettelijke verplichting.

3

Leeswijzer Het rampbestrijdingsplan is opgedeeld in drie delen. Deel A In deel A komen de niet operationele aspecten van het rampbestrijdingsplan aan bod, zoals: totstandkoming van het plan, vaststellingsprocedure en informatievoorziening. Daarnaast worden in deel A de afspraken omtrent implementatie, oefenen, beheer en actualisatie van het rampbestrijdingsplan vastgelegd. Deel B In deel B worden de scenario’s beschreven die zich bij WPA voor kunnen doen. Alleen het maatgevend is relevant voor het rampbestrijdingsplan. Daarnaast wordt de wijze van alarmering en multidisciplinaire opschaling beschreven. Taken en verantwoordelijkheden van betrokken organisaties en een beschrijving van de crisismanagementstructuur komen niet aan de orde in het rampbestrijdingsplan. Voor deze onderdelen wordt doorverwezen naar het regionaal crisisplan. 1 Deel C In deel C staat operationele informatie die de hulpdiensten nodig hebben om de ramp te bestrijden. Het gaat alleen om de afwijkingen van het reguliere optreden. Regulier monodisciplinair optreden is immers al vastgelegd in monodisciplinaire handboeken. De kaders voor het reguliere multidisciplinaire optreden zijn al vastgelegd in het regionaal crisisplan. De afwijkingen op het regulier optreden zijn vastgelegd in de mono- en multidisciplinaire checklisten.

1

Regionaal crisisplan Drenthe, vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur 29 juni 2011.

4

Deel A: Bestuurlijk

5

Hoofdstuk 1: Totstandkoming en vaststelling van het plan §1.1

Totstandkoming van het plan

Het rampbestrijdingsplan WPA is tot stand gekomen in samenwerking met de directie van WPA en met de betrokken partners in de rampbestrijding in de regio Drenthe. De basis voor het rampbestrijdingsplan is opgesteld door de werkgroep WPA. Met de invoering van de nieuwe “Wet veiligheidsregio’s” op 1 oktober 2010 is de verplichting tot het opstellen van een rampbestrijdingsplan overgegaan van de gemeente waar het betreffende bedrijf gevestigd is naar de veiligheidsregio. 2 Per 1 januari 2011 zijn de taken van de “oude werkgroep” daarom overgegaan naar een regionale werkgroep Multidisciplinaire Operationele Voorbereiding, hierna te noemen MOV. In de werkgroep Multidisciplinaire Operationele Voorbereiding (MOV) zitten vertegenwoordigers van de volgende kolommen: ● Hulpverleningsdienst Drenthe, sector Brandweer in Drenthe ● Regiopolitie Drenthe ● Gemeente ● Waterschap ● Openbaar ministerie ● Defensie ● Hulpverleningsdienst Drenthe, sector multidisciplinaire veiligheid ● Hulpverleningsdienst Drenthe, Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR)

Indien noodzakelijk kunnen ook andere partijen bij een MOV vergadering worden uitgenodigd. Zoals bijvoorbeeld in het geval van dit rampbestrijdingsplan een bedrijfsdeskundige van WPA. In verband met de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen bij WPA is er bij het opstellen van de scenario’s ook gebruik gemaakt van de deskundigheid van de brandweer op het gebied van gevaarlijke stoffen, van een Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen en milieufunctionarissen van de gemeente Midden-Drenthe.

2

Wet Veiligheidsregio’s, artikel 6.1.1. lid 1: Het bestuur van de veiligheidsregio stelt een rampbestrijdingsplan vast voor een ramp in een inrichting als bedoeld in artikel 8 van het Besluit risico’s en zware ongevallen 1999.

6

§1.2

Openbare voorbereidingsprocedure

In artikel 6.1.4 van de Wet veiligheidsregio’s staat dat afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht overeenkomstige van toepassing is op de vaststelling van het rampbestrijdingsplan. Hierin is bepaald dat het plan ter inzage moet worden gelegd. De ter inzagelegging moet worden aangekondigd in één of meerdere dag-nieuws, of huis aan huisbladen. Het plan zal zowel op het gemeentehuis van Midden-Drenthe als bij de Hulpverleningsdienst Drenthe ter inzage worden gelegd. Daarnaast zal er een link naar het plan op de website van de gemeente Midden-Drenthe en de website van de Hulpverleningsdienst Drenthe worden gezet. Na plaatsing van de aankondiging van de ter inzagelegging hebben belanghebbenden zes weken de gelegenheid om het ontwerp rampbestrijdingsplan in te zien en hun zienswijze daarop kenbaar te maken.

§1.3

Vaststelling

Het rampbestrijdingsplan zal voor vaststelling in het algemeen bestuur eerst worden besproken met de burgemeester van de gemeente Midden-Drenthe. Bij een ramp is de burgemeester van de “rampgemeente” opperbevelhebber. De burgemeester geeft leiding aan het crisisteam en speelt een rol bij de voorlichting naar burgers over het incident. Daarom is het belangrijk dat de gemeente Midden-Drenthe nauw betrokken is bij het opstellen van het rampbestrijdingsplan. Na de ter inzage legging zullen de zienswijzen worden bekeken en waar nodig in het rampbestrijdingsplan worden verwerkt. Het rampbestrijdingsplan zal daarna worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe. Het vaststellingsbesluit is bijgevoegd in bijlage 1 van het rampbestrijdingsplan.

§1.4

Informatievoorziening

In het kader van het Besluit informatie inzake rampen en zware ongevallen (BIR) is het bestuur van de Veiligheidsregio verplicht de bevolking informatie te verschaffen over mogelijke rampen in een inrichting. Met het oog hierop zal na de vaststelling van het rampbestrijdingsplan, het plan permanent ter inzage worden gelegd op het gemeentehuis van de gemeente Midden-Drenthe en de Hulpverleningsdienst Drenthe.

7

Hoofdstuk 2: Actualisatie en beheer Vanaf het moment dat een rampbestrijdingsplan wordt vastgesteld zullen delen ervan aan verandering onderhevig zijn. In het Besluit veiligheidsregio’s (art. 6.1.7) is bepaald dat “het bestuur van de veiligheidsregio met passende tussenpozen, doch minstens éénmaal per drie jaar, beziet of het rampbestrijdingsplan moet worden herzien en bijgewerkt.” Hierbij moet rekening worden gehouden met veranderingen die zich in de inrichting of in de omgeving daarvan hebben voorgedaan. Bijvoorbeeld veranderingen bij het bedrijf, wijzigingen in de organisatie en taken van bij de bestrijding van rampen en betrokken diensten en organisaties, of nieuwe technische kennis en inzichten omtrent bij rampen te nemen maatregelen. De verantwoordelijkheid voor de actualiteit van het rampbestrijdingsplan ligt bij het bestuur van de veiligheidsregio. Dit wordt bewaakt door een medewerker operationele veiligheid van sector multidisciplinaire veiligheid van de Hulpverleningsdienst Drenthe. In drie jaar tijd kunnen veel zaken veranderen. Daarom zal jaarlijks, of indien nodig vaker, overleg plaatsvinden met de in paragraaf 1.1. genoemde partijen. Doel van dit overleg is om de nieuwe gewijzigde gegevens te verzamelen en waar nodig het rampbestrijdingsplan te actualiseren. Tevens zullen hierbij ervaringen van oefeningen en een eventuele inzet worden meegenomen. De betrokken partijen hebben de verantwoordelijkheid om (gevraagd en ongevraagd) de medewerker operationele voorbereiding van de sector multidisciplinaire veiligheid van de HVD op de hoogte te brengen van wijzigingen die van belang zijn voor het rampbestrijdingsplan. Bij elke actualisatie moet worden beoordeeld of het geactualiseerde plan opnieuw moet worden vastgesteld door het bestuur van de veiligheidsregio. Het rampbestrijdingsplan wordt conform de verzendlijst naar alle betrokken organisaties gemaild. De verzendlijst is opgenomen in bijlage 2 van het rampbestrijdingsplan. Vervolgens wordt het plan centraal beheerd op het digitaal kantoor van de Hulpverleningsdienst Drenthe (http://hvd.teamspace.nl/default.aspx). Daarnaast worden wijzigingen in het plan per post naar de betrokken organisaties gestuurd. Elke organisatie is vervolgens zelf verantwoordelijk de gewijzigde onderdelen in het plan in te voegen. Revisies worden vermeld in de tabel die is opgenomen in bijlage 3.

8

Hoofdstuk 3

Implementatie en oefenen

Een rampbestrijdingsplan heeft alleen meerwaarde wanneer de inhoud en werkwijze bekend is bij de functionarissen die er ten tijde van een incident mee moeten werken. §3.1

Voorlichting

Het doel van voorlichting is alle functionarissen die een rol hebben in de rampenbestrijding bij WPA bekend te maken met het rampbestrijdingsplan. Om die doelstelling te bereiken worden er een aantal bijeenkomsten gehouden waarin het rampbestrijdingsplan wordt toegelicht aan in ieder geval minimaal de hieronder genoemde doelgroepen.

Doelgroepen Calamiteitencoördinatoren MKNN Sleutelfunctionarissen brandweer Sleutelfunctionarissen geneeskundig Sleutelfunctionarissen politie Sleutelfunctionarissen gemeente Informatiemanagers Hoofd(en) BHV WPA Waterschap De regionale werkgroep MOV is verantwoordelijk voor het monitoren van de implementatie. §3.2

Oefenen

In de Wet veiligheidsregio’s is opgenomen dat het bestuur van de veiligheidsregio zorg moet dragen dat er met passende tussenpozen doch ten minste één maal per drie jaar gezamenlijk met de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampbestrijding en crisisbeheersing een oefening wordt gehouden waarbij het rampbestrijdingsplan op juistheid, volledigheid en bruikbaarheid wordt getoetst. 3 Multidisciplinair oefenen De regionale werkgroep Multidisciplinair Opleiden Trainen en Oefenen (MOTO) zal invulling geven aan de wettelijke oefenverplichting.

Monodisciplinair oefenen Elke kolom is verantwoordelijk voor het oefenen van de eigen deelprocessen.

3

Wet Veiligheidsregio’s, artikel 6.1.7., lid 1.

9

De brandweer van Westerbork oefent jaarlijks op het terrein van WPA in samenwerking met het bedrijf.

Oefenen bedrijf Het bedrijf heeft een noodplan waarin de wijze van ontruiming is vastgelegd. Dit plan wordt 1 maal per jaar beoefend.

10

Deel B: operationeel

11

Hoofdstuk 1 Beschrijving van de inrichting en omgeving §1.1.

Beschrijving van de inrichting

Naam inrichting: Adres van de inrichting: Postcode/plaats: BAG ID:

WPA Zeker en Vast De Noesten 18 9431 TC Westerbork 1731010000011499

WPA is een bedrijf voor de opslag, overslag en distributie van diverse producten, met name gewasbeschermingsmiddelen. Er worden ter plaatse geen producten vervaardigd. Het gebouw bestaat uit een hoofdgebouw en bijgebouw. Hoofdgebouw (nr 18) bestaat uit 4 loodsen waar brandbare en giftige stoffen afzonderlijk zijn opgeslagen. Daarnaast bevinden zich hier de kantoorruimten. Loods 5 (nr 20), hier worden licht brandbare en licht giftige stoffen opgeslagen. Op het binnenterrein liggen zakken met kunstmest. Het bedrijf heeft een vergunning voor de opslag van maximaal 650 ton gevaarlijke stoffen. Meestal ligt er volgens het bedrijf rond de 200 tot 300 ton. In de receptieruimte van het kantoor is een actuele stoffenlijst beschikbaar. Daarnaast is er in bijlage 4 een lijst uit 2009 opgenomen die op dat moment 48 van de meest voorkomende stoffen bij WPA omvatte en qua gewicht circa 85/90 % van de totale hoeveelheid van de vijf loodsen omvatte. 4 Er werken in totaal 12 personen bij WPA (8 op kantoor en 4 bij de loodsen). Daarnaast zijn er af en toe enkele bezoekers aanwezig.

4

De hoeveelheid alsook de soorten gewasbeschermingsmiddelen fluctueert iedere week. Volgens WPA geeft de lijst een redelijke indicatie van soorten en hoeveelheden stoffen die er bij het bedrijf op de locatie in Westerbork opgeslagen liggen.

12

§1.2

Beschrijving van de omgeving

WPA is gelegen aan de kruising van De Noesten met Sliemkampen. De Sliemkampen is een vrij drukke doorgaande weg die zich in de bebouwde kom bevindt. WPA Zeker en Vast ligt op een industrieterrein met een middenklasse werknemerdichtheid. Rondom het gebouw staan enkele woonhuizen en ,vooral kleinschalige, bedrijven (garages, bouwbedrijven ed.). Naast een LPG tankstation (binnen een straal van 150 meter) bevindt zich ten noordoosten van het gebouw een bouwcentrum (Fixet) en ten zuidwesten een filiaal van de Welkoop, die mogelijk vrij druk bezocht kunnen worden (10-20 man). 5 De afstand tot woonbebouwing (woningen op het bedrijventerrein uitgezonderd) is ongeveer 175 meter. In de bebouwde kom van Westerbork bevinden zich een aantal kwetsbare objecten (zie bijlage 9). Bij een incident bij WPA bevinden deze objecten zich mogelijk in het effectgebied (afhankelijk van het weertype en de windrichting).

5

Bereikbaarheidsgegevens van de omliggende bedrijven zijn opgenomen in het noodplan van WPA (verkrijgbaar bij de filiaalleider of hoofd BHV).

13

Hoofdstuk 2 Mogelijke scenario’s §2.1

Scenario’s met effecten binnen de inrichting

Er zijn verschillende incidenten mogelijk bij WPA. Vanwege de beperkte verpakkingsgrootte van de opgeslagen stoffen en de genomen preventieve maatregelen zullen de gevolgen zich in de meeste gevallen beperken tot het terrein van WPA. Het gaat dan bijvoorbeeld om: 1. Het lek raken van een verpakking met toxische vloeistof. Hierdoor is het mogelijk dat personeelsleden in de directe omgeving gewond raken. De opgeslagen toxische vloeistoffen zijn echter van dien aard dat er geen effecten buiten het terrein van WPA waarneembaar zullen zijn. 2. Het lek raken van een verpakking met brandbare vloeistof waarbij er brand kan ontstaan en personeelsleden in de directe nabijheid brandwonden kunnen oplopen. 3. Een brand in één van de loodsen waarbij de preventieve voorzieningen (schuimblusinstallatie, brandwerende deuren) dusdanig functioneren dat de brand snel uitgaat en beperkt blijft tot 1 compartiment. 4. Brand bij het laden en lossen van een vrachtwagen op het binnenterrein. Bij brand buiten is er in de meeste gevallen sprake van pluimstijging. De effecten voor de omgeving zijn dan gering.

