RaadsJaar
Regio Zuid-Holland Zuid en Zeeland
JAARBERICHT De Raad voor de Kinderbescherming wil dat alle kinderen die in de
willen we daarom de komende jaren sneller, doeltreffender en
knel zitten op tijd goede hulp krijgen. Door steeds betere afstemming
professioneler gaan werken. In Zuid-Holland Zuid en Zeeland is er
in de keten en het slimmer inrichten van onze eigen werkprocessen
in 2008 al veel aan gedaan om deze doelstellingen te bereiken.
2008
De Raad voor de Kinderbescherming Zuid-Holland Zuid en Zeeland in 2008 De meeste ontwikkelingen in 2008 stonden in het teken van de samenwerking in de keten. De Raad Zuid-Holland Zuid en Zeeland leverde een aandeel in verschillende projecten om informatie, voorzie ningen en werkprocessen onderling af te stemmen. Daarnaast hebben we, net als de andere ketenpartners, onze interne processen onder de loep genomen en gestroomlijnd.
Dicht bij ketenpartners Bij strafzaken willen we, na het invoeren van de casusregie, de samenwerking met ketenpartners nog verder intensiveren. Door letterlijk dicht bij gemeente, politie, om, reclassering en Bureau Jeugdzorg te zitten voorkomen we dat we langs elkaar heen werken. Daarom bereidden we in 2008 de opening van het Veiligheidshuis Dordrecht voor. Met het nieuwe
I N HOU DSOPGAVE
2
Beschermingszaken
4
Scheidings- en omgangszaken
6
Strafzaken
8
‘Het is weer zover: papa en mama hebben ruzie’
computersysteem jco-s maken we het makkelijker om in de jeugdstrafketen gegevens uit te wisselen.
Omgangsbegeleiding Bij scheidings- en omgangszaken hebben we het initiatief genomen tot omgangsbegeleiding; bemiddeling tussen ouders bij het maken van afspraken over gezag en omgang. De Raad gaat deze begeleiding adviseren, maar niet zelf uitvoeren. In april 2008 opende in Middelburg het Omgangshuis zijn deuren. Hierdoor hoeven Zeeuwse gezinnen niet meer naar Rotterdam of Brabant voor omgangsbegeleiding.
Sneller beschermen Raadsmedewerkers zijn in het regionale project Kinderen Beschermen we Vandaag hard bezig geweest met het efficiënter maken van het eigen werkproces. Omdat de medewerkers dit project zelf mochten vormgeven, verliep het proces in Middelburg anders dan in Dordrecht. Het resultaat was in beide geval len hetzelfde: aanzienlijke verkorting van de door looptijden. Ook deze interne verbeteringen hebben natuurlijk weer effect op de snelheid waarmee we er samen in de keten voor zorgen dat kinderen sneller de hulp krijgen die nodig is.
Terugdringen wachtlijsten De wachtlijsten zijn in de loop van het jaar terug gebracht tot de landelijke norm. Dit betekent jammer genoeg niet dat alle wachtlijsten al zijn weggewerkt. Op beide locaties vormde de wachtlijst in scheidingsen omgangszaken een probleem. Het beteugelen van die wachtlijst blijft daarom een aandachtspunt.
Professionalisering In 2008 hebben raadsmedewerkers met veel energie en creativiteit gewerkt aan verbeteringen, intern en in de keten. Ook 2009 belooft weer een druk jaar met veel veranderingen te worden. We gaan ons werk nog verder optimaliseren in het project Beter Beschermd/Anders Werken. Verder kondigen bouwborden het begin aan van een ambitieus en ingrijpend meerjarenprogram ma van professionalisering binnen de hele Raad. De betrokkenheid en inzet van raadsmedewerkers en de resultaten die al geboekt zijn, geven mij het volste vertrouwen dat de Raad Zuid-Holland Zuid en Zeeland in 2009 er weer in zal slagen om kinderen nog sneller en beter te helpen. Els Bokhorst Regiodirecteur
‘Ik wil niet bij mijn vader op bezoek’
‘Als ze mij niet boos maken word ik niet agressief’
Justitie Regio Zuid-Holland Zuid en Zeeland
Cliëntenbeleid
BESCHERMINGS Kinderen in de knel vallen vaak op door bijzonder
toch zorgen. Hij weet van haar stemmingswisselingen en
gedrag buitenshuis. Bij Rick en Michelle van Bree* is dat
depressies en meldt bij Bureau Jeugdzorg dat de kinderen daar
eigenlijk niet zo. Het gaat goed op school en ze hebben
waarschijnlijk onder lijden. De Raad voor de Kinderbescherming
veel vriendjes. De therapeut van hun moeder maakt zich
wordt ingeschakeld om te bekijken hoe het met de kinderen gaat.
