Raad voor Cukuur
Aan
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen mevrouw drs. M. van der Laan
Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer
Onderwerp
Subsidieverzoek amateurtheater-festival en -circuit
R.J. Schimmelpennincklaan 3
postbus6a43 2506 AE Den Haag Telefoon 310 66 86 Telefax 361 47 27
[email protected] Datum
Mevrouw de Staatssecretaris,
-6 MI 2003
Uw kenmerk
In uw brief van 7 april 2003 heeft u de Raad voor Cultuur verzocht om een aanvullend advies uit te brengen over het amateurtheatercircuit. De plannen hiervoor zijn door Theaterwerk.nl nader uitgewerkt naar aanleiding van het advies dat de Raad op 20 december 2002 uitbracht. Ook legt u bij uw brief van 7 april de aanvullende toelichting van Theaterwerk.nl op het plan voor het amateurtheaterfestival aan de Raad voor. De Raad had om deze uitwerking verzocht als voorwaarde voor subsidiëring. Standpunten en aanbevelingen uit het raadsadvies van 20 december
2002 Het advies van de Raad bevatte zowel ten aanzien van het festival als ten aanzien van het circuit verschillende standpunten en aanbevelingen. De belangrijkste worden hier samengevat. Voor een volledig overzicht wordt u verwezen naar de bijlage bij dit advies waarm een puntsgewt;ze samenvattmg is opgenomen. Festival De Raad gaf in het advies van 20 december 2002 aan dat hij een overzicht miste van concrete criteria die met betrekking tot de selectie en jurering van voorstellingen worden gehanteerd. Selectie op basis van persoonlijke keuzes voor kwaliteit' door de selecteurs vond de Raad onvoldoende om een artistiek-inhoudelijke impuls te kunnen geven aan het amateurtheaterveld. Verder stelde de Raad dat het verband tussen de voorstellingen en het randprogramma niet helder was en ontbrak er zijns inziens een uitgewerkt publiciteitsplan waarin wordt aangegeven hoe de verschillende doelgroepen worden bereikt.
DK/AK/2003/14796 Uw brief van
07-04-2003 ons kenmerk
ame-2003.5705/2
Raad voor Cultuur
Circuit De Raad meende dat de publieksaantallen een cruciale factor zijn voor het welslagen van het circuit en stelde vast dat Theaterwerk.nl in de plannen wel formuleerde welke doelgroepen het wil bereiken, maar niet hoe deze doelgroepen daadwerkelijk de theaters binnen gehaald kunnen worden. De Raad gaf verder aan het onvoldoende duidelijk te vinden of Theaterwerk.nl een centrale inhoudelijke lijn had geformuleerd voor het circuit. De Raad vond zo'n lijn noodzakelijk om van coherente landelijke activiteiten te kunnen spreken. Tot slot vond de Raad de begroting voor het circuit te summier en had hij vragen bij de samenwerking met het Landelijk Centrum voor Amateurdans.
Pagina 2 Ons kenmerk
Verdere uitwerking van de plannen voor het festival en circuit door Theaterwerk.nl Festival
In zijn brief van 6 maart 2003 gaat Theaterwerk.nl in op de drie belangrijkste kritiekpunten van de Raad. Theaterwerk.nl geeft inzicht in het selectie- en jureringsproces, waarbij criteria worden aangegeven, zoals de Raad had verzocht. Vervolgens schetst de instelling de samenhang tussen de voorstellingen en workshops, inleidingen, presentaties, nabesprekingen, enzovoorts. Tot slot geeft Theaterwerk.nl aan hoe het de verschillende doelgroepen bij het komende festival wil benaderen. De toelichting is verhelderend, zowel op de drie hoofdpunten zelf als indirect ook op een paar andere aandachtspunten, zoals de allianties met kunstvakopleidingen en lokale/regionale organisaties en de selectie van voorstellingen die recht doen aan het brede amateurtheaterveld. De Raad mist nog een toelichting op de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de lokale/regionale partners en de landelijke organisatie, Theaterwerk.nl. Hij verwacht dat de instelling daar in haar meerjarenprogramma
2005-2008 wel op in zal gaan. De aanvullende informatie van Theaterwerk.nl is voor de Raad voldoende om zijn advies van 20 december 2002 om het festival voor de jaren 2003 en 2004 subsidie te verlenen, te bevestigen. De toelichting die nu aanvullend op het plan is gegeven, dient wel integraal in het meerjarenprogramma 2005-2008 te worden opgenomen. De Raad verwacht daarbij ook dat de ervaringen van 2003 met het huidige plan worden geëvalueerd en dat de uitkomsten daarvan eveneens in het meerjarenplan zullen worden verwerkt. Circuit Aanvullend op de toelichting op het plan voor het amateurtheaterfestival informeerde Theaterwerk.nl u op 14 maart 2003 nader over de opzet van het amateurtheatercircuit. De instelling gaat hierbij nagenoeg op alle aandachtspunten van de Raad in. In de meeste gevallen geeft deze toelichting voldoende antwoord op de vragen van de Raad, maar op een aantal punten laat Theaterwerk.nl echter nog onduidelijkheid bestaan.