Het rampbestrijdingsplan treedt alleen in werking wanneer er sprake is van een scenario met effecten buiten de inrichting.

14

§2.2

Risico’s in de omgeving

Over de Sliemkampen vindt transport over de weg van gevaarlijke stoffen plaats. Daarnaast bevindt zich binnen een straal van 145 meter van WPA een LPG tankstation. WPA ligt op de grens van het gebied waar een Bleve 6 totale verwoesting kan veroorzaken. Het ligt in ieder geval binnen het gebied waarin bij een Bleve zware schade aan gebouwen kan ontstaan. 7 Een Bleve kan tot gevolg hebben dat er brand ontstaat bij WPA. Bij een brand door externe oorzaak hebben de preventief aangebrachte voorzieningen (schuimblusinstallatie ed) geen nut en is kans aannemelijk dat de brand escaleert tot een brand waarbij het hele pand verloren zal gaan. In dat geval zal er sprake zijn van het maatgevend scenario (zoals omschreven onder 2.3). Waarschijnlijk zal de meeste nadruk in de bestrijding bij een Bleve komen te liggen op het LPG tankstation. Wanneer er sprake is van het maatgevend scenario bij WPA vergt dit ook operationele inzet in verband met mogelijke schade voor de volksgezondheid. Het kan zijn dat er in een dergelijk geval deels afgeweken moet worden van de checklisten (bijvoorbeeld ander afzettingen, andere aanrijroutes, verminderde beschikbaarheid van materieel). Men zal in zo’n geval op dat moment naar bevinden moeten handelen.

6

Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion. Dit is een explosie die plaats kan vinden als een tank met (restant) onder druk tot vloeistof verdicht gas (LPG) van buitenaf gedurende een zekere tijd door vuur wordt verhit. 7

Informatie over het desbetreffende LPG tankstation is opgenomen in het LPG raamplan.

15

§2.3

Maatgevend scenario

Er komt, bijvoorbeeld, tijdens het laden en lossen een brandbare stof vrij. Er ontstaat brand in de laad- en losruimte van het hoofdgebouw, de deur van één van de loodsen staat open waardoor de brand overslaat. De automatische schuimblusinstallatie faalt. Bij de brand vormen zich toxische verbrandingsgassen. Hoe de stoffen met elkaar gaan mengen in het brandproces is moeilijk te voorspellen. De toxische verbrandingsgassen vormen met name een bedreiging voor de omgeving in de beginfase van de brand, wanneer het gebouw nog intact is omdat de rook dan lager bij de grond zal blijven hangen. Daarnaast is de verspreiding van de rook afhankelijk van weertype en daarmee samenhangend de windsnelheid. Door Save zijn er berekeningen gemaakt voor de effectafstanden van het maatgevende scenario op basis van het verbrandingsproduct NO2. Brandverloop en de verspreiding van rook is echter moeilijk te voorspellen, waardoor de effectafstanden maar een beperkte waarde hebben. Bij pluimstijging en een gunstig weertype zullen de gezondheidseffecten op leefniveau nauwelijks waarneembaar zijn. In de berekening van effectafstanden wordt meestal uitgegaan van worstcase scenario’s. Aan de hand van de effectafstanden zijn door de Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen slachtofferberekeningen gemaakt. Het aantal slachtoffers is afhankelijk van windrichting en weertype en van het aantal inwoners van het gebied. Omdat in de effectafstanden uit is gegaan van een worstcase scenario is dit meegewogen bij de berekening van de slachtofferaantallen bij het maatgevend scenario. Deelscenario’s Het maatgevende scenario is opgedeeld in twee deelscenario’s: WPA ZO= de windrichting is tussen zuid en oost en de rook trekt over de kern van Westerbork WPA AW= er heerst een andere windrichting dan tussen zuid en oost, de rook trekt over het buitengebied.

Schatting aantallen slachtoffers

windrichting

Zuidoost Andere windrichtingen

Aantal personen met luchtwegklachten* 50-100 10-50

*Naast een dode of gewonde(n) op het terrein van WPA als gevolg van de brand, kunnen omwonenden in meer of mindere mate last krijgen van prikkelende ogen, neus en luchtwegen.

16

Gevolgen voor het milieu Het bedrijf heeft een opvangcapaciteit voor het lekken van verpakkingen en opvangen van vervuild water van de schuimblusinstallatie. Indien de brandweer gaat blussen met grote hoeveelheden water kan het bluswater niet binnen de buffervoorzieningen van het bedrijf worden opgevangen. In de directe omgeving van WPA is geen oppervlakte water aanwezig. Hierdoor zal het bluswater verontreinigd met gewasbeschermingsmiddelen afstromen naar de gemeentelijke riolering (gemengd stelsel). Het rioolwater wordt afgevoerd naar de rioolzuiveringsinstallatie (rwzi) Westerbork, vanaf medio januari 2012 naar de rwzi in Beilen. De kans is groot dat de met het bluswater aangevoerde gewasbeschermingsmiddelen de werking van het rwzi langdurig verstoren. Het is realistisch dat het rwzi helemaal niet meer functioneert, waardoor rioolwater ongezuiverd zal worden geloosd. In beide gevallen zal dit grote gevolgen hebben voor de kwaliteit van het oppervlaktewater in een groot deel van Drenthe. Een middel om de schade te beperken is het afsluiten van de riolering. Een kaart met afsluitpunten van de riolering is opgenomen in bijlage 7. Daarnaast zal er tijdig overleg moeten plaatsvinden tussen brandweer, GAGS, waterschap en milieuambtenaar van de gemeente over de blusstrategie en beperking van de gevolgen voor het milieu.

17

Hoofdstuk 3 Beschrijving van de crisismanagementorganisatie Er wordt niet afgeweken van de Drentse crisismanagementstructuur zoals is omschreven in het regionaal crisisplan. 8

Hoofdstuk 4 Alarmering en opschaling Het gebouw is voorzien van een automatische brandmeldinstallatie met een directe doormelding naar de meldkamer van de brandweer in Assen (per nov 2011 Meldkamer Noord Nederland). De melding kan op verschillende manieren binnenkomen bij de meldkamer. Door middel van een automatische melding via het openbaar meldsysteem, door een functionaris van het bedrijf of door een externe (bijvoorbeeld een burger). Bij brand: Alarmering kleine brand conform Kazerne volgorde tabel (KVT) + OVD-B. Contact tussen de OVD-B en filiaalcoördinator (tevens BHV coördinator) van het bedrijf. Bij bevestiging maatgevend scenario WPA ZO of WPA AW verdere opschaling. Van het maatgevend scenario is sprake bij een loodsbrand waarbij de preventieve voorzieningen hebben gefaald (schuimblusinstallatie en het sluiten van de loodsdeuren).

9

Bij het maatgevend scenario wordt er opgeschaald naar GRIP 1. Het maatgevend scenario voldoet aan meerdere criteria om op te schalen naar GRIP 1: -het betreft een complex incident -het kan niet routinematige worden afgehandeld -multidisciplinaire coördinatie is noodzakelijk. OVD’s beslissen welke monodisciplinaire rampbestrijdingsprocessen er opgeschaald moeten worden. Eventuele verdere opschaling naar GRIP 2 in overleg tussen het veld en de operationeel leider. Wanneer er sprake is van bedreiging van het welzijn van grote groepen van de bevolking kan de operationeel leider de burgemeester adviseren op te schalen naar GRIP 3.

8

Regionaal crisisplan Drenthe vastgesteld door het algemeen bestuur 29 juni 2011.

9

Bij een kleine brand in het kantoorgedeelte waarbij er geen sprake is van een directe bedreiging voor de loodsen is er dus geen sprake van het maatgevend scenario.

18

Figuur 1 Alarmering en opschaling Brand (OMS of andere melder)

Opschaling kleine brand + OVD-B

Contact meldkamer /bedrijf/OVD-B

Ja

Maatgevend scenario?? Loodsbrand en preventieve voorzieningen hebben gefaald

GRIP 1 (gev. stoffen) AGS/GAGS alarmeren

Windrichting ZO

Opstarten rampbestrijdingsprocessen (zie checklisten ZO)

Bedreiging welzijn grote groepen van de bevolking?

OL adviseert burgemeester opschaling naar GRIP 3

Nee

Geen multidisciplinaire opschaling

Andere windrichting

Opstarten rampbestrijdingsprocessen (zie checklisten AW)

Bedreiging welzijn grote groepen van de bevolking?

OL adviseert burgemeester opschaling naar GRIP 3

19

Deel C: Mono- en multidisciplinaire checklisten

20

Scenario WPA ZO (windrichting tussen zuid en oost)

21

Scenario WPA ZO

Omschrijving Scenario

Er is sprake van scenario WPA ZO wanneer er sprake is van eenloodsbrand of een directe dreiging daarvan, waarbij de preventieve voorzieningen falen (schuimblusinstallatie, branddeuren) De windrichting ligt tussen zuid en oost waarbij de giftige rook over de kern van Westerbork trekt.

BRANDWEER

GHOR

560 m2 theoretisch brandoppervlak 0-2 te redden slachtoffers

50-100 slachtoffers met luchtwegklachten. POLITIE Aantal af te zetten punten 6 Spontane ontruiming, aantal te begeleiden personen 350 Preventieve ontruiming, aantal te begeleiden personen 500

Kengetallen GEMEENTELIJK

Spontane ontruiming: aantal te registreren personen 350 aantal op te vangen personen 350 Preventieve ontruiming: Aantal te registreren personen 500 Aantal op te vangen personen 500 GRIP

1, indien noodzakelijk snel doorschalen naar GRIP 2 of 3.

Operationele leiding

Brandweer of politie

Rampbestrijdingsorganen

COPI + OL en backoffices (bij een GRIP 3 ook een crisisteam)

Gemeentelijk Beleidsteam

Crisisteam in het gemeentehuis in Beilen (alleen bij een GRIP 3)

Operationeel Leider en staf

Operationeel Leider en staf in het gemeentehuis van Beilen.

Commando plaats Incident

OVD’s voeren hun coördinerende werkzaamheden ten aanzien van alle rampbestrijdingsprocessen uit op het plaats incident. De Leider CoPI en informatiemanager CoPI opereren vanuit de Commandohaakarmbak. Opstelplaats van de COH is afhankelijk van de windrichting (bovenwinds).

Rampbestrijdingsprocessen Geneeskundig Brandweer Bestrijden van brand en emissie van gevaarlijke stoffen. Redden en technische hulpverlening Toegankelijk maken Waarnemen en meten Waarschuwen van de bevolking Ontsmetten van mens en dier Ontsmetten voertuigen en infrastructuur

Geneeskundige hulpverlening – somatisch Preventieve openbare gezondheidszorg Geneeskundige hulpverlening – psychosociaal

22

▪Leider COPI ▪Operationeel Leider

Politie

Gemeente

Ontruimen en evacueren Afzetten en afschermen Verkeer regelen Handhaven openbare orde Begidsen Strafrechtelijk onderzoek

Milieubeheer Crisiscommunicatie Opvangen Schaderegistratie Slachtofferregistratie Nazorg

Monodisciplinaire checklisten

23

BRANDWEER Alarmering/opschaling 

Automatische brandmelding WPA-Westerbork:

 Opschaling:  Brand klein (1e TS)  Aanvullend alarmeren 1 OvDB 

Indien melder aangeeft: “daadwerkelijk brand”:

 Opschaling:  Brand middel (2e TS) 

Indien sprake is van 1) Loodsbrand én 2) falen schuimblusinstallatie (dit is het maatgevende scenario) wordt conform onderstaande opgeschaald:

 Opschaling:  OGS zeer groot  GRIP 1  3 meetploegen:  Hoogeveen : brongebied  Ruinen en Borger: effectgebied Aandachtspunten bij opschaling:  OGS-procedure  Opstarten meetplanorganisatie door MPL  Back-office brandweer opstarten (door RCvD)  Plaats VC/COH t.b.v. CoPI bepalen  Windrichting bepalen (door Meldkamer) Bij wind uit zuiden tot oosten:  In WAS voorbereiden activering sirenes nummer 953 en 954 (binnen de kern van Westerbork) (door Meldkamer)  Checken sirenedekking in relatie tot effectgebied (door MPL) Bij wind anders dan zuiden tot oosten:  In WAS voorbereiden activering sirene nummer 954 (door Meldkamer) Vervolgacties

 Overleg van de functionarissen OVDB, MPL, AGS, GAGS en calamiteitencoördinator waterschap over blusstrategie (afwegen gevolgen voor volksgezondheid tegen de gevolgen voor milieu):

  

Bluswijze gebruik water of schuim in relatie tot omgeving en riool Neerslaan of opmengen van rookwolken bij directe bedreiging van de omgeving Plan voor vervolginzet onder invloed van weersverwachting (o.a. veranderende windrichting)

 Contact tussen bevelvoerder/OvD en MPL over effect rookwolk:

 

Pluimstijging  advies (aan RCvD) géén sirenes activeren Rookwolk trekt door effectgebied  advies (aan RCvD) sirenes activeren.

 Luchtmonstername (met vacu tube op OvD-voertuig)  O.l.v. OvDB/AGS  Door meetploeg Hoogeveen)  Inzet 2 meetploegen (door MPL) voor visuele waarneming in effectgebied:

 

Bij wind uit zuiden tot oosten: vanaf WPA begrensd door Sliemkampen/Oosteinde (buitengrenzen) en zichtbare rookwolk. Bij wind anders dan uit zuiden tot oosten: vanaf WPA begrensd door Oosteinde/ Binnenweg (buitengrens) en zichtbare rookwolk.

 Ontsmetting ingezette hulpverleners.

24

Belangrijke informatie  De actuele stoffenlijst is verkrijgbaar bij de receptie van WPA, via de filiaalleider (contactgegevens bijlage 23)  Het rampbestrijdingsplan WPA bevat in de bijlagen nadere informatie over opgeslagen gevaarlijke stoffen, dekking sirenes, kwetsbare en risico-objecten in de omgeving, en bereikbaarheidsgegevens WPA.

POLITIE Protocol gevaarlijke stoffen en het linten protocol zijn van toepassing

 Inzet en opschaling vinden plaats volgens bij de politie gangbare (noodhulpprocedures)  In de opstartfase fungeert de regionaal wachtcommandant als coördinator. Veiligheid van de hulpverleners is hierbij een primair uitgangspunt. De politie is niet uitgerust met ademen lichaamsbeschermende middelen. Zolang door de OVD brandweer nog geen sein veilig is gegeven blijven alle politie eenheden in overleg met hem of haar op veilige afstand (bovenwinds en rekening houdend met windrichting en-snelheid.