‘Het is weer zover: papa en mama hebben ruzie’
helpt dit, maar vaak duwen zijn ouders hem opzij. Hij heeft steeds meer moeite om het gezag van zijn ouders te accepteren en is brutaal en ongehoorzaam. Zijn ouders maken zich zorgen om zijn gedrag. Op school is Rick helemaal niet opstandig. Hij doet goed zijn best en heeft veel vriendjes, ook omdat hij heel goed kan voetballen. Zijn juf beaamt dat. Ze vindt hem hoogstens wat druk.
Onvoldoende veiligheid Raadsonderzoeker Johan Willemse krijgt de informatie uit de melding. Ook hoort hij van een jeugdarts van de ggd dat Michelle vaak hoofdpijn heeft zonder duidelijke oorzaak. Hij gaat praten met Rick en Michelle, hun ouders en hun leerkrachten.
Ruzies Monique, de moeder van Rick en Michelle is in behandeling voor psychische klachten. Ze kan weinig hebben en reageert vaak zonder duidelijke reden boos. Vaak zelfs met verbaal en fysiek geweld. Na afloop kan ze zich niets herinneren van haar buien.
Haar agressie richt zich vooral op haar man John, die zelf ook erg opvliegend is. John is alcoholist, maar heeft het drinken nu onder controle. De grootste bron van spanningen tussen de ouders is het verschil in opvoedingsstijl. De geldproblemen die ze door hun werkloosheid hebben helpen ook niet. De kinderen zijn vaak aanwezig bij hun conflicten. John en Monique weten dat die ruzies slecht zijn voor de kinderen, maar kunnen ze toch niet voorkomen.
Johan Willemse concludeert, na overleg met een gedragsdeskundige, dat de ouders door hun eigen problemen hun kinderen op dit moment niet voldoende steun en veiligheid kunnen bieden. Bij de ruzies worden de rollen zelfs omgedraaid: de kinderen proberen de ruzies van hun ouders te voorkomen. Hij beveelt een ondertoezichtstelling (ots) van één jaar aan. De ouders gaan hier mee akkoord. Het gezin krijgt een gezinsvoogd die de ouders begeleidt in hun relatie en bij de opvoeding van de kinderen.
beschermings
Hoofdpijn Als Monique en John beginnen te ruziën zeggen de kinderen tegen elkaar “het is weer zo ver”. Michelle van negen probeert haar ouders dan af te leiden. Als dat niet lukt rent ze naar haar kamer en sluit zich op. Als bij haar de spanningen te hoog oplopen uit ze zich door te schreeuwen. Volgens haar ouders kan ze erg moeilijk over haar gevoelens praten. Misschien is haar hoofdpijn hier het gevolg van. Gelukkig gaat het wel goed met haar op school. Haar meester vertelt dat ze het prima doet en populair is bij andere kinderen. Ze is wel stil en vertelt nooit iets over zichzelf.