ame-2003.5705/2
Raad voor Cultuur
Het meest netelige punt van het circuit, het werven van publiek, wordt uitgebreid besproken. De doelgroepen en het belang van deze groepen voor het amateurtheaterveld worden geduid en tevens wordt ingegaan op de afhankelijkheid van de betrokken theaters. Een plan van aanpak waarin concreet wordt aangegeven hoe de doelgroepen daadwerkelijk het theater ingehaald kunnen worden, ontbreekt echter. De Raad meent dat de voornemens om een groter publiek te bereiken zo volledig mogelijk moeten worden uitgewerkt in een stappenplan of draaiboek om daadwerkelijk meer toeschouwers te kunnen werven. Het risico dat het anders bij goede bedoelingen blijft, is volgens de Raad te groot. Theaterwerk.nl geeft aan dat de landelijke taak voor het circuit zijns inziens van organisatorische aard is. De instelling wil de locale partners de vrijheid geven om zelf hun inhoudelijke lijn te bepalen omdat alleen dan de locale partners het circuit als hun eigen activiteit beschouwen. De Raad blijft echter op het standpunt staan dat er meer moet zijn dan een organisatorische verbinding tussen de verschillende circuit-theaters om van een coherente landelijke activiteit te kunnen spreken. Ook met inhoudelijke richtlijnen, bijvoorbeeld door het aanwijzen van een thema, blijft de vrijheid voor de locale partners groot genoeg om hun eigen invulling aan het circuit te geven,
terwijl tegelijkertijd zichtbaar is dat het om een landelijke activiteit gaat. In de evaluatie van de voorgaande edities van het theatercircuit werd aanbevolen om de circuitvoorstellingen in steden met een regieopleiding te programmeren. In het plan dat de Raad in het najaar van 2002 kreeg voorgelegd, ging de instelling niet expliciet op deze aanbeveling in. In haar toelichting naar aanleiding van het Raadsadvies doet de instelling dat evenmin. Behalve de opmerking dat de regieopleidingen niet de enige doelgroep van het circuit vormen, wordt verder niet aangegeven waarom de aanbeveling niet wordt gevolgd. De Raad betreurt dit. Ook betreurt de Raad het dat Theaterwerk.nl zich formeel beperkt tot een organisatorische samenwerking met het Landelijk Centrum voor Amateurdans (LCA). De Raad ziet juist een meerwaarde en extra aantrekkingskracht wanneer amateurdans en amateurtheater ook in inhoudelijk opzicht bij elkaar worden gebracht. Het zo strikt handhaven van disciplinegrenzen terwijl er kansen en mogelijkheden tot interdisciplinaire samenwerking zijn, vindt de Raad niet meer passend in een tijd waarin op allerlei terreinen inhoudelijke en organisatorische dwarsverbanden worden gelegd. Tot slot geeft de instelling geen antwoord op de vragen van de Raad in relatie tot het programmeringsbudget.
De Raad is van mening dat Theaterwerk.nl op een aantal belangrijke punten nog onvoldoende duidelijkheid heeft geboden. De zorg van de Raad over het publieksbereik is daarbij het belangrijkste aandachtspunt. Hij blijft daarom bij zijn standpunt dat het circuit vooralsnog niet gesubsidieerd moet worden. In plaats daarvan vraagt de Raad zich af of Theaterwerk.nl in plaats van op de nu ingeslagen
Pagina 3 onskenmerk ame-2003.5705/2
Raad voor Cultuur
weg door te gaan er niet beter aan zou doen om via zijn netwerk regionale circuits te helpen opzetten. Regionale circuits hebben als voordeel dat de amateurkunstenaars niet ver hoeven te reizen terwijl ze zich toch op andere locaties dan in de eigen omgeving kunnen presenteren. Bovendien sluit het regionale niveau beter aan bij de aard van amateurkunstenaar, die zich meestal vooral lokaal of regionaal oriënteert. Tegelijkertijd biedt het regionale karakter meer mogelijkheden om een vast publiek aan de circuits te binden, zo verwacht de Raad. De regionale circuits zouden wat betreft doelstellingen en financiële middelen ook beter kunnen aansluiten bij het Actieplan Cultuurbereik. De Raad beveelt u daarom aan om Theaterwerk.nl deze mogelijkheid te laten onderzoeken. Conclusies De Raad adviseert conform zijn vorige advies om het festival wel en het circuit niet te subsidiëren in 2003 en 2004. Dit impliceert, dat dit advies ook niet verder dan deze jaren reikt. Dit advies werd voorbereid door de commissie Amateurkunst en Cultuureducatie. De voorzitter van de commissie, mw. drs. E. Rozenboom, is niet bij de voorbereidingen van het advies betrokken geweest in verband met haar recente betrokkenheid bij de instelling vanuit haar professie. Het advies is getoetst door de commissie Theater. Secretaris was mw. drs. M.L. de Noo