Ontruimen en evacueren

 Directe evacuatie zal waarschijnlijk niet plaatsvinden, een spontane evacuatie is echter wel te verwachten.

 Politie begeleidt deze stromen en verwijst naar opvanglocaties ▪ Bij windrichting zuid/zuidoost is de opvanglocatie: Drenthehal, Eursingerweg 1 in Beilen. Meer informatie over opvanglocaties staat in bijlage 13.

 Inzet van de politie bij ontruimen en evacueren in het rampgebied is afhankelijk van de informatie van de brandweer.

 Het betreden van het gebied ter uitvoering van dit proces uitsluitend na uitdrukkelijke toestemming van de OVD-brandweer.

Afzetten en afschermen

 Er zijn 6 noodhulpeenheden beschikbaar voor afzetten en afschermen.  De eenheden worden ingezet ten behoeve van verkeersposten als genoemd in het proces verkeer regelen, tenzij de OVD-P anders beslist.

 Taak is het vrijhouden van wegen tot het rampterrein voor de hulpverleningsdiensten en het verwijzen van mensen naar een eventuele opvanglocatie.

 In geval van ontsmetting zal ook daar afscherming plaats moeten vinden. Verkeer regelen

 Van de onderstaande posten kan op aanwijzing van de brandweer afgeweken worden indien de windrichting niet exact is en de grenzen m.b.t. de gevaarzetting iets opschuiven.

 Taak wordt, vooral in het begin, vaak gecombineerd met het proces afzetten en afschermen.

25

 Afzettingen: 1. Locatie N374 achter de Noordelijke rotonde richting Westerbork nabij de open afritten van de N381. Taak: geen verkeer toelaten richting Westerbork; 2. Locatie splitsing Makkum-Lieving (Makkum). Taak: geen verkeer toelaten richting Westerbork; 3. Locatie: Westerborkerveld-Orveltestraat (Westerbork). Taak: geen verkeer toelaten richting Westerbork; 4. Locatie Schoonloerweg-Oranjekanaal NZ Westerbork. Taak: geen verkeer toelaten richting Westerbork; 5. Locatie Halerweg-Oranjekanaal NZ (Zwiggelte). Taak: geen verkeer toelaten richting Westerbork; 6. Locatie Carpool N381 bij open afrit Westerbork. De 6e eenheid blijft daar in afwachting van inzetopdracht van OVD-P of MKD. Handhaven openbare en rechtsorde

 Indien de situatie hier aanleiding toe geeft zal door het SGBO de opschaling en inzet binnen de politiekolom worden bepaald.

Begidsen

 Voor het begidsen van hulpverleningsvoertuigen van de loodsplaatsen naar het incident en het vrijhouden van calamiteitenroutes zullen zoveel mogelijk motorrijders worden ingezet.

 De loodspost is bij Van der Valk in Spier.  Uitgangsstellingen worden door de GHOR, na overleg met de brandweer, kenbaar gemaakt. Strafrechtelijk onderzoek

 Indien noodzakelijk vindt er strafrechtelijk onderzoek plaats naar de oorzaak van de gebeurtenis.  Het regionaal milieuteam politie Drenthe wordt gealarmeerd. Belangrijke informatie ▪ Bijlage 5: Overzichtskaart WPA en omgeving. ▪ Bijlage 8: kaart wegafzettingen ▪ Bijlage 9: Bereik WAS sirenes, kwetsbare en risico-objecten in de omgeving. ▪ Bijlage 10, 11, 12: bevolkingsaantallen mogelijk getroffen gebied. ▪ Bijlage 13: kaart opvanglocaties ▪ Bijlage 15: informatie bij wegafzettingen ▪ Bijlage 17: concept persbericht ▪ Bijlage 19: FAQ’s over rook ▪ Bijlage 21 concept noodverordening ▪ Bijlage 23: Bereikbaarheidsgegevens bedrijf en crisismanagementorganen.

26

GHOR Alarmering/opschaling bij WPA ZO :  Grip 1, (op advies van de Operationeel Leider kan de burgemeester indien nodig opschalen naar GRIP 3). Schatting 50-100 slachtoffers  Meldkamer geeft Code 50 af, Acties meldkamer op basis van Code 50:  OvDG allarmeren  20 ambulances  4 GNK’s  Voorwaarschuwing ziekenhuizen Drenthe, Groningen, Friesland met vermelding dat het voornamelijk zal gaan om patienten met inhalatie trauma  GAGS  HSGHOR activeert op verzoek OvdG zonodig PSHOR en / of backoffice GHOR/GGD en alarmeert zonodig op verzoek OvdG huisarts voor opvanglocatie  Loodspost Van der Valk Spier 03-LP07 indien noodzakelijk.  UGS wordt afhankelijk van de situatie bepaald Let op aanrijroute! Vervolgacties na de opschaling



Conform procedure schuilen evacueren of ontruimen.

▪Is schuilen noodzakelijk ?: Inschatting gezondheidseffecten ( aantal slachtoffers, ernst en soort klachten, toxiciteit, hoeveelheid stof, tijdverloop, duur blootstelling ) ▪Is effectief schuilen mogelijk cq is ontruiming of evacuatie mogelijk?: Dosis effect relatie, advies kwetsbare groepen, AGW, tijdsduur. Heroverweging na ongeveer 1 uur De GAGS heeft zo spoedig mogelijk contact met AGS/ROGS om tot een advies aan OvDG en Brandweer te komen over de te nemen maatregelen, schuilen of evacuatie / ontruiming



Conform checklist grote branden.

Slachtofferbeeld



Het betreft voornamelijk personen met inhalatie trauma. De mix aan stoffen zoals NO2, SO2 , CO en HCL kan zowel aanleiding geven tot hoge als lage luchtwegproblematiek. Op korte afstand van de bron kunnen verdampte en onverbrande bestrijdingsmiddelen eveneens leiden tot gezondheidseffecten.

Aandachtspunten

 

Opvang en verzorging in samenwerking met de gemeente. Veiligheid/gezondheid hulpverleners.

Belangrijke informatie ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪

Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage

4: stoffenlijst 5: Overzichtskaart WPA en omgeving. 9: Bereik WAS sirenes, kwetsbare en risico-objecten in de omgeving. 10, 11, 12: bevolkingsaantallen mogelijk getroffen gebied. 13: kaart opvanglocaties 19: FAQ’s over rook 23: Bereikbaarheidsgegevens bedrijf en crisismanagementorganen.

27

GEMEENTE Milieubeheer

   Put Put Put Put Put Put Put Put

1 2 3 4 5 6 7 8

Aandacht voor informeren en afstemmen in relatie tot het milieuaspect, waterschap, provincie en Botmi. Riool de Noesten afsluiten (er liggen gescheiden systemen en combi). Dit uitzetten via het storingsnummer 06-55873909

RG Oosteinde uitzetten. RG de Noesten uitzetten Afsluiter Ǿ 500 plaatsen DWA Afsluiter Ǿ 250 plaatsen RWA Afsluiter Ǿ 250 plaatsen RWA Afsluiter Ǿ 300 plaatsen RWA Afsluiter Ǿ 250 plaatsen RWA Afsluiter Ǿ 250 plaatsen RWA

Crisiscommunicatie

             

Leveren van informatie voor communicatieboodschappen op RTV Drenthe. Informatie in verband met wegafzettingen ‘als het gebied is afgezet’, zie bijlage 15 Informatie ten behoeve van het telefoonteam, zie bijlage 16 Concept persbericht, zie bijlage 17 Q&A list telefonistes, zie bijlage 18 Lijst FAQ’s rook, bijlage 19 Kaart WAS sirenes, risico- en kwetsbare objecten, bijlage 9. Kaart opvanglocaties, bijlage 13. Informatie voor bewoners/getroffenen en verwanten die zich melden bij de opvanglocatie bijlage 14. Op de opvanglocatie (indien ingericht) is een voorlichter aanwezig. Communiceren naar de getroffenen, omwonenden, bedrijven en alle in de rampgebied aanwezig zijnde instellingen. Vanuit het proces is er afstemming tussen de verschillende voorlichters van o.a. politie, brandweer, ghor/ggd, WPA, HVD. Informeren van de media via persberichten en het voorbereiden van persbijeenkomsten. Adviseren van het crisisteam. Aandachtspunt: betrek deskundigen van brandweer en geneeskundig adviseur gevaarlijke stoffen bij het opstellen van communicatieboodschappen. Aandachtspunt: zorg voor eenduidige communicatie. De boodschap van RTV Drenthe, informatie op de website en de bestuurlijke boodschap mogen geen tegenstrijdige informatie bevatten. Aandachtspunt: Let bij de communicatie op de grootte van het effectgebied. Waar zijn sirenes gegaan, wat valt binnen het effectgebied? Zijn er meerdere gemeenten betrokken? Dan communicatie onderling afstemmen.

Voor het overige handelen volgens het deeldraaiboek voorlichten en informeren.

28

Opvangen Uitgangspunten:  Onderstaande is een aanvulling op het algemene deeldraaiboek opvangen en verzorgen. Dat betekent als hier geen afwijkende afspraken staan het algemene draaiboek geldt (zoals bijvoorbeeld over alarmering, inschakelen andere gemeenten en Rode Kruis enz).  Onderstaande aanvulling op het deeldraaiboek gaat uit van de scenario’s zoals die zijn aangegeven vanuit brandweer/politie/GHOR.  Voor alle scenario’s geldt dat er mogelijk geen verplichte ontruiming zal zijn. Dit betekent dat men tijdens een ramp binnen kan blijven en het rampgebied niet hoeft te verlaten.



Voor het proces crisiscommunicatie gaan we bij het bepalen van het aantal op te vangen personen uit van de volgende aanpak: a. In de voorlichting worden mensen opgeroepen om gewoon binnen te blijven. b. In de voorlichting worden mensen die toch weg willen opgeroepen om naar familie en vrienden te gaan omdat gemeentelijke opvang in principe niet bedoeld is voor mensen die vrijwillig vertrekken. c. In de voorlichting worden mensen die van buiten het rampgebied naar binnen willen (en dat niet mogen) opgeroepen zelf een opvangadres te zoeken bij familie of vrienden. Alleen als dat niet lukt is er gemeentelijke opvang beschikbaar. d. In de voorlichting wordt duidelijk gemaakt dat er geen enkele noodzaak is voor familie of vrienden om naar Westerbork of omgeving te komen en dat daar ook geen opvang voor beschikbaar is.

Opvangplek Optie 1: spontane ontruiming Groep Personen die toch vanuit het rampgebied vertrekken en geen eigen opvang vinden. Personen die in Westerbork als toerist aanwezig zijn of kamperen, die in een niet af te sluiten woning verblijven en die niet zomaar elders onderdak vinden. Personen die in Westerbork wonen en terug willen, maar niet kunnen (forensen, scholieren ed, die ook geen eigen opvang vinden).

Aantal 50 50

250



Bij dit scenario wordt uitgegaan van opvanglocatie I. Locatie II is niet bruikbaar omdat deze in het effectgebied ligt.



I. Drenthehal Adres: Eursingerweg 1 te Beilen Telefoon: 0593-523612 D.Dijkema: 06-46195416 Bereikbaarheid beheerder: altijd H. Meinders: 06-15953485 Eten en drinken: Via beheerder van de kantine, de heer P. van Rosmalen, 0593-525303 of 0593524025 (24/7). Dit zijn doorlopende afspraken in het kader van het deeldraaiboek Opvangen en Ver zorgen. Bedden: Optie 1. Het betreft stretchers die in Groningen zijn opgeslagen. In te schakelen via de landelijke piketdienst Rode Kruis: 070-4455690. Optie 2. Koninklijke landmacht, Balkenweg 3 te Assen. Telefoon: 0653214257 (OVD RMC noord) Vervoer: Optie 1. Via Arriva touring, Sontweg 13, 9723AT Groningen, 050-5260268 (8.00-17.00) Buiten kantoortijden via calamiteitenlijn: 06-20361645. Optie 2. Lanting Reizen, Stepensonstraat 8, 7903 AV Hoogeveen, 0528-233000 (24/7).

Kaart opvanglocaties: opvanglocaties zijn opgenomen op de kaart in bijlage 13.

29

Optie 2: preventieve ontruiming Wanneer bekend is dat de wind gaat draaien is het mogelijk dat men het gebied preventief wil ontruimen. Bij een preventieve ontruiming bij windrichting ZO wordt uitgegaan van 500 op te vangen personen. Schaderegistratie Indien noodzakelijk zal een medewerker op het infopunt in de opvanglocatie aanwezig zijn. Slachtofferregistratie Conform deeldraaiboek en regionale afspraken. Voorzien in primaire levensbehoeften Dit is opgenomen onder het kopje opvangen.

Nazorg

 

Binnen 24 uur moet een concept plan nazorg worden opgesteld. Een bewonersbrief nazorg (bijlage 20) kan aan de desbetreffenden verzonden worden.

Ondersteuning aan het proces afzetten en afschermen  Let op provinciale of gemeentelijke wegen  Via gemeente wordt ondersteuning verleend, in eerste instantie ook voor de provinciale wegen. Waarbij de provincie wel in kennis moet worden gesteld.  De gemeente stemt dit af met provincie. Belangrijke informatie: ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪

Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage

5: Overzichtskaart WPA en omgeving. 7: Afsluitpunten riool 8: kaart wegafzettingen 9: Bereik WAS sirenes, kwetsbare en risico-objecten in de omgeving. 10, 11, 12: bevolkingsaantallen 13: kaart opvanglocaties 14 tot en met 20: Informatie voor het actiecentrum voorlichting. 21 concept noodverordening 23: Bereikbaarheidsgegevens bedrijf en crisismanagementorganen.

30

Multidisciplinaire checklisten

31

CHECKLIST WPA ZO Organisatieonderdeel Functionaris

: :

Commando Plaats Incident LEIDER COPI

Organisatie bestrijding incident: Wie

Locatie

Rapporteert aan:

Operationeel Leider

Gemeentehuis Beilen

Leden CoPI

COH nabij plaats incident

COPI


Afstemming met

Geeft leiding aan:

Verbindingen

Vaste / mobiele telefoonnetwerk, Noodnet, C2000, E-mail

Aandachtspunten: Veiligheid  Denk bij de bestrijding aan de aanwezigheid van brandbare, giftige en mogelijk explosieve stoffen in het pand (actuele stoffenlijst verkrijgbaar bij de receptie van WPA, stoffenlijst uit 2009 is te vinden in bijlage 4 van het rampbestrijdingsplan).  Bepaal een veilige opstelplaats voor de COH en meld de locatie aan de MKNN.  Let er op dat functionarissen die niet over ademlucht beschikken (zoals politiefunctionarissen bij wegafzettingen) niet in de rook staan.  Let op weerberichten en verandering van windrichting in relatie tot multidisciplinaire veiligheid en consequenties voor de omgeving.  Ontruiming, politiefunctionarissen mogen pas het gebied in na toestemming brandweer. Coördinatie (zie voor werkwijze “zakboekje nieuwe cmo”) Taken Leider CoPI:

      

Geeft aan wanneer hij of zij operationeel is. Controleert of de OVD- en van de verschillende kolommen in het veld en aanspreekbaar zijn. Controleert of zijn ondersteuning compleet is (informatiemanager en plotter). Maakt afspraken met Operationeel Leider en OVD’s over:  verbindingen  onderlinge afstemming en informatievoorziening. Zorgt samen met de informatiemanager voor een gevalideerd beeld van het incident (zowel bron als effectgebied) . Indien er behoefte is aan centraal overleg dan roept de Leider CoPI de desbetreffende OVD’s bij elkaar. Rapporteert over de voortgang van de rampbestrijding aan de Operationeel Leider.

32

Taken OVD’s :

   

Aansturen eenheden in bron- en effectgebied en inzet coördineren. In gang zetten rampbestrijdingsprocessen. Meldt multidisciplinaire knelpunten die niet in onderling overleg opgelost kunnen worden aan de Leider CoPI. Indien er behoefte is aan centraal overleg geef dit dan door aan de Leider CoPI.

Uitvoering  Is de aan– en afvoer van en naar het gebied geregeld?  Zijn er processen die elkaar negatief beinvloeden? Zoals vervuild bluswater dat een bedreiging vormt voor riool- en /of oppervlakte water (beslissing veranderen blusstrategie/afsluiten riool)  Geven de meetresultaten van de brandweer reden tot multidisciplinaire acties (waarschuwen bevolking, ontruiming/evacuatie).  De windrichting is tussen zuid en oost, zie bijlage 9 voor bereik WAS sirenes, kwetsbare- en risico-objecten in de omgeving.  Is de logistiek voor personeel geregeld?  Bepalen van de mogelijke scenario’s op korte termijn (≤4 uur).  CONTROLEER DE UITGEGEVEN OPDRACHTEN

Informatiemanagement

      

Deel de informatie uit het veld met de informatiemanager. Deze zet de informatie in LCMS. Informatiemanager CoPI deelt belangrijke informatie van de operationeel leider, crisisteam en backoffices met de LC en indien van toepassing ook met de overige CoPI leden. LC en informatiemanager zijn samen verantwoordelijk voor het tekstuele beeld van het CoPI in LCMS. De LC zorgt binnen 45 minuten voor een multidisciplinair beeld van de situatie tbv de operationeel leider voor duiding en zo nodig besluitvorming. LC en plotter zijn verantwoordelijk voor het CoPI plot in het LCMS. LCMS vervangt nooit gesproken contact bij het geven of ontvangen van opdrachten of cruciale informatie. Informatiemanager controleert tegenstrijdige informatie en valideert de informatie.

Voorlichting



Binnen 30 minuten informeert de voorlichter van het CoPI burgers, bedrijven en instellingen en verstrekt vervolgens om de 30 minuten feitelijke informatie naar genoemde groepen.

Afschaling/nafase  Kan de OL worden geadviseerd om af te schalen?  Wordt het bericht tot afschalen goed verspreid?  Maak afspraken over taken die nog moeten worden uitgevoerd na het afschalen.  Houdt een korte CoPI evaluatie, of maak een afspraak! 33

Belangrijke informatie: ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪


4: stoffenlijst 5: Overzichtskaart WPA en omgeving. 9: Bereik WAS sirenes, kwetsbare en risico-objecten in de omgeving. 10, 11, 12: bevolkingsaantallen mogelijk getroffen gebied. 13: kaart opvanglocaties 14 tot en met 20: Informatie ten behoeve van voorlichting. 23: Bereikbaarheidsgegevens bedrijf en crisismanagementorganen.

34


: :

OL+ staf OPERATIONEEL LEIDER

Organisatie bestrijding incident: De OL adviseert/informeert het: Vertaalt beleidsbeslissingen van:

De OL coördineert met

Wie

Locatie

Crisisteam

Gemeentehuis Beilen

Hoofden backoffices

Telefonisch, eventueel in het gemeentehuis Beilen

LC

Verbindingen

Vaste/ mobiele telefoonnetwerk. Noodnet /C2000 Internet


Het OL geeft opdrachten aan/ rapportage van:

Aandachtspunten: Veiligheid



Het betreft een bedrijf voor de opslag van gewasbeschermers (giftige en brandbare stoffen). Dit brengt gevaren voor hulpverleners en de omgeving met zich mee.

Organisatie (zie ook: “zakboekje nieuwe cmo”).  Is de ondersteuning van de OL (informatiemanager OL en beleidsondersteuner) operationeel?  Inventariseer operationaliteit en maak afspraken met leider COPI en hoofden actiecentra over:  verbindingen  onderlinge afstemming en informatievoorziening. Taken OL  Voert samen met de informatiemanager OL de regie over het beeld van het incident. –en checkt de informatie (gewonden/ doden/ risico’s omgeving).  De OL deelt relevante operationele informatie in het crisisteam.  De OL onderhoudt de contacten met de Algemeen commandanten van de verschillende kolommen en laat zich waar nodig door deskundigen adviseren (zoals GAGS, waterschap ed).  De OL zorgt er voor dat besluiten die zijn genomen door de burgemeester aan de Leider CoPI en/of algemeen commandanten worden doorgegeven.  De OL bereidt strategische operationele besluiten voor in de vorm van een door de burgemeester te ondertekenen besluit waarin relevante overwegingen en opties staan.  Check inzet rampenzender RTV Drenthe bij voorlichting bevolking.

35

  

Zorg er voor dat de burgemeester voldoende informatie heeft om tot een duidingsboodschap te komen. Adviseer de burgemeester indien van toepassing in een duidingsboodschap gebruik te maken van deskundigen (OL, GAGS). Indien noodzakelijk adviseer de burgemeester tot het uitvaardigen van een noodverordening. Concept opgenomen in bijlage 21.


    

Analyseer informatie uit LCMS op relevantie voor OL en crisisteam. Deel deze informatie met de OL. Informatiemanager OL beheert vanaf GRIP 2 het totaalbeeld. Informatiemanager controleert tegenstrijdige informatie en valideert de informatie. LCMS vervangt nooit gesproken contact bij het geven of ontvangen van opdrachten of cruciale informatie.

Afschaling/ Nafase  Is een planning voor de afschaling te maken?  Kan de burgemeester worden geadviseerd om af te schalen?  Wordt het bericht tot afschalen goed verspreid?  Wie neemt het initiatief voor de algehele evaluatie  Evalueer kort of maak een afspraak daarvoor.

Belangrijke informatie:

▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪


4: stoffenlijst 5: Overzichtskaart WPA en omgeving. 9: Bereik WAS sirenes, kwetsbare en risico-objecten in de omgeving. 10, 11, 12: bevolkingsaantallen mogelijk getroffen gebied. 13: kaart opvanglocaties 14 tot en met 20: Informatie ten behoeve van voorlichting. 23: Bereikbaarheidsgegevens bedrijf en crisismanagementorganen.

36


: Crisisteam : BURGEMEESTER

Organisatie bestrijding incident:

Opdrachten van:

Locatie

Krijgt informatie van:

Wie Locatie Geen, tenzij sprake van GRIP 4. Dan is er sprake van een RBT olv voorzitter veiligheidsregio Kamer burgemeester gemeentehuis Beilen. Crisisruimte, OL gemeentehuis Beilen

Verbindingen


Aandachtspunten: Organisatie (zie ook “zakboekje nieuwe cmo”)



Zijn alle leden van het crisisteam aanwezig?

Taken burgemeester (zie ook: “zakboekje nieuwe cmo”).  Voeren opperbevel.  Bestuurder, beslisser, boegbeeld en burgervader.  Bevestigen GRIP fase  De noodzakelijke strategische/beleidsmatige beslissingen nemen.  Het formeel aanvragen van bijstand.  Het laten opstellen, vaststellen en afkondigen van een noodverordening.  Onderhouden van contacten met bestuurlijke autoriteiten (informeren buurgemeenten voorzitter veiligheidsregio en CdK indien van toepassing)  Duiden van de crisis in een communicatieboodschap naar de bevolking. Taken leden crisisteam

    

De stand van zaken m.b.t de ramp op hoofdlijnen duidelijk te krijgen (OL). Adviseren van de burgemeester bij het stellen van prioriteiten van de rampbestrijding (OL). Informeren van de burgemeester over het verloop van de rampbestrijding. Voorbereiden duiding van de crisis (OL, burgemeester, bestuurlijk adviseur en communicatie adviseur). Toezicht houden op het uitvoeren van genomen beslissingen.

37

Communicatie:  Adviseren van de burgemeester, samen met de OL en de bestuurlijk adviseur.  De communicatieadviseur bewaakt de eenduidigheid in de communicatie (inhoud boodschap voorlichter CoPI, RTV Drenthe, bestuurlijke boodschap ed moet hetzelfde zijn).  Informatie voor communicatie naar de bevolking is opgenomen in bijlagen 14 tot en met 20. Herstel/nafase  Binnen 24 uur een concept nazorg plan opstellen. Regelmatig wordt naar behoefte van burgers, bedrijven en instellingen de crisis geduid en een nieuw feitelijk beeld gegeven.  Binnen 48 uur informeert de burgemeester de gemeenteraad over het optreden door de gemeente.  Binnen 48 uur is een voorlopig feitenrelaas op hoofdlijnen beschikbaar. Bepaald wordt aan welke doelgroepen het feitenrelaas te beschikking wordt gesteld.  Binnen 48 uur wordt een procesplan voor het inrichten van een eigen openbare evaluatie opgesteld.  Beantwoorden vragen van burgers mbt nazorg.  Indien van toepassing begeleiden van onderzoeksteams (onderzoeksraad, arbeidsinspectie, IOOV).

38

Scenario WPA AW (windrichting anders dan tussen zuid en oost)

39

Scenario WPA AW

Omschrijving Scenario

Er is sprake van scenario WPA AW wanneer er sprake is van eenloodsbrand of een directe dreiging daarvan, waarbij de preventieve voorzieningen falen (schuimblusinstallatie, branddeuren. Er komt giftige rook vrij. De rook trekt over het buitengebied en wellicht de rand van Westerbork.

BRANDWEER

GHOR

560 m2 theoretisch brandoppervlak 0-2 aantal te redden slachtoffers

10-50 slachtoffers met luchtwegklachten POLITIE Aantal af te zetten punten 6 Spontane ontruiming, aantal te begeleiden personen, 125 Preventieve ontruiming, aantal te begeleiden personen 250

Kengetallen GEMEENTELIJK Spontane ontruiming: Aantal te registreren personen 125 Aantal op te vangen personen 125 Preventieve ontruiming Aantal te registreren personen 250 Aantal op te vangen personen 250

GRIP

GRIP 1, indien noodzakelijk snel doorschalen naar GRIP 2 of 3.

Operationele leiding

Brandweer of politie

Rampbestrijdingsorganen

COPI+OL en backoffices (bij een GRIP 3 ook een crisisteam)

Gemeentelijk Beleidsteam

Crisisteam in het gemeentehuis van Beilen (alleen bij GRIP 3).

Regionaal Operationeel Team

Operationeel Leider en staf in het gemeentehuis van Beilen

Commando plaats Incident

OVD’s voeren hun coördinerende werkzaamheden ten aanzien van alle rampbestrijdingsprocessen uit op het plaats incident. De Leider CoPI en informatiemanager CoPI opereren vanuit de Commandohaakarmbak. Opstelplaats van de COH is afhankelijk van de windrichting (bovenwinds).

Rampbestrijdingsprocessen Geneeskundig Brandweer Bestrijden van brand en emissie van gevaarlijke stoffen. Redden en technische hulpverlening Toegankelijk maken Waarnemen en meten Waarschuwen van de bevolking Ontsmetten van mens en dier Ontsmetten voertuigen en infrastructuur

Geneeskundige hulpverlening – somatisch Preventieve openbare gezondheidszorg Geneeskundige hulpverlening – psychosociaal

40

• Leider CoPI ▪ Operationeel Leider

Politie

Gemeente

Ontruimen en evacueren Afzetten en afschermen Verkeer regelen Handhaven openbare orde Begidsen Strafrechtelijk onderzoek

Milieubeheer Crisiscommunicatie Opvangen Schaderegistratie Slachtofferregistratie Nazorg

Monodisciplinaire checklisten

41

BRANDWEER Alarmering/opschaling 

Automatische brandmelding WPA-Westerbork:

 Opschaling:  Brand klein (1e TS)  Aanvullend alarmeren 1 OvDB 

Indien melder aangeeft: “daadwerkelijk brand”:

 Opschaling:  Brand middel (2e TS) 

Indien sprake is van 1) Loodsbrand én 2) falen schuimblusinstallatie (dit is het maatgevende scenario) wordt conform onderstaande opgeschaald:

 Opschaling:  OGS zeer groot  GRIP 1  3 meetploegen:  Hoogeveen : brongebied  Ruinen en Borger: effectgebied Aandachtspunten bij opschaling:  OGS-procedure  Opstarten meetplanorganisatie door MPL  Back-office brandweer opstarten (door RCvD)  Plaats VC/COH t.b.v. CoPI bepalen  Windrichting bepalen (door Meldkamer) Bij wind uit zuiden tot oosten:  In WAS voorbereiden activering sirenes nummer 953 en 954 (binnen de kern van Westerbork) (door Meldkamer)  Checken sirenedekking in relatie tot effectgebied (door MPL) Bij wind anders dan zuiden tot oosten:  In WAS voorbereiden activering sirene nummer 954 (door Meldkamer) Vervolgacties

 Overleg van de functionarissen OVDB, MPL, AGS, GAGS en calamiteitencoördinator waterschap over blusstrategie (afwegen gevolgen voor volksgezondheid tegen de gevolgen voor milieu):

  

Bluswijze gebruik water of schuim in relatie tot omgeving en riool Neerslaan of opmengen van rookwolken bij directe bedreiging van de omgeving Plan voor vervolginzet onder invloed van weersverwachting (o.a. veranderende windrichting)

 Contact tussen bevelvoerder/OvD en MPL over effect rookwolk:

 

Pluimstijging  advies (aan RCvD) géén sirenes activeren Rookwolk trekt door effectgebied  advies (aan RCvD) sirenes activeren.

 Luchtmonstername (met vacu tube op OvD-voertuig)  O.l.v. OvDB/AGS  Door meetploeg Hoogeveen)  Inzet 2 meetploegen (door MPL) voor visuele waarneming in effectgebied:

 

Bij wind uit zuiden tot oosten: vanaf WPA begrensd door Sliemkampen/Oosteinde (buitengrenzen) en zichtbare rookwolk. Bij wind anders dan uit zuiden tot oosten: vanaf WPA begrensd door Oosteinde/ Binnenweg (buitengrens) en zichtbare rookwolk.

42

 Ontsmetting ingezette hulpverleners. Belangrijke informatie  De actuele stoffenlijst is verkrijgbaar bij de receptie van WPA, via de filiaalleider (contactgegevens bijlage 23)  Het rampbestrijdingsplan WPA bevat in de bijlagen nadere informatie over opgeslagen gevaarlijke stoffen, dekking sirenes, kwetsbare en risico-objecten in de omgeving, en bereikbaarheidsgegevens WPA.

POLITIE Protocol gevaarlijke stoffen en het linten protocol zijn van toepassing

 

Inzet en opschaling vinden plaats volgens bij de politie gangbare (noodhulpprocedures) In de opstartfase fungeert de calamiteitencoördinator als coördinerende factor.



Veiligheid van de hulpverleners is hierbij een primair uitgangspunt.

De politie is niet uitgerust met ademen lichaamsbeschermende middelen.

Zolang door de OVD brandweer nog geen sein veilig is gegeven blijven alle politie eenheden in overleg met hem op veilige afstand (bovenwinds en rekening houdend met windrichtingen snelheid).

Ontruimen

   

Het kan voorkomen dat inwoners het getroffen gebied spontaan verlaten. Politie begeleidt deze stromen en verwijst naar opvanglocaties. Wanneer verwacht wordt dat de wind gaat draaien kan besloten worden het betreffende gebied preventief te ontruimen. De politie begeleidt deze stromen en verwijst naar de opvanglocaties. ▪ Bij windrichting AW (dus geen windrichting tussen zuid en oost) is de opvanglocatie: Golden Tulip, Beilerstraat 24 A Westerbork. In het hoogseizoen is de opvanglocatie Drenthehal, Eursingerweg 1 in Beilen.

Meer informatie over opvanglocaties staat in bijlage 13.

 

Inzet van de politie bij ontruimen in het rampgebied is afhankelijk van de informatie van de brandweer. Het betreden van het gebied ter uitvoering van dit proces uitsluitend na uitdrukkelijke toestemming van de OVD-brandweer.

Afzetten en afschermen

    

Er zijn 6 noodhulpeenheden beschikbaar voor afzetten en afschermen; De eenheden worden ingezet t.b.v. verkeersposten als genoemd in het proces verkeer regelen, tenzij de OVD-P anders beslist; Taak is het vrijhouden van wegen tot het rampterrein voor de hulpverleningsdiensten en verwijzen van mensen naar een eventuele opvanglocatie; In geval van ontsmetting zal ook daar afscherming moeten plaatsvinden; De eenheden verzamelen zich tot nader orde op een door de OVD-P of MKNN (na overleg brandweer) aan te geven plaats.

Verkeer regelen

 

Deze taak wordt, vooral in het begin, vaak gecombineerd met het proces afzetten en afschermen. Bij andere windrichtingen dan de windrichting zuid/zuidoost dienen de eenheden op tenminste 1 km van de plaats van het incident gepositioneerd te worden.

43

 

Het innemen van verkeersposten op kortere afstand dient uitsluitend plaats te vinden na overleg met de OVD-brandweer. De volgende routes dienen afgesloten te worden voor inkomend verkeer:

     

1. 2. 3. 4. 5. 6.

De N381 (afhankelijk van de windrichting) vanaf de A28 en op-en afritten Zweelo; Lieving-Beilerstraat-Westeinde; Hoogeveenseweg bij open afritten N 381 Kruising Halerweg-Oranjekanaal-Noordzijde Kruising Elperstraat-Schoonloerweg-Oranjekanaal Zuidzijde Orvelterstraat ter hoogte van de Brugstraat in Orvelte.

Handhaven openbare orde en rechtsorde



Indien de situatie hiertoe aanleiding geeft zal door de Algemeen Commandant de opschaling en inzet binnen de politiekolom bepaald worden.

Begidsen

  

Voor het begidsen van hulpverleningsvoertuigen van de loodsplaatsen naar het incident en het vrijhouden van calamiteitenroutes zullen zoveel mogelijk motorrijders ingezet worden. De loodspost is bij Van der Valk in Spier. Uitgangsstellingen worden door de GHOR, na overleg brandweer, kenbaar gemaakt.

Strafrechtelijk onderzoek

 

Indien noodzakelijk vindt er strafrechtelijk onderzoek plaats naar de oorzaak van de gebeurtenis/ Het regionaal milieuteam van politie Drenthe wordt gealarmeerd.

Belangrijke informatie ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪

Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage

5: Overzichtskaart WPA en omgeving. 8: kaart wegafzettingen 9: Bereik WAS sirenes, kwetsbare en risico-objecten in de omgeving. 10, 11, 12: bevolkingsaantallen mogelijk getroffen gebied. 13: kaart opvanglocaties 15: informatie bij wegafzettingen 17: concept persbericht 19: FAQ’s over rook 21 concept noodverordening 23: Bereikbaarheidsgegevens bedrijf en crisismanagementorganen.

44

GHOR Alarmering/opschaling Bij WPA AW:  Grip 1, (op advies van de Operationeel Leider kan de burgemeester indien nodig opschalen naar GRIP 3). Schatting 10-50 slachtoffers.  Meldkamer geeft Code 20 af. Acties meldkamer op basis van Code 20:  OvDG allarmeren  14 ambulances  1 GNK  Voorwaarschuwing ziekenhuizen Drenthe, Groningen, met vermelding dat het voornamelijk zal gaan om patiënten met inhalatie trauma  GAGS  HSGHOR activeert op verzoek OvdG zo nodig PSHOR en / of backoffice GHOR/ GGD en alarmeert zonodig op verzoek van OvdG huisarts voor opvanglocatie  Loodspost Van der Valk Spier 03-LP07 indien noodzakelijk.  UGS wordt afhankelijk van de situatie bepaald Let op aanrijroute! Vervolgacties na de opschaling  Conform procedure schuilen evacueren of ontruimen. Is schuilen noodzakelijk ?: Inschatting gezondheidseffecten ( aantal slachtoffers, ernst en soort klachten, toxiciteit, hoeveelheid stof, tijdverloop, duur blootstelling ) Is effectief schuilen mogelijk cq is ontruiming of evacuatie mogelijk?: Dosis effect relatie, advies kwetsbare groepen, AGW, tijdsduur Heroverweging na ongeveer 1 uur De GAGS heeft zo spoedig mogelijk contact met AGS/ROGS om tot een advies aan OvDG en Brandweer te komen over de te nemen maatregelen, schuilen of evacuatie / ontruiming



Conform checklist grote branden.

Slachtofferbeeld  Het betreft voornamelijk personen met inhalatie trauma. De mix aan stoffen zoals NO2 SO2 , CO en HCL kan zowel aanleiding geven tot hoge als lage luchtwegproblematiek. Op korte afstand van de bron kunnen verdampte en onverbrande bestrijdingsmiddelen eveneens leiden tot gezondheidseffecten Aandachtspunten

 

Opvang en verzorging in samenwerking met de gemeente. Veiligheid/gezondheid hulpverleners.

Belangrijke informatie ▪ Bijlage 5: Overzichtskaart WPA en omgeving. ▪ Bijlage 7: Afsluitpunten riool ▪ Bijlage 8: kaart wegafzettingen ▪ Bijlage 9: Bereik WAS sirenes, kwetsbare en risico-objecten in de omgeving. ▪ Bijlage 10, 11, 12: bevolkingsaantallen ▪ Bijlage 13: kaart opvanglocaties ▪ Bijlage 14 tot en met 20: Informatie voor het actiecentrum voorlichting. ▪ Bijlage 21 concept noodverordening ▪ Bijlage 23: Bereikbaarheidsgegevens bedrijf en crisismanagementorganen.

45

GEMEENTE Milieubeheer

   Put Put Put Put Put Put Put Put

1 2 3 4 5 6 7 8

Aandacht voor informeren en afstemmen in relatie tot het milieuaspect, waterschap, provincie en Botmi. Riool de Noesten afsluiten (er liggen gescheiden systemen en combi). Dit uitzetten via het storingsnummer 06-55873909


Crisiscommunicatie

             

Leveren van informatie voor communicatieboodschappen op RTV Drenthe. Informatie in verband met wegafzettingen ‘als het gebied is afgezet’, zie bijlage 15 Informatie ten behoeve van het telefoonteam, zie bijlage 16 Concept persbericht, zie bijlage 17 Q&A list telefonistes, zie bijlage 18 Lijst FAQ’s rook, bijlage 19 Kaart WAS sirenes, risico- en kwetsbare objecten, bijlage 9. Kaart opvanglocaties, bijlage 13. Informatie voor bewoners/getroffenen en verwanten die zich melden bij de opvanglocatie bijlage 14. Op de opvanglocatie (indien ingericht) is een voorlichter aanwezig. Communiceren naar de getroffenen, omwonenden, bedrijven en alle in de rampgebied aanwezig zijnde instellingen. Vanuit het proces is er afstemming tussen de verschillende voorlichters van o.a. politie, brandweer, ghor/ggd, WPA, HVD. Informeren van de media via persberichten en het voorbereiden van persbijeenkomsten. Adviseren van het crisisteam. Aandachtspunt: betrek deskundigen van brandweer en geneeskundig adviseur gevaarlijke stoffen bij het opstellen van communicatieboodschappen.

Aandachtspunt: zorg voor eenduidige communicatie. De boodschap van RTV Drenthe, informatie op de website en de bestuurlijke boodschap mogen geen tegenstrijdige informatie bevatten.

Aandachtspunt: Let bij de communicatie op de grootte van het effectgebied. Waar zijn sirenes gegaan, wat valt binnen het effectgebied? Zijn er meerdere gemeenten betrokken? Dan communicatie onderling afstemmen.

46

Voor het overige handelen volgens het deeldraaiboek voorlichten en informeren. Opvangen Uitgangspunten:  Onderstaande is een aanvulling op het algemene deeldraaiboek opvangen en verzorgen. Dat betekent als hier geen afwijkende afspraken staan het algemene draaiboek geldt (zoals bijvoorbeeld over alarmering, inschakelen andere gemeenten en Rode Kruis enz).  Onderstaande aanvulling op het deeldraaiboek gaat uit van de scenario’s zoals die zijn aangegeven vanuit brandweer/politie/GHOR.  Voor alle scenario’s geldt dat er geen sprake zal zijn van een verplichte evacuatie. Dit betekent dat men tijdens een ramp binnen kan blijven en het rampgebied niet hoeft te verlaten.  Voor het proces voorlichten en informeren gaan we bij het bepalen van het aantal op te vangen personen uit van de volgende aanpak: a. In de voorlichting worden mensen opgeroepen om gewoon binnen te blijven. b. In de voorlichting worden mensen die toch weg willen opgeroepen om naar familie en vrienden te gaan omdat gemeentelijke opvang niet bedoeld is voor mensen die vrijwillig vertrekken. c. In de voorlichting worden mensen die van buiten het rampgebied naar binnen willen (en dat niet mogen) opgeroepen zelf een opvangadres te zoeken bij familie of vrienden. Alleen als dat niet lukt is er gemeentelijke opvang beschikbaar. d. In de voorlichting wordt duidelijk gemaakt dat er geen enkele noodzaak is voor familie of vrienden om naar Westerbork of omgeving te komen en dat daar ook geen opvang voor beschikbaar is. Opvanglocatie Optie 1: spontane ontruiming Groep Personen die toch vanuit het rampgebied vertrekken en geen eigen opvang vinden. Personen die in Westerbork als toerist aanwezig zijn of kamperen, die in een niet af te sluiten woning verblijven en die niet zomaar elders onderdak vinden. Personen die in Westerbork wonen en terug willen, maar niet kunnen (forensen, scholieren ed, die ook geen eigen opvang vinden).

Aantal 25 50

50



Bij dit scenario wordt uitgegaan van Locatie II, maar in hoogseizoen locatie I.



II. Golden Tulip Hotel Westerbork Adres: Beilerstraat 24A Westerbork. Telefoon: 0593-331444 (altijd bereikbaar). Eigenaar: Prakken. Afspraak gemaakt juni 2010. Bedden: 68 (in het landelijke hoogseizoen volgeboekt).



I. Drenthehal Adres: Eursingerweg 1 te Beilen Telefoon: 0593-523612 D.Dijkema: 06-46195416 Bereikbaarheid beheerder: altijd H. Meinders: 06-15953485 Eten en drinken: Via beheerder van de kantine, de heer P. van Rosmale, 0593-525303 of 0593-524025 (24/7). Dit zijn doorlopende afspraken in het kader van het deeldraaiboek Opvangen en Verzorgen. Bedden: Optie 1. Het betreft stretchers die in Groningen zijn opgeslagen. In te schakelen via de landelijke piketdienst Rode Kruis: 070-4455690. Optie 2. Koninklijke landmacht, Balkenweg 3 te Assen. Telefoon: 06-53214257 (OVD RMC noord) Vervoer: Optie 1. Via Arriva touring, Sontweg 13, 9723AT Groningen, 050-5260268 (8.00-17.00) Buiten kantoortijden via calamiteitenlijn: 06-20361645.

47

Optie 2. Lanting Reizen, Stepensonstraat 8, 7903 AV Hoogeveen, 0528-233000 (24/7). Optie 3. Andere vervoersorganisaties. Kaart opvanglocaties: opvanglocaties zijn opgenomen op de kaart in bijlage 13. Optie 2: preventieve ontruiming Wanneer bekend is dat de wind gaat draaien is er de mogelijkheid van een preventieve evacuatie. Er wordt in het scenario AW uitgegaan van 250 op te vangen personen. Schaderegistratie Indien noodzakelijk zal een medewerker op het infopunt in de opvanglocatie aanwezig zijn. Slachtofferregistratie Conform het deeldraaiboek en regionale afspraken. Voorzien in primaire levensbehoeften Dit is opgenomen onder het kopje opvangen.

Nazorg

 

Binnen 24 uur moet een concept plan nazorg worden opgesteld. Een bewonersbrief nazorg (bijlage 20) kan aan de desbetreffenden verzonden worden.

Ondersteuning aan het proces afzetten en afschermen  Let op provinciale of gemeentelijke wegen  Via gemeente wordt ondersteuning verleend, in eerste instantie ook voor de provinciale wegen.  De gemeente stemt dit af met provincie. Belangrijke informatie: ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪

Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage

5: Overzichtskaart WPA en omgeving. 7: Afsluitpunten riool 8: kaart wegafzettingen 9: Bereik WAS sirenes, kwetsbare en risico-objecten in de omgeving. 10, 11, 12: bevolkingsaantallen 13: kaart opvanglocaties 14 tot en met 20: Informatie voor het actiecentrum voorlichting. 21 concept noodverordening 23: Bereikbaarheidsgegevens bedrijf en crisismanagementorganen.

48

Multidisciplinaire checklisten

49

CHECKLIST WPA AW Organisatieonderdeel Functionaris

:

: Commando Plaats Incident Leider CoPI

Organisatie bestrijding incident: Wie

Locatie

Rapporteert aan:

Operationeel Leider

Gemeentehuis Beilen

Leden CoPI


COPI


Afstemming met

Geeft leiding aan:

Verbindingen

Vaste / mobiele telefoonnetwerk, Noodnet, C2000, E-mail

Aandachtspunten: Veiligheid  Denk bij de bestrijding aan de aanwezigheid van brandbare, giftige en mogelijk explosieve stoffen in het pand (actuele stoffenlijst verkrijgbaar bij de receptie van WPA, stoffenlijst uit 2009 is te vinden in bijlage 4 van het rampbestrijdingsplan).  Bepaal een veilige opstelplaats voor de COH en meld de locatie aan de MKNN.  Let er op dat functionarissen die niet over ademlucht beschikken (zoals politiefunctionarissen bij wegafzettingen) niet in de rook staan.  Let op weerberichten en verandering van windrichting in relatie tot multidisciplinaire veiligheid en consequenties voor de omgeving.  Ontruiming of evacuatie, politiefunctionarissen mogen pas het gebied in na toestemming brandweer. Coördinatie (zie voor werkwijze “zakboekje nieuwe cmo”) Taken Leider CoPI:

      

Geeft aan wanneer hij of zij operationeel is. Controleert of de OVD- en van de verschillende kolommen in het veld en aanspreekbaar zijn. Controleert of zijn ondersteuning compleet is (informatiemanager en plotter). Maak afspraken met Operationeel Leider en OVD’s over:  verbindingen  onderlinge afstemming en informatievoorziening. Zorgt samen met de informatiemanager voor een gevalideerd beeld van het incident (zowel bron als effectgebied) . Indien er behoefte is aan centraal overleg dan roept de Leider CoPI de desbetreffende OVD’s bij elkaar. Rapporteert over de voortgang van de rampbestrijding aan de Operationeel Leider.

50

Taken OVD’s :

   

Aansturen eenheden in bron- en effectgebied en inzet coördineren. In gang zetten rampbestrijdingsprocessen. Meldt multidisciplinaire knelpunten die niet in onderling overleg opgelost kunnen worden aan de Leider CoPI. Indien er behoefte is aan centraal overleg geef dit dan aan aan de Leider CoPI.

Uitvoering  Is de aan– en afvoer van en naar het gebied geregeld?  Zijn er processen die elkaar negatief beinvloeden? Zoals vervuild bluswater dat een bedreiging vormt voor riool- en /of oppervlakte water (beslissing veranderen blusstrategie/afsluiten riool)  Geven de meetresultaten van de brandweer reden tot multidisciplinaire acties (waarschuwen bevolking, ontruiming/evacuatie).  De windrichting is anders dan tussen zuid en oost, zie bijlage 9 voor bereik WAS sirenes, kwetsbare- en risico-objecten in de omgeving.  Is de logistiek voor personeel geregeld?  Bepalen van de mogelijke scenario’s op korte termijn (≤4 uur).  CONTROLEER DE UITGEGEVEN OPDRACHTEN


      

Deel de informatie uit het veld met de informatiemanager. Deze zet de informatie in LCMS. Informatiemanager CoPI deelt belangrijke informatie van de operationeel leider, crisisteam en backoffices met de LC en indien van toepassing ook met de overige CoPI leden. LC en informatiemanager zijn samen verantwoordelijk voor het tekstuele beeld van het CoPI in LCMS. De LC zorgt binnen 45 minuten voor een multidisciplinair beeld van de situatie tbv de operationeel leider voor duiding en zo nodig besluitvorming. LC en plotter zijn verantwoordelijk voor het CoPI plot in het LCMS. LCMS vervangt nooit gesproken contact bij het geven of ontvangen van opdrachten of cruciale informatie. Informatiemanager controleert tegenstrijdige informatie en valideert de informatie.

Voorlichting



Binnen 30 minuten informeert de voorlichter van het CoPI burgers, bedrijven en instellingen en verstrekt vervolgens om de 30 minuten feitelijke informatie naar genoemde groepen.

Afschaling/nafase  Kan de OL worden geadviseerd om af te schalen?  Wordt het bericht tot afschalen goed verspreid?  Maak afspraken over taken die nog moeten worden uitgevoerd na het afschalen.  Houdt een korte CoPI evaluatie, of maak een afspraak! 51

Belangrijke informatie: ▪ Bijlage 4: stoffenlijst In bijlage 4 is de stoffenlijst opgenomen van de hoeveelheden en soorten gewasbeschermingsmiddelen die er in 2009 waren opgeslagen. ▪ Bijlage 5: Overzichtskaart WPA en omgeving. ▪ Bijlage 9: Bereik WAS sirenes, kwetsbare en risico-objecten in de omgeving. ▪ Bijlage 10, 11, 12: bevolkingsaantallen mogelijk getroffen gebied. ▪ Bijlage 13: kaart opvanglocaties ▪ Bijlage 14 tot en met 20: Informatie ten behoeve van voorlichting. ▪ Bijlage 23: Bereikbaarheidsgegevens bedrijf en crisismanagementorganen.

52


: :

OL+ staf OPERATIONEEL LEIDER

Organisatie bestrijding incident: De OL adviseert/informeert het: Vertaalt beleidsbeslissingen van: De OL coördineert met

Wie

Locatie

Crisisteam

Gemeentehuis Beilen

Hoofden backoffices LC

Het OL geeft opdrachten aan/ rapportage van:

Verbindingen

Telefonisch of evt in Vaste/ mobiele gemeentehuis telefoonnetwerk. Beilen Noodnet /C2000 Internet COH nabij plaats incident

Aandachtspunten: Veiligheid



Het betreft een bedrijf voor de opslag van gewasbeschermers (giftige en brandbare stoffen). Dit brengt gevaren voor hulpverleners en de omgeving met zich mee.

Organisatie (zie ook: “zakboekje nieuwe cmo”).  Is de ondersteuning van de OL (informatiemanager OL en beleidsondersteuner) operationeel?  Inventariseer operationaliteit en maak afspraken met leider COPI en hoofden actiecentra over:  verbindingen  onderlinge afstemming en informatievoorziening. Taken Operationeel Leider  Beschrijving van het incident. – check dit – / (gewonden/ doden/ risico’s omgeving).  De OL deel relevante operationele informatie in het crisisteam.  De OL onderhoudt de contacten met de Algemeen commandanten van de verschillende kolommen en laat zich waar nodig door deskundigen adviseren (zoals GAGS, waterschap ed).  De OL zorgt er voor dat besluiten die zijn genomen door de burgemeester aan de Leider CoPI en/of algemeen commandanten worden doorgegeven.  De OL bereidt strategische operationele besluiten voor in de vorm van een door de burgemeester te ondertekenen besluit waarin relevante overwegingen en opties staan  Check of RTV Drenthe is ingeschakeld als rampenzender.  Zorg er voor dat de burgemeester voldoende informatie heeft om tot een duidingsboodschap te komen.  Informatie voor communicatie naar de bevolking is opgenomen in bijlagen 14 tot en met 20. 53

 

Adviseer de burgemeester in een duidingsboodschap gebruik te maken van deskundigen voor toelichting op operationele informatie (OL, GAGS). Indien noodzakelijk adviseer de burgemeester tot het uitvaardigen van een noodverordening. Concept opgenomen in bijlage 21.


    

Analyseer informatie uit LCMS op relevantie voor OL en crisisteam. Deel deze informatie met de OL. Informatiemanager OL beheert vanaf GRIP 2 het totaalbeeld. Informatiemanager controleert tegenstrijdige informatie en valideert de informatie. LCMS vervangt nooit gesproken contact bij het geven of ontvangen van opdrachten of cruciale informatie.

Afschaling/nafase  Is een planning voor de afschaling te maken?  Kan de burgemeester worden geadviseerd om af te schalen?  Wordt het bericht tot afschalen goed verspreid?  Wie neemt het initiatief voor de algehele evaluatie  Evalueer kort of maak een afspraak daarvoor.

Belangrijke informatie: ▪ Bijlage 4: stoffenlijst. In bijlage 4 is de stoffenlijst opgenomen van de hoeveelheden en soorten gewasbeschermingsmiddelen die er in 2009 waren opgeslagen. ▪ Bijlage 5: Overzichtskaart WPA en omgeving. ▪ Bijlage 9: Bereik WAS sirenes, kwetsbare en risico-objecten in de omgeving. ▪ Bijlage 10, 11, 12: bevolkingsaantallen mogelijk getroffen gebied. ▪ Bijlage 13: kaart opvanglocaties ▪ Bijlage 14 tot en met 20: Informatie ten behoeve van voorlichting. ▪ Bijlage 23: Bereikbaarheidsgegevens bedrijf en crisismanagementorganen.

54


: Crisisteam : BURGEMEESTER

Organisatie bestrijding incident:

Opdrachten van:

Locatie

Krijgt informatie van:

Wie Locatie Geen, tenzij sprake van GRIP 4. Dan is er sprake van een RBT olv voorzitter veiligheidsregio Kamer burgemeester gemeentehuis Beilen. Crisisruimte, OL gemeentehuis Beilen

Verbindingen


Aandachtspunten: Organisatie (zie ook “zakboekje nieuwe cmo”)



Zijn alle leden van het crisisteam aanwezig?

Taken burgemeester (zie ook: “zakboekje nieuwe cmo”).  Voeren opperbevel.  Bestuurder, beslisser, boegbeeld en burgervader.  Bevestigen GRIP fase  De noodzakelijke strategische/beleidsmatige beslissingen nemen.  Het formeel aanvragen van bijstand.  Het laten opstellen, vaststellen en afkondigen van een noodverordening.  Onderhouden van contacten met bestuurlijke autoriteiten (informeren buurgemeenten en CdK indien van toepassing)  Duiden van de crisis in een communicatieboodschap naar de bevolking. Taken leden crisisteam

    

De stand van zaken m.b.t de ramp op hoofdlijnen duidelijk te krijgen (OL). Adviseren van de burgemeester bij het stellen van prioriteiten van de rampbestrijding (OL). Informeren van de burgemeester over het verloop van de rampbestrijding. Voorbereiden duiding van de crisis (OL, burgemeester, bestuurlijk adviseur en communicatie adviseur. Toezicht houden op het uitvoeren van genomen beslissingen.

55

Communicatie:  Adviseren van de burgemeester, in samenspraak met de OL en de bestuurlijk adviseur.  Informatie voor communicatie naar de bevolking is opgenomen in bijlagen 14 tot en met 20.  Bewaak de eenduidigheid in de communicatie (inhoud boodschap voorlichter CoPI, RTV Drenthe, bestuurlijke boodschap ed moet hetzelfde zijn).

Herstel/nafase  Binnen 24 uur een concept nazorg plan opstellen. Regelmatig wordt naar behoefte van burgers, bedrijven en instellingen de crisis geduid en een nieuw feitelijk beeld gegeven.  Binnen 48 uur informeert de burgemeester de gemeenteraad over het optreden door de gemeente.  Binnen 48 uur is een voorlopig feitenrelaas op hoofdlijnen beschikbaar. Bepaald wordt aan welke doelgroepen het feitenrelaas te beschikking wordt gesteld.  Binnen 48 uur wordt een procesplan voor het inrichten van een eigen openbare evaluatie opgesteld.  Beantwoorden vragen van burgers met betrekking tot nazorg.  Indien van toepassing begeleiden van onderzoeksteams (onderzoeksraad, arbeidsinspectie, IOOV).

56

Bijlagen

57

Bijlage 1: Vaststellingsbesluit veiligheidsregio Drenthe

Vaststellingsbesluit Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe gelet op het bepaalde in de Wet veiligheidsregio’s en het Besluit veiligheidsregio’s; overwegende:  dat het bedrijf WPA Robertus zeker en vast BV, locatie Westerbork, gevestigd is in de gemeente Midden-Drenthe welke deel uitmaakt van de Veiligheidsregio Drenthe;  dat de mogelijkheid van een ramp en/of crisis met gevolgen voor de gemeente Midden-Drenthe en omgeving als gevolg van een onwenselijke gebeurtenis op het bedrijf naar aard en gevolgen voorstelbaar is;  dat het bedrijf valt onder de werking van artikel 6.1.1 van het Besluit veiligheidsregio’s en van artikel 8 van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999;  dat het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe dientengevolge wettelijk verplicht is een rampbestrijdingsplan voor dit bedrijf op te stellen, waarin het geheel van de bij de ramp of crisis te treffen maatregelen is opgenomen;  dat het rampbestrijdingsplan WPA Robertus zeker en vast B.V. tot stand is gekomen in nauw overleg en samenwerking met WPA Robertus zeker en vast B.V., alsmede met de bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing betrokken overige partijen. besluit: 1. met inachtneming van de bepalingen van de Wet veiligheidsregio’s, het Besluit veiligheidsregio’s en de Algemene wet bestuursrecht vast te stellen het rampbestrijdingsplan WPA Robertus zeker en vast van februari 2012; 2. te bepalen dat het plan met ingang van 1 maart 2012 in werking treedt. Aldus besloten te Assen op: 1 februari 2012 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe ,

K.S. Heldoorn voorzitter

S.C.H. Ritsema secretaris

58

Bijlage 2: verzendlijst RBP

Organisatie

Ter attentie van

Postadres

Postcode/plaats

Aantal

WPA WPA Gemeente MiddenDrenthe Gemeente MiddenDrenthe Gemeente MiddenDrenthe Gemeente Hoogeveen Gemeente Hoogeveen Gemeente Assen Gemeente Assen

t.a.v. Directie t.a.v. Hoofd BHV t.a.v. burgemeester

De Noesten 18 De Noesten 18 Postbus 24

9431 TC Westerbork 9431 TC Westerbork 9410 AA Beilen

1 1 1

t.a.v. burgemeester t.a.v. AOV

Postbus 30018

9400 RA Assen

1 1

Gemeente Aa en Hunze Gemeente Aa en Hunze Gemeente Noordenveld Gemeente Noordenveld Gemeente Westerveld Gemeente Westerveld Gemeente Coevorden Gemeente Coevorden

t.a.v. burgemeester

Postbus 93

9460 AB Gieten

1

t.a.v. burgemeester t.a.v. AOV

Postbus 2

7740 AA Coevorden

1 1

Gemeente de Wolden Gemeente de Wolden

t.a.v burgemeester t.a.v. AOV

Postbus 20

7920 AA de Wolden

1 1

Gemeente Odoorn Gemeente Odoorn Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente

Borger-

t.a.v. burgemeester

Postbus 3

7875 ZG Exloo

1

Borger-

t.a.v. AOV

Tynaarlo Tynaarlo Emmen Emmen

t.a.v. t.a.v. t.a.v. t.a.v

t.a.v. AOV

1

Sleutelfunctionarissen t.a.v. burgemeester

Postbus 20.000

7900 PA Hoogeveen

t.a.v. AOV

1

t.a.v. AOV t.a.v. burgemeester

1 Postbus 109

9300 AC Roden

t.a.v. AOV t.a.v. burgemeester

1 1

Postbus 50

7970 AB Havelte

t.a.v. AOV

burgemeester AOV burgemeester AOV

1

1 1

1 Postbus 5

9480 AA Vries

Postbus 30001

7800 RA Emmen

1 1 1 1

Gemeente Meppel

t.a.v. burgemeester

Postbus 501

7940 AM Meppel

1

Gemeente Meppel MKNN

t.a.v. AOV t.a.v. Kolomchef brandweer

Postbus 269

8901 BB Leeuwarden

1 1

59

MKNN MKNN MKNN Regiopolitie Drenthe CCB 3 noord Regiopolitie Drenthe Openbaar ministerie GGD Gemeente MiddenDrenthe Provincie Waterschap reest en wieden Brandweer

Brandweer

Brandweer

Brandweer Brandweer

t.a.v. Kolomchef politie t.a.v. Kolomchef ambulance t.a.v. Hoofd meldkamer t.a.v. chef basiseenheid Midden-Drenthe t.a.v. unitchef CCB 3 noord t.a.v. districtschef zuidwest t.a.v. gebiedsofficier noord t.a.v. GHOR bureau

Postbus 107 Postbus 269

9400 AC Assen 8901 BB Leeuwarden

1 1

Postbus 269 Postbus 107

8901 BB Leeuwarden 9400 AC Assen

1 1

Schweitzerlaan 1 Postbus 107

9728 NR Groningen

1

9400 AC Assen

1

Postbus 107

9400 AC Assen

1

Postbus 144

9400 AC Assen

3

Afd wegen en kanalen, t.a.v. E. Koerts t.a.v. calamiteitencoördinator t.a.v. Districtscommandant Noord & midden t.a.v. Districtscommandant Zuidoost Drenthe t.a.v. Districtscommandant Zuidwest Drenthe HOVD1 en HOVD2’s

Postbus 122

9400 AC Assen

1

Postbus 120

7940 AC Meppel

2

Postbus 402

9400 AK Assen

Postbus 30001

7800 RA Emmen

1

Postbus 20000

9700 AA Hoogeveen

1

nvt

Veiligheidsregio Ijsselland, Henk Scholing

Postbus 1453

Op website brandweerprocedures 8001 BL Zwolle

Sleutelfunctionarissen

60

Bijlage 3: overzicht revisies

Onderwerp Opvanglocaties aangepast WAS paal nr’s aangepast

Gewijzigde paragrafen Checklist politie scenario AW en Z/ZO Checklisten brandweer

61

Datum van uitgifte 6 augustus 2012 20 maart 2013

Bijlage 4: stoffenlijst NB: actuele stoffenlijst verkrijgbaar bij de receptie van WPA. Stoffenlijst opgenomen in het rampbestrijdingsplan betreft de belangrijkste gewasbeschermers die er per… 2009 waren opgeslagen. Dit geeft een indicatie van de soorten brandbare en giftige stoffen en de hoeveelheden die er aanwezig kunnen zijn. De actuele stoffenlijst is aanwezig in de vorm van een brandweerjournaal. Dat journaal is per opslagcompartiment en per ADR klasse aanwezig in de receptieruimte van het kantoor. Daarnaast hangt in het kantoor van de filiaalcoördinator een uitgebreide stoffenlijst met de gevaarseigenschappen van de stoffen, pH, brandbaarheid/ (licht-) ontvlambaarheid, vrijhouden van welke stoffen, BRZO categorie, ADR klasse en opslaghal enz. ten behoeve een juiste onvangst en opslag in de daarvoor aangewezen opslagloods. Voor specifieke stofgegevens zijn de Veiligheids Informatie Bladen (Material Safety DataSheets/ MDS) aanwezig in dezelfde ruimte en ook direct om-line opvraagbaar en beschikbaar via www.Fystostat.nl of www.veiligheidsbladen.nl

62

Bijlage 5: kaart WPA en omgeving (op de kaart staan: het bedrijfsterrein van WPA, LPG tankstation)

63

Bijlage 5: plattegrond WPA en omgeving

64

Bijlage 6: plattegrond van het Bedrijf

65

Bijlage 7: afsluitpunten riool de Noesten

Afsluiten Riool de Noesten Put Put Put Put Put Put Put Put

1 2 3 4 5 6 7 8


66

67

Bijlage 8: wegafzettingen

68

Bijlage 9: Was sirenes, kwetsbare objecten en risico-objecten

69

Bijlage 10: bevolkingsaantallen westerbork en omgeving

70

Bijlage 11: bevolkingsaantallen kern en noord westen van Westerbork

71

Bijlage 12: Bevolkingsaantallen op kadastrale kaart

72

Bijlage 13: Opvanglocaties Scenario ZO opvanglocatie: Drenthehal Scenario AW opvanglocatie, laagseizoen Golden Tulip, hoogseizoen Drenthehal.

73

Bijlage 14 Informatie voor in de opvanglocatie

Geachte heer, mevrouw, Op dit moment bent u aanwezig in…………….., de opvanglocatie voor het incident bij …………. Via onze website, www.middendrenthe.nl informeren wij u zo goed mogelijk over de gang van zaken. De website is in deze opvanglocatie te bezichtigen. Wat wij nu van u vragen is:   

Bij aankomst: inschrijven bij de registratiebalie Bij vertrek: uitschrijven bij de registratiebalie Houdt uw ID-kaart, rijbewijs of paspoort bij de hand (als u deze bij u heeft)

Duurt deze opvang langere tijd dan regelen wij eten/drinken, etc. en slaapplaatsen. Vragen? Heeft u vragen dan kunt u deze stellen aan de medewerkers van de gemeente. Zij zijn herkenbaar door een badge.

74

Bijlage 15: Informatie bij wegafzettingen

(om te overhandigen) Wat is er aan de hand? Er is brand in Westerbork, op de locatie WPA Zeker en Vast, De Noesten 18 9431 TC Westerbork. Onderzoek heeft uitgewezen dat hierbij giftige rook is vrijgekomen. Deze rook trekt over …. woonomgeving. ……….gebied is niet toegankelijk (zie hiervoor de plattegrond van het gebied bij deze informatie). De brandweer is bezig met bluswerkzaamheden. Er is een opvanglocatie beschikbaar voor getroffenen: Getroffenen kunnen hiernaar toe gaan. Hoe lang deze situatie duurt is nog niet bekend. Wat te doen? heeft kunt u naar de opvanglocatie X of Y (zie hiervoor de plattegrond)

mpgebied

Laatste nieuws Voor het laatste nieuws kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden: -account Midden_Drenthe en via de ether op 90,6 FM – 224,25 U kunt zich ook melden voor de SMS-dienst, SMS “….” naar nummer . U ontvangt dan regelmatig berichten met de belangrijkste nieuws-updates. Indien u denkt schade te lijden door de brand kunt u deze melden bij uw eigen branden/of inboedelverzekering.

75

Bijlage 16: Concept Informatie voor telefonistes



Brand in Westerbork, locatie WPA Zeker en Vast, De Noesten 18 9431 TC Westerbork



Onderzoek heeft uitgewezen dat hierbij (giftige) rook is vrijgekomen. (voor informatie over rook zie bijlage 19)



Deze rook trekt over …. woonomgeving/gebied …..



De brandweer is bezig met bluswerkzaamheden … of heeft de brand geblust …

Wat te doen?



     

Indien binnen het gebied te blijven: Blijf binnen of ga naar binnen, sluit ramen en deuren o zet ventilatiesystemen uit o plak roosters dicht Het gebied in willen maar dat is niet toegestaan óf het gebied uit willen (iemand kiest daar zelf voor): Ga naar familie, vrienden en/of kennissen o (indien dat echt geen optie is verwijzen naar opvanglocatie X of Y) Volg aanwijzingen van de autoriteiten of hulpverleners Help anderen zoveel mogelijk Wilt u niet naar het rampgebied gaan Wilt u geen routes voor politie, brandweer en/of ambulance blokkeren? Wilt u niet onnodig bellen

Laatste nieuws Voor het laatste nieuws kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden:  www.middendrenthe.nl  twitter-account Midden_Drenthe  Radio Drenthe: via de kabel op 96,0 en via de ether op 90,6 FM  TV Drenthe: Kanaal 12 – 224,25 U kunt zich ook melden voor de SMS-dienst, SMS “….” naar nummer . U ontvangt dan regelmatig berichten met de belangrijkste nieuws-updates.

Mogelijke schade  Indien u denkt schade te lijden door de brand dan kunt u deze melden bij uw eigen branden/of inboedelverzekering.

76

Bijlage 17: Concept Persbericht

Brand in Midden-Drenthe (afstemmen met ander kolomvoorlichters)

Op ………is er bij het bedrijf WPA Zeker en Vast in Westerbork, gemeente Midden-Drenthe, brand ontstaan. Onderzoek heeft uitgewezen dat hierbij (giftige) rook is vrijgekomen. Deze rook trekt over ……deel van Westerbork. De brandweer is bezig met bluswerkzaamheden. Op dit moment is er bij de gemeente bekend dat de brand is ontstaan rond …uur. Meer informatie is nog niet bekend. De gemeente doet zijn uiterste best om de inwoners van het getroffen gebied te informeren.

Wat moeten de inwoners van het gebied doen? De inwoners kunnen via de website van de gemeente Midden-Drenthe adviezen vinden hoe te handelen. Ook worden ze via………..(politie, o.i.d.???) geïnformeerd.

Meer informatie Voor het laatste nieuws zijn de volgende mogelijkheden:  Radio Drenthe: via de kabel op 96,0 en via de ether op 90,6 FM  TV Drenthe: Kanaal 12 – 224,25  www.middendrenthe.nl  twitter-account Midden_Drenthe  SMS-dienst, SMS “….” naar nummer . Er is een publieksnummer beschikbaar voor vragen: . Optioneel: Noot voor de pers: Meer informatie over de brand kunt u krijgen via de afdeling Communicatie van de gemeente, (0593) 53 92 34/ (0593) 53 93 95/ (06) ……….

77

Bijlage 18: Concept Q en A-list

Wat is er aan de hand?  Brand in Westerbork, locatie WPA Zeker en Vast, De Noesten 18 9431 TC Westerbork

Is er (giftige) rook vrijgekomen?  Onderzoek heeft uitgewezen dat hierbij (giftige) rook is vrijgekomen.

Waar gaat de rook langs?  Deze rook trekt over …. woonomgeving / gebied ….

Is de brandweer aan het blussen?  De brandweer is bezig met bluswerkzaamheden.

Wat te doen?  Blijf binnen of ga naar binnen, sluit ramen en deuren  Volg aanwijzingen van de autoriteiten of hulpverleners  Help anderen zoveel mogelijk  Wilt u niet naar het rampgebied gaan  Wilt u geen routes voor politie, brandweer en/of ambulance blokkeren?  Wilt u niet onnodig bellen

Waar kan ik het laatste nieuws vinden Voor het laatste nieuws kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden:  www.middendrenthe.nl  twitter-account Midden_Drenthe  Radio Drenthe: via de kabel op 96,0 en via de ether op 90,6 FM  TV Drenthe: Kanaal 12 – 224,25 U kunt zich ook melden voor de SMS-dienst, SMS “….” naar nummer . U ontvangt dan regelmatig berichten met de belangrijkste nieuws-updates.

Moet ik iets regelen met mijn verzekering?  Indien u denkt schade te lijden door de brand dan kunt u deze melden bij uw eigen branden/of inboedelverzekering.

78

Bijlage 19: Veel gestelde vragen met betrekking tot rook (FAQ’s) Op te nemen in het protocol ‘grote branden’; dit zijn algemeen geldende antwoorden voor de regio Drenthe. Kernboodschap. Bij iedere brand komt rook vrij. Rook kun je zien, rook kun je ruiken. Rook inademen is nooit gezond. Daarom luidt het advies: blijf zoveel mogelijk uit de rook. Is er brand bij u in de buurt? De wind kan de rook verspreiden, zodat u rook kunt zien en/of ruiken. Ook in en rondom uw woning. Zorg dat u geen rook inademt. Ga naar binnen, sluit ramen en deuren en schakel indien mogelijk uw ventilatiesysteem uit. Help mensen in uw omgeving om uit de rook te blijven. Let op de windrichting, deze zal bepalend zijn. Is rook gevaarlijk? Alle rook is schadelijk. In iedere rookwolk zitten giftige stoffen. Daarom is het niet verstandig om rook in te ademen. Probeer altijd zo weinig mogelijk of juist helemaal geen rook in te ademen door uit de rook te stappen. Is rook schadelijk voor mijn gezondheid? Het inademen van rook is nooit gezond. Hoe schadelijk de rook is voor uw gezondheid, hangt vooral af van de hoeveelheid rook die u inademt. Hoe dichter de rook, hoe meer u inademt. En hoe langer u in de rook staat, hoe meer rook u binnen krijgt. Blijf daarom (zoveel mogelijk) uit de rook. Wat is een schadelijke hoeveelheid rook? Uw lichaam geeft zelf aan of de hoeveelheid rook die u hebt ingeademd, een schadelijke hoeveelheid is. U kunt last krijgen van prikkelende ogen, neus en luchtwegen. Uw ogen kunnen gaan tranen en u kunt gaan hoesten. Hoe meer rook u hebt ingeademd, hoe sneller uw lichaam reageert en hoe langer de klachten duren. Vandaar het advies: voorkom zo veel mogelijk het inademen van rook. Frisse lucht zal de klachten overigens doen verminderen. Wat moet ik doen als ik rook heb ingeademd? Heeft u rook ingeademd? Bij een kleine hoeveelheid rook is de kans op gevolgen voor uw gezondheid klein. Blijft u gezondheidsklachten houden na het inademen van rook? Neem dan contact op met uw huisarts. Waarom doet de brandweer metingen? De brandweer doet metingen om te kijken of er bepaalde schadelijke stoffen in de rook zitten waarvan bekend is dat ze giftig zijn. Als er giftige stoffen worden aangetroffen in de rook dan weet de brandweer over welk gebied deze stoffen zijn verspreid. Met deze metingen kan de brandweer met de GHOR10 bepalen of ramen en deuren moeten worden gesloten of dat alleen een waarschuwing hoeft te worden gegeven. In het ergste geval kunnen de metingen ertoe leiden dat de woningen zo snel mogelijk moeten worden ontruimd. De metingen van de brandweer zeggen niets over de giftigheid van de rook, ook als er niets wordt gemeten. In iedere rookwolk zitten immers giftige stoffen.

10

GHOR: Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio.

79

Meer informatie. Is er brand bij u in de buurt? In te vullen in overleg met de betrokken gemeente. Ook via lokale en regionale media kunt u meer informatie krijgen. Assen, 12 augustus 2011

80

Bijlage 20: Concept Bewonersbrief na de brand (omgeving WPA Zeker en Vast te Westerbork) Aan de bewoners van (bepaalde wijk, straten)

Datum: Kenmerk: Onderwerp : brand in ……………………………. Geachte bewoner, Er is bij het bedrijf ………………………. brand geweest. Dat is gepaard gegaan met een flinke rookontwikkeling. Onderzoek heeft uitgewezen dat hierbij ook giftige rook is vrijgekomen. Deze rook is over uw woonomgeving getrokken. Het inademen van rook is nooit gezond. Daarom is ten tijde van de brand geadviseerd om niet in de rook te gaan staan, de ramen en deuren te sluiten en de mechanische ventilatie uit te schakelen. Heeft u rook ingeademd? Bij een kleine hoeveelheid rook is de kans op gevolgen voor uw gezondheid klein. Blijft u echter gezondheidsklachten houden (tranende ogen, benauwdheid, niet kunnen ruiken) dan is het verstandig om contact op te nemen met uw huisarts. Naar aanleiding van de brand is en wordt onderzoek gedaan naar de neerslag van giftige stoffen (teerachtige stoffen en dioxinen) in de omgeving van onder meer uw woning. Vandaar dat ook is meegedeeld dat de groente in uw tuin en andere gewassen vooralsnog niet geschikt zijn voor consumptie. Het duurt even voordat de uitslagen van dit onderzoek bekend zijn. Zodra die zijn ontvangen, dan zal ik u het resultaat meedelen en dan is ook bekend of er weer groente uit de tuin kan worden gegeten. Eventueel nog (extra en of specifieke) informatie uit bijlage 19 (FAQ’s lijst rook GHOR) toevoegen. Voor vragen kunt u bellen met het publieksnummer . Indien u denkt schade te hebben geleden door de brand dan kunt u deze melden bij uw eigen branden of inboedelverzekering. Met vriendelijke groet, Burgemeester

81

Bijlage 21:

Concept noodverordening verbod zich in een gebied op te houden.

De burgemeester van de gemeente Midden-Drenthe, overwegende: dat het in verband met de ramp die de gemeente Midden-Drenthe getroffen heeft, gewenst is maatregelen te treffen ter handhaving van de openbare orde en ter beperking van gevaar; gelet op: artikel 176 van de Gemeentewet;

besluit: vast te stellen de volgende verordening: Artikel 1 Lid 1 Het is een ieder, voor zover niet rechtstreeks betrokken bij de rampbestrijding, verboden vanaf <> <> uur zich op te houden binnen het gebied begrensd door de <<straten>>, de hier bedoelde weggedeelten daaronder begrepen. Lid 2 Het in lid 1 gestelde geldt tot het tijdstip waarop door of vanwege de burgemeester bekend is gemaakt dat het gebied weer is opengesteld. Artikel 2 Rechthebbenden op een onroerend goed, gelegen in het in artikel 1 genoemde gebied, zijn verplicht te gedogen dat werkzaamheden en maatregelen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn in verband met de bestrijding van de ramp kunnen worden uitgevoerd. Artikel 3 Zo dikwijls de naleving van enig voorschrift dit vereist of de omstandigheden evacuatie van personen, have of goed vereist, wordt hierbij aan hen, die met de handhaving van dat voorschrift dan wel de evacuatie zijn belast of daaraan moeten meewerken, de last verstrekt al dan niet afgesloten terreinen en ruimten, woningen daaronder begrepen, desnoods tegen de wil van de eigenaar, bewoner of gebruiker, te allen tijde te betreden of binnen te treden, zulks voor zover het woningen betreft met inachtneming van de Algemene wet op het binnentreden.

82

Artikel 4 Alle aanwijzingen, gegeven door de politie in het belang van de openbare orde en/of veiligheid van personen, vee, andere levende have en goederen dienen stipt te worden nagekomen. Artikel 5 Deze verordening treedt met onmiddellijke ingang in werking beilen, <> <> uur, De burgemeester van de gemeente Midden-Drenthe,

83

Bijlage 22: verklarende begrippen en afkortingenlijst

Begrippenlijst

Actiecentrum De plaats van waaruit een dienst of organisatie de eigen bijdrage aan de rampbestrijding regelt. Backoffice Ondersteuning om opdrachten uit het veld uit te kunnen voeren. Crisiscommunicatie Voorlichting die plaatsvindt wanneer een ramp dreigt, zich voltrekt of zojuist heeft plaatsgevonden en die erop gericht is de bevolking adequaat te laten reageren op de actuele omstandigheden om zo schadelijke gevolgen te vermijden, te beperken of ertegen op te treden. Alarmeren Het geven van een attentiesignaal dat, al dan niet via hetzelfde medium, dient te worden gevolgd door een oproep (eenheden / diensten) of een waarschuwing (o.a. het publiek). Zie ook: waarschuwen. Bevoegd gezag Al naar gelang de van toepassing zijnde wettelijke bepaling de burgemeester, de voorzitter Veiligheidsregio, de minister van veiligheid en justitie. Bijstand Aanvullend potentieel van buiten de eigen dienst, aangevraagd door het bevoegd gezag. Crisis Een ernstige verstoring van de basisstructuren dan wel aantasting van fundamentele waarden en normen van het maatschappelijk systeem. Evacuatie Een door de overheid gelaste verplaatsing van groepen personen in Nederland met daaronder begrepen: vervoer(sbegeleiding), opneming, verzorging en terugkeer van deze groepen, de voorbereiding daarvan en de nazorg. Geneeskundige hulpverlening Het in georganiseerd verband verrichten van gewondenzorg vanaf de vindplaats tot het moment waarop de behandeling door een ziekenhuis of de eerstelijns gezondheidszorg wordt overgenomen.

84

Gezondheidsdienst (GGD) Een gemeentelijke of intergemeentelijke gezondheidsdienst ter uitvoering van aan de gemeente opgedragen taken op het gebied van de volksgezondheid. Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Uitwerking van het opschalingsproces in coördinatiealarmfasen. Elk coördinatiealarm heeft zijn eigen kenmerken, die gebaseerd zijn op de bijbehorende taken, bevoegdheden of verantwoordelijkheden. Geneeskundige Combinatie (GNK) Bij grootschalige calamiteiten met veel gewonden kan extra geneeskundige inzet nodig zijn. De geneeskundige combinatie bestaat uit teams van hulpverleners die ter plekke medische hulp verlenen. Een GNK bestaat uit een ambulanceteam, een Mobiel Medisch Team (MMT) en een Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie (SIGMA). Logistiek Alle voorbereidingen en handelingen die nodig zijn om het potentieel voor de bestrijding van ongevallen en rampen zo doeltreffend mogelijk in te zetten en te bevoorraden. Loodspost Een als regel vooraf bepaalde, gemakkelijk te vinden plaats waar bijstandverlenend potentieel wordt opgevangen en van waaruit het naar een gewenste plaats wordt geleid. Maatgevend scenario Het scenario was redelijkerwijs te voorzien is en waarop de hulpverleningsdiensten zich voorbereiden. Monodisciplinair Betrekking hebbende op één van de kolommen (bijvoorbeeld brandweer of GHOR) Multidisciplinair Betrekking hebbende op meerdere kolommen Nazorg Geheel van maatregelen gericht op terugkeer naar de normale situatie. Ondersteuning Het geheel van secretariële, logistieke en verbindingstechnische voorzieningen, dat ten doel heeft een staf of een beleidsteam te laten functioneren. Ontruiming Het voor korte duur verlaten van de verblijfplaats op een advies van parate diensten. Brandweer en politie kunnen direct tot een dergelijk advies overgaan, indien daarvoor, binnen aan te geven grenzen, een mandaat is versterkt. Een voorwaarde daarbij kan zijn dat zij de ontruiming zelf in goede banen kunnen leiden (vergelijk: evacuatie).

85

Operationele leiding De bevoegdheid tot het in opdracht van de burgemeester geven van bindende aanwijzingen aan commandanten/hoofden van de bij de rampbestrijding samenwerkende zelfstandige diensten, zonder daarbij te treden in de bevoegdheden van de commandanten/hoofden van de diensten aangaande de wijze van uitvoeren van de taken. Opperbevel Opperbevel duidt op twee samenhangende noties: enerzijds de politieke en bestuurlijke verantwoordelijkheid, anderzijds de zeggenschap over ieder die aan de (ramp)bestrijding deelneemt, zulks in het bijzonder met het oog op een goede coördinatie. Opschalen Het veranderingsproces tijdens een ramp van het functioneren van het bestuur, de parate diensten en de gemeente, vanuit de dagelijkse situatie naar één regionale organisatievorm waarmee een ramp multidisciplinair wordt bestreden. Opschaling is uitgewerkt in coördinatie-alarmfasen; ook wel Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) genoemd. Opvangcentrum De plaats waar niet-gewonde en behandelde lichtgewonden worden ondergebracht inafwachting van de mogelijkheid tot terugkeer naar de eigen woongelegenheid of onderbrenging elders. Ramp of zwaar ongeval Een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu, of grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad, en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. Rampbestrijdingsplan Beschrijving van maatregelen ten tijde van een ramp of crisis ter voorbereiding op een incident waarvan de plaats, aard en gevolgen voorzienbaar zijn.

86

Rampenbeheersing Het geheel van overheidsmaatregelen inzake het voorkomen en beperken van risico ’s die tot rampen en zware ongevallen kunnen leiden, de voorbereiding op de bestrijding van rampen en zware ongevallen, de daadwerkelijke bestrijding en de zorg na rampen. Rampenbeheersing omvat het risicobeleid van de overheid en de rampenbestrijding. Rampenbestrijding Het geheel van overheidsmaatregelen inzake de voorbereiding op de bestrijding van rampen en zware ongevallen, de daadwerkelijke bestrijding en de zorg na rampen. Rampgebied Deel van het Nederlands grondgebied waarvoor buitengewone omstandigheden in de zin van de Wet rampen en zware ongevallen zijn afgekondigd. Rampterrein Het door de opperbevelhebber aangewezen gedeelte van een gemeente waarbinnen bijzondere regimes gelden ten aanzien van de handhaving en het herstel van openbare veiligheid en openbare orde. SIGMA Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie, bestaande uit 8 vrijwilligers van bij voorkeur het Rode Kruis, waaronder een leider en een chauffeur, die de professionele hulpverleners assisteert en ondersteunt bij grootschalige ongevallen en rampen. Uitgangsstelling (UGS) De plaats waar het bij de rampbestrijding in te zetten potentieel wordt samengetrokken, van waaruit het wordt ingezet en waarheen het na de werkzaamheden terugkeert. Waarschuwen Betrokkenen informeren over een gevaar en het daarbij geven van een gedragsadvies.

87

Afkortingenlijst AC Algemeen Commandant, Actiecentrum, Alarmcentrale AGS Adviseur Gevaarlijke Stoffen AOV Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid BIR Besluit Informatie Inzake Rampen en Zware Ongevallen Bleve Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion Bot mi Beleidsondersteunend team milieu incidenten B&W College van Burgemeester en Wethouders BRZO Besluit Risico’s en Zware Ongevallen CCB Conflict- en Crisisbeheersing (bureau van de politie) CdK Commissaris van de Koningin COH Commandohaakarmbak CoPI Commando Plaats Incident CMO Crisismanagement Organisatie CPA Centrale post ambulancevervoer CvD-G Commandant van Dienst-Geneeskundig FAQ’s Frequently Asked Questions GAGS Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen GGD Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst / Gemeentelijke Gezondheidsdienst GHOR Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio GNK Geneeskundige Combinatie GRIP Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure HVD Hulpverleningsdienst Drenthe IM CoPI informatiemanager van het CoPI IM OL informatiemanager van de operationeel leider IOOV Inspectie Openbare Orde en Veiligheid KVT Kazerne Volgorde Tabel LC Leider CoPI LCMS Landelijke Crisis Management Systeem MKNN Meldkamer Noord Nederland MOTO Regionale werkgroep Multidisciplinair Opleiden Trainen en Oefenen MOV regionale werkgroep Multidisciplinaire Operationele Voorbereiding MPL MeetPlanLeider MMT Mobiel Medisch Team OGS Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen OL Operationeel Leider OM Openbaar Ministerie OvDB Officier van Dienst (brandweer) OvDG Officier van Dienst-Geneeskundig OvDP Officier van Dienst Politie OvJ Officier van Justitie PSHOR Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Q en A list Questions en Answers RcVD Regionaal Commandant van Dienst RAV Regionale Ambulancevoorziening

RGF Regionaal Geneeskundig Functionaris ROGS Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen (brandweer) RWZI Rioolwater zuiverings installatie

88

SIGMA Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie TS Tankautospuit UGS Uitgangsstelling VC Verbindingscommandowagen VR Veiligheidsrapportage WAS Waarschuwing en Alarmerings Systeem WPA ZO brandscenario bij WPA met windrichting tussen zuid en oost WPA AW brandscenario bij WPA met andere windrichting dan tussen zuid en oost. WVR Wet Veiligheidsregio

89

Bijlage 23: Bereikbaarheidsgegevens (niet openbaar) Organisatie/cmo

Adres

Telefoon

Fax

Noodnet telefoon

WPA

De Noesten 18, 9431 TC Westerbork

0593-332800 (in avonduren is dit nummer doorgeschakeld naar de filiaalcoördinator, die in de woning naast het bedrijf woont). 088-1670386

0593-331178

nvt

Pikettelefoon IM CoPI Pikettelefoon OL Pikettelefoon IM OL Crisisteam

90

088-1670330 088-1670331 Raadhuisplein 1, 9411 NB Beilen B&W kamer

0593-539208

nvt nvt nvt

Noodnetfax

e-mail

Rampbestrijdingsplan WPA- Robertus zeker & vast BV

Recommend Documents