Brutaal Rick van zeven reageert heel anders op de ruzies: hij springt vaak tussenbeide. Soms
2
Vertrouwen Een jaar later spreekt Johan Willemse Rick en Michelle en hun ouders weer, omdat de gezinsvoogd voorstelt de ots niet te verlengen. Er blijkt veel te zijn veranderd in het gezin Van Bree. De ouders zijn de gezinsbehandeling met tegenzin begonnen, maar werden enthousiaster toen ze merkten dat het werkte. De gezinsvoogd vertelt dat vooral John de adviezen goed overneemt en Monique motiveert en feedback geeft. Monique en John hebben nog wel eens woordenwisselingen, maar nooit meer met schreeuwen en slaan. Verder hebben ze veel meer aandacht voor hun kinderen. Het is duidelijk dat de kinderen weer vertrouwen hebben in hun ouders. De hoofdpijn van Michelle is weg, en het brutale gedrag van Rick is veel minder geworden. Johan Willemse kan met een gerust hart instemmen met het voorstel van de gezinsvoogd om de ots niet te verlengen.
* Ter bescherming van de privacy van cliënten en raadsmedewerkers zijn namen en omstandigheden veranderd om herkenning te voorkomen.
ZAKEN
JAARBERICHT
Cijfers
Beschermingsonderzoeken
De regio rondde ongeveer
20.000
evenveel beschermings-
18.000
onderzoeken af als in 2007. In 2007 steeg het aantal beschermings‑ onderzoeken met 8%
2008
19.473
16.000
1.200
14.000
1.000 800
17.567
805 808
12.000
600
10.000
0
0
2007 Landelijk
2008
ten opzichte van 2006.
Zuid-Holland Zuid en Zeeland
Snel hulp beschikbaar
dachtspunten en besluiten. cobos is nog niet gekoppeld aan het programma van Bureau Jeugdzorg Zeeland en het eigen systeem kbps. Wel kunnen raadsmedewerkers op basis van gegevens uit cobos en het burgerservicenummer snel kinddossiers en kindzaken in kbps aanmaken. Hierdoor bespaart cobos de Raad nu ook veel werk.
Een kinderbeschermingsmaatregel aanvragen moet heel zorgvuldig gebeuren. Verplichte hulpverlening is voor een gezin ingrijpend.
zaken Bij beschermingszaken onderzoekt de Raad of de ontwikkeling van een kind wordt bedreigd. Een melding hierover komt binnen bij Bureau Jeugdzorg, dat de situatie onderzoekt en ouders en kind hulp aanbiedt. Wanneer ouders noodzakelijke hulp niet kunnen of willen accepteren, meldt Bureau Jeugdzorg dat bij de Raad. De Raad onderzoekt dan of er verplichte hulpverlening moet komen. In dat geval vraagt de Raad de kinderrechter om een maatregel van kinderbescherming uit te spreken. De meest voorkomende maatregel is de ondertoezichtstelling (OTS). Die beperkt het gezag van de ouders zodat een gezinsvoogd de noodzakelijke hulp op gang kan brengen. In een acute noodsituatie vraagt de Raad de kinderrechter direct om een voorlopige OTS. Meestal wordt het kind daarna onmiddellijk uit huis geplaatst. Als ouders niet in staat zijn hun kinderen zelf op te voeden kan ontheffing van het gezag gevraagd worden en in de ernstigste gevallen van verwaarlozing, mishandeling of verlating van kinderen een ontzetting uit het gezag. In crisissituaties vraagt de Raad dan alvast bij de rechtbank een voorlopige voogdij aan. Meestal krijgt Bureau Jeugdzorg dan de voogdij. De Raad heeft ook een toetsende taak bij de beëindiging van ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen.
Het Casusoverleg Beter Beschermd in Dordrecht is een wekelijks overleg met Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieder Trivium. De ketenpartners bespreken kinderen over wie ernstige zorgen bestaan. In het begin beperkten we ons tot kinderen tot zes jaar, medio 2008 behandelden we kinderen tot twaalf jaar en sinds december alle minderjarigen. De aanbrenger zet vooraf zo goed mogelijk op papier wat er met het kind aan de hand is en wat er moet gebeuren om het kind te helpen. Tijdens het overleg wordt dan de aanpak gekozen. Als uit het casusoverleg komt dat er hulp verlening nodig is, is die ook direct beschikbaar en dat is échte winst. Het casusoverleg is inmiddels zo bekend dat er steeds meer casussen binnenkomen.
Ondersteuning casusoverleg In Middelburg werd meegewerkt aan de ontwikkeling van het casusoverleg bescherming ondersteunend systeem (cobos). Dit computersysteem maakt het uitwisselen van gegevens tussen de deelnemers aan het casusoverleg makkelijker. Door de kinderziektes en het extra werk dat het met zich meebracht, ontmoette cobos in het begin veel weerstand. Inmiddels is het een goede ondersteuning geworden voor de verslag legging van de casussen. In cobos zijn kinderen snel terug te vinden met een overzicht van problemen, aan
Efficiëntieslag De ambitie van Beter Beschermd is om in 2010 binnen twee maanden de voor het kind noodzakelijke hulp te garanderen. Om dat te bereiken moeten alle keten partners hun eigen werkproces efficiënter maken. Een stuurgroep begeleidt die stroomlijning in deze regio. Voor de Raad neemt hier de regiodirecteur aan deel. Bij de locaties Dordrecht en Middelburg van de Raad kreeg de efficiëntieslag de vorm van het project Kinderen beschermen we vandaag. Dit project heeft als doel slimmer te werken en de wachtlijsten weg te werken. Per locatie werden verbeterplannen gemaakt en ingevoerd. De eerste resultaten zijn positief: op beide locaties is een drastische verkorting van de doorlooptijd te zien. Ook zijn de medewerkers enthousiast over het werken volgens het nieuwe werkproces. In november liep het project over in het landelijke project Beter Beschermd/Anders werken, dat hierdoor versneld van start kon gaan.
3
Thomas Dassen* is negen en heeft zijn vader voor
moeder is daar fel op tegen. De rechtbank vraagt
het laatst gezien toen hijzelf nog een baby was.
de Raad om te bekijken of het voor Thomas goed
Zijn vader wil nu een omgangsregeling, maar zijn
is om zijn vader te ontmoeten.
SCHEIDINGS- EN OMGANGS
‘Ik wil niet bij mijn vader op bezoek’ Raadsonderzoeker Mirjam de Vries gaat praten met de ouders van Thomas en met Thomas zelf, want die is oud genoeg om zelf te zeggen wat hij wil. Het gaat goed met Thomas, thuis en op school. Hij heeft het naar zijn zin bij zijn moeder Angelique, en praat over zijn computer en zijn vriendjes. Als Mirjam over zijn vader Richard begint schrikt Thomas: hij is bang dat hij weg moet bij zijn moeder en bij zijn vader moet gaan wonen. Mirjam legt uit dat zijn vader contact wil en dat zij nu komt vragen wat Thomas hiervan vindt. Thomas zegt dat hij geen contact wil. Hij kent zijn vader niet en is ook niet nieuwsgierig. “Wat moet ik dan tegen hem zeggen. Ik ken hem helemaal niet.” Hij vertelt dat hij het ook niet leuk vindt dat hij hem elke maand een brief moet sturen van zijn moeder.
Blijf-van-mijn-lijfhuis Misschien is het maar goed dat Thomas zich zijn vader niet herinnert. Moeder Angelique vertelt dat Richard vaak dronken en agressief was. Toen Thomas werd geboren, verslechterde het gedrag van zijn vader. Hij werd zo gewelddadig tegen Angelique en de baby dat ze naar een blijf-van-mijn-lijfhuis vluchtten. Thomas is toen lang angstig en onrustig geweest. Soms komt dat weer terug. Angelique en Thomas hebben vader daarna nooit meer ontmoet. Angelique heeft Thomas alleen verteld dat ze zijn gescheiden omdat Richard “niet lief voor haar was”. Vader Richard heeft een keer eerder om een omgangsregeling gevraagd, maar heeft toen alleen bereikt dat moeder hem moet informeren
4
en consulteren over Thomas. Angelique is nog steeds bang voor Richard en wil ook absoluut geen omgang van Thomas met zijn vader. Zelfs als die begeleid wordt zou ze geen moment rust hebben. Misschien later als Thomas ouder en weerbaarder is.
Bemoeizucht Vader Richard heeft een ander verhaal. Het stuklopen van het huwelijk is niet zijn schuld, maar het gevolg van geldproblemen en de bemoeizucht van Angeliques vriendinnen. Hij heeft Angelique wel geslagen, maar dat was een incident. De baby heeft hij nooit met een vinger aangeraakt. Richard heeft al eerder om omgang met zijn zoon gevraagd, maar dat is toen afgewezen. Richard is daar erg gefrustreerd over. Hij kan de gedachte aan Thomas niet loslaten en zou graag een band met hem opbouwen. Hij vertelt dat hij bij zijn laatste celstraf vanwege mishandeling van zijn vriendin heeft gewerkt aan zijn alcoholverslaving en agressieprobleem. Als Mirjam hem vraagt hoe hij ondanks zijn gewelddadige verleden een veilige situatie kan creëren voor Thomas, heeft hij geen antwoord.
Verzwegen Uit Richards dossier en informatie van de reclasseringsambtenaar blijkt dat Richard een paar keer is veroordeeld voor geweldsmisdrijven, en daarvoor ook gevangenisstraffen heeft gehad. Een aantal hiervan heeft hij tegenover Mirjam verzwegen. Als dit uitkomt zegt hij boos dat hij geen eerlijke kans krijgt omdat zijn verleden hem achtervolgt.
scheiding
Opgelucht
Mirjam de Vries concludeert dat vader Richard niet in staat is om op een goede manier omgang met zijn zoon te hebben. Er is geen garantie dat hij Thomas niet in gevaar zou kunnen brengen door gewelddadig gedrag of rijden onder invloed. De straffen die hij heeft gehad hebben hem niet tot inkeer gebracht, en hij voelt zich niet verantwoordelijk voor wat hij heeft misdaan. Moeder en Thomas zijn opgelucht over dit advies, maar vader ontploft. Hij zegt nooit meer contact met zijn zoon te willen hebben en stuurt inderdaad geen brieven meer naar Thomas. De rechter neemt het advies van de Raad over.
* Ter bescherming van de privacy van cliënten en raadsmedewerkers zijn namen en omstandigheden veranderd om herkenning te voorkomen.
&
ZAKEN
JAARBERICHT
2008
Scheidings- en Omgangsonderzoeken
Omgangshuis
600
6.000
In de nieuwe werkwijze bemiddelt de Raad voor de Kinderbescherming bij een scheiding niet meer tussen ouders. Daarom heeft de Raad samen met Stichting Agogische Zorgcentra Zeeland (azz) het initiatief genomen tot het opzetten van een module omgangsbegeleiding. Wanneer het contact van het kind met de niet-verzorgende ouder verstoord dreigt te raken, kan omgangsbegeleiding helpen om dit in het belang van het kind te voorkomen. In april 2008 is er in Middelburg een speciaal Omgangshuis geopend waar deze begeleiding plaats kan vinden. Omgangsbegeleiding helpt ouders om na een halfjaar zelfstandig de omgangsregeling met hun kinderen uit te voeren. Tot die tijd ondersteunt een vaste, onpartijdige begeleider van azz bij het maken van afspraken. De begeleider bouwt de hulp langzaam af, maar stopt wanneer de ouders hun conflict niet bijleggen. De Raad neemt het advies voor om gangsbegeleiding op in het raadsrapport. Wanneer de rechter dat advies overneemt stelt Bureau Jeugdzorg de indicatie.
500
5.000
& omgang In scheidings- en omgangszaken kan de rechter de Raad voor de Kinderbescherming om onderzoek en advies vragen. Dit is pas aan de orde als ouders niet zelf of met de hulp van een mediator of hulpverlening goede afspraken kunnen maken over het ouderlijk gezag, de verblijfplaats van de kinderen en omgang met hen. De Raad komt dus pas in beeld als alle andere middelen gefaald hebben en de rechter een regeling moet vaststellen. De rechter kan dan de Raad laten onderzoeken welke oplossing in het belang van het kind is, maar hoeft het advies van de Raad niet over te nemen.
400 300 200
4.000 251 226
100 0
5.187 4.916
3.000 2.000 2007
1.000 Zuid-Holland Zuid en Zeeland
0
2008 Landelijk
Cijfers
Het aantal afgeronde scheidings- en omgangsonderzoeken daalde met 10% ten opzichte van 2007. In 2007 was al een daling van 30% te zien.
Wachtlijsten Ondanks de tijdsbesparing door het afstoten van de bemiddelende taak bij scheidingen werden er minder scheidings- en omgangszaken afgerond dan in 2007. Hierdoor steeg de wachtlijst op beide locaties. Het beteugelen van de wachtlijst blijft daarom ook in 2008 een belangrijk aandachtspunt.
Een kind heeft in principe recht op omgang met beide ouders.
5
Mike van Rooij* is nog maar zestien en nu al opgepakt
direct een seintje en stuurt een raadsonderzoeker
op verdenking van diefstal met geweld. Hij heeft iemand
langs om te bekijken hoe Mike het best aangepakt
bij een pinautomaat beroofd onder bedreiging van een
kan worden.
STRAF
zakmes. De Raad voor de Kinderbescherming krijgt
‘Als ze mij niet boos maken word ik niet agressief’ In de politiecel vraag raadsonderzoeker Havva Menderes Mike om zijn kant van het verhaal, maar Mike wil niet veel kwijt. Hij vindt al deze aandacht maar overdreven omdat hij maar een klein bedrag heeft gestolen. Mikes ouders zijn al op het politiebureau en Havva Menderes spreekt daar ook met hen. Ze zijn erg geschrokken. Ze vertellen dat Mike al een strafblad heeft. Ze doen hun best om Mike op het goede pad te houden, maar Mike trekt zich weinig van zijn ouders aan. Op school is hij een paar keer betrokken geraakt bij een vechtpartij en sindsdien spijbelt hij veel.
Onder de indruk Na drie dagen op het politiebureau beslist de rechtercommissaris dat Mike langer in voorlopige hechtenis moet blijven. Hij moet naar een Justitiële Jeugdinrichting (jji) die vrij ver weg is van zijn woonplaats. Mike is daarvan erg onder de indruk, zeker als negen dagen later de rechter de voorlopige hechtenis weer verlengt.
Perspectief Als Mike een week in de jji zit, wordt hij daar besproken in het netwerkberaad. Om de tafel zitten casusregisseur van de Raad Jurgen Bentink, de jeugdreclasseerder van Bureau Jeugdzorg en iemand van de jji. Ze verwachten dat Mike vrij snel vrij zal komen, en spreken af dat de jeugdreclassering hem zal begeleiden tussen voorarrest en rechtszitting. Twee weken later
6
organiseert de casusregisseur een trajectberaad op de raadslocatie in de regio van Mikes woonplaats. Hier staat vooral de begeleiding van Mike na zijn verblijf in de jji centraal. Nu is ook de gemeente van de partij. Die zorgt ervoor dat Mike na zijn vrijlating terecht kan in een project voor begeleid wonen, waar hij zijn school moet afmaken. Na vier weken in de jji wordt Mike inderdaad vrijgelaten.
Agressie Drie maanden nadat Mike is opgepakt door de politie moet hij voor de Kinderrechter verschijnen. Havva Menderes presenteert daar haar onderzoek en dat van de gedragsdeskundige van de Raad. Daaruit blijkt dat Mike intelligent is maar veel gedragsproblemen heeft. Hij is snel boos en legt de oorzaak daarvan buiten zichzelf. “Als ze mij niet boos maken word ik ook niet agressief ”. Deze houding heeft al vaker geleid tot geweld: Mike heeft een keer een auto vernield en mishandelde bij een vechtpartij een klasgenoot. Er is dan ook al het een en ander gedaan om Mike op het rechte pad te krijgen. Zo heeft hij al een geldboete, een taakstraf en begeleiding van de jeugdreclassering gehad.
Stok achter de deur
dende Maatregel op te leggen. Mike moet een half jaar lang een paar uur per week intensieve dagbehandeling volgen. Hij kan overdag naar school en toch aan zijn problemen werken. Hij zal moeten nadenken over zijn misstappen en leren zijn agressie in toom te houden en zijn sociale vaardigheden te vergroten. Deze maatregel is niet vrijblijvend. Als de jeugdreclassering vindt dat Mike niet genoeg meewerkt, moet hij terug naar de jji. En dat is voor Mike een goede stok achter de deur. De vier weken dat hij daar zat zijn hem zwaar gevallen. Als de rechter het advies overneemt, zijn Mikes ouders blij. Ze verwachten veel van de dagbehandeling. Jurgen Bentink volgt de voortgang van de hulpverlening. Hij heeft goede hoop dat de intensieve aanpak voorkomt dat Mike weer de fout in gaat.
Straf zaken
Vanwege de ernst van het vergrijp en van Mikes gedragsproblemen adviseert de Raad – in overleg met de jeugdreclassering – om Mike een Gedragsbeïnvloe-
* Ter bescherming van de privacy van cliënten en raadsmedewerkers zijn namen en omstandigheden veranderd om herkenning te voorkomen.
ZAKEN
JAARBERICHT
Basisonderzoeken
Uitgebreide strafonderzoeken
Taakstraffen
1.250 2.500
40.000
2.000
30.000
2007
1.500
2008
1.426 1.467
34.188 33.481
200
1.131
25.000
15.000
500
10.000
50
1.000
250
5.000
0
0
0
1.000
10.000
0
0
105
Zuid-Holland Zuid en Zeeland
3.000
2.533
Landelijk
Zuid-Holland Zuid en Zeeland
22.405 22.988
20.000
750
100
Landelijk
2.857
1.010
2.000
150
20.000
Zuid-Holland Zuid en Zeeland
161
1.000
4.000
2008
0
Landelijk
Cijfers
Het aantal afgeronde basisonderzoeken steeg in 2008 met 3% ten opzichte van 2007. Het aantal uitgebreide strafonderzoeken steeg met 53%. De regio coördineerde 12% meer taakstraffen dan in 2007.
Wanneer een jongere tussen de 12 en 18 jaar vanwege een strafbaar feit een procesverbaal krijgt, schakelt de politie de Raad voor de Kinderbescherming in. De afdeling strafzaken van de Raad zorgt dan voor een casusregisseur; iemand die zorgt dat alle bij de jongere betrokken instanties goed samenwerken. De Raad heeft de taak om te adviseren over passende straf of hulpverlening en onderzoekt of het strafbare feit een signaal is van problemen van de jongere of het gezin. Een raadsonderzoeker stelt de jongere en de ouders vragen over het delict, de thuissituatie, school en vrije tijd. Dit heet een BAsis RaadsOnderzoek of BARO. Als blijkt dat er veel problemen zijn volgt er nog een uitgebreider onderzoek. De raadsonderzoeker bespreekt de uitkomsten van het onderzoek en het advies met de officier van justitie en de politie in het zogenaamde Justitieel Casusoverleg. Wanneer de jongere een taakstraf krijgt, coördineert de Raad de uitvoering daarvan.
Veiligheidshuis In Dordrecht zijn we in 2008 samen met de keten partners begonnen met het omvormen van de Ke tenkamers naar een Veiligheidshuis. In de Keten kamer hebben we gemerkt dat het delen van dezelfde werkplek de samenwerking bevordert: er zijn korte lijntjes en we kunnen snel zaken afstemmen. Ook is het prettig dat alle overleggen tussen partners in
de jeugdstrafketen op deze vaste plek zijn, zoals het Justitieel Casusoverleg, het veelplegersoverleg en het trajectberaad. Vanwege deze positieve ervaringen hebben we in het Arrondissementaal Justitieel Beraad (ajb) besloten de Ketenkamers door te ontwikkelen naar een Veiligheidshuis waar we nog intensiever gaan samenwerken. Op 9 maart 2009 is het Veiligheidshuis officieel geopend.
Jeugdigen onder de 12 jaar die een strafbaar feit plegen worden door de politie gemeld bij Bureau Jeugdzorg of bij bureau Halt. Zij zijn nog niet strafrechtelijk vervolgbaar.
7
CLIËNTENBELEID
Cliëntenbeleid Cliëntenbeleid
Klachtenanalyse
Kwaliteitskader en protocollen
De Raad vindt het belangrijk dat zijn cliënten – kinderen en ouders/verzorgers – met respect behandeld worden. Regelmatig onderzoeken we of zij tevreden zijn. In 2008 hebben 15750 cliënten een vragenlijst ingevuld. Het gemiddelde rapportcijfer voor de Raad was net als in 2007 een 6,8. Op basis van de onderzoeksgegevens van het voorafgaande jaar hebben de regio’s zelf verbeteringen doorgevoerd.
Cliënten kunnen een klacht over de Raad indienen bij een regiodirecteur en daarna, als ze het niet eens zijn met de beslissing van de directeur, bij de externe klachtencommissie.
Om op een professionele en uniforme manier de wettelijke taken uit te voeren, legt de Raad voor de Kinderbescherming richtlijnen vast voor de eigen manier van werken. Deze richtlijnen helpen raadsmedewerkers om gelijke zaken hetzelfde te behandelen. Ook maken ze aan cliënten duidelijk wat ze van de Raad mogen verwachten.
Sinds vorig jaar hebben de regio’s* een cliëntenraad, die bestaat uit ouders/verzorgers die in het verleden met de Raad te maken hebben gekregen. Lieten deze cliëntenraden zich vorig jaar vooral informeren, dit jaar ging een aantal van hen al over tot het gevraagd en ongevraagd adviseren van hun regiodirecteur. De voorzitters van de regionale cliëntenraden zijn dit jaar drie keer bij elkaar gekomen. Wanneer cliënten van de Raad vragen, problemen of klachten hebben, kunnen ze een beroep doen op een onafhankelijk vertrouwenspersoon. Hij of zij helpt hen en informeert hen over hun rechtspositie.
COLOFON
* In één regio is de cliëntenraad nog in oprichting.
De tot nu toe gebruikte richtlijnen Normen 2000 sluiten niet meer aan bij de veranderde inzichten en nieuwe wet- en regelgeving. Daarom zijn ze vervangen door een algemeen kwaliteitskader en een gedetailleerd protocol per categorie raadsonderzoek. Het kwaliteitskader en de protocollen gelden voor alle zaken die vanaf 1 januari 2009 binnenkomen. Alle andere zaken worden nog volgens Normen 2000 afgerond. De protocollen vallen onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur en kunnen snel aangepast worden aan nieuwe ontwikkelingen. Ze zijn in te zien op de website van de Raad. Cliënten met vragen over de richtlijnen kunnen die stellen aan de locale juridische deskundigen van de Raad.
De meeste klachten gaan over de manier waarop de Raad het onderzoek uitvoert: wel of niet met het kind spreken of op huisbezoek gaan, te veel of te weinig onderzoek, de ene ouder bevoordelen boven de andere of onvoldoende deskundigheid van de raadsmedewerker. Van deze klachten werd een deel gegrond verklaard. Cliënten klaagden ook vaak over de bejegening door de raadsmedewerker; deze klachten werden veel minder vaak gegrond verklaard.
Uitgave
Raad voor de Kinderbescherming Zuid-Holland Zuid en Zeeland www.kinderbescherming.nl Tekstbewerking
Anneke Nunn tekst & concept www.annekenunn.nl Vormgeving
www.avancecommunicatie.nl
8
De afhandeling van de klachten van 2008 is nog niet helemaal verwerkt; pas in april of mei kunnen we een compleet overzicht geven. Tot nu toe is bekend dat 118 cliënten een klacht indienden. Hiervan ging een derde over een beschermingsonderzoek. Slechts tweemaal werd een klacht ingediend over een strafonderzoek. In elf gevallen is geprobeerd een oplossing te vinden via bemiddeling van een raadsmedewerker. Bij acht klachten lukte dat ook. Tweederde van de klagers liet zich tijdens de klachtbehandeling bijstaan door een vertrouwenspersoon, jurist of familielid.
Illustraties
Oli4rijcken
De cliëntenraad behartigt de belangen van alle cliënten van de Raad voor de Kinderbescherming