Ho g htend,
mr. W. Sorgdra er Voorzipter
. . randenbarg gemeen secretaris
Pagna 4 ons kenmerk ame-2003.5705/2
Raad voor Cultuur
Biilage: samenvatting van het Raadsadvies van 20 december 2002
Het advies van 20 december 2002 bevatte puntsgewijs de volgende standpunten en aanbevelingen:
Festival * Het festival zou een artistiek-inhoudelijke en enthousiasmerende impuls moeten geven aan het amateurtheater. * Hiertoe is een goede programmering, wervende publiciteit en
landelijke dekking noodzakelijk. * De Raad stemt in met het jaarlijks wisselen van festivalstad. * In iedere festivalstad zouden strategische allianties moeten worden aangegaan met kunstvakopleidingen en lokale/regionale orgamsaties. * De Raad is er voorstander van dat de festivalorganisatie zoveel mogelijk in handen worden gelegd van de lokale partners. * Theaterwerk.nl zelf heeft de taak om op de achtergrond de hoofdrichting aan te geven en te fungeren als kwaliteitsbewaker. * De Raad is voorstander van een programmering met prikkelende voorstellingen die een experimenteel karakter hebben en die recht doen aan het brede amateurtheaterveld. * De Raad mist in het plan een overzicht van concrete criteria die door de jury worden gehanteerd met betrekking tot de selectie van voorstellingen. De Raad verwacht meer duidelijkheid hierover in een aangepast activiteitenplan. * Theaterwerk.nl zou een duidelijkere samenhang tussen de randprogrammering en de voorstellingen moeten aanbrengen. * Het publiciteitsplan behoeft verdere uitwerking, waarbij inzichtelijk moet worden gemaakt hoe de verschillende doelgroepen worden benaderd. De Raad verwacht dat hierbij een onderscheid wordt gemaakt in de benadering van amateurspelers en -makers zelf en de meer faciliterende en ondersteunende instellingen en functies. * De Raad adviseert om Theaterwerk.nl subsidie te verlenen voor het festival. Voorwaarde hiervoor is wel dat de plannen verder worden uitgewerkt en dat daarbij wordt ingegaan op de kritiekpunten van de Raad.
Circuit * De Raad vindt de plannen onvoldoende uitgewerkt en heeft moeite met de ingeslagen richting. Zo wordt het circuit niet duidelijk geprofileerd ten opzichte van het festival. * De Raad meent dat het circuit alleen kans van slagen heeft als er gedegen voorstellingen worden geselecteerd die aansluiten bij de actuele ontwikkelingen op theatergebied. * Het blijft in het plan onduidelijk of de deelnemende gezelschappen en initiatieven hun voorstelling in alle negen theaters presenteren. * Ook wordt niet inzichtelijk gemaakt of de amateurs zelf wel
Pagna 5
onskenmerk ame-2003.5705/2
Raad voor Cultuur
behoefte hebben aan het circuit. * In het plan wordt geen inzicht gegeven in hoe de doelgroepen naar de theaters kunnen worden gehaald. * De aanbeveling uit de evaluatie om de circuitvoorstellingen in steden met een regie-opleiding te programmeren, wordt niet zichtbaar uitgewerkt. * Er worden wel selectiecriteria genoemd, maar er wordt niet aangegeven hoe de diversiteit van de praktijk in het circuit gewaarborgd wordt. * De Raad stemt ermee in dat de randprogrammering in belangrijke mate aan de theaters wordt overgelaten, maar stelt dat een centrale inhoudelijke lijn onontbeerlijk is om van een coherente landelijke activiteit te kunnen spreken. * De begroting is te summier, niet gedetailleerd genoeg. * De Raad vraagt zich af hoe het programmeringsbudget van Theaterwerk.nl zich verhoudt tot een eventuele financiële bijdrage van het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing. * Theaterwerk.nl zou inzichtelijk moeten maken op welke onderdelen het totaal beschikbare programmeringsbudget wordt ingezet. * Een andere vraag van de Raad luidt of de samenwerking met het Landelijk Centrum voor Amateurdans (LCA) en het danscircuit bedoeld is om een kruisbestuiving tot stand te brengen tussen dansers en acteurs, of dat de samenwerking er vooral toe dient om de organisatie en publiekswerving efficiënter en effectiever te laten verlopen. * De Raad adviseert om het circuit vooralsnog niet te subsidiëren. Hij ziet graag een nieuw, goed uitgewerkt plan ter beoordeling tegemoet, voordat eventueel alsnog tot subsidiëring kan worden overgegaan.
Pawna 6 ons kenmerk ame-2003.5705